Evelyn Günther van People Select Executive Search interviewt managers uit de branche over hun waarden/normen, werk/privé, uitdagingen/ergernissen en ‘leermomenten’. Deze maand Peter d’Angremond, directeur Max Havelaar.
Door: Evelyn Günther Foto: Jan Willem Houweling
Bij Evelyn aan tafel Heb je een flink stuk van je salaris ingeleverd? Bij Schiphol, waar ik voorheen werkte, had ik inderdaad meer, maar hier heb ik voor gekozen en daar moet ik verder niet over miauwen. Het is geen slecht salaris en bovendien hebben we twee goede salarissen. Ik doe dit nu drie jaar en heb het enorm naar mijn zin, omdat Max Havelaar geen traditionele hulporganisatie is die met de collectebus rondgaat en allerlei projecten doet. Het is een businessmodel waar mensen zitten die vanuit een visie werken. Wij creëren een situatie waarin boeren en ondernemers voor hun producten voldoende geld krijgen, zodat ze zelf hun investeringen kunnen bepalen. Dat vind ik mooi, want ik weet niet of ik in een omgeving zou kunnen gedijen waar mensen afhankelijk zijn van de gulle gever. Kijk, wij doen natuurlijk ook een appèl op de verantwoordelijkheid van de consumenten en van de handelspartners, maar wel altijd vanuit een businessgedachte. Je klinkt zakelijk en ambitieus. Welk doel wil je bereiken? Het volume moet groeien. Op zich doen we het hartstikke goed. We hebben 1,2 miljoen boeren die baat hebben bij fair trade, maar op een totaal van één miljard kleine boeren moet je ook wel een beetje de nederigheid opzoeken en beseffen dat we op grotere schaal kunnen werken. Dat vind ik wel essentieel. Je kunt het allemaal wel heel goed doen, maar als je daarmee slechts een beperkt aantal boeren helpt, dan is dat niet het verschil in de wereld dat ík wil maken. Wat was bij Max Havelaar vooral nieuw voor je? Dit is heel spannend, omdat het zo breed en divers is. Wat voor mij echt nieuw is, is het politieke gelobby. Dat heb ik nog nooit eerder in
mijn werk meegemaakt. Je werkt met mensen van zeer verschillend pluimage, een enorme rijkdom, eigenlijk. Als je kijkt naar de Procters en de de Unilevers, het zijn allemaal Rotterdammers, allemaal lid geweest van dezelfde studentenvereniging, dat ben ik zelf ook geweest, maar dat blijft toch een beperkt wereldje. Je komt hier ook die Rotterdammers tegen, maar ook mensen die met geitenwollen sokken zijn grootgebracht. En dat gaat desondanks goed samen. Al die dogma’s over verschillende werelden; het is aan het verdwijnen, we groeien naar elkaar toe. Als je goed naar elkaar luistert en met elkaar door durft te bouwen, kom je veel verder. Je vertelde straks dat je met een retailer naar Colombia geweest bent. We proberen de inkoper en de boer veel dichter bij elkaar te brengen. We merken in de praktijk vaak dat inkopers niet altijd goed op de hoogte zijn van wat er speelt op de plek waar het product geproduceerd wordt. We hebben met Sjaak de Korte (verantwoordelijk voor duurzaamheidsinitiatieven bij Plus Retail, red.) het besluit genomen om helemaal om te gaan naar fairtrade-bananen. Ik vond dat Sjaak dan ook wel moest zien waar de bananen vandaan komen; dat wilde hij zelf ook graag. Hij was ervan overtuigd dat het goed was wat hij deed, maar wat hij daar gezien heeft, heeft grote indruk op hem gemaakt. Dat kan ik wel zeggen. Was het jouw idee om hem mee te nemen? We hebben het een beetje van de Engelsen gepikt, zijn nemen mensen zo hoog mogelijk uit de organisatie mee. Zo zien die mensen hoe er wordt geproduceerd, wat de omstandigheden zijn en waar alle producenten tegenaan lopen. Je moet
visionaire mensen hebben, die het ook echt anders durven te doen. De echte grote slagen maak je als iemand als Sjaak de Korte of Bart Merkus destijds bij Verkade (hij zorgde bij Verkade voor overstap op fairtrade-cacao, red.), besluiten om over te stappen. Dat is geen marketingtrucje, maar een veranderde verhouding tussen onderneming en maatschappij. Wie is er het meest verantwoordelijk voor het aanbod in de winkel? De retailers zelf zijn de partij met meer macht, omdat ze het private label kunnen beïnvloeden en tegelijkertijd de fabrikant eisen kunnen opleggen. Niet voor niets vormt de handel een cruciale doelgroep voor ons. Daarom denken we ook met hen mee over hoe ze zich kunnen onderscheiden. En hoe ze aan hun marktpositie waarde kunnen toevoegen door middel van duurzame en fairtrade-producten. Plus is daar een goed voorbeeld van. Het heeft z’n aandeel in een paar categorieën echt significant zien stijgen. Dat valt anderen natuurlijk op en dat helpt ons doel weer. Wat vond je belangrijk om intern aan te pakken? Op het moment dat je met Albert Heijn en Unilever gaat werken, moet je professionele dienstverlening kunnen bieden. Ik had het er laatst over met iemand die met Max Havelaar in het verleden zaken had gedaan, omdat er ‘zulke aardige mensen werkten’. Ik wil niet dat mensen uit medelijden zaken met ons doen. Het moet echt komen vanuit de menselijke wens dat er aan de andere kant van de wereld iets goeds gebeurt. En ook omdat je op termijn je sourcing op een duurzame manier wilt organiseren. Met die professionalisering zijn we de komende jaren nog bezig. Ik ben er heilig van overtuigd dat het helemaal
48 FoodPersonality juli/augustus 2012
48 Evelyn 48
20-07-2012 13:20:20