3 minute read
Onzekerheid kenmerkt moeilijke periode
from Pimeur 4 | 2022
20 april Enerzijds loopt de uienexport met bijna 1,1 miljoen ton tot en met week 13, ruimschoots voor op het vorige seizoen. Opnieuw was het de eerste helft waarin records werden gevestigd, maar ook in de tweede helft verrassen de exportcijfers keer op keer. Echter, een weekexport die schommelt tussen de 17.000 en 20.000 ton is op zichzelf mooi, maar slechts een schijntje van de totale sorteercapaciteit.
De uitdaging wordt meer en meer hoe de sector weet om te gaan met de toenemende discontinue vraag over het seizoen. Welke innovaties in het organisatiemanagement, een flexibele kostenstructuur, alternatieve afzetmogelijkheden of complementaire activiteiten kunnen een antwoord vormen op deze uitdaging? Het is aan de sector zelf om daarop een antwoord te vinden, en dat zal er ongetwijfeld komen. Misschien keert de in de achterliggende decennia sterk gespecialiseerde sector wel terug naar een verbreding van activiteiten die haar tot de jaren ’70 van de vorige eeuw kenmerkte. Gladiolen, aardappelen, droog- en sorteeractiviteiten voor derden, het detacheren van personeel, specifiek loonwerk met het machinepark, verhuur van leeg fust en beschikbare opslagruimten waren activiteiten waar menig bedrijf de periode tot de nieuwe oogst mee wist te overbruggen. ‘Het zijn en blijven uien’, wordt nogal eens gezegd. Ook dit seizoen blijkt dat opnieuw. De export loopt met een plus van 6,5% fors voor op het vorige seizoen. Daarbij is de veldsgewaslevering richting omliggende landen niet meegenomen, terwijl die aanzienlijk is. Er worden namelijk veldsgewasleveringen gedaan richting Duitsland, Frankrijk, maar ook Polen is een flinke afnemer van de onderkant van de markt. Klaarmaken en opzakken gebeurt dan niet in Nederland zoals vroeger, maar elders. Dat is een trend die de laatste jaren doorzet en tot nadenken van sorteerders stemt. Andersom is er ook een stroom buitenlandse uien die juist in Nederland wordt verwerkt. Deze productstromen zijn niet erg inzichtelijk, maar er heerst toch het gevoel dat in de handelsbalans de uitvoer naar het buitenland groter is dan de invoer van buitenlandse uien. De export ligt in handen van een handjevol sorteerders die zelf ook exporteren. De economische wetmatigheid 20/80, die zoveel inhoudt dat 20% van de sector 80% van de markt bedient, gaat momenteel ongetwijfeld ook voor de uienhandel op. Een aantal bedrijven heeft haast niets te doen, terwijl een paar anderen vrijwel de gehele export van een kleine 20.000 ton gretig voor hun rekening neemt. Bureau-exporteurs laten het seizoen soms al achter zich in de hoop dat de nieuwe oogst straks nieuwe kansen biedt en richten zich op export van andere producten. Sommige sorteerbedrijven schakelen een tandje terug in sorteercapaciteit of pakken andere activiteiten op, zoals het leveren van veldsgewasuien of andere producten. Wie met een flexibele schil van mensen werkt kan zo de kosten drukken.
Trekker is en blijft Groot-Brittannië, gevolgd door een rijtje Afrikaanse landen. Opmerkelijk is de enorme toename richting de Britten, die deels het gevolg is van een nauwkeuriger registratie. Als dat voor geheel Europa geldt betekent dat deze export fors hoger is dan in de officiele exportcijfers naar buiten komt en dus ook bijdraagt aan een vertroebeld beeld. Landen als Maleisië, Indonesië en Israël zijn welkome markten met een hoge standaard, wat een mooie meerprijs kan opleveren die zich ook vertaalt naar de teler toe.
Bij de teler blijft de prijs opvallend hoog. Nieuwe markten zijn momenteel nog niet in zicht voor de laatste 10 weken van het seizoen en wanneer er een ‘vleugje’ door de markt gaat, is het de kunst die afzet vast te houden en niet meteen de kop in te drukken door een te sterke prijsopleving. Gele uien van goede kwaliteit lijken er voorlopig nog genoeg achter de planken te liggen, voor rode uien ligt dat anders. In juni zal uit de CBS-cijfers exact blijken wat het areaal rode uien daadwerkelijk is. Dan zal ook duidelijk zijn of Nederland ondanks alles een nieuw exportrecord heeft weten te vestigen. Als de export de lijn van het vorige seizoen weet vast te houden zal de teller rond de 1.250.000 ton blijven steken. Dat is iets meer dan vorig seizoen, maar minder dan de 1,3 miljoen ton wanneer het lukt de voorsprong van 6,5% tot eind juni vast te houden.