4 minute read

“Verwerkende industrie en aardappeltelers hebben elkaar nodig”

Gea Bakker, Rabobank over eisen duurzame aardappelteelt 2030:

“Verwerkende industrie en aardappeltelers hebben elkaar nodig”

Hoewel Rabobank positief gestemd is over de toekomst van de plantaardige sector waarin onder meer de aardappelteelt, neemt de bank ook waar dat er veranderingen nodig zijn en dat een kantelpunt is bereikt waarbij er aandacht is voor zowel economie als voor ecologie. “We hebben ook met de grenzen van de planeet te maken. Dat betekent voor iedereen omdenken,” zegt Gea Bakker, Sectormanager Food & Agri bij Rabobank.

Het leidt in toenemende mate tot duurzaamheidseisen aan de aardappelteler waarvan Gea vindt dat de sector daar heel goed invulling aan kan geven. Belangrijk daarbij is wel dat daar een beloning tegenover staat. “In de aardappelverwerkende markt wordt niet meer alleen naar volumes gekeken, maar ook steeds meer aanvullend eisen gesteld met betrekking tot duurzaamheid.” Uit het onderzoek dat Rabobank onlangs deed naar hoe de aardappelverwerkende industrie duurzame teelt in 2030 voor zich ziet, blijkt dat dit op termijn zal leiden tot minder telers voor de vrije markt. “Het viel ons op dat vrijwel elke verwerker daar zijn eigen programma voor heeft geschreven. Als elke verwerker zijn eigen specifieke eisen gaat stellen, dan zul je als teler daaraan moeten voldoen. En als je dan als teler je aardappelen zowel aan verwerker A als aan verwerker B wil afzetten is het de vraag of je dan aan ieders voorwaarden kunt voldoen. Dat maakt het voor vrije telers moeilijker om de aardappelen af te zetten aan wie ze willen.”

BELONING VAN DE INSPANNINGEN

Rabobank stelt vast dat het deel vrije telers - dat momenteel zo’n 20 procent bedraagt - met deze beweging in de toekomst mogelijk nog verder zal afnemen. En dat roept voor Gea vragen op over de prijsvorming. “Als de teler vastzit in een duurzaamheidspakket dan moet je ook hele goede afspraken maken met verwerkers over hoe om te gaan met prijsvorming. Daarbij horen naast de duurzame teeltwijze ook componenten als farm-inputs (bijvoorbeeld kunstmest, diesel of gewasbeschermingsmiddelen) die behoorlijk zijn gestegen. Hoe krijg je die dan goed betaald en verwaard als teler?” Rabobank denkt daarbij aan een kostprijs-plus scenario.

STERK UITGANGSPUNT

Hoewel beloning een punt van aandacht is, verwacht Gea wel dat het voor de teler mogelijk moet zijn om op dat punt met de verwerkers in overleg te treden, omdat de vraag naar bewerkte aardappelproducten blijft groeien en de verwerkers dus aardappelen nodig hebben. “Als ik het areaal aardappelen afzet tegen de capaciteit van de verwerkende industrie dan denk ik dat de aardappeltelers sterk staan. Om de toegenomen verwerkende capaciteit te kunnen benutten, hebben de verwerkers veel areaal nodig en dat areaal is niet zo snel gegroeid als de capaciteit van de fabrieken.” Sterker nog, Rabobank verwacht dat het totale aardappelareaal in Nederland eerder zal krimpen doordat er op basis van wet- en regelgeving vanuit de EU wordt aangestuurd op een meer extensieve teelt. “Ook neemt de opbrengst in kg/ha al heel lang niet meer toe. Daarnaast loopt men bij onze zuiderburen ook tegen grenzen aan qua beschikbaarheid van areaal voor de aardappelteelt.”

Dat biedt echter ook kansen en Gea verwacht dat de komende jaren de verwerkers en de telers dichter bij elkaar komen te staan. “De wil is er, ook bij de verwerkende industrie, omdat beide sectoren elkaar nodig hebben. Als beide partijen langetermijncommitment met elkaar kunnen afspreken, kunnen in het contract ook clausules worden opgenomen om bij te kunnen sturen als, zoals afgelopen jaar bijvoorbeeld het geval was, de kosten stijgen.”

INTEGRALE AANPAK

Hoewel de verwerkers op verschillende manieren invulling geven aan hun doelstellingen zijn de thema’s voor allen gelijk; die liggen onder meer op het gebied van bodem, gewasbescherming, en biodiversiteit. Gea ziet dat de invulling van de duurzaamheidsdoelstellingen van de verwerkers voor 2030 niet in beton is gegoten en dat er ook ruimte is voor initiatie-

ven van de telers zelf om hieraan op een meer uniforme wijze handen en voeten te geven. Overigens maakt focus op stikstof geen deel uit van de duurzaamheidseisen van de aardappelverwerkende industrie voor 2030. Gea denkt ook niet dat de impact van de voorgestelde stikstofmaatregelen voor de teelt van aardappelen heel groot zal zijn. Zij verwacht eerder dat de komende maatregelen rondom water in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn van invloed zullen zijn. “Waar stikstof nu een grote impact heeft op de veehouderij, zal straks water – waar naar verwachting dit najaar meer duidelijkheid over komt – de akkerbouw gaan raken.” Daarbij roept Rabobank op tot een integrale aanpak ten aanzien van stikstof, water en biodiversiteit. “Laten we bekijken wat waar kan en dat dan ook voor de komende jaren zo houden, want dit geeft heel veel onrust.”

CONSUMENT

Overigens ziet Gea ook voor de consument een rol weggelegd. “We hebben decennialang heel goedkoop, kwalitatief goed en voldoende voedsel kunnen kopen. Daar zal ook een verandering van houding moeten plaatsvinden. Dat heeft ook met keuzes te maken. Voedsel is een primaire levensbehoefte; waar besteed je je geld aan?” Zij ziet dat er in Nederland bijvoorbeeld procentueel gezien – acht tot tien procent van het inkomen – weinig wordt besteed aan voedsel vergeleken met andere landen. “Wij zijn als Nederland eraan gewend geraakt dat voedsel niet duur mag zijn, terwijl de teler meer opgaven en kosten heeft om voedsel te kunnen produceren. Dit moet in evenwicht komen met alle eisen die er liggen op gebied van duurzaamheid. Door deze omslag zal de consument moeten wennen aan een hogere prijs voor voedsel.” (MW) 

Gea.Bakker@Rabobank.nl

INSCHUREN

Bezoek ons op EMPACK Gent!

STAND 2615

14-15 SEPT 2022 SORTEREN

VERWERKEN

This article is from: