3 minute read
Column
Heilige huisjes in de woonagenda
Zoals we Hugo de Jonge, kennen, gaat hij vol energie aan de slag met de woningnood. Zijn Nationale Woon- en Bouwagenda en programma Woningbouw bevat een heldere en omvattende analyse wat er aan de hand is. Doel is meer regie en meer tempo en daarmee een betere beschikbaarheid, betaalbaarheid en kwaliteit van het woningaanbod in Nederland. Toch wringt er wat, doordat De Jonge voor het slagen van zijn agenda erg afhankelijk is van andere Ministeries. Waar is de uitvoeringsparagraaf? Tussen de regels door lees je dat er nog veel ministerieel water door de diverse Rijkskokers moet. De beleidsplannen van De Jonge zijn een grote reparatieoperatie wat afgelopen Kabinetten rond de woningmarkt hebben laten liggen of aan de markt hebben overgelaten.
Advertisement
Ruimtelijke ordening is verworden tot een woondebat Ruimtelijke ordening is door alle nadruk op bouwen, bouwen, bouwen verworden tot een woondebat. Een nationale ruimtelijke ordeningsvisie ontbrak. Er is behoefte aan kaders waar ruimte is en voor welke functies zoals wonen, werken, energietransitie en natuurlijk natuur en klimaatverandering. In de ruimtelijke ordeningsbrief van 17 mei jl. pakt De Jonge de regie rond de nationale ruimtelijke ordening: ‘We waren de wereldkampioen in ruimtelijke ordening, maar we zijn ermee gestopt’. De nadruk in de ruimtelijke ordening lag vooral op hoeveel woningen makkelijk, snel en goedkoop in concrete gebieden kunnen worden gebouwd ten koste van andere functies en belangen. Kijk naar de bemoeienis van Kamerleden met het bouwen van woningen in polders bij Utrecht, Alphen aan den Rijn, Schiphol, Zuidplas en Purmerend. Rijkskaders voorkomen dat we van incident naar incident hobbelen, integraliteit uit het oog verliezen zonder een duurzame lange termijn visie. Gelet op de toenemende waarschuwingen van de Deltacommissaris en waterschappen, moet de vraag worden gesteld waar je toekomstig bewoners mee opzadelt als je bouwt in laaggelegen delen. Met welke klimaatadaptiekosten zadel je bewoners op? Wellicht zijn deze gebieden in de toekomst hard nodig als klimaatbuffer voor de nabijgelegen stedelijke gebieden. We moeten kijken naar woningbouw in andere, meer hoger gelegen delen, net als in regio’s die we ooit typeerden als de periferie. Dit vraagt om landelijke ruimtelijke Rijkskaders en
Cees-Jan Pen
Lector De Ondernemende regio
FONTYS HOGESCHOLEN
niet per gebied op basis van Tweede Kamer-oproepen, knopen doorhakken. In dat opzicht kwam de ruimtelijke ordeningsbrief op het goede moment. Bedrijventerrein stiefkind ro
Een illustratief voorbeeld waar onze, door wonen gedomineerde, ruimtelijke ordening toe kan leiden betreft de grote druk om in de Amsterdamse haven meer dan 100.000 woningen te moeten bouwen. Dit moet voor een groot deel binnen de vergunde milieuruimte van het Havengebied. Waar in Nederland willen we dan nog ruimte bieden voor de maakindustrie en brede industriële activiteiten? Waarom is überhaupt een nieuwe Zeesluis gebouwd? Wat willen we met de groene gebieden in de Metropoolregio Amsterdam? Dit havengebied is cruciaal om ruimte te bieden voor het realiseren van de regionale en nationale circulaire ambities voor het beter en anders benutten van steeds schaarser en duurder wordende grondstoffen. Kijk alleen naar onze (ver) bouwambities. Recent heeft het PBL deze ruimtevraag voor de circulaire economie al op de agenda gezet. Nationale ruimtelijke ordening is hard nodig. De ruimtelijke ordeningsbrief is hoopvol.
De Jonge snapt dat voor de aanpak van de woningnood, heldere nationale ruimtelijke kaders en concepten nodig zijn waar je al dan niet woningen bouwt, ruimte biedt voor werken, ruimte voor de energietransitie en ruimte biedt voor de natuur, maar dus ook uitspraken doet waar je geen ruimte biedt voor een van deze functies. Hiermee helpen we de aanpak van de woningnood pas echt. Duidelijker wordt waar plek is voor welke ruimteclaims op dit hele kleine stukje aarde met 17,5 miljoen mensen. Dit versnelt procedures, zorgt voor een meer betrouwbare overheid en lost de woningnood echt op. Heilig woonhuisje De Jonge benoemt veel heilige woonhuisjes, maar laat het meest hardnekkige en contraproductie in tact. Nog steeds heerst de gedachte dat bouwen in het groen, goedkoper, makkelijker en sneller is. Dit terwijl bouwen overal duur, complex en tijdrovend is. Of je nou bouwt binnen of buiten de bebouwde kom. Het is aan de politiek om te kiezen waar je bouwt, maar dan wel graag op basis van nuchtere feiten. In het verlengde hiervan wordt geregeld zuchtend en steunend gesteld dat transformatie en inbreiding de zogenaamde druppel op de gloeiende woningnoodplaat zou zijn. Vaak wordt alleen gekeken naar transformatie van kantoren of winkels. Uit studies van onder meer KAW (Ruimte zat in de stad), maar ook vanuit het Atelier Rijksbouwmeester blijkt het tegenovergestelde. Er is ruimte zat compact te bouwen en hier heb je de bedrijventerreinen niet eens voor nodig. Dit zijn de ro gesprekken die gevoerd moeten worden, willen we de woningnood aanpakken.