Partner Evelyn Günther van Günther & Van Grinsven Executive Search interviewt managers uit de branche over hun waarden/normen, werk/privé, uitdagingen/ ergernissen en ‘leermomenten’. Deze maand: Ignace Corthouts, country director Nederland, Coca-Cola. Foto: Dirk-Jan van Dijk
Bij Evelyn aan tafel Is het toeval dat jij de tweede Belgische directeur bent die de Nederlandse organisatie aanstuurt? Ja, dat is puur toeval. Ik kom van de Europese organisatie in Engeland en was daar twee jaar commercieel directeur. Ik stond mede aan de wieg van wat wij de ‘langetermijn-planning’ noemen, voor Groot-Britannië, Frankrijk, Nederland, België en Luxemburg. Daarnaast adviseerden wij de landen over hun sales- & marketingstrategie en de uitvoering ervan. En wij ontwikkelden processen voor de uitwisseling van ‘best practices’. Een mooie leerschool voor mij om vanuit een staffunctie toch zaken voor elkaar te krijgen. Via een Europees proces ben ik in Nederland terecht gekomen. Vóór mijn Europese baan heb ik tien jaar meegebouwd aan Coca-Cola België; eerst in verschillende salesen marketingjobs en later als ‘vice president’ sales & marketing. België is een klein land, maar de Coca-Cola-organisatie is daar groot en succesvol. Hoe komt het dat de Belgische organisatie succesvoller is dan de Nederlandse? Allereerst hebben wij in Nederland jarenlang te maken gehad met een verpakkingswetgeving die voor de belangrijkste fles, 1,5 liter, voorschreef dat die hervulbaar is. Fabrikanten waren daardoor niet bereid om in de categorie te investeren. Wij hebben in 2006 een eerste stap gezet, dankzij de niet hervulbare pet-fles, maar nog steeds met statiegeld. Daarnaast heeft de prijzenoorlog in 2004 en 2005 voor alle partijen de waarde uit de categorie gehaald, waardoor het zelfs niet meer mogelijk was om te investeren. Daar komt bij dat we een kleinere portfolio op de markt hebben dan Coca-Cola België, en we hebben zo onze problemen gehad met de invoering van een SAP-pakket in onze fabriek in Dongen in 2007 Verder heeft de Nederlandse handel in Europa haar gelijke niet. Een A-merkartikelfabrikant heeft nog maar vier inkooppartijen, maar wel meer dan twintig formules die elkaar geen duimbreed toegeven.
En als enige en laatste land in heel Europa zijn er nog geen A-merken te verkrijgen bij de hard discounters, waardoor een aanzienlijk deel van de ‘shopping trips’ geen toegang hebben tot de A-merken. Met jou gaan wij dan nog spannende tijden beleven. Je bent nu anderhalf jaar verantwoordelijk voor Nederland. Zie je al resultaten? Ja, we hebben in 2008 weer een stijgende lijn gezien, die zet zich dit jaar door. Er is duidelijk sprake van een turn-around. Met de steun van Coca-Cola Europa hebben wij onze marketinginvesteringen vorig jaar flink vergroot en eigenlijk op een goed niveau gebracht. Vorig jaar is de colamarkt 5% in volume en 12% in omzet gegroeid, en dat na jaren van achteruitgang. Daarnaast hebben we een begin gemaakt met de omvorming van onze verkooporganisatie: van doelgericht naar klantgericht. Ook het inzichtelijk maken en het ontwikkelen van de winstgevendheid van onze klanten staat hoog op onze lijst. En dat alles met de consument en shopper als uitgangspunt, waarbij wij onze kennis grondig hebben aangescherpt en waarbij wij ons laten inspireren door gebruiks-‘occasions’. Zo is de ontwikkeling van een ‘on the go’-occasion een prioriteit voor Nederland. Ja, het gaat vandaag goed met Coca-Cola, we hebben het gevoel van een winnend team terug. Heb je altijd bij Coca-Cola gewerkt? Nee, ik ben na mijn studie bedrijfseconomie/MBA eerst in het leger geweest in Duitsland en toen bij Shell begonnen als management trainee. Ik kreeg een regio in België en was als fieldmanager verantwoordelijk voor de verkoop van brandstoffen en smeermiddelen aan dealers. Na twee jaar werd ik product manager van smeermiddelen en werd daarna benaderd voor een sales job out of home bij Coca-Cola België. Ik pas goed in een Amerikaanse cultuur, want ik hou van hun vooruitgangsmodel: alles moet morgen beter zijn dan gisteren, en 38 FoodPersonality april 2009
iedereen en alles moet zich steeds verbeteren. Ik word gedreven door het verleggen van de grenzen en wil anderen inspireren tot continue verbetering. Dan ben ik tevreden. Naast die Amerikaanse cultuur biedt Coca-Cola ook een onvergelijkbare vrijheid tot handelen: ik heb mij vaak als een echte ondernemer gevoeld. Bevalt het je in Nederland? Ja, het bevalt mij erg goed. En dat geldt ook voor mijn vrouw en onze twee dochters van 12 en 16 jaar. Wij hebben een behoorlijke Nederlandse vriendenkring opgebouwd en wij trachten vooral te genieten van wat Nederland zo bijzonder maakt: een goed georganiseerd land, met een samenleving die op het collectieve is gericht, met een buitengewoon efficiënte overheid en prachtige en grote ondernemingen. Ook de directe omgangsvorm boeit ons zeer. Maar ook de punten die Nederland wind uit de zeilen nemen, vallen ons op: complexe en dus trage besluitvorming en vooral ‘helden achter de dijken moeten op het gemiddelde lijken’. Wat dat betreft verschillen wij duidelijk van de Amerikanen. Als je terugkijkt op je loopbaan, hoe ben jij gekomen waar je nu bent? Ik geloof niet in geluk. Ik ben ambitieus en gedreven om doelen te bereiken. Ik ben gevormd door mijn opvoeding, enerzijds door mijn familie en anderzijds door het Jezuïetencollege, mijn middelbare school. Zes dagen per week op internaat en elke dag werken aan ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’. De paters Jezuïeten zijn belangrijke vertegenwoordigers van het rooms-katholieke geloof en hebben gekozen voor een model waarbij zij door middel van hun scholen een stempel willen drukken op de maatschappij. Zij vormen leerlingen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, gebaseerd op discipline. Zij hebben mijn persoonlijkheid gevormd. Uiter-
´Ik pas goed in een Amerikaanse cultuur, want ik hou van hun vooruitgangsmodel´ aard ben ik van nature ambitieus en gedreven en heb de wil om te winnen. Maar door de Jezuïetenopleiding is het gaan beklijven. Daar horen ook normen en waarden bij: eerlijk, integer en open. Je speelt het spel volgens de regels, maar winnen mág. Ik wil ’s avonds wel rustig kunnen slapen en niets op mijn geweten hebben. Integendeel, ik wil met genoegdoening terugkijken. Wat zijn jouw ontwikkelpunten? Ik ben daar de laatste paar jaar meer mee bezig. Vroeger zei ik vlug dat ik wel wist hoe de hazen liepen en stelde mij dan ook minder gemakkelijk open voor overleg. Maar ik besef dat ik door mijn van nature directieve stijl zelf de hele tijd aan alle knoppen wilde draaien en de verantwoordelijkheid grotendeels bij mij hield. Ik ben nu stappen aan het zetten in het empowerment van mensen en dat bevalt mij goed. Het scheelt enorm veel tijd en het geeft anderen de kans om te groeien. Mijn tweede ontwikkelpunt is het beter inzetten van mijn influencing skills. Dat hangt wel samen met het vorige punt. Het was voor mijn persoonlijke ontwikkeling een godsgeschenk dat ik aan de Nederlandse organisatie leiding ging geven. Hier kan ik bij uitstek leren om van onderaf draagvlak te creëren om zaken voor elkaar te krijgen. In het eerste jaar hier heb ik nog wel mijn directieve leidinggevende stijl gebruikt om te zorgen dat we niet afweken van het plan en om iedereen dezelfde kant op te laten lopen. ‘Making things happen’ is mijn natuurlijke kracht, maar nu leer ik om meer achter de mensen te gaan staan, hen te empoweren en niet voor de troepen uit te lopen.
Hoe geef jij leiding? Ik ben een situationeel leider. De ene persoon heeft weer iets anders nodig dan de andere. Onlangs kregen wij het boek Closing the Engagement Gap van Julie Gebauer en Don Lowman gepresenteerd, waarin beschreven wordt dat betrokkenheid van medewerkers gedreven wordt door vijf voortdurende activiteiten: know them, grow them, inspire them, involve them, reward them. Als ik mijzelf een score geef hierop, kom ik uit op respectievelijk een 8, 8, 9, 6 en een 9. Welk profiel heb je als manager? Ik heb een sales- en marketingprofiel, met de nadruk op sales. Ik laat me leiden door de consument en de shopper en vertaal dit naar onze echte toetssteen: onze klant. Bijvoorbeeld: als wij de ‘on the go’-occasion willen ontwikkelen, kijken wij naar de beschikbaarheid van onze producten in de grote steden met veel voetgangersverkeer. Zo zullen wij in 2009 in elf grote Nederlandse steden en in 2500 verkooppunten de ‘on the go’-occasion ontwikkelen, met Utrecht als proef-stad. Voor dit project maken wij 15 fulltime-personen beschikbaar. En als wij de ‘convenience’-shopping trip willen ontwikkelen, zullen wij beschikbaar moeten zijn in alle winkels die deze shopping trip bedienen, en dat betekent dus ook bij de hard discounters die steeds meer de rol van buurtwinkel gaan vervullen. Het is dan ook logisch dat wij thuis geven als zij aankloppen. Heb je nog tijd voor iets anders dan werk?
39 FoodPersonality april 2009
Ik denk wel dat ik hard werk, maar ik voel mij er goed bij. Het team en de vooruitgang zorgen ervoor dat wij dat tandje kunnen bijstellen als dat moet. Ik kan wél steeds beter de balans tussen werk en privé op orde brengen. Ik heb ervoor gekozen om ’s ochtends vroeg uit de veren te zijn en nog vóór de files op kantoor te zijn. Maar het gebeurt ook dat ik thuis ben als de kinderen van school komen. Ik heb sowieso altijd mijn professionele leeswerk af voor het slapen gaan. Ik bedoel dat mijn inbox altijd leeg is. Dan kan ik rustig slapen en hoef ik ’s nachts niet te piekeren over alles wat ik nog zou moeten doen. Heb je nog andere wensen dan je carrière binnen Coca-Cola? Ja, ik zou graag een van de betere renners willen worden van Swift, de tour- en renvereniging in Leiden waar ik lid van ben geworden. Verder zou ik nog graag eens in een ander land willen wonen. Maakt eigenlijk niet uit waar: van Canada tot Madagascar. En wat wil je later, als je klaar bent met de rat race? Ik zou later via Silver Fox actief willen blijven. Dat hoorde ik toevallig op BNR: Silver Fox bemiddelt tussen senior-‘gepensioneerden’ en bedrijven. Je kunt je ervaring ten dienste stellen aan organisaties die tijdelijk advies en ondersteuning nodig hebben. Mijn ideaal voor later is één dag golfen, twee dagen fietsen en twee dagen Silver Fox. Tot je 65ste, daarna wat anders. Q