5 minute read
Internationale trend
from FLEET 137 NL
Elektrische auto's, maar tegen welke prijs?
Wat de ontwikkeling van elektrische auto's tegenhoudt, is (onder meer) de prijs. Hoewel wagenparken steeds vaker de TCO gebruiken om de kosten van een auto te "beoordelen", is het duidelijk dat de prijzen een afschrikkende werking hebben op de markt. In het licht van een recente studie van JATO Dynamics ("EVs: a pricing challenge"), verdiepen we ons in de mysteries van de (al dan niet) wereldwijde doorbraak van de elektrische auto.
Grégory Livis – gregory.livis@eff ectivemedia.be
China staat erom bekend dat het voorop loopt op het gebied van elektrische auto's (EV's). Een voorsprong die genomen is dankzij aanmoedigingsprogramma's. In 2010 kondigde de Chinese regering stimulansen tot 60.000 yuan (bijna 8.000 euro) aan voor de particuliere aankoop van nieuwe elektrische auto's met batterijen.
Zo begon een tienjarige periode die leidde tot de ontwikkeling van 's werelds grootste EV-markt. In de VS kwamen EV's na 2010 in aanmerking voor een belastingkrediet van de IRS, variërend van 3.500 tot 7.500 dollar, gelimiteerd tot een maximum van 200.000 oplaadbare voertuigen per fabrikant. Dit belastingkrediet heeft geholpen om de markt voor duurdere EV's op gang te brengen, maar het helpt kopers met een laag inkomen niet en heeft daarom veel autofabrikanten er niet toe aangezet om naast duurdere wagens ook meer betaalbare auto's aan te bieden.
Wat de belangrijkste Europese markten betreft, heeft de milieuagenda veel landen ertoe aangezet incentive-programma's te ontwikkelen.
In tegenstelling tot andere Europese landen zijn de stimulansen voor EV's in Noorwegen - dat bekend staat als een land dat voorop loopt bij de invoering van stekkerwagens- eerder gericht op belastingvoordelen en aanzienlijke investeringen in openbare infrastructuur voor het opladen van auto's dan op subsidies. In 2011 waren Noorse EV's vrijgesteld van eenmalige motorrijtuigenbelasting, verkoopbelasting en jaarlijkse wegenbelasting.
Prijsstimulansen
Als gevolg van deze programma's is Noorwegen nu het enige Europese land waar de gemiddelde verkoopprijs van een EV lager ligt dan die van een auto met verbrandingsmotor. De gemiddelde prijs van een wagen met verbrandingsmotor is immers 53.000 euro, terwijl die van een EV 44.500 euro bedraagt. Elders in Europa is het prijsverschil tussen voertuigen met conventionele verbrandingsmotor en EV's in het voordeel van de eerste categorie. In Duitsland is de prijskloof tussen ICEvoertuigen en EV's verkleind. Dit jaar waren EV's slechts 8% duurder
Op de vijf belangrijkste Europese markten kost een auto met verbrandingsmotor gemiddeld 32.218 euro, tegen 42.568 euro voor een elektrische auto.
In Europa kost het minstens 15.740 euro om een elektrische auto te kopen, vergeleken met 3.700 in China en 24.800 in de Verenigde Staten.
In België kost een elektrische wagen gemiddeld 92% meer dan een wagen met een verbrandingsmotor, volgens een analyse van JATO Dynamics.
dan de gemiddelde verkoopprijs van diesel/benzineauto's (gemiddeld 39.755 euro tegenover 36.979 euro). In het VK waren EV's in mei 2021 52% duurder dan de gemiddelde verkoopprijs van geregistreerde ICEauto's. Ondanks de inspanningen van de overheid worden EV's ook duurder in Frankrijk. In 2013 bedroeg de gemiddelde verkoopprijs van een EV 23.900 euro, en die prijs is dit jaar gestegen tot 38.700 euro. Nederland heeft de laatste jaren aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van EV-prijsstelling. De gemiddelde prijs van een EV is daar gedaald van 72.100 euro in 2017 tot 48.200 euro dit jaar. Deze auto's zijn echter nog steeds 53% duurder vergeleken met de gemiddelde verkoopprijs van in Nederland geregistreerde auto's met verbrandingsmotor (31.200 euro). In België kost een elektrische auto gemiddeld 92% meer dan een auto met een verbrandingsmotor.
China als voorbeeld
De gemiddelde verkoopprijzen voor geregistreerde EV's in Europa zijn gestegen van een dieptepunt van 33.292 euro in 2012 tot 42.568 euro in 2021, een stijging van 28% in tien jaar. In de VS zijn de prijzen nog sterker toegenomen, van 26.200 euro in 2011 tot 36.200 euro in 2021, een stijging met 38%. En in China... is het tegenovergestelde waar. In 2011 bedroeg de gemiddelde verkoopprijs er 41.800 euro, en die is dit jaar aanzienlijk gedaald tot slechts 22.100 euro, een daling met maar liefst 47%. China's vooruitgang kan grotendeels worden toegeschreven aan zijn focus op betaalbare, populaire auto's. In China waren dit jaar 40% van de verkochte EV's stadsauto's, met een gemiddelde verkoopprijs van 6.700 euro. Consumenten kunnen er een gloednieuwe elektrische auto kopen voor slechts 3.700 euro. In Europa ligt de prijs veel hoger: je hebt minstens 15.740 euro nodig om een elektrische auto te kopen. En in de Verenigde Staten is het nog duurder: de minimumprijs bedraagt er 24.800 euro. Deze prijsverschillen worden ook beïnvloed door de vraag naar EV's en het aanbod qua modellen. In Europa wordt de markt gedomineerd door SUV's, en in de VS door middelgrote sedans, die beide duurder zijn dan de stadsauto's die de Chinese EV-markt domineren. Terwijl de industrie in het algemeen zich heeft toegelegd op de ontwikkeling van betere technologieën, een grotere actieradius en premiumauto's, heeft de Chinese markt beide gedaan door modellen met verbrandingsmotoren aan te passen tot meer betaalbare EV's. Dit heeft consumenten met verschillende sociaaleconomische achtergronden de kans gegeven een EV te kopen, waardoor de verkoop voor automerken is gestegen.
We zullen ons moeten aanpassen
Ondanks inspanningen op vele markten en door vele fabrikanten zijn EV's in Europa en de VS nog steeds te duur in vergelijking met modellen met verbrandingsmotor. Het is dringend nodig dat de industrie zich concentreert op betaalbare EV-modellen die de vraag van de consument weerspiegelen. Zo was vorig jaar 44% van de wereldwijde vraag naar personenauto's bestemd voor SUV's, maar deze waren slechts goed voor 25% van de gecombineerde verkoop van elektrische personenauto's in China, de VS en Europa.
Aangezien de Westerse fabrieken ontworpen zijn voor de grootschalige productie van auto's uit het hogere segment, is het onwaarschijnlijk dat veel fabrikanten binnenkort hun plannen zullen wijzigen om betaalbare auto's op instapniveau te produceren, zonder dat de vraag van de consument een wijziging van hun bedrijfsmodel rechtvaardigt. Als de prijzen van EV's echter niet prioritair worden verlaagd, zal dit grote gevolgen hebben voor de hele auto-industrie, aangezien een groot deel van de bevolking zich nooit een EV zal kunnen veroorloven.