4 minute read

Dick Pijpers: Knolcapucien

Knolcapucien

Mashua Tropaeolum tuberosum – Tropaeolaceae

De knolcapucien is afkomstig uit het Andesgebergte in Peru, ZuidAmerika. In Bolivia en Columbia kennen ze de knolcapucien eveneens als volksvoedsel. De knollen zijn peervormig (peenvormig), geel van kleur met violet gekleurde vlekken. De ogen zijn langwerpig en staan horizontaal op de knol, ze zijn paars van kleur en tamelijk diepliggend. Ook bekend als: Isaña, magua, Ysaǹo, Anyu, Apina-mama, Isana

De knol wordt gekookt gegeten, kan ook ingemaakt worden in azijn, z.g. pickles. Het jonge blad en de dieprode bloemen zijn eveneens eetbaar. De geografische oorsprong van Tropaeolum tuberosum lijkt te zijn geweest in de hooglanden van het centrale gebied van de Andes, in de buurt van het Titicaca-bekken. De exacte datum van gecultiveerde teelt is niet bekend, maar wordt geschat op ongeveer 5500 v. Chr. Er zijn pre-Inca-pictogrammen gevonden op aardewerk die de aardappel, ulluco, oca en mashua voorstellen, die vondsten bewijzen het belang van deze knollen in de oudheid. Wilde knollen worden vaak ook aangetroffen op archeologische vindplaatsen.

De knolcapucien ook bekend als isanu, cubio, añu, ysaño of puel, is een knolgewas dat van economische waarde is als voedsel en medicijn. Dit wortelgewas staat op de vierde plaats in belang in het Andesgebied, na aardappel, oca en ulloco. Van de Andes-knollen is de knolcapucien een van de meest productieve, gemakkelijkst te kweken en het meeste vorstresistent. Net als bij de aardappel wordt de knolcapucien vegetatief vermeerderd met behulp van het uitgesorteerde pootgoed. De knol wordt van oudsher verbouwd in de Andes van Bolivia, Peru, Ecuador, Columbia en Venezuela . Ook is er productie in Nieuw-Zeeland en Canada. Op beperkte schaal in België, Nederland, Duitsland en Denemarken.

De knollen worden sinds 1827 gekweekt in Europa. Eerst als siergewas, later als voedselgewas.

De knolcapucien is een eenjarige, kruidachtige klimplant die behoort tot de familie Tropaeolaceae, met ongeveer 100 soorten. Tropaeolum tuberosum is nauw verwant aan de Oost-Indische kers, Tropaeolum majus L. De knollen variëren in kleur van wit tot geel met af en toe varianten die paars of rood zijn. Ze zijn vaak gestreept of gevlekt rood of paars, vooral onder de ogen. Het vruchtvlees van de knol is geel.

De knolcapucien is ook een waardevol gewas, omdat het resistent is tegen de invloeden van insecten, nematoden, schimmels en andere pathogenen. Vandaar dat in de Peruaanse hooglanden de knolcapucien vaak wordt verbouwd samen met maïs, oca, ulluco, aardappelen, peulvruchten en granen.

De knollen van de knolcapucien worden gekookt en als groente gegeten, meestal in een hutspotje of in soepen verwerkt. Ze kunnen ook dienen om te roerbakken. De knollen zijn vanwege de scherpe, mosterdachtige smaak voor rauwe consumptie minder geschikt, maar toch zijn de knollen rauw te snipperen door de sla voor een pittige touch. De bladeren worden vanwege het scherpe aroma als specerij gebruikt. Het blad en de bloemen hebben een zachte tuinkerssmaak en zijn een sieraad in elke salade.

Nederlands: Knolcapucien, Capucieneknol, Mashua Frans: Capucine tubéreuse, Cubio Duits: Knollige Kapuzinerkresse, Mashua, Añu Engels: Mashua, Tuberous nasturtium Spaans: Mashwa, añu, Isaño, Capuchina tuberculosa Italiaans: Tropaeolum tuberosum Het is bekend dat een ‛knolcapucien-dieet’ een gunstig effect heeft op lever en nieren.

RASSEN IN ZUID-AMERIKA

Capucineknollen vertonen een opmerkelijk breed scala aan kleuren en kwalificaties in variëteit, de namen verwijzen er vaak naar, zoals: ‛Huaka hasta’ of ‛Huagra hasta’ verwijst naar langwerpige, gebogen knollen. ‛K’eya-añu’ duidt op een vieze geur. ‛Take-añu’ of ‛Taqui añu’ verwijst naar knollen die veel voorkomen in Cusco, en duidt erop dat dit type geschikt is voor langdurige opslag. ‛Kita-añu’ en ‛Añu-añu’ zijn termen die worden gebruikt voor wilde knolcapucien of mashua. Verder nog: Asuti, Amarillo, Pajarillo, Yawar waqac.

RASSEN IN EUROPA

Ken Aslet – Quick Jumps – Hahamish

Opslag: gedurende enkele dagen tot -3°C bij +3°C tot twee maanden bij een RV van 85.

VOEDINGSWAARDE PER 100 GRAM PRODUCT

Energie . . . . . . . . . . . . . .35 – 50 Kcal Water . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 g Eiwit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1,5 g Vet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0,7 g Vezels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1,3 g Suikers . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3,5 g Zetmeel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8,9 g Kalium . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1,5 mg IJzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1,0 mg Fosfor . . . . . . . . . . . . . . . . . . .0,7 mg Vitamine A . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 µ Vitamine C . . . . . . . . . . . . . . .77,5 mg

©Dick Pijpers www.allesovergroentenenfruit.nl

This article is from: