voor wie betrokken is bij afstand en adoptie
magazine online
THEMA
Afstammings vragen
Elke zoekactie is anders Grenzen sluiten voor adoptie geen oplossing Van kinderwens naar moederschap zonder zwangerschap
JAARGANG 1
NUMMER 04
DECEMBER 2016
Redactioneel Afstammingsvragen Wat hebben Carin Nibbering en An Mei van Dam gemeen? Nou, ten eerste staan ze allebei in dit decembernummer van Adoptiemagazine online. Maar dat is niet de enige overeenkomst. Beide dames zijn geadopteerd en moesten in meer of mindere mate regelmatig dealen met afstammingsvragen. Dat hoeft echter niet meer. Veel vragen zijn beantwoord, want alle twee vonden ze hun biologische ouders. Carin in Brazilië, An Mei in China.
BLOG KAREN VISSER
Nooit helemaal thuis In de vakantie gaan we bijna vier weken naar China. Het is meer een reis dan een vakantie eigenlijk. Voor de jongste twee altijd een hele andere belevenis dan voor de oudste én zelfs anders dan voor ons.
Carin verwerkte haar ervaringen in een boek en een fototentoonstelling (zie pagina 10 en 11) bovendien vertelt ze haar verhaal in het Drieluik op pagina 15.
Voor alle drie betekent het ‘apies kijken’. De oudste valt op door blauwe ogen en lichter haar, de jongste twee door hun zichtbare handicap. Alle drie zijn ze dat snel zat, maar waar willekeurige Chinezen met de oudste graag op de foto gaan, gebeurt dat nooit bij de jongste twee. Die worden regelmatig afkeurend of vol ongeloof bekeken: dat je dat laat zíén, zo’n korte arm of kort been! Stop het toch weg!
An Mei en haar moeder Marion geven op pagina 6 tot en met 8 een inkijkje in hun werkwijze met betrekking tot het zoeken en de daarop volgende belevenissen in China.
Om je heen kijken is voor alle drie mijn kinderen ook een andere ervaring. Terwijl de oudste alleen maar de verschillen ziet, zijn de jongste twee met beide bezig: de verschillen en de overeenkomsten. Wat dragen Chinese tienermeisjes? Welke kapsels zijn er allemaal?
Wie niet zelf(standig) wil zoeken kan aankloppen bij Fiom. Daar zit een zoekteam dat geadopteerden helpt om biologische familie te vinden in binnen- of buitenland. Kalinda Jager begeleidt hierbij (pagina 1617).
China is inmiddels een vertrouwd land voor ons. We zijn er al een aantal keer geweest en ik merk steeds meer dat ik me bij aankomst een beetje ‘thuis voel’. Voor de jongste twee is dat tot op zekere hoogte ook zo. We bezoeken dit keer weer hun eigen steden en kindertehuizen, wat voor hen herkenning oplevert – hier kom ik vandaan, dit is mijn achtergrond. Toch voelen ze zich nooit helemáál thuis: er zijn ook verschillen tussen hen en hun Chinese leeftijdsgenoten. ‘Laagjes cultuur’ die zijn ontstaan door hun tijd hier in Nederland, waar je je niet zo bewust van bent, maar die pas opvallen als ze daar zijn.
Verder in dit nummer vaste rubrieken als Onderzoek Belicht, Vragenderwijs en Wetten en Regels. In laatstgenoemde rubriek gaat advocaat Vera Kidjan (pagina 12-13) dit keer in op de actualiteit: het advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming. Fijne feestdagen en veel leesplezier!
Angela Jans Hoofdredacteur a.jans@adoptie.nl
Elk bezoek aan China brengt nieuwe inzichten, ervaringen, ideeën… Het verrijkt ze op een manier die niet te vergelijken is met andere contacten die we in Nederland hebben met de Chinese cultuur. Het bevestigt ze in sommige opzichten in hun manier van denken, maar laat ze ook andere kanten op denken. Voor ons een extra motivatie om elke paar jaar terug te gaan met hen, om die ervaringen op te kunnen doen. Want als je die achtergrond niet opzoekt, blijft het een theoretisch idee, waar ze niet zo veel mee kunnen. Terwijl het wel om hun identiteit gaat. Dit is een ingekorte versie van de blog van Karen. Bekijk op www.adoptieoudersonline alle blogposts van Karen Visser.
2 2 6
6 9
10 16
Blog – Karen Visser Redactioneel An Mei zoekt en vindt biologische ouders in China – Angela Jans Aconchego, het verhaal van een geadopteerde – Carin Nibbering Elke zoekactie is anders – Angela Jans
Het Drieluik 9 15 21
DE AFSTANDSMOEDER - Elke dag aan haar gedacht – Nazaré da Silva DE GEADOPTEERDE – Wat leuk voor jullie, dacht ik ondertussen – Carin Nibbering DE ADOPTIEMOEDER - Wij delen een dochter – Elly Nibbering
12
Vaste Rubrieken 4
KORT Ruimte voor aankondigingen, nieuws, gadgets en een column van adoptiemoeder Renée Wolfs
12
WETTEN EN REGELS - ‘Grenzen sluiten voor adoptie geen oplossing’ – Elles Besselsen en
10
14 18
16
INHOUD
THEMA Afstammingsvragen
Vera Kidjan OPINIE Reacties op advies RSJ – Angela Jans ACHTER DE FEITEN - Van kinderwens naar moederschap zonder zwangerschap
22 24 26
– Sandra Benschop VRAGENDERWIJS GELEZEN/GEZIEN ONDERZOEK BELICHT – Zijn geadopteerden tevreden met hun leven? – Gera ter Meulen
DECEMBER – 2016
3
KORT
ADOC stopt, Kennisbureau start ADOC, het kennisbureau voor adoptie en pleegzorg houdt per 1 januari 2017 op te bestaan. Dat heeft het bestuur van de Stichting ADOC (Kenniscen trum voor adoptie en pleegzorg) besloten omdat het centrum in de hui dige vorm niet meer levensvatbaar is. Gera ter Meulen, sinds 2006 coör dinator van het ADOC, heeft daarop besloten per 1 januari verder te willen gaan met een zelfstandig bureau op dit gebied: Kennisbureau Ter Meulen. “Mijn passie ligt in het mogelijk maken dat kinderen groot kunnen worden in een gezin waarin ze geliefd zijn en gesteund worden in hun ontwikkeling. Ik hoop via mijn kennis daaraan bij te kunnen dragen. Voor mij is het werk daarom nog niet klaar. Bovendien denk ik – gebaseerd op al die wetenschappelijke artikelen die ik de afgelopen jaren over adoptie en pleegzorg heb gelezen, en naar aanleiding van de onderzoeksprojecten die ik samen met collega’s vanuit het ADOC heb uitgevoerd – dat het gebruik van kennis uit beide velden tot verrassende resultaten kan leiden. Wat betekent het? De website www.adoptionresearch.nl blijft de komende jaren bestaan, maar zal niet meer geactualiseerd worden. Gera ter Meulen komt nog met meer informatie. Haar kennisbureau is te bereiken via contact@ kbtermeulen.nl.
In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen, nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl.
Mijn naam was Kostas
TIP
Televisiepresentator André van der Toorn werd een paar dagen na zijn geboorte bij zijn moeder weggehaald en naar een kindertehuis in Athene gebracht. Daar werd hij ter adoptie aangeboden aan Nederlandse ouders, net als honderden andere Griekse kinderen in de periode 1957-1975. Alle adoptieouders moesten voldoen aan dezelfde strikte eisen, met name op financieel en intellectueel vlak. Op die manier werd gegarandeerd dat de kindjes allemaal in welvaart zouden opgroeien, iets wat hun Griekse moeders niet konden bieden. Regisseur Elly de Bont maakte voor de KRO een documentaire over de impact van adoptie op het leven van André van der Toorn. De film heet Mijn naam was Kostas en is geproduceerd door Wasp Media. Uitzending: zondag 1 januari 2017 om 22.45 uur, NPO 2. Herhaling op 2 januari 2017 om 16.05 uur, NPO 2.
Pop-up museum
Op woensdag 28 december opent de stichting Adoptie Nazorg een tentoonstelling over allerlei aspecten van adoptie in de kapel van zorginstelling Vincent van Gogh op het Annapark, Noord singel 39 in Venray. Het pop-up museum laat geadopteerden, adoptieouders en biologische ouders zien door middel van foto’s, films, teksten en persoonlijke voorwerpen. Daarnaast wordt aan de hand van 60 onderwerpen, 60 jaar adoptie in Nederland getoond en kunnen bezoekers hun ‘adoptiekennis’ testen. De expositie is geopend: woensdag 28 december (18.00 tot 21.00 uur), donderdag 29 december (13.00-17.00 uur) en vrijdag 30 december (13.00 tot 17.00 uur). Entree: € 5 Meer info: www.60jaaradoptie.nl
4
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
COLUMN Tekst Renée Wolfs
Afscheid Columns schrijven over mijn kinderen was het allermooiste wat er was. De verbinding die ik daardoor ervoer, was altijd heel intens. Ik schrijf ‘was’, omdat de tijd mij dagelijks wijst op hun aanstormende jongvolwassenheid. Op een dag worden kinderen te oud om over ze te schrijven. Dat moment diende zich afgelopen zomer aan, toen ik de column ‘Mijlpaal’ schreef, over het zeilkamp van mijn jongste zoon. Die mijlpaal was er op dat moment niet alleen voor hem, maar ook voor ons als ouders. Ineens waren al onze kinderen groot, zo voelde dat toen, en zo voelt dat nog steeds. Iemand zei mij ooit dat kinderen voor hun dertiende jaar van hun ouders zijn. En daarna, in de puberteit, worden ze van zichzelf. Dat proces voltrekt zich nu bij alle drie mijn kinderen, ze worden in snel tempo iedere dag een beetje meer van zichzelf. Mijn rol als moeder van jonge kinderen is dan ook rond, ik draag mijn tieners nu stap voor stap over aan de jongvolwassenheid en aan hun eigen toekomst. Als er iemand over hen moet schrijven, dan zijn ze dat inmiddels zelf. Een nieuwe, onbekende en spannende tijd breekt voor hen aan. Niet meer gedragen op onze brede schouders, maar steeds vaker lopend op hun eigen benen. Een pad begint door erop te lopen. Gewoon beginnen met de eerste stap. Hoe natuurlijk en hoe spannend is dat! Trouwe lezers en volgers: ik wil jullie graag bedanken voor jullie hartverwarmende reacties op mijn columns, ik vond het een voorrecht dat ik mijn liefde voor mijn kinderen ruim vier jaar lang met jullie mocht delen. Ik wens jullie allemaal een mooie toekomst met jullie wereldkinderen, en natuurlijk voor nu: hele fijne feestdagen en een prachtig nieuwjaar!
Renée Wolfs is moeder van drie geadopteerde tieners uit China. Ze is auteur van Wereldkind, De Adoptiedialoog en De Cirkel van Verbinding. Zie www.reneewolfs.com/blog en www.facebook.com/ reneewolfs.
Zelfbeeld en identiteit Al op jonge leeftijd hebben adoptiekinderen vragen over hun achtergrond, over wie ze willen zijn en bij wie ze horen. In de vernieuwde brochure Zelfbeeld en identiteitsontwikkeling bij adoptiekinderen staan tips en informatie over hoe u uw kind bij de zoektocht naar zijn eigen identiteit kunt ondersteunen, om zo bij te dragen aan een positief zelfbeeld. De brochure kost € 9,95 (inclusief verzendkosten) en is te bestellen via de website van Stichting Adoptievoorzieningen: www.adoptie.nl.
G roe n e e g e voe lenn rod e s
Emotiewijzer Behalve boeken biedt uitgeverij Pica ook handige hulpmiddelen aan voor op school of thuis, zoals Tangles, kauwsieraden, posters en spellen. Op hun site vind je ook een gratis emotiewijzer die je kunt downloaden en uitprinten.
bli j te vrede n
trots
ze nu wa ch tig
ba ng
Zie www.uitgeverijpica.nl of http://bit.ly/2h1Tzui
te leu rge
ste ld
ru stig
vro lijk
ste rk
ge schro kk
en
boos
ge spa nn
en
ee rlij k
hoop vo l
scha a mt
e
ma chte loo
on ge rust
on ge luk kig
ge luk kig
s
ve rdriet ig
on ze ke r
moedig
opge lucht
so mber
an gst ig
Copyright © 2014 Uitgeverij Pica, Huiz : Illust en. Concept raties: Ruud Bijman en idee: Adinda de Vreed
e
Verhuizing De Stichting Adoptievoorzieningen gaat verhuizen. Vanaf 2 januari 2017 is het kantoor gevestigd op het adres: De Bouw 93, 3991 SZ Houten. Het postadres en de telefoonnummers blijven hetzelfde: Postbus 290, 3500 AG Utrecht, tel. 030-2330342.
DECEMBER – 2016
5
Afstammingsvragen
Tekst Angela Jans
An Mei zoekt en vindt biologische ouders in China Enorme opluchting om antwoorden te hebben Vooraf had ze een lijstje met vragen gemaakt. Variërend van ‘Waarom ben ik afgestaan?’ tot ‘Welke hobby’s hebben mijn broertje en zussen?’ Die lijst kan meteen overboord als ze op het Zuid-Chinese platteland de wereld van haar biologische ouders binnenstapt – de leefomstandigheden daar verklaren alles. Maar het brengt de zestienjarige An Mei niet van haar stuk. Integendeel, bijna als vanzelfsprekend voegt ze zich in haar Chinese familie. Al verliest ze daarbij haar Nederlandse gezin geen moment uit het oog.
An Mei (tweede van links) met haar beide families.
An Mei van Dam dacht in 2012 al dat ze haar Chinese moeder in haar armen kon sluiten. Dat bleek achteraf bij een DNA-check na thuiskomst niet te kloppen. De klap kwam hard aan. Ze moest twee jaar helemaal niet
6
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
meer aan zoeken denken. “Ik hoefde niet te huilen toen ik de uitslag kreeg. Wel was ik even zwaar chagrijnig.” Maar bloed is sterker dan water, luidt een Chinees spreekwoord. En dat voelde Marion van Olst, de moeder
van An Mei, ook. Beiden herpakten zich en enkele jaren later, in de herfst van 2015, stapten ze samen met Yu Lin, de geadopteerde zus van An Mei, in het vliegtuig naar China. Marion: “We hebben vooraf veel met
elkaar gesproken: dit wordt heel zwaar, stel je voor dat het weer niet lukt? Kun je dat dragen? Hoe zou dat dan zijn?” An Mei: “Ik ging ervan uit dat het niet een-twee-drie zou lukken. Dat we zochten naar een speld in een hooiberg. Toch wilde ik heel graag gaan.” De voorbereidingen waren enorm geweest. Ze hadden foto’s gemaakt, flyers geplastificeerd, afspraken geregeld met Chinese journalisten en ze kregen een dagelijks blog in een lokale digitale krant. Alles wat maar enigszins in Nederland gedaan kon worden om het zoeken (lees: vinden) in China te vergemakkelijken was gedaan. Marion en An Mei kenden van vorige bezoeken al veel mensen in Hepu, de geboortestad van An Mei in China. Iedereen daar was ingeschakeld en op de hoogte van de komst van An Mei, Yu Lin en Marion. In tien dagen tijd deelden ze flyers uit, kwamen ze op tv, gaven ze interviews en spraken ze honderden mensen. Moe en voldaan stapten ze na veertien dagen weer in het vliegtuig naar Nederland. An Mei: “Nee, ik was niet verdrietig of teleurgesteld.” Marion: “Al hadden we nog niet gevonden, we vlogen met een goed gevoel terug. We hadden zo veel mensen gesproken, zo veel in gang gezet, daar moest bijna wel iets uitkomen, daar was ik van overtuigd.” Dat bleek. De WeChat (de Chinese variant van WhatsApp) blééf na thuiskomst maar piepen. Er waren wel twintig families die dachten: zou dit ons kind kunnen zijn? Marion: “In die regio hebben heel veel mensen in de tijd dat we An Mei adopteerden, rond de eeuwwisseling, een kind afgestaan. De controle op het naleven van de eenkindpolitiek was in die periode heel streng. Bijna iedereen op het platteland kent wel families die een kind moesten afstaan. Veel mensen konden bijna niet geloven dat we nu terug waren gekomen. We hebben hele droevige en ingewikkelde dingen meegemaakt. Mensen klampten ons aan, vroegen of we wisten waar hun kind zou kunnen zijn. Een labyrint van verhalen om het bevolkingsbeleid te ontwijken. Daar kun je niet zomaar aan voorbij. Het drama en de vaak weggestopte trauma’s na de afstand,
AN MEI: ‘VOOR DE EERSTE ONTMOETING HADDEN WE AFGESPROKEN IN EEN RESTAURANT’ bijna alles werd verteld. En dat was ook het geval bij veel berichten die we na thuiskomst kregen. Het was emotioneel zwaar. We waren zo onder de indruk, dat we het na thuiskomst een tijdje even hebben gelaten voor wat het was. En toen chatte er wéér een …”
’We gaan bellen’ Het is inmiddels eind november. An Mei zit in het eindexamenjaar van haar vmbo-opleiding en heeft wel wat anders aan haar hoofd. Moeder Marion onderhoudt de contacten die binnenkomen. Ook wanneer zich een vrouw meldt die erg aanhoudend is – An Mei: “Dat blijkt dus achteraf mijn nicht te zijn” – reageert Marion niet meteen. Maar de vrouw geeft niet op
en zegt dat ze informatie in een lokale geboortekliniek gaat halen. Ze komt terug met een foto van een document waarop alles klopt en dan wordt het plotseling toch heel serieus. De Chinese vrouw gaat na overleg met Marion op pad om de vermoedelijke ouders in te lichten. Moeder wil graag haar DNA afstaan. Hier in Nederland wordt het getest in de kliniek waar het DNA van An Mei opgeslagen ligt. Het duurt nog een hele tijd voor het verlossende telefoontje komt: een DNA-match van 99,9998 procent. An Mei tegen Marion: “Ik zat aan tafel, was aan het eten toen je binnenkwam en het me vertelde. Het heeft eigenlijk nog wel een tijdje geduurd voor ik het echt kon geloven, ik denk wel een week of twee, drie. Zo vaak had ik al
DECEMBER – 2016
7
komen, is het even schrikken, er is zo goed als niets. Geen toilet, geen douche, geen stoelen, geen stromend water: ze filteren het zeewater om aan drinkwater te komen. “Mijn vader kweekt garnalen en die probeert hij te verkopen. Als dat niet lukt, ruilen ze bijvoorbeeld met de buren vis tegen fruit of rijst”, zegt An Mei. Marion: “En weet je wat zo frappant is? De broer en zussen lijken fysiek enorm op elkaar, het was zo confronterend en vanzelfsprekend tegelijkertijd om hen bij elkaar te zien.”
Heftig afscheid
nee gehoord en nu uiteindelijk toch een ja, dat moest ik even verwerken, dat kostte tijd.” Niet veel later komt een bevriende Chinese vertaalster op bezoek en zij zegt: “We gaan bellen.” Al gauw klinkt de stem van An Mei's biologische moeder door de telefoon. “Maar zij kon het gewoon niet geloven en ze hing steeds op. Gelukkig was haar oudste dochter meer gewend aan het idee dat je over zo’n onmetelijke afstand met elkaar kunt praten”, lacht Marion. Vrij snel daarna wordt besloten dat de hele familie Van Dam-Van Olst – vader, moeder en vier kinderen (drie geadopteerd) – de eerstvolgende zomervakantie weer naar China gaat, dit keer op familiebezoek…
Tyfoon An Mei: “Voor de eerste ontmoeting hadden we afgesproken in een restaurant. Ik weet dat het in China niet gebruikelijk is om meteen vragen te
8
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
stellen, dus ik wilde het rustig opbouwen. Maar mijn moeder moest ontzettend huilen en zei meteen dat ze spijt had, dat ze me had gemist. Dat had ik echt niet verwacht.” De biologische vader, broer (8 jaar) en twee zussen (13 en 22 jaar) zijn ook van de partij. In de dagen die volgen, is er heel veel contact. Ooms, tantes, neven, nichten, iedereen wil An Mei ontmoeten. Achteraf blijkt dat bijna de hele familie wist dat er afstand was gedaan van een kind en dat er heel veel verdriet over is geweest. Een tyfoon zorgt ervoor dat de twee gezinnen noodgedwongen een nacht samen doorbrengen in een hotel. An Mei slaapt op verzoek van haar Chinese moeder bij haar en haar Chinese zussen en nichtjes op één kamer. Die intimiteit delen is voor iedereen een belangrijk moment. Daarna gaan ze meerdere malen op bezoek bij haar biologische ouders thuis. Het is buiten de stad Hepu, aan het strand. De eerste keer dat ze er
Het contact tussen de families verloopt ondanks de grote verschillen goed. “We hebben dagenlang zitten eten, kaarten en andere spelletjes gedaan”, zegt An Mei. Marion: “Ze paste er zo in. An Mei is heel rustig, dat zijn haar familieleden ook.” Hoe relatief rustig An Mei ook is bij de eerste ontmoeting – waarbij zij het is die haar moeder kan troosten – zo heftig is het afscheid voor haar. “Dat viel me heel zwaar, dat had ik niet meteen door en ook niet verwacht. Maar bij de eerste ontmoeting kende ik ze allemaal nog niet en nu wel. Daardoor was het moeilijk om te vertrekken. Het is wel een hele opluchting voor mij om een antwoord te hebben op de vraag: wie zijn mijn ouders?” Marion: “Daar had ze altijd lichte stress over. Al vanaf dat ze een jaar of vier was.” An Mei: “Ja, dat wilde ik heel graag weten. En nu weet ik het en heb ik er een wereld bij gekregen.” Marion schrijft in het reisverslag dat ze heeft gemaakt: ‘Tranen blijven stromen bij het afscheid. Het klopt ergens niet en toch is het zo. (…) Het is bijzonder en hartverwarmend dat we elkaar na 16 jaar hebben leren kennen. Het antwoord op vragen als ‘Waar is ons kind?’ en ‘Waar is mijn familie?’ is helder. Iedereen is het erover eens dat de ontmoeting stress en onrust heeft weggenomen. Maar het blijft ook pijnlijk om zo ver van elkaar vandaan te leven. Daarmee dealen is een levenskunst. Gelukkig is An Mei een veerkrachtig kind en kunnen we sparen voor een volgend bezoek. Dat haalt de scherpe randjes eraf, dat voelt haar Chinese familie ook.”
drieluik AFSTANDSMOEDER
1
Nazaré da Silva
Elke dag aan haar gedacht Plotseling kreeg ik via via te horen dat de dochter die ik had afgestaan mij zocht en dat ze zelfs in de buurt was. Niet veel later stond ze voor mijn neus, hier bij mij thuis. Ongelooflijk, dat had ik nooit durven dromen. Ik heb haar meteen gezegd dat ik sinds haar geboorte elke dag aan haar heb gedacht. Dat het afstaan me heel veel verdriet heeft gedaan maar dat ik destijds geen andere keuze had, dat ik echt niet anders kon. Toen ik ontdekte dat ik zwanger was, had ik al een kind en geen eigen huis. Ik woonde bij een oom en tante. De vader van de kinderen woonde bij een andere vrouw, hij kwam niet bij mij. Dus ik had geen man, geen geld, en geen werk. Hoe kon ik voor twee kleine kinderen zorgen? Dat kon ik niet. Ik heb hulp gezocht en ben bevallen in een kraamkliniek. Daarna heb ik meteen afstand van haar gedaan, dat was zo afgesproken. De baby werd naar een tehuis gebracht. Tegen mij werd gezegd dat ze geadopteerd zou worden door een echtpaar uit São Paulo. Dat geloofde ik. Al die tijd wist ik dus niet dat ze naar het buitenland was gegaan. Al die tijd dacht ik dat ze nog in Brazilië was. Misschien was dat aanvankelijk ook wel de bedoeling, en is het later veranderd, dat weet ik niet, dat zou kunnen. Ik heb nu achteraf gehoord dat de ouders van Carin aanvankelijk dachten dat ze een jongetje zouden krijgen, dus misschien was het plan aanvankelijk inderdaad anders, ik weet het niet. Meteen na onze eerste ontmoeting heb ik een brief geschreven, die ik aan Carin heb gegeven. Daarin leg ik haar uit wat er is gebeurd en waarom ik niet voor haar kon zorgen. Ik vond dat ik haar een verklaring
schuldig was. Gelukkig begreep ze dat. Ze was niet boos. Na de geboorte van Carin heb ik geen andere kinderen meer gekregen. Ik heb alleen maar gewerkt en gezorgd. Ik had het druk genoeg om voor mezelf en mijn oudste dochter te zorgen. Ik ben kleermaakster en werk vaak in opdracht van een neef van Carin. Hij vertelt me wat ik moet maken, dat doe ik dan en hij verkoopt het. Ik werk dus vanuit huis. Momenteel heb ik wel een relatie maar we wonen niet samen. Ik woon samen met mijn oudste dochter en haar kind, ze heeft een dochtertje. De vader van Carin woont ook nog steeds hier in deze buurt. Toen ze hier kwam, heb ik hem ook meteen op de hoogte gebracht en hij is ook meteen gekomen. We hebben geen ruzie. Iedereen heeft hier allerlei korte relaties, dat is hier heel normaal. Hij woont met zijn gezin niet zover van mij vandaan. Hij heeft nog een dochter, een halfzus van Carin dus. Onze families kennen elkaar. Bij iedereen is Carin van harte welkom. Ze is meteen in de familie opgenomen. Gelukkig heb ik haar adoptieouders ook kunnen ontmoeten. Ik voelde me aanvankelijk heel MOEDER VAN twee kinderen schuldig ten opzichte van hen, maar zij lieten (één afgestaan ter adoptie) duidelijk merken dat dat niet hoefde en dat zij juist blij waren dat ze voor mijn kind hadLEEFTIJD den mogen zorgen. Het is heel gespleten en 55 jaar wreed maar zo is het gelopen. Het is zoals het is en ik ben blij dat ik nu weet wie en waar BEROEP ze is. kleermaakster WOONPLAATS
Recife, Brazilië
Het verhaal van Nazaré is niet uit haar eigen mond opgetekend maar opgeschreven op basis van gesprekken met Carin (pagina15) en haar adoptiemoeder Elly (pagina 21).
DECEMBER – 2016
9
Afstammingsvragen
Tekst Angela Jans
Aconchego, het verhaal van een geadopteerde
Carin Nibbering ging in 2010 naar Brazilië, haar geboorteland. Niet voor rootsonderzoek of iets dergelijks, alleen om een beetje cultuur te snuiven en de stad te zien waar ze was geboren: Recife. Maar voor ze het wist werd ze toch opgeslokt door haar geschiedenis. Ze besloot een dagboek bij te gaan houden. Inmiddels is ze drie keer naar Brazilië geweest en verwerkte ze haar belevenissen daar in woord en beeld, een boek en een expositie. Het (dag)boek Aconchego, is een persoonlijk reisverslag van Carin. De fototentoonstelling bestaat uit twee delen: een reeks losse foto’s, geschoten in de sloppenwijken van Recife. En een serie tweeluiken die het contrast weergeven tussen (plekken uit) haar leven in Nederland en het leven dat ze had kunnen hebben in Brazilië. De tentoonstelling is te zien geweest in Amsterdam. Carin zoekt nog naar meer expositieruimtes. Een greep uit de foto's staat op deze pagina's. Het boek is online te bestellen via bol.com of met behulp van ISBN 9789402152289 via de reguliere boekhandel. Prijs: 19,95 excl. verzendkosten. Voor meer informatie zie: www.carinnibbering.com
10
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
DECEMBER – 2016
11
WETTEN EN REGELS
‘Grenzen sluiten voor adoptie geen oplossing’
Tekst Elles Besselsen en Vera Kidjan
In het onlangs verschenen rapport Bezinning op Interlandelijke Adoptie komt de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) tot de conclusie dat Nederland moet stoppen met interlandelijke adopties. Elles Besselsen en Vera Kidjan gaan in op de belangrijkste punten uit dit rapport en evalueren het advies van de RSJ.
De afgelopen jaren is een consequent dalende trend te zien in het aantal adoptiekinderen dat in Nederlandse gezinnen wordt opgevangen. In 2005 waren het 1185 kinderen, in 2015 nog maar 304. Ook het profiel van de adoptiekinderen is veranderd. Het betreft steeds vaker iets oudere kinderen met special needs. De meeste komen uit China. Deze recente ontwikkelingen waren mede aanleiding voor de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie om het huidige adoptiestelsel en de Wet opneming buitenlandse pleegkinderen ter adoptie (Wobka), die uit 1988 stamt, eens onder de loep te nemen1. Het adviesbureau Andersson Elffers Felix (AEF) werd gevraagd vier toekomstscenario’s voor de inrichting van het adoptiestelsel uit te werken. Daarna gaf de RSJ advies over deze scenario’s, vastgelegd in het rapport Bezinning op Interlandelijke Adoptie. De staatssecretaris wil het huidig adoptiestelsel een nieuwe inrichting geven. Immers, de Wobka bestaat al bijna negentien jaar en is toe aan aanpassingen. De RSJ heeft zich in het rapport niet beperkt tot een advies over de verschillende scenario’s van een toekomstbestendig interlandelijk
12
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
adoptiestelsel. De RSJ gaat vooral in op de fundamentele vraag hoe kinderen die niet bij hun eigen gezin kunnen opgroeien het beste beschermd moeten worden. De RSJ geeft aan dat het vraagstuk van internationale adoptie complex is en dat het belang van het kind hierin verschillend kan worden uitgelegd. Ligt de nadruk op gezondheid, welvaart of op de eigen cultuur? Het rapport gaat in op argumenten die met het individuele kind en het gezin te maken hebben, en noemt ook argumenten op het niveau van de samenleving.
Positieve aspecten en knelpunten Als belangrijkste argument voor internationale adoptie wijst het rapport op het voordeel voor een kind om in een gezin in plaats van een tehuis op te groeien: dit heeft positieve gevolgen voor de ontwikkeling van een kind. Daarnaast spelen de welvaart en de optimale zorg in Nederland en de onvervulde kinderwens van de wensouders een rol. Ook bevestigt de RSJ dat het met de meeste adoptiekinderen in Nederland goed gaat. Daarnaast is een belangrijk aspect dat met een wettelijk geregelde adoptie ille-
gale praktijken kunnen worden voorkomen. Als belangrijkste knelpunten van interlandelijke adoptie wijst de RSJ op hechtingsproblemen van het adoptiekind (met name bij kinderen die op iets hogere leeftijd worden geadopteerd) en het belang van het kind om op te groeien in een gezin in het eigen land. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind2 en het Haagse adoptieverdrag3 stellen de bescherming van het kind in eigen land voorop. De knelpunten liggen echter vooral op macroniveau. Volgens de RSJ heeft interlandelijke adoptie een (onbedoeld) negatief effect op het (opbouwen van een) jeugdbeschermingssysteem in het land van herkomst. De blijvende vraag van wensouders naar adoptiekinderen creëert volgens de RSJ een aanbod van kinderen in kindertehuizen. Er wordt onvoldoende gezocht naar alternatieven in eigen land (subsidiariteit) en er bestaat geen noodzaak om een goede jeugdbescherming op te bouwen of in stand te houden. Ook wijst de RSJ op specifieke problemen in het adoptieproces van bepaalde landen, zoals de Verenigde Staten, enkele Oost-Europese landen en Chi-
na. Ten slotte kunnen de financiële belangen van betrokken partijen leiden tot illegale praktijken.
Gezin in land van herkomst In het rapport van adviesbureau AEF zijn vier scenario’s gepresenteerd: 1 Optimaliseren van het huidige model. 2 De overheid geeft meer sturing aan het systeem. 3 Er komen minder vergunninghouders en de overheid bundelt het toezicht. 4 Adoptie wordt volledig door de overheid georganiseerd. Volgens de RSJ is van deze voorstellen het vierde scenario het meest geschikt, maar kan geen van deze scenario’s de knelpunten voldoende oplossen. De beste oplossing zou zijn, volgens de RSJ, dat interlandelijke adoptie niet meer mogelijk wordt. De RSJ bevestigt de voordelen van adoptie voor het individuele kind maar legt in zijn advies de nadruk op het belang van kinderen in het algemeen. De RSJ is van mening dat Nederland zich moet richten op de opbouw en uitbouw van het jeugdbeschermingssysteem in de landen van herkomst om kinderen uit de doelgroep in het algemeen te beschermen. Dit ideale toekomstscenario noemt de RSJ ‘Gezin in land van herkomst’. Doorgaan met interlandelijke adopties is volgens de RSJ niet wenselijk, omdat dit in het huidige stelsel of in de door AEF voorgestelde toekomstscenario’s geen oplossing biedt voor de genoemde knelpunten.
Geen internationale adoptie meer: in het belang van het kind? Vanzelfsprekend moet adoptie altijd in het belang van het kind zijn. De RSJ heeft in zijn rapport bevestigd dat dit in veruit de meeste individuele gevallen in Nederland ook zo is. Opvang in een gezin in eigen land staat voorop. Maar wanneer dat om welke reden
dan ook niet mogelijk is, is een permanente veilige opvang in een gezin in Nederland te verkiezen boven een verblijf in een kindertehuis of voortdurend wisselende tijdelijke oplossingen. Kinderen met special needs komen hier in gezinnen die hen met liefde en optimale zorg opvangen. Dat een succesvolle opvang in Nederland van oudere kinderen en special need-kinderen mogelijk lastiger wordt, kan een argument zijn, maar elk ander alternatief dat in het land van herkomst aanwezig is, zal voor hen minder goed zijn. Bovendien kan Nederland zich weliswaar gaan richten op het verbeteren van de opvangsystemen in andere landen, maar maatschappelijke stigma’s hebben in bepaalde landen historische en cultureel gebonden wortels waarvoor nauwelijks of geen oplossing is. Het stigmatiseren van special need-kinderen kan een land dan kwalijk worden genomen, maar het uitgangspunt van de RSJ dat Nederland de grenzen moet sluiten en andere landen moet adviseren hun systemen te verbeteren is naïef en hoogmoedig. Wij kunnen absoluut niet inzien waarom het onmogelijk maken van de opvang van zo’n 300 kinderen per jaar in Nederland via adoptie beter is voor die kinderen. Bovendien is tot nu toe geen aandacht besteed aan het feit dat Nederland meer en meer een multiculturele samenleving is geworden. De Nederlandse adoptieregels zijn woonplaatsgebonden, niet nationaliteitsgebonden. De wensouders zijn niet meer alleen Nederlanders maar veelal ook ouders met andere nationaliteiten. Opvang in eigen land
zou beter zijn omdat een kind op zijn eigen grondgebied en in zijn eigen cultuur kan opgroeien. Juist tegenwoordig kunnen de wensouders ook die culturele achtergrond meegeven omdat ook zij uit die landen afkomstig zijn. In hoeverre moet in dat geval belang worden gehecht aan het opgroeien op eigen grondgebied, nu burgers zich wereldwijd steeds meer verplaatsen? Het klopt dat er pijnpunten bij interlandelijke adopties zijn. Maar het is niet in het belang van het kind om een kinderbeschermingsmaatregel als adoptie, waardoor kinderen die in zeer moeilijke omstandigheden verkeren blijvend worden ondergebracht in een gezin waar zij veilig kunnen opgroeien, geheel op te heffen. Interlandelijke adoptie bestaat en moet goed geregeld worden. De grenzen sluiten is geen oplossing.
Elles Besselsen is onderzoeker aan de UvA en juridisch adviseur bij Everaert Advocaten. Vera Kidjan is advocaat bij Everaert Advocaten.
1
2 3
Zie ook “Wobka toe aan een nieuw jasje”, Adoptiemagazine, 2016-1 Art. 21b IVRK Art. 4 sub b
OPINIE ‘Duidelijk moet zijn dat een kind niet in het eigen land kan opgroeien’ leen dan is volgens het Haags Adoptieverdrag interlanFEMMIE JUFFER, bijzonder hoogleraar pleegzorg en delijke adoptie een verantwoorde optie voor het kind.” adoptie: “Internationaal wetenschappelijk onderzoek “Het is ook belangrijk wat interlandelijk geadopteerden laat overtuigend zien dat opgroeien in een kindertehuis zelf vinden. Naast ervaringsverhalen is er wetenschaplangdurige negatieve gevolgen heeft voor de kinderlijpelijk onderzoek waarin de stem van de geadopteerden ke ontwikkeling. Dat betreft alle terreinen van de ontgehoord wordt. Zo toonde een omvangrijke meta-anawikkeling: de hersenen, lichamelijke groei, gehechtheid, lyse aan dat interlandelijk geadopteerden een even intelligentie en schoolprestaties, en sociaal-emotioneel goed zelfbeeld hebben als binnenlands geadopteerden functioneren. Kinderen zijn veel beter af in een gezin. en niet-geadopteerden. Dat was niet alleen Nederland heeft het Haags Adoptieverdrag gebaseerd op rapportage óver de geondertekend waarin staat dat interlandeadopteerden, maar ook op hun eigen lijke adoptie een laatste redmiddel is mening. En in een recent ondervoor kinderen die anders in een zoek van het ADOC (kenniscenkindertehuis moeten opgroeiDe Raad voor trum voor adoptie Leiden en. Duidelijk moet zijn dat Strafrechtstoepassing Universiteit) gaf verreweg de een kind niet in de eigen faen Jeugdbescherming (RSJ) meerderheid van de intermilie of in een pleeg- of heeft veel los gemaakt met de landelijk geadopteerden adoptiegezin in eigen aan tevreden te zijn met land kan opgroeien. Alstelling: Nederland moet stoppen hun leven.”
‘ Er zijn gewoon kinderen die beter af zijn met adoptie’
met interlandelijke adopties. Gaat in het artikel op de pagina’s hiervoor advocaat Vera Kidjan in op de juridische aspecten van dat standpunt, op deze pagina nog enkele losse reacties van betrokkenen.
REBECCA WIERKS is adoptiemoeder van een dochter van 2,5 jaar uit Nigeria en bezig met de procedure voor een tweede adoptie. “In eerste instantie schrokken we er wel van. Het verbaasde ons ook, want we hadden geen idee dat zoiets speelde. Gelukkig kregen we al snel het rapport in handen en zagen we dat het advies met name gaat over zorgvuldigheid met betrekking tot adoptie. Ik denk dat het natuurlijk altijd goed is om kritisch naar adoptie te kijken. Als een kind opgevangen kan worden in het geboorteland is dat natuurlijk heel erg fijn. Maar als dat niet kan, is adoptie misschien wel een optie. Als ik naar onze dochter kijk hoe zij in het tehuis was en hoe zij zich heeft ontwikkeld bij ons... Dat had in het kindertehuis nooit gekund. Er zijn gewoon kinderen die beter af zijn met adoptie. Het is een mooie manier om een kind toch een gezin te geven.”
14
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
‘Je pakt een kind de kans op een warm gezin af’
MIRIAM VAN LEEUWEN (17), geadopteerd uit ZuidAfrika, hoorde het nieuws op school. Ze was verbaasd en enigszins aangedaan. “Hoe kunnen ze dat nou zeggen? Het gaat al jaren goed, het is een hele mooie methode. Ik gun elk kind dat het in zo’n fijn, warm gezin terechtkomt als dat wij nu hebben.” Haar zus Nelgina van Leeuwen (16), ook geadopteerd uit Zuid-Afrika: “Op die manier pak je het kind een kans op een goede toekomst af.” Adoptievader Ron van Leeuwen (55) probeert zijn twee dochters nog uit te leggen hoe het standpunt van de RSJ te verklaren is: “Vroeger ging adoptie anders. Dan kwam het voor dat er nooit over gesproken werd in een gezin, soms vertelden de ouders zelfs niet aan de kinderen dat ze geadopteerd waren. Maar wij vinden het heel belangrijk dat er ook aandacht is voor jullie herkomst, dat je weet wat je achtergrond is.”
drieluik GEADOPTEERDE
2
Carin Nibbering
Wat leuk voor jullie, dacht ik ondertussen Eigenlijk voelde ik mezelf altijd de gemiddelde Nederlander. Maar sinds ik een paar keer in Brazilië ben geweest heb ik dat niet meer. Op dit moment zit ik klem tussen twee werelden, omdat ik niet goed meer weet waar ik thuishoor. Daar heb ik sinds mijn laatste reis heel erg veel last van…
wel dat haar tante ooit zwanger was geweest en dat ze vervolgens nooit een kind hadden gezien. Dat gebeurde in die buurt wel vaker, daar werd verder niet over gesproken. Mijn collega/nicht trommelde meteen allerlei mensen op en niet veel later stond ik oog in oog met mijn biologische moeder, midden tussen een hoop familieleden. Iedereen om me heen was dolblij dat ik ‘teruggevonden’ was. Zelf stond ik daar maar een beetje verdwaasd en dacht: wat De drang om naar Brazilië te gaan was nooit heel groot. leuk voor jullie. Ik wist niet wat me overkwam, het was alleHet begon pas een beetje te prikkelen toen steeds meer maal zo snel gegaan. mensen om mij heen zomaar op vakantie gingen naar BraWel had ik meteen het gevoel dat het mijn familie was. Alles zilië en vertelden hoe mooi het daar was. Zij wisten meer viel vrij snel op zijn plek. Mijn geboortemoeder vertelde me van het land waar ik geboren ben dan ik. Dat wilde ik niet. dat het haar altijd heel veel pijn heeft gedaan Daarom wilde ik er ook heen. Niet voor rootsondat ze afstand had gedaan van haar kind. derzoek of zo, helemaal niet. Maar ook Ze zei dat ze elke dag aan me had geniet zomaar op vakantie, ik wilde er wel dacht. Dat vond ik wel confrontewat zinvols gaan doen. Dus ik rerend om te horen. Later gaf ze me gelde vrijwilligerswerk in een crèeen brief waarin ze precies uitche in een sloppenwijk en ik legde waarom ze afstand van verbleef bij een gastgezin. De me had gedaan. Ik heb altijd man in dat gezin vroeg me of gehoord en gedacht: joh, ik gegevens over mijn afjouw moeder was waarkomst had. Ik wist alleen de schijnlijk gewoon te arm om naam van het tehuis waar ik voor jou te kunnen zorgen. was opgehaald: Aconchego. En dat was ook zo. Voor mij De man van het gastgezin heeft dat in principe goed kende iemand die in de buurt uitgepakt. Ik heb hier alle kanvan mijn tehuis had gewoond sen van de wereld gekregen, en die kennis kende dan weer die ik daar nooit zou hebben gedegene die er destijds directrice had. Eigenlijk was het een hele was geweest, want het tehuis bemoeilijke beslissing van haar, die ze stond niet meer. heeft genomen in mijn belang. Die directrice bleek heel veel documenTot die ontmoeting was ik heel naïef. Ik ten van het tehuis bij haar thuis te hebben. Zo dacht: ik heb een fijne jeugd gehad, ik ben kreeg ik de naam van de kraamkliniek waar ik LEEFTIJD net als de rest. Maar de laatste drie, vier jaar geboren was. Daar ging ik heen en ik moest 30 jaar heb ik het moeilijk met mijn identiteit. Ik voel het personeel omkopen om het register in te me niet meer helemaal één. Daarom ben ik mogen zien. Het was met de hand geschreBEROEP toen begonnen met schrijven en heb ik een ven en we hadden meteen een match! Het fotograaf boek en een fototentoonstelling gemaakt. kon niet missen en mijn moeder bleek in deDaarin laat ik het contrast zien tussen de zelfde wijk te wonen waar de crèche stond WOONPLAATS twee werelden, en dat ik niet meer zo goed waar ik als vrijwilligster werkte… Niet te geloZwanenburg weet waar ik thuishoor. ven! Heel bizar. Ik ben toen snel naar de crèche gegaan en liet het briefje met mijn moeders naam aan een collega zien. Zij reaCarin is de biologische dochter van Nazaré geerde in shock toen ze de naam van mijn (pagina 9) en de adoptiedochter van Elly moeder las: dat was haar tante! Als dat klop(pagina 21). Een aantal foto’s van Carins te, dan was zij mijn nicht. Ja, achteraf wist ze fototentoonstelling is te zien op pagina 10-11.
DECEMBER – 2016
15
Afstammingsvragen
Tekst Angela Jans
Elke zoekactie is anders Fiom helpt bij speuren in binnen- en buitenland Wie geadopteerd is en op zoek wil naar zijn of haar biologische roots, kan op heel veel verschillende manieren aan de slag. Gewoon zelf beginnen met googelen op internet bijvoorbeeld, of door iemand in te huren. Wie hulp of begeleiding wil, kan terecht bij Fiom. Daar zit een compleet zoekteam met (inter)nationale connecties en er zijn gespecialiseerde hulpverleners die het proces van begin tot eind kunnen begeleiden.
Wie wil zoeken met behulp van Fiom meldt zich aan via de website. Als duidelijk is dat er gezocht kan worden, volgt er een kennismakingsgesprek. Daarin wordt besproken hoe het zoekproces en de begeleiding eruitzien, wat de motieven zijn om te gaan zoeken en welke wensen en verwachtingen er zijn. Dat laatste is erg belangrijk voor de begeleiding om te weten, want hoe hoger de verwachtingen van
16
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
de zoeker, des te groter de teleurstelling als de zoekactie niet slaagt. “Soms blijkt dat er een dubbele lading zit onder de wens om te zoeken”, zegt Kalinda Jager, een van de maatschappelijk werkers van Fiom die zich bezighouden met de begeleiding van mensen met afstammingsvragen. “Bijvoorbeeld dat er nooit een klik is geweest met de adoptieouders. Soms denken mensen er vooraf heel luchtig
over en valt het hun later toch heel zwaar. Dan kunnen wij nog een stukje nazorg leveren. Over het algemeen heeft het zoeken van geadopteerden altijd te maken met behoefte aan herkenning, erkenning en identiteit. Voor sommigen lijkt het een invulling van hun leven te worden, zij hangen er hun levensgeluk aan op. Voor anderen is het meer een aanvulling. Hoe dan ook: elke zoekactie is anders.”
Contactregister Bij binnenlands geadopteerden die op zoek zijn naar hun biologische moeder en/of vader kan het soms heel snel gaan. Fiom kan daarvoor in de Basisregistratie Personen (BRP, voorheen het GBA) kijken en in afstands- en adoptiedossiers. Zelf beheert Fiom 7124 afstandsdossiers en 3840 adoptiedossiers. Fiom beschikt ook over een contactregister. Wie wel gevonden wil worden, maar zelf (nog) niet actief wil zoeken kan zich hier inschrijven. Bij iedere zoekactie wordt altijd eerst het register geraadpleegd. Vaak heeft een binnenlands geadopteerde zelf al informatie over de biologische moeder zoals een naam en/of geboorteplaats. Daarmee kan in Nederland iemand vaak relatief snel getraceerd worden. Vinden is echter geen garantie voor een happy end. Kalinda: “Het komt heel regelmatig voor dat een geboortemoeder wordt gevonden, maar dat ze absoluut geen ontmoeting wil met het kind dat ze heeft afgestaan. Redenen kunnen zijn dat ze het voor haar huidige partner en kinderen geheim heeft gehouden of niet meer geconfronteerd wil worden met het trauma en de pijn van het afstand doen. Maar ik maak ook mee dat als geboortemoeders weten dat zij gezocht worden, dit een aanleiding kan zijn om het geheim te gaan delen met hun partner en kinderen. Dan zie je dat er een grote last van hen afvalt waardoor zij wel het contact met hun afgestane kind kunnen aangaan. Dit draagt bij aan een stuk verwerking en heling van het trauma en verdriet. Soms wil ze niet dat er verdere informatie over haar wordt doorgegeven, zelfs niet dat ze is getraceerd. Of het komt voor dat iemand helemaal niet reageert op brieven van Fiom, dat ze helemaal niets van zich laat horen. Voor de zoekers kan dat heel frustrerend zijn.”
Privacywetgeving Ongeveer een kwart van de zoekacties die Kalinda begeleidt – en dat zijn er tientallen per jaar – betreft binnenlandse adopties. Soms kan ze daarbij binnen enkele maanden een ontmoeting regelen tussen moeder en (inmid-
dels volwassen) kind. Soms moet ze de geadopteerde meedelen dat het niet gaat lukken. “De onzekerheid, als er geen reactie komt, is heel erg voor de zoekers. Maar als we wel hebben gevonden en ze willen geen contact, is dat ook moeilijk te verteren. Het feit dat wij de gegevens hebben en zij er niet bij kunnen, dat ze er geen invloed op hebben, dat is afschuwelijk voor een geadopteerde. Maar het is dan niet anders, wij moeten ook rekening houden met de privacywetgeving. Uiteraard laat ik het er niet zomaar bij zitten, ik stuur vaak meerdere brieven in een blanco envelop. De laatste brief wordt aangetekend verstuurd. Toch heb je soms geen aanknopingspunten meer, dan stopt het. Dat is een kwestie van accepteren, maar dat is vaak heel moeilijk. Zolang je zoekt, is er hoop. Daarom is nazorg bij een zoekactie ook belangrijk. Hoe gaat iemand verder met de uitkomst van een zoekactie en wat heeft die persoon daarbij nodig?”
Pittig proces De termijn die zoeken en vinden in het buitenland in beslag neemt, varieert per land en is uiteraard mede afhankelijk van de informatie die vooraf beschikbaar is. Gemiddeld duurt het ongeveer anderhalf jaar voor Kalinda een geadopteerde kan vertellen dat er contact is gelegd met de biologische vader of moeder van een geadopteerde. Al lukt het natuurlijk lang niet altijd. “Hoe dan ook is het een pittig proces. Ik vind het mooi om mensen daarin bij te staan. Meestal bespreek ik van tevoren: Hoe ver wil je gaan? Wat zijn je verwachtingen? Wat als je nog een keer afgewezen wordt? Kun je dat aan?” Bij buitenlandse zoekacties wordt doorgaans een correspondent ingeschakeld die woont en werkt in het land waar wordt gezocht. Fiom is ook de Nederlandse vertegenwoordiger van International Social Service (ISS), een internationale organisatie waarop iedereen die met grensoverschrijden-
de intermenselijke problemen te maken krijgt een beroep kan doen. ISS is in ongeveer honderd landen vertegenwoordigd. Zo kan Fiom/ISS Nederland bemiddelen bij grensoverschrijdende sociaaljuridische problemen op het gebied van internationale zoekacties, maar ook bij andere zaken zoals draagmoederschap, donorkinderen, gezags- en voogdijkwesties. En regelmatig met succes. Kalinda: “Recent heb ik een zoekactie in Thailand met positief resultaat afgerond. Dat is heel snel gegaan. De geadopteerde jongen heeft inmiddels in Thailand zijn biologische moeder ontmoet, dat heeft hem heel veel rust gegeven. Maar als je bijvoorbeeld moet zoeken in Zuid-Korea, ben je vaak drie maanden tot half jaar aan het wachten voor een je überhaupt een reactie krijgt om te weten of er een ontwikkeling is in de zaak. Helaas geldt voor het merendeel van deze zoekacties dat het niet lukt in contact te komen met de gezochte bloedverwanten. Dat heeft te maken met de nog vrij gesloten cultuur van Zuid-Korea.”
Bloedverwanten “Groot verschil met binnenlandse zoekacties is dat je bij buitenlandse zoekacties te maken hebt met bloedverwanten die ver weg wonen. Je kunt daar niet zo even langs gaan. En cultuurverschillen spelen een grote rol. Dat heeft op alles invloed: hoe open is een land en de mensen, welke taboes zijn daar, hoe kijken zij tegen het gegeven familie aan (in de landen van herkomst is familie veel belangrijker dan hier in het Westen), hoe is de verhouding tussen man en vrouw, wat is de rol van politiek en religie? Dat is iets waar ik veel aandacht aan besteed tijdens de begeleiding, zodat zoekers zich mentaal zo goed mogelijk kunnen voorbereiden op een rootsreis, eventueel in combinatie met een ontmoeting met de biologische familie. Het is je vooral leren verplaatsen in een totaal andere wereld. Dat valt niet altijd mee.”
Voor meer informatie zie: www.fiom.nl/afstammingsvragen
DECEMBER – 2016
17
ACHTER DE FEITEN
Tekst Sandra Benschop Bewerking Angela Jans
Van kinderwens naar moederschap zonder zwangerschap Vijftien jaar lang is Sandra Benschop op weg van kinderwens naar moederschap, maar dan zonder zwangerschap. Aanvankelijk leidt de route haar door het dal van de onvruchtbaarheid. Tot ze in december 2008 haar adoptiekind in haar armen sluit. Ze schreef er een scriptie over, Heel de moeder, waarmee ze eerder dit jaar afstudeerde aan het Jungiaans instituut, de Academie voor dieptepsychologie.
Benschop koos voor het onderwerp nadat ze het boek De adoptiemonologen van de geadopteerde Marina van Dongen had gelezen. Die schreef dat kinderen beter niet geadopteerd
18
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
kunnen worden door vrouwen die hun ongewenste kinderloosheid meezeulen als een grote open wond. “De adoptiemoeder moet haar eventuele onvruchtbaarheid verwerkt hebben,
zodat ze haar pijn niet op het kind projecteert. Dat staat hechting in de weg. Het moet van meet af aan helder zijn: dit stuk is van mij en niet van jou�, aldus Van Dongen.
Benschop daarover in haar scriptie: “In mijn leertherapie heb ik mijn eigen wond weer opengemaakt. Maar hoe heel je je eigen wonden? Een algemene vraag die in mijn leven van extra groot belang werd, want ik ben moeder geworden. En onze kinderen dragen hun eigen wond, ze zijn afgestaan. Ik voel het als een grote verantwoordelijkheid om onze kinderen niet met mijn pijn op te zadelen. Ik wilde onze kinderen ‘opgeruimd’ ontvangen. Inmiddels voel ik vertedering voor de vrouw die acht jaar geleden
zo wils- en daadkrachtig met de innerlijke grote schoonmaak begon. Veel heb ik kunnen sturen, maar uiteindelijk veel ook niet.”
Verdriet in de ogen kijken Ze licht toe: “Voor mij persoonlijk was het heilzaam om de scriptie te schrijven, omdat ik toch opnieuw met stukken van mezelf geconfronteerd werd waar nog wat ‘heling’ in werking trad. Het gaat echt altijd maar door. Ik realiseerde me dat je er echt doorheen moet, dat je het verdriet van de on-
vruchtbaarheid in de ogen moet kijken, ermee worstelt en er uiting aan geeft. Of dat nou via therapie is, via yoga, of via kunst, dat maakt niet eens zo veel uit. Verdriet (boosheid en angst natuurlijk ook) gaat in ieder geval in het lichaam zitten, dus iets met dat lijf wat je lichaamsbewustzijn vergroot, zoals haptotherapie, dans, yoga en meditatie, heb ik als heilzaam ervaren.” Uit de scriptie: “Als ik terugkijk, zie ik een vrouw die volhardend – eerst nog vertrouwend maar later steeds meer alleen en verbeten – op een doel afstevent dat gaandeweg zijn kleur verliest. Een tijdlang niet het idee heeft dat ze een keuze heeft. Die steeds meer het contact met haar diepste wezen kwijtraakt. (…) De diagnose was uiteindelijk: unexplained infertility. Ik was zó teleurgesteld in mijn lichaam. En er was uiteindelijk geen ontkomen aan, niet alleen was ik het contact met mezelf kwijtgeraakt, ik moest ook onder ogen zien dat mijn man en ik van elkaar vervreemd waren geraakt. Het werd stil tussen ons. Na een verwarrende periode kwam de wending voor mij uit een onverwachte hoek: ik werd verliefd. Ik heb de scheiding in gang gezet en ben op mezelf gaan wonen. De liefde bleef en verdiepte zich tot het meest wezenlijke in mij toen mijn geliefde mij een magische pleister aanreikte met de woorden: ‘Wil jij de moeder worden van de kinderen die ik altijd al heb willen adopteren?’ Op dat moment kreeg alles betekenis, alle pijn en ellende van de jaren ervoor, getransformeerd in een van harte gegeven antwoord: ja.” “Er brak een wonderlijke tijd aan, heftig ook. De vreugde om het kind dat ‘verwekt’ was, leefde in mij naast het verdriet om het kind dat niet geboren zou worden. Het is de haptotherapie die mij via mijn lichaam weer in contact heeft gebracht met mijn gevoel. Waardoor ik mijn lichaam als ongeschonden kon ervaren, mijn vrouw-zijn intact. Waar ik mijn emoties heb leren uiten. Boosheid, onmacht, verdriet. Ik ben gaan dansen, zingen en heb yoga opgepakt.” “Ondertussen liep de adoptieprocedure, die door velen als zwaar wordt ervaren. Heb je een jarenlange weg bewandeld om zwanger te worden,
DECEMBER – 2016
19
moet je weer door de procedure… Bij ons duurde het vijf jaar. Op 14 november 2008 kwam de verlossing: we kregen een zoontje! Hij kwam bij ons binnen via het world wide web. Zijn beeld op ons beeldscherm. Ik voelde me opengaan en verbinding maken en ik voel nog in mijn lijf hoe mijn hart op dat moment uitging naar zijn moeder. Zij is er altijd bij gebleven. En toen wilde ik door roeien en ruiten. Alles ontlaadde zich, ik wilde de tijd vooruitduwen, ik moest en zou naar ons kind. Op 15 december vlogen we naar Kenia en op 16 december hielden we hem in onze armen.”
een rol in je psychische gezondheid, in je levensvervulling, in de relatie met je partner en binnen de bredere maatschappelijke context. Er ontstaat in de onbewuste diepte een niet te stuwen drang tot scheppen, wat ten diepste de vrouw in haar vrouw-zijn bevestigt, aldus Benschop. De wens is onontkoombaar en blijft die onvervuld, dan kun je zelfs de zin van je leven gaan betwijfelen. Het doet pijn. En om die pijn maar niet te voelen, raakt het gevoel afgesloten en verlies je het contact met jezelf.
Ruimte maken
‘HET VERHAAL HEEFT VIER PIJLERS: WENSEN, ROUWEN, HECHTEN EN HELEN’
“Een periode van vitaliteit, draagkracht en daadkracht brak aan. Ook van verschuivende verhoudingen. Er wordt letterlijk ruimte gemaakt in het sociale systeem waar ik al deel van uitmaakte met mijn man. Er komt een kind bij. (...) Een pittige kant kwam via de schaduw. Ik dacht dat ik het nodige schaduwwerk achter de rug had, maar ik had me vergist. Het echte werk kwam nog. Het ruimte maken in onze relatie voor het kind betekende het opheffen van onze symbiotische liefde, het terugeisen van de pijn die we bij elkaar in bewaring hadden gegeven en echt op eigen benen gaan staan en eigen huiswerk gaan doen. Een onthechting bijna. Mijn thema’s kwamen in alle hevigheid terug en speelden zich uit in de relatie.” “Toen het tweede kind kwam, ontving ik dat nog bewuster. Hij heeft vanaf het begin meer eigen ruimte opgeëist. Ik kon hem meer zien voor de unieke persoon die hij was. Kon er daardoor op een andere manier voor hem zijn en het opbouwen van onze band verliep anders. Met meer afstand en tegelijk volstrekt intuïtief. Door de afstand kon ik overstappen naar het verhaal rondom het moederschap zonder zwangerschap. Het verhaal heeft vier pijlers: wensen, rouwen, hechten en helen.” Dat is een belangrijk inzicht voor Benschop en de kern van haar scriptie: dat er een proces mag ontstaan waarin je je steeds opnieuw verhoudt tot moederschap zonder zwangerschap. Het begint met een wens, een verlangen. Het vervullen van die wens speelt
20
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Vruchtbaar op heel andere wijze De volgende pijler is noodzakelijk, meent Benschop, maar vergt een moedige stap. Onder ogen komen dat je niet zwanger zult worden, dat je op die manier niet gaat deelnemen aan het mysterie van het bestaan. Deze fase is er een van rouw. In het reine komen met het niet kunnen verwekken van nieuw leven roept hele sterke emoties op, vergelijkbaar met de emoties rondom de dood van een dierbare. Er is alleen geen lichaam te betreuren en de omgeving en zelfs de betrokkenen zelf herkennen hun pijn niet als de pijn van het verlies. Je neemt afscheid van wat niet heeft mogen zijn. Welke rituelen zijn er dan? Hoe deel je hierover? Het erkennen en aanvaarden van je pijn, daar letterlijk mee leven is een dagelijkse bezig-
heid die je in het begin kan uitputten, maar verwerken van de pijn kan volgens Benschop maar op één manier: er recht doorheen. Ergens moet je je gaan aanpassen aan de nieuwe realiteit, moet het verlorene met zachtheid tegemoet getreden worden en transformeren tot bron van opnieuw gevonden vitaliteit. Het is een hele klus, maar als je hem weet te klaren dan ontstaat er ruimte voor het nieuwe, word je op een heel andere wijze vruchtbaar. Daarna komt de pijler van het hechten. Dat is eigenlijk heel bijzonder, want als er iets is waar adoptieouders veel van weten dan is dat het hechtingsproces. In haar scriptie laat Benschop zien dat het nog belangrijker is dan gedacht. Als je als moeder een veilige basis in jezelf ervaart, jezelf kent, de pijnlijke thema’s hebt doorgewerkt, met andere woorden gehecht bent in jezelf, bied je je kind een veilige bodem om zich aan te hechten. Dat brengt je volgens Benschop vanzelf bij de laatste pijler, die ze ‘helen’ heeft genoemd, heel worden, jezelf als één geheel ervaren. Vanuit haar studie, en ook vanuit haar eigen ervaring definieert zij dit als een wezenlijke levensvervulling, die aan de basis ligt van een vruchtbaar leven: “Zie het (...) als een doorgaand cyclisch proces, steeds rijker en meer gelaagd. Want na het helen begint het vreugde- en hoopvolle wensen weer, gevolgd door pijn en tegenslag en het verwerken daarvan. En daardoor weer wat meer heel.” In een toelichting op haar scriptie vat Benschop samen wat haar verhaal voor anderen kan betekenen: ‘’De allerbelangrijkste boodschap is toch eigenlijk gericht aan de adoptiemoeder of aan iedere moeder: ken u zelve. Ken je levensthema, ken je pijn, want juist op die pijn kunnen moeder en kind zo op elkaar gaan aansluiten, en in elkaar verwikkeld raken. Gaat het kind voor de moeder zorgen! Worden ze een pleister op elkaars wond.”
Heb je vragen of opmerkingen, of wil je een pdf van de scriptie ontvangen, mail dan: contact@sandrabenschopcoacht.nl.
drieluik ADOPTIEMOEDER
3
Elly Nibbering
Wij delen een dochter Omdat ik dol was op kinderen ging ik aan het werk als peuterleidster. Na ons huwelijk wilden we op een gegeven moment graag kinderen. Toen bleek dat we verminderd vruchtbaar waren. We twijfelden even tussen pleegzorg en adoptie maar kozen al vrij snel voor het laatste. Dat werd een lange procedure. Het heeft ruim vijf jaar geduurd voor we onze zoon in Brazilië konden ophalen. Vervolgens mochten we anderhalf jaar later, dat ging gelukkig wel heel snel, weer naar hetzelfde tehuis om een tweede kindje op te halen. Dit keer sloten we daar Carin in onze armen. Dat was nog een beetje gek gegaan. Aanvankelijk hadden we een voorstel gekregen voor een jongetje. Dat vonden wij prima. Vervolgens kregen we te horen dat er voor ons een meisje was. Dat vonden we fantastisch maar ook krankzinnig. We zeiden nog: “Dan nemen we dat jongetje ook wel mee”, maar dat mocht niet, hij ging naar een andere familie. Compleet onverwacht bleek ik enkele jaren later zwanger… Toen hadden we drie kinderen, een zoon en twee dochters. Twee bruine wenskinderen en een blank biologisch kind. Onderling zien ze zelf het verschil niet, en wij ook niet. De buitenwereld ziet het wel, we merken weleens dat mensen het een eigenaardige situatie vinden. Wij zelf nooit. De adoptie was in ons gezin eigenlijk nooit een issue. We hadden wel gezegd dat we op vakantie naar Brazilië zouden gaan als 25 jaar getrouwd waren. Rond die tijd vroegen onze ouders echter veel zorg en konden we niet weg. Bovendien heb ik ontzettende vliegangst, dus ik durfde eigenlijk ook niet zo
goed. Kortom, het kwam er niet van, we gingen niet. Toen was Carin zo stoer dat ze alleen ging. Dat vond ik heel dapper. Ze ging eigenlijk helemaal niet op zoek, maar ze heeft met behulp van het gastgezin waar ze verbleef tijdens diezelfde reis binnen de kortste keren haar biologische moeder gevonden. Ze belde ons meteen toen ze dat hoorde. Het was hier in Nederland midden in de nacht op dat moment, ik vergeet het nooit. We wisten helemaal niet dat er zoiets stond te gebeuren, dat hadden we niet verwacht. Maar ik was heel blij met de uitkomst. Later zijn we met z’n allen, met hele gezin naar Brazilië gegaan om de familie te ontmoeten. Carins moeder ging zich heel erg verontschuldigen tegenover mij. Over dat ze haar kind had afgestaan. Terwijl wij ons schuldig voelden omdat wij haar kind hadden gekregen. En eigenlijk is dat puur een kwestie van wel en geen geld. Dat is raar. Maar de situatie was zo en daar sta je dan, jaren later tegenover elkaar, natuurlijke ouders en adoptieouders. Wij kunnen elkaar gelukkig recht in de ogen kijken en zeggen: “Wij delen deMOEDER VAN zelfde dochter.” drie kinderen, getrouwd Helaas zijn de gevolgen voor Carin zelf minder. Zij worstelt nu ontzettend met de gevolLEEFTIJD gen van de ontmoeting. Voor haar is het heel 63 jaar dubbel. Voor ons is het naar om te weten dat je kind pijn heeft. Voor Nazaré, haar natuurBEROEP huisvrouw lijke moeder, is het wreed dat ze haar kind heeft moeten afstaan, maar gelukkig weet ze WOONPLAATS nu waar ze is. Uiteindelijk is de situatie zoals Zwanenburg ie is. Elly is de adoptiemoeder van Carin (pagina 15).
DECEMBER – 2016
21
‘Onze zoon heeft slaapproblemen’ of ‘Onze puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die vragen of twijfels hebben over de opvoeding van hun kinderen kunnen terecht bij de advieslijn van de afdeling Nazorg van Stichting Adoptievoorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. In deze rubriek komen zaken voorbij waarover wordt gebeld.
Goed voorbereid op reis
Wel of niet gaan?
Hoopt u het komend jaar af te reizen om uw kind op te halen? Kom dan naar ‘Klaar voor de start’.
Adoptieouders staan tegenwoordig steeds vroeger voor de keuze: Ga ik met mijn kind op rootsreis? Waar doe ik verstandig aan? Hoe weet ik of mijn kind daar aan toe is? Voor die ouders is er de brochure ‘Rootsreis in de basisschoolleeftijd’.
De eerste tijd na de overdracht is voor alle adoptieouders een spannende periode. Hoe zal onze eerste ontmoeting verlopen? Wat als mijn kind overstuur, teruggetrokken, boos of bang is? Of ontroostbaar? Hoe kan ik hier het beste mee omgaan? Tijdens ‘Klaar voor de start’ krijgt u informatie en tips voor het moment van overdracht, de eerste tijd samen en het opbouwen van een band met elkaar. De bijeenkomst vindt plaats op donderdag 30 maart 2017, van 13.30 -16.30 uur in Houten. Deelname kost € 15,- per persoon. Aanmelden kan via www.adoptie.nl.
Ook advies of hulp nodig? U kunt de Stichting Adoptievoorzieningen als volgt bereiken: Tel. 030 - 2330340 (keuze 3), ma t/m do van 9.30 tot 12.30 uur. E-mail nazorg@adoptie.nl
22
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Korte brochure over rootsreis
De brochure helpt bij de afweging of het wel of niet verstandig is om met uw kind op rootsreis te gaan. U vindt informatie over de emotionele en praktische afwegingen die voorafgaan aan zo’n reis. Kan mijn kind het aan? Wat is ons doel? Hoe bereiden we ons voor? Wat zijn de mogelijke gevolgen voor mijn kind? Ook staan er praktische tips voor een goede voorbereiding op de reis en een waardevol verblijf. Bestellen De brochure bestaat uit 12 pagina’s, kost € 4,95 (incl. verzendkosten) en is te bestellen via de website van Stichting Adoptievoorzieningen, www.adoptie.nl.
Ontwikkeling
Wel of niet praten over Haïti?
Regelmatig bellen ouders naar de Stichting Adoptievoorzieningen vanwege vragen van hun kind over hun biologische ouders en hun achtergrond. Soms komen deze vragen veel eerder dan de ouders hadden verwacht. De ervaring leert dat kinderen tussen hun 6e en 8e levensjaar meer bezig zijn met hun achtergrond dan daarvoor. Het besef begint te komen dat er naast het adoptieverhaal ook een verhaal bestaat over het afgestaan-zijn. Dit heeft te maken met de ontwikkeling van de hersenen en het leren leggen van verbanden. Ook komt in deze periode de identiteitsontwikkeling meer tot bloei, waardoor kinderen zich bewuster worden van dingen, zoals verschillen met leeftijdgenootjes. Sommige kinderen zijn geneigd te gaan fantaseren of te piekeren zonder de ouders hier deelgenoot van te maken. Het kan helpen om als ouder af en toe zelf een balletje op te gooien over de achtergrond van het kind en te laten merken dat het onderwerp bespreekbaar is en dat je er als ouder voor je kind bent.
Identiteitsboekje maken Lin is geadopteerd uit China toen ze bijna 3 jaar oud was. Ze is nu 8 jaar. Volgens vader Gerard is Lin is een vrolijk, ijverig en pienter meisje dat zich goed ontwikkelt. Ze lijkt weinig met haar adoptie bezig. Als het toevallig ter sprake komt, ontwijkt ze het een beetje, haar bijzondere voorgeschiedenis lijkt haar niet echt te boeien. Gerard hoort van andere adoptieouders dat het belangrijk is om vóór de start van de puberteit met kinderen een rootsreis te maken. Hij vraagt zich af of ze dat ook moeten doen. Gerard krijgt het advies om de komende tijd beter te onderzoeken wat de gedachten, gevoelens en eventuele fantasieën van Lin zijn over wat een rootsreis voor haar zou kunnen betekenen. Er zijn verschillende manieren om hier op een ontspannen manier over in gesprek te komen. Een van de ideeën is bijvoorbeeld: maak samen met haar een creatief ‘Lin-boekje’. Daarin kun je alle aspecten verwerken over wie ze is, wil zijn, of wil worden.
Moeder Agnes belt om iets te vragen over haar oudste kind. Ze heeft twee dochters uit Haïti (9 en 11 jaar oud), die biologische zusjes van elkaar zijn. Ze hebben de meiden opgehaald toen ze 2 en 4 jaar oud waren. De jongste is een extravert meisje, dat al vanaf het begin heel veel vragen heeft over haar voorgeschiedenis en biologische familie. De oudste wil het echter helemaal niet over Haïti hebben en wordt telkens boos wanneer haar zusje het onderwerp aankaart. Dat leidt regelmatig tot irritaties en spanningen thuis. Ouders vragen zich af hoe ze beide dochters kunnen steunen, terwijl hun behoeftes zo verschillend zijn. En ze vragen zich af wat er achter de boosheid van hun oudste zit en of ze daar iets mee zouden moeten… In het telefoongesprek met de medewerkster van de advieslijn van, die doorvraagt over de thuissituatie, blijkt dat de oudste dochter een binnenvetter is. Ze praat niet makkelijk en heeft de neiging om dingen zelf op te lossen, juist als het moeilijk wordt. Met vader heeft ze een sterke band, ze houden beiden erg van voetbal. Op de vraag waar ze zich precies zorgen over maakt, antwoordt moeder Agnes dat ze bang is dat haar oudste haar gevoelens te veel wegstopt, waardoor ze later misschien vastloopt. Haar wens is dat allebei hun dochters de kans krijgen om hun voorgeschiedenis te verwerken en zich te verbinden met hun oorsprong en cultuur, omdat ze gelooft dat hen dat sterker maakt in hun sociaal-emotionele en identiteitsontwikkeling. Ervan uitgaand dat hun oudste daar extra hulp bij nodig zal hebben, omdat ze vanuit haar voorgeschiedenis geleerd heeft zich te ‘harden’ als ze zich kwetsbaar voelt, lijkt het moeder zinnig om er eens uitgebreider over door te praten. Ze vraagt een consultatiegesprek aan, waarin de adoptieprofessional samen met beide ouders zal bespreken wat ze thuis kunnen bieden en of een ondersteunende (non-verbale) therapie hun dochter zou kunnen helpen.
DECEMBER – 2016
23
GELEZEN/GEZIEN Olie en het kronkeldier Auteur Wilma Geldof Illustraties Marieke Nelissen Leeftijd 8+ Uitgeverij Luitingh-Sijthoff ISBN 9789024573059 Gebonden 14,99 E-book 9,99
nend jeugdverhaal dat op overtuigende wijze is geschreven. Je stapt zo de wereld van Ollie binnen, snapt zijn daden, zorgen en verdriet. Auteur Wilma Geldof werkte jarenlang in de geestelijke gezondheidszorg en bij de Raad voor de Kinderbescherming. Dat is te merken. Deze kennis en ervaring gebruikt ze duidelijk in dit kinderboek dat geschreven is voor kinderen van ongeveer 8 tot en met 12 jaar. Ollie heeft last van een hechtingsproblematiek en dankzij een fantasiebeest en gebruikmakend van veel symboliek, weet hij hier in de loop van het boek beter mee om te gaan. Dit gebeurt echter tussen regels door, in hoofdzaak is het vooral ene boeiend, bij vlagen ontroerend verhaal. Of Ollie uiteindelijk Kronkel terug naar zee brengt of niet? Tsja, dat blijft nog even geheim. Angela Jans
mee. Snuiter helpt haar om de tranen op te vangen. Als hij haar het volle flesje geeft, giet ze de toverdruppels over haar vleugels en komt er een regenboog tevoorschijn. Toverdruppels is bedoeld om kinderen te helpen bij het praten over verdriet en tranen. Daarvoor kunnen ook de spelletjes en knutselopdrachten van de Tranenfee gebruikt worden die achter in het boek staan. Voorbeelden zijn een regenbooggordijn maken van crêpepapier of een ui snijden zodat je kunt huilen zonder verdriet. Alles bij elkaar een sympathieke poging om verdriet bespreekbaar te maken, maar de moraal van het verhaal ligt er zo dik bovenop dat het boek zijn doel voorbij schiet. Daarbij is het taalgebruik erg weeïg. “Het feetje aait zijn stekeltjes. Ze is lief. Snuiter krijgt een warm gevoel. Alsof zijn hartje heel zachtjes gekust wordt.” Kinderen verdienen meer dan deze oubolligheid. Meike Melenhorst
Toverdruppels Nathalie Slosse
Ollie woont in een pleeggezin in een oud huis, vlakbij de zee. Maar Ollie is bang van de zee, want zijn ouders zijn daarin verdronken. Hij is ook bang om de liefde van zijn pleegouders voor hem te accepteren, bang om zijn gevoelens te tonen: immers iedereen waar hij om geeft gaat weg of dood… Hoe herkenbaar?! Dan op een dag, vindt Ollie een heel bijzonder wezen. Het is groot, geel en glibberig. Ollie verstopt het dier in de schuur en noemt hem Kronkel. Ollie wil hem graag houden maar Kronkel hoort thuis in de zee en kwijnt weg in het schuurtje. Zijn pleegmoeder en pleegzusje willen Kronkel graag helpen maar kan Ollie hem laten gaan? Symboliek? De vondst van hele gele beest lijkt aanvankelijk iets té onwaarschijnlijk. Maar binnen de kortste keren word je als lezer meegesleept in een span-
24
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Snuiter de egel is verdrietig want zijn vriend Grote Boom is ziek. Als hij huilt, komt er een Tranenfee die zijn tranen verzamelt. Zij legt uit dat als er pijn van binnen is, er tranen naar buiten komen. Dat zijn toverdruppels. Daarna heeft het ene na het andere dier verdriet. Het konijn omdat mama zijn sabbelwortel heeft weggegooid, de eekhoorntjes omdat hun ouders gaan scheiden, de vleermuis omdat hij niet meer in de nacht wil leven ... De Tranenfee heeft het er maar druk
Retourtje Roots Maureen Welscher Uitgeverij van Brug ISBN: 978-90-6523-651-7 Retourtje Roots is een klein boekje waar veel in staat over adoptiekinderen die op reis gaan naar hun geboorteland. Alle varianten komen langs, van ‘opnieuw kennismaken met het land en de cultuur’ tot ‘langs bijzondere plekken gaan’ (tehuis, pleeggezin, vindplek) en ‘ontmoeten van de geboortefamilie’. Het boekje laat mooi zien hoe divers een rootsreis kan zijn, welke waardevolle zaken hierbij kunnen komen kijken maar ook welke dilemma’s het kan opleveren. Wat als je ene kind wel wil bijvoorbeeld, maar je andere kind niet? Of hoe weet je of je kind eraan toe is? Hoe bereid je je voor als gezin? Hoe weet je welke emoties er bij alle betrokkenen los zullen komen? Welke plek krijgt de geboortefamilie als er eenmaal contact is geweest, hoe doe je dat?
voedingsstrategieën. Centraal staan daarbij: grenzen stellen aan gedrag en het kind helpen om zich veilig te voelen. Aan de hand van eenvoudige activiteiten leren kinderen hun boosheid op een constructieve manier te uiten.
boek eindigt met verhalen en gedichten voor jonge kinderen over boosheid en woede. Marion van Olst
Mano Mano Lilian van Rooij manomano-boek.com
Bijdragen van professionals (sommigen ook geadopteerd of adoptieouder) worden afgewisseld met persoonlijke ervaringsverhalen over rootsreizen. Daardoor komen steeds weer andere aspecten en nuances aan bod. Voor adoptieouders is het boekje handig als voorbereiding op het (eventueel) maken van een rootsreis. Maar ook voor professionals, geadopteerde jongeren en andere geïnteresseerden is het zeker het lezen waard. Chris Thie (Stichting Adoptievoorzieningen)
Kleine vulkaantjes Kleine kinderen leren omgaan met boosheid en woede Warwick Pudney & Éliane Whitehouse Kleine kinderen kunnen ouders met hun woedeaanvallen tot wanhoop drijven. Kleine vulkaantjes staat vol informatie over de oorzaken van boosheid en grensoverschrijdend gedrag bij kinderen tot ongeveer vijf jaar. Verminderen van angst, pijn, schaamte, onzekerheid en verlies betekent dat er minder reden voor boosheid en woede komt. De auteurs Pudney en Whitehouse, van wie eerder ook Pubervulkanen verscheen, bieden hiervoor empathische op-
De impact van scheidingen en andere traumatische gebeurtenissen wordt helder beschreven. Wat zijn veilige manieren om stoom af te blazen en hoe kun je goed reageren op woedeuitbarstingen? Ook opvoedingspatronen die een negatieve uitwerking hebben op het kind komen aan bod. Het boek is geschreven vanuit de oplossingsgerichte methode. Je krijgt meer inzicht in de oorzaken van driftbuien. Alleen dat helpt al om je kind beter te begrijpen en je meer te kunnen inleven. Interessant is dat er een heel hoofdstuk aan vaders is gewijd. Over het algemeen is er weinig aandacht voor deze groep ouders, terwijl betrokken vaders juist een diepgaande invloed op het gedrag van jonge kinderen kunnen hebben. Het
Het boek Mano Mano bevat tien mooie portretten van geadopteerde mannen en vrouwen: hun eigen verhaal, een foto van nu en een pentekening van een jeugdfoto. Openhartig vertellen de geïnterviewden over hoe ze kijken naar zichzelf, hun voorgeschiedenis en hun toekomst. Welke rol het afgestaan en geadopteerd zijn in hun leven speelt, is heel divers, maar ieder probeert daar zijn eigen balans in te vinden. Voor de buitenwereld lijkt dat misschien vanzelf te gaan, maar vaak is het ook best hard werken, zo blijkt. Initiatiefneemster Lilian van Rooij maakte de foto’s, Mariëlle Hoekstra verzorgde de pentekeningen en Kirsten Wesselius werkte de interviews uit. De prachtige vormgeving van het boek is van de hand van Tiny de Vries, en de opbrengst gaat naar de NONA Foundation, die zich inzet voor meisjes die slachtoffer zijn van seksueel geweld en mensenhandel in Sri Lanka. Een aanrader voor iedereen, niet alleen voor mensen die persoonlijk of beroepsmatig met adoptie te maken hebben. Chris Thie
DECEMBER – 2016
25
ONDERZOEK BELICHT
Zijn geadopteerden tevreden met hun leven?
Tekst Gera ter Meulen
Op 1 en 2 juni van dit jaar werd in Utrecht de EurAdopt Conferentie gehouden. Toen Gera ter Meulen en andere organisatoren tijdens de voorbereiding brainstormden over de invulling van de conferentie, was één ding duidelijk: de conferentie moest niet over, voor en zonder geadopteerden georganiseerd worden – zij moesten per se betrokken worden. En wat zou het niet mooi zijn als zij zelf zouden vertellen hoe zij hun geadopteerd-zijn beleefden…
Vanuit deze gedachten ontwierpen we vanuit het ADOC, Kenniscentrum voor Adoptie en Pleegzorg, een korte internet-enquête waarin volwassen interlandelijk geadopteerden gevraagd werd naar hun tevredenheid met hun leven en hun adoptie. Als basis gebruikten we eerder onderzoek van Hester Storsbergen naar tevredenheid van volwassen Grieks geadopteerden en het ADOC-onderzoek naar tevredenheid van Nederlands geadopteerden. Om er zeker van te zijn dat de belangrijkste aspecten behandeld werden, legden we een concept voor aan zowel United Adoptees International als Stichting Interlandelijk Geadopteerden. Dit leidde onder andere tot toevoeging van de vraag of geadopteerden in de loop van hun leven anders zijn gaan denken over adoptie, en of adoptie altijd speelt of alleen gedurende bepaalde periodes. We verwerkten alle adviezen en probeerden intussen de vragenlijst zo kort mogelijk te houden. Daardoor konden we niet goed doorvragen, maar hoopten we dat meer mensen de vragenlijst zouden invullen. In open vragen konden mensen
26
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
verdere toelichting geven. Maar hoe bereik je volwassen geadopteerden zonder dat je op voorhand al een groep benadert die bezig is met afstand en adoptie? De drie EurAdopt-leden in Nederland – Wereldkinderen, Kind en Toekomst en Meiling – stuurden ruim 5500 adoptieouders die een adoptiekind hadden boven de 18 een brief voor hun kinderen met een link naar een enquête via internet. Daarnaast werden geadopteerden via geadopteerdenorganisaties en social media benaderd. Zo bereikten wij groepen die normaal niet zo bezig waren met hun adoptie, en ook geadopteerden die geen contact meer hadden met hun adoptieouders. Uiteindelijk leverde dit alles in totaal ruim 1200 reacties op.
Tevredener dan de gemiddelde Nederlander Wat bleek? Over het geheel genomen bleken volwassen geadopteerden tevredener met hun leven dan de gemiddelde Nederlandse bevolking. Een kleine groep gaf aan erg ontevreden te zijn. Geadopteerden die voor 1975 waren geadopteerd bleken het minst tevreden te zijn. Maar bijna de helft van de geadopteerden was in de
loop van het leven anders over adoptie gaan denken, en deze verandering was vaker richting een positieve dan een negatieve houding. Dit kwam door bijvoorbeeld meer levenservaring, rootsreizen, zelf kinderen krijgen, of geconfronteerd worden met ernstige problemen rond afstand en adoptie – van zichzelf of van mensen uit de omgeving. Mogelijk zijn ‘jongere’ geadopteerden tevredener zijn omdat in de loop van de tijd steeds meer aandacht is gekomen voor ondersteuning van adoptie zoals verbeterde wet- en regelgeving, het Haags adoptieverdrag, voorlichting en nazorg.
Belang van juiste informatie Meer dan de helft van de geadopteerden was teruggeweest naar het land van oorsprong, de meeste om vakantie te vieren. Ongeveer een kwart had gezocht naar informatie. Bijna een derde van de informatie die bij de adoptie gekregen was, klopte niet. Een aantal ‘vroege’ adoptielanden, zoals Zuid-Korea en Bangladesh, bleek vaak niet-kloppende informatie te hebben geleverd. Goed nieuws was dat na 1992 het percentage on-
Ervaringen voorafgaand aan afstand en adoptie
Afstand
Adoptie
Ervaringen in het adoptiegezin
Het feitelijke verhaal rond afstand en adoptie
Persoonlijke eigenschappen
De betekenis van afstand en adoptie voor de geadopteerde
Ervaringen in de eigen omgeving en maatschappij
Tevredenheid met het leven
Bepalende factoren voor tevredenheid met het leven
juiste informatie heel erg terugliep. Blijkbaar heeft het inzicht dat juiste informatie belangrijk is voor geadopteerden, gecombineerd met wet- en regelgeving, verbetering gebracht. Dat juiste informatie belangrijk is, werd bevestigd door de uitkomsten op tevredenheid: de mensen die uitvonden dat de informatie niet correct was, waren over het algemeen minder tevreden met afstand en adoptie.
De mate van gediscrimineerd-zijn zijn bleek ook een bepalende factor voor tevredenheid met het leven. Bijna de helft had er geen last van gehad – wat niet wil zeggen dat het niet voorkwam. De grootste groep had er een beetje last van gehad, en bijna een zevende had er veel last van gehad. De puberjaren bleken de meest kwetsbare leeftijd – daarna nam discriminatie af.
Tevredenheid met leven in het algemeen
‘BELANGRIJK IS: OPENHEID VANAF HET BEGIN, GEEN GEDRAAI OVER DE ADOPTIE.’
De vragenlijst onderzocht in hoeverre afstand en adoptie van invloed waren op de algemene tevredenheid met het leven. Zoals verwacht hingen tevredenheid met adoptie en tevredenheid met het leven sterk met elkaar samen. Als men positief was over afgestaan-zijn, bleek men ook tevredener met het leven, maar de samenhang was wat minder sterk. Het kon zo zijn dat men tevreden was met de adoptie en met het leven, maar ook ongelukkig was over afgestaan-zijn. Een andere bepalende factor voor tevredenheid was de relatie met de adoptieouders. Over het algemeen was deze (zeer) goed en keek men tevreden terug naar de thuissituatie.
Adoptie bleek voor de meeste geadopteerden niet iets waar ze steeds mee bezig waren. Voor de grootste groep was het de meeste tijd geen issue, alleen in bepaalde periodes wel. Voor slechts een vijfde was adoptie een belangrijk aspect van de identiteit, en deze groep bleek minder tevreden te zijn.
Tevreden met leven, ontevreden met adoptie Door het hele onderzoek heen was rond de 10 procent van de geadopteerden niet tevreden of gelukkig met de afstand en adoptie. Er waren geadopteerden die ongelukkig waren met het adoptiegezin, last hadden van discriminatie, of boos waren over misstanden in de procedures. Van deze groep was een deel wel tevreden over het leven in het totaal. Een geadopteerden zei daarover in de discussie tijdens de conferentie aangaf: “Ik kan tevreden zijn met mijn leven, maar ik ben wel kritisch over mijn afstand en adoptie.” En een deelnemer aan de enquête verwoordde het zo: “Adoptie is het ergste en het beste wat mij als mens overkomen is.”
Het project werd uitgevoerd door het ADOC, Universiteit Leiden en de drie EurAdopt-leden Wereldkinderen, Kind en Toekomst en Meiling. Prof. Femmie Juffer, hoogleraar Adoptiestudies, het Oranje Fonds, de Centrale Autoriteit voor Adoptie en de EurAdopt-leden steunden het project financieel.
DECEMBER – 2016
27
COLOFON Adoptie Magazine Online Onafhankelijk, informerend, signalerend en opiniërend. Voor aspirant-adoptieouders, adoptieouders, geadopteerden, professionals op het gebied van adoptie en alle anderen die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie. Adoptie Magazine Online is uit een uitgave Stichting Adoptievoorzieningen. Het online magazine verschijnt vier keer per jaar.
Vormgeving Studio Jorrit van Rijt
REDACTIE Hoofdredacteur Angela Jans Aan dit nummer werkten mee Erik Draaijer (eindredactie), Sandra Benschop, Elles Besselsen, Zindzi Folmer, Vera Kidjan, Meike Melenhorst, Gera ter Meulen, Marion van Olst, Chris Thie, Annemarie Vernooij en Renée Wolfs.
zie ook: www.adoptieoudersonline.nl en of www.adoptie.nl
Foto cover Privécollectie Carin Nibbering 28
ADOPTIE MAGAZINE ONLINE
Redactieadres Postbus 290 3500 AG Utrecht Telefoon: 030 2330344 e-mail: redactie@adoptie.nl
Kopij Bijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom. Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer of e-mailadres. Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.