7 minute read
Kleurrijke figuren
Als er ergens in Nederland een plek is waar je veel kleurrijke figuren tegenkomt, dan is dat wel bij Aeres in Barneveld. Op de campus waar zo’n 2200 dieren leven barst het van de kleuren, geuren én van de kleurrijke figuren.
Van blauwgele ara’s tot gifgroene kameleons. Rode katten, gespikkelde varkens en sneeuwwitte konijnen. De dierenwereld is één groot kleurenfeest en daarnaast is Aeres Barneveld ook nog eens een plek waar vele kleurrijke figuren rondlopen die docent, student of cursist zijn. Een daarvan is docent biologie Aike Geers. Als die begint te praten over het dierenrijk dan kun je daarmee niet een enkel artikel, maar waarschijnlijk een compleet magazine vullen.
Als we hem vragen hoe kleuren in het dierenrijk tot stand komen, zegt Aike: “Erfelijkheid is heel belangrijk. Dieren krijgen hun vachtkleur van hun ouders, maar ook het milieu speelt een rol. Zonlicht kan ervoor zorgen dat kleuren veranderen, maar in de meeste gevallen heeft een dier een bepaalde kleur omdat die hem in staat stelt te overleven en zich voort te planten. Wanneer een poolvos of een ijsbeer rood zou zijn, werd het lastig prooien vangen. Zo’n dier zou ontzettend opvallen in een besneeuwd landschap en waarschijnlijk doodgaan van de honger. Omdat witte poolvossen en ijsberen in de regel prima in staat zijn om hun kostje bij elkaar te scharrelen, kunnen zij zich voortplanten en witte kinderen krijgen. Daarom zijn ze wit.”
Darwinisme
Als we de term Darwinisme opzoeken, leert Wikipedia ons het volgende: ‘Darwinisme wordt gebruikt voor het benoemen van een proces dat verloopt volgens de ideeën van Charles Darwin, vooral als deze evolutionele selecties betreffen en de sociale overtuiging dat survival of the fittest de gezondheid en de kans op voortbestaan van een soort bepaalt.’ Aike legt uit: “Degene die de beste eigenschappen heeft om te overleven, kan zich voortplanten. Als een bepaalde eigenschap voordeel oplevert, dan blijft hij in stand. Een wandelende tak of een fazant die opgaat in zijn omgeving zal zomaar niet gevangen worden. Een luipaard met zijn gevlekte vacht valt nauwelijks op als hij vanuit een boom zijn prooi bespiedt, omdat zijn donkere vlekken lijken op het schaduwpatroon in een bosrijke omgeving. Een leeuw kan dankzij zijn egale zandkleurige vacht vrij gemakkelijk prooien benaderen in het hoge goudgele gras op de Afrikaanse vlakten. Dat is een van de redenen dat zandkleurige leeuwen in leven blijven en zich kunnen voortplanten.”
“Onder andere in de vogelwereld zien we nogal eens dat de mannen prachtige Schutkleur: zoek de vogel. kleuren hebben, terwijl de vrouwtjes het moeten doen Opgaan in je omgeving? Naast opgaan in je omgeving, met een beduidend zijn er ook dieren die hun kleur minder opvallend kleurenpatroon.” juist hebben om aandacht te trekken. Onder andere in de vogelwereld zien we nogal eens dat de mannen prachtige kleuren hebben, terwijl de vrouwtjes het moeten doen met een beduidend minder opvallend kleurenpatroon. Waar komt die oneerlijke verdeling vandaan? aike: “De pauw is een dier waarvan de mannetjes – ook in het wild – er niet bepaald onopvallend uitzien. Die lange, kleurrijke sleep maakt het vluchten voor roofdieren er niet eenvoudiger op. Voor de vrouwtjespauw echter, bewijst het feit dat haar man, ondanks die onhandige staart in staat is om te vluchten, dat hij een goede, sterke vogel is. Zij zoekt dus juist een kerel met zo’n grote kleurrijke staart, omdat die in haar ogen extra geschikt is om nageslacht te produceren. Zelf ziet de vrouwtjespauw er veel minder opvallend uit. haar schutkleur stelt haar in staat om dat nageslacht – als het er eenmaal is – veilig uit te broeden en groot te brengen. Dat zie je bij heel veel vogels die op de grond broeden: daar vallen de vrouwtjes nauwelijks op, terwijl de mannen felgekleurd zijn.”
Papegaaienbont
Bij veel kromsnavels is het weer net anders: daar zijn meestal zowel de mannen als de vrouwen felgekleurd. “een papegaai hoeft nauwelijks op de grond te komen”, vertelt vogelkenner en docent Jan harteman: “hij zoekt in de bomen naar voedsel en broedt in holle bomen. hij hoeft zich dus niet te verstoppen en heeft voordeel van zijn kleur: als een kromsnavel op zoek is naar een partner, zoekt-ie een vogel met een gezond uiterlijk. Dat wil zeggen: glanzende veren waarop de kleuren goed tot hun recht komen. een andere bijzondere eigenschap van kromsnavels is dat ze hun partner niet alleen selecteren op het uiterlijk, maar ook op basis van karakter en vertrouwen. Ze zoeken namelijk een partner voor het leven: in veel gevallen blijven deze dieren een leven lang bij elkaar. Bij veel vogelsoorten waarvan de vrouwtjes een schutkleur hebben, hebben de partners een seizoenshuwelijk: als het broedseizoen voorbij is, verlaten ze elkaar en volgend jaar zoeken ze een nieuwe partner.”
Anders dan wij
“Wij gaan altijd uit van onze eigen zintuigen,” zegt aike, “maar veel dieren zien de wereld – en kleuren – heel anders dan wij. Zo zien wij een beo als een zwarte vogel, maar waarschijnlijk zien andere vogels een regenboog aan kleuren in die zwarte veren. Dat heeft te maken met het feit dat vogels in hun ogen meer lichtgevoelige kegeltjes hebben dan wij. Wij gebruiken slechts drie types kegeltjes, maar we weten dat kippen er vier hebben. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat bijvoorbeeld de kolibrie veel meer kleuren ziet dan wij. Deze vogel kan water met suiker herkennen aan de kleur van het water, hij ziet kleuren die wij nooit zullen kennen. Veel zoogdieren hebben maar twee soorten kegeltjes, bijvoorbeeld paarden en honden zien minder kleuren dan wij, maar zij hebben dan weer de beschikking over een wereld aan bijvoorbeeld geuren waar wij ons geen voorstelling van kunnen maken.”
Over seks en zo
Ook bij vissen zijn de mannen vaak erg uitbundig gekleurd, terwijl de vrouwtjes als het ware opgaan in hun omgeving. aike: “een stekelbaarsmannetje krijgt een felrood met blauw paaikleed, en dat is voor het vrouwtje een sleutelprikkel om zijn nest op te zoeken en daar haar eitjes te leggen. het mannetje voert een prachtige zigzagdans uit. hoe mooier de dans, hoe groter de kans dat het vrouwtje hem uitzoekt om samen nageslacht op de wereld te zetten. Die sleutelprikkel is een prikkel die het vrouwtje niet kan negeren, wij mensen kennen ook dergelijke sleutelprikkels. Die zijn bij ons, net als bij het stekelbaarsje gericht op seks, voortplanting. Zo is wit oogwit een sleutelprikkel, net als rode lippen of een rode blos op de wangen. Dat staat voor gezondheid. Omdat wij mensen ook instinctief op zoek gaan naar een partner die gezond is, maakt iemand met rode lippen, rode wangen en een heldere oogopslag meer kans op een partner dan iemand die er minder patent uitziet.”
Selecteren op kleuren
Wij mensen zijn een heel eind gekomen met het naar onze hand zetten van de natuur. Bij veel dieren die wij domesticeerden, werden de originele kleuren vervangen door een bont kleurenpatroon. Omdat wij dat mooier vonden dan het origineel. aike: “honden zijn een goed voorbeeld van wat je met selectie kunt bereiken. het is knap dat een klein kind weet dat een chihuahua en een Sint Bernard allebei honden zijn, en dat ze afstammen van de wolf. Veel dieren hebben van nature kleuren die niet te opvallend mochten zijn, maar wij kunnen het niet laten om te selecteren op bijzondere kleuren die vaak in de natuur helemaal niet voorkomen. Soms heeft dat selecteren ook negatieve gevolgen, denk bijvoorbeeld aan erfelijke problemen bij rashonden, of het feit dat witte katten last kunnen hebben van doofheid. In de reptielenwereld wordt vaak geselecteerd op het ontbreken van pigment: een albino slang of hagedis ziet er bijzonder uit, maar zou in de natuur waarschijnlijk niet overleven. Omdat hij te veel opvalt en omdat hij te gevoelig is voor zonlicht.”
Albinisme
albinisme is een genetische aandoening waarbij het lichaam niet- of verminderd in staat is om melanine aan te maken. melanine is het pigment dat kleur geeft aan de huid of vacht, veren en de ogen. albino’s worden daarom geboren met een kleurloze, witte huid en vaak hebben ze rode ogen. Omdat melanine de huid ook beschermt tegen schadelijke uv-stralen, zijn mensen en dieren met deze kleurafwijking erg gevoelig voor zonlicht.
Leucisme
Dieren (en mensen) met leucisme hebben een afwijking in het pigment waardoor de huid wit is. Leucisme lijkt op albinisme maar deze afwijking kan ook voorkomen op slechts enkele plaatsen op het lichaam. een mens of dier met leucisme heeft normaal gekleurde ogen en is minder gevoelig voor zonlicht dan iemand met albinisme.
De merle kleuren die we bij sommige hondenrassen zien, kunnen leiden tot gezondheidsproblemen. als je twee honden met deze verdunning van hun basiskleur met elkaar kruist, hebben de nakomelingen kans op doofheid of blindheid, of een overgevoeligheid voor zonlicht.