Reisreportage Het inspirerende Philadelhia kent een bewogen verleden vanwege haar rijke geschiedenis en gemoedelijke verhoudingen tussen blank en zwart. Niet voor niets was de Philly soul een thuishaven voor zowel Gamble & Huff, The O’Jays, Jacky Wilson, Three Dregrees, als Hall & Oates en Todd Rundgren, om maar een greep te doen. Het is nog altijd een broeinest van jazz en soul, met het legendarische The Sound of Philadelphia, het vrolijke West Oak Lane Jazz Festival en de Clef Club als grootste troeven. Toch is er ook sprake van een generatiekloof en de terugloop van jazzclubs is zorgwekkend. Jazzinsiders aan het woord over hun ‘broederlijke’ stad. Tekst & foto’s: Angelique van Os
Jazz en soul stroomt door aderen van kleurrijk Philadelphia
skyline van Philadelphia. Oude 18-eeuwse bakstenen huizen vermengen zich met moderne wolkenkrabbers. De diversiteit van architectuur is verbonden aan historische gebeurtenissen. Philly heeft namelijk het oudste stadsrecht (1682), sterker nog, bij Independence Hall werd het grote Amerika gesticht in 1776. Old City en het Historic en Waterfront district zijn doordrenkt van pittoreske dorpscharme, met smalle straatjes en kinderkopjes – zoals het oudste laantje van de VS, Elfreth’s Alley (1702). Washington Square en Rittenhouse District hebben een bruisende sfeer en overvloed aan restaurants. Tevens is er in Philadelphia veel groen te vinden. De stad staat vol bomen en er zijn vijf grote parken. Eén daarvan is Rittenhouse Square die een Parijse ambiance uitademt met haar fraaie architectuur, vele bankjes en brede lanen.
Ook buiten het centrum zijn murals te vinden, zoals deze kleurrijke muziekschildering aan het plein van jazzclub Relish in West oak Lane.
We vragen een stel bouwvakkers om hulp. “Coltrane? Wie is dat?”
56 S E P T E M B E R / O K TO B E R 2 0 1 1
Prez hats
Het is relatief rustig in Chris’ Jazz Café. Terwijl ik me verdiep in de menukaart, klinkt er een oorverdovend spektakel van een lokale big band. De mannen blazen alsof hun leven ervan afhangt. Langzamerhand druppelt de classy zaak vol en dinner is served. Na de sluiting van Philadelphia’s oudste en geliefde jazzclub, Ortlieb’s Jazzhaus, (2009) lijkt Chris’ the place to be. Ortlieb’s viel na wisseling van eigenaar in verkeerde handen, met als gevolg dat ze haar deuren moest sluiten. Hetzelfde lot onderging jazzclub Zanzibar Blue. Chris’ heeft elke avond livemuziek en jamsessies met jonge honden, zoals de 19-jarige Justin Faulkner, een groot drumtalent die nu al met Branford Marsalis tourt. Toch is er ook kritiek: “Ondanks dat het een van de weinige jazzclubs is in Philly, willen weinig jonge muzikanten daar spelen. De tent behandelt minder bekende muzikanten slecht, terwijl er wel entreegeld wordt gevraagd”, vertelt mijn gids en bassist Jeremy Lawrence (24) die vier maanden aan het Prins Claus Conservatorium studeerde. De volgende dag vertelt hij onderweg in de trollybus over de generatiekloof tussen de jonge en oudere generatie. Volgens Lawrence is het jazzimago in Amerika sterk achteruit gegaan de afgelopen jaren. Grote uitzondering is uiteraard New York, dat altijd voorloper blijft.“Er zijn steeds minder jazzclubs en jazz is minder zichtbaar in de media. In Philly hebben we niet eens een echte jazzjournalist. Zelf presenteer ik een radioprogramma waar ik nieuwkomers als Luke O’Reilly, Orrin Evans en Anwar Marshall promoot. Ik denk dat veel mensen een te beperkt beeld hebben www.jazzism.nl
van jazz. In Philly horen jonge mensen mogelijk voornamelijk traditionele jazz, wat hen minder aanspreekt, terwijl er van alles gebeurt binnen hedendaagse muziek.” Lawrence vertelt over initiatiefnemer Matthew Feldman, die eind dit jaar de nieuwe club Lucky Old Souls wil openen. “Matthew is denk ik de toekomst van jazz in Philly. Hij is betrokken met iedereen, jong en oud. Ook mijn vriend Greg Matthews heeft onlangs jazzavonden geopend in Little Bar, geïnspireerd op kleine modern creative jazzclubs in New York. Er is dus hoop.”
Treurige bouwval Ondertussen zijn we uitgestapt in Fairmount Park. We volgen de befaamde Coltrane Street, op zoek naar het huis van de legendarische tenorist die ruim tien jaar in de stad woonde en hier zijn uitzonderlijke talent ontwikkelde. Wanneer we het adres (1511 North 33rd street) naderen kijken we elkaar ongelovig aan. We vragen een stel bouwvakkers om hulp. “Coltrane? Wie is dat?” Eén man begint heftig te knikken, “Ja, er moet een plaquette zijn waarop Trane geëerd wordt.” We lopen terug, maar zien slechts een treurige bouwval. Plots zie ik een mozaïek aan de zijkant van een huis; een bescheiden eerbetoon aan de grote meester. Thuis zie ik in een reportage van Jazzism-collega’s uit 2006, dat het huis er destijds heel anders bij stond. De tante van Coltrane bleek wegens ziekte het huis verkocht te hebben, helaas aan de verkeerde persoon. Terug in de bus is het volop genieten van de prachtige
Een andere levendige omgeving is South Street. De wijk telt vele tattooshops met kleurrijke gevels, versierde muren met mozaïeken, eettentjes en alternatieve kledingzaken, als South Street Hats (810), van het olijke verkoopduo Steve Baylock en –justOscar. De mannen vertellen enthousiast over allerlei artiesten die hun zaak bezocht hebben. “Ik speel zelf trouwens ook, luister en huiver naar mijn Joods pianospel.” Met een drafje plaatst Oscar zich achter de toonbank en slaat diverse getallen aan op de ouderwetse kassa die vreemde geluiden produceert. We moeten hard lachen en de brabbelende Oscar haalt uit het niets twee plakboeken tevoorschijn. “Kijk, hier kwam George Benson op bezoek. Jeetje, wanneer was dat ook alweer? En zie hier, Wynton Marsalis, aardige vent en funky hoed…. Wat voor een ‘Prez’ hoed zullen we voor jou uitzoeken? ” Terwijl Oscar doorratelt,vult de winkel zich met nieuwe klanten. De zaken gaan goed hier…. De zaken gaan ook goed voor programmeur Warren Orree en collega Graziella Dinuzzo D’amelio, die de achtste editie van het West Oak Lane Jazz & Arts Festival organiseren. Het duo had de ambitie om jazz met hun festival meer op de kaart te zetten. Dat lukt goed, want in slechts een paar jaar tijd zijn de bezoekersaantallen (ca.200 tot 300.000) enorm toegenomen, evenals de headliners. Artiesten als Al Jarreau, Esperanza Spalding, The O’Jays, George Duke, David Sanborn en Benny Golson waren in eerdere edities te zien. “Het is een gratis festival, waarbij elke artiest betaald wordt. Jazz is een drug, daar moet iedereen van kunnen genieten. Gelukkig denken de sponsors er ook zo over. Doordat het festival zich in het hart van de gemeenschap van West Oak Lane bevindt, schept het een grote betrokkenheid bij de bevolking. Het is één grote familie.” Wel maakt het tweetal zich ongerust over het beperkte aantal jazzclubs.“Het is belachelijk dat we in onze stad met
zoveel geschiedenis slechts Chris’s en Relish hebben. Gelukkig is er ook nog de Clef Club. Haar jonge talenten vormen de toekomst van Philly.” De Clef Club of Jazz and Performing Arts bestaat sinds 1966 en werd opgericht door James Adams en de laatste onafhankelijke zwarte muzikantenvakbond, Local #274. Deze unie speelde een belangrijke rol in Philly, mede vanwege de strijd tegen segregatie en voor politieke en culturele erkenning. Het instituut heeft indrukwekkende leden en musici voortgebracht, zoals Coltrane, Dizzy Gillespie, Jimmy Smith, Lee Morgan, Philly Joe Jones, Nina Simone en Grover Washington Jr. De afgelopen dertig jaar doet de club vooral dienst als jazzpodium en onderzoeks- en educatief centrum voor jonge (top)talentjes, zoals de 11-jarige Naiser Ibo, het drummende broertje van Justin Faulkner. Er zijn concerten, drie big bands en er zijn zelfs begrafenisdiensten wanneer een muzikant overlijdt. De 80- jarige (!) directeur Don Gardner- zelf ooit een rhythm & bluesster- en educatief manager en saxofonist Lovett Hines, runnen de tent al jaren. Ze geven een rondleiding in het gebouw dat diverse lesruimtes, een eigen archief en een prachtige zaal met bar heeft. De leerlingen krijgen les van lokale artiesten als Bootsy Barnes, die zelf regelmatig op de planken staan. “Wij zijn uniek omdat we ons eigen gebouw hebben en alles zelf in de hand houden. Dat heeft zelfs New York niet, alleen Kansas heeft The Charlie Parker Center. Het is grappig, sommige leerlingen wonen hier praktisch. Ze zitten hier elke dag, en daar zit aardig wat talent tussen”, vertelt de vriendelijke Hines.
Gemoedelijk buurtfeest Eindelijk is het festivaltime! Gek genoeg hangen er down town nergens affiches of posters, zelfs niet waar de gele schoolbus me oppikt. Het is ruim een half uur rijden. Onderweg toont Philly area haar verschillende gezichten: kleine verwaarloosde arbeidershuisjes, afgewisseld door luxe villa’s en overal –ook buiten het centrum- zijn de karakteristieke en werkelijk prachtige murals te vinden, zoals Common Threads, een van de surrealistische en fantasierijke schilderingen van Meg Saligman. Ik beland dieper in de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Philly heeft met 44% het hoogste aantal Afro-Amerikaanse inwoners van de VS. Ik weet niet wat me overkomt wanneer ik het festivalterrein betreed: ruim vijfhonderd meter weg is afgezet, inclusief lantarenpalen, stoplichten, winkels en een tankstation. Aan beide kanten van de straat aanschouwen bewoners het evenement al barbecueënd in de tuin en vanuit hun luie stoel. Mensen planten hun opvouwbare stoel midden op straat, hun vizier gericht op het podium. Aan het begin van de middag is het nog relatief rustig www.jaz z is m .nl
S E P T E M B E R /O K TO B E R 2 0 1 1 57
Headliner Chaka Kahn kijkt op haar horloge en vindt het onvoorstelbaar dat er om zes uur ‘s avonds zoveel mensen bij elkaar zijn gekomen om naar haar te luisteren
Tijdens het festival neemt iedereen zijn eigen stoeltje mee en plant die pontificaal op de weg, vizier gericht op het hoofdpodium.
“En zie hier, Wynton Marsalis, aardige vent en funky hoed…. “
58 S E P T E M B E R / O K TO B E R 2 0 1 1
waardoor ik op mijn gemak rondstruin bij de kunstmarkt. Hier worden schilderijen, posters, sieraden, kledingwaren en sculpturen verkocht. Overal zijn eettentjes en kraampjes. Er zijn drie podia, die op ruime afstand van elkaar vandaan liggen. Tussenin, bij de populaire jazzclub Relish, is een kleiner buitenpodium met tafeltjes waar lokale formaties optreden. Relish zelf is erg populair; het is een groot en sfeervol restaurant, met een zuidelijke keuken en livemuziek in traditionele stijl. Rond een uur of vier schijnt de zon fel en is de mensenmassa enorm toegenomen. Het is nu vechten om een plekje. Parasols schieten de lucht in en kinderen bestormen elkaar enthousiast gillend met waterslangen. West Oak Lane vormt een groot gemoedelijk buurtfeest. Het handjevol blanken bestaat naast jazzliefhebbers uit relaxte politieagenten. Mensen luisteren geïntrigeerd naar de spannende vocale jazzsoul van Gregory Porter en dansen uitbundig op de swingende klanken van Eddie Palmieri en zijn Salsa Orechestra. Ook is er volledige aandacht voor sopraansaxofonist Lyn Riley, de Philadelphia Jazz Heritage Ensemble en ‘Philly Cat’ Christian McBride. Tijdens de laatste festivaldag gaat het dak er af bij souldiva Chaka Kahn, de afsluitende headliner. Warren Orree straalt stilletjes vanaf de zijkant van het podium, terwijl la Kahn met haar karakteristieke uithalen het publiek opzweept. Wat een ervaring! Wat een sfeer! En wat een spontane vriendelijke en behulpzame mensen. Mijn ‘black jazz Philly-ervaring’ is bijna compleet…. www.jazzism.nl
Halleluja! Op zondagochtend pak ik een taxi naar het zwarte West-Philly, waar nauwelijks toeristen komen. Ik ben te gast bij een gospeldienst van the Word of Life Healing Ministries. Deze intieme religieuze gemeenschap beschikt over een sober klein pand, waar niet meer dan dertig man in kunnen. Jeremy Lawrence speelt met een jazztrio tijdens de dienst. Als ongelovige Thomas aanschouw ik de pure overtuiging van deze gemeenschap en maken de gezangen- die een hoog halleluja en Amen gehalte hebben- toch diepe emoties los. Eerst ben ik verward wanneer een van de zangeressen op de grond zakt en hevig begint te huilen; het hoort bij het helingproces. De verschijning van dominee Patricia Williams is al even indrukwekkend: als een soort James Brown preekt ze minutenlang zonder pauzes ritmisch en op zangerige dynamische wijze. De band speelt zachtjes door tijdens de zegening waarbij een aantal mensen in een trance bedekt met deken op de grond liggen. Dit is echt, ook al geloof ik het zelf niet. Op de terugweg in de metro is het is me dan ook overduidelijk dat Philly niet zonder jazz- & soulmuziek kan ademen. Het heeft weliswaar niet de vernieuwende attitude van New York, toch zit muziek in het bloed van deze gemeenschap, blank of zwart. Nu maar hopen dat de generaties en culturen elkaar meer opzoeken en ondersteunen, want deze broederlijke en verleidelijke stad wil- terecht- niets liever dan omarmd worden.
The Sound of Philadelphia Philly’s paradepaardje is zonder twijfel The Sound of
Philadelphia (TSOP), het beroemde label van het schrijf- en producersduo Kenneth Gamble & Leon Huff. In de jaren ’70 scoorden ze wereldwijd hit na hit met artiesten als The O’Jays, Patti Labelle, Teddy Pendergrass en Lou Rawls. Vorig jaar stond Philly in rep en roer toen een brand deels de studio’s verwoestte. De ramen zijn nog dichtgetimmerd en daarom zit TSOP vlakbij in een ander pand dat volhangt met Gouden platen en Platina albums. Geen studiotour dus,hopelijk binnenkort wel een museum. “Ja, de gevolgen van de brand zijn spijtig, er is veel verloren gegaan. Door de moderne technieken van Itunes hebben we hier weinig ruimte nodig. Sinds eind juli is ons eigen radiostation, TSOP soulradio, 24/7 in de lucht. Onze volledige catalogus komt voorbij en is wereldwijd te ontvangen. Zelfs nog niet eerdere gereleaste opnamen kun je horen”, vertelt algemeen directeur en neef, Chuck Gamble. Sinds 1998 is Chuck Gamble directeur. Hij zorgde voor een frisse wind in het bedrijf door na de dominantie van hiphop in de jaren ’80, samen te werken met reclamebedrijven en sampeling en covers toe te staan eind jaren ’90.Tevens liet het producersduo zich zelf weer publiekelijk zien tijdens American Idol in 2005. Leon Huff brengt zelfs in september sinds jaren een solo jazzalbum uit, getiteld Groovy People.“ Het duo werd bekend vanwege hun karakteristieke sound: meerdere orkestrale lage met strijkers en blazers, gecombineerd met message en love teksten. “Mijn oom was dol op The Glenn Miller band. Die sound combineerde hij met Leon in een eigentijds soul jasje.” Bijna waren ze nooit zover gekomen,
want Berry Gordy van Motown vroeg ze in 1964 voor hem te komen werken. De tien jaar jongere songwriters waren overtuigd hun eigen sound te ontwikkelen. “Mr. Gordy vertelde me zo’n zes jaar terug dat hij na hun afwijzing tegen Smokey Robinson zei: “Smokey, bel de salesafdeling. Deze gasten gaan ons overtreffen in de jaren ’70, want ze hebben een andere sound.” Het klopte, vooral toen ze de financiële ondersteuning voor de distributie kregen van Clive Davis, de directeur van CBS Records. Uiteraard maakten Gamble & Huff de muziek niet alleen. Toch zijn de vele vaste sessie- en orkestmusici een stuk minder bekend dan bijvoorbeeld Booker T & The Mg’s. Hoe komt dat? “Hmm… Goede vraag… G&H waren zo dominant, ook omdat ze zelf diverse instrumenten bespeelden op alle sessies, dat alle ogen op hen gericht waren. Natuurlijk waren er geweldige musici, zoals Earl Young, Ronald Baker en Washington Young, maar die bleven op de achtergrond.” Ondanks dat G&H wat rustiger aandoen is het vooral een tijd van feestjes: hun Philadelphia International Records bestaat veertig jaar en het duo ontvangt de ene lifetime achievement award na de andere. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan, want de jongere Philly producersgeneratie krijgt advies van de grote meesters. “De wijste les die mijn oom denk ik geeft is het selecteren van het juiste liedje. En dat kun je, na al die jaren nog steeds aan Gamble & Huff overlaten.”
“Jazz is een drug, daar moet iedereen van kunnen genieten. Gelukkig denken de sponsors er ook zo over.”
www.tsopsoulradio.com souvenirshop TSOP: 309A South Broad Street www.jaz z is m .nl
S E P T E M B E R /O K TO B E R 2 0 1 1 59
De prachtige skyline vanaf het Philadelphia Museum of Art
Hotspots: West Oak Lane Jazz & Arts festival: Locatie: Ogontz Avenue Wanneer: driedaags festival, half juni Kosten: gratis Vervoer: gratis shuttle bus. Opstappen bij Independence Visitors Center- 6th & Market Street. Bus rijdt om het half uur. www.westoaklanefestival.com
Chris’ Jazz Cafe 1421 Samson Street Little Bar 8th & Fitzwater street. (South Philly) Relish Live jazz van woensdag t/m zondag 7152 Ogontz Avenue www.relishphiladelphia.com Clef Club 738 South Broad Street www.clefclubofjazz.org www.feldiesphillyjazzcalender.com (meest complete jazz uitgids)
World of Life Healing Ministries Op verzoek kun je een intieme gospeldienst bijwonen: wordoflifeHM@yahoo.com 1301 N. 55th Street Kimmel Center for the Performing Arts Bezoek alleen al vanwege de 45 meter hoge glazen koepel dit prestigieus muziekcomplex met sublieme akoestiek. Interessant festival: Summer Solstice, waarmee met 40 concerten rond 20 juni de zomer wordt ingeluid. 260 South Broad Street Art after five & Philadelphia Museum of Art Op vrijdag kun je na een uitgebreid museumrondje van hoogstaande kunst naar een gratis jazzconcert in the Great Stair hall. Goede artiesten, prima eten en ongedwongen sfeer. Openingstijden: 5.45- 6.45 en 7.15- 8.15 uur Kosten: gratis bij museumkaartje: 16 dollar p.p. 26th Street and Benjamin Franklin Parkway www.philamuseum.org/artafter5
African American Museum In dit museum staan de geschiedenis en sociaal-culturele ontwikkelingen van de AfroAmerikaanse gemeenschap centraal. Er zijn multimedia-installaties, foto’s van kunstenaars zoals Josephine Baker en Marian Anderson. Interessant is ook de confronterende tentoonstelling, 381 Days, the Montgomery Bus boycott story, over 381 dagen van protest tegen segregatie. 701 Arch Street Openingstijden: di. t/m zat.: 10.00-17.00 uur; zon.: 12.00-17.00 uur. kosten: 10 dollar p.p www.aampmuseum.org
Chris’s Jazz Café, the place to be
Mural tour Een absolute must – te voet of per trollybuszijn de muurschilderingen die overal in de stad te vinden zijn. De gemeente huurde in 1984 schilder Jane Golden in die met een muralproject het antigraffiti probleem aanpakte en wat een ongekend succes werd. Vanaf 1996 is het Anti-Graffiti Network omgedoopt tot Mural Arts Program. De ruim 2500 murals zijn tijdelijke kunstwerken die omarmd en ondersteund worden door wijken en organisaties. Hierdoor verschillen de thema’s van luchtige afbeeldingen tot portretten en sociaal politieke onderwerpen. Een aantal interessante kunstenaars: Meg Saliman, Cavin Jones, David Mc Shane en Don Gensler. Food Check de restaurants van Stephen Starr, zoals Jones en The Continental (Mid-town) met dakterras. www.starr-restaurants.com Reading Terminal Market Deze overdekte levendige boerenmarkt biedt diverse streekproducten, zoals eigengemaakte snoepjes, honing en jams van de Amish, die vlakbij in Lancaster leven. 12th & ArchStr. www.readingterminalmarket.org Met dank aan Buro Six, Philadelphia Convention & Visitors Bureau (Sarah Reese), Jeremy Lawrance, West Oak Lane Jazz festival, Windsor Suites Hotel & US Airways.
www.jazzism.nl
Het orginele pand van TSOP, waarvan de bovenverdieping beschadigd is door de aangestoken brand.