11 minute read

JOOST PRINSEN

‘Mijn dochter zei dat ik eens een date moest gaan zoeken’

Schrijver, presentator en acteur Joost Prinsen ‘ Als je vreemdgaat, vertel het dan niet thuis’

Op televisie of het toneel zien we hem niet vaak meer. Joost Prinsen (80) brengt zijn dagen nu vooral schrijvend door. We spreken hem over liefde, rouw, een bucketlist en levenslessen. ‘Zoals Nescio al schreef: het leven heeft mij, goddank, bijna niets geleerd.’

TEKST MARGOT EGGENHUIZEN FOTO’S SHODY CAREMAN

In zijn boek is ze ‘mevrouw N.’, maar inmiddels mag heel Nederland weten wie de liefde is van acteur, presentator en schrijver Joost Prinsen. Noraly Beyer, met wie Prinsen ruim tien jaar geleden in de voorstelling De Afscheidsmonologen – met monologen over de dood – op het toneel stond. Het was de enige keer dat hun professionele paden kruisten, maar de voormalig Journaal-nieuwslezer maakte indruk op hem. Acht maanden na het overlijden van Prinsens vrouw Emma besloot hij contact met Beyer op te nemen. “Mijn jongste dochter zei: ‘Je wordt zo chagrijnig, ga eens een date zoeken.’ De enige die ik kon bedenken was Noraly, ik vond haar ontzettend leuk. Maar ik wist niks van haar. Met een of ander smoesje over een boek waar ze mee bezig was heb ik een afspraak geregeld.”

NA EMMA Beyer komt soms voor in columns die Prinsen wekelijks schrijft voor het Haarlems Dagblad. Wie trouw de krant leest, krijgt naast zijn standpunten over actuele zaken veel mee over zijn privéleven: over de ziekte van Emma, over haar overlijden in januari 2020, over hun twee volwassen dochters en over hoe het met hem gaat, nu tweeënhalf jaar na Emma’s dood. “Ik schrijf al 35 jaar columns, iedere week, en dan kun je je privéleven niet helemaal buiten de

‘Ineens zakte ik door het ijs’

deur houden.” Een van de meest recente columns is, als we Prinsen spreken, gericht aan Emma. In het jaar na haar overlijden schreef hij een boek over zijn leven in die twaalf maanden (Na Emma, zie kader), nu geeft hij Emma zelf een update over hoe drukbezocht de uitvaart was, waar ze haar as hebben uitgestrooid, dat hij weer verkering heeft en dat hij zijn tachtigste verjaardag groots heeft gevierd. Om te besluiten met: ‘Of ik nog aan je denk? Waarom denk je verdomme dat ik deze column heb geschreven?’

DOOR HET IJS Schrijven biedt hem houvast, vertelt Prinsen: “Het boek Na Emma heb ik gemaakt om de rouwperiode te beschrijven. En ook om een beetje overeind te blijven. Dat lukte me uiteindelijk toch niet, maar toen ik bezig was met dat boek, dacht ik dat me dat nog lukken zou. Ik schreef echt manisch in die tijd. Ook een ander boek, verschillende columns en daarbij nog interviews, dus ik zat echt van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds heel laat achter de computer. Ik heb me te barsten geschreven. Corona had ook zijn intrede gedaan, dus ik had niet veel anders te doen.” Door al dat schrijven kwam Prinsen nauwelijks toe aan rouwen: “Totdat mijn dochters en ik op een gegeven moment ons vakantiehuis in België leegruimden en ik een paar dagen niet kon schrijven. Ineens zakte ik door het ijs.”

ENERGIE Als columnist nam hij anderhalve maand pauze om zich te richten op het afmaken van het boek, dat hij per se af wilde hebben voor Emma’s eerste sterfdag. Dat lukte. Er kwam ruimte voor rouw, voor daten en voor nieuwe plannen, al gaat het met nieuwe projecten tegenwoordig anders dan een jaar of 10 geleden, vertelt Prinsen. “Wat heel bepalend is voor 80 jaar zijn, vind ik, is de energie. Of beter: het gebrek eraan. Ik heb bijvoorbeeld al tijden het doel om iedere werkdag om 11 uur ’s ochtends een gedicht voor te dragen op YouTube, live. Maar dat kost natuurlijk veel energie en ik zie ertegenop. De praktische dagelijkse dingen kan ik allemaal wel de baas, maar op tournee gaan of iedere ochtend om 11 uur klaarzitten en dat gedicht voordragen... Ik heb het plán dat te doen, maar de energie om dat plan ten uitvoer te brengen, die ontbreekt enigszins.”

SECOND HAND JOOST De voordelen van ouder worden staan daartegenover. Prinsen: “Ik heb niet het gevoel dat ik me nog bewijzen moet en dat heb ik toch wel heel lang gehad. En het meest lullige voordeel dat je denken kunt, is geld. Geld, dat ik mijn hele leven niet heb gehad, heb ik nu in een dusdanige mate -ik ben niet rijk maar ik heb toch genoeg.” In zijn boek Na Emma neemt Prinsen zichzelf voor om wat minder zuinig te leven en zijn imago van ‘second hand Joost’ af te schudden. Hij probeert elke zondag met Beyer te lunchen in een chique restaurant en vliegt inmiddels businessclass vanwege het comfort, maar verder: “Geld opmaken, daar moet je aanleg voor hebben, daar moet je

mee opgevoed zijn. En mijn generatie is daar helemaal niet mee opgevoed, ik ben daar niet mee opgevoed.”

ALLES KOMT TE LAAT Hij kán het wel, geld laten rollen, maar iets houdt hem met beide benen op de grond: “Het is de scharrelaar in me, boerenslimme koopjes ofzo. In de jaren 40 en 50 was ’s middags warm eten de norm. Aan het toneel was het heel handig, zeker in het begin, dan kreeg je séjour (daggeld, red.) om warm te eten. Dat deed ik dan ’s middags al en dan kon ik het séjour in mijn zak steken. In die tijd, toen ik begon bij Sonneveld, was ik zo arm als een kerkrat, dus iedere cent die ik op die manier uitspaarde was meegenomen. Dat is nu anders. Maar Karel van het Reve maakte er al een column over: alles komt te laat. Als kind wilde hij niets liever dan ijsjes eten, maar hij had geen geld om ze te kopen. ‘Tegenwoordig heb ik geld in overvloed, maar ik heb niet zo erg veel zin meer in ijsjes.’ Bij mij gaat dat precies hetzelfde, het is lang geleden dat ik een ijsje heb gekocht, terwijl ik als kind toch ook heb gedacht: stel je voor dat je iedere dag ijsjes kon eten, dat zou toch een geweldig leven zijn. Maar alles komt te laat.”

AMERIKAANSE IJSKAST Een bucketlist – een lijst met dingen die je graag ooit zou willen doen of kopen – heeft Prinsen wel. “Ik wil graag naar de Last Night of the Proms (populair-klassiek concert in Londen, red.). En dan een loge huren met mijn dochters en met Noraly, haar dochter erbij. En ik zou ook naar het Masters-golftoernooi in Augusta, Verenigde Staten, willen, dat is een beetje wat Wimbledon is voor tennis. En dan op de laatste dag met een vriend van me bij de afslag van hole 12 zitten, dat is dé hole van Augusta.” Prinsen noemt de wensen ‘burgermansidealen’. Zijn lijst is de afgelopen jaren veranderd: voorheen stonden er vooral praktische zaken op als een grote Amerikaanse ijskast met automatische ijsblokjesmaker en een joekel van een pick-up truck – die beide overigens nooit zijn aangeschaft. Nu gaat hij vooral voor bijzondere ervaringen, samen met mensen die dicht bij hem staan.

BIJNA NIETS GELEERD Met zijn dochters heeft hij een goede band, vertelt Prinsen: “Mijn oudste dochter heeft de toespraak die ze hield op de uitvaart van mijn vrouw zelf geschreven, ik heb me er helemaal niet mee bemoeid. Ze droeg het erg goed voor, daar ben ik nog steeds trots op.” Zijn dochters de Nederlandse taal goed bijbrengen was voor Prinsen belangrijk. Verder heeft hij ze op één wijze raad na – “Als je vreemdgaat, vertel het dan niet thuis. Zet dit maar boven het artikel” –

‘Na Emma’s dood heb ik me te barsten geschreven’

‘De teloorgang van de democratie, daar maak ik me druk om’

niet ‘lastiggevallen’ met levenslessen. “Ik dacht van mijn kinderen weleens: je zou dit moeten doen of dat, maar dan voelde ik al tegelijkertijd dat ze geen enkele interesse hadden. Ik weet ook niet zoveel meer dan iemand van 30 jaar. Dat is zo’n motto van Nescio: het leven heeft mij, goddank, bijna niets geleerd. Dat is ook zo. Over mezelf wel, ik kan best zeggen: dat kan ik heel erg goed en dat kan ik niet. Maar levenslessen? Nee.”

VRIENDSCHAP MET DE DOOD “Ik heb nog een vaag plan om van de dood een project te maken”, vertelt Prinsen vervolgens. “Niet dat ik van plan ben om dood te gaan – dat ga ik natuurlijk wel – of plannen in die richting heb. Maar eens te gaan noteren wanneer ik eraan denk, hoe ik eraan denk en hoe ik ermee geconfronteerd word. Een soort dagboek. In Na Emma schrijf ik ook: met de dood ben ik altijd goede vrienden geweest, maar ik heb de vriendschap opgezegd. Dus dit zou zijn om te kijken of ik daar weer een beetje betere vrienden mee kan worden. En dat via het schrijven enigszins te overmeesteren. Dat lijkt me een mooi project.”

Zijn oog valt op een eerdere editie van ANBO Magazine die we hebben meegenomen, met Noraly Beyer op de cover. “Werken doet je goed, vind ik”, citeert Prinsen haar uitspraak. Hij wacht even en dan met een liefdevolle grijns: “Ja, je zou ook weleens wat minder kunnen werken, mevrouw Beyer. En wat vaker hier kunnen zijn.”

Boek:

Na Emma

Het boek Na Emma schreef Prinsen in de 12 maanden na het overlijden van zijn vrouw. Een persoonlijk verslag van die periode, van het maar niet toekomen aan rouwen tot opnieuw gaan daten. Met veel persoonlijke herinneringen, bijvoorbeeld over de allereerste keer dat Prinsen Emma zag, in een Amsterdamse kroeg: “Ik weet nog dat ik zat te praten met twee actrices en dat Emma aan kwam lopen en zei: ‘Hoe lang blijf je nou nog praten en gaan we onderhand naar huis?’ Ik vond het wel geestig.”

www.singeluitgeverijen.nl/nijgh-van-ditmar

VRAAG & ANTWOORD

OP WELKE MANIER STREEFT U EEN LANG EN GELUKKIG LEVEN NA? “Door iedere ochtend te beginnen met 25 minuten oefeningen te doen. Door een boodschappenlijstje te maken met een stuk of 10 dingen, en dan mag ik niet op het boodschappenlijstje kijken. Ja, pas bij de kassa, en als ik dan 1 of 2 dingen vergeten ben, dan moet ik ze gaan halen. Als geheugentraining. En door hier thuis de boel aan kant houden. Ik heb een grote mate van zelfdiscipline.”

OOK OP WERKGEBIED? “Een slechte column lever ik niet in. Ik schrijf ze wel, maar die gooi ik weg. Je moet ontzettend je best doen. Ik heb niet genoeg talent om niet mijn best te doen. Maar als ik mijn best doe, dan kan ik met de besten meekomen.”

WAT DOET U GRAAG IN UW VRIJE TIJD? “Bridgen. Ik ben als toeschouwer naar heel veel EK’s en WK’s geweest, samen met een vriend. Ik kom al 100 jaar op die toernooien. Maar bridgen sterft uit, het is te moeilijk voor de mensen. Het duurt wel een paar jaar voordat je dat spel een beetje onder de knie hebt. Dan heb je daar wel veel plezier van. Maar er zijn zo veel vlottere spelletjes nu.”

OVER WELKE MAATSCHAPPELIJKE ZAKEN MAAKT U ZICH DRUK? “De teloorgang van de democratie. Baudet, die man is een schandvlek voor de democratie. Maar ook de coronabedreigingen, mensen die ministers die daarvoor verantwoordelijk waren gingen bedreigen. Mesjogge, werkelijk. Of zo’n boerenprotest, dat die klus wordt uitbesteed aan Remkes. Dan denk ik: we hebben toch een minister van Landbouw, kan die dat nou niet zelf doen? De democratie heeft niet eerder zo onder vuur gelegen als op dit moment, vind ik.”

WAT HEBT U VAN HUIS UIT MEEGEKREGEN? “Mijn moeder zei: ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ En als je dat nou onthoudt, zei ze, dan mag je de 10 geboden verder vergeten. Daar zit wel wat in, hè?”

JOOST PRINSEN

Joost Prinsen (1942) groeide op in Noord-Brabant. Na de Toneelschool in Amsterdam begon hij zijn carrière bij een musical van Wim Sonneveld. Veel andere toneelstukken, musicals en hoorspelen volgden. En televisieprogramma’s, waaronder De Stratemakeropzeeshow, De Zevensprong, Het Klokhuis en van 1997 tot 2015 Met het mes op tafel, een kennisquiz waarbij kandidaten pokeren met de antwoorden op vragen. Prinsen schrijft boeken en ook columns voor kranten en tijdschriften, waaronder het Haarlems Dagblad en het AD, waarin hij onder de noemer ‘Joost mag ’t weten’ met een knipoog dilemma’s van lezers beantwoordt. Hij was bijna 50 jaar getrouwd met Emma, met wie hij twee dochters heeft. Prinsen heeft sinds vorig jaar een relatie met oud-nieuwslezer, presentator en columnist en Noraly Beyer.

Fijn& veilig

wonen

Oost west, thuis best. Maar naarmate we ouder worden veranderen onze woonwensen. Hoe blijf je tot op hoge leeftijd veilig en plezierig wonen? Daar maakt ANBO zich al sinds haar oprichting sterk voor. Hoe we dat doen en wat u zelf kunt doen om fijn en veilig te wonen leest u in dit dossier vol feiten, cijfers, tips en inspiratie.

This article is from: