Partner Evelyn Günther van Günther & Van Grinsven Executive Search en People Select Career Services interviewt managers uit de branche over hun waarden/normen, werk/ privé, uitdagingen/ ergernissen en ‘leermomenten’. Deze maand: Erik-Jan Mares, sales director Nutricia Nederland. Door: Evelyn Günther Foto: Dirk-Jan van Dijk
Bij Evelyn aan tafel Je bent nu drie jaar terug in Nederland. Wat heb je hiervoor gedaan? Ik heb bedrijfskunde in Groningen gestudeerd met ‘human resources’ als afstudeerrichting. Bij Twijnstra & Gudde heb ik mijn afstudeerscriptie geschreven: ‘Strategische dilemma’s in topteams’. Mijn begeleider herkende blijkbaar een attractieve schrijfstijl en heeft het aangeboden aan Kluwer Bedrijfswetenschappen om het uit te geven. Dat is gebeurd. Wat leuk. Heb je nog meer gedaan met je schrijftalent? Jazeker, ik ben inmiddels op de helft van een roman. Toen ik ontdekte dat ik wel aanleg had om te schrijven, ben ik verder gegaan dan alleen werkgerelateerde stukken; ik heb aardig wat fantasie en ook de behoefte om dingen van mij af te schrijven. Goede ingrediënten voor een auteur dus. Mijn jongste dochtertje van zes zie ik ook hele verhalen schrijven. Ik schijn dat zelf vroeger ook wel gedaan te hebben, maar ik heb daar helaas niks meer van bewaard. Een van de dromen die ik heb, is dat ik voor mijn 50e twee romans wil hebben geschreven. HR als afstudeerrichting, boeken uitgegeven, wat doe je nu op je 41e in sales bij Nutricia? Na mijn afstuderen ben ik bij een campus recruitmentbureau gestart als junior consultant. Ik recruteerde starters voor uiteenlopende bedrijven: advocatenkantoren, maar bijvoorbeeld ook voor Nutricia. Henk Siersema, de toenmalige verkoopdirecteur, zei tegen mij: ‘Wat jij nu doet, is toch niks voor je. Als je de commercie in wil, kom dan bij ons.’ Ik was er inmiddels wel achter dat het HR-vak alleen voor mij niet voldoende was. Ik solliciteerde bij Procter & Gamble en Nutricia. Ik koos voor Nutricia vanwege de ondernemende cultuur. Daar ben ik gestart als ver-
tegenwoordiger, toen werd ik trade marketeer en uiteindelijk national account manager AH, C1000 en Kruidvat. In 1999 ging ik naar Sydney en werkte ik voor een van mijn meest inspirerende managers, Joost Manassen. Na twee jaar werd ik commercieel directeur in Argentinië en drie jaar later marketing- & salesdirecteur in Indonesië. Terugkijkend op je loopbaan bij Numico van de afgelopen vijftien jaar; wat is je grootste fout? Zakelijk gezien heb ik in Indonesië mijn grootste fout gemaakt. Ik heb lange tijd een aantal regionale salesmensen gehad die ik achteraf niet klakkeloos had moeten vertrouwen. Ik weet niet of ik te ‘lui’ was om hen regelmatig te controleren of dat ik ze echt vertrouwde, maar nadat ik ten overstaan van deze mensen de passende maatregelen heb genomen, ben ik vooral erg kwaad op mezelf geweest. Want het was mijn verantwoordelijkheid en ik heb het laten gebeuren, dus eigenlijk kon ik alleen mezelf iets kwalijk nemen. Ik kwam er zelf achter en ben direct naar mijn baas gestapt die me natuurlijk geheel terecht kapittelde. Nee, het heeft mijn carrière eigenlijk niet geschaad. Waarschijnlijk omdat ik er zelf achter kwam, transparant ben geweest en direct gehandeld heb. Heeft het je veranderd? Ja, ik ben niet meer zo naïef. Ik heb toentertijd controllers aangesteld vanuit het hoofdkantoor en die heb ik zelfs weer laten controleren. Ik ben van nature helemaal niet zo van mensen controleren op mijn werk, maar ik heb mezelf aangeleerd dit wel wat meer te doen. Ook heb ik inmiddels geleerd om mezelf meer te wapenen en rekening te houden met het feit dat niet iedereen hetzelfde belang heeft. En ik heb in die periode in het buitenland leren beseffen dat mijn waarheid slechts de halve waarheid is. Ik was altijd erg overtuigd van mijn waarheid, als zijnde ‘dé waarheid’, maar 46 FoodPersonality september 2009
besef nu meer dan ooit dat iedereen zijn eigen versie van de waarheid heeft en dat ook echt zo ziet en gelooft. Waar geloof je in? Dat goede mensen het verschil maken voor een bedrijf. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer een aantal retailers of andere relatief kleinere bedrijven de beste mensen uit de markt halen, zij hele grote stappen kunnen zetten. Kijk, bij Unilever maakt het wellicht niet meer uit of daar een goede medewerker meer of minder zit. Maar juist de kleinere bedrijven kunnen hier nog succesvoller door worden. Er zijn maar een paar goede mensen nodig die de rest mee omhoog en vooruit trekken. Heb je managementprincipes? Zeer zeker, ik ga met name voor integriteit en transparantie. Waarschijnlijk is dat een blokkade om snel de top van het grote bedrijfsleven te bereiken. Mijn integriteit gaat een keer botsen met de immer kortetermijndoelstellingen van een bedrijf. Er zijn bijvoorbeeld weinig CEO’s die ik vanuit dat perspectief als mijn voorbeeld zie, want dat zijn namelijk die CEO’s die aan de aandeelhouders en de pers durven aan te geven dat het er dit kwartaal of kalenderjaar ‘even niet inzit’, maar die tegelijkertijd wel met een visie komen die er voor zorgt dat er de komende drie jaar wel duurzaam kan worden gegroeid. Je bent integer en ook nogal direct? Ja, voor mij staat integriteit ook voor uitspreken van wat je vindt. Als je iets over iemand zegt, moet je het ook tégen diezelfde persoon kunnen zeggen. En dat gebeurt in de interne politieke verhoudingen natuurlijk niet zo vaak, in dat spel ben ik dan ook niet altijd even goed. Verder is het wel belangrijk om bij het aanspreken van mensen
‘Ik heb leren beseffen dat mijn waarheid slechts de halve waarheid is’ de juiste toon te gebruiken. Hard op de inhoud, zacht op de relatie. Je klinkt ideologisch met je integriteit? Dat ben ik misschien wel een beetje. Ik vind het belangrijk dat de doelstellingen en de groei van mensen parallel lopen aan die van het bedrijf. De doelstellingen van een individu mogen niet prevaleren. Daar waardeer ik familiebedrijven om. Zij nemen geen beslissingen alleen maar om goede cijfers te laten zien. Verder vind ik het belangrijk dat de mensen in een organisatie echte aandacht krijgen en dat het beste uit de mensen wordt gehaald. Mensen blijven mijn passie. Ook in mijn salesvak gaat het om mensen en de relatie die je met ze hebt. Jarenlang is Nutricia een redelijk monopolistisch bedrijf geweest, met de bijbehorende arrogantie. Er werd in het begin ook neerbuigend gedaan over private labels. Maar nu bestaat de markt voor 20% uit private label. Er was te weinig connectie met de handelspartners; geen verbinding. Mijn team en ik vinden het heel belangrijk dat we wel een verbinding hebben. Dat betekent niet dat je geen ruzie mag hebben, dat
moet juist af en toe kunnen. Net als in een goed huwelijk hoort dat erbij en word je er samen sterker van. Zeker in deze tijd is het belangrijk dat we de banden verstevigen. De huidige neerwaartse prijsspiraal levert niemand iets op; we moeten juist samen bouwen aan een sterkere categorie. Ik zou willen dat een CEO van een retailorganisatie eens op zou staan en zou zeggen: ‘Wij doen niet mee aan de prijsverlaging van Jumbo, wij gaan ons merk op een andere manier versterken.’ Kun je je ideologische ei wel kwijt bij Numico? Ik doe bij Numico leuk werk en haal veel plezier uit het op een andere manier met de handel omgaan dan Nutricia van oorsprong gewend was, uit het coachen van mijn mensen en zelfs van mensen buiten mijn afdeling. Ideologisch werk doe ik meer in mijn vrije tijd. Ik werk via het Rode Kruis als vrijwilliger bij een Marokkaans gezin dat het financieel erg moeilijk heeft en die ik adviseer en help met de administratie. Er zijn zoveel problemen in dat gezin, dat ik eigenlijk de rol van maatschappelijk werker vervul. Ik ben er één avond per week. Ik probeer niet alleen met
47 FoodPersonality september 2009
mijn mond te belijden, maar ik wil daadwerkelijk zaken aanpakken die er toe doen. Een ander voorbeeld is een van de Nederlanders die onlangs in de bomaanslag in Indonesië zwaar gewond is geraakt. Ik ken hem goed vanuit mijn tijd daar en ben samen met vrienden bezig om een actie op te zetten om geld in te zamelen om al zijn operaties te kunnen betalen. De buitenlandse verzekering keert namelijk niet uit bij een terroristische aanslag. Hij is beide onderbenen kwijt en heeft derdegraads brandwonden. Hoe kom je aan deze sociale hulpvaardige kant? Ben je soms kerks opgevoed? Dat is inderdaad zo, maar dat is volgens mij niet de hoofdreden. Ik denk dat mijn sociale kant vooral voortvloeit uit mijn opvoeding. Mijn vader was huisarts, ook een sterk sociaal beroep, en hij doet nu samen met mijn moeder veel vrijwilligerswerk. Zij steunen gezinnen en mijn moeder collecteert al haar hele leven voor allerlei goede doelen. Eigenlijk heeft dat mij de laatste jaren enorm geïnspireerd. Q