5 minute read

De hele keten gaat in transitie – u ook

Opinie: André Hoogendijk, directeur BO Akkerbouw

De hele keten gaat in transitie – u ook

Wat is de stikstofbehoefte van uw gewassen? Wat draagt uw bedrijf bij aan de uitspoeling van nitraat naar het grondwater? Hoe komt u aan uw producten als telers vaker verplicht een rustgewas moeten telen? Wat is straks nog het beschikbare areaal voor uw gewassen in Nederland? Moeilijke, misschien wel ongemakkelijke vragen. De discussie over de land- en tuinbouw zal niet onopgemerkt aan de akkerbouw en de vollegrondsgroentesector voorbijgaan. Naast telers krijgen ook veredelaars, handelaren en verwerkers huiswerk mee. De hele keten gaat in transitie – u ook.

Laten we kijken wat er allemaal aan de hand is en hoe dat de akkerbouw en de vollegrondsgroentesector raakt. Om te beginnen zijn er harde milieugrenzen die we als land al jaren en vaak decennia geleden hebben afgesproken. Het gaat dan niet alleen om de bescherming van de natuur, maar ook van onze eigen drinkwaterwinning. Belangrijk daarbij is de Nitraatrichtlijn met afspraken over het terugbrengen van de uitspoeling van stikstof, dan nitraat geheten, naar het grondwater. Meer recent is daar de klimaatverandering bij gekomen. Daarvoor is het niet alleen nodig om de uitstoot van broeikasgassen terug te brengen, maar ook om onze teelten aan te passen aan het veranderende klimaat. Van de afgelopen vijf zomers, inclusief 2022, waren er maar liefst vier droog. Alleen vorig jaar was een redelijk normale zomer, behalve als er een meter water uit de Maas op je land stond. Oftewel, droog is het nieuwe normaal. Gewassen zullen minder goed groeien in de zomer, soms verbranden en zullen ook niet zonder meer beregend kunnen worden.

Het zou natuurlijk kunnen dat u gewoon rustig elke week wilt barbecueën, drie keer per jaar met het vliegtuig op vakantie wilt en alles wat te maken heeft met klimaat en natuur de grootst mogelijk onzin vindt. Misschien vindt u zichzelf wel een wappie. Dat kan natuurlijk, maar de werkelijkheid wordt er niet anders van. Onze gewassen staan buiten en hebben direct te maken met het klimaat in de vorm van het weer en indirect met het klimaat in de vorm van de maatschappij. Een politieke realiteit is ook een realiteit waar we als sector mee te maken hebben.

André Hoogendijk is directeur van BO Akkerbouw, historicus en landbouwkundige. Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw is het centrale platform en kenniscentrum voor de Nederlandse akkerbouwketens. De organisatie zorgt voor één krachtig geluid van de Nederlandse akkerbouw, draagt de ambities van de sector uit en komt met oplossingen voor collectieve vraagstukken. Op verzoek van Primeur neemt André u als lezer in een opiniestuk mee in de stikstofproblematiek en hoe die de gehele keten raakt.

HET ADRES VOOR EXPORT-, FRITES- EN TAFELAARDAPPELEN

Dit voorjaar heeft het kabinet de eerste contouren geschetst van het Nationaal Programma Landelijk Gebied, een aanzet voor de grote herinrichting van Nederland. Onderdeel was een kaartje over de benodigde reductie van stikstof. Dat kaartje kent inmiddels bijna iedereen. Stikstof is op dit moment het grote gespreksonderwerp, maar raakt de open teelten eigenlijk nog het minst. Dit najaar volgen echter nog de doelstellingen voor waterkwaliteit en begin 2023 de doelstellingen voor klimaat. De plannen en de kaartjes die daarbij horen zullen ons veel harder raken.

De akkerbouw en de vollegrondsgroentesector behoren namelijk tot de agrarische sectoren met het grootste negatieve effect op de waterkwaliteit. Voor het oppervlaktewater gaat het in de eerste plaats om gewasbeschermingsmiddelen die in de sloot terechtkomen. Voor het grondwater gaat het vooral om de uitspoeling van nitraat. Afhankelijk van de regio wordt er drinkwater gewonnen uit oppervlaktewater dan wel uit grondwater. Los van allerlei doelstellingen voor natuur en milieu gaat het dus ook om elk glas water, elke kop koffie en elke beker thee die u drinkt. Bij de eerste aankondiging heeft de overheid gesteld dat er voor de oppervlaktewaterkwaliteit mogelijk teeltvrije zones tot 250 meter nodig zijn langs beken in Nederland. Bij elkaar gaat het dan al om een teeltoppervlak ter grootte van de Noordoostpolder. Voor de bescherming van het grondwater dreigen steeds strenger mestbeleid, zwaardere ingrepen in de vruchtwisseling en uiteindelijk (regionale) teeltverboden. Dat is dramatisch voor de betrokken telers en bijzonder ingrijpend als u uw bedrijf heeft ingericht op het sourcen van gewassen uit een bepaalde regio.

De tijd van lobbyen is inmiddels voorbij. De relevante regels bestaan al jaren. De Kaderrichtlijn Water komt uit 2000, de Nitraatrichtlijn uit 1991. Het feit dat u wakker bent geworden bij het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn betekent dat u bij de eerste zes hebt zitten slapen. Willen we in Nederland concurrerend blijven met aardappelen en vollegrondsgroenten, dan zullen we ons op een aantal fronten moeten aanpassen. Dat raakt niet alleen de teelt, maar de hele keten. De veredeling, de teelt, de handel en de verwerking zullen allemaal stappen moeten zetten.

Laten we bij de veredeling beginnen. Bij het veredelen wordt natuurlijk naar verschillende eigenschappen gekeken, waaronder de stikstofbehoefte en de gevoeligheid voor ziekten en plagen. We hebben komende jaren dringend behoefte aan rassen die minder stikstof nodig hebben om te groeien. Wat je immers niet nodig hebt aan stikstof, kan ook niet uitspoelen als nitraat. In de afgelopen decennia hebben suikerbieten en zetmeelaardappelen zich door veredeling ontwikkeld tot teelten die niet meer uitspoelingsgevoelig zijn. Consumptieaardappelen en vollegrondsgroenten zijn echter nog (zeer) uitspoelingsgevoelig. Hier ligt een opgave, maar ook een kans.

In de groenteteelt komt het vaak voor dat het product op afroep beschikbaar is voor de afnemers. Het gewas wordt binnen enkele dagen geoogst als de afnemer daarom vraagt. Uit onderzoek blijkt dat dit leidt tot veel uitspoeling van nitraat indien het gewas net daarvoor is bemest. Dat betekent dat we de planning en vooral de communicatie zullen moeten verbeteren. De afnemer zal beter moeten plannen en eerder het gesprek aan moeten gaan met de teler. Omgekeerd mag de teler ook wat verder vooruitkijken en vooraf overleggen. We zullen het in de keten samen moeten oplossen.

Verwerkers hebben grote invloed op waar welk gewas en zelfs welk ras wordt geteeld. Zo worden er regelmatig op uitspoelingsgevoelige zandgronden aardappelen neergezet die heel goed kunnen tegen een overdaad aan stikstof. Dat is bijna een uitnodiging aan telers om er extra mest op uit te rijden, vooral als de buurman geld toe biedt om van de mest af te komen. Voor het oplossen van dergelijke perverse prikkels moeten we niet naar de overheid kijken. Dit moeten we zelf oplossen. En dat geldt voor al onze opgaven. Laten we niet wachten op ‘oplossingen’ vanuit Den Haag. Het is onze sector. Laten we zelf zorgen voor een goed perspectief. Met onze blik op de toekomst. Voor elkaar en met elkaar. 

Wouw Agro

akkerbouw opslag koeling wassen uitzouten sorteren

Kruiningen ۰ Ronald van de Wouw ۰ 0653-724 302

hoogendijk@bo-akkerbouw.nl

WE’RE ADDING VALUE IN PACKHOUSE SOLUTIONS

BEKIJK DEZE AGRI PRODUCTIELIJN Kist ledigen

Kist vullen

Kist logistiek

Complete verpaklijnen

Palletisering

Kist reiniging

This article is from: