6 minute read
Gastheer (en -vrouw) schap
Barend Bos is docent Biologie en Dierenpark bij aeres mBO Barneveld.
Een warm welkom bieden
Als je een opleiding doet tot dierverzorger is het natuurlijk erg belangrijk dat je van alles leert over de verzorging van dieren. Voeren, schoonmaken, het welzijn van de dieren bewaken en niet bang zijn om vieze handen te krijgen. Maar om daadwerkelijk een onmisbare alleskunner te worden, zul je ook je mondje mee moeten hebben. Bijvoorbeeld om aan het publiek in de dierentuin een warm welkom te bieden, en uitleg te geven over dieren die jij verzorgt.
Docent Biologie en Dierenpark Barend Bos weet alles over het onderwerp ‘gastheerschap’ binnen de opleidingen tot dierverzorger aan aeres mBO Barneveld. hij vertelt dat voor een dierverzorger het kunnen omgaan met publiek praktisch net zo belangrijk is als de omgang met dieren. “Vroeger werkten dierenverzorgers meer achter de schermen,” zegt hij, “maar in de afgelopen tien jaar kwamen ze steeds meer in beeld. er ontstonden functies waardoor de verzorger meer in de spotlight stond en meer te maken kreeg met publiekseducatie. Daarom leren onze studenten niet alleen alles wat je maar kunt bedenken op het gebied van dierverzorging, maar trainen we ze ook om hun verhaal te doen voor een groep mensen. Gastheerschap noemen we dat. Voordat corona de wereld op zijn kop zette konden we onze studenten inzetten tijdens evenementen en open dagen, werden er schoolklassen uitgenodigd op de campus, hadden we kinderfeestjes op school en ontvingen we hier mensen voor bedrijfsuitjes. tijdens deze bijeenkomsten en events konden onze studenten leren presenteren, enthousiasmeren en ervaring opdoen met het spreken voor groepen mensen. Omdat je een tijdlang nu eenmaal geen groepen mensen mocht samenbrengen, was het vorig jaar lastig om de trainingen op deze manier vorm te geven, maar studenten konden gelukkig wel blijven oefenen door voor hun eigen klasgenoten te presenteren.”
Leren van feedback
er zijn studenten die er hun hand niet voor omdraaien om te spreken voor een groep mensen, maar er zijn er ook die daar wat meer moeite mee hebben. Barend vertelt dat studenten veel leren van de feedback van hun klasgenoten. “Iedereen mag feedback geven, en krijgt het ook. Je start op je eigen niveau en je kunt het niet slecht of goed doen. het gaat erom dat je kunt laten zien dat je een ontwikkeling doormaakt. Doordat de studenten elkaar feedback geven, positief of opbouwend, worden ze op een bepaalde manier toch kwetsbaar naar elkaar toe. Daardoor ontstaat een dynamiek in een groep waarin ze elkaar helpen. Natuurlijk is het gezellig en wordt er gelachen, maar je wordt nooit uitgelachen.”
zelfvertrouwen
Om op een podium te staan voor een groep mensen die je niet kent, te kunnen omgaan met bezoekers van alle leeftijden die allerlei vragen op je afvuren; daar is zelfvertrouwen voor nodig. Barend: “Om dat zelfvertrouwen te ontwikkelen bouwen wij dat spreken, we noemen het ook wel ‘voerpraatjes houden’, langzaam op. In het eerste jaar beginnen de studenten met het geven van presentaties aan elkaar, in eerste instantie in een groepje. Later bouwen we het uit en geven de studenten individueel een presentatie. De groep die kiest voor de richting dierenpark krijgt echt training in het presenteren. Deze studenten doen, voordat ze worden toegelaten tot deze specialisatie, een pitch. Die pitch houdt in dat we de studenten vragen of ze een praatje willen voorbereiden waarin ze uiteenzetten wat hun motivatie is om voor deze opleiding te kiezen. Sommige mensen doen dat met twee vingers in de neus, maar er zijn ook studenten die uit hun comfortzone moeten stappen. maar weet je wat het is: juist als je een moeilijke opdracht tóch uitvoert, kun je groeien. Wij zien regelmatig dat ook studenten die die pitch met het zweet in de handen deden, tijdens hun opleiding ervaren dat het juist ook heel leuk kan zijn om even in de spotlights te staan. Zeker als je kunt vertellen over je passie, uit de doeken mag doen wat je weet. Zo zien we eigenlijk altijd dat de drempel steeds lager wordt.”
Oud-student mirthe Wesbonk houdt een 'voerpraatje' in Dierenpark amersfoort.
Lesopbouw
Barend gaf al aan dat de lessen rondom het trainen van de vaardigheden bij publieksactiviteiten geleidelijk worden opgebouwd. hij vertelt: “alle leerlingen starten in de eerste klas met presentaties, en dat bouwen we uit tot integrale opdrachten. In het derde jaar gaan mensen uit de dierentuingroep ook echt nadenken over hoe je een verhaal opbouwt, hoe je interactie krijgt met mensen. Dan gaan ze ook echt presenteren, eerst houden ze een praatje voor hun klasgenoten en later voor publiek, compleet met een geluidsinstallatie en een headset. Daarbij worden de studenten gefilmd, het is erg leerzaam om jezelf niet alleen terug te horen, maar ook te zien. het grappige is dat studenten dan eigenlijk alleen de negatieve punten van hun eigen presentatie en vooral ook van zichzelf gaan benoemen. Je moet ze dan echt wijzen op wat ze goed doen. Pas als ze zichzelf terugzien, zien ze dat ook, begrijpen ze wat ik bedoel. het kan dat je zenuwachtig bent, dat je je wat bibberig voelt en dat je bang bent dat je rode vlekken in je gezicht hebt. maar als je dan het filmpje terugkijkt en ziet dat er van die spanning niets zichtbaar is, geeft dat veel zelfvertrouwen. Deze lessen gastheerschap – al doe je er bij wijze van spreken in je carrière niks mee – zijn goed voor je ontwikkeling. Dat is de reden dat onze studenten, ook al is het spannend, het echt willen leren. Ze willen de ontwikkeling doormaken, daarin groeien en laten zien dat ze hun mondje mee hebben.”
Zweet in de handjes
Ischa Schalekamp studeert dierverzorging niveau 3, hij zit momenteel in zijn examenjaar en Barend Bos is zijn mentor. “Ik ben doorgestroomd vanuit niveau 2”, vertelt Ischa, die het presenteren juist een van de leuke onderdelen van de opleiding vindt. “Ik houd ervan, ik vind het leuk om te vertellen over mijn passie. Natuurlijk zijn er in mijn klas best mensen die moeite hebben met het zogenaamde voerpraatje, die dichtklappen als ze voor een groep staan, maar omdat je in stapjes werkt en goed begeleid wordt, loopt niemand erop vast. het is heus niet zo dat je voor een groep mensen wordt gezet met je headset op en dat de docent zegt: ‘Vertel het maar’. Je wordt niet voor de leeuwen geworpen, maar leert hoe je een verhaal opbouwt. We kregen theoretische uitleg over presenteren, je leert te letten op je houding; je gezichtsuitdrukking; je handgebaren, en waarom je niet te veel moet lopen als je een praatje houdt. tijdens mijn opleiding merkte ik dat, als zo’n training op een goede manier wordt aangepakt, ook mensen die een beetje teruggetrokken of onzeker zijn, hun plankenkoorts kunnen overwinnen. Ik herinner me ook nog wel dat ik tijdens een spreekbeurt op de lagere school met het zweet in mijn handjes stond. Daar heb ik nu absoluut geen last meer van. Dat is niet alleen handig als ik straks daadwerkelijk aan het werk zou gaan in een dierentuin, maar eigenlijk heb je er in heel veel beroepen profijt van als je je verhaal kunt doen voor een groep mensen.”
Waar gaat het om?
• Jezelf voorstellen en mensen kunnen verwelkomen. • Inhoudelijk een goed verhaal kunnen vertellen bijvoorbeeld over de dieren waar je voor zorgt. • Dit zelf maken, je verhaal voorbereiden en ook oefenen. • Leuke feitjes en humor meenemen. • Een verhaal kunnen maken dat gericht is op een specifieke doelgroep. • Als iemand een vraag stelt, beantwoord je die uitgebreid. Je vertelt bij wijze van spreken meer dan je gevraagd werd. • Een stukje rust en zelfvertrouwen uitstralen. Letten op je ademhaling. • Houding en intonatie, bewegen, het laten vallen van een stilte. • Zorgen voor interactie met de groep, nodig ze bijvoorbeeld uit om vragen te stellen. • Er lol in krijgen: vertellen over je passie is leuk!