Adoptiemagazine online - oktober 2020

Page 1

ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

OKTOBER 2020

JAARGANG 5 • NUMMER 03 • OKTOBER 2020

magazine online

V O O R W I E B E T R O K K E N I S B I J A F S TA N D E N A D O P T I E

THEMA

Openheid

IN DIT NUMMER

WANNEER vertel je wat? INGE ANDERSSON over rootsreis met haar dochters HIV voor jongeren niet meer beladen


TEKST ANGELA JANS

REDACTIONEEL

REDACTIONEEL

Rechter: vordering adoptie verjaard

Openheid Adoptieouders en geadopteerden kunnen regelmatig onverwacht en op zeer uit­ eenlopende vlakken gedwongen worden keuzes te maken op het gebied van openheid. Bijvoorbeeld omdat op straat door wildvreem­ den impertinente vragen worden gesteld of omdat er sprake is van een medische aandoe­ ning waar (nog) een taboe op rust. Of wat te denken van de adoptie zelf. Nog maar enkele tientallen jaren geleden, kwam het voor dat aan een kind niet werd verteld dat het was geadopteerd. Tegenwoor­ dig is er juist steeds meer sprake van openheid, niet zelden tot en met contacten met de biologische moeder aan toe. In deze editie van het Adoptiemagazine online komen verschillende aspecten van de term ‘openheid’ in relatie tot adoptie, aan bod. Zo vertelt verpleegkundige Linda van der Knaap over haar ervaringen met adoptiekinderen op de hiv­poli. Want daar komt de vraag over wel of geen openheid, ook anno 2020 nog regel­ matig op tafel. Verder een interview met Inge Andersson over de rootsreis die ze met haar dochters maakte naar China en het boek: Hebben ze er wel Wif i? dat ze erover schreef. In de rubriek Gelezen Gezien onder meer een recensie van het boek: Bengaalse curry met een bloemkoolsausje van Rina Duijnker die op vijfjarige leeftijd werd geadopteerd vanuit Bangladesh. En in Wetten en Regels geeft advocaat Vera Kidjan weer een voorbeeld van hoe ingewikkeld juridische gevolgen kunnen zijn van internationale adopties. Veel leesplezier! Angela Jans a.jans@adoptie.nl

2

De rechtbank in Den Haag heeft op 9 sep­ tember uitspraak gedaan in de zaak die Dilani Butink had aangespannen tegen de Neder­ landse staat en vergunninghouder Stichting Kind en Toekomst met betrekking tot onge­ oorloofde praktijken rond haar adoptie uit Sri Lanka. De rechter heeft geoordeeld dat de gebeurtenissen meer dan twintig jaar gele­ den hebben plaatsgevonden en op grond van de wet is daarmee, de termijn verstreken waarbinnen Dilani haar aanspraken geldend kan maken.

‘Een bittere pil’, zo voegde de rechter expli­ ciet toe tijdens de uitspraak en ‘hoe moeilijk aanvaardbaar dit vanuit individueel oogpunt ook is.’ Dilani werd in 1992 geboren in Sri Lanka en kort daarna geadopteerd door Nederland­ se ouders. Volgens Dilani zijn haar papieren ondeugdelijk en is de adoptie onder dubieuze omstandigheden tot stand gekomen. Ze reageerde teleurgesteld op de uitspraak, ook omdat hiermee de deur voor veel geadop­ teerden wordt dichtgegooid. De verjaringstermijn wordt strikt gehanteerd, mede doordat er grote waarde wordt ge­ hecht aan de rechtszekerheid. De rechtbank heeft getoetst of er in deze zaak een reden was om een uitzondering te maken op de in de wet gestelde verjaringstermijn maar kwam tot de eindconclusie dat er geen sprake is van zwaarwegende redenen om in dit geval ten koste van de rechtszekerheid van de verjaringstermijn af te wijken.


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

OKTOBER 2020

INHOUD

THEM

A

Openh

eid

6

12

Thema 2 6

Redactioneel

Het Drieluik

Vaste Rubrieken

11

4

KORT Ruimte voor aankondigin­ gen, nieuws, gadgets en een column van adoptiemoeder Sandra Benschop

10

Gelezen gezien

12

ACTUEEL Inge Andersson: ‘Ik moest mezelf soms echt afremmen’ – Machteld Stilting

20

ONDERZOEK BELICHT Confrontatie met trauma kind roept verdedigings­ mechanisme op bij ouders – Gera ter Meulen

22

WETTEN EN REGELS Nederlandse moeder geeft nog geen recht op N ­ ederlands paspoort – Vera Kidjan

26

Vragenderwijs

28

Colofon

14

18

‘Te weten dat hij altijd kan bellen, geeft hem rust’ – Angela Jans

17

Wat vertel je wanneer over voorgeschiedenis – Chris Thie Hiv voor jongeren niet meer beladen – Angela Jans

25

GEBOORTEMOEDER Je blijft toch altijd verbonden – Anoniem GEADOPTEERDE Ik ben heel gelukkig en dankbaar – Charlie Neyt ADOPTIEOUDER Boek als eerbetoon aan ­geboortemoeders – Pieter Gaudesaboos

18

20

3


TEKST ANGELA JANS

KORT

Nieuwe brochure over taal­ ontwikkeling In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen, nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl.

Een nieuwe taal leren kan voor adoptie­ kinderen extra uitdagingen met zich mee­ brengen. Door alles wat een kind al heeft meegemaakt vóór zijn adoptie én door de nieuwe wereld die daarna op hem afkomt, is dat eigenlijk heel logisch. Pas als een kind zich ontspannen en veilig voelt, kan de taalontwikkeling echt goed op gang komen.

Nora en de kleine Regenboog Een boek waar kinderen van gemengde ouders – zoals haar eigen dochter – zich in kunnen herkennen, dat is wat Magda Elmorsy voor ogen stond bij het maken van Nora en de kleine Regenboog. Het is een interactief voorlees- en prentenboek ge­ worden dat kinderen op een laagdrempelige manier kennis laat maken met hun eigen innerlijke kracht, zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen. Het verhaal dat Elmorsy vertelt, gaat over de reis die Nora en de kleine Regenboog maken. Ze overwinnen allerlei obstakels en vinden kleuren op plekken waar ze niet eerder hebben gezocht: in hunzelf! > MEER INFO OF BESTELLEN: kijk op de webshop van

In de beknopte brochure Taalontwikkeling bij adoptiekinderen leest u over taalontwikke­ ling in het algemeen en wat er bij adoptie­ kinderen soms anders verloopt en wat bijzondere aandacht verdient. U vindt tips over wat u zelf kunt doen om uw kind op een speelse manier te helpen, en praktische informatie over waar u terechtkunt voor begeleiding of behandeling. > MEER INFORMATIE? De brochure bestaat uit

6 pagina’s, kost € 4,95 (incl. verzendkosten) en is te bestellen via de website van Adoptievoorzieningen: www.adoptie.nl.

Workshop VS Adoptiebemiddelaar A New Way houdt op 27 oktober een workshop over de achter­ gronden van adoptiekinderen uit de VS. Deze workshop is opengesteld voor aspi­ rant-adoptieouders, adoptieouders die uit de VS hebben geadopteerd en voor familie­ leden van de adoptieouders.

www.mindyoursouls.nl. > MEER WETEN? www.anewway.nl

4


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

Oproep Welke jongeren tussen de 15 en 20 jaar willen meewerken aan een boek over hoe het is om samen op te groeien in een adoptie­ gezin? Gezocht wordt naar duo’s, geadop­ teerd, pleeg, biologisch verwant of niet. Het boek wordt gemaakt door Femmie Juffer, Lindy Popma, Monique Steenstra en foto­ graaf Lilian van Rooij die samen al eerder tekenden voor boeken in dit genre. > MEER WETEN? Mail: juffer@fsw.leidenuniv.nl

SOLO#1

FOTO: NINE ISLANDS

In haar eerste solovoorstelling genaamd SOLO#1 roept cellist Amber Docters van Leeuwen het beeld op van haar adoptie uit Zuid-Korea toen ze anderhalf jaar oud was.

OKTOBER 2020

TEKST

Sandra Benschop

Open houding ‘Mam, soms als ik bij Daan speelde en dan aan het eind naar atletiektraining zou gaan...’ Hier last de jongste een pauze in. Even het water aftasten. Nou, deze mam is een en al oor en benieuwd naar het vervolg, dus moedig ik hem aan door te vertellen. ‘Nou, dan ging ik niet altijd, want dan had ik toch geen zin.’ Gespannen ogen staan op mij gericht. Komt er storm of blijft het water kalm? Ik ben in tweestrijd op zo’n moment. Dankbaar dat ik zo veilig ben voor hem om een leugentje aan op te biechten en verwonderd, omdat hij in mijn beleving zo sportief is dat ik dit echt niet aan zag komen. Openheid vraagt over en weer nogal wat. Drempels overgaan, spanning hanteren, je beeld of mening durven bijstellen, schrik of teleurstelling incasseren. Als je beiden een open houding hebt, dan bouw je aan de ruimte tussenin, die je dan beiden mag betreden, weg van je verschansing, kwetsbaar, niet-wetend hoe de ander zal reageren. Het is ook juist die ruimte waarin je kunt experimenteren, kunt spelen, elkaar kunt verras­ sen, kunt groeien. “Ben ik zo makkelijk beliegbaar?” vraag ik maar op goed geluk. De introductie van een niet-bestaand woord ontspant hem en zijn lach breekt door. Hij denkt even na. “Nee, maar je bent wel heel beliefbaar, want jij vertrouwt mij en wordt niet snel boos.” Het ijs is gebro­ ken en we hebben er nog even over doorgesproken.

Met tekst, beeld en zelf gecomponeerde, live uitgevoerde elektronische en cello­ muziek neemt ze haar publiek mee op haar reis vanuit het weeshuis in Seoul naar haar nieuwe thuis in Den Haag. Ambers individu­ ele adoptieverhaal is in de voorstelling het uitgangspunt voor een vertelling met een universele betekenis. ‘Centraal staan het absurdistische levensgevoel en de existen­ tiële vragen die adoptie met zich mee­ brengt’, zo beschrijft ze het zelf. > MEER INFORMATIE?

De première is uitgesteld ivm corona. Kijk op de haar Facebookpagina voor nieuwe speeldata: www.facebook.com/ AmberDoctersvanLeeuwen/

De dag erna komt de oudste. “Mam, hoe zou jij reage­ ren als je mij moest ophalen op het politiebureau omdat ik een snoepje had gestolen?” Weer een zoeken naar de opening, een aftasten, een spanning. “Dan zou ik balen”, zeg ik, ‘als je steelt, moet je het wel goed doen.” Ik zie zijn gezicht nog voor me. Met hem heb ik vervolgens wat langer gesproken. En ik ben begonnen in het boek Leer je kind kennen, van Jelle Jolles. Hij schrijft over de ontwikkeling van het brein van de jongere. Ze zoeken ervaringen, ze zoeken spanning, ze zijn werk in uitvoering. Ze hebben onze open houding hard nodig. ZIE OOK: SANDRABENSCHOPCOACHT.NL

5


THEMA OPENHEID

TEKST ANGELA JANS

‘ Te weten dat hij altijd kan bellen, geeft hem rust’ Openheid rondom adoptie, daar is in de afgelopen decennia wel het een en ­ander in veranderd. Kunnen geadopteerden anno 2020 via social media soms rechtstreeks meekijken in het dagelijks leven van hun biologische familie, ­tientallen jaren eerder probeerden adoptieouders niet zelden te doen alsof ze een ‘gewoon’ gezin waren en gaven ze hun kinderen liever zo weinig mogelijk informatie over hun achtergrond. Maar toen en nu, vroeg of laat komt toch de vraag: wanneer vertel je wat?

T

oen Olivier (7) vragen ging stellen over mensen in Haïti, zijn geboorteland, twijfelde alleenstaan­ de moeder Stephanie Rakels behoorlijk over wat ze moest doen. Proberen contact te leggen met het kindertehuis of juist niet? “Ruim een jaar geleden heb ik Olivier opgehaald in Haïti. Het gaat van meet af aan heel goed met hem hier

6

in Nederland. Het is een vrolijk kind, heel open, een grote knuffelkont. Maar de laatste tijd geeft hij steeds vaker aan dat hij zijn geboorteland, zijn verzorgsters en vriendjes uit het tehuis mist. In het begin dat hij hier was, was hij juist een beetje boos op de mensen in Haïti, zei hij dat ze er niet lief voor hem waren. Nu huilt hij soms dikke tranen terwijl hij zegt: ‘Waar is mama Eveline? Sorry, ik kan hier niet blijven. Ik mis mama


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

Eveline.’ Daarmee bedoelt hij de kokkin van het kinder­ tehuis. Zij had hem een beetje onder haar hoede geno­ men, zich over hem ontfermd. Soms mocht hij bij haar slapen.” Volgens de informatie waarover Stephanie beschikt, heeft Olivier vanaf dat hij ongeveer zeven maanden oud was tot aan zijn adoptie, en vertrek naar Nederland, tien dagen voor zijn zesde verjaardag, in het tehuis gewoond. Ze denkt dat het een goed teken is dat hij zijn verdriet aan haar durft te laten zien, dat hij zich bij haar veilig genoeg voelt om dat te doen. Maar wat nu? Hoe kan ze hem het beste troosten? Door contact te zoeken met Haïti? Of zal hem dat nog meer verwarren? Stephanie belde met dat dilemma naar Adoptievoor­ zieningen. Daar kreeg ze geen ja of nee als antwoord. Wel een uitgebreid advies. Onder andere: beoordeel eerst of hij goed gehecht is of niet. En zo ja, overweeg dan eerst zelf met het tehuis te bellen om te peilen hoe ze daar op een telefoontje van Olivier zouden reageren. Of ze daar blij mee zouden zijn, of om te horen wat ze eventueel tegen hem kunnen of willen zeggen.

OKTOBER 2020

Haïti’, en toen dacht ik: ach, laten we het gewoon doen. Dus ik vroeg aan Olivier: ‘Zullen we naar Haïti bellen?’ Ja! Dat wilde hij wel. De directrice nam op en was heel behulpzaam. Ze liet iedereen waar Olivier maar om vroeg, in beeld komen: haar man, zijn vriendjes en natuurlijk mama Eveline. Zij zei: ‘Ik hou van jou, we denken aan je!’ Dat en te merken dat Haïti niet weg is, dat hij altijd kan bellen, dat deed hem ontzettend goed. Na afloop van het telefoongesprek zat hij hele­ maal te stralen. Gelukkig! Het had hem goed gedaan. Daar was ik blij mee, want ik vond het toch wel een risicootje: wat zou het effect zijn? Omdat ik weet dat onze band heel goed is, durfde ik het wel aan.” “Voor Olivier heeft het heel goed uitgepakt. Het geeft hem rust om te weten dat iedereen in Haïti gewoon bereikbaar is voor hem. Ze zijn niet compleet weg uit zijn leven. Nu maakt hij tekeningen voor de mensen daar, die kunnen we opsturen. En soms zegt hij: ‘Mis­ schien gaan we later wel een keertje daar op bezoek. Maar dan ga ik wel met jou terug naar huis.’ Openheid, hem laten bellen, is de juiste keuze geweest voor ons. Voor hem is het een rouwproces waar hij doorheen gaat, om alles wat hij kwijt is geraakt. Te zien dat ze niet van de aardbodem zijn verdwenen, is helend voor hem.”

Facebook

Videobellen met tehuis in Haïti Stephanie: “Omdat ik op Facebook een connectie had met de directrice van het tehuis, heb ik om te beginnen haar een berichtje gestuurd. Met de mededeling dat Olivier veel naar mama Eveline vraagt en of we haar een keertjekonden bellen. Ook heb ik haar per WhatsApp voorbereid, zoals me was aangeraden. Na een paar dagen reageerde ze al: ‘Videobellen? Prima! Nu met­ een?’ Nee, liever niet, we zaten op dat moment bij de zwemles. Maar zodra we thuis waren zei hij weer: ‘Ik mis

Videobellen, Facebook en andere social media, dat bestond allemaal natuurlijk nog niet in de eerste ­tientallen jaren na invoering van de Adoptiewet in Nederland (1956). Afgezien daarvan hadden de eerste generaties adoptieouders openheid niet hoog in het vaandel staan, constateert René Hoksbergen in zijn boek Kinderen die niet konden blijven. Zestig jaar adoptie in beeld (2011). ‘Adoptie is in de eerste periode [na invoering van de Wet, AJ] een taboeonderwerp’, schrijft hij, ‘er wordt door adoptieouders niet of zo min moge­ lijk met buitenstaanders over gesproken, het bestaan van de oorspronkelijke ouders wordt meestal gene­ geerd.” Omdat het aanvankelijk binnenlandse adopties betreft, is voor buitenstaanders niet direct zichtbaar of de kinderen van een gezin geadopteerd zijn of niet. In die zin is het dan nog vrij gemakkelijk verborgen te houden. Dat geldt ook nog voor de tot 1970 ruim dui­ zend buitenlands geadopteerden, omdat die voorna­ melijk uit Europese landen komen, waaronder Griekenland en Oostenrijk. Deze manier van denken over adoptie verandert vol­ gens Hoksbergen op alle fronten als vanaf de jaren 70, mede door hartverscheurende televisiebeelden, ­ Nederlandse adoptieouders massaal Vietnamese >>

7


THEMA OPENHEID

TEKST ANGELA JANS

en Zuid-Koreaanse oorlogswezen adopteren om ze in Nederland een beter leven te gunnen. Bij de ouders gaat het dan niet meer zoals voorheen vaak het geval was, om ongewenst kinderloze echtparen, maar om zogenoemde idealisten, stellen die al biologisch eigen kinderen hebben of hiervoor juist bewust niet kiezen, en die bij wijze van goede daad kinderen adopteren uit het buitenland. De idealistische adoptieouders komen er sowieso graag voor uit dat de kinderen geadopteerd zijn en daarbij zijn de kinderen door een andere huidskleur makkelijk te herkennen als niet-biologisch eigen kinderen. Naarmate steeds meer interlandelijk geadopteerden in Nederland opgroeien en volwassen worden en regel­ matig de publiciteit zoeken om in alle openheid pro­ blemen aan de kaak te stellen, verandert langzaam de publieke opinie over adoptie. Uit het boek van Hoks­ bergen: “In de jaren tachtig kwamen echter de eerste scheurtjes in de roze adoptiewolk. Een aantal adoptie­ ouders verhaalde over ernstige problemen bij de op­ voeding van hun kinderen. In de jaren negentig lieten geadopteerden zelf meer van zich horen en verenig­ den zich. Er verschenen berichten in de media over misstanden bij buitenlandse bemiddelaars. Voor ouders en geadopteerden waren het pijnlijke berichten.” Yvonne van den Brink adopteerde eind jaren tachtig, begin jaren negentig samen met haar man twee jon­ gens uit Brazilië. Zij en haar inmiddels volwassen kinde­ ren hebben het weleens over die berichten in het nieuws. “Het is natuurlijk afschuwelijk als allerlei zaken rond adopties niet goed zijn gegaan. Wat dat betreft is het goed dat de regelgeving wordt aangescherpt. Tegelijk denk ik: ik kan alleen naar mijn eigen procedure kijken en naar hoe ik er toen met de beste bedoelingen in stond. En ik denk ook nog steeds dat adoptie voor sommige kinderen zeker een stap kan zijn voor een betere toekomst.”

Openheid kan zwaar zijn Anno 2020 lijkt de openheid onder adoptieouders naar hun kinderen toe over het algemeen vrij groot. Volwas­ sen geadopteerden op hun beurt vertellen vaak dat zij thuis alle ruimte kregen om over hun land van her­ komst te praten en om vragen te stellen. Antwoorden zijn echter niet altijd voorhanden. En niet zelden wor­ stelen geadopteerden met een loyaliteitsconflict rich­ ting hun adoptieouders als ze graag op zoek willen naar biologische roots. Of ze ontdekken daarbij dat de papieren en gegevens niet blijken te kloppen. Er ver­ schijnen volop berichten over in de media. Geadop­

8

teerden spannen rechtszaken aan, schrijven boeken en zijn te zien in soms hartverscheurende documentaires zoals bijvoorbeeld Mercy Mercy (2013). Amanda (49) en haar man Carlo (49) kozen zo’n tien jaar geleden vol overtuiging voor adoptie. Maar zij steken hun kop niet in het zand en weten uit ervaring dat adoptie niet enkel een grote roze wolk is. Amanda: “Mijn openheid is niet dat ik met iedereen deel dat het ook zwaar is. Maar we delen wel de pittigheid en de omgangsmethoden die we inmiddels hebben gevon­ den om verder te komen, met andere ouders die hier baat bij kunnen hebben. Ik vind het belangrijk om iets met die ervaringen te doen.” Na drie jaar op de wachtlijst bij stichting Kind en Toe­ komst werden zij en haar man in 2013 de trotse ouders van Niki (nu 10 jaar). Ze haalden hem op in zijn geboor­ teland Bulgarije. Meteen werd duidelijk dat hij behoor­ lijk getraumatiseerd was. Hij kon zich geen minuut concentreren of ontspannen. “Een filmpje kijken, even spelen, het was niet mogelijk. Dat is gelukkig allemaal heel veel verbeterd maar het is nog steeds best pittig.


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

OKTOBER 2020

Hij is nog steeds bang dat ie weer wordt weggehaald, hij kan nooit een nachtje ergens logeren, heeft één vriendinnetje, hij wordt heel snel boos. Maar ook al is het niet altijd makkelijk, ik vind het nog steeds een verrijking van ons leven en ik denk ook voor dat van hem, dat we bij elkaar zijn gekomen.” Naar Niki toe zijn Amanda en Carlo heel open: “Zijn tijd in Bulgarije en hoe wij bij elkaar zijn gekomen, bespre­ ken we regelmatig. Hij stelt daar ook vragen over. Wij vinden het belangrijk dat hij leert omgaan met zijn geschiedenis, zodat hij met meer eigenwaarde en zelfvertrouwen de toekomst in kan. Als hij voor school om een babyfoto van zichzelf vraagt, kunnen we die niet geven. We leggen dan uit dat hij zijn aankomst­ kaartje mee kan nemen en een peuterfoto, waarover we wel beschikken. Transparant zijn over waar de pijn zit en aangeven dat die er ook mag zijn, is denk ik belang­ rijk. We praten over hoe hij in ons leven is gekomen en benadrukken dat we nooit meer uit elkaar gaan.”

Veel contact met zus in Rwanda Openheid over haar adoptie was voor Uwimana Klaver (40) eigenlijk nooit een issue. Ze werd geboren in Rwan­ da, waar haar moeder na drie dagen in het kraambed overleed. Haar Nederlandse adoptieouders woonden en werkten op dat moment in het Afrikaanse land en namen het meisje, naast hun drie kinderen, op in hun gezin. Binnen een jaar was de adoptie rond en toen de familie na vijf jaar terugkeerde naar Nederland ging Uwimana, die destijds Fleur was gedoopt, mee. Een­ maal in Nederland werd echter duidelijk dat het niet liep zoals verwacht in het gezin en daardoor ging Uwimana op haar zevende bij onder andere haar oma (de moeder van haar adoptiemoeder) wonen. “Daardoor verhuisde ik van een relatief kleine plaats naar Amsterdam, de grote stad. Dat is mijn redding geweest. In het dorp werd ik gezien als een schattig bruin meisje dat iedereen wilde aanraken. In Amster­ dam kon ik zijn wie ik was. Natuurlijk wist ik altijd al dat ik geadopteerd was omdat ik bruin was en de rest van het gezin niet. En ik had me ook voorgenomen dat ik zou teruggaan als ik 18 jaar was om mijn familie te gaan zoeken. Dat gebeurde niet omdat ik op mijn achttiende zwanger was van mijn eerste kind. Uiteindelijk ben ik een paar jaar later, in 2001, voor het eerst teruggeweest naar Rwanda en later nog drie keer. Inmiddels heb ik mijn familie gevonden en heel veel contact met mijn zus daar. Dat is voor mij heel helend geweest. Ik voel me daar heel erg thuis maar ik geloof echt dat ik het in Rwanda niet had overleefd en dat ik hier met een reden ben.”

9


OKTOBER 2020

RUBRIEK GELEZEN GEZIEN

gemaakt, mag je vanavond niet buitenspelen.’

Co-actief opvoeden Auteur: Ross W. Greene (Vertaling: Raising Human Beings, 2016) ISBN: 978-94-92297-37-2

Plan B is de door Greene aange­ raden methode, die bestaat uit drie stappen: empathie, definitie van het probleem en de uitnodi­ ging. Bij de eerste stap ga je met je kind in gesprek om informatie te krijgen over zijn zorgen, ziens­ wijze of standpunt over het onopgeloste probleem. Vaak denken we als volwassenen precies te weten waar een pro­ bleem vandaan komt. Maar pas als je het vraagt, weet je wat er echt speelt. Bij de tweede stap leg je jouw zorg en kijk op het probleem op tafel. Het is namelijk net zo belangrijk voor het kind om jouw zorg te kennen als andersom. Pas als helder is wat er precies speelt bij beide partijen, ga je samen op zoek naar op­ lossingen. Deze oplossingen moeten realistisch zijn en tege­ moetkomen aan de zorgen van beide partijen. De schrijver geeft tools en tips om de stappen in de praktijk te brengen.

Greene introduceert drie manie­ ren om met onopgeloste proble­ men om te gaan. Bij plan A leg je jouw wil op aan het kind: jij be­ paalt de oplossing. Bijvoorbeeld: ‘Omdat je je huiswerk niet hebt

10

Auteur: Rina Duijnker Prijs: € 19,95

Na een paar bladzijden te hebben gelezen in Bengaalse curry met een bloemkoolsausje, sla ik het boek dicht en kijk ik naar de foto van Rina op de achterkant. Ik zie een knappe, stralende vrouw die zelfverzekerd in de camera kijkt, en laat het beeld even inwerken. Wat een kanjer!

Bij plan C wordt een onopgelost probleem gewijzigd, aangepast of volledig geparkeerd, althans voorlopig. Het kan ook beteke­ nen dat je wacht met helpen om te zien of je kind het probleem zelf kan oplossen. Als je vaker plan B volgt, aldus Greene, zal je kind ervaren dat zijn zorgen, gevoelens en oplossingen legi­ tiem zijn en worden gehoord.

Want dan al weet ze mij als lezer bij de strot te grijpen. Met alle respect: de interviews met an­ dere geadopteerden uit Bangla­ desh waarmee het boek is gelardeerd, sla ik over. Het per­ soonlijke verhaal van Rina alleen al is indrukwekkend genoeg: glasscherpe herinneringen aan haar prille kindertijd bij haar moeder in Bangladesh, het ge­ brek aan warmte en onvoorwaar­ delijke liefde in Nederland, een depressie, een ongeplande maar welkome zwangerschap, een nieuwe liefde die bekroond wordt met een tweede zoon. Wat een leven. Rina vertelt heel openhar­ tig over de gebeurtenissen, de emoties die ermee gepaard gaan, en de vragen waar ze mee worstelt. En daarmee levert ze een zeer interessant boek af met boeiende inzichten en antwoor­ den op vragen waar veel ge­ adopteerden tegenaan lopen.

Co-actief opvoeden staat vol voorbeelden en Greene heeft een losse schrijfstijl waardoor het makkelijk leest. De ideeën die worden beschreven zijn zeer herkenbaar en niet nieuw. Toch is het boek, zeker als je regelmatig strijd ervaart met je kind, de moeite waard om te lezen. Een aanrader!

Rina zelf heeft het ook veel gebracht: “Ik heb mezelf beter leren kennen en accepteren. Ik ben er nog niet helemaal maar het gevoel van ‘ik mag er zijn’ komt steeds meer boven. IK ben die Bengaalse curry met een bloemkoolsausje!’ Of dat gerecht lekker zal zijn betwijfel ik, maar het boek is een aanrader.

— Daniëlle Feenstra

— Angela Jans

Prijs: € 20

‘Samen met je kind zorgen dat het opgroeit tot een onafhanke­ lijke empathische en veerkrach­ tige volwassene’, staat te lezen op de cover. Mijn aandacht is met­ een getrokken, want wie wil dat nou niet? De visie waarop de hele aanpak gestoeld blijkt, is dat kinderen iets goed doen als ze dat kunnen. Auteur Ross Greene noemt problematisch gedrag: onopgeloste problemen. Hij gaat ervan uit dat kinderen dit gedrag alleen laten zien in situaties waarin te veel van hen geëist of verwacht wordt.

Bengaalse curry met een bloemkoolsausje


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

OKTOBER 2020 RUBRIEK DRIELUIK

> GEBOORTEMOEDER

Anoniem

drieluik

Je blijft toch altijd verbonden Ruim vier jaar geleden ging het niet zo goed met me. Ik was onder meer ernstig depressief toen ik ongepland en ongewenst zwanger raakte van een man waarmee ik een los-vaste relatie onderhield. Ik verviel in ontwijkingsgedrag en negeerde de zwangerschap volledig. Rationeel wist ik dat ik in verwachting was, mentaal en fysiek probeerde ik het weg te stoppen. Tot dat niet langer kon…

ren, heb ik hem op de hoogte gebracht. Hij schrok maar reageerde heel lief en we hebben weer hulp voor mij ge­ zocht. Zo’n heftige gebeurtenis kun je natuurlijk niet zomaar wegstoppen. Ik ben naar het Adoptiehuis in Antwerpen gegaan en heb daar heel goede gesprekken gehad. Ze hebben me informatie en foto’s van de kindjes gegeven en hun adoptiemoeder is ingegaan op mijn aanbod haar te ontmoeten. Ze was heel hartelijk en respectvol naar mij. Dat zal ik echt nooit vergeten. Daarna is er geen contact meer geweest. Dat is ook niet de bedoeling. Maar elk jaar, zo rond de verjaardag van de kinderen, ga ik naar het Adoptiehuis en laat ik daar iets achter voor de kinderen. Een brief, een cadeautje. Zodat ze, als ze willen en wat ouder zijn, via het Adoptiehuis wat over mij te weten kunnen komen. De weg is open, ik voel dat. Ik heb be­ grepen dat er vanaf hun derde jaar is uitgelegd dat ze uit de buik van een andere mama komen. Het zou mooi zijn als later, bij de uitleg over hun adoptie, het boek Klein verhaal met een hart wordt ge­ bruikt. Ik vind het bijzonder goed dat de makers uit zijn gegaan van de liefde van de geboortemoeder.

Vanwege mijn geestelijke gesteldheid had ik psychische begeleiding. Deze hulpverleenster en mijn vader hadden er al eens op gewezen dat ik dikker werd…. Op een dag zei mijn begeleidster: ik ben er niet gerust op, ik wil dat je naar de dokter gaat. Daar kwam uit wat ik al wist: zwanger. Bij de eerste echo zagen we wat ik nog niet wist: het was een twee­ ling. Voor abortus was het te laat. Deson­ danks wist ik: dit kan en wil ik echt niet. Ik koos voor afstand ter adop­ tie. Dat heb ik ook aan mijn vader, enkele goede vrienden én mijn twee kinderen (toen 12 en 14 jaar) verteld. Voor de bevalling wist ik zeker: ik wil de kindjes niet zien. Maar daar ben ik na de geboorte heel snel van terugge­ komen. Ze kwamen vier weken te vroeg met een keizersnede ter wereld: een jon­ gen en een meisje. De dagen dat ik zelf ook nog in het ziekenhuis lag, heb ik ze LEEFTIJD meerdere keren per dag bezocht op de af­ 46 jaar deling neonatologie. Ook mijn vader en Moeder van vier mijn twee andere kinderen zijn daar op be­ kinderen, tweeling zoek geweest. afgestaan Na thuiskomst had ik het zo ontzettend BEROEP zwaar dat ik alle gebeurtenissen in mijn medewerkster hoofd heb geblokkeerd. Ook aan mijn winkel nieuwe liefde, die een tijdje later op mijn pad kwam en die nog steeds mijn partner WOONPLAATS is, vertelde ik niks. Pas anderhalf jaar later, België toen ik gewoon niet meer kon functione­

Want het is belangrijk dat je de banden niet helemaal afsnijdt. Je blijft toch altijd verbonden. Er is hoe dan ook een verhaal en de kinderen hebben er recht op dat te weten. Voor mij persoonlijk geldt; oké er is iets in­ grijpends gebeurd in mijn leven dat ik mis­ schien anders had kunnen doen. Maar het is wat het is en ik kon en wilde ze toen echt niet toelaten in mijn leven. Ergens heeft het ook iets moois. Ik heb twee kinderen ter wereld gebracht en daarmee een kop­ pel dat ongewenst kinderloos was, geluk­ kig gemaakt. En ik weet 100 procent zeker dat ze goed terecht zijn gekomen.

11


TEKST MACHTELD STILTING

RUBRIEK ACTUEEL

Inge Andersson over rootsreis met haar dochters:

‘ IK MOEST MEZELF SOMS ECHT AFREMMEN’

N

a de komst van haar oudste dochter in 2004 tekende Inge Andersson (1970) haar ervaringen op in het boek Bloem van China, dochter in Nederland. Toen vier jaar later dochter Yanne in hun gezin kwam,

volgde het boek Dochters van China, zusjes in Nederland. De rootsreis die het gezin zomer 2019 maakte, bleek een uitgesproken gelegenheid voor een vervolg. is een openhartig en nuchter verslag van die reis. Inge: ‘We hebben het geweldig gehad, al was het voor de meiden ook weer niet zaligmakend. Een skivakantie hadden ze ook heel vet gevonden.’

De titel van het boek is exact de eerste reactie van Hua (16) toen ze hoorde dat ze op rootsreis naar China zouden gaan. Want alles goed en wel, maar wat heb je aan indrukwekkende foto’s als je ze niet eens op Insta­ gram kunt zetten? Yanne (13) wilde mee op voorwaarde dat ze met het vliegtuig zouden gaan én dat ze bij het raampje mocht zitten. Inge, in het dagelijks leven zorgcoördinator op een vrije school, lacht: “Nee, het was niet bepaald de reactie die Michel en ik voor ogen

12

hadden. Maar tegelijkertijd had het ons ook verbaasd als ze anders hadden gereageerd.” Hua en Yanne zijn nu eenmaal nuchtere en praktisch ingestelde dames, die maar weinig met hun adoptie­ achtergrond bezig zijn. De leuke Chinese ­spulletjes waar Inge vroeger hun kinderkamers mee opfleurde, gingen linea recta de deur uit toen haar dochters zelf hun kamers gingen inrichten. En ook in de woon­kamer


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

verdwijnen onder lichte dwang de Chinese memorabilia steeds vaker naar de achtergrond. Letterlijk. “Mama zet ze dan achter de tv, toch mam?” grinnikt Yanne. Inge: “Ja, het was duidelijk dat die rootsreis er een was op onze verlanglijst, niet direct op die van hen.”

NOTENALLERGIE Ondanks het gematigde enthousiasme van hun doch­ ters besloten Inge en Michel de reis door te laten gaan. “We vonden het belangrijk de meiden kennis te laten maken met het land waar ze vandaan komen.” Het stond al heel lang op de planning, maar werd steeds niet concreet gemaakt vanwege het gebrek aan inte­ resse van hun dochters, maar ook door de notenaller­ gie van Yanne. “De kinderarts raadde het ons een paar jaar geleden nog ten strengste af.” Daarom besloten ze een kleinschalig reisbureau, gespecialiseerd in roots­ reizen naar China, in te schakelen. Met gidsen en tolken was de kans dat het fout zou gaan kleiner en als het toch fout zou gaan kon er ten minste gecommuniceerd worden in een ziekenhuis. Bovendien zou het de reis een stuk relaxter maken, en dat was wel een eis van Hua en Yanne: niet alleen adoptiegedoe, ook gewoon lekker vakantie houden. Het was een afspraak waar Inge en Michel gedurende de reis regelmatig aan herinnerd zouden worden.

REISVERSLAG OP POLARSTEPS Voor Inge stond direct vast dat ze een en ander weer zou vastleggen in een boek. Ze had destijds tijdens de reis naar Hua en ook daarna veel met een vriendin gemaild. “Ik vond het zo’n intens gebeuren, en door te schrijven kreeg ik mijn gedachten goed op een rij.” Toen ze de mails later had geprint en haar vader – voormalig journalist – ze onder ogen kreeg, stelde hij voor er ‘iets mee te doen’. Dat was de aanzet voor het boekje over de adoptie van Hua. Een boekje over de komst van Yanne was vervolgens een vanzelfsprekend­ heid. Net als een verslag van de rootsreis, die ongetwij­ feld ook indrukwekkend zou worden. Inmiddels was Inge gepokt en gemazeld. Al voor de reis schreef ze wat stukjes, omdat ze bijvoorbeeld ook be­ wust wilde stilstaan bij het feit dat adoptie in een ander daglicht is komen te staan. Tijdens de reis hield ze aan­ tekeningen bij op de app Polarsteps. Dat haar dochters nu ouder zijn, maakte het wel wat anders, vertelt Inge: “Ik wilde het uiteraard wel zo opschrijven dat zij er ook oké mee zijn. Ze hebben het manuscript dan ook beiden gelezen en goedgekeurd voor het naar de drukker ging.”

TEHUISBEZOEK Het werd inderdaad een memorabele reis. De ont­ vangst in het tehuis van Hua in Huazhou was allerharte­ lijkst en de ontmoeting met een van haar verzorgsters ronduit emotioneel. Een dag later komen ze via een

OKTOBER 2020

bizarre samenloop van omstandigheden ook nog eens in contact met een medewerkster van de boekwinkel waarvoor Hua te vondeling was gelegd. En nog die­ zelfde avond staat er een cameraploeg voor hun neus die Hua’s adoptieverhaal willen vastleggen. “En ze ging hups zo op haar badslippers voor de camera haar verhaal doen!” zegt Inge trots. Hua zelf is ook nu weer een stuk nuchterder: “Ach, het was een once in a life­ time kans. Die moet je niet laten liggen.” Daarna waren de geboorteplek en het tehuis van Yanne in Kunming aan de beurt. Inge en Michel hadden vooraf wel wat zorgen. Zou het voor Yanne net zo’n mooie ervaring worden als voor Hua? Gelukkig was dat het geval. Ook Yanne wordt met open armen ontvangen. Bij een van de nanny’s lopen zelfs de tranen over de wangen als ze ontdekt wie ze voor zich heeft. Het doet Yanne zichtbaar goed. De dag erna wil ze zelfs het politiebureau bezoeken waar ze als baby opgevangen is. En als klap op de vuurpijl stellen ze daar voor om haar DNA achter te laten. Inge: “En weer stond ik perplex. Ze deed het!” Maar ook haar jongste dochter nuanceert het geheel: “Omdat het kon, nam ik het aan. Maar uit mezelf zou ik er niet heel veel moeite voor hebben gedaan.”

OOK ÉCHT VAKANTIE Toen was het tijd voor vakantie, vonden Hua en Yanne. Geen adoptiepraat meer. Ze wilden zwembaden, grote winkelcentra, souvenirshops en, als kers op de taart, het in adoptieland befaamde resort ‘The Giggling Tree’. Uiteraard gingen Michel en Inge daarin mee, dat had­ den ze immers afgesproken. Maar Inge vond het diep vanbinnen best lastig. Ze wilde eigenlijk meer onder­ zoeken, terug naar de geboortesteden, zaken uitdie­ pen. “Ik moest mezelf echt voor ogen houden dat we onze kinderen zouden volgen, dat het niet om mijn verlangens ging.” Door de rest van de reis écht vakantie te houden en een balans te vinden tussen het bezoeken van tempels en winkelcentra, kijkt het hele gezin tevreden terug op de reis. Dus wat als ze nou ineens heel veel geld zou­ den krijgen? Wordt het dan die skivakantie of toch China? “Skiën,” antwoord Hua resoluut. Yanne aarzelt iets langer. Mag het niet allebei? Nog voor het ant­ woord komt heeft ze al een oplossing: “We kunnen gaan skiën in China!” Topplan.

Hebben ze er wel Wifi? – Op rootsreis naar China met onze geadopteerde puberdochters INGE ANDERSSON ISBN 978-94-640-3400-4 € 16,99

13


THEMA OPENHEID

Wat vertel je wanneer over voorgeschiedenis

14

TEKST CHRIS THIE


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

OKTOBER 2020

Wat, hoe en wanneer vertel je informatie aan je adoptiekind over zijn of haar achtergrond? Hoe bepaal je of het kind eraan toe is, of daarbij gebaat is? En hoe leg je complexe dingen uit in kleuter-, kinder- of tienertaal? Aan de telefoon bij Adoptievoorzieningen komen deze vragen regelmatig langs. De gesprekken erover duren vaak lang, omdat er geen pasklaar antwoord is.

I

n het boek Wereldkind. Praten met je adoptiekind, be­ schrijft de eerder dit jaar overleden Renée Wolfs, concrete, leeftijdsgebonden vragen en antwoorden over dit onderwerp. Een tijdloos naslagwerk voor adop­ tieouders. Toch blijft het zoeken, omdat elke situatie, elk kind en elke ouder anders is.

Hoe begin je? Veel adoptieouders houden het de eerste jaren op zinnetjes als ‘Je bent niet uit mijn buik, maar in mijn hart geboren’ of ‘Je ouders konden niet voor je zorgen, wij wilden heel graag een kindje en toen mochten wij voor je gaan zorgen’. Jonge adoptiekinderen nemen vaak nog genoegen met dit soort algemene bewoordingen, die verklaren waarom ze er anders uitzien dan hun ouders en uit een ander land komen. Op zich niks mis mee, want het klopt en je kunt erop voortborduren als de tijd rijp is. Maar dat voortborduren kan lastig zijn als er pijnlijke dingen bekend zijn of worden waardoor er niet voor je kind gezorgd kon worden. Adoptieouders hopen natuurlijk een liefdevol verhaal te kunnen vertellen aan hun toch al kwetsbare kind, maar de hele waarheid is vaak wranger dan ‘Je biologi­ sche moeder hield zoveel van je dat ze je een beter leven gunde’. Wat ook nu door het onderzoek naar de situatie van Nederlandse afstandsmoeders in de jaren zestig en zeventig naar voren komt, is dat het vaak een aaneenschakeling van pijnlijke gebeurtenissen is die niets te maken hebben met vrije, weldoordachte keu­ zes. Vaak is er sprake van druk – sociaal, cultureel, religieus of politiek – of zelfs dwang. Gevoelens van machteloosheid, angst, schuld en schaamte spelen vaak levenslang een rol bij het ‘afstaan’ van een kind. In alle landen, in alle tijden.

over en bewaar je ze voor later, of stop je ze helemaal weg? Kies je voor de paplepelmethode – op zijn tijd een hapje dat is afgestemd op mond en maag – in plaats van wachten tot het kind groot is en dan in één keer het hele bord? Want uiteindelijk ontdekt het kind toch hoe het zit, dus in het kader van eerlijkheid en vertrouwen moet je er toch iets mee. En dan kun je het voor je kind doseren en begeleiden. Maar hoe dan?

Gevoelige informatie Een paar fictieve, maar voorkomende voorbeelden: • ‘Je moeder heeft toen ze zwanger bleek van jou, zelf geprobeerd abortus te plegen. Ze had al twee kinderen en bij de geboorte van de tweede dreigden de regionale autoriteiten al dat hun huis platgebrand zou worden.’ • ‘Jouw biologische moeder kwam uit een gezin waar grote problemen waren. De ooms en opa in de fami­ lie dronken veel alcohol en misbruikten jouw moeder toen ze nog een klein meisje was. Op haar dertiende raakte ze daardoor zwanger, ze is toen thuis weg­ gelopen en heeft jou afgestaan via een tehuis voor ongehuwde moeders. Zelf is ze in de prostitutie terecht gekomen en verslaafd geraakt aan alcohol en drugs.’ • ‘Je bent gevonden in een strak dichtgebonden jute zak die aan de kant van de rivier lag. Een toevallige voorbijganger hoorde geluid en is gaan kijken.’ Wat zou jij als adoptieouder hierover vertellen aan je adoptiekind van 4 jaar, 8 jaar, 12 jaar oud? Je zou er een quiz of enquête van kunnen maken. Dan krijg je ver­ schillende antwoorden, want ieder maakt hierbij z’n eigen inschatting en heeft een ander kind voor ogen.

To know or not to know Veel verhalen bevatten ook details die je je kind liever zou willen besparen, die het kind het gevoel zouden kunnen geven dat het er niet had mogen zijn, niks waard is, dat het ongewenst was. Sla je die details dan

Waarom is die openheid over de voorgeschiedenis zo belangrijk, vraag je je als adoptieouder soms af. Is het niet beter voor een mens om sommige pijnlijke dingen

15


OKTOBER 2020

THEMA OPENHEID

niet te hoeven weten? Iedere adoptieouder zal wel eens met de gedachte spelen om gevoelige en moge­ lijk belastende dingen in het verhaal toe te dekken, te verzachten, te verbergen. Met alle goede bedoelingen, je kind heeft tenslotte al zo veel voor zijn kiezen gehad. Maar heeft het kind ook geen recht op het complete verhaal? Het is immers zijn leven, zijn waarheid, het zijn zijn puzzelstukjes. En daarin zitten mogelijk ook zijn eigen antwoorden verborgen. Het kennen van het eigen levensverhaal is voor veel geadopteerden cruciaal om hun identiteit te vormen, zich verbonden te voelen, onderdeel van een geheel. En als er slechts een A4’tje over je oorsprong en levens­ start bestaat, kan dat als onverteerbaar worden ervaren. En toch lijkt niet elk adoptiekind geïnteresseerd te zijn in zijn voorgeschiedenis, familie of geboorteland. Is dat dan omdat er onbewust traumatische herinneringen aan verbonden zijn, of boeit het hem of haar echt niet? Of nog niet? Veel adoptieouders realiseren zich terdege dat niet alleen het adoptiedossier, maar ook de informatie die ze zelf nog kunnen vinden, belangrijk kan zijn voor de ontwikkeling van hun kind. Ze gaan op zoek naar puz­ zelstukjes om hun kind te helpen zijn levensverhaal completer te maken, de context, de chronologie van gebeurtenissen te kunnen begrijpen. Als er weinig bekend is hoeft dat niet te betekenen dat het ge­ spreksonderwerp stopt. Het kan bijvoorbeeld ook fijn zijn om samen te fantaseren: ‘Stel dat je je moeder wel zou kunnen vinden en ontmoeten, wat zou je haar willen vragen of zeggen?’ Of: ‘Als ik jou was zou ik nieuwsgierig zijn of ik op ze lijk, heb jij dat ook?’

Proces Soms denken ouders dat hun kind niet aan toe is aan dit soort gesprekken zolang het zelf geen vragen stelt. Maar vooral introverte, onveilig gehechte en getrauma­ tiseerde kinderen vinden dat vaak moeilijk en hebben er hulp bij nodig. Het komt ook voor dat ouders het zelf moeilijk vinden om erover te praten. Het kan raken aan onverwerkt verdriet dat ze vanuit hun eigen leven met zich mee­ dragen, waardoor ze het verdriet van hun kind niet goed kunnen verdragen. Sommige ouders denken dat dit onderwerp het verdriet van hun kind onnodig erger maakt en dat hun kind daar niet bij gebaat is. En moet je het niet respecteren als je kind laat merken dat het er niets over wil horen? Geeft je kind daarmee niet juist goed zijn eigen grenzen aan?

16

Of laat je je kind juist in de steek als je daar niet door­ heen prikt en je ziet dat je kind het eigenlijk doodeng vindt en er hulp bij nodig heeft? Maar hoe verwoord en doseer je het dan, zodat je kind er niet door overspoeld raakt? En hoe kun je het kind dan begeleiden? Kun je dat zelf, of vraagt dat om professionele hulp? De kunst is: goed naar je kind kijken, afstemmen, mee­ bewegen, af en toe een visje uitgooien. Als een rode draad door de opvoeding. Soms is het actueel, soms zakt het wat weg, maar in een adoptiegezin kan het onderwerp eigenlijk nooit ‘weg’ of voorbij zijn. Ieder kind doorloopt hierin zijn eigen proces.

Tips • Maak de voorgeschiedenis een open onderwerp in het gezin door er met regelmaat en op aangepast niveau iets mee te doen (direct of indirect, verbaal of non-verbaal, vrolijk of verdrietig). Hoe ‘gewoner’ het onderwerp is, hoe minder spanning het geeft (zowel bij je kind als bij jezelf) om het er weer eens over te hebben. Oefening baart kunst. • Leg altijd een basis die klopt en waar op voortgebor­ duurd kan worden als je kind wat ouder is, steviger in zijn schoenen staat, nieuwsgieriger wordt, er aan toe lijkt, of als het actueel is. • Als je kind zelf geen vragen stelt of zich niet kan uiten, kan het helpen om te benoemen wat je ver­ moedt dat er speelt: ‘Je vindt dit vast moeilijk om te horen, je denkt nu misschien dat je moeder niet van je hield? Is dat zo? Misschien word je er wel verdrietig van? Of boos? Of allebei?’ • Na het benoemen van en meeleven met mogelijke gevoelens, kun je (op een later moment) doorvragen, samen fantaseren, nuanceren: ‘Waarschijnlijk vond je moeder jou wel heel lief, maar kon ze de situatie niet aan. Ze had veel problemen en had geen hulp. Wat denk jij? Lastig hè, dat we het niet precies weten.’ • Verwacht niet altijd een directe reactie of gesprek, benoem dat dat oké is: ‘Neem je tijd, je mag altijd bij ons komen om er vragen over te stellen of iets over te zeggen, of alleen maar om getroost te worden of samen iets leuks te doen als je je rot voelt, oké? We laten het nu even rusten, ik kom er nog wel met je op terug en dan mag jij aangeven of je er iets over wilt zeggen, goed?’ • Als je als adoptieouder twijfelt, je zorgen maakt, niet weet hoe je ermee om moet gaan, of even wilt sparren over je aanpak, neem dan contact op met de nazorglijn (030-2330340 keuze 3) en vraag andere adoptieouders om steun op het forum van Adoptieoudersonline.


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #2

> GEADOPTEERDE Charlie Neyt

RUBRIEK DRIELUIK

drieluik

Ik ben heel gelukkig en dankbaar Misschien dat we volgend jaar weer naar Zuid-Afrika, mijn geboorteland gaan. Dan zullen we zeker wederom mijn biologische moeder bezoeken en dan neem ik het boek Klein verhaal met een hart* voor haar mee om te tonen dat ze er niet alleen voor staat. Ik vind het prachtig. Dit is het eerste boek dat ik ken dat afstand ter adoptie vanuit liefde beschrijft. Dat vind ik erg mooi en goed.

zoek geweest. Die ontmoeting was mooi maar niet echt ontroerend. Voor mij voelde het niet echt alsof het mijn moeder was, het was voor mij gewoon een vrouw, ik ken­ de haar helemaal niet. Inmiddels is dat wel anders. Zo’n beetje elke maand hebben we contact per telefoon. Ik ben heel gelukkig hier in België. Ik ben blij met mijn adoptie en ontzettend dankbaar dat mijn biologische moeder mij deze kans heeft gegeven. Als ik in Zuid-Afrika ben, zie ik wel waarom ze dat heeft gedaan. Er zijn daar veel kinderen die niet genoeg te eten hebben. Daarom Zelf heb ik al enige tijd contact met mijn biologische hebben we, samen met nog enkele andere adoptie­ moeder. Ze woont in Kaapstad, waar ik ook ben geboren. ouders, een stichting opgericht om een project in ZuidOp dat moment had ze al vier dochters en geen werk. Afrika te steunen. Op scholen hier houden we acties om Nóg een kind was gewoon echt te veel voor haar. Het was daarvoor geld in te zamelen. We organiseren ook onmogelijk voor al die kinderen te zorgen en ze andere activiteiten zoals een wijnverkoop voldoende eten te geven. Ze heeft mij afge­ en open tuinendag. Op die manier be­ staan om mij een beter leven te geven. zorgen we een aantal kinderen in Eigenlijk precies zoals in het boek Zuid-Afrika in ieder geval een war­ staat beschreven. me maaltijd per dag en kunnen Ik ben geadopteerd en naar België kinderen van ons eigen pleeg­ verhuisd toen ik vier maanden huisje naar school en hobby’s oud was. Zo rond mijn negende, hebben. zijn mijn adoptieouders naar Zelf zit ik op een speciale school, aanleiding van mijn vragen op een vooropleiding om vrachtwa­ zoek gegaan naar mijn biologi­ genchauffeur te worden. Daar sche moeder. Eigenlijk moet ik ben ik nog wat jong voor, normaal zeggen ‘onze’ moeder, want vier kun je pas vanaf je 21e met een jaar na mij hebben mijn ouders mijn vrachtwagen rijden, maar via deze jongere, biologische broertje geadop­ school kun je op je achttiende al je groot­ teerd. Onze biologische moeder heeft er rijbewijs halen. Dat is echt mijn droom. In­ zelf voor gezorgd dat hij bij mij terecht zou ternationaal transport, de hele week van komen zodat we samen konden opgroei­ LEEFTIJD 15 jaar huis, geweldig. Het is mij met de paplepel en. Ik vind het echt fijn dat we bij elkaar zijn ingegeven. Mijn vader is ook vrachtwa­ en dat hij niet ergens anders terecht is ge­ BEROEP genchauffeur en ik ga vanaf mijn derde komen, bijvoorbeeld in Zweden of zo. volgt opleiding jaar graag met hem mee. Je komt overal, De contacten rond die adoptie maakten tot vrachtwagenhet is een prachtig beroep. het waarschijnlijk voor onze adoptieou­ chauffeur ders ook makkelijker om haar te vinden WOONPLAATS toen ik liet weten dat ik haar graag wilde * Charlie las, evenals de geboortemoeder Oedelem (België) zien. Ze was in ieder geval snel gevonden op pagina 11, het boek Klein verhaal en we zijn vervolgens met het hele gezin met een hart, van adoptievader naar Zuid-Afrika gereisd en bij haar op be­ Pieter Gaudesaboos op pagina 25.

17


THEMA OPENHEID

TEKST ANGELA JANS

Special needs

Je hoeft niet iedereen alles te vertellen Als je kind een medische aandoening heeft zoals hiv of hepatitis B zijn er twee soorten openheid. Die naar het kind zelf en naar de omgeving. Wie informeer je wel (en wie dus niet), en wanneer?

18


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

J

OKTOBER 2020

onge kinderen hebben geen idee waarom ze medicijnen moeten slikken en regelmatig op controle gaan in het ziekenhuis. Het zegt ze niks, te weten dat ze geïnfecteerd zijn met zoiets als hepatitis. Ook als ze horen dat ze hiv hebben, maak dat doorgaans niet veel uit, want voor hen is dat hetzelfde als een ‘draakje’ of een ‘stofje’ in het bloed. Het is in ieder geval geen beladen ziekte, omdat ze de voorgeschiedenis niet kennen.

plicht haar patiënten dat te vertellen. Zelfs als de ou­ ders het beter vinden om daarmee te wachten, is zij verplicht het beestje bij de naam te noemen. Kinderen die al op jongere leeftijd vragen naar de naam van hun ziekte, brengt ze alleen in overleg met de ouders op de hoogte. Onder de ongeveer 25 kinderen van onder de twaalf die bij haar in de poli onder behandeling zijn, zijn er volgens haar drie die weten dat het hiv heet, voor de rest is het een ‘stofje’.

Het zijn vooral veertigplussers die daar last van hebben. Die zijn opgegroeid met slogans over veilig vrijen en het idee dat aids je doodvonnis kan betekenen. Bij die leeftijdscategorie zit de angst er diep in. Maar dat is allang niet meer nodig. Anno 2020 geldt voor hiv: niet meetbaar is niet overdraagbaar, ook wel N=N ge­ noemd, niet besmettelijk dus. Het is een chronische ziekte geworden waarmee je kunt bevallen van gezon­ de kinderen en oud kunt worden. Dat is echter nog niet overal doorgedrongen en dat beseffen adoptieouders maar al te goed. Vandaar dat ze er vaak voor kiezen om de aandoening van hun kind toch niet met naam en toenaam mee te delen aan de buitenwereld.

“Voor de kinderen zelf is het verschil tussen hiv of een ‘stofje’ niet zo groot. Het gaat om het effect op de buitenwereld. Nog steeds breekt er paniek uit op de voetbalclub als ze daar horen dat een kind hiv heeft. Of ik krijg bezorgde telefoontjes vanuit een school.”

‘Hiv voor jeugd niet beladen, nog wel voor veertigplusser’

“Op hiv rust toch nog steeds een taboe”, zegt Linda van der Knaap, verpleegkundig specialist bij kinderimmuno­ logie en infectieziekten in het Erasmus MC-Sophia kinderziekenhuis in Rotterdam. Zij heeft momenteel ruim vijftig kinderen en jongeren met hiv onder behan­ deling. “Dat taboe verdwijnt inderdaad niet sneller als je het stil houdt. Maar of het nou de taak is van een adoptiekind om dat te doorbreken… Als je al het enige donkere kind bent in het dorp, krijg je meestal al ge­ noeg op je bordje. Ik ken een gezin dat er wel open over was en die zijn ervan teruggekomen vanwege alle nare reacties die ze kregen. Het ligt natuurlijk ook aan het kind zelf. De een wordt gepest vanwege een bril, de ander maakt er juist de blits mee.”

Recht om te weten Vanaf de leeftijd van 12 jaar hebben kinderen het recht te weten wat ze mankeren en is Van der Knaap ver­

Omdat ouders er vaak voor kiezen de buitenwereld niet te informeren, vertellen ze het kind zelf ook niet exact wat het mankeert. Dan hoeft het kind dit ook niet voor zich te houden en kan het kind het ook niet per onge­ luk wereldkundig maken, met vervelende gevolgen als vriendjes die niet meer mogen komen spelen, uit angst voor besmetting. “Dat is allemaal gebaseerd op onwe­ tendheid. Je moet echt je best doen om geïnfecteerd te raken. Als je het hygiëneprotocol volgt – wat je sowieso bij iedereen moet doen – kan er weinig ge­ beuren”, aldus Van der Knaap.

Verkering krijgen Patiënten komen in principe drie keer per jaar op controle in het ziekenhuis. Therapietrouw is erg belang­ rijk maar niet meer zo ingewikkeld. Als één keer per dag, op een vast moment, de juiste dosering medicij­ nen wordt ingenomen, is de ziekte in principe onder controle. Dat betekent dat het virus niet meetbaar is in het bloed. “Als je met de medicijnen gaat rommelen loop je het risico dat het virus weer in het bloed komt, of zelfs resistent wordt. Er zijn pubers die er wel een potje van maken. Dan kunnen we soms beter even helemaal stoppen met medicatie om resistentie te voorkomen. Slecht slikken is erger dan niet slikken. Maar als je het goed op de rit hebt, is hiv helemaal niet zo’n probleem. Het stigma is dat wel. Om dat weg te nemen, ben ik wel voor meer openheid. Maar het is niet aan mij om dat te bepalen. Ik denk dat het taboe na verloop van tijd vanzelf zal verdwijnen. Ik zie het bij jongeren die hiv hebben, voor hen is het gewoon een onderdeel van hun leven. En als ze verkering krijgen en het aan hun partner vertellen, gaat het nooit uit, althans niet om die reden.”

19


TEKST GERA TER MEULEN

RUBRIEK ONDERZOEK BELICHT

CONFRONTATIE MET TRAUMA KIND ROEPT VERDEDIGINGS­ MECHANISME OP BIJ OUDERS

O

nderzoek laat zien hoe moeilijk het voor adoptieouders kan zijn om te praten over trauma’s in de voorgeschiedenis van hun adoptiekind. En bijna tegelijk kwam een artikel uit dat aantoont dat juist open

­communicatie gedragsproblemen kan voorkomen… S. Skandrani vroeg 41 Franse adoptieouders naar de traumatische ervaringen van hun geadopteerde kinde­ ren voordat ze in hun gezin kwamen. Traumatische ervaringen op jonge leeftijd kunnen namelijk een risico vormen voor een goede sociale en emotionele ontwik­ keling. Meer dan de helft van de adoptiekinderen had voor hun adoptie traumatische gebeurtenissen zoals verlies, verwaarlozing of mishandeling, ongelukken of

20

ernstige ziektes meegemaakt. Terwijl de adoptieouders goed en met inlevingsvermogen konden vertellen over trauma’s wanneer die ná de adoptie hadden plaats­ vonden, bleek dat het moeilijk voor hen was om de nare gebeurtenissen te beschrijven die hun kind vóór de adoptie had doorgemaakt. De confrontatie met het trauma van hun kind riep verdedigingsmechanismes op bij de ouders, waardoor hun vertelling onnatuurlijk


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

OKTOBER 2020

Alegret onderzocht de invloed van open communicatie op gedragsproblemen bij geadopteerden tussen de 12 en 18 jaar oud. Meer dan een kwart van hen had traumatische ervaringen doorgemaakt voordat ze geadopteerd waren: zo was 32% mishandeld geweest en 27% was tijdens de zwangerschap blootgesteld geweest aan alcohol en/of drugs. Nu had 6% last van externaliserende gedragsproblematiek (zoals boosheid, agressie), 15% van internaliserende (angst, depressie, je terugtrekken), een klein deel had last van denk­ problemen, sociale problemen en aandachtsproble­ men. Traumatische ervaringen en gedragsproblematiek bleken met elkaar samen te hangen. Maar: hoe opener de geadopteerden met hun adoptie­ ouders konden praten, hoe minder deze gedrags­ problematiek voorkwam. Hoeveel impact de trauma’s hadden werd sterk bepaald door de openheid in ­communicatie. Alleen, juist de adolescenten die meer mishandeling hadden doorgemaakt, hadden minder open communi­ catie met hun ouders. En de meeste adoptieouders die niet aan het onderzoek wilden meedoen, wilden dit niet omdat ze niet wilden praten over de voorgeschie­ denis van hun kind.

EXTRA LASTIG, MAAR BELANGRIJK Als we de beide artikelen naast elkaar leggen, dan zien we dat het voor adoptieouders moeilijk kan zijn om te praten over de trauma’s van hun adoptiekind vooraf­ gaand aan de adoptie. Maar open communicatie is heel belangrijk, juist als er trauma’s hebben plaatsge­ vonden, want deze kunnen leiden tot gedragsproble­ men waar de geadopteerde en familie veel last van kunnen hebben.

werd. Hun verhaal was bijvoorbeeld gevoelloos (12 x), het belang van het trauma werd ontkend (14 x), of het werd gepresenteerd als iets raars, iets dat misschien hoorde bij de andere cultuur (13 x). Achttien van de ­vierentwintig adoptieouders konden er ook geen logisch verhaal van maken – ze sprongen van de hak op de tak, lieten stiltes of stopwoordjes vallen, of ­hadden tics. Het lijkt alsof de ouders zichzelf beschermen door afstand te nemen van het ondraaglijke. Maar als ze er niet over kunnen praten, kunnen ze hier dus ook niet open over communiceren met hun adoptiekinderen. Terwijl dat wel van wezenlijk belang is. Zoals eerder dit jaar het onderzoek van de Spaanse I. Alegret liet zien:

Beide artikelen benadrukken dan ook het belang van goede voorbereiding en hulp aan de adoptieouders over het belang om deze trauma's wel onder ogen te zien, zodat ze het in openheid met elkaar kunnen bespreken.

Skandrani, S., et al. (2019). "The Impact of Children's Pre-Adoptive Traumatic Experiences on Parents." ­Frontiers in Psychiatry 10. Alegret, I. A., et al. (2020). "Influence of Communicative Openness on the Psychological Adjustment of Inter­ nationally Adopted Adolescents." Journal of Research on Adolescence 30: 226-237. Bron: Kennisflis 4 2020, KennisBureau ter Meulen voor Pleegzorg en Adoptie: www.kbtermeulen.nl

21


RUBRIEK WETTEN & REGELS

TEKST VERA KIDJAN

NEDERLANDSE MOEDER GEEFT NOG GEEN RECHT OP NEDERLANDS PASPOORT

B

ij de praktijk van advocaat Vera Kidjan kloppen regelmatig ­adoptie­ouders aan die om uiteenlopende redenen in ingewikkelde juridische procedures verzeild zijn geraakt. Zo ook Els, een Nederlandse

vrouw die Juan, de zoon van haar Colombiaanse partner, heeft geadopteerd in Ecuador.

22


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

OKTOBER 2020

te bij zijn vader en vanaf 2006 bij zijn vader en Els. Het gezin verhuist in 2010 naar Ecuador omdat Els daar een baan als milieuadviseur aangeboden krijgt bij een Duits overheidsbedrijf. Els en Pedro kopen in Ecuador een stuk land waarop zij een huis bouwen en gewassen verbouwen en vee laten grazen. Met daarbij duurzame energie en een eigen watersysteem zijn zij zoveel mogelijk milieuvriendelijk en zelfvoorzienend. Pedro begint op de boerderij een restaurant. Juan ziet Els als zijn moeder. Zij heeft hem, voor zover hij zich kan herinneren, altijd opgevoed en verzorgd. Hij heeft maar sporadisch en oppervlakkig contact met zijn biologische moeder. Tijdens zijn jeugd wordt hij niet geconfronteerd met het feit dat Els niet zijn juri­ disch moeder is, maar dit merkt hij meer naarmate hij ouder wordt. Zijn achternaam bestaat uit een eerste naam van zijn vader en een tweede naam van zijn biologische moeder, maar hij vindt dat zijn tweede achternaam de achternaam van Els moet zijn. Zodra Els zijn juridisch moeder wordt, zal zijn achternaam ook op die manier worden aangepast.

NAAMSWIJZIGING NIET URGENT DOOR CORONA Els start een lokale adoptieprocedure in Ecuador. Juans biologische moeder gaat akkoord met de procedure. De Ecuadoraanse rechter is van mening dat Els voldoet aan alle relevante wettelijke vereisten en dat de part­ neradoptie in het belang van Juan is. Dit wordt onder­ bouwd met documenten waaruit blijkt dat het onderzoek van de rechtbank grondig en zorgvuldig is geweest. Ook geeft de rechtbank aan dat de beslissing is genomen in overeenstemming met het Haags Adop­ tieverdrag. Ecuador is sinds 1 januari 1996 partij bij dit verdrag en Colombia sinds 1 november 1998. De adoptie wordt in juni 2020 uitgesproken door de rechtbank in Ecuador. Juan is dan nog net zeventien jaar oud. Volgens het Burgerlijk Wetboek van Ecuador is de (partner)adoptie een ‘sterke’ adoptie, waardoor de familiebanden met de biologische moeder van Juan worden verbroken. De namen van Juan moeten, op grond van zowel de wetgeving van Ecuador als de wetgeving van Colombia, als volgt worden: als eerste achternaam die van Pedro en de tweede achternaam die van Els. Na haar studie milieuwetenschappen en een postdoc­ torale opleiding ontwikkelingsstudies vertrekt Els vanuit Nederland naar Colombia. Daar ontmoet zij de man van haar dromen, Pedro. Ze trouwen in 2006. Pedro heeft uit een eerdere relatie een zoon genaamd Juan, geboren in 2002. Juan heeft net als zijn vader de Co­ lombiaanse nationaliteit en woont al sinds zijn geboor­

De adoptiebeslissing uit Ecuador moet echter nog ten uitvoer worden gelegd in Colombia. Daarna kan pas de achternaam van Juan worden gewijzigd in het geboor­ teregister van Colombia en kan de geboorteakte van Juan worden aangepast. Dit moet via de Colombiaanse rechtbank gebeuren. Vanwege de situatie rondom het coronavirus is het echter niet mogelijk om deze wijzi­

23


OKTOBER 2020

RUBRIEK WETTEN & REGELS

ging door te voeren in het geboorteregister van ­Colombia. Zaken zoals die van Juan worden als niet urgent beschouwd en worden voor onbepaalde tijd niet behandeld. Hoelang dit gaat duren is niet bekend.

NEDERLANDER WORDEN DOOR ERKENNING VAN ADOPTIE Els heeft astma en Juan heeft een longziekte. Dit heeft hen ertoe gedwongen om tijdens de coronacrisis naar Nederland te reizen vanwege de gebrekkige gezond­ heidsfaciliteiten in Ecuador waardoor hun gezondheid niet kan worden gewaarborgd. Op kosten van de werk­ gever van Els reizen zij naar Nederland. Pedro blijft in Ecuador, omdat hij het stuk land en de dieren niet onbeheerd kan achterlaten. Els werkt momenteel vanuit huis. Maandelijks wordt geëvalueerd wanneer het gezin terug kan keren naar Ecuador maar de situatie rondom de coronacrisis blijft in Ecuador ongewijzigd en zorgelijk. Juan heeft een Colombiaans paspoort waarmee hij officieel tot maxi­ maal drie maanden in Nederland mag blijven. De adoptieprocedure in Ecuador is echter al voltooid, dus Els is nu zijn juridisch moeder. Hierdoor meent Juan dat hij recht heeft op een Nederlands paspoort. Ondanks het feit dat Nederland (sinds 1 oktober 1998), Ecuador en Colombia verdragspartij zijn van het Haags Adoptieverdrag is het Haags Adoptieverdrag niet van toepassing op deze zaak. Er is hier namelijk sprake van een lokale adoptieprocedure en lokale adopties vallen niet onder de werkingssfeer van dit verdrag. De Ecuadoraanse adoptie kan echter wel in Nederland worden erkend en volgens de Rijkswet op het Neder­ landerschap is Juan ook Nederlander geworden door de adoptie omdat deze voldoet aan alle voorwaarden die in de wet staan: a. De adoptie voldoet aan de voorwaarden voor erken­ ning in Nederland op grond van de regels van het Burgerlijk Wetboek. b. De adoptie heeft tot gevolg dat de voordien be­ staande familierechtelijke betrekkingen tussen de biologische moeder en kind worden verbroken. c. Ten minste een van de adoptieouders is Nederlander op de dag dat de adoptiebeslissing niet meer kan worden weersproken. d. Het kind was op de dag van de adoptiebeslissing minderjarig.

zijn juiste namen worden vermeld. De Nederlandse autoriteiten die het paspoort mogen afgeven vinden dat zij niet bevoegd zijn om de namen van Juan in het Nederlands paspoort te vermelden zoals die volgens de wetgeving van Colombia1 moeten zijn. Zij hebben hiervoor een gewijzigde Colombiaanse geboorteakte nodig. Daarbij komt dat Ecuador geen geboorteaktes opmaakt voor kinderen die niet in Ecuador zijn geboren en/of geen Ecuadoraanse nationaliteit hebben. Juan is inmiddels achttien jaar geworden en hij verblijft noodgedwongen in Nederland. De termijn waarin hij met zijn Colombiaans paspoort in Nederland mag verblijven is overschreden. Juan staat voor het dilemma om of de procedure bij de rechtbank in Colombia te beginnen (met de kans dat deze voor onbepaalde tijd niet wordt behandeld) dan wel de Nederlandse recht­ bank te verzoeken de Ecuadoraanse adoptie te erken­ nen en zijn geboortegegevens te laten vaststellen met wijziging van zijn achternaam (maar met de kans dat de Nederlandse rechter zich onbevoegd verklaart omdat er onvoldoende aanknopingspunten zijn met de Ne­ derlandse rechtssfeer). In dat geval zal de Nederlandse rechtbank naar de Colombiaanse rechter verwijzen. Een kip-ei-situatie dus. Wordt vervolgd. NOTEN

1 In artikel 10:19, eerste lid van het Burgerlijk Wetboek staat dat de geslachtsnaam en de voornamen van een vreemdeling worden bepaald door het recht van de staat waarvan hij de nationaliteit heeft.

KIP-EI-SITUATIE Toch wordt de afgifte van een Nederlands paspoort geweigerd. De adoptie kan weliswaar worden erkend en Juan heeft in theorie wel de Nederlandse nationali­ teit, maar in het Nederlands paspoort van Juan moeten

24

INFO

Vera Kidjan is werkzaam bij Everaert Advocaten in Amsterdam. Kijk voor meer informatie op: www.everaert.nl.


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

OKTOBER 2020 RUBRIEK DRIELUIK

> ADOPTIEOUDER

Pieter Gaudesaboos

drieluik

Boek gemaakt als eerbetoon aan geboortemoeders Al bijna twintig jaar maak ik prentenboeken voor jong en (iets) ouder over allerlei onderwerpen. Omdat ik samen met mijn vriend Tomas twee dochters adopteerde, wist ik dat ik ook ooit een boek over adoptie zou gaan maken. Het idee was aanvankelijk: een boek dat onze kinderen op een dag mee naar school zouden kunnen nemen om het lastige onderwerp adoptie, eenvoudig uit te kunnen leggen aan klasgenootjes.

EV

EL

IEN

ED

ERA

EDT

voor het eerst als gezin tien weken samen met z’n viertjes doorgebracht. Ze mochten niet eens naar vriendjes of vriendinnetjes, en toen zagen we dat ze door de opvoe­ ding toch een soort eenheid zijn, dat ze ook heel goed samen kunnen spelen. Achteraf denk ik dat het een heer­ lijke periode voor ze was. Sinds kort zijn we eindelijk uit de luiers, gaan ze allebei naar school en heb ik het gevoel dat we in een nieuwe fase zijn beland. Vaak krijgen we van mensen te horen: wat fantastisch dat jullie voor deze kinderen zorgen. Maar voor ons is het niet Zo’n boek werd het niet. Het werd wel: Klein verhaal met zo moeilijk. Als je een geboortemoeder hebt ontmoet be­ een hart (uitgeverij Lannoo), een prentenboek dat de ge­ sef je pas hoe moeilijk het voor haar moet zijn. Veel ge­ boortemoeder als vertrekpunt heeft. Want ik ontdekte dat boortemoeders doen niet uit vrije keuze afstand maar zoiets er nog niet was. Bijna alle verhalen gaan uit van de omdat ze zich genoodzaakt voelen, omdat ze adoptieouders of de kinderen, dat vind ik raar, want denken dat dit het beste is voor hun kind. de geboortemoeder is immers de belangrijk­ Klein verhaal met een hart is daarom een ste persoon in het hele adoptieproces. boek geworden over liefde. Een eer­ Persoonlijk heb ik op dat vlak wel iets betoon aan alle geboortemoeders. bijzonders meegemaakt. Vóór de Het gaat over een keuze die eigen­ overdracht van onze oudste hebben lijk geen keuze is. we haar moeder ontmoet. Het was Het is een fragiel verhaal. Om het een binnenlandse adoptie maar niet te zwaarmoedig te maken heb zoiets is in België zeker niet gebrui­ ik gekozen voor een mier als hoofd­ kelijk. Het leek bijna alsof ze ons op persoon. Hierdoor werd het meer die manier zelf toestemming wilde een fabel en omdat er rode en zwarte geven om voor haar kind te gaan zor­ : TO mieren bestaan, kon ik ook dit verschil gen en door het gesprek weten we ook FO laten zien en het beeld van het ei dat ze heel veel van haar, wat we op onze beurt met zich meedraagt en dat op een gege­ met Leah kunnen delen. ven moment een te zware last wordt. Bij de adoptie van de tweede, Suzie, was dit LEEFTIJD De mier ziet er ook mooi en lief uit, hier­ niet aan de orde. Wel kwam ook zij, evenals 41 jaar door beginnen mensen onbevangen en de oudste, als baby van twee maanden bij nieuwsgierig aan het verhaal. Nog een bij­ ons. Ook Suzie is binnenlands geadopteerd Man van Tomas, komend voordeel van mieren: je kunt niet en dan is het in België gebruikelijk dat de vader van Leah (6) en zien of het mannen of vrouwen zijn. Voor kinderen eerst twee maanden in een Suzie (3) ons als homostel en andere ouders uit de pleeggezin worden ondergebracht om de holebi-wereld, mooi meegenomen. moeder de tijd te geven na te denken over BEROEP illustrator/ haar besluit tot afstand. verhalenverteller Inmiddels zijn ze dus drie en zes jaar bij ons en het gaat heel goed. Het zijn twee vrolij­ ke, gemakkelijke kinderen. Tijdens de lock­ down, die hier vrij streng was, hebben we

WOONPLAATS

Gent (België)

Op verzoek hebben de geboortemoeder op pagina 11 en de geadopteerde op pagina 17 het boek van Pieter bekeken.

25


RUBRIEK VRAGENDERWIJS

‘Onze zoon heeft slaapproblemen.’ ‘Mijn puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die vragen of twijfels hebben over de ontwikkeling of opvoeding van hun kinderen kunnen bellen naar Adoptievoorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. In deze rubriek komen zaken aan de orde die daar zijn besproken.

Steun en begrip Het komt regelmatig voor dat ouders en school van mening verschillen over hoe het met een adoptiekind gaat. Soms is het kind onopvallend en ogenschijnlijk meegaand in de klas, maar vliegt hij of zij daarna thuis tegen de muren. Andersom kan ook: thuis in een vertrouwde en prikkelarme omgeving presteert zij of hij dingen waar de juf alleen maar van kan dromen. Dat verschil in gedrag en prestaties is vaak goed verklaarbaar als je met elkaar door de bril van hechting en trauma kijkt. Tijdens een school­ consult of VIB-G traject en (ter voorbereiding daarop) aan de telefoon bespreken we regelmatig met ouders en leerkrachten hoe je hierbij met de neuzen dezelfde kant op kunt komen om het kind samen verder te helpen. Dat werkt het beste als er bijtijds hulp wordt ingeschakeld, zodat het kind zich zowel thuis als op school begrepen en gesteund voelt.

Welkomsttelefoontje ‘Hallo, u spreekt met Adoptievoorzieningen, afdeling nazorg. We bellen ouders die een kind geadopteerd hebben altijd op om te vragen hoe het gaat en of we iets voor ze kunnen betekenen. Bellen we daarvoor nu gelegen?’ Moeder: ‘Ja hoor, dat kan wel even, ze slaapt nu. We hebben inderdaad een dochtertje gekregen, ze is bijna drie en komt uit Zuid-Afrika.’ Moeder vertelt dat het wennen en ook de overgang naar Nederland soepel verliep. ‘Eigenlijk gaat het best goed, we zijn heel blij met haar.’ ‘Dat is fijn, waaraan merken jullie dat het goed gaat? En hoe pakken jullie het aan?’ Een gesprek volgt over slapen, eten, groei en spraakontwikkeling, en natuurlijk gaat het ook over de hechting. Ouders vinden haar nog wel een beetje aangepast en zijn voornemens om nog een poos te wachten met het delen van de zorg. Pas als ze wat minder kwetsbaar lijkt, gaan ze eventueel denken aan een kinderdagverblijf, voorlopig kan ze nog lekker wennen in de thuissituatie. Om tegen die tijd een goede inschatting te kunnen maken of ze daaraan toe is, overwegen ouders om VIB-G (Video-interactiebegeleiding gehechtheid) aan te vragen. Na wat doorpraten daarover besluit moeder dan maar gelijk de aanvraag in gang te zetten, een extra steuntje in de rug is sowieso wel goed…

Informatie en advies Vragen, twijfels over de ontwikkeling of opvoeding van uw kind? Bij Adoptievoorzieningen zijn deskundigen bereikbaar voor informatie en advies. Indien nodig verwijzen zij naar een hulpverlener in de buurt. Bel: 030-2330340 (keuze 3), ma t/m do van 9.30 tot 12.30 uur. Of stuur een e-mail: nazorg@adoptie.nl

26


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #3

Je hart luchten of advies vragen? Adoptieoudersonline.nl Op de website Adoptieouders­ online.nl is een aanmeldformulier te vinden voor een forum waar adoptieouders in besloten kring terecht kunnen. Het forum heeft veel functies: even je eigen ideeën tegen het licht houden, je hart luchten, om tips of advies vragen, of gewoon even lezen hoe anderen het doen, herkenning of bevestiging vinden of juist relativering, of een ander steunen. Er zijn inmiddels meer dan 1300 leden en nog steeds komen er wekelijks nieuwe leden bij. Veel leden lezen alleen mee, maar er is ook een groep actieve deelnemers, zij reageren op vragen van anderen en/of brengen zelf onderwerpen in.

Fijn even met gelijkgestemden Een topic dat momenteel veel reacties oplevert, gaat over contact met het land van herkomst. Doe je daar iets mee of (nog) niet, hoe weet je of dat goed is voor je kind, op welke leeftijd is dat wel of niet goed om te doen? Afwegingen die de meeste andere ouders in je omgeving niet hoeven te maken omdat hun kinderen bij hen geboren zijn. Soms is het fijn om even met ­gelijkgestemden te communiceren op een plek waar je niks uit hoeft te leggen over de complexe ­achterliggende zaken en nuance­ verschillen. Interesse? Kijk op adoptieoudersonline.nl en wees welkom op het forum.

OKTOBER 2020

Rekenen is lastig Een vader belt met een nazorgmedewerker van Adoptievoorzieningen over zijn 10-jarige zoon. Het jongetje begint dit schooljaar in groep 7. Het gaat goed met hem op school maar hij blijft fors achter met rekenen. Vader heeft gelezen dat er een link is tussen rekenvaardigheden en geadopteerd zijn. Hij vraagt hoe dat precies zit. Over het onder de knie krijgen van de vaardigheid rekenen is inderdaad bekend dat er een connectie kan zijn met verwaarlozing in de vroege kindertijd. Kinderen die in die periode te weinig zijn gestimuleerd, hebben vaak minder kunnen oefenen met de basisvaardigheden. Krui­ pen, bewegen en spelen zijn bijvoorbeeld nodig voor de ontwikkeling van ruimtelijk inzicht en het begrijpen van termen zoals lengte, breedte, meer of minder, erbij of eraf. Ook het algehele gevoel van veiligheid is nodig om je goed te kunnen con­ centreren, prikkels te ver­ werken en tot leren te komen. De nazorgmedewerker vraagt daarom verder. Niet alleen naar de verschillende onderdelen van het rekenen, maar ook naar de achtergrond, persoonskenmerken en de sociale context. Al pratende ontstaat het beeld van een jongen die goed in zijn vel zit. Er zijn geen zorgen over de hechting met de ouders en hij is – voor zover bekend – niet ernstig verwaarloosd in de tijd dat hij in het kindertehuis verbleef. De jongen heeft verder een goede concentratie en bij andere vakken scoort hij goed. Hij kan goed kan opschieten met de docent en zijn klasgenootjes. In dit geval lijkt het een op zichzelf staand probleem te zijn, dat wel verder onderzocht zou kunnen worden als er te weinig ontwikkeling in zit. Dit alles bevestigt het idee van ouders, vader kan er verder mee. Tot slot komt de nazorgmedewerker nog met een sugges­ tie: speel thuis regelmatig een spelletje zoals Monopoly, om het rekenen op een leuke manier toch extra te oefenen.

27


TEKST ANGELA JANS

THEMA LOTGENOTEN

COLOFON ADOPTIE MAGAZINE ONLINE Onafhankelijk, informerend, signalerend en opiniĂŤrend. Voor aspirant-adoptieouders, adoptieouders, geadopteerden, professionals op het gebied van adoptie en alle anderen die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie. Adoptiemagazine online is een uitgave van Adoptievoorzieningen. Het magazine verschijnt vier keer per jaar. Redactie Hoofdredacteur Angela Jans Aan dit nummer werkten mee: Erik Draaijer (eindredactie), Sandra Benschop, DaniĂŤlle Feenstra, Yvonne Geelen, Hilda Geerts, Ria Heek, Vera Kidjan, Meike Melenhorst, Machteld Stilting en Chris Thie. Foto cover Istock Foto backcover Thinkstock

28

Vormgeving Studio Jorrit van Rijt Redactieadres Postbus 290 3500 AG Utrecht Telefoon: 030 2330344 e-mail: redactie@adoptie.nl Abonneren Een abonnement is gratis. Aanmelden kan via www.adoptie.nl of kijk op www.adoptieoudersonline.nl Kopij Bijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom. Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer of e-mailadres. Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.