Adoptiemagazine online 4 - december 2018

Page 1

JAARGANG 3 • NUMMER 04 • DECEMBER 2018

magazine online

V O O R W I E B E T R O K K E N I S B I J A F S TA N D E N A D O P T I E

T

Bi n n H E M A enla a d o p n d se tie

IN DIT NUMMER

HULPHOND helpt adoptiekinderen ‘Er bestaan veel MISVERSTANDEN’

CIJFERS over afstand ter adoptie


TEKST ANGELA JANS

THEMA GEHECHTHEID REDACTIONEEL

REDACTIONEEL

VRAAG FIOM

Binnenlandse adoptie ‘De kans dat je de loterij wint is groter’, kregen Daphne en Joost Bolman te horen toen ze informeerden naar de mogelijkheden van binnenlandse adoptie. Desondanks besloten ze zich aan te melden voor de Nederlandse lijst. Twee jaar later waren ze via binnenlandse adoptie trotse ouders van twee kinderen. Daphne: ‘Onze procedures zijn zo vlot gegaan dat we ons soms zelfs een beetje schamen tegenover alle mensen die al zo lang op een kindje wachten’. Dit nummer van het Adoptiemagazine online heeft als thema: Binnenlandse adoptie. We besteden aandacht aan de cijfers en gang van zaken anno nu, maar ook aan binnenlandse adopties in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. Daarover schreef geadopteerde Eugénie Smits van Waesberghe het boek: ‘Schoot vol Tranen’. Een inter­view met de schrijfster is te vinden op pagina 20. Een rapport dat is opgesteld door Fiom, geeft inzicht in de aantallen, achtergrond en omstandigheden van vrouwen in Nederland die in deze tijd overwegen of besluiten hun kind af te staan ter adoptie. Het artikel over het rapport, de Landelijke Afstand Ter Adoptie Registratie (LATAR), staat op pagina 10. Verder onder meer een kijkje bij stichting Hulphond (pagina 14). Daar hebben ze een therapie ontwikkeld om met behulp van honden, (adoptie)kinderen op weg te helpen. Daarnaast ook dit keer natuurlijk weer ruimte voor de vaste ­rubrieken als: Gelezen/gezien, het Drieluik en Begeleiding Besproken.

Ondersteuning In samenspraak met het Ministerie van Veiligheid en Justitie wil Fiom (volwassen) geadopteerden en hun ouders ondersteuning bieden bij vragen die leven rondom de adoptie in het verleden. Fiom wil dat dat op drie manieren doen. Ten eerste is een helpdesk adoptie opgericht waar zowel geadopteerden als hun ouders terecht kunnen. Daarnaast biedt Fiom begeleide inzage van de dossiers van voormalig vergunninghouders Flash, Stichting Afrika en Stichting Bemiddeling Adoptie. Ten derde wil Fiom, indien daar behoefte aan is, bijeenkomsten houden waar vragen over de invloed van mogelijke misstanden bij adoptie en eventueel ook andere nog te benoemen thema’s, toegelicht en besproken kunnen worden. Onderwerpen van thema-avonden zouden kunnen zijn: • Omgaan met het eigen gevoel ten aanzien van het adoptieproces • Omgaan met gevoelens van de geadopteerde • De eventuele gevolgen voor de ouder-kindrelatie Fiom hoort graag van adoptieouders of deze thema’s aansluiten bij de wensen of dat er andere vragen zijn. Stuur bij interesse een e-mail naar: hvhooff@fiom.nl

Veel leesplezier! Angela Jans a.jans@adoptie.nl

2

Of kijk op: fiom.nl/over-fiom/nieuws/ helpdesk-volwassen-geadopteerdengeopend


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

DECEMBER 2018

INHOUD

T

Bi n n H E M A enla a d o p n d se tie

10

13

Thema

Het Drieluik

Vaste Rubrieken

2

9 GEBOORTEMOEDER

4

KORT Ruimte voor aankondigingen, nieuws, gadgets en een column van adoptiemoeder Sandra Benschop

14

BEGELEIDING BESPROKEN Hond laat dingen zien die anders verborgen blijven – Angela Jans

17

GELEZEN/GEZIEN

18

WETTEN EN REGELS Komt een vrouw bij de advocaat – Vera Kidjan

6

10

20

Redactioneel ‘Er bestaan veel m ­ is­verstanden over binnenlandse adoptie’ – Machteld Stilting Afstand ter adoptie in cijfers en letters – Astrid Werdmuller Eugénie Smits van Waesberghe: ‘Ik wil dat er erkenning komt’ – Angela Jans

Ik heb mijn kind teruggekregen – Anoniem

13

23

GEADOPTEERDE Dit ben ik... – Monique

ADOPTIEMOEDER Het voelde heel natuurlijk, ik hield meteen van haar – Jessica

18 14

24

OPINIE Maak bevallen onder pseudoniem mogelijk – Astrid Werdmuller

26

VRAGENDERWIJS

28

COLOFON

3


TEKST ANGELA JANS

THEMA GEHECHTHEID KORT

Adoptant.nl

In de rubriek Kort is ruimte voor aankondigingen, nieuws en discussie. Heeft u een tip voor een bijeenkomst, een film of een lezing? Laat het ons weten: redactie@adoptie.nl.

Twee mensen die een bekend familielid, een neefje uit het buitenland, wilden opvangen om het kind te redden van een weeshuis of zwerversbestaan, liepen tegen veel vragen en problemen aan. Het was vaak erg moeilijk om aan duidelijke informatie te komen. Mede daarom hebben ze hun bevindingen op een website gezet en gedeeld.

> MEER INFORMATIE

Kijk op adoptant.nl voor informatie over regels, wetgeving en hindernissen.

Actueel

DANS tijdens spel Voor kinderen met problemen in de sociale commu­ nicatie, zoals autismespectrumstoornissen (ASS), is het moeilijk om te bekijken en te imiteren wat an­ dere mensen doen. Deze kinderen denken van nature niet flexibel en kunnen om die reden moeite hebben met fantasiespel. ‘DANS tijdens spel’ is een serie van drie boekjes die ouders van kinderen met ASS helpen om toch de vele vaardigheden die voortkomen uit alledaagse spelervaringen mee te geven aan hun kinderen. De boekjes bieden praktische, gemakkelijk te volgen adviezen waarmee ouder en kind samen plezier kunnen maken. > INFO SWP Uitgeverij, prijs 17,50 euro per boek. > MEER WETEN? Kijk ook op:

www.ouderscentraal.nl/product/dans-tijdens-spel

4

Patrick Noordoven, geadopteerd uit Brazilië, ontdekte jaren geleden dat zijn adoptie op illegale wijze was verlopen. En dat hij waar­ schijnlijk niet de enige is, waarbij dat was… Mede op zijn aandringen en dankzij zijn vasthoudendheid, wordt nu een onafhanke­ lijke commissie in het leven geroepen die onderzoek gaat doen naar eventuele mis­ standen bij adopties van buitenlandse ­kinderen door Nederlanders. Dat heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid onlangs besloten. Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming wil met name van de commissie weten of en zo ja in welke mate, rijksambtenaren betrokken waren bij illegale adopties. Er zijn vermoedens dat ze een oogje dichtknepen of zelfs actief betrokken waren. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op adopties uit Brazilië tussen 1967 en 1998. Maar ook adopties uit landen als Colombia, Indonesië, Sri Lanka en Bangladesh zullen worden bekeken. Ook in deze landen ontdekten geadopteerden dat rond hun adoptie, wellicht sprake is geweest van misleiding of valse voorwendselen.


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

Herziene uitgave ‘Terug naar het begin’

DECEMBER 2018

TEKST

Sandra Benschop

Kwetsbaar Onlangs werd me weer eens duidelijk hoe kwetsbaar je bent als adoptiemoeder* na de adoptie van je langverwachte kind. Zo wordt in het boek van Stella Damstra, ‘Weg van haar’, (zie de recensie in het vo­ rige Adoptie Magazine) op pijnlijke wijze invoelbaar wat een lange weg moeder en kind soms moeten afleggen, voordat ze op hun gemak zijn met elkaar. De schrijver maakt in één klap korte metten met de roze wolken die het prille (adoptie)moederschap omgeven. Nee, het gaat niet altijd vanzelf in het contact tussen moeder en kind.

Het boek ‘Terug naar het begin’ van ­Charlotte Branshoek (pseudoniem) komt begin volgend jaar uit in een herziene uitgave, met een voorwoord van emeritus hoogleraar adoptie René Hoksbergen. > INTERESSE?

Belangstellenden kunnen de auteur bereiken door een e-mail te sturen naar adoptieineenboekje@gmail.com. Uitgeverij Boekscout, ISBN 978-94-022-4700-8 > MEER INFORMATIE

Zie het artikel in Adoptiemagazine 3 2018

Leeftijdsgrenzen niet omhoog Minister Dekker (Rechtsbescherming) heeft in antwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Vera Bergkamp (D66) laten weten dat de gehanteerde leeftijdsgrenzen voor aspirant-adoptieouders niet verhoogd zullen worden. De minister benadrukt dat bij een interlandelijke adoptie kan worden afgeweken van de leeftijdsgrenzen van 42 jaar (leeftijd op moment van aanvragen beginseltoestemming) en 46 jaar (leeftijd tot waarop beginseltoestemming wordt verleend of verlengd) als sprake is van bijzondere omstandigheden, maar dat deze leeftijdsgrenzen in principe hard zijn en van kracht blijven.

Er ligt een lange tijd tussen wens en kind in de adoptiedraagtijd en daarin moet ook veel gedragen worden. Hoe zorgvuldig de voorbereiding ook is, er komt veel los als het moment van ontmoeting daar is. Niet alleen vreugde. Het is een periode van jezelf opnieuw uitvinden en het oude definitief los laten en het nieuwe omarmen. Je kind is zo anders dan jij, hoe raak je vertrouwd? Je kind raakt ook iets wat hetzelfde is in jou, en hoe begrens je dat? Niet te veel afstand, niet te nabij, zodat je het kind en zijn behoeften ook echt kan zien. Het kind heeft een tegenover nodig. Het appèl dat op je wordt gedaan kan overweldigend voelen. Het vereist moed om ook de donkere kant van je ervaring te onderkennen en erover te spreken. Het vereist moed om hulp in te roepen. Het vraagt zelfkennis en zelfzorg om de grenzen van wat je kunt dragen aan te geven. Het oerbeeld van moederschap is dat van Maria met de pasgeboren Jezus in haar armen, zo stralend in ons allen ingeprent, of we nou christelijke wortels hebben of niet. Rust, vanzelfsprekendheid, een bubbel van gelukzaligheid. De werkelijkheid is vaak anders en toch is het dat beeld dat ons als een heldere ster inspireert om die weg te vinden in het contact met ons kind. Bereid je voor en zoek ondersteuning erna. Want hoe kwetsbaar je ook bent na de adoptie, je kind is dat meer. * Of adoptievader! Maar toch net even anders.

ZIE OOK: SANDRABENSCHOPCOACHT.NL

5


THEMA BINNENLANDSE ADOPTIE

TEKST MACHTELD STILTING

Daphne Bolman:

‘ Er bestaan veel misverstanden over binnenlandse adoptie’ 6


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

DECEMBER 2018

‘De kans dat je de loterij wint is groter’, kregen Daphne Bolman (34) en haar man Joost (37) te horen toen ze informeerden naar de mogelijkheden van ­binnenlandse adoptie. Maar toen de wachttijd voor een kindje uit China opliep, besloten ze zich in oktober 2015 toch ook in te schrijven op de Nederlandse lijst. Een halfjaar later woonde Stan al bij ze. En nog eens anderhalf jaar later werd het gezin uitgebreid met Mees. Daphne: ‘Onze procedures zijn zo vlot gegaan dat we ons soms zelfs een beetje schamen tegenover alle mensen die al zo lang op een kindje wachten.’

D

at het verhaal van Daphne en Joost en hun twee zoons niet alleen maar hosanna is, blijkt direct aan het begin van het gesprek. Daphne vraagt of het mogelijk is hun jongste zoon in het artikel een verzonnen naam te geven. Zijn adoptie is namelijk nog niet afgerond. Bij adoptie binnen Nederland mag je de gang naar de rechtbank pas maken als het kind een jaar bij je woont. In dat jaar mag de moeder nog terugkomen op het afstaan, legt Daphne uit. Een onzekere periode dus. Die vaak zelfs nog (veel) langer duurt dan een jaar. “Je dient een verzoek in, maar de rechtbank gaat er pas naar kijken als er tijd voor is. En adoptie heeft vaak geen prioriteit.” Voordat de adoptie een feit is, ben je extra voorzichtig met het delen van informatie, volgens Daphne. Nederland is klein, maar de impact van social media is groot. “De zwangerschap van de biologische moeder van Mees was geheim. We moeten haar privacy en die van Mees zo veel mogelijk beschermen.”

Eerst naar pleeggezin De voor- en nadelen van binnenlandse adoptie wisselen elkaar tijdens het gesprek continu af. Een groot voordeel is volgens Daphne de informatievoorziening. Al twee dagen na het eerste telefoontje zaten ze met Bureau Jeugdzorg en de Raad voor de Kinderbescherming om de tafel. “Er werd eerst gecheckt of de match nog klopte en vervolgens kregen we informatie over Stan, zijn achtergrond en zijn special need.” Omdat de moeder van Stan al tijdens de zwangerschap wist dat ze afstand ging doen, is hij snel na de bevalling naar een pleeggezin gegaan. Neutraal terrein, zoals ze dat noemen. “Daar blijft een kindje altijd drie maanden, de éérste periode waarin de moeder terug kan komen op haar beslissing.” In de tussentijd kiest de Raad drie ouderprofielen uit die het best passen bij het kind en bij eventuele wensen die de biologische moeder via Fiom kenbaar heeft gemaakt. Daphne: “Bijvoorbeeld dat het gezin een katholieke achtergrond heeft of financieel onafhankelijk is.” Ook kan ze wensen hebben

met betrekking tot het contact na de adoptie. Stans adoptie is helemaal gesloten, wat wil zeggen dat er op verzoek van de biologische moeder geen contact meer is. Met de moeder van Mees is afgesproken dat zij eenmaal per jaar op de hoogte wordt gehouden door middel van foto’s. “Die sturen wij dan naar Fiom,” vertelt Daphne. “Er is geen rechtstreeks contact. Wij weten wel de namen van de moeders, maar we hebben besloten niet te gaan googelen. Pas als de jongens erom vragen gaan we actie ondernemen.”

Snel een kinderkamer in orde maken Uiteindelijk kiest de biologische moeder of Jeugdzorg het meest geschikte adoptiepaar. In het geval van Stan dus Daphne en Joost. En toen ging het snel. Twee dagen later ontmoetten ze Stan al bij het pleeggezin. Daar volgde het voorstel om tien dagen lang met het pleeggezin mee te draaien om Stan en zijn ritme en gewoontes rustig te leren kennen. Geen standaardprocedure, volgens Daphne. “Hoe alles precies verloopt is afhankelijk van de Raad, Jeugdzorg en het pleeggezin waar je mee te maken hebt.” De pleegouders van Mees vonden het bijvoorbeeld beter dat hij met Daphne en Joost mee naar huis ging zodra zij daaraan toe waren. Dat kwam toen ook beter uit, zegt Daphne. Ze hadden immers ook Stan die de nodige aandacht nodig had. En ze wisten inmiddels zelf ook al meer van de hoed en de rand. De snelheid van de procedure heeft ook wel een keerzijde, vindt Daphne. Zo moet er binnen een paar dagen een kamertje in orde gemaakt worden. En je moet vaak nog dingen op het werk afronden. Bovendien was de plotselinge komst van Mees voor Stan ook best ingrijpend. “Hij heeft een pittig karakter en dan ineens is er binnen een week een kindje dat óók aandacht wil. Daar had hij beste moeite mee. Sinds een paar weken gaat het beter. We zijn maanden bezig geweest met benoemen en bevestigen dat hij er mag zijn.” >>

7


DECEMBER 2018

THEMA BINNENLANDSE ADOPTIE

Adoptie in ontwikkeld land als Nederland Er zijn veel misverstanden als het om binnenlandse adoptie gaat, weet Daphne. Veel mensen denken dat de kinderen geen hechtingsproblemen hebben omdat ze jong zijn op het moment van adoptie. En ze kunnen ook geen slechte start gehad hebben in een ontwikkeld land als Nederland. “Er wordt gezegd: ‘Er zijn hier diverse instanties die je kunnen helpen als je onverwacht zwanger wordt. Je hoeft je kind niet meer af te staan.’” Volgens Daphne is het misschien juist daarom voor een kind nog wel schrijnender dat het toch is gebeurd. Ze benadrukt dat de thematiek bij binnenlandse en buitenlandse adoptie in grote lijnen overeenkomt. En dat het dus ook niet de bedoeling is dat Jan en alleman hun jongens knuffelen en oppakken. “Dat is soms nog weleens lastig uit te leggen.” Wat Daphne ook nog weleens hoort is dat mensen denken dat je in Nederland ‘dus’ een blank kindje krijgt. Onzin, zegt ze. “We leven in een multiculturele samenleving, het kind kan alle mogelijke huidskleuren hebben.” De moeders van Stan en Mees komen toe­ vallig uit hetzelfde land. “Toeval, maar wel fijn. Ze delen dezelfde achtergrond, met dezelfde reden van afstand.”

Moeder kan terugkomen op beslissing Daphne wil mensen een realistisch beeld van binnenlandse adoptie geven. Ja de procedure kan sneller gaan, ja de kindjes zijn relatief jong, en ja het gaat vaak om kinderen met een minder heftige combinaties van special needs. Bovendien kost een binnenlandse adoptie je relatief weinig geld. Maar daartegenover staat de onzekerheid of de biologische moeder niet terugkomt op haar beslissing. En een adoptieprocedure die je volledig zelf moet regelen bij de rechtbank. Bovendien kun je de biologische moeder bij wijze van spreken bij de Albert Heijn tegenkomen. Ook met dat idee moet je kunnen dealen. Daphne vertelt dat ze zich, ondanks het risico dat de adoptie alsnog niet door zou gaan, onmiddellijk aan beide jongens gehecht hebben. Het was instant liefde en daar kun je geen rem op zetten. Dat geldt ook voor de pleegouders. “Als je hun emoties zag bij de overdracht!” Dat gaf wel aan hoe goed de jongens het in beide pleeggezinnen gehad hebben. Daphne en Joost hebben nog steeds contact met ze. “Het zijn onze bonusfamilies. Ze spelen een ongelooflijk belangrijke rol in ons leven. Wij hebben het nooit over een adoptiedriehoek. Wij noemen het een adoptievierkant.”

8

BINNENLANDSE ADOPTIE Voor de adoptie van een kind uit Nederland geldt, net als bij buitenlandse adopties, dat de adoptie in het belang van het kind moet zijn. Aanvullende voorwaarden worden op de site van de Rijksoverheid genoemd en zijn bijvoorbeeld: • Het heeft kind niets meer te verwachten van zijn eigen ouder(s). De rechter beoordeelt of de ouder(s) nog kunnen of willen vervullen. • Het kind is minderjarig. Een kind van 12 jaar of ouder moet instemmen met de adoptie. Als een kind nog geen 12 is maar wel goed zijn mening kan geven en ook laat blijken te beseffen wat de gevolgen zijn van wat hij zegt, dan geldt ook zijn mening. • Grootouders mogen hun kleinkind niet adopteren. • De adoptieouder is ten minste 18 jaar ouder dan het kind dat hij/zij wil adopteren. Voorwaarden die worden gesteld aan paren (van verschillend of gelijk geslacht) die een kind uit Nederland willen adopteren: • Zij hebben in de periode voorafgaand aan de adoptie minstens drie jaar ­samengeleefd. Dit kunnen ze aantonen met bijvoorbeeld een samenlevings­ contract of gegevens uit de Basis­ registratie Personen (BRP). • Zij hebben het kind gedurende één jaar verzorgd en opgevoed. Het maakt daarbij niet uit of de partners getrouwd zijn. Adoptie door één persoon is ook mogelijk. Tot 2009 gold dat diegene drie jaar voor het kind moest hebben gezorgd. Nu geldt, net als voor paren, een termijn van één jaar. Eenpersoonsadoptie komt volgens de Rijksoverheid vooral voor in de vorm van stiefouderadoptie, waarbij de (nieuwe) partner van een van de biologische ouders het kind adopteert. Meer algemene informatie is te vinden op de site van de Rijksoverheid: https://www.rijksoverheid.nl/ onderwerpen/adoptie/voorwaardenadoptie-­nederlands-kind)


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

RUBRIEK DRIELUIK

> GEBOORTEMOEDER

Anoniem

drieluik

Ik heb mijn kind teruggekregen Dag in, dag uit. Elke dag dacht ik aan hem. Het be­ heerste mijn leven. Zou hij gelukkig zijn? Gaat het wel goed met hem? Dat vroeg ik me af. Ik durfde niet te gaan zoeken, uit angst zijn leven overhoop te halen. Dat was wel het laatste wat ik wilde. Uiteindelijk heeft hij mij gevonden. Dat viel nog niet mee, hij is er twee jaar mee bezig geweest. En geloof het of niet, op een gegeven moment dacht ik regel­ matig als ik de voordeur opendeed: hé, weer geen brief vandaag. Dus toen er op een dag wel een brief op de mat lag, voelde ik meteen: dit is van hem. De brief was afkomstig van de Raad voor de Kinderbescherming. Er stond in dat er iemand naar mij op zoek was, als ik mezelf daarin herkende, werd ik verzocht contact op te nemen. Ik heb meteen gebeld. Daarna kreeg ik een brief van hem zelf. Hij schreef: “Hallo mama…” Inmiddels was hij dertig jaar, getrouwd en vader van twee kinderen. Dat is inmiddels zestien jaar geleden. Ik heb echt mijn kind teruggekregen, zo voelt dat, ook al is hij ondertussen 46 jaar. De vraag hoe het met hem gaat, is beantwoord. Dat geeft mij rust. We hebben een goede band. Ook met mijn tweede zoon, zijn halfbroer, heeft hij een goede klik. Ze hebben dezelfde humor. Natuurlijk heeft hij gevraagd: waarom? En ik heb verteld hoe is het is gegaan. Ik was samen met een paar vriendinnen op vakantie geweest in het buitenland. Daar is het gebeurd, het was niet vrijwillig. Ik kwam uit een streng gereformeerd gezin en woonde vanwege mijn werk op kamers in de stad.

De pil was niet aan de orde. Toen ik erachter kwam dat ik zwanger was, wist ik niet wat ik moest doen. Ik durfde niet naar de huisarts. Thuis was ik opgevoed met ‘hel en verdoemenis’, ik ging ervan uit dat die arts dat ook zou zeggen. Ik probeerde het verborgen te houden en kreeg verkering op mijn werk. Hem heb ik verteld dat ik zwanger was. Hij zei: “Ik wil best met je trouwen maar geen kind, dat moet weg.” Door alle ellende was ik psychisch een wrak. Ik stemde toe. Ik ben bevallen in het ziekenhuis en heb daar bij binnenkomst gezegd dat ik afstand wilde doen van het kind. Ze hebben een maatschappelijk werkster geroepen en die heeft me begeleid. Zij was echt heel lief. Na de bevalling is mijn zoon onmiddellijk weggehaald. Zelf ben ik met mijn man naar huis gegaan. Er werd niet meer over gesproken. Nooit. Het was geen fijn huwelijk. Na zeven jaar is mijn tweede zoon geboren. Elf jaar lang heb ik volgehouden, toen kon ik echt niet meer en ben ik gescheiden. Vervolgens heb ik bewust jarenlang alleen met mijn zoon gewoond. Mannen, daar was ik even klaar mee. Toen ik jaren later mijn tweede en huidige man leerde kennen, LEEFTIJD heb ik hem meteen verteld dat ik nog een 67 jaar kind had. Hij, zijn moeder en zus waren daarin heel begripvol. Daar was ik heel blij Moeder van mee. In principe gaat het nu al jaren heel twee kinderen, een afgestaan ter adoptie goed met mij, kan ik ernaar kijken alsof ik er met een paraplu boven hang, maar vorig WOONPLAATS jaar had ik toch weer even een dip. WaarZuid-Holland schijnlijk omdat het zo ontzettend traumatisch is dat je het nooit echt helemaal verwerkt.

9


THEMA BINNENLANDSE ADOPTIE

TEKST ASTRID WERDMULLER

Rapport over periode 2015-2017

Afstand ter adoptie in cijfers en letters

Voor het eerst is er een uitgebreid rapport gemaakt over onbedoeld zwangere vrouwen in Nederland die overwegen of besluiten hun kind af te staan ter adoptie, de Landelijke Afstand Ter Adoptie Registratie (LATAR) 1. De gegevens in het rapport beslaan de periode 2015-2017 en zijn door Fiom verzameld bij de instanties die begeleiden bij een voornemen tot afstand ter adoptie: naast Fiom zelf ook Siriz en de Raad voor de Kinderbescherming. Het rapport biedt inzicht in de omvang, achtergrond en omstandigheden van de groep vrouwen die afstand van hun kind overwegen of doen. Fiom wil met de LATAR en door het delen van ervaringsverhalen het taboe op afstand ter adoptie doorbreken.

10


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

A

DECEMBER 2018

ls een vrouw onbedoeld zwanger is en niet zelf voor haar kind denkt te kunnen zorgen, kan ze erover denken afstand te doen ter adoptie. Dat noemen we een ‘voornemen tot afstand’. In het afstandsprotocol zijn afspraken vastgelegd over de begeleiding en gang van zaken. Zo heeft de moeder na de bevalling een bedenktijd van drie maanden. De baby wordt in die periode in een tijdelijk pleeggezin geplaatst. Als de moeder drie maanden na de bevalling besluit tot afstand ter adoptie gaat de baby naar aspirant-adoptieouders. Deze ouders kunnen als ze een jaar voor het kind gezorgd hebben de adoptie aanvragen. De afstand ter adoptie is pas wettig als de adoptie is uitgesproken door de rechter. Tot die tijd kan de moeder er nog op terugkomen. Als ze dat doet, zal de Raad voor de Kinderbescherming de situatie onderzoeken en een advies schrijven aan de rechtbank over wat te doen. De rechter beslist, waarbij het belang van het kind centraal staat.

In iets meer dan een derde van de situaties waarin de vrouw besluit tot afstand ter adoptie is de biologische vader van het kind op de hoogte, en 1 op de 5 biologische vaders is ook betrokken bij het besluit tot afstand ter adoptie van hun kind. Die betrokkenheid is gestegen ten opzichte van de periode 1998-2007, toen slechts gemiddeld 1 op de 20 biologische vaders betrokken was bij het besluit tot afstand ter adoptie (Bos et al., 2011 2).

Drie opties

Voor veel mensen is het niet voor te stellen dat iemand de zwangerschap pas ontdekt vlak voor of tijdens de bevalling. Er zijn verschillende redenen waarom de vrouwen zich niet bewust zijn van de zwangerschap.

Een onbedoeld zwangere vrouw met een voornemen tot afstand ter adoptie heeft drie opties: het kind daadwerkelijk afstaan ter adoptie, (langdurige) pleegzorg of toch zelf voor het kind zorgen. Abortus is voor de vrouw met een voornemen tot afstand doorgaans geen overweging: óf de zwangerschap is te ver gevorderd, óf ze heeft al besloten geen abortus te willen.

Late ontdekking zwangerschap Wat elk jaar weer opvalt, is het grote aantal vrouwen dat de zwangerschap pas laat ontdekt. Voor de meerderheid van de vrouwen is bij ontdekking de abortusgrens gepasseerd. Van de 196 vrouwen met een voornemen tot afstand ontdekken er 55 de zwangerschap nadat ze al 30 weken of meer zwanger zijn (28,1%) en 18 van hen pas vlak voor of tijdens de bevalling.

Figuur 1 laat zien dat de meerderheid van de 196 vrouwen die in de periode 2015-2017 het voornemen hebben tot afstand ter adoptie, hier uiteindelijk van afziet. 52 van de 196 vrouwen kiezen er wel voor om afstand te doen ter adoptie. De gemiddelde leeftijd van deze vrouwen is 28,7 jaar. De jongste vrouw is 18 jaar en de oudste 45 jaar. Van deze vrouwen is 55,8% alleenstaand en Figuur 1. Keuze na voornemen afstand ter adoptie 2015-2017 30,8% gehuwd of samenwonend. Het grootste deel woont zelfstandig (59,6%), een kwart woont (nog) bij ouders (25%). Bij 11 van de 52 vrouEen jonge vrouw is bijvoorbeeld negen maanden voor wen speelt religie een rol bij het besluit tot afstand. de bevalling een avond bij een studiegenoot geweest en kan zich er de volgende dag niet veel meer van Van de vrouwen die hun kind afstaan ter adoptie hebben herinneren. Achteraf gezien is ze die avond gedrogeerd er 2 op de 5 een migratieachtergrond (42,3%). De helft van en verkracht. Ze heeft nog nooit bewust seks gehad, deze groep vrouwen is afkomstig uit Oost-Europa, een dus verwacht geen zwangerschap. Een andere vrouw kwart heeft een Afrikaanse achtergrond. De meerderheid blijft maandelijkse bloedingen houden. De zwangervan de vrouwen uit Oost-Europa is Pools. Als knelpunt schap is niet zichtbaar of voelbaar, ook haar vriend signaleert de hulpverlening dat deze vrouwen vaak het heeft niets gemerkt. Zij bevalt in haar eentje op het contact verbreken en uit beeld verdwijnen na de bevaltoilet na hevige buikpijn. Ook zijn er vrouwen aan ling. Daarom wordt een verdiepend onderzoek aanbevowie door een arts is meegedeeld dat ze onvruchtbaar len naar de optimale begeleiding van deze groep. zijn, of ze gebruiken de pil en verwachten geen >>

11


DECEMBER 2018

THEMA BINNENLANDSE ADOPTIE

zwangerschap. Sommige vrouwen geven aan dat ze de zwangerschap lange tijd genegeerd of verdrongen hebben en het daardoor niet ­beseften. Een van de aanbevelingen in het rapport is een advies aan staats­ secretaris Blokhuis om bij de door hem aangekondigde landelijke campagne over onbedoelde zwangerschap apart aandacht te besteden aan het herkennen van de signalen van een zwangerschap. Dit kan het bewustzijn vergroten en late ontdekking van de zwangerschap voorkomen.

Figuur 2. De gemaakte keuzes bij voornemens tot afstand ter adoptie waarbij geheimhouding speelt in 2015-2017 (n=48)

Geheimhouding Bij 48 van de 196 voornemens tot afstand ter adoptie speelt geheimhouding een rol (24,4%). De redenen hiervoor zijn schaamte, schande of gevaar. Voor een deel van de vrouwen is de dreiging van eerwraak of verstoting een belangrijke factor. In figuur 2 is te zien dat in 15 van deze 48 situaties de geheimhouding wordt opgeheven. Het grootste deel van de vrouwen bij wie de geheimhouding wordt opgeheven is zelf voor haar kind gaan zorgen. Bij deze 14 vrouwen lijkt het in de eerste periode na aanmelding gevaarlijk als de familie of omgeving op de hoogte raakt, maar blijkt het in een later stadium toch mogelijk hen erbij te betrekken. Eén vrouw kiest wel voor afstand ter adoptie maar heeft het bij nader inzien toch aan meer mensen verteld en daarmee de geheimhouding doorbroken. Bij de overige vrouwen die afstand ter adoptie hebben gedaan onder geheimhouding blijft de geheimhouding in stand. In totaal houden 20 van de 52 vrouwen die afstand doen de zwangerschap en komst van het kind geheim, dat is 38,5%. Geheimhouding kan echter niet gegarandeerd worden. Daarom staat in het rapport een ­aanbeveling voor de overheid om bevallen onder pseudoniem wettelijk mogelijk te maken. (Zie ook: opinie op pagina 24.)

Omstandigheden en motieven De omstandigheden en motieven die leiden tot het afstaan van een kind ter adoptie zijn zeer divers. Meestal is er op verschillende probleemgebieden iets aan de hand en dwingt de onbedoelde zwangerschap keuzes te maken. Voor veel vrouwen speelt dat hun leven ontregeld is en dat ze te weinig draagkracht hebben.

12

Ook de migratieachtergrond en de rol van de biologische vader zijn van invloed. Sommige vrouwen voelen zich te jong, andere juist te oud. Voor een aantal vrouwen is een belangrijke reden om afstand te doen dat ze de zorg voor eerdere kinderen al niet of nauwelijks aankunnen. Zij zijn bang hun andere kinderen te verliezen of het nieuwe kind tekort te doen. Verder valt op dat voor de helft van de vrouwen die afstand doen schaamte, schande en het mogelijke gevaar een rol spelen bij hun besluit.

NOTEN

1 Zie https://fiom.nl//sites/default/files/landelijke-afstandter-adoptie-registratie.pdf 2 Bos, P., Reysoo, F., & Werdmuller, A. (2011). In één klap moeder, en ook weer niet. Onderzoek naar demografische en sociaaleconomische kenmerken en motieven van ­vrouwen die tussen 1998-2007 in Nederland hun kind ter adoptie hebben afgestaan. Onderzoeksrapport. Den Bosch: Stichting Ambulante Fiom.

WIST JE DAT: • In de periode 2015-2017 in Nederland 196 vrouwen overwogen hun kind af te staan ter adoptie? • Uiteindelijk 52 van hen daadwerkelijk besloten tot afstand ter adoptie? • 20 van de 52 vrouwen die afstand deden hun zwangerschap geheimhielden? • 18 van de 196 vrouwen met een voornemen tot afstand de zwangerschap pas ontdekten rond de bevalling?


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

RUBRIEK DRIELUIK

> GEADOPTEERDE Monique

drieluik

Dit ben ik... Mijn kindertijd was fijn en vrij onbezorgd. Soms ­speelde het geadopteerd-zijn op, bijvoorbeeld als ik voor school een babyfoto mee moest nemen om een stamboom te maken. Zo’n foto had ik niet. Op de middelbare school was het anders, je kunt dan meer zelf bepalen aan wie je over je adoptie vertelt en aan wie niet. Sommige leraren ontdekten het pas tijdens een ouderavond. Zelf ging ik rond die tijd beter beseffen en begrijpen hoe ik door anderen werd ge­ zien. Ik merkte dat mensen mijn donkere uiterlijk en oer-Hollandse gewoonten soms verwarrend vonden. Tegen de tijd dat ik zestien, zeventien jaar was, werd ik steeds nieuwsgieriger naar mijn geboorteouders, maar ik vond het moeilijk ten opzichte van mijn adoptieouders om dat te zeggen. Mijn moeder begreep dit, mijn vader vond het lastiger. Met name omdat hij mij wilde beschermen, hij dacht dat de antwoorden die ik zou vinden, mijn leven niet per se makkelijker zouden maken. Maar nog altijd ben ik blij dat ik de antwoorden heb en het me niet meer hoef af te vragen. Ook kan ik mijn geschiedenis nu delen met mijn eigen kinderen, het is tenslotte ook een deel van hun identiteit. Ik ben dus op zoek gegaan en mijn moeder was vrij snel gevonden. Ze reageerde in eerste instantie niet op het verzoek van Fiom om contact op te nemen. Toch stemde zij uiteindelijk in toe in een ontmoeting. Ze was vriendelijk en ik mocht haar alles vragen. Ze is precies twee jaar na mijn geboorte, op mijn geboortedag getrouwd en met haar man naar Amerika vertrokken, zij hebben samen twee kinderen gekregen. De keuze om destijds met mij te breken

was voor haar definitief. Inmiddels kan ik haar keuze veel beter begrijpen. Over mijn vader wilde ze niet veel vertellen. Ik heb hem toch gevonden, althans de familie, hij zelf was toen helaas al overleden. Hij bleek van Surinaams/Chinese afkomst. Al ben ik gewoon in Nederland geboren (mijn moeder was Nederlandse), dat Surinaamse verbaasde me niet maar dat mijn opa Chinees was, vond ik verrassend. Mijn geboorteouders hadden een serieuze relatie maar mijn moeder besefte toen ze zes maanden zwanger was, dat het niet ging werken en besloot daarom mij af te staan ter adoptie. Ik ben opgegroeid bij warme en liefdevolle adoptieouders, samen met mijn adoptiezusje dat twee jaar jonger is. Omdat ik donkerder van huidskleur ben dan mijn adoptieouders vertelde mijn moeder mij voordat ik naar de basisschool ging dat ik geadopteerd was, zodat ik beter op vragen of opmerkingen van andere kinderen zou kunnen reageren. Ik vind het jammer dat ik mijn vader nooit heb ontmoet. Wel heb ik er een leuke, lieve halfzus bij, een dochter van mijn vader. Omdat ik een half jaar geleden mijn adoptiedossier heb ingezien bij de Raad voor de Kinderbescherming, een heel boekwerk, heb ik mijn moeder alsnog wat beter leren kenLEEFTIJD nen. Het is nou eenmaal zo gegaan. Het is 53 jaar onderdeel van waar ik vandaan kom, van wie ik ben. Ik ben een positief mens, leef Getrouwd, moeder mijn leven en geniet ervan. Mijn ervaringen van twee kinderen (21 en 19) met afstand en adoptie deel ik met jongere geadopteerden zodat ze er misschien wat BEROEP aan kunnen hebben. Daarvoor heb ik ook ambulant twee (doe)boekjes gemaakt: ‘Dit ben ik’ en begeleider ‘Dit ben ik 2.0’, voor kinderen van 7 tot 12 jaar. Bestellen kan door een e-mail te stuWOONPLAATS Berkel en Rodenrijs ren naar: schmeitzmonique@gmail.com.

13


TEKST ANGELA JANS

RUBRIEK BEGELEIDING BESPROKEN

HOND LAAT DINGEN ZIEN DIE ANDERS VERBORGEN ­BLIJVEN

H

et inzetten van honden kan goed werken bij de begeleiding van adoptiekinderen. Het grote voordeel van dieren: ze zijn niet beladen en bedreigend, zoals mensen voor sommige getraumatiseerde kinderen

kunnen zijn...

“Wij zorgen vaak voor succes”, zegt Petra van Benten, hoofd behandeling Therapie en coaching bij Hulphond Nederland. “We brengen kinderen eerst in een com-

14

fortzone. Pas later gaan we ze eventueel een beetje kietelen.” Ze doelt hierbij op de oefeningen die ze kinderen tijdens de therapeutische sessies met de


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

DECEMBER 2018

Hulphond Nederland leidt Therapie-hulphonden op, die haar therapeuten inzetten voor kinderen die te maken hebben met hechtingsproblematiek, ontwikkelingsachterstand of andere beperkingen of problemen. Regelmatig kloppen adoptieouders aan bij de stichting om hulp te vragen voor hun kind. Er is zelfs een groepje adoptiekinderen gevormd. Deze kinderen krijgen nu één keer per maand gezamenlijk therapie nadat ze elkaar in de wachtruimte van de stichting hebben ontmoet en daarbij hun gemeenschappelijke achtergrond hebben vastgesteld. Het voordeel: tijdens de groepssessies herkennen ze dingen bij elkaar. “Briljant”, zegt Van Benten.

ERVAREN DAT HET OKÉ IS WAT JE DOET De hondenliefhebster is oorspronkelijk opgeleid als maatschappelijk werker. Later heeft ze nog ontwikkelingspsychologie en psychopathologie gedaan en jaren gewerkt als gezinsvoogd. Op basis van die kennis en ervaring heeft ze de therapie grotendeels zelf ­ontwikkeld. “Adoptiekinderen passen perfect binnen onze doelgroep”, zegt Melissa Hamminga, therapeut van Hulphond Nederland en collega van Petra van Benten. “We hebben een methode ontwikkeld die is gericht op ervaringsleren. Daarmee kunnen we kinderen helpen die somber zijn, vastlopen op school, de aansluiting missen. We leren ze samen te spelen, beter af te stemmen.”

hulphonden laat doen. Ze kent de dieren zo goed dat ze bij bepaalde opdrachten bij voorbaat weet hoe de hond zal reageren, zodat een kind gegarandeerd ervaart wat nodig is om de doelen te behalen. De succeservaringen dragen bij aan een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen. Petra is kynologisch gedragstherapeut en heeft vijf honden waarvan er drie werkzaam zijn als therapiehond binnen Hulphond Nederland. Daarnaast is zij therapeut.

De stichting doet dit op verschillende locaties in Nederland, van Weesp tot Oldenzaal. Tijdens de intake wordt bepaald met welke hulphond gewerkt gaat worden, en dat blijft gedurende de hele looptijd van het traject ook dezelfde hond – of dat nou drie sessies zijn of dertig. Het doel is om een hechtingsrelatie te laten ontstaan. De sessies zijn wekelijks en duren drie kwartier per keer. Hamminga: “Dan kom je allerlei dingen tegen zoals in een relatie: wat vind je niet leuk, wat wel, wanneer haak je af, ga je door, hoe neem je afscheid? Allemaal triggers voor geadopteerden. We ondertitelen daarbij wat we zien: ‘Hé hij komt niet, dat is lastig. Wat doe je nu?’ Veel geadopteerden schamen zich omdat ze denken dat ze er niet hadden mogen zijn en zijn daarom altijd bezig zich te bewijzen. Wij laten ze ervaren dat het niet nodig is, dat het wel oké is wat ze doen, dat je best een brokje mag gebruiken om de hond te roepen. Ofwel dat je met belonen dus veel kunt bereiken. Het voordeel van het oefenen met een hond is dat het voor adoptiekinderen niet bedreigend en minder beladen is dan de relatie met een mens. Het waren immers mensen waardoor ze zijn afgewezen, of die hen hebben mishandeld.” >>

15


DECEMBER 2018

RUBRIEK BEGELEIDING BESPROKEN

sen, voelt dingen die je niet wilt laten zien. Daarmee kan ik een kind laten zien en voelen wat het verschil is in hoe je door anderen wordt ervaren als je gespannen of ontspannen bent. Ze zullen moeite moeten doen om het contact met de hond te laten lukken. Je krijgt terug wat je geeft, dat is wat ze daarvan kunnen leren. En als iemand zegt: ‘Ik ben niet boos, ik ben rustig’ kan ik met de hond testen of dat echt zo is.”

Petra van Benten.

OEFENEN MET JE UITSTRALING Tijdens de therapie krijgt het kind tools om met de hond om te gaan. Ze leren commando’s geven en belonen. Van Benten: “Een hond geeft feedback, laat dingen zien die anders verborgen blijven. Of je gespannen bent, of zenuwachtig – daar reageert een dier heel sterk op. Dan zie ik bepaalde patronen bij adoptiekinderen regelmatig terug. Vervolgens maken we een koppeling met de hond. Dan zeg ik bijvoorbeeld: ‘Zie je dat, de hond vindt het fijn om een brokje als beloning te krijgen. Wat vind jij fijn? Wat is voor jou een beloning?’ Of we laten de hond een spiegel zijn, want een hond reageert heel duidelijk op het gedrag van men-

MET KOP EN STAART Hulphond Nederland zet therapie-­hulphonden in voor kinderen en jongeren met een ontwikkelingsachterstand en/of psychische stoornissen. Het gaat dan bijvoorbeeld om autismespectrumstoornissen, ADHD, hechtings­problematiek, pest­ problematiek en licht verstan­ delijke beperkingen. In het therapieprogramma ‘Met Kop en Staart’ ontdekken kinderen en jongeren met deze zorgvragen wat het effect is van hun eigen gedrag op het gedrag van een hond. Door het aanleren van

16

Van Benten geeft een voorbeeld van een geadopteerde jongen die heel agressief was. Hij was altijd maar boos. De hond reageerde daar heel extreem op, rende hard om hem heen en maakte geen contact. “Ik ben begonnen met lichaamshouding. Ik heb de jongen geleerd de schouders niet op te trekken maar los en rond, ontspannen te gaan staan. Toen mocht hij de hond weer roepen en die kwam nu direct naar hem toe. Daarop zei hij: ‘Hier krijg ik een blij gevoel van in mijn buik.’ Geweldig toch! Door dat te oefenen kan hij met zijn uitstraling schakelen van hard naar zacht. De volgende stap was: vertrouwen winnen. Toen dat was gelukt ging ik zijn moeder erbij betrekken. Na een half jaar was de relatie met zijn ouders enorm opgeknapt, waren de woede-uitbarstingen sterk verminderd en kon hij veel beter zelf de regie nemen over zijn gevoelens.” Het is voor deze methode juist niet nodig zelf thuis een hond te hebben of er een aan te schaffen. Van Benten: “Wij zijn de therapeut, de hond is een hulpmiddel.” Maar niet zelden ontstaat tijdens het traject zo’n liefde voor het dier dat er toch een pup wordt aangeschaft of met succes een bezoek aan het asiel wordt gebracht.”

gewenst gedrag en het afleren van ongewenst gedrag wordt hun inzichtelijk gemaakt wat de consequenties zijn van hun gedragskeuzes. De methode vergroot hun observatievermogen, leert hun om hun gedrag af te stemmen op een ander en zorgt voor zelfcontrole. Bovendien wordt het zelfvertrouwen vergroot door het opdoen van ­succeservaringen. Een hond kent geen vooroordelen en luistert zonder aanzien des persoons naar iedereen, op voorwaarde dat de commando’s op de juiste manier worden overgebracht. Door mens en dier samen te laten oefenen,

als onderdeel van een breder behandelingsplan, ervaart een jongere meer controle op het eigen gedrag. De therapie-hulphonden van Hulphond Nederland worden niet thuis geplaatst bij cliënten, maar door therapeuten van de stichting ingezet tijdens therapieen coachingssessies. De sessies zijn bedoeld voor jongeren tot 23 jaar en worden onder meer gegeven op locaties in Herpen, Oldenzaal, Hoenderloo, Weesp en Wageningen. Bron: hulphond.nl


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

RUBRIEK GELEZEN GEZIEN

je kunt me niet aan de klant schuiven, ontslaan of terroriseren, ik doe mijn plicht als ouder, je bent waardevol voor mij en ik zal je nooit opgeven. Ouders hebben het recht én de plicht om deel uit te maken van het leven van hun kind.

Nieuwe autoriteit voor ouders

Opvoeden op basis van veilige verbinding, waakzame zorg en geweldloos verzet Auteurs: Haim Omer en Philip Streit

Wat een fijn boek! Al eerder kwamen boeken uit over deze opvoedmethode (die overigens verschillende namen heeft), maar Nieuwe autoriteit voor ouders is echt voor ouders geschreven en barst van de praktijkvoorbeelden die herkenning, maar ook goede handvatten bieden over het ‘hoe’. Het boek is vooral een steun in de rug voor ouders met groter wordende kinderen en pubers, maar biedt ook een goede leidraad voor stevig en liefdevol ouderschap in het algemeen. Basisprincipe is: ik ben je vader/ moeder, ik ben hier en ik blijf hier,

Een paar uitgangspunten die in het boek uitgediept worden: ouders dienen voor kinderen een veilige haven te zijn, waar ze kunnen schuilen, uitrusten, steun ervaren, enzovoort. Daarnaast hebben kinderen ook behoefte aan een anker als hun schip de zee op vaart en avonturen tegenkomt. Ouders kunnen die verankering bieden door: Structuur – Aanwezigheid & Waakzame zorg – Zelfcontrole & De-escalatie – Ondersteuning. Met name Aanwezigheid & Waakzame zorg is voor ouders soms wel ‘een dingetje’ als hun kids groter worden. Want als je je zorgen maakt over je kind dat niks meer met je deelt, of als hij of zij onaanspreekbaar is op ongewenst gedrag, wat doe je dan? Deze methode beschrijft hoe je liefdevol maar gedecideerd je aanwezigheid in het leven van je kind kunt vergroten zolang dat nodig en passend is. Vanuit de overtuiging dat het je ouderlijke plicht is om goed op je kind te letten, en vanuit de wens om een goede relatie met je kind te hebben. Het ijzer smeden als het koud is, koersen op langetermijneffect, de vuile was buiten hangen, volhouden in plaats van winnen, relatiegebaren maken, aanwezig zijn in plaats van controleren: het zijn allemaal kernbegrippen in dit boek. Ga het lezen, uitpluizen, ermee experimenteren, het is zo’n leuke en werkzame methode! — Chris Thie

Mette en Jort op wintersport Auteur: Geeri Bakker ISBN 978-90-829097-0-8 www.opreismetmette-en-jort.nl

Mette en Jort op wintersport is het vierde kinderboek in de serie: Op reis met Mette. In de eerdere afleveringen ging Mette al naar China, Frankrijk en New York. Dit keer zit de geadopteerde Mette in Oostenrijk. Ze gaat snowboarden en beleeft er met haar vriend Jort weer allerlei avonturen. Het boek is bestemd voor kinderen van 9 jaar en ouder en zit inderdaad vol spanning. Zeker de kinderen tot en met een jaar of twaalf, dertien zullen gegrepen worden door het verhaal waarbij Jort en Mette onder een lawine terechtkomen. Maar het boek is meer dan dat. Tussen de gebeurtenissen door staan tekeningen, tips, regels en zelfs qr codes waarmee filmpjes te zien zijn over skiën en snowboarden. En behalve de adoptie van Mette speelt de handicap van Jort (hij mist een been en heeft een protese) een belangrijke rol. Het mes snijdt hierbij duidelijk aan meerdere kanten tegelijk. Auteur Geeri Bakker, moeder van twee geadopteerde kinderen, schreef onlangs ook haar eerste roman: ‘Wit’. Dit boek vertelt het levensverhaal van Josje, de moeder van Mette. Een recensie hierover zal in het volgende nummer van het Adoptiemagazine verschijnen. — Angela Jans

17


TEKST VERA KIDJAN

RUBRIEK WETTEN & REGELS

KOMT EEN VROUW BIJ DE ADVOCAAT

I

n de dagelijkse praktijk bij Advocatenkantoor Everaert in Amsterdam komen dagelijks ingewikkelde, boeiende en niet zelden schrijnende zaken aan de orde. Advocaat Vera Kidjan schrijft elk kwartaal over adoptie

gerelateerde kwesties die op haar bordje komen. Dit keer met een happy end.

Het is alweer zo’n vijftien jaar geleden dat ik haar voor het eerst ontmoette. Ze had een afspraak in mijn kantoor. Een tengere Chinese vrouw met een verloren blik in haar ogen. Ze was zwanger en had een verblijfsvergunning bij haar Nederlandse echtgenoot. Hij was sinds een paar maanden spoorloos verdwenen waardoor zij

18

problemen kreeg met haar verblijfsvergunning omdat zij voor deze verblijfsvergunning afhankelijk was van haar echtgenoot. Het was geen gelukkig huwelijk, het ging gepaard met veel ruzie en huiselijk geweld. Haar echtgenoot vertrok


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

na een heftige ruzie voor zaken naar Hong Kong. Sindsdien had ze niets meer van hem vernomen. Wij benaderden het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken. Zij hadden meer informatie over haar echtgenoot maar mochten die niet vrijgeven zonder de toestemming van de echtgenoot en die gaf hij niet. Langzamerhand kwam de vrouw erachter wat er met haar echtgenoot was gebeurd. Hij was in Hong Kong aangehouden door de politie en werd strafrechtelijk veroordeeld op grond van handel in verdovende middelen. In Hong Kong moest hij een lange straf uitzitten. Ondertussen werd de zoon van de Chinese vrouw geboren. Omdat zijn vader Nederlander was, was de zoon door geboorte Nederlander geworden. De vrouw vroeg een Nederlands paspoort aan voor haar zoon maar dat werd geweigerd omdat vader toestemming moest geven. De vrouw kon vader echter niet bereiken. Hij vermeed al haar toenaderingspogingen. Dit verhaal vertelde zij de gemeenteambtenaar die moest beslissen op de paspoortaanvraag van haar zoon. Toch weigerde hij het paspoort af te geven. De vrouw kwam bij mij langs. Wij stapten naar de rechtbank. De rechtbank bepaalde dat uit artikel 1:253q en 1:253r van het Burgerlijk Wetboek volgt dat als één van de ouders al dan niet tijdelijk in de onmogelijkheid verkeert het gezag uit te oefenen of als de verblijfplaats van de ouder onbekend is, het gezag van die ouder geschorst is. Dan mag de andere ouder het gezag over een kind alleen uitoefenen. Gewapend met deze beslissing ging de vrouw opnieuw naar de gemeente waarop uiteindelijk wel een Nederlands paspoort aan haar zoon werd gegeven. Ondertussen procedeerde de vrouw over haar verblijfsvergunning. Het duurde in totaal zes jaar en enkele gangen naar de rechtbank voordat de zaak werd gewonnen en de vrouw in het bezit werd gesteld van een verblijfsvergunning. De echtgenoot werd ondertussen uitgeleverd aan Nederland en mocht de rest van zijn straf in Nederland uitzitten. Ik bezocht hem in de zwaar beveiligde penitentiaire inrichting. Tijdens ons gesprek gaf hij geen

DECEMBER 2018

enkele blijk van interesse in zijn zoon. Hij vertelde niet wanneer hij vrij zou komen. De vrouw kwam wederom bij mij op gesprek. Zij wilde een echtscheidingsprocedure beginnen. Haar echtgenoot was inmiddels op vrije voeten gesteld maar kwam niet naar huis en vertrok onmiddellijk met de noorderzon. Hij had zich uitgeschreven uit de basisregistratie personen als “vertrokken onbekend”. In opdracht van de vrouw begon ik een echtscheidingsprocedure. Het huwelijk werd ontbonden en de vrouw verkreeg het eenhoofdig gezag over haar zoon. Na de scheiding maakte de vrouw weer een afspraak. Zij wilde begeleiding bij haar naturalisatieverzoek. Het lukte, ze werd Nederlander. Er verstreken enkele jaren waarop we elkaar niet zagen. Toen meldde ze zich opnieuw bij ons kantoor. Zij was verliefd geworden op een Chinese man en ze wilde dat we voor hem een verblijfsvergunning regelden. Dat lukte. Haar zoon kreeg een papa. De vrouw kwam op gesprek. Ze was ondertussen hertrouwd en ze wilde dat haar echtgenoot haar zoon zou adopteren. Wij gingen naar de rechtbank voor de partneradoptie. De woon- en verblijfplaats van de biologische vader was nog steeds onbekend. Deze man werd daarom openbaar opgeroepen om ter zitting te verschijnen. Hij kwam niet opdagen en sprak het adoptieverzoek daarom niet tegen. Het was een zitting met drie rechters en een griffier. Voorafgaande aan de zitting had de voorzitter haar toga uitgedaan en ging zij naar een aparte kamer om alleen een gesprek te kunnen voeren met de zoon. Tijdens dat gesprek gaf de zoon aan dat hij wilde dat zijn stiefvader ook zijn ‘echte’ vader zou worden en dat hij zijn achternaam wilde dragen. Tijdens de zitting gaf de voorzitter aan dat de adoptie zou worden toegewezen. Gedurende al die jaren had ik de vrouw nooit zien huilen ondanks alle problemen waarmee zij worstelde maar toen kwamen de tranen los. Ouders en zoon omhelsden elkaar. Het was een emotioneel moment. De kers op de taart! En ze leefden nog lang en gelukkig. Een mooie afsluiting van het jaar voor een huis-, tuin en keukenadvocaat. INFO

Vera Kidjan is advocaat bij Everaert Advocaten in Amsterdam, www.everaert.nl. 020-7523217 of stuur een e-mail naar: kidjan@everaert.nl

19


TEKST ANGELA JANS

Eugénie Smits van Waesberghe/Foto: Magnetic Fotografie Wehl.

THEMA BINNENLANDSE ADOPTIE

Eugénie Smits van Waesberghe:

‘ Ik wil dat er erkenning komt’

20


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

DECEMBER 2018

Nadat in 2010 haar adoptievader was overleden, ging Eugénie Smits van Waesberghe (53) op zoek naar een gespecialiseerde therapeut omdat ze de rouw niet op eigen kracht kon verwerken. De therapeut bracht haar terug bij het allereerste verlies aan het begin van haar bestaan. Achteraf was dat misschien wel dé aanzet voor haar boek ‘Schoot vol tranen’, dat ze onlangs heeft gepubliceerd. Het resultaat van vier jaar lang onderzoek naar de binnenlandse adoptiepraktijken in 20e-eeuws Nederland, met speciale aandacht voor de gang van zaken in doorgangshuis Moederheil in Breda.

“D

ankzij de therapeut kwam ik erachter dat ik aan het zoeken was naar een basis die er niet is. Ik vroeg: ‘Hoe moet ik dit oplossen?’ Hij zei: ‘Het is een gat dat niet verdwijnt maar je kunt er wel voorzichtig omheen lopen en het onderzoeken.’ Toen ben ik op zoek gegaan naar mijn persoonlijke geschiedenis, en naar later bleek, die van veel andere Nederlanders die zijn opgegroeid in de 20e eeuw. Vier jaar lang ben ik alle denkbare confrontaties met mezelf en het verleden aangegaan. Het was hard werken maar ik wist: dit is mijn weg. Eigenlijk wist ik altijd al dat ik hierover zou gaan schrijven.”

Omkeerboek: roman én getuigenissen

Als Eugénie aan haar zoektocht begint, merkt ze al snel dat haar verhaal niet op zichzelf staat. Ze komt niet alleen in contact met lotgenoten, mensen die net als zij in Nederland zijn geboren en afgestaan ter adoptie, ze spreekt ook vrouwen die in Moederheil als (kraam) verzorgster werkten, afstandsouders, adoptieouders, deskundigen en andere betrokkenen. Deze gesprekken noemt ze getuigenissen en die heeft ze op twee verschillende manieren verwerkt in haar boek. ‘Schoot vol tranen’ is vanaf de ene kant een roman en vanaf de andere kant, na omkeren van het boek, een verslag van de ‘Het is een gat dat niet interviews, de getuigenissen.

Eugénie is in januari 1965 geboren in Moederheil, een instelling in Breda waar verdwijnt maar je kunt er ongehuwde vrouwen kwawel voorzichtig omheen men om te bevallen. Twaalf “Het idee om het op te maanden later werd ze splitsen in twee delen ontlopen en het onderzoeken.’ geadopteerd. Niet veel later stond nadat sommige menkreeg ze een tien maanden sen hun verhaal bij nader ­jongere broer, eveneens inzien toch niet gepubligeadopteerd. Het gezin was liefdevol maar adoptie ceerd wilden zien omdat ze er zelf van schrokken of bleek geen gemakkelijk onderwerp van gesprek te zijn. bang waren voor de consequenties”, aldus Eugénie. Daarom goot ze dat in een romanvorm, ‘fictie’, maar gebaseerd op ware gebeurtenissen. Het andere deel “Ik wist niets over mijn biologische moeder, behalve van het boek, met de ondertitel ‘Ooggetuigen’, bestaat dat ze zielig was en geen centjes had, dat was het. uit interviews met onder anderen een groepsverzorgVerder stelde ik geen vragen. Later zei ik er eens wat ster, psycholoog, medewerker van de Raad voor de over op school, omdat we een babyfoto mee moesten Kinderbescherming, geadopteerden, afstandsmoeders brengen, die had ik niet. ‘Dat komt omdat ik geadopen een afstandsvader. Om het boek hanteerbaar en teerd ben’, verklaarde ik in de klas. Daar werd ik op toegankelijk te maken voor iedereen is ervoor gekozen aangesproken door mijn moeder: dat moest ik niet om de integrale bijdragen van deskundigen en andere meer zeggen, dat was niet fijn voor mijn broertje. Die zaken die door haar zijn uitgediept, online opmerking heeft enorme consequenties gehad voor te plaatsen op de website van het boek. mijn ontwikkeling en de relatie met mijn moeder. Want ik had een schreeuwende behoefte om het er wél over te hebben. Het gevoel dat ik nooit de dochter ben De beide adoptieouders van Eugénie en haar geweest die zij wilde, was er altijd. Terugkijkend was ik ­biologische moeder zijn inmiddels overleden. Haar een kind met hechtingsproblematiek waar totaal geen biologische vader ontmoette ze twintig jaar geleden begeleiding voor was.” voor het eerst en hij ontving het eerste exemplaar >>

21


THEMA BINNENLANDSE ADOPTIE

DECEMBER 2018

van het boek uit handen van de schrijfster, zijn dochter. Het tweede was voor D66-Tweede Kamerlid Vera Bergkamp, die door Eugénie nadrukkelijk is betrokken bij het onderwerp en die in politiek Den Haag opkomt voor deze groep binnenlands geadopteerden. Want Eugénie wilde niet alleen een boek schrijven, ze wil vooral ook dat er aandacht komt voor haar bevindingen.

In eerste instantie wilde ik haar niet zien, want ik was extreem loyaal aan mijn adoptieouders. Pas toen mijn adoptiemoeder zei: ‘Misschien moet je het doen’, heb ik een afspraak gemaakt. Ik vond het heel knap van mijn adoptiemoeder dat ze dat tegen me zei, want ik wist dondersgoed dat zij bang was dat het tot nóg meer verwijdering tussen ons zou leiden.”

Zogenaamd ­vrijwillig afstand gedaan

“Mijn biologische moeder vertelde me dat ze niet lang na de bevalling naar Moederheil was gegaan om te zeggen dat ze me terug wilde. Ze had mijn vader weer ontmoet en hem verteld dat ze een kind van hem had gekregen. Daarop had hij haar Twee meisjes proeven van het leven, onwetend over wat ten huwelijk gevraagd. Ze hen te wachten staat. Op dezelfde dag geboren aan het einde van de Tweede Wereldoorlog in een dorp in het Gelderse rivierenlandschap, worden zij zeventien jaar overwogen mij op te halen later het slachtoffer van een ingrijpende gebeurtenis die in de gemeenschap angstvallig wordt verzwegen. en een gezin te komen vormen. Vriendschappen en familierelaties onder grote druk te staan. Om de waarheid aan het licht te brengen, moet geheim na geheim worden ontrafeld. Het liep totaal anders. In Eugénie Smits van Waesberghe 1965) isbeweerd orthopedagoog, Moederheil(Breda, werd therapeut en coach en daarnaast auteur en publicist. Zij werd dat ik al geadopteerd was, geboren als Gepke Maria Kortekaas in doorgangshuis terwijl ik daar een jaar Moederheil in Breda. Laterben is ze door Nederlandse ouders geadopteerd. Eugénie onderzocht geweest. Uit mijn dossier de verzwegen Nederlandse adoptiegeschiedenis in de twintigste eeuw. Over een blijkt dat de kaarten allang goedbedoelde praktijk die heeft geleid tot onrecht, misstanden en verbroken familiebanden, schreef zij het boek ‘Schoot vol tranen’. In 2014 publiceerde ze waren geschud. Later ‘Onverveerd’. ontmoette ik ook mijn biologische vader. ‘Waar was jij?’, vroeg ik hem. Hij was erg aangeslagen en zei dat hij aan de kant was geschoven.”

“Ik wil dat er erkenning komt. Ik wil dat iedereen weet wat er is gebeurd. Mijn wens is dat je snapt wat de impact is geweest van deze geschiedenis, dat mensen beseffen dat geadopteerd zijn meer is dan nieuwe ouders krijgen. In de periode tussen 1956 en 1975 zijn duizenden Nederlandse vrouwen gedwongen om afstand te doen van hun kind. Zogenaamd vrijwillig, maar dat was niet zo. En nergens is een gedenkplek voor deze geschiedenis, nergens een moeder-kindmonument waar je naartoe kunt om te delen wat je samen hebt meegemaakt. Door de jaren heen is bevestigd dat dit met tenminste 15.000 kinderen is gebeurd. Ik denk dat het er nog meer zijn. Afstandsvaders, afstands­moeders, afstandskinderen, geadopteerden: iedereen meegerekend hebben we het over ruim 60.000 direct betrokkenen.” Verder wil ze dat de overheid diepgaand onderzoek gaat doen naar wat er destijds allemaal is voorgevallen. “Talloze dossiers zijn vernietigd, besturen van de instellingen – niet alleen doorgangshuizen maar ook reguliere ziekenhuizen en kraamklinieken – waren extreem terughoudend in het delen van informatie over de praktijken die plaatsvonden. Er is zo ontzettend lang over gezwegen dat je sterk het vermoeden krijgt dat er tot de dag van vandaag dingen verborgen worden gehouden.”

“Opmerkelijk was dat ik veel van mezelf in hem herkende, hetzelfde postuur, hetzelfde koppie en hetzelfde temperament. Bijzonder was ook dat hij naast een biologisch kind twee adoptiekinderen bleek te hebben. We hebben veel gepraat, goede gesprekken gevoerd en op een dag heb ik het gevoel uitgesproken dat ik graag bij hem had willen opgroeien, bij iemand op wie ik echt lijk. Hij nam die opmerking in ontvangst, zonder commentaar. Dat was zó helend, dat gun ik iedereen.” “We hebben geprobeerd een vader-dochterrelatie te krijgen maar daarvoor was het te laat. Dat kon niet meer na 33 jaar. Het is geen romantisch verhaal. Soms voel ik heimwee naar iets wat nooit zal zijn. Dat ik niet de enige ben, maakt het verschil.”

Persoonlijke geschiedenis Zelf heeft ze de eerste 21 jaar van haar leven gezwegen over haar adoptie. “Toen werd ik gevonden door mijn biologische moeder. Zij had mij gezocht en gevonden.

22

Meer informatie over ‘Schoot vol tranen’ (ISBN: 978-90-829460-0-0. NUR-code: 320): www.schootvoltranen.nl.


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

RUBRIEK DRIELUIK

> ADOPTIEMOEDER

Jessica

Het voelde heel natuurlijk, ik hield meteen van haar

drieluik

De kans dat het lukt is nihil, was ons verteld. Dus toen we besloten om onszelf toch op de lijst voor binnen­ landse adoptie te laten zetten, koesterden we geen enkele verwachting. We gingen voor adoptie van een kindje uit Taiwan, ons dossier was bijna klaar. Daarvoor hadden we ’s ochtends een afspraak bij de huisarts voor een keuring, ’s avonds moesten we nog bloedprik­ ken. Dat hebben we niet meer gedaan... Want die middag kregen we het telefoontje: ‘Jullie zijn papa en mama, het is een meisje en ze is drie maanden oud.’

Bij binnenlandse adoptie gaat de baby altijd eerst drie maanden naar een pleeggezin. Dit onder meer om de biologische moeder de kans te geven nog op haar besluit terug te komen. Gebeurt dit niet, dan gaat de overdracht meestal geleidelijk. In een periode van zo’n twee weken wordt het contact steeds verder opgebouwd. Nu ging het razendsnel, niet alleen voor ons, ook voor haar. Ik merkte dat ze verdrietig was. Ze had in een heel fijn, warm pleeggezin gezeten. Daar hadden ze verwacht dat ze permanent zou blijven. Toen bleek dat dit onmogelijk was, moest ze onmiddellijk weg omdat het verdriet te groot was. De eerste tijd wilde ze ons niet aankijken. Na drie ontzettend lange dagen pakte ze mijn hand en die heeft ze niet meer losgelaten. Wij waren dolgelukkig én gesloopt. Vanaf dat moment is de band tussen ons drieën heel sterk. We hebben haar wereldje aanvankelijk bewust heel klein gehouden. Nu zoeken we naar balans en manieren om het groter te maken. Met de biologische moeder hebben we afgesproken om elk jaar een update met enkele foto’s naar Siriz te sturen. We zijn niet verplicht om dat te doen, maar dat doen we wel. Ook hebben we moeder ontmoet bij de voogdijzitting, midden in het proces. LEEFTIJD Ze stond nog steeds volledig achter haar 34 jaar besluit en wilde ons graag haar verhaal vertellen. Dit was heel bijzonder en emoGetrouwd, tioneel. We vinden het heel belangrijk om moeder van dochter (2) moeder te laten weten hoe het gaat. Het is en blijft de biologische moeder van ons BEROEP kind. docent

Op dat moment stond ik op een parkeerterrein bij de supermarkt en wist niet meer hoe ik thuis moest komen. Mijn man nam niet op, hij was op zijn werk. Ik heb hem in tien minuten tijd zeker twintig keer gebeld. Gelukkig belde hij vrij snel terug. Hij heeft alles uit zijn handen laten vallen en is meteen gekomen. Het was een snelle plaatsing. Of ze overmorgen terecht kon, was de vraag. “Natuurlijk kan dat,” zei ik, “dat regelen we wel.” En inderdaad, twee dagen later was alles klaar. Vrienden hebben kleertjes gebracht, flessenwarmers, van alles. Bij de Baby-Dump zeiden ze: “Kies maar wat je wilt hebben, wij zorgen dat het morgenochtend om tien uur wordt gebracht.” We hebben een heel fijne overdracht gehad bij het pleeggezin en daarna stonden we thuis met een baby. Dat was best heftig. De allereerste avond wist ik even niet hoe ik een flesje moest maken, ik kon gewoon niet meer nadenken, raakte bijna in paniek. Maar ik had geen twijfels over mijn kwaliteiten als moeder, het voelde heel natuurlijk. Vanaf het moment dat WOONPLAATS ik haar zag, hield ik van haar en hoorde ze provincie Limburg bij ons alsof het nooit anders was geweest. Alsof ik alleen de bevalling was vergeten.

Jessica is in verband met de bescherming van de privacy van de dochter een fictieve naam. 23


RUBRIEK OPINIE

TEKST ASTRID WERDMULLER

MAAK BEVALLEN ONDER PSEUDONIEM MOGELIJK

G

emiddeld één à twee keer per jaar legt een onbedoeld zwangere vrouw in nood haar baby te vondeling in Nederland. Een moeder die bang is en anoniem wil blijven. Sinds eind 2014 is het mogelijk met hulp

van een particuliere stichting anoniem te bevallen of je baby in een beschermde kamer achter te laten, de zogenaamde vondelingenkamer. Maar kun je in deze tijd, met de toenemende mogelijkheden van DNA-onderzoek, nog wel anoniem blijven?

24


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

De meeste onbedoeld zwangere vrouwen in Nederland die hun zwangerschap verborgen willen houden leggen hun kind niet te vondeling maar kiezen een andere weg. Met hulp van officiële instanties bevallen zij onder geheimhouding. De gegevens van de moeder worden vastgelegd, maar de zwangerschap en de komst van het kind worden zoveel mogelijk geheimgehouden voor de omgeving. In hoeverre dit lukt, is afhankelijk van de medewerking van veel mensen en daarom kwetsbaar. Geheimhouding kan niet gegarandeerd worden.

AFSTAMMINGSINFORMATIE Het belang van de moeder om anoniem te blijven en het recht van het kind op afstammingsgegevens staan lijnrecht tegenover elkaar. Veel vondelingen worstelen ermee dat ze geen enkele afstammingsinformatie hebben. Daartegenover kan gesteld dat ze blij mogen zijn dat ze op een plek zijn gelegd waar ze gevonden zijn, dat ze nog leven. Mogelijk was te vondeling leggen voor de moeder de enige manier om te voorkomen dat ze gevaar liep, bijvoorbeeld door eerwraak of uitstoting. Het is echter de vraag of anoniem bevallen of te vondeling leggen op de langere duur nog ‘veiligheid’ aan de moeder biedt. Zo werd in 2016 de biologische vader van een vondeling in Den Haag gevonden, doordat zijn DNA voorkwam in de DNA-databank van de politie. De kans dat de moeder via DNA gevonden kan worden, wordt steeds groter. Het zoeken naar familie via DNA neemt een grote vlucht. Steeds meer mensen die hun biologische vader en/of moeder niet kennen, vinden het belangrijk te weten waar ze vandaan komen, op wie ze lijken. De mogelijkheden ontwikkelen zich in rap tempo. Donorkinderen en inmiddels ook geadopteerden vinden hun familie door zich in te schrijven in internationale DNAdatabanken zoals AncestryDNA, Family Tree DNA en 23andMe. Op de site van Fiom staan de verhalen van donorkinderen die op deze manier naast soms tientallen halfbroers en halfzussen steeds vaker hun donor vinden*.

VEILIGHEID VAN DE MOEDER Ook voor vondelingen van wie de afstammingsgegevens eerder niet te achterhalen waren, biedt deze nieuwe manier van zoeken mogelijkheden om verwanten te vinden. Maar wat betekent het voor de moeder als ze wordt opgespoord? Wat als haar kind plotseling op de stoep staat? Of als er bij familieleden waarmee contact is opgenomen een belletje gaat rinkelen en zij erachter komen dat hun zus of nichtje zwanger is geweest?

DECEMBER 2018

Natuurlijk is het geweldig als een vondeling zijn of haar biologische familie vindt. Maar het kan wel de veiligheid van de moeder in gevaar brengen. Het is van groot belang dat deze moeder of familie met beleid benaderd wordt door mensen die daar ervaring mee hebben. De ontwikkeling van zoekmogelijkheden via DNA vraagt om een betere regeling voor onbedoeld zwangere vrouwen in nood. Dit kan door het wettelijk mogelijk maken van bevallen onder pseudoniem.

BEVALLEN ONDER PSEUDONIEM Bevallen onder pseudoniem houdt in dat de gegevens van de moeder niet bekend worden gemaakt aan instanties, maar worden bewaard in een besloten register. De naam van de moeder wordt ook niet bij de geboorteaangifte aan de gemeente doorgegeven. Zo blijft de echte naam van de moeder jarenlang geheim. Vanaf een bepaalde leeftijd kan het kind met behulp van de organisatie die de gegevens bewaart op een zorgvuldige en voorzichtige manier de moeder benaderen. Ondersteuning is er voor zover nodig en wenselijk. Het kind is op de hoogte van de situatie van de moeder en weet dat de gegevens bekend zijn en beschikbaar komen. Daarom is het niet genoodzaakt om op eigen houtje via DNA-onderzoek (familie van) de moeder te gaan benaderen. Dit kan veel leed voorkomen. Nu zoeken via DNA gangbaar is, bestaat de kans dat onbedoeld zwangere vrouwen in nood te vondeling leggen of anoniem bevallen niet meer als uitweg zien. Zij kunnen dan twee kanten op: toch via de reguliere weg onder geheimhouding bevallen waarbij geheimhouding niet gegarandeerd kan worden, of nog meer de anonimiteit zoeken door hun kind te verbergen of te doden. Dit laatste wil niemand, en de kans dat het tot deze wanhoopsdaad komt, neemt af als er een goede regeling komt. Kortom: nu de zoekmogelijkheden via DNA zich uitbreiden, is de urgentie toegenomen om onbedoeld zwangere vrouwen in nood meer veiligheid te bieden. De sleutel hiertoe ligt bij de overheid. Het ministerie van Justitie en Veiligheid is op dit moment een standpunt aan het bepalen over deze materie. Ik roep hen dringend op een nieuwe wet in te stellen die bevallen onder pseudoniem mogelijk maakt.

Astrid Werdmuller is specialist Afstand ter Adoptie bij Fiom. * Zie https://fiom.nl/afstammingsvragen/kid-dna/ internationale-dna-databanken/jouw-verhaal

25


TEKST ANGELA JANS

RUBRIEK VRAGENDERWIJS

‘Onze zoon heeft slaapproblemen.’ ‘Mijn puberdochter vliegt uit de bocht.’ Adoptieouders die ­vragen of twijfels hebben over de ontwikkeling of opvoeding van hun kinderen kunnen terecht bij de advieslijn van de Stichting Adoptie­ voorzieningen. Ook geadopteerden, leerkrachten of andere betrokkenen kunnen daar terecht. In deze rubriek komen zaken voorbij die daar aan de orde komen. SAMENSTELLING: Ria Heek, Chris Thie en Yvonne Geelen.

Nazorg ook voor vragen van binnenlands ­geadopteerden De afdeling Nazorg van Stichting Adoptievoorzieningen is er ook voor vragen van (ouders van) binnenlands geadopteerden. Dit is altijd al zo geweest, maar tot voor kort werden Nederlandse adoptie­ kinderen niet geregistreerd bij Stichting Adoptievoorzieningen. Sinds vorig jaar is dit veranderd. Wellicht staan ouders die eerder binnenlands geadopteerd hebben er daarom niet altijd bij stil dat ook zij met hun vragen bij de afdeling Nazorg van Stichting Adoptievoorzieningen terecht kunnen. Schroom niet om contact op te nemen als er vragen zijn over de kinderen of als je zelf binnenlands geadopteerd bent. We denken graag met jullie mee. We hebben een Adoptiekaart waarin met adoptiedeskundige hulpverleners die ook voor binnenlands geadopteerden de nodige kennis in huis hebben.

Ook advies of hulp nodig? U kunt Stichting Adoptie­ voorzieningen bereiken via: tel. 030-2330340 (keuze 3) ma t/m do van 9.30 tot 12.30 uur. of per e-mail: nazorg@adoptie.nl

26

Contact met biologische moeder verwarrend voor jong kind? Op het forum van Adoptieoudersonline.nl wordt een bericht geplaatst bij de categorie Binnenlandse adoptie, waarin de vraag rijst in hoeverre contact met de biologische moeder verwarrend zou kunnen zijn voor een jong adoptiekind. Er komen verschillende reacties van andere adoptie­ ouders met een Nederlands adoptiekindje. Daarnaast reageert ook de moderator van Stichting Adoptievoorzieningen: “Beste adoptieouders, zo begrijpelijk dat je het beste voor je kind wilt en daar voorzichtig in wilt zijn. Ook kan het best spannend zijn voor jezelf om je prille ouderschap al zo vroeg een beetje te gaan delen met de biologische moeder. Tegelijkertijd denk ik: jonge kinderen nemen het leven ook zoals het is, ze komen vaak pas in de knel als ze het gevoel krijgen dat ze moeten kiezen. En misschien een leuke gedachte om eens over na te denken: waarom twijfelen we niet over de vraag of een jong kind het aankan om meerdere oma’s en opa’s te hebben, maar wel of een kind het aankan om meerdere ouders te hebben?”


ADOPTIE MAGAZINE ONLINE #4

Moet ik terug naar mijn andere moeder? Een moeder vertelt dat haar ­adoptiedochter in Nederland is geboren. Zij heeft haar Rwandese moeder, die in Nederland is blijven wonen, nog nooit gezien. Ook niet op een foto. De adoptiemoeder heeft helaas geen contact met haar kunnen houden. De dochter weet wel dat haar andere moeder nog in Nederland woont. Tot voor kort leek zij daar niet zo mee bezig te zijn, maar de laatste tijd is zij bang dat haar biologische moeder haar misschien terug wil hebben. “Zo meteen komen we haar tegen, mama. Neemt zij mij dan mee?” Het komt vaker voor dat kinderen bang dat zij weer weg moeten bij hun adoptiefamilie. Het is per slot van rekening al een keer eerder gebeurd dat ze zomaar ergens anders zijn gaan wonen, dus waarom zou het niet nog een keer gebeuren? En als de andere moeder dan ook nog eens ‘in de buurt’ is, is die angst nog beter begrijpen.

“ Zo meteen komen we haar tegen, mama. Neemt zij mij dan mee?” De nazorgmedewerker vertelt moeder dat ze haar adoptiedochter kan geruststellen door haar te zeggen dat zij nu voor altijd bij haar zal blijven. Dat ze veel van haar houdt en dat zij niet bang hoeft te zijn. Het is mooi dat haar dochter haar vragen en angsten met haar deelt. En als moeder de vragen van haar dochter op een rustige, liefdevolle, eerlijke manier beantwoordt, zal dat haar helpen om rust te krijgen in haar hoofdje.

DECEMBER 2018

Identiteitsvragen bij uiterlijke gelijkenis met adoptieouder Michael is adoptievader van Beatrice, die als 4 maanden oude baby bij hen is gekomen via de Nederlandse proce­ dure. Ze is inmiddels 13 jaar en zit in de brugklas. Beatrice heeft een Surinaams-Javaanse achtergrond en omdat Michael zelf van Indonesische afkomst is lijken ze qua uiterlijk best op elkaar. De lastige vragen over geadop­ teerd-zijn zijn daardoor meestal achterwege gebleven, maar ouders merken dat Beatrice nu zelf toch met wat identiteitsvragen worstelt. Ze is erg stil en gesloten, soms op het sombere af en af, en een enkele keer roept ze in­ eens boos: “Jullie zijn mijn echte ouders niet eens!” De ouders vragen zich af hoe ze hiermee om moeten gaan. Na wat verder doorgepraat te hebben over hoe Beatrice in elkaar zit, waar ze van houdt en wanneer het lukt om met haar in gesprek te raken, realiseert vader zich dat hij altijd goede ingang met Bea had tijdens het uitlaten van de hond. Ze deden dat voorheen vaak samen, maar dat is wat verwaterd. Misschien is het een goed idee om haar weer eens te porren voor een flinke wandeling met de hond? De nazorgwerker doet nog wat suggesties over hoe vader het onderwerp zou kunnen aankaarten, door zichzelf als voorbeeld te nemen toen hij in de puberteit begon te komen. In gesprek met de nazorgwerker lukt het vader om zich in te leven in zijn dochter, hoe moeilijk het voor haar moet zijn om volop te beseffen dat ze afgestaan is, DNA heeft van mensen die ze niet kent, zonder dat anderen dat van haar weten. Vader realiseert zich dat dit waarschijnlijk heel tegenstrijdige gevoelens met zich meebrengt die voor haar nog lastig onder woorden te brengen zijn. Het kan haar wellicht helpen als hij een ‘voorzetje’ doet, bijvoorbeeld door te zeggen: “Ik kan me voorstellen dat je je soms ook best alleen of ‘anders’ voelt.”

27


TEKST ANGELA JANS

COLOFON ADOPTIE MAGAZINE ONLINE Onafhankelijk, informerend, signalerend en opiniÍrend. Voor aspirant-adoptieouders, adoptieouders, geadopteerden, professionals op het gebied van adoptie en alle anderen die zich betrokken voelen bij afstand en adoptie. Adoptiemagazine online is een uitgave van Stichting A ­ doptievoorzieningen. Het magazine verschijnt vier keer per jaar. Redactie Hoofdredacteur Angela Jans Aan dit nummer werkten mee: Erik Draaijer (eindredactie), Sandra Benschop, Ria Heek, Vera Kidjan, Meike Melenhorst, Machteld Stilting, Chris Thie, Corinne Verheule, Astrid Werdmuller en Dorise Zielhuis. Foto cover Thinkstock Foto backcover Thinkstock

28

Vormgeving Studio Jorrit van Rijt Redactieadres Postbus 290 3500 AG Utrecht Telefoon: 030 2330344 e-mail: redactie@adoptie.nl Abonneren Een abonnement is gratis. Aanmelden kan via www.adoptie.nl of kijk op www.adoptieoudersonline.nl Kopij Bijdragen, ingezonden brieven of tips zijn van harte welkom. Neem daarvoor contact op met bovenstaand telefoonnummer of e-mailadres. Overname van artikelen is alleen toegestaan na voorafgaande toestemming van de redactie en desbetreffende auteur. Verzoeken tot overname dienen gericht te worden aan de hoofdredacteur.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.