voor wie betrokken is bij afstand en adoptie
magazine online
THEMA
Adoptiekind op de basisschool
Telefonisch consult voor de juf ‘Het lichaam moet weten dat het veilig is’ Elk kind, elk weerzien is anders
JAARGANG 1
NUMMER 03
SEPTEMBER 2016
Redactioneel Adoptiekind op de basisschool ‘Ik ga naar school en ik neem mee…’ Wat hebben adoptiekinderen nodig om zich op de basisschool optimaal te kunnen ontwikkelen? Deze vraag staat centraal tijdens de jaarlijkse kennismiddag van Stichting Adoptievoorzieningen op vrijdag 4 november. Het thema van dit Adoptiemagazine: Adoptiekind op de basisschool, sluit daarbij aan. Zo vertellen de ouders van de vijfjarige Jude Pijlman over hun ervaringen met een schoolconsult. Zelf vonden ze niet dat Jude bijzonder gedrag vertoonde, maar juf Astrid liet weten dat zij wel behoefte had aan adoptiegerelateerde informatie. Zij legde haar concrete vragen voor aan video-interactiebegeleider Lidwien Mineur van de Stichting Adoptievoorzieningen. Gezamenlijk bekeken ze wat er in de dagelijkse praktijk in de klas gebeurde. Heel verhelderend, vonden juf én ouders. De vaste rubriek Vragenderwijs, waarin medewerkers van Nazorg van de Stichting Adoptievoorzieningen vertellen over (geanonimiseerde) voorbeelden uit hun dagelijks werk, gaat ook specifiek in op vragen en problemen die ze tegenkomen met betrekking tot de basisschool. Hoelang mag wennen op school duren? is bijvoorbeeld een veelvoorkomende vraag. In dit septembernummer staat verder een persoonlijk verhaal van adoptiemoeder en journalist Maureen Welscher. Zij was bezig ervaringen van ouders en kinderen op te tekenen voor haar boek Retourtje Roots, toen ze vrij onverwacht besloot ook zelf met haar gezin op rootsreis te gaan. Nog voor vertrek werd ze door twijfel overvallen of ze er wel goed aan deed. En achteraf…? Verder in dit nummer onder meer de vaste column van Renée Wolfs, aankondigingen, nieuwtjes en recensies over vier recent verschenen (adoptie)boeken. Veel leesplezier!
Angela Jans Hoofdredacteur a.jans@adoptie.nl
BLOG HILDE VAN DIJK
Onder de tafel Het was een lange schooldag, dat wil zeggen: een ochtend én een middag. En zo’n lange schooldag mag dan voorbij vliegen, er zitten veel uren in waarin ontzettend veel gebeurt. In de kleine klas (nee mama, een grote klas maar met weinig kinderen) van onze oudste zoon moet er op zo’n lange dag veel gebeuren. Het lukte volgens juf best goed, die lange dag. Alles ging goed: met spelling naar een andere klas met een andere juf, het spelen bij nog wat andere juffen, het wel of geen filmpje kiezen en meekijken, het eten, het rusten met de kleuterjuffen en de kleuters en de kinderen uit groep drie en vier, het werken op de computer, het werken in een schriftje, het vrij buiten spelen, het spelen in de kleuterklas. Alles ging goed. Hij moest soms afgeremd, wat bijgestuurd of meegetrokken worden, maar het ging goed. Aan het eind van de middag kwam alleen nog de meester die drama-spelletjes doet. En daar ging het fout. Hij kroop onder zijn tafel en kwam er niet meer onder uit. Ook niet toen de juf wat meer nadruk legde op haar verzoek om tevoorschijn te komen. Ook niet toen de juf ging aftellen om hem er alsnog onder vandaan te krijgen, 3…2...1… En daarna waren zoon en juf niet tevreden. Zoon ging kinderlijk doen. Hij is natuurlijk ook wel kind, maar… Dus juf gaf zoon een timer mee en zoon moest op de gang zitten met een timer. Want hij was nog zó gewaarschuwd. Het hielp en zoon ging na de bel rustig met moeder mee. Het was een lange schooldag, een ochtend én een middag. En zo’n schooldag mag dan voorbij vliegen, er zitten veel uren in waarin ontzettend veel gebeurt… Ik moest op de gang mama, dat was niet fijn. Ik was naar spelling geweest in die klas met de grote kinderen en dat ging goed, ik was trots. En het rusten, dat ging zelfs ook goed: ik kreeg een sticker mama. En aan het eind van de middag dacht ik dat we al naar huis mochten, maar meester kwam nog. Ik vind het heel leuk als meester komt, maar mijn hoofd was al vol. Ik kon niet meer luisteren naar de juf. Ik wilde niet, maar het moest. Toen ging ik onder mijn tafel zitten, maar dat mocht niet van de juf. Mijn hoofd was vol mama, er zaten ijskristallen in en ijspegels en ijskanonnen die gingen schieten. Alles ging heen en weer in mijn hoofd mama, en het maakte heel veel herrie. De juf ging tellen, maar ik luisterde nog steeds niet. Toen moest ik naar de gang mama, met de timer. Ik zou hier willen uitleggen hoe het werkt, bij mijn zoon en zoveel andere kinderen, vooral veel kinderen met zo’n ingewikkeld verleden, dat het de hersens een beetje kapot maakt. Ik ben bang dat ik met die uitleg ver over het aantal woorden van een blog ga en dan schiet ik mijn doel voorbij. De lastige kinderen, de kinderen die ‘klieren’, de kinderen die stil en teruggetrokken zijn: ze hebben alleen maar nodig dat ze gehoord en gezien worden. Ze zijn de baby of de peuter die een rustige omgeving nodig heeft, met regelmaat en eten en een knuffel en een zachte stem die als het druk is, rustig zegt dat het goed komt. Onder de tafel zit geen kind dat onder het gezag probeert weg te duiken, onder de tafel zit een kind verscholen tegen een wereld die luider, groter en drukker is dan het kind aankan. En als we dat zien, dan komt het goed. Bekijk op www.adoptieoudersonline.nl alle blogposts van Hilde van Dijk. Op deze site zijn ook blogs van andere adoptieouders te vinden.
6 12
2 2 6 10
Blog – Hilde van Dijk Redactioneel In de hoofdrol: Jude Pijlman – Angela Jans Else Dahmen: ‘Het lichaam moet weten dat het veilig is’ – Machteld Stilting
Het Drieluik 9 15
DE AFSTANDSVADER - Gido herkende me onmiddellijk – Rafael Lopez DE GEADOPTEERDE – We hebben een WhatsApp-groep met halfbroers- en zussen
21
– Gido van Ooijen DE ADOPTIEVADER - Hun geluk stond altijd voorop – Masjel van Ooijen
15 Vaste Rubrieken 4
KORT Ruimte voor aankondigingen, nieuws, gadgets en een column van adoptiemoeder Renée Wolfs
12
16
22
16
ACTUEEL – Elk kind, elk weerzien is anders
INHOUD
THEMA Adoptiekind op de basisschool
– Maureen Welscher BEGELEIDING BESPROKEN – Kijkje bij adoptie in Hongarije – Zindzi Folme en
18 22 24 26 28
Anne-Marie Vernooij ACHTER DE FEITEN - Afstand ter adoptie in Nederland in 2015 – Astrid Werdmuller ONDERZOEK BELICHT - Bessel van der Kolk: Trauma, er is van alles aan te doen – Angela Jans VRAGENDERWIJS GELEZEN/GEZIEN Colofon
SEPTEMBER – 2016
3
KORT
In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen, nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl.
Prentenboek voor kinderen met autisme, TOS en ADHD Esther Vliegenthart uit Kinderdijk schrijft boeken speciaal voor kinderen met autisme, taalontwikkelingsstoornis (TOS) en ADHD, niet óver hen, maar vóór hen, passend bij hun belevingswereld.
Dit ben ik Monique Weustink-Schmeitz is in 1965 geboren uit een Nederlandse moeder en een Surinaams/Chinese vader. Ze werd afgestaan en geadopteerd. Op basis van haar eigen ervaringen en inmiddels zelf moeder – vragen van haar kinderen, maakte ze het boekje: Dit ben ik. Het is een werkboek voor geadopteerde kinderen in de leeftijd van 7 tot 12 jaar. Door de pagina’s stap voor stap in te vullen ontstaat een compleet, persoonlijk levensverhaal. De vragen variëren van: Heb je hobby’s? tot Welke mensen zijn belangrijk voor je? En meer specifiek adoptiegericht: Waar kom ik vandaan? en Ken je andere kinderen die geadopteerd zijn? Schrijfster en illustrator (leuke afbeeldingen!) Weustink-Schmeitz hoopt dat haar werk kinderen op een laagdrempelige, creatieve manier meer bewust maakt van hun sociale, culturele en etnische identiteit. Wie alles invult kan als hij of zij klaar is, het boekje in de hand pakken en met recht zeggen: Dit ben ik. Het boekje is in eigen beheer uitgegeven en kost 15 euro (+ eventuele verzendkosten). Het is verkrijgbaar bij Monique, te bestellen via schmeitzmonique@gmail.com
4
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Het eerste boekje Saartje, kwam vorig jaar uit en bleek een groot succes. Sindsdien heeft zij niet stil gezeten en is Saartje speelt met auto’s, een boekje met herkenbaar spelgedrag, ook op de markt. Binnenkort verschijnt deel 3: Saartje op de zorgboerderij en deel 4: Saartje en het Sinterklaasfeest. Esther: “Ik hoop op deze manier in de eerste plaats de kinderen zèlf te bereiken en hen leesplezier te bieden. Daarnaast hoop ik dat de kinderen zichzelf herkennen in Saartje, zodat ze zich niet anders hoeven te voelen De boeken zijn aangepast op de taal- en prikkelverwerking van kinderen met autisme, TOS en ADHD. De tekeningen zijn gekleurd in zachte tinten, het verhaaltje is kort en duidelijk en Saartje maakt geen oogcontact. Esther heeft zelf een zoon met autisme en TOS die maar geen plezier kon vinden in voorgelezen worden. Esther: “Het is fijn om te zien dat deze kinderen zoveel meer plezier beleven aan het voorgelezen worden. Het is voor deze kinderen zó belangrijk om in boeken spelgedrag van zichzelf te herkennen! Het vergroot hun gevoel van veiligheid, waardoor ze zich beter kunnen ontwikkelen.” De ouders, die vaak wel tussen de regels door kunnen lezen, krijgen via de boeken van Saartje veel tips en tricks voor de opvoeding van hun bijzondere kind.
TIP
COLUMN
Congres Kind en Spel
Tekst Renée Wolfs
Mijlpaal “Weet je zeker dat je alles hebt?” “Ja, tuurlijk.” Zelfverzekerd slaat mijn 14-jarige, Chinese zoon het portier van de auto dicht. “Anderhalf uur, dan zijn we er!” Ik klink sterker dan ik me voel. Lange tijd heb ik me voorbereid om nu niet te emotioneel te zijn. Voor het eerst gaat hij alleen op kamp. De afgelopen twaalf jaar dachten we dat dit moment nooit zou komen, er waren zoveel zorgen over zijn taal, de ongecontroleerde drukte in zijn hoofd, zijn sociale ontwikkeling, zijn hechting. Maar het afgelopen jaar had hij zich als een komeet ontwikkeld. Ineens was hij even groot als zijn vader, reisde hij met de bus naar school, begon hij de krant te lezen, Engels te spreken. Hijgend waren we achter hem aangerend, zijn ontwikkeling ternauwernood bijhoudend. In een overmoedige bui had ik dit voorjaar een zeilkamp voor hem geregeld. Mijn intuïtie zei dat het kon. Maar na de boeking was mijn verstand ertussen gekomen. Waarom doen we hem dit aan? Dit gaat hem vast niet lukken. “Daar is het!” We parkeren de auto. Mijn zoon maakt meteen contact met een jongen van zijn leeftijd. Zijn lange, slungelige lijf ziet er ondanks dit spannende moment zelfverzekerd uit. Na een uurtje gaan ze voor het eerst het water op. Tijd voor ons om te gaan. “Dag jongen. Je kunt altijd bellen hè?” “Ik stuur je wel een appje,” grapt hij. Ik slik, omhels een grote, sterke jongen. Dan kijkt hij mij onderzoekend aan en zegt: “Hou je goed hè, mam. Ik ben over een week alweer thuis.” Mijn ingehouden tranen maken plaats voor een ontroerde lach. Vanaf zijn zeilboot zwaait hij koninklijk. De zon schijnt uitbundig over het water, de wind tilt de boten soepel op. Daar gaat hij, ons Chinese verrassingspakketje. Het open water tegemoet. Voor de allereerste keer met de wind in de zeilen. Hoe hoog, breed en diep kan een mijlpaal zijn.
Renée Wolfs is moeder van drie geadopteerde tieners uit China. Ze is auteur van Wereldkind, De Adoptiedialoog en De Cirkel van Verbinding. Zie www.reneewolfs.com/blog en www.facebook.com/ reneewolfs.
Op vrijdag 4 november wordt het congres Kind en spel gehouden. Dit jaar staat het plenaire ochtendprogramma in het teken van trauma en gehechtheid. De middagsessies kennen een wat bredere invalshoek en hier komen onder meer de volgende onderwerpen aan bod: EMDR, vluchtelingenkinderen, ondernemerschap & netwerken, beelden in speltherapie en licht verstandelijk beperkt & speltherapie. Meer informatie zie: www.speltherapie.net/de-praktijk/ Congres-kind-en-spel.html
Adoptiecollege A New Way Vergunninghouder A New Way houdt op zaterdag 8 oktober het ANW USA adoptiecollege. Deze bijeenkomst is opengesteld voor aspirant adoptieouders, adoptieouders van kinderen uit de USA (niet via ANW) en voor adoptieouders en aspirant adoptieouders die bij ANW staan ingeschreven. Tijdens dit college geven drie deskundigen korte presentaties en er is gelegenheid voor het stellen van vragen. De bijeenkomst is met name bedoeld om meer inzicht te geven en handvatten aan te reiken voor signaalherkenning en het opvangen van mogelijk uitgestelde special needs. Aanmelden of meer informatie opvragen kan via info@anewway.nl.
Adoptie van een kind met hiv/hepatitis Op vrijdag 7 oktober wordt in de Bilt een voorlichtingsmiddag gehouden over Adoptie van kinderen met hiv of hepatitis. Tijdens de bijeenkomst wordt ingegaan op zowel de medische als de sociale aspecten. De middag wordt ingeleid door een voorlichter van de Stichting Adoptievoorzieningen. Vervolgens vertellen een kinderarts en een HIV-verpleegkundige over besmettingsrisico's en behandel- en begeleidingsmogelijkheden van kinderen/jongeren met HIV of hepatitis. Na de pauze vertellen twee adoptieouders over hun ervaringen. Deelname kost € 15,- per persoon, inclusief koffie/thee. Voor meer informatie kunt u bellen, tel 030-2330340 (keuze 2) van maandag t/m vrijdag van 09.00-14.00 uur.
SEPTEMBER – 2016
5
Adoptiekind op de basisschool
Tekst Angela Jans
In de hoofdrol:
Jude Pijlman Thuis gedraagt een kind zich vaak anders dan op school. Zo ook Jude (5). Zijn ouders herkenden de problemen waar eerst de peuterleidster en vervolgens de kleuterjuf tegenaan liepen, eigenlijk niet. De juf wilde graag hulp. Een schoolconsult, waarin thuis ĂŠn op school wordt geďŹ lmd, bracht uitkomst.
Jude (5), hoofdpersoon Cor Pijlman, vader Jildou Pijlman, moeder Astrid Lurvink, juf Lidwien Mineur, video-interactiebegeleider Stichting Adoptievoorzieningen
6
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Jude is op 25 november 2010 geboren in Kenia. Zo’n 21 maanden later wordt hij geadopteerd door Jildou en Cor Pijlman. Zoals gebruikelijk in Kenia, verblijft Jude met zijn nieuwe ouders eerst nog een tijd tien maanden in dit geval in zijn geboorteland. In mei 2013, de jongen is dan tweeënhalf jaar oud, komt het gezin naar Nederland. Om de overgang later niet te groot te maken, gaat Jude vrij vlot na aankomst in Nederland twee halve dagen per week naar de peuteropvang. Dat gaat best goed, al geeft de peuterleidster al vrij snel aan dat ze gedrag bij Jude ziet dat niet leeftijdsadequaat is. Ouders begrijpen niet precies waar ze op doelt en zodra hij vier jaar wordt, gaat Jude naar de kleuterschool. Net als iedereen, eerst halve dagen om te wennen. Dat wennen duurt echter langer dan gebruikelijk. “Tussen de middag op school een broodje eten, dat ging op dag één al verkeerd. Er was iets met de chocopasta en hij was ontroostbaar…”, vertelt moeder Jildou.
Impulsief Juf Astrid ziet een kind dat heel impulsief is, veel behoefte heeft aan ontdekken, een kind dat veel huilt. Astrid: “De ouders vroegen: ‘Wanneer kan hij ook de middagen naar school?’ En ik dacht: dat lukt voorlopig niet, dat voelt niet goed. Toen heb ik gevraagd om hulp. Moeder wees me erop dat ik kon bellen naar de Stichting Adoptievoorzieningen (SAV). Ik heb daar een telefonisch consult gehad bij Nazorg, kreeg tips en werd attent gemaakt op het schoolconsult. Dat leek mij een goed idee en de ouders van Jude vonden het ook een prima voorstel. Zo gezegd, zo gedaan. Een tijdje later is een video-interactiebegeleider van de SAV komen filmen, eerst thuis, daarna op school.” Als de ouders, de juf en de video-interactiebegeleider samen de filmbeelden bekijken, zien ze Jude op het schoolplein, Jude in de klas én Jude thuis. Video-interactiebegeleider Lidwien: “Je ziet op school een jongetje dat heel onrustig is en overal op reageert. Hij is snel in tranen en nog erg bezig met ontdekken. Eigenlijk is zijn
gedrag niet leeftijdsadequaat. Hij moest bijvoorbeeld een werkje kiezen van een dienblad, maar zelf kiezen, dat kan hij nog helemaal niet.” Moeder: “Dat hadden wij niet helemaal door, althans, de mate waarin was meer dan verwacht. Nu zagen we meer de ernst in van de gedragsproblemen. Dankzij de beelden konden we de juf, en achteraf ook de peuterleidster, beter begrijpen. Dit gedrag zagen we thuis niet in die mate. Thuis, met z’n drietjes, valt het natuurlijk ook niet zo op als hij voor zijn leeftijd op sociaal-emotioneel gebied wat achterloopt. En omdat er in het gezin veel minder prikkels zijn dan in een klas, is hij thuis ook niet zo onrustig.” Vader Cor: “Eerlijk gezegd begrepen wij aanvankelijk niet precies waar de juf het over had. Welk sociaal-emotioneel stukje het was, waar het nou exact over ging, dat kon ze ons niet zo goed uitleggen. Door de beelden werd dat onmiddellijk duidelijk, daar zagen we wat ze bedoelde. Terwijl bijvoorbeeld alle dertig andere kindjes in de klas tijdens het voorlezen rustig wachten tot de juf het volgende plaatje laat zien, staat Jude drie keer op van zijn plek om alvast even te gaan kijken. Continu houdt hij alles en iedereen in de gaten. Hij weet thuis te vertellen welke moeders op het schoolplein dezelfde schoenen aan hebben en hij checkt de hele dag of iedereen zich wel aan de regels houdt. Door dat alles is hij natuurlijk snel moe, daardoor is hij vervolgens snel van streek en gaat hij om het minste of geringste huilen.”
Tips voor de juf Juf Astrid wilde graag handvatten hebben om Jude beter te kunnen begeleiden. Cor: “Dat hebben we als
Lidwien Mineur
positief ervaren.” Astrid: “Vooraf vond ik het heel spannend dat er in de klas gefilmd zou worden. Je wilt het toch goed doen. Achteraf heb ik het allemaal als heel prettig ervaren. Lidwien gaf inzicht in zijn gedrag en liet tijdens de bespreking veel dingen in mijn aanpak zien waar ze enthousiast over was. Dat was fijn om te horen. En het totaalplaatje hielp mij in de relatie naar de ouders toe, het gaf meer begrip. Met als gevolg dat we samen beter af konden stemmen op Jude.” Een van de tips die Astrid kreeg en die ze als heel sterk en prettig heeft ervaren is: benoem nadrukkelijk zijn emoties en gevoelens. “Dus zeg: ‘Jij bent heel boos hè, omdat je weer niet met de klei kunt spelen.’ En dan zegt hij volmondig: ‘Jaaah! En jaloers!’” Een andere tip, maar dat deed Astrid eigenlijk al, was: houd hem dicht bij je, raak hem regelmatig eventjes aan, een
Consult op school Er wordt gefilmd in de klas. De resultaten worden met de ouders, de leerkracht, intern begeleider of groepsleiding besproken. Onder meer de sociale en emotionele ontwikkeling van het kind wordt in kaart gebracht. Ouders en leerkracht, intern begeleider of leiding krijgen informatie en adviezen die helpen om goed af te stemmen op de behoeften van het kind. Hierdoor zal het kind beter gaan functioneren. Kijk voor meer informatie op www.adoptie.nl (nazorg). Of bel 030-2330340 (maandag t/m donderdag van 09.30-12.30 uur) .
SEPTEMBER – 2016
7
schouderklopje – letterlijk en figuurlijk – doet wonderen. Laat hem merken dat hij gezien wordt. Astrid: “Dat biedt hem veiligheid en dat wil ik hem graag geven. Maar hij zit wel in een groep met 31 kinderen, er zijn er nog 30 die ook aandacht nodig hebben.”
Niet wachten met extra hulp op school Moeder: “Thuis zijn we eveneens weer teruggegaan naar nadrukkelijk benoemen. Lidwien heeft ons opnieuw uitleg gegeven over de bouwstenen van hechting. Daarmee kunnen we zijn basisveiligheid versterken en het verklaart waarom hij dit gedrag laat zien. Dat hij emotioneel soms jonger is dan hij feitelijk is, en soms ook niet. Dat kan. Overigens, het is vooral een heel open, sociaal kereltje. Verbaal is hij heel sterk. Voor de lange termijn maak ik me wel een beetje zorgen, maar we hopen en verwachten dat, met de hulp van ons als ouders, de school en an-
8
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
dere naasten, de problemen zullen verdwijnen of verminderen zodat hij er beter mee om kan gaan. Voor de korte termijn willen we wel graag extra ondersteuning in de klas. Als je vraagt: ‘Heeft het geholpen?’, dan zeg ik ja. Maar het gaat langzaam, het heeft nog tijd nodig.” Ook de juf ervaart dat. “Ik hoop dat er meer budget komt voor extra assistentie in de groep. Want straks moet hij naar groep 3. Cognitief gaat het heel goed, alles komt binnen, hij onthoudt alles en zijn spraakontwikkeling is prima, maar hij heeft nog heel veel sturing nodig. Als je wacht met hulp tot hij in groep 3 zit, ben je eigenlijk te laat. En ik wil het graag zo goed mogelijk doen, voor hem, voor de groep en voor mezelf.” Lidwien: “Dit is wat ik eerlijk gezegd heel regelmatig tegenkom bij adoptiekinderen: onrustig, behoefte aan contact, aanraking. Je zou ieder adoptiekind een kleine klas gunnen.”
Wanneer een consult aanvragen? Bijvoorbeeld als: • u merkt dat uw kind na de wenperiode (nog) niet graag naar school of kinderdagverblijf gaat; • uw kind op school/kinderdagverblijf gedrags- of leerproblemen heeft; • het gedrag van uw kind thuis heel anders is dan op school/ kinderdagverblijf; • u twijfelt over het type onderwijs of het gaan naar een kinderdagverblijf en advies wilt van een adoptiedeskundige; • de leerkracht of leiding vragen heeft over de omgang met of het gedrag van uw kind; • u zich afvraagt of doubleren of juist ‘overgaan' de beste optie voor uw kind is.
drieluik AFSTANDSVADER
Rafael Lopez
1
Gido herkende me onmiddellijk Bij het afscheid, vlak voor zijn vertrek naar Nederland, gaf Gido me een cadeau. Daar schrok ik een beetje van, ik had niets voor hem. Toen heb ik mijn ketting met kruisje afgedaan en hem bij hem om zijn nek gehangen. Daar was hij ontzettend blij mee, hij zei dat hij het altijd zal dragen. Dat vind ik mooi. Zo ben ik toch altijd een beetje bij hem.
derland gegaan. Dat weet ik sinds een paar jaar, maar dat wist ik toen helemaal niet. Wij hadden geen idee dat hij naar het buitenland was. Van mijn oudste dochter – Gido’s zus – hoorde ik een paar jaar geleden dat hij naar Colombia was gekomen om zijn moeder te ontmoeten. Later begreep ik dat hij ook met mij contact zou willen hebben. Dat jaar heb ik hem eventjes aan de telefoon gehad. Dat was een beetje ongemakkelijk. Wat Toen Ingrid, de moeder van Gido, zwanger raakte van moet je zeggen… In juli van dit jaar kwam hij opnieuw hem had ik al een gezin met een andere vrouw. naar Colombia en dit keer ook naar Montería. Het was van één ontmoeting… Eerder Dan konden we elkaar zien! Nadat hij was hadden we al een relatie gehad, we gearriveerd bij familieleden ben naar waren geliefden en buren. Daarvan dat huis gegaan. Toen ik voor de hadden we samen al een kind, een open deur stond, zag ik hem aan meisje. Maar er was geen mogede keukentafel zitten. Heel even lijkheid om samen verder te heb ik hem geobserveerd maar gaan, want ik was al getrouwd. toen zag hij mij al. Hij herkende Ingrid ging naar Bogotá, om te me onmiddellijk. We hebben werken. Ik bleef in Montería, hetzelfde postuur en lijken wel de plaats waar we allebei geeen beetje op elkaar. boren en getogen zijn. Twee Een paar dagen daarna zijn we jaar later kwam ze terug voor met zijn drieën naar een café familiebezoek, toen is Gido ontgeweest, zijn moeder Ingrid, staan. Ze ging zwanger terug Gido en ik. Om nog wat verder te naar Bogotá. Daar zou ze het kind praten. Dat wilde hij graag en daar afstaan ter adoptie. Ik was het daarhad ik geen moeite mee. Ik heb hem mee eens, vond het prima. gezegd dat ik heel blij was om hem te Voor zover ik weet, heeft ze destijds, na terugzien en om te weten dat het goed met hem komst in de hoofdstad, veel steun van haar gaat. Ook heb ik hem gevraagd om aan zijn werkgever en een vriendin gehad. Die hebvader te vertellen dat ik trots op hem ben dat VADER VAN ben haar goed geholpen. Ze is naar een spehij voor Gido heeft gezorgd. Verder heb ik ge8 kinderen (één afgestaan ciaal tehuis gegaan en is daar bevallen van probeerd om Gido’s vragen zoveel mogelijk ter adoptie), getrouwd een zoon. We zouden hem naar mij vernoete beantwoorden maar zelf heb ik niet zoveel LEEFTIJD men: Rafael Segundo. Maar in het tehuis hebte vertellen. Ik ben niet zo’n prater, en al heleniet bekend, naar schatting ben ze hem de naam Gonzalo gegeven, naar maal niet over dit soort gevoelens. ongeveer 50 jaar de eigenaar van het kindertehuis. Nu weet ik dat hij uiteindelijk zo ook niet Dit verhaal is niet rechtstreeks opgetekend BEROEP heet, zijn adoptieouders hebben hem Gido uit de mond van Rafael, maar opgeschreven bouwvakker genoemd. Na drie maanden is hij geadopaan de hand van een gesprek met Gido. teerd en hebben zij hem opgehaald uit het Rafael is de biologische vader van geadopWOONPLAATS Montería, Colombia tehuis. Op 25 augustus 1991 is hij naar Neteerde Gido op pagina 15.
SEPTEMBER – 2016
9
Adoptiekind op de basisschool
Tekst Machteld Stilting
Else Dahmen:
‘Het lichaam moet weten dat het veilig is’ Hersenen van adoptiekinderen ontwikkelen zich vaak in een stressvolle omgeving. Gevolg is dat het brein bijna continu in de overlevingsstand staat: het is niet in staat prikkels te filteren en het lichaam te laten weten dat het veilig is. Door middel van een intensief behandelprogramma helpt neuropsychologe Else Dahmen jaarlijks veel adoptiekinderen met het doorbreken van dit patroon. “We gaan terug naar de basis en creëren een nieuw vertrekpunt. We resetten als het ware het brein.”
Het zijn vaak adoptieouders met kinderen in de basisschoolleeftijd die met een hulpvraag bij Dahmen aankloppen. Niet zo vreemd, vindt ze. In die periode nemen de momenten waarop het kind tot rust kan komen sterk in hoeveelheid af. Een kind komt tegenwoordig in een klas van gemiddeld dertig kinderen. Dan krijgt het heel veel prikkels binnen, die het brein niet goed of zelfs helemaal niet kan verwerken. Er is soms sprake van over-alertheid. In dat geval nemen de hersenen ieder detail in de omgeving ongefilterd waar. Alles is even belangrijk. “Als wij een brandende kaars zien omvallen, is zowel ons brein als ons lichaam direct in opperste staat van paraatheid. Je moet je voorstellen dat veel van deze kinderen zich altijd zo voelen. Zelfs in rust.” Behalve van over-alertheid kan een kind ook last hebben van onder-alertheid. Het worstelt met concentratieproblemen, kan zijn impulsen moeilijk onder controle houden of vertoont terugtrekgedrag. Dahmen: “Een kind kan er heel rustig uitzien, terwijl van binnen ontzettend veel onrust speelt,
10
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
van beide speelt. Daarom moeten beide mechanismen volgens Dahmen gezien en aangepakt worden.
Reptielenbrein
die er thuis in de vorm van emoties uitkomt.” Door hun zelfbeschermende terugtrekgedrag vallen ze in de klas nauwelijks op. Het zijn meestal de zogenoemde stuiterballen die als lastpakken worden gezien. “Dan denk ik: je moest eens weten wat er allemaal in die koppies omgaat.” Bij veel therapieën ligt de focus op onder- óf over-alertheid, terwijl bij adoptiekinderen juist vaak een combinatie
Je kunt ouders en leerkrachten natuurlijk praktische tips geven om de situatie in de klas en daarmee ook het gedrag te verbeteren. “Maar dat is symptoombestrijding,” aldus Dahmen, “je neemt er de oorzaak van het probleem niet mee weg.” Om dat aan te pakken heeft ze een behandelprogramma van vier achtereenvolgende dagen ontwikkeld. Een intensieve, maar ook effectieve manier om een nieuw fundament te leggen voor het brein, het lichaam en de ‘mindset’. Het kind leert opnieuw of voor het eerst voelen en ervaren wat ontspanning is, hoe het prikkels op een rustige manier kan verwerken en wat concentratie is. Dat heeft het niet geleerd. Hersenen ontwikkelen zich van binnen naar buiten. Eerst wordt het reptielenbrein gecreëerd, dat verantwoordelijk is voor het aansturen van het lichaam. Bijvoorbeeld voor de ademhaling en de hartslag, maar ook
voor de reflexen: hoe het lichaam reageert op waarnemingen die het brein doet. Volgens Dahmen is dit brein bij adoptiekinderen door stress in de vroege ontwikkeling vaak uit balans, waardoor ook de rest van het brein niet evenwichtig is. Deze slecht start zorgt ervoor dat schema’s uit het verleden – alertheid, spanning en verdediging – nog altijd het gedrag beïnvloeden: “Je merkt het zelfs fysiek: ze hebben een hogere hartslag en een snellere ademhaling.”
Nieuw pad Tijdens de therapie leert Dahmen het brein een ander pad te volgen. Het moet cognitief weten: ik ben veilig. Maar die informatie moet het dus ook doorsturen naar het lichaam. Geen sinecure, want het lichaam is al heel wat jaren anders gewend. Een geadopteerde vrouw vertelde eens aan Dahmen: “Ik weet heus wel dat er in de collegezaal geen direct gevaar heerst. Toch ben ik altijd op m’n hoede. Mijn lichaam snapt het gewoon niet.” Een goed voorbeeld van hoe het reptielenbrein niet alleen de neiging heeft het denkende brein (dat later is ontwikkeld) te overheersen, maar daar ook vaak in slaagt. Dus moet er getraind worden. Met name om een ontspannen staat en gezonde vorm van alertheid en aandacht te creëren. Dit gebeurt met behulp van neuro- en biofeedback. “Tijdens praktische oefeningen meten we de hersenactiviteit, hartslag, ademhaling en huidgeleiding en geven we het kind continu feedback. Als de ademhaling rustig is en het brein in evenwicht, dan belonen we dat bijvoorbeeld met leuke filmpjes.” Na vier dagen zie je volgens Dahmen vaak al duidelijk verbeteringen. De scherpe kantjes zijn eraf, de emmer
zal minder snel overlopen. Dan kan de vertaalslag naar thuis en de klas gemaakt worden. “Met een schoolconsult en af en toe een herhaalsessie zorgen we ervoor dat een positieve ontwikkeling kan worden ingezet die goed aansluit bij wat het kind nodig heeft.”
Concrete handvatten Voor leerkrachten is het vaak frustrerend om te merken dat de gewone technieken, die ze tijdens hun opleiding hebben geleerd, niet toereikend zijn. Daarom zijn de handvatten die Dahmen ze aanreikt een nuttige aanvulling. Ingewikkeld zijn ze niet. Alleen al het vinden van een passende plek in het lokaal brengt rust. Een plekje aan het raam bijvoorbeeld voor kinderen die zich door naar buiten te staren even kunnen onttrekken aan te veel prikkels. Zij kunnen ook even tot zichzelf komen door een koptelefoon op te zetten of een mandala te kleuren. Kinderen die onder-alert zijn, hebben juist baat bij een plekje bij de deur, zodat ze af en toe naar buiten kunnen om te bewegen. Dahmen: “Ze leren ook om kleine bewegingen met hun tenen te maken. Die kunnen de behoefte aan prikkels vervullen terwijl ze nauwelijks opvallen en niemand storen.” Het is volgens Dahmen vooral belangrijk te kijken waar het kind behoefte aan heeft. Een voorwaarde voor goed leren is relaxed zijn. En dat is lastig als je minder goed kunt automatiseren dan je klasgenoten. En dan ook nog minder snel. Dat is misschien nog wel belastender, zegt Dahmen: “Ze moeten mee met de rest. Lopen continu op hun tenen. Ik zou ieder kind zo zijn eigen tijdspad gunnen.” www.brainspa.nl
“EEN KIND KAN ER HEEL RUSTIG UITZIEN, TERWIJL VAN BINNEN ONTZETTEND VEEL ONRUST SPEELT” SEPTEMBER – 2016
11
ACTUEEL
Elk kind, elk weerzien is anders BOEK OVER ERVARINGEN MET ROOTSREIZEN
Tekst Maureen Welscher
Wanneer maak je de beslissing om een rootsreis te maken? En vooral: wat doet het met je kind? Maureen Welscher, adoptiemoeder en journalist, was bezig ervaringen van ouders en kinderen op te tekenen voor haar boek Retourtje Roots, toen ze besloot ook zelf met haar gezin op rootsreis te gaan. Ze werd door twijfel overvallen of ze er wel goed aan deed.
Biologische ouders, zoon Maureen.
Bij ons was een rootsreis nooit ter sprake gekomen. Ja, ik had het wel eens voorgesteld maar liever gingen de kinderen op vakantie naar de Verenigde Staten. Maar omdat ik bezig was met het schrijven van een boek over rootsreizen word ik zelf enthousiast. Ik gooi opnieuw een balletje op en opper: “Zullen we eens naar Taiwan gaan?” Waarop dochter (16) roept: “Wat heb
12
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
ik daar te zoeken? Mijn moeder heeft me uitgepoept en weggegeven. Ik hoef daar niet naartoe.” Tot afgelopen december. De interviews zijn zo goed als af en ik heb me erbij neergelegd dat een trip naar Taiwan er voorlopig niet in zit. Dan krijg ik een telefoontje van Meiling: er is daar een pakketje uit Taiwan voor onze dochter aangekomen. Als mijn
dochter het hoort, verschijnt een grote glimlach verschijnt op haar gezicht en ze roept: “Echt?”
Fotograferen als hobby Die avond halen we het pakje op. Vol spanning maakt ze het open. Een lange brief, veel foto’s en een prachtig cadeau voor haar zestiende verjaardag, dat alles heeft de biologische
moeder van mijn dochter opgestuurd. Ineens een levensteken na al die jaren. Jarenlang hebben we foto’s en updates gestuurd maar nooit iets teruggehoord. En dan nu ineens dit geschenk. De grootste verrassing is toch wel dat haar moeder als hobby fotograferen heeft. Laat onze dochter nou na de zomervakantie naar de fotovakschool gaan. Het pakketje verandert voor mijn dochter ook de zaak. Als ik haar vraag of ze nu wel naar Taiwan wil, zegt ze zonder aarzelen ja. Ze schrijft een brief, zoekt foto’s uit en we kopen een mooie ketting voor haar biologische moeder. Zoon (13) heeft helemaal geen zin in Taiwan en ook geen behoefte om zijn moeder te ontmoeten: “Wat moet ik dan tegen haar zeggen, ik ken haar toch helemaal niet!” Een maand later krijg ik echter een telefoontje van Mei-
gen vinden plaats in het kindertehuis. En dat wij wel het woord zullen voeren als hij niks weet te vragen of te vertellen. En dat we kunnen opstappen wanneer we willen. Zoon gaat met enige moeite akkoord met een ontmoeting.
Zorgen en twijfels Elke dag open ik vol spanning mijn mailbox in de hoop dat er een berichtje is vanuit Taiwan wanneer de ontmoeting kan plaatsvinden. Maar de mailbox blijft akelig leeg. Ik begin me zorgen te maken. Doen we er wel goed aan naar Taiwan te gaan? Hebben we de biologische moeder misschien afgeschrikt door zo snel al op haar brief te reageren? Zijn we te enthousiast geweest? Voor het eerst sinds jaren vraagt mijn zoon of we de foto’s van zijn vader en moeder uit de kluis kunnen halen. We
op het laatste moment kan afzeggen. Dat het voor haar veel spannender en enger is dan voor ons. Dochter zegt dat ze dat begrijpt. Maar is dat zo? Ik heb veel gehad aan de uitleg en tips van de deskundigen die mee hebben gewerkt aan mijn boek. Maar vooral de interviews met ouders en kinderen hebben indruk gemaakt. De vragen, twijfels en emoties zijn zo herkenbaar. Geen enkel verhaal is hetzelfde, elk reisverhaal is uniek. Ieder kind reageerde weer anders op het weerzien met zijn of haar land en met de ontmoeting van de biologische familie.
De ontmoeting Uiteindelijk komt het allemaal goed. Vlak voor vertrek krijgen we bericht dat we een ontmoeting hebben met de oma van onze dochter en een ont-
Dochter Maureen met haar biologische oma.
ling: van de biologische familie van onze zoon kwam het verzoek om foto’s van onze zoon. Ik ben totaal verbijsterd en denk: wat is dit, een gevalletje kosmische energie? Vlak erna een mailtje: wil onze zoon zijn biologische familie niet ontmoeten? Neuh, eigenlijk niet nee. Maar ja, wel lullig voor die moeder. Dus bespreken we het nog eens met hem. Dat hij niet bij haar thuis hoeft te komen, want de ontmoetin-
bekijken samen de foto’s en hij zegt: “Ik vind het zo’n raar idee dat daar nog een moeder is. Hoe zou mijn leven eruitzien als ik daar was gebleven? Zou ik dan ook de hele tijd computerspelletjes spelen?” Dochter echter laat niet zoveel los over haar gevoelens en hoe het zal zijn om straks haar moeder te zien. Ik zeg haar dat ze er rekening mee moet houden dat haar moeder misschien
moeting met de ouders van onze zoon. Een ontmoeting met de moeder van onze dochter is moeilijk, want moeder is heel druk met haar werk en beantwoordt haar mails heel laat of niet. En dan sta je daar ineens tegenover de biologische familie. Vreemd, ongemakkelijk maar ook hartverscheurend. Je eigen kind moeten weggeven aan wildvreemden omdat de omstan-
SEPTEMBER – 2016
13
Weer thuis Thuis mail ik naar Grace met de vragen waar ik nog mee zit. Eén vraag die me vooral bezig houdt is: waarom moest moeder er zolang over nadenken of ze ons wilde ontmoeten? Het antwoord is even simpel als logisch: moeder vond het doodeng om ons te ontmoeten. Ze wist niet wat ze kon verwachten en had natuurlijk ook geen referentiekader. Mijn bewondering en dankbaarheid jegens de moeder nemen met dit antwoord alleen maar toe. Ik voel me een gezegend mens dat de biologische moeder haar eigen angsten opzij kon zetten en een ontmoeting met ons aandurfde. Maureen
digheden je daartoe hebben gedwongen. Het maakt dat ik me ongemakkelijk voel. Deze prachtige kinderen die ik in mijn schoot geworpen heb gekregen, dankzij de slechte persoonlijke omstandigheden van de biologische ouders. Dertien en zestien jaar heb ik mogen genieten van het opgroeien van mijn kinderen terwijl zij langs de zijlijn stonden en slechts sporadisch iets meekregen van hun leven in de vorm van het handjevol foto’s dat ik jaarlijks naar hen opstuurde. Oma van dochter blijkt een goedlachse, spontane vrouw te zijn die meteen als familie aanvoelt. Ook zij heeft net zoals de ouders van zoon prachtige cadeaus meegenomen waaronder een gouden armbandje. Ze is blij verrast wanneer ze het gouden kettinkje om de hals van dochter ziet, een afscheidscadeautje dat ze zestien jaar geleden mee heeft gegeven op de verre reis die haar enige kleinkind naar Nederland ging maken. Maar hoe leuk oma ook is, oma is geen moeder. En dat gun je je dochter natuurlijk: een ontmoeting met de vrouw die haar op de wereld heeft gezet. We beginnen aan onze rondreis door het geboorteland van onze kinderen. Onze twee lieve maatschappelijk werksters Grace en Jean laten weten alles in het werk te zullen stellen om moeder toch over te halen tot een ontmoeting. Het land is wonderschoon, de mensen allervriendelijkst maar voor mij
14
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
is op dat moment maar één ding belangrijk: een ontmoeting met de moeder. En dan op een ochtend, roept dochter blij: “Mijn moeder heeft die ene foto van de skyline van Taipei van mij geliket op Facebook!” Kippenvel. En dan komt het allemaal toch nog goed. Moeder blijkt totaal niet op dochter te lijken. Wel is er meteen een klik tussen die twee, waarschijnlijk omdat ze qua karakter erg op elkaar lijken. Er wordt veel gelachen, er volgt een ontspannend etentje en dan is daar toch nog vrij snel het afscheid. En het is goed zo voor dochter. Als ik haar vraag hoe ze er op terugkijkt, antwoordt ze: “Leuk mens, fijn dat ik haar ontmoet heb maar ik hoef haar niet elk jaar op te zoeken.” En dat is ook de reactie van zoon: leuk om zijn ouders ontmoet te hebben.
Dochter Maureen met haar biologische moeder.
School is alweer een maandje begonnen en mijn kinderen zijn inmiddels al weer helemaal opgeslokt door hun dagelijkse leventje. Over Taiwan of biologische familie wordt niet meer gepraat. Zijn ze er een completer mens door geworden? Geen idee. Heeft het ze goed gedaan? Vast wel. Ik heb er in ieder geval een goed gevoel aan overgehouden. Ik ben blij dat ik deze rootsreis heb voorgesteld en dat we uiteindelijk ook zijn gegaan. Al zou het bij deze ene keer blijven (wat ik niet hoop en denk) dan hebben mijn kinderen in ieder geval hun eerste ouders ontmoet en die ervaring pakt niemand hun meer af.
Retourtje Roots. Adoptiekinderen op reis naar hun geboorteland is verschenen bij uitgeverij Van Brug, prijs € 18,95.
drieluik GEADOPTEERDE
2
Gido van Ooijen
We hebben een WhatsApp-groep met halfbroers en -zussen, bizar eigenlijk Zodra ik mijn zwemdiploma had gehaald, mocht ik zelf een sport kiezen. Dat was niet moeilijk: ik wilde dansen. Mijn zusje zat al op ballet, dat vond ik prachtig. Dat wilde ik ook, ik was toen een jaar of zeven. Vanaf dat moment ben ik ervoor gegaan, het was puur plezier.
vader op een cursus Spaans, zodat we in Colombia ook een beetje met de familie zouden kunnen praten. Dat was een beginnetje. Daarna heb ik veel Spaanstalige muziek geluisterd en naar films gekeken om mijn spreekvaardigheid te verbeteren. Ik spreek het nu redelijk goed. Dat is fijn. Eigenlijk heb ik altijd wel interesse gehad in mijn roots, maar in de puberteit werd dat gevoel steeds meer. Al vond Ik zie mezelf als allround danser, ik ben modern/klassiek geik mijn adoptie geen enkel probleem, ook toen niet. Ik ben schoold. Die verschillende stijlen door elkaar, dat maakt het er nooit kwaad over geweest of zo. Mijn ouders hebben me voor mij interessant. Misschien dat ik in de verre toekomst duidelijk gemaakt dat het uit liefde is gedaan. Om iets kan doen met de combinatie dans en Colommij een betere toekomst te kunnen geven. bia, mijn geboorteland. Ik denk aan een uitDe eerste keer dat ik mijn biologische wisselingsproject of zo voor jonge moeder omhelsde, voelde dat wel heel artiesten. Wie weet. Sinds mijn laatste speciaal, bij de eerste aanraking was bezoek aan Colombia, dit voorjaar, voor mij de puzzel compleet. Dat speelt die gedachte door mijn ene laatste stukje viel op zijn plek, hoofd. Ik heb daar nu leuke conzo voelde dat echt. Bij de onttacten, ik denk dat wij hier in Nemoeting met mijn biologische derland veel van hen kunnen vader was dat niet zo. Dat was leren en zij daar van ons. veel minder heftig, iets ongemakRecent ben ik voor de vierde keer kelijker ook. Hij is niet zo’n prater. naar Colombia geweest en heb ik Het was niet moeilijk om hem te mijn biologische vader ontmoet. vinden, mijn moeder wist waar hij Heel bijzonder. Mijn biologische woonde in Montería, daar komt zij moeder ken ik al langer, die heb ik in ook vandaan en daar woont ook nog 2007 voor het eerst gezien, toen was ik steeds veel familie van haar. Die plaats ligt samen met mijn (ook geadopteerde) zusje op 50 minuten vliegen van Bogotá, 24 uur met en (adoptie)ouders voor het eerst sinds mijn de bus, maar het is een compleet andere weadoptie weer in Colombia. Die reis maakten LEEFTIJD reld. we mede op mijn verzoek. Ik had thuis aange25 jaar In totaal heb ik tien broers en zussen. Eén geven dat ik graag op zoek wilde naar mijn adoptiezus in Nederland, een biologisch volroots. Dat was geen probleem. We hadden BEROEP le zus, vier halfbroers en -zussen van mijn vade gegevens van mijn biologische moeder en danser der en vier van mijn moeder. De jongste we hebben een contactpersoon in Colombia kinderen van mijn moeder en haar huidige gevraagd om naar haar te gaan speuren. BinWOONPLAATS man zijn drie en vijf jaar oud. Met de oudste nen een jaar was ze gevonden, mijn moeder. Arnhem heb ik regelmatig contact. Dat gaat tegenEvenals de biologische familie van mijn zusje woordig heel gemakkelijk. We hebben als trouwens. Beide vrouwen schrokken wel een halfbroers en -zussen ook een WhatsAppbeetje, want ze hadden het allebei nooit aan groep, bizar eigenlijk. hun huidige echtgenoten verteld. Mijn moeder was als eerste ‘om’ en wilde mij wel graag zien. En zij wist ook de moeder van mijn zusje Gido is de biologische zoon van Rafael op over te halen. pagina 9 en de adoptiezoon van Masjel van Ondertussen zat ik samen met mijn (adoptie) Ooijen op pagina 21
SEPTEMBER – 2016
15
BEGELEIDING BESPROKEN
Kijkje bij adoptie in Hongarije
Tekst Zindzi Folmer en Anne-Marie Vernooij
Sinds enkele jaren worden er in Nederland via de Nederlandse Adoptie Stichting (NAS) kinderen uit Hongarije geadopteerd. Om een beter beeld te krijgen van dit adoptieland, zijn in het voorjaar van 2016 twee medewerkers van de Stichting Adoptievoorzieningen, Zindzi Folmer en Anne-Marie Vernooij, naar Hongarije afgereisd om daar ter plekke een kijkje te gaan nemen bij tehuizen en scholen. In dit artikel beschrijven ze een deel van de informatie die ze onderweg op hun werkreis hebben verzameld.
Tijdens ons verblijf in Hongarije hebben we onder meer een bezoek gebracht aan de kinderbescherming in diverse provincies en aan de Centrale Autoriteit in Budapest. Ook hebben we een kinderthuis bezocht en hebben we kennisgemaakt met een pleeggezin.
Opvang binnen de provincie Het hele systeem van kinderbescher-
16
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
ming, adoptie, pleegzorg en voogdijzaken is in Hongarije provinciaal geregeld. Er zijn negentien provincies. Als een kind uithuisgeplaatst wordt, wordt het eerst binnen de provincie in de pleegzorg opgevangen. Ook als het kind later in aanmerking komt voor adoptie, wordt in eerste instantie binnen deze provincie gezocht naar adoptieouders alvorens landelijk te zoeken naar geschikte ouders.
Een voordeel van dit systeem is dat medewerkers van de kinderbescherming alle kinderen in hun provincie persoonlijk kennen, en daarnaast ook de pleegouders en aspirant-adoptieouders in het gebied. Matching gebeurt daardoor niet alleen op basis van een papieren dossier, maar ook op basis van persoonlijk contact. In Hongarije staat de stabiliteit van de leefomgeving van kinderen hoog
voorgesteld. Wanneer er geen adoptieouders voor een kind gevonden kunnen worden in de eigen provincie, wordt in de andere provincies gekeken naar geschikte ouders, maar vrijwel altijd volgt voor dit kind een buitenlandse adoptie. Bepaalde groepen kinderen hebben weinig kans om binnenlands geadopteerd te worden. Dit zijn kinderen met een (ernstige) medische achtergrond, kinderen ouder dan 3 jaar, siblings en triblings en kinderen met een Romaachtergrond. Deze groepen kinderen komen uiteindelijk in aanmerking voor buitenlandse adoptie. In tegenstelling tot veel vooroordelen worden er weinig kinderen met FAS (foetaal alcoholsyndroom) geadopteerd vanuit Hongarije.
in het vaandel. Kinderen verblijven langdurig op dezelfde plek en maken idealiter geen overplaatsingen mee na de uithuisplaatsing tot het moment dat ze terug gaan naar het biologische gezin dan wel geadopteerd worden. Wanneer dit vanwege een extra zorgbehoefte niet kan (bijvoorbeeld omdat een specialist te ver weg woont) wordt hiervan afgeweken. Maar het beleid is dat kinderen op één plek verblijven en in principe altijd in een pleeggezin. Veel kinderen die geadopteerd worden, hebben dan ook eerst een band kunnen opbouwen met hun pleegouders. De opvang van uithuisgeplaatste kinderen in pleeggezinnen is in Hongarije wettelijk vastgelegd. Helaas blijken er in de praktijk niet in alle provincies voldoende pleeggezinnen voor de kinderen te zijn. Dan worden kinderen alsnog in een kindertehuis geplaatst. Dit gaat vaak om kinderen met een medische zorgbehoefte. Maar sinds 2014 zijn dit ook regelmatig (relatief) gezonde kinderen onder de 3 jaar. Dit heeft te maken met een wetswijziging waardoor pleegmoeders sinds 2014 geen recht meer hebben op ouderschapsverlof. Kinderen die niet naar school gaan (onder de 3 jaar) vinden hierdoor minder makkelijk opvang in pleeggezinnen.
De buitenlandse adopties worden landelijk geregeld door de Centrale Autoriteit in Budapest, waar alle dossiers van ouders uit verschillende landen worden bewaard. Als een kind beschikbaar is voor adoptie, worden uit deze dossiers drie à vier geschikte ouderparen geselecteerd door de medewerker van de Centrale Autoriteit. Vervolgens komen de provinciale adoptiemedewerkers van de kinderbescherming, die het kind het beste kennen, deze dossiers samen met een psycholoog doornemen en wordt er een keuze gemaakt. Opvallend is dat in Hongarije officieel ook alleenstaanden (zowel mannen als vrouwen) en stellen van hetzelfde geslacht mogen adopteren. In de praktijk blijkt er echter een voorkeur te zijn voor getrouwde heterostellen. Zolang zij nog op de wachtlijst staan, maken andere aspirant-adoptieouders in Hongarije weinig kans.
Binnenlandse en buitenlandse adoptie Veel kinderen die onder toezicht van de kinderbescherming staan, komen na een tijd in aanmerking voor adoptie. Hongarije kent een groot aantal binnenlandse adopties en alle kinderen worden in eerste instantie (maximaal twee keer) binnenlands
ADOPTIECIJFERS HONGARIJE 2015 Aantal kinderen geadopteerd
± 750
- waarvan partneradoptie/open adoptie
± 200
- waarvan binnenlandse (gesloten) adoptie
± 400
- waarvan buitenlandse adopties
162 kinderen (129 gezinnen): Italië 80, Spanje 30, VS 16, Zweden 13, Noorwegen 12, Nederland 11
SEPTEMBER – 2016
17
ACHTER DE FEITEN
Afstand ter adoptie in Nederland in 2015 CIJFERS, ONTWIKKELINGEN, MOTIEVEN
Tekst Astrid Werdmuller
Wat hebben Penney de Jager, Joni Mitchell, David Crosby, Patti Smith en Rod Stewart met elkaar gemeen? Zij stonden allemaal ooit een kind af voor adoptie. Van veel mensen weten we dit niet, zelfs niet van beroemde mensen. Afstand ter adoptie is nog vaak een taboe. Ook in deze tijd overwegen ouders hun kind af te staan. Wie zijn deze moeders en soms ook vaders?
Fiom heeft geĂŻnventariseerd hoeveel vrouwen1 in 2015 bij een voornemen tot afstand begeleiding hebben gehad van Fiom Den Bosch, Fiom grote steden of Siriz2. In dat jaar meldden zich in Nederland 74 vrouwen met een voornemen tot afstand ter adoptie bij Fiom
afbeelding 1
18
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
of Siriz en kozen 16 vrouwen ervoor om hun kind daadwerkelijk af te staan (afbeelding 1). In 2014 waren dat er 26. Gemiddeld over de laatste 15 jaar gaat het om 20 keer per jaar. Van de 74 vrouwen met een voornemen tot afstand waren de meeste tus-
sen de 20 en 30 jaar oud (N=40). Er waren 12 vrouwen onder de 20 jaar, waarvan 8 onder de 18 jaar. 5 vrouwen waren 40 jaar of ouder. De gemiddelde leeftijd was 26,4 jaar. Van de 16 vrouwen die er in 2015 voor kozen hun kind af te staan voor adop-
Nationaliteit van de 74 vrouwen die in 2015 het voornemen tot afstand hadden
afbeelding 2
tie was de gemiddelde leeftijd 27,4 jaar. In de periode 1998 – 2007 3 was de gemiddelde leeftijd 23,5 jaar. In die periode konden meisjes onder de 18 jaar nog kiezen voor afstand ter adoptie. Dat kan sinds een aantal jaren niet meer. Het kind van een meisje onder de 18 dat niet zelf voor het kind kan zorgen gaat naar een perspectief biedend pleeggezin. Van de 8 meisjes die in 2015 een voornemen hadden tot afstand zijn er 5 toch zelf voor hun kind gaan zorgen met behulp van familie, 2 kozen voor een netwerkplaatsing met het perspectief zelf zorgen en 1 meisje wilde dat haar vriend met zijn vader voor het kind ging zorgen.
voor afstand ter adoptie was er 1 katholiek, 1 moslim en de rest had geen geloof of het speelde geen rol in de besluitvorming.
Nationaliteit en religie
Wanneer de vrouwen de zwangerschap ontdekten, is van lang niet iedereen bekend. Wel staat vast dat 6 vrouwen de zwangerschap pas ontdekten toen ze 30-35 weken zwanger waren, 6 bij een zwangerschap van 3540 weken en 6 pas bij de bevalling. Hoe kon het gebeuren dat 6 vrouwen de zwangerschap pas ontdekten bij de bevalling? Eén vrouw was negen maanden voor de bevalling een avond bij een studiegenoot geweest en kon zich de volgende dag niet veel meer
Van de 74 vrouwen met een voornemen tot afstand was meer dan de helft van Nederlandse afkomst (afbeelding 2). Van de 16 vrouwen die kozen voor afstand ter adoptie waren er 9 Nederlands en 5 Pools, terwijl uit Eritrea en Italië elk 1 vrouw kwam. Religie speelde een rol bij 18 van de 74 vrouwen met een voornemen tot afstand. Van de 16 moeders die kozen
Stadium zwangerschap bij aanmelding De grootste groep vrouwen meldde zich bij Fiom of Siriz bij een zwangerschap van 30 weken of meer (N=50). 22 vrouwen meldden zich aan bij een zwangerschap van 35-40 weken. Van 14 vrouwen kwam de aanmelding vlak voor, tijdens of na de bevalling. Dus bij bijna de helft van de vrouwen (14 + 22 = 36) was er (behoorlijk) spoed geboden bij de begeleiding (afbeelding 3).
herinneren. Achteraf blijkt dat ze die avond is gedrogeerd en verkracht. Een andere vrouw bleef maandelijkse bloedingen houden. De zwangerschap was niet zichtbaar of voelbaar, ook haar vriend had niets gemerkt. Zij beviel in haar eentje op het toilet na hevige buikpijn. Drie van de vrouwen deden een hbo-opleiding. De gedrogeerde en verkrachte vrouw is de enige die haar kind heeft afgestaan voor adoptie, de anderen zijn zelf voor hun kind gaan zorgen, alleen of samen met partner of familie.
De verwekker 59 van de 74 vrouwen met een voornemen tot afstand gaven aan dat ze wisten wie de verwekker was. Van deze verwekkers waren er 41 op de hoogte van de zwangerschap en 27 betrokken bij het besluitvormingsproces. In de 16 situaties waarin de vrouw afstand heeft gedaan voor adoptie, gaven 11 vrouwen aan dat de verwekker hun bekend was. Van deze verwekkers waren er 5 op de hoogte van de zwangerschap en 3 betrokken bij het besluit tot afstand ter adoptie. 3 van de 16, dat lijkt heel weinig, maar vergeleken met eerder onderzoek is
SEPTEMBER – 2016
19
afbeelding 3
Wat hebben Steve Jobs, Liesbeth List, Lavinia Meijer, Mario Balotelli en Jody Bernal met elkaar gemeen? Ze zijn allemaal geadopteerd. En hebben iets bereikt in het leven. Dat zal hun moeders goed doen, want afstandsmoeders hebben in ieder geval met elkaar gemeen dat ze het beste willen voor hun kind.
het aantal duidelijk gegroeid. In de periode 1998–2007 waren slechts 10 van de 200 verwekkers betrokken bij de besluitvorming. Het aantal is dus gegroeid van 5% naar bijna 20%. Ook in de praktijk is merkbaar dat er een verandering is: vaders zijn meer betrokken dan vroeger.
Omstandigheden en motieven Er is niet echt een rode draad aan te geven waarom een vrouw haar kind voor adoptie afstaat. Meestal zijn er problemen op verschillende gebieden en dwingt de onbedoelde zwangerschap keuzes te maken. Van de 16 vrouwen die in 2015 hun kind hebben afgestaan hadden er 7 al kinderen. Zij stonden er alleen voor
20
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
doordat ze geen partner hadden of doordat hun partner ziek was, ze hadden er hun handen aan vol. 3 van hen waren Pools en hadden zorg voor familie of kinderen in hun land van herkomst. 4 van de vrouwen die afstand deden, waren verkracht; één ontdekte het pas bij 36 weken zwangerschap, een ander bij de bevalling. Deze vrouwen voelden geen band met het kindje of waren bang dat het kindje hen zou herinneren aan de traumatische gebeurtenis. Daarnaast werd genoemd als reden om afstand te doen: geen inkomen, geen onderdak, geen netwerk, te jong om moeder te zijn, het kind een goed leven gunnen, angst voor eerwraak of geen kinderwens. Ook in onze tijd zijn er dus nog rede-
nen om een kind af te staan voor adoptie.
Voor de leesbaarheid en omdat de biologische vader vaak niet betrokken is bij het besluit tot afstand, spreken we voornamelijk over de moeder of de vrouw. 2 Fiom Den Bosch opereert landelijk, daarnaast begeleiden Siriz en Fiom-bureaus van de grote steden Amsterdam, Utrecht en Rotterdam bij een voornemen tot afstand ter adoptie. Met behulp van gegevens van deze instellingen zijn de cijfers tot stand gekomen. Fiom Rotterdam is helaas per 1 januari 2016 opgeheven. 3 Zie het onderzoek van Pien Bos, Fenneke Reysoo en Astrid Werdmuller: ‘In één klap moeder, en ook weer niet’ , Den Haag en Den Bosch, 2011. 1
drieluik ADOPTIEVADER
3
Masjel van Ooijen
Hun geluk stond altijd voorop Mijn vrouw Gerdie en ik kozen destijds in de jaren tachtig bewust voor adoptie. We wilden wel graag voor kinderen zorgen, maar dat hoefden niet per se kinderen van onszelf te zijn. Er waren genoeg kinderen op de wereld die onze hulp wel konden gebruiken, vonden wij. Idealisten? Nou, niet helemaal, ook egoïsten hoor. Anders hadden we ook wel geld over kunnen maken. We deden het gewoon voor onszelf. We waren samen gelukkig en wilden dat geluk en onze liefde graag overbrengen en delen met kinderen. Een win-winsituatie zeg maar.
geen extreme dingen meegemaakt, ook niet in de puberteit. Gido moesten we altijd wel iets meer achter zijn vodden aanzitten. Angéla was uit zichzelf al meer van: hup, hup. Opvoeden kun je niet uit een boek leren, je doet wat in je aard zit. Consequent zijn, grenzen aangeven, dat is belangrijk. En zorgen dat ze hun eigen verantwoordelijkheid nemen, niet de dingen van ze overnemen, daar help je kinderen niet mee. Bij alles wat we deden, stond hun geluk altijd voorop. Meteen na het behalen van zijn zwemdiploma’s wilde Gido op dansen. Wij vonden het prima, ook toen hij ermee door We hadden geen voorkeur voor een bepaald land. We wilde gaan, er zijn beroep van wilde maken. Geen probleem, wilden wel graag reizen om de kinderen in hun eigen land als je een droom hebt, moet je proberen die waar te maken. op te halen. Dat kon niet overal, daardoor vielen er al weer Je moet gaan voor je passie. wat opties af. Zo werd het eigenlijk bij toeval Dat hij in zijn puberteit naar Colombia wilde, ook Colombia. Angéla was twaalf weken oud geen punt. We zijn altijd heel open geweest toen we haar in de armen mochten sluiover adoptie. Toen ze klein waren, keken ten. Dat was in 1986. Vijf jaar later, in we samen naar video’s van Colombia 1991, volgde Gido. Ook hij was onals ze wilden, en als ze erover wilden geveer drie maanden oud toen praten, kon dat. Dat wisten ze, dus we hem kregen. het hoefde niet zo vaak. UiteinTijdens de adoptieprocedure delijk heeft Gido ervoor gezorgd hadden we aangegeven dat ons dat ook Angéla op zoek ging kind een operabele handicap naar haar biologische familie. mocht hebben. Toen ze belden Aanvankelijk voelde zij die bemet het voorstel om Gido te hoefte niet zo. In 2007 zijn we adopteren, bleek dat hem iets met het hele gezin daarnaartoe mankeerde. Er werd gezegd: ga geweest en hebben we beide famaar even naar de huisarts om te milies bezocht. bespreken wat dat precies kan beteVier jaar later, Angéla was toen inkenen, voor je een beslissing neemt. middels zelf moeder, hebben we dat Maar wij zeiden meteen: we gaan helenog een keer gedaan. Gido is daarna nog maal niet naar de huisarts, dat is niet nodig. Wij twee keer teruggeweest. Samen met Angéla willen dolgraag voor hem zorgen. en – als het kan haar gezin wil hij geloof ik Dat er vijf jaar zit tussen de adoptie en leeftijd nog wel vaker. Zelf hoef ik niet zo nodig meer VADER VAN van Angéla en Gido had wat praktische redemee. Ik geef het geld dat onze reis zou kosten Angéla en Gido, opa van nen. Maar achteraf paste het juist prima. En dan liever aan hen. Nick en Max, getrouwd die twee kunnen echt niet meer zonder elkaar. Als ik vakantie heb, ben ik graag bij het water. Al hebben ze allebei heel verschillende leDe zee, een beekje, een rivier, dat vind ik LEEFTIJD vens, ze zijn er onvoorwaardelijk voor elkaar. mooi. Als ik langs de Waal wandel, loop of 60 jaar Terwijl ze geen bloedband hebben en ook wel fiets met een goed muziekje in mijn oor, kan ik BEROEP anders zijn. Angéla is meer van het aanpakheel blij worden. Gido loopt ook hard, net als gemeenteambtenaar ken, is getrouwd, heeft twee kinderen. Gido ik, en hij kent veel muzieksoorten, ik ben blij laat dingen wat meer op zijn beloop. dat ik hem dat mee heb kunnen geven. WOONPLAATS We hebben ons best gedaan om ze zo goed Druten mogelijk groot te brengen en daar moet je Masjel van Ooijen is de adoptievader van ook een beetje geluk bij hebben. We hebben Gido op pagina 15
SEPTEMBER – 2016
21
ONDERZOEK BELICHT
Trauma: er is van alles aan te doen INTERVIEW PROF. DR. BESSEL VAN DER KOLK
Tekst Angela Jans
De Amerikaanse (en van oorsprong Nederlandse) Bessel van der Kolk is een autoriteit op het gebied van trauma. Onlangs werd zijn laatste boek The Body Keeps the Score vertaald in het Nederlands als Traumasporen. Over het herstel van lichaam, brein en geest na overweldigende ervaringen. Volgens hem zijn er ook voor adoptiekinderen allerlei manieren om te herstellen van een trauma.
Heeft u veel ervaring met adoptiekinderen? Ja, heel veel. Adoptieouders komen met hun kinderen bij ons in de kliniek.
Sommige mensen vinden dat geadopteerden per definitie zijn getraumatiseerd omdat ze zijn afgestaan. Deelt u die mening?
Pr of .B ess el va n
y Sk icia L : der Kolk. Foto
Dat weet ik niet zeker. Het gaat om de ellende die mensen hebben ervaren, eventueel zelfs al voor de geboorte. Heel belangrijk voor adoptieouders is in ieder geval dat ze beseffen dat ze met de adoptie van een kind zeer waarschijnlijk aan iets beginnen wat heel veel (zorg) van hen zal vragen, iets wat heel onvoorspelbaar is op de lange termijn.
Wat valt op bij de behandeling van adoptiekinderen? De hersenen ontwikkelen zich synchroon met wat er wordt aangeboden. Een baby probeert contact te maken door te lachen en te huilen. De reactie die daarop komt, het benoemen van emoties, legt de basis voor een innerlijke plattegrond waarop onze relaties in kaart worden gebracht. Niet alleen op het gebied van verwachtingen van anderen, maar ook in termen van hoeveel plezier en gemak we in hun aanwezigheid kunnen ervaren. Goed gesynchroniseerd zijn, vereist de integratie van onze lichamelijke gewaarwordingen: zicht, gehoor, tast en evenwicht. Als hier geen sprake
22
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
van was in de vroegste kindertijd, bijvoorbeeld omdat je in chaos leefde in een tehuis, omdat je werd genegeerd, of omdat er geen reactie kwam als je lachte, geen troost als je huilde, dan is dat heel verwarrend voor het brein. Bij adoptiekinderen die (als baby) in een tehuis verbleven, is de kans groot dat de synchroniciteit in de basis niet in orde is. Zij moeten een nieuwe kaart maken waarop staat: zij houden van mij, ik ben belangrijk.
Wat zijn de gevolgen? Voor adoptieouders kan het heel lastig zijn. Zij verwachten na een bepaalde actie een bepaalde reactie. Ze willen bijvoorbeeld graag een glimlach van hun kind zien als ze het knuffelen, maar krijgen die niet. Het is heel pijnlijk als je aardig bent en je kind negeert dat. Maar het kind kan daar niets aan doen. Het is een logisch gevolg van het feit dat het in een unresponsive omgeving is gestart, dat het is genegeerd.
En voor de geadopteerde? Als je nooit een glimlach op de gezichten van je ouders zag verschijnen als ze jou zagen, is het moeilijk om te weten hoe het voelt om geliefd te zijn en gekoesterd te worden. Als je uit een onbegrijpelijke wereld komt, vol geheimen en angst, is het bijna onmogelijk om de woorden te vinden om te beschrijven wat je hebt doorstaan. Als je opgegroeid bent met het gevoel dat je ongewild was, als je voortdurend bent genegeerd, dan is het een enorme uitdaging om een innerlijk gevoel van zelfbeschikking en eigenwaarde te ontwikkelen.
Bij sommigen ontaardt dat al jong in onaangepast gedrag, kinderen die te pas en te onpas uit hun raampje gaan. Anderen kunnen zich lange tijd wel staande houden maar als ze dan rond hun twintigste een vaste relatie willen aangaan, wordt het plots moeilijk. Dan is er gebrek aan vertrouwen. Die kaart, die jong in de hersenen is geprent, moet aangepast worden. Voor mensen met prettige ervaringen vanaf hun prilste jeugd is die plattegrond in de hersenen voorspelbaar: als ik dit doe, doet die ander dat. Voor geadopteerden met een trauma, die misbruikt of verwaarloosd zijn, is dat niet vanzelfsprekend. Volgens hun plattegrond zijn ze niks waard en is de wereld één doffe ellende.
Is er een manier om de synchroniciteit te herstellen? In het traumacentrum hebben we programma’s ontwikkeld om ouders te begeleiden bij het verbinden en afstemmen met hun kind. Daarbij richten we ons met name op het lichaam, fysieke activiteiten blijken heel goed te werken bij de behandeling van trauma. Patiënten hebben mij verteld over manieren waarop het hun lukt om te synchroniseren, variërend van zingen in een koor tot stijldansen, sporten of musiceren. Al deze dingen stimuleren een gevoel van afstemming en gedeeld plezier. Het boek is ook heel optimistisch, daarin staat dat er van alles aan te doen is.
Bent u voorstander van het toepassen van neurofeedback bij adoptiekinderen? Ja. Als een kind het moeilijk heeft op school, niet geaccepteerd wordt omdat het (gevoelsmatig) als anders wordt ervaren, werkt dit uitstekend. (Neurofeedback is een methode waarbij op een aantal plekken, sensoren op het hoofd worden geplaatst. Deze sensoren meten de hersenactiviteit waardoor iemand kan leren om controle te krijgen over zijn/ haar hersengolven waardoor klachten verminderen of verdwijnen. AJ) Ik heb gezien dat kinderen na behandeling met neurofeedback onmiddellijk alsnog met andere kinderen gingen spelen, dat ze daarna wel uitgenodigd werden voor feestjes en eerder niet. Dat komt omdat ze dan minder bang zijn, er heel subtiel iets in hun houding is veranderd, dat heeft effect. Als je vroeg alleen gelaten bent zijn die bewegingen niet vanzelfsprekend. Dit aanleren is heel fysiek, het gaat om jezelf ervaren. Dit is een belangrijk element om in leven te blijven, als je dat niet leert, blijf je voor je leven beschadigd. We gebruiken neurofeedback om met de angst van het brein te dealen, om de hersenen te kalmeren.
gen niet vanzelfsprekend. Dit is een heel belangrijk element: als dit niet wordt opgelost, blijf je voor je leven beschadigd.
Hoe kun je adoptiekinderen uitleggen wat er met ze aan de hand is? Dat kun je niet uitleggen, dat hoeft ook niet. Ik ben niet zo van de verklaringen, de meeste verklaringen zijn toch fout. Je moet naar een methode zoeken die werkt, waardoor het kind in staat is zich met anderen te verbinden, zodat het kind zich veilig voelt.
Zijn er trauma’s waar niets tegen te beginnen is? Ik heb nog nooit gezegd: dit is echt hopeloos. Ik heb weleens gedacht: geen idee hoe ik dit moet aanpakken, maar we onderzoeken het wel. Ik ben avontuurlijk ingesteld, als iets niet werkt, kijk ik verder. Beginnen we bijvoorbeeld met massage of sport. Wees vooral experimenteel. Probeer van alles. Er bestaan geen experts die alle antwoorden hebben. Adoptieouders die het moeilijk hebben, kloppen aan bij de universiteit van Harvard. Maar daar hebben ze dé oplossing ook niet. Deel je problemen met anderen, doe het niet alleen. Zoek lotgenoten, dat is heel erg belangrijk.
Wat kun je als ouder doen? Het kind lijkt meestal het probleem, maar vaak is het ontzettend nuttig om als ouder ook naar jezelf te kijken. Als je een moeilijk kind hebt, komen geheid je eigen problemen naar boven. En die hebben we allemaal. Als je geheimen hebt, komen ze uit. Er zijn geen normale mensen op de wereld, dus zoek hulp, ga als ouder ook zelf in therapie.
En voor het kind? Wees voorspelbaar, zorg voor structuur. Ga bijvoorbeeld iedere dag van 4 tot 5 uur spelen, om 6 uur eten, om 7 uur een boekje lezen. Structuur is heel belangrijk. Ten tweede: benoem gevoelens. Dat is van groot belang voor kinderen met een trauma. Ze doen bepaalde dingen of ervaren emoties, woede, angst, noem maar op, en weten niet waarom. Benoem die gevoelens, zeg: ‘Jij bent bang’ of ‘Jij bent boos’, dat is essentieel. Daardoor leren kinderen echt voelen wat boosheid is, of verdriet. Dan pas ervaren ze bewust wat dat werkelijk is.
En sensomotorische-integratie therapie? Voor de meeste mensen is hun fysieke aanwezigheid in hun directe omgeving een vanzelfsprekend gegeven. Voor adoptiekinderen die verwaarloosd zijn, is dat meestal niet zo. Zij ervaren de wereld als een moeilijke plek, weten niet wat ze kunnen verwachten. Voor hen kan sensomotorische therapie een uitkomst zijn. Daarbij ervaren ze fysieke gewaarwordingen. Bijvoorbeeld door te schommelen, te balanceren op een evenwichtsbalk of onder een zware deken te kruipen. Daardoor leren ze hoe hun lichaam voelt. Voor kinderen die jong alleen gelaten zijn, zijn al die bewegin-
Prof. dr. Bessel van der Kolk (72) werkt al meer dan dertig jaar met getraumatiseerde mensen. Hij is professor in de psychiatrie aan de Boston University Medical School en directeur van het Trauma Centre at Justice Resource Institute in Brookline Massachusetts. Traumasporen is verschenen bij uitgeverij Mens! Prijs: € 39,50
SEPTEMBER – 2016
23
‘Onze zoon heeft slaapproblemen’ of ‘Onze puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die vragen of twijfels hebben over de opvoeding van hun kinderen kunnen terecht bij de advieslijn van de afdeling Nazorg van Stichting Adoptievoorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. In deze rubriek komen zaken voorbij waarover wordt gebeld.
School is trending topic Op www.adoptieoudersonline.nl wordt veel over school gesproken. Dat gaat dan bijvoorbeeld over wennen op school. Hoe doe je dat? Waar let je als ouder op? In welke groep kan een ouder kind het beste instromen? Welke signalen zijn belangrijk voor een leerkracht? Ook topics over het afnemen van toetsen in het onderwijs komen regelmatig voorbij. Wat maakt het afnemen van een Cito-toets of IQtest bij adoptiekinderen soms anders dan bij andere kinderen? Waar kun je op letten en hoe weet je dat wat er wordt gescoord, ook daadwerkelijk dat is wat je wilt toetsen? Veel vragen maar nog meer ervaringen van anderen. Heb je zelf een vraag, tip of ervaring die je wilt delen of ben je benieuwd naar die van andere ouders? Meld je dan aan voor het (besloten) forum. Zie: www.adoptieoudersonline.nl.
‘Adoptiekind op de basisschool’: twee nieuwe brochures De Stichting Adoptievoorzieningen heeft twee brochures gemaakt over adoptiekinderen die op de basisschool zitten. Allebei gaan ze over hetzelfde onderwerp, maar de ene brochure is specifiek gericht op leerkrachten, de andere op ouders. Ouders zijn immers vanuit een andere rol en deskundigheid bij het kind betrokken dan leerkrachten. In de brochures staat informatie over de achtergrond van adoptiekinderen en welke invloed dat thuis en op school kan hebben tijdens verschillende momenten in hun schoolcarrière. Er wordt uitleg gegeven over het hechtingsproces van geadopteerden, maar ook thema’s als rouw, zelfbeeld en identiteitsontwikkeling komen aan de orde. In beide brochures zijn veel praktische voorbeelden, concrete tips en interessante weetjes opgenomen. Daarmee geven ze handvatten voor een specifieke aanpak in de onderbouw en in de bovenbouw en ook voor een samenwerking tussen ouders en school. Eerder verscheen al de minibrochure ‘Adoptiekind in de groep’. Deze brochure bevat bondige uitleg en tips, en is geschreven voor de druk bezette leerkracht die op zoek is naar praktische, adoptiealerte handvatten. Bestellen kan via: www.adoptie.nl.
Ook advies of hulp nodig? U kunt de Stichting Adoptievoorzieningen als volgt bereiken: Tel. 030 - 2330340 (keuze 3), ma t/m do van 9.30 tot 12.30 uur. E-mail nazorg@adoptie.nl
24
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Tips voor de leerkracht: maak vaak (oog)contact, loop even langs, noem de naam van het kind of raak even een schouder of been aan ter ondersteuning. Straal rust uit en vriendelijkheid en wees toegankelijk voor het kind.
Vrijstellingsuren Het is voor adoptiekinderen belangrijk dat de basisschool een veilige plek wordt. Net als thuis. Start bij voorkeur met halve dagen en een rustig wenschema. Een kind komt pas aan leren toe als het zich veilig voelt in de klas. Als een kind nog aan het ‘overleven’ is in de groep, komt er weinig binnen. Het is belangrijk dat een kind zijn plekje krijgt, vertrouwen krijgt in de juf of meester, zich gezien voelt en het gevoel heeft dat het er mag zijn. Hoe voorspelbaarder het weekritme is, hoe veiliger het zal voelen voor uw kind. Ga zo vaak en zo lang mogelijk samen wennen en bouw het samen zijn langzaam en voorzichtig af. Hoe steviger de basis, hoe beter. Dat vraagt misschien veel tijd in het begin, maar is een nuttige investering. Soms lijkt het in het begin allemaal vanzelf te gaan, maar als de hechting thuis goed op gang komt, volgt er soms een terugval op school. Houd uw kind dan gerust wat vaker thuis (natuurlijk in goed overleg met de leerkracht). Als uw kind vijf jaar of ouder is, is het nodig om vrijstellingsuren aan te vragen via een leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar kan altijd contact opnemen met de afdeling Nazorg. Wij kunnen toelichten waarom sommige oudere adoptiekinderen het nodig hebben om het naar school gaan rustig op te bouwen.
Telefoontje van meester Philip Meester Philip belt naar de afdeling Nazorg op aanraden van de moeder van Kyon. Kyon is geadopteerd en erg druk in de klas, vertelt meester Philip. Als iets niet lukt, raakt Kyon snel van slag. Hij wordt dan boos of verdrietig of doet lelijk tegen andere kinderen. Meester Philip heeft van de moeder van Kyon begrepen dat de afdeling Nazorg hem tips kan geven om Kyon beter te begrijpen en te helpen. We leggen meester Philip uit dat dit gedrag vaak wordt veroorzaakt door het onveilige gevoel dat een adoptiekind kan hebben. We raden hem aan om Kyon op een positieve, vriendelijke manier het gevoel te geven dat hij wordt gezien, dat alles in orde is. Als iets niet lukt, kan hij bijvoorbeeld zeggen: “Kyon, ik zie dat je het graag goed wilt doen. Maar soms lukt het toch niet helemaal. Ik begrijp best dat je daar een beetje boos of verdrietig van wordt. Ik kom even bij je zitten en dan gaan we het samen nog een keertje proberen.” Kleine dingen kunnen een groot effect hebben op Kyons gevoel van veiligheid. Wat meester Philip kan doen, is Kyon per dag vertellen wat hij die dag op school kan verwachten. Hij kan Kyon persoonlijk groeten als hij de klas in komt en dit ook doen als hij weer weggaat. Tijdens de dag wat knipoogjes geven doen ook wonderen. Als het dagprogramma nog moeilijk te begrijpen is voor Kyon, kunnen visuele middelen helpen zoals een klok of pictogrammen. Ook goed is het om Kyon voor te bereiden op overgangsmomenten door dingen te zeggen als: “Kyon, als de lange wijzer op de 6 staat, gaan we gezellig ons fruit opeten.” Meester Philip geeft aan dat hij niet wist dat het gedrag van Kyon zoveel te maken kan hebben met zich nog niet veilig voelen in de klas. Hij gaat de tips uitproberen en zal ons zeker weer bellen als hij nieuwe vragen krijgt.
Klaar voor de start Heeft u een voorstel of verwacht u dit op korte termijn? Kom dan naar ‘Klaar voor de start’. Tijdens deze bijeenkomst krijgt u pedagogische adviezen voor het moment van overdracht, de eerste tijd samen en het opbouwen van een band met elkaar. In het programma is ook ruimte voor uitwisseling van informatie met elkaar. De eerstvolgende bijeenkomst wordt gehouden op maandag 12 december vanaf 13.30 uur in Utrecht. Meer informatie en aanmelden: zie www.adoptie.nl.
SEPTEMBER – 2016
25
GELEZEN/GEZIEN Wie kan er mijn geliefde zijn? Over adoptie en partnerkeuze Hans Walenkamp Uitgeverij Aspekt ISBN 9789461539380
teerden. Maar wie zoekt naar een pasklaar antwoord op de vraag ‘Wie kan er mijn geliefde zijn?’, vindt dat niet. Boeken zijn te bestellen bij de auteur door een e-mail te sturen naar: hansinaw@hotmail.com. Angela Jans
Waakzame zorg Hoe je als ouders je kinderen houvast kunt bieden als dat nodig is Haim Omer ISBN 9789492297020 / NUR 770 Hogrefe
Al ruim 25 jaar schrijft Hans Walenkamp over adoptie. Hij begon daarmee als vader van drie adoptiekinderen. Die zijn inmiddels volwassen en dit is zijn vierde boek over het thema adoptie. En al heeft hij er dertig geadopteerden voor geïnterviewd, en heeft hij voortdurend met ze naar adoptiegerelateerde gespreksonderwerpen gezocht, uiteindelijk heeft dit boek misschien wel het minst met adoptie van doen. Want nu gaat het over partnerkeuze, dus over het leven en de liefde. En wat blijkt? “Geadopteerden zijn wat dat betreft net gewone mensen”, concludeert hij zelf met een knipoog aan het einde van het boek. Maar op de ruim tweehonderd pagina’s daarvoor vraagt Walenkamp ze keer op keer in hoeverre hun adoptie invloed heeft gehad op hun (liefdes) leven. Hadden ze verlatingsangst, misschien een hechtingsstoornis? Alle dertig krijgen ze om beurten telkens een vraag voorgelegd en beantwoorden ze die. Tussendoor geeft Walenkamp zijn mening. Dat belemmert een vloeiende verhaallijn per persoon, wat jammer is, omdat je zo moeilijk een band krijgt met de geïnterviewde. Al met al, in losse stukken, geeft het boek een soms aangrijpende inkijk in het wel en wee van de dertig geadop-
26
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
In Waakzame zorg beschrijft Haim Omer, hoogleraar psychologie in Tel Aviv, een van de belangrijkste pijlers van zijn methode van ‘Geweldloos Verzet’. Het boek wil voor ouders een steun in de rug zijn om hun aanwezigheid in het leven van hun kind te vergroten en daarmee (terug) in het opvoedzadel te komen. Tegelijkertijd biedt het boek hulpverleners de taal waarmee ze ouders kunnen helpen op liefdevolle wijze de leiding te nemen in hun gezin. Om de mate van waakzaamheid flexibel af te kunnen stemmen op het gedrag en de verantwoordelijkheid van het kind, hanteert Omer een indeling in drie niveaus: • Open dialoog. Ouders vertrouwen erop dat het goed gaat met hun kind en vermoeden geen problemen of risico’s. Ze hebben oog en belangstelling voor de dingen waar hun kind mee bezig is en blijven vanuit een zekere voorzichtigheid waakzaam. • Gerichte vragen. Ouders merken dat het niet helemaal soepel verloopt, vermoeden risico’s, of beginnen zich ergens zorgen over te maken. Ze stellen hun kind doelgerichte vragen om beter zicht te krijgen op het leven van hun kind, en versterken daarmee ook hun aanwezigheid en positie. • Eenzijdig ingrijpen. Ouders komen tot de conclusie dat hun zorgen terecht zijn, dat er iets problematisch
aan de hand is en grijpen actief in om hun kind te beschermen. Basishouding van de ouders is hierbij dat de intensiteit van hun ouderlijk toezicht bepaald wordt door de mate van betrouwbare informatie en verantwoordelijk gedrag van hun kind, het is dus een flexibel proces. Bij deze aanpak kunnen ouders soms obstakels ervaren. Zo kan het lastig zijn de noodzaak van ouderlijke begeleiding te verenigen met de behoefte aan en claim van privacy van hun kind. Omer geeft ouders (en hulpverleners) handvatten om niet in de verlammende ‘privacyreflex’ te schieten, door nadruk te leggen op de verantwoordelijkheid en taak die ouders hebben om hun kind te behoeden voor gevaren. Ouders krijgen concrete taal aangereikt om zich te verzetten tegen opmerkingen van hun kinderen als “Ga mijn kamer uit, je hebt hier niets te zoeken” of “Mijn leven met mijn vrienden gaat jullie niks aan”. Voor ouders die milde problemen ervaren met hun kind zijn de casussen over drugsgebruik, gameverslaving, criminaliteit, liegen en suïcidaal gedrag misschien wat heftig. Ook zijn de voorbeelden en de onderwerpen duidelijk geschreven vanuit een JoodsAmerikaans normenkader. Maar voor ouders en hulpverleners die een vertaalslag kunnen maken naar hun eigen situaties in Nederland, is Waakzame zorg een prettig boek dat concrete handvatten biedt voor het ontwikkelen en ondersteunen van een stevige basishouding als opvoeder, ook voor als er (nog) weinig problemen zijn. Chris Thie
Help! I’ve Got an Alarm Bell Going Off in My Head! How Panic, Anxiety and Stress Affect Your Body K.L. Aspden Dit Engelstalige boekje is geschreven voor kinderen vanaf 9 jaar, maar zeker ook leerzaam voor volwassenen. Het
legt op een eenvoudige, niet-kinderachtige wijze uit hoe de amygdala werkt, de alarmbel in onze hersenen. Soms slaat deze bel steeds vals alarm, zoals bij getraumatiseerde kinderen en volwassenen. Heldere tekeningen en voorbeelden helpen bij het begrijpen van triggers, angsten en reflexen die we niet in de hand hebben. En niet onbelangrijk: er worden tips en suggesties gegeven om deze valse alarmbel te leren uitschakelen. Daarover staat in het boek: “There are lots of things that can help us do this, simple things but they’re not necessarily easy... It is like training a lively dog who is determined to protect his owner.” Zindzi Folmer, gezinspedagoog Stichting Adoptievoorzieningen (SAV)
Hoe houd je het gezellig thuis? Auteur Charlotte Borggreve Uitgever: Rubinstein bv ISBN 9789047621096 € 18,90 euro Hoe houd je het gezellig thuis, is een doe-boek met praktische tips en methodes, die kinder- en jongerencoach Charlotte Borggreve in haar praktijk gebruikt. Dingen die je gemakkelijk zelf met je kind kunt doen, gewoon als spelletje of gezellig samenzijn. Het boek biedt ouders en kinderen houvast en een helpende hand bij zaken als het voeren van een gesprek met diepgang, het boven water krijgen van en omgaan met gevoelens, het omgaan met verlies en scheiding. Het boek is bedoeld voor ouders die ervoor willen zorgen dat het na een hulptraject goed blijft gaan met hun kind. Voor ouders die een paar ideeën nodig hebben om weer verder te gaan. En natuurlijk voor alle professionals die met kinderen werken. Het is een kleurrijk boek dat ouders/ professionals helpen in het omgaan met opvoedkundige vragen en problemen. Iedereen kan uit dit boek suggesties halen die het omgaan met
zijn of haar kind zouden kunnen vergemakkelijken en waarbij er realistische doelen worden gesteld. Door een andere manier van vragen stellen en belangstelling tonen, op gevoelens en behoeften ingaan, het werken met kwaliteitskaarten, het spelen van een spel, het houden van gezinsvergaderingen enzovoort, kunnen gevoelens en frustraties boven water komen. Maar het doel van alle oefeningen/tips zit hem vooral in het ontdekken van elkaars kwaliteiten, het vertrouwen vinden in elkaar. Het boek is bedoeld als doe-boek met praktische methoden waar je uitpikt wat voor jou en je gezin van belang is. De onderwerpen zijn goed gerubriceerd. De tekst leest gemakkelijk en door de positieve kleurvan het boek en de praktische voorbeelden is het een fijn naslagwerk. In de verantwoording en in het register zie je welke boeken ze heeft gebruikt. Charlotte Borggreve is een oplossingsgerichte orthopedagoge en kinder- en jongerencoach. Ze maakt in haar praktijk in Amsterdam creatief gebruik van verschillende coachmethodes. Marion van Olst
Promoting Attachment with a Wiggle, Giggle, Hug and Tickle A Programme for Babies, Young Children and Carers Fiona Brownlee & Lindsay Norris De titel van dit boek dekt goed de lading: er wordt een programma beschreven en theoretisch onderbouwd om te werken aan een veilige hechting. Op speelse wijze wordt door middel van communicatie, bewegingen, spelletjes, gebaren en liedjes gebouwd aan de ontwikkeling van het kind en de band tussen het kind en zijn verzorgers. Het grootste deel van het boek be-
staat uit veel (eenvoudige) uitleg over het belang van sensitieve responsiviteit en de ontwikkeling van kinderen in het algemeen. Zo wordt mooi duidelijk waarop het programma is gebaseerd, toch doet het tegelijkertijd wat simplistisch aan. Niet alleen de toon van de tekst, maar ook de tabellen en eenvoudige voorbeelden maken het bijna kinderlijk geschreven. Hierdoor kreeg ik soms de neiging om door te bladeren naar een volgend hoofdstuk. Zonde, want eigenlijk wordt er heel helder beschreven waarom (kleine) signalen en reacties zo belangrijk zijn. Na uitgebreide informatie over verschillende zintuigen en ontwikkelingsgebieden bij kinderen in verschillende leeftijden wordt er in het laatste deel heel praktisch uitgelegd hoe het programma werkt en welke volgorde dient te worden aangehouden. De bijlagen staan vol met voorbeelden van (Engelstalige) liedjes, spelletjes, en activiteiten. En zelfs een tijdschema voor de planning en een certificaat na deelname zijn toegevoegd. Al met al is het een compact maar compleet boekje met simpele uitleg over het belang van het stimuleren van de zintuigen bij kinderen tot 2 jaar (of bij oudere kinderen die nog jongere ontwikkelingstaken hebben in te halen). Voor veel ouders en hulpverleners zal het echter een herhaling zijn van wat ze al weten en waarschijnlijk ook reeds geïntegreerd hebben in het dagelijks handelen. Zindzi Folmer, gezinspedagoog Stichting Adoptievoorzieningen
SEPTEMBER – 2016
27
COLOFON Adoptie Magazine Online Onafhankelijk, informerend, signalerend en opiniërend. Voor aspirant-adoptieouders, adoptieouders, geadopteerden, professionals op het gebied van adoptie en alle anderen die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie. Adoptie Magazine Online is uit een uitgave Stichting Adoptievoorzieningen. Het online magazine verschijnt vier keer per jaar.
Vormgeving Studio Jorrit van Rijt
REDACTIE Hoofdredacteur Angela Jans Aan dit nummer werkten mee Erik Draaijer (eindredactie), Zindzi Folmer, Ria Heek, Vera Kidjan, Marion van Olst, Machteld Stilting, Chris Thie, Annemarie Vernooij, Astrid Werdmuller en Renée Wolfs.
zie ook: www.adoptieoudersonline.nl en of www.adoptie.nl
Foto cover Thinkstock 28
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Redactieadres Postbus 290 3500 AG Utrecht Telefoon: 030 2330344 e-mail: redactie@adoptie.nl
Kopij Bijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom. Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer of e-mailadres. Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.