Innovatief Facilitair Management als antwoord op de groeiende zorgvraag?

Page 1

Innovatief Facilitair Management als antwoord op de groeiende zorgvraag?

Dit artikel werd geschreven door Anton NoĂŤ en in drie delen gepubliceerd in weekblad Facilitair en Gebouwbeheer.

Voor meer informatie: Anton NoĂŤ antonnoe@yahoo.com 06-54754474


Innovatief FM als antwoord op de groeiende zorgvraag? Deel 1 van een 3-delig artikel over kansen en verantwoordelijkheden voor de FM in de gezondheidszorg. Zonder innovatief denken en handelen van de kant van zorgverleners, zorgverzekeraars, de overheid en facilitair dienstverleners zal aanstormende vergrijzing een remmende werking hebben op de groei van onze welvaart. De kwaliteit van leven voor zorgvragers neemt niet toe door het leveren van zorg uitsluitend toe te vertrouwen aan ge誰nstitutionaliseerde zorgstructuren. Dit 3-luik gaat in op drie vragen: 1. Hoe kunnen we vanuit FM een invloed uitoefenen op het verminderen van de vraag om arbeidsintensieve ouderenzorg en algemene gezondheidszorg? 2. Hoe kunnen we de institutionele zorg helpen bij het verhogen van haar doelmatigheid? 3. Hoe kunnen we met innovatieve facilitaire diensten de zelfzorgzaamheid en betrokkenheid van buren, kinderen en familie stimuleren en vereenvoudigen? In dit eerste deel worden de achtergronden vanuit een macro-economisch perspectief belicht In deel twee wordt ingegaan op de mogelijkheden die er zijn om de zelfredzaamheid van ouderen te vergroten. In het derde deel wordt een visie gegeven over de mogelijkheden die er zijn om meer doelmatigheid hand-in-hand te laten gaan met meer kwaliteit van de zorg. _______________________________________ 1

In 2013 zullen landelijk naar verwachting 220.000 mensen minder aan het werk zijn dan in 2008 . Dit is bijna 3% van de werkzame beroepsbevolking. Dat betekent dat de werkgelegenheid in 2013 nog niet hersteld zal zijn van de economische crisis. Dit geldtechter niet voor gezondheidszorg. In de zorg zal de werkgelegenheid in 2013 maar liefst met 10% gegroeid zijn in vergelijking met 2008; 130.000 medewerkers in 5 jaar. Hoe kun je daar als facilitair dienstverlener op inspelen? 2010

Aantal

2040

% van totale bevolking

Aantal

% van totale bevolking

Groei/krimp t.o.v. 2008

Inwoners

16.500.000

100%

17.500.000

100%

+ 6%

65-plussers

2.400.000

15%

4.500.000

26%

+88% -3%

0-19 jaar

3.900.000

24%

3.800.000

22%

Beroepsbevolking

10.100.000

61%

9.200.000

53%

-9%

Werkzaam in de zorg

1.300.000

13%

2.300.000

25%

+77%

Tabel 1; beroepsbevolking in de zorg bij ongewijzigd beleid en doelmatigheid, brongegevens CBS. Bij ongewijzigd beleid zal het aandeel mensen dat werkzaam is in de zorg met 77% stijgen (1 miljoen mensen) naar 2,4 miljoen. Het aantal 65-plussers neemt met bijna 90 % toe. Dat betekend dat rond 2040 rond de 25% van de beroepsbevolking in de gezondheidszorg zal werken.

1

Deze voorspelling werd onlangs gedaan door het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt van de Universiteit Maastricht (ROA).

2


Zonder innovaties in de gezondheidszorg, dus zonder maatschappelijke, organisatorische en technische ingrepen, zal het aantal mensen dat werkzaam is in de gezondheidszorg geleidelijk oplopen van 1,3 miljoen in 2010 naar 2,3 miljoen in 2040. Onder innovatie wordt door het ministerie van VWS verstaan: ‘Innovatie = (zorg)verbetering x implementatie’. Innovatie is het doorvoeren van vernieuwing, die neerslaat in producten, diensten, processen of organisatievormen. Het gaat dus om ‘uitvinden’ en ‘invoeren’. Beide elementen zijn even belangrijk.

25% van het totaal aantal werkzame mensen in de zorg? Dat gaat niet gebeuren! Allereerst omdat we dat met elkaar niet kunnen en willen financieren. Ten tweede omdat de gezondheidszorg zich in de afgelopen jaren heeft bevrijd van haar behoudende cultuur en zich heeft ontwikkeld tot het meest dynamische en uitdagende werkterrein in Nederland. De uitdagingen zijn gigantisch, de druk om slimmer, beter en meer beheersbaar te werken is enorm.

De uitdagingen zijn enorm Marktwerking doet haar intrede. Naming & shaming zijn gemeengoed geworden. Zorgverzekeraars worstelen met hun rol en identiteit, zorgverleners met hun “selling propositions”. Ketenvorming, strategische samenwerking en ook fusies, alhoewel die laatste niet altijd tot verbeteringen leiden, zijn aan de orde van de dag. Zorgorganisatie zijn nog steeds bezig met de kanteling van aanbod- naar vraaggestuurd werken en van budgetgestuurde financiering naar sturing op basis van geleverde productie. Daar komt dan ook de donkere wolk van een aanstormend arbeidstekort bij.

Business as usual is niet genoeg! In het licht van dit toekomstscenario dienen facilitaire dienstverleners hun waardepropositie goed te definiëren. Wat de zorgmarkt nodig heeft zijn ondernemende en creatieve partners die een gezamenlijk – dus ook maatschappelijk doel -- voor ogen hebben. Het moet gaan om duurzame waardecreatie voor de patiënt/cliënt, niet om eenzijdig kostendenken bij zorgverleners en profijtdenken bij dienstverleners.

Van continuous improvement naar continuous crisis? Aan de borreltafel wordt de schuld voor onze huidige economische malaise met het grootste gemak aan onze financiële instellingen gegeven, en ja, ze zijn inderdaad fout die instellingen. Jarenlang hebben ze met schaamteloos eigenbelang een ondoorzichtige werkpraktijk van subprime handel en “financial (re-) engineering” toegepast. Hierbij werden ze welwillend terzijde gestaan door, naar nu blijkt, falende overheidsbankiers en toezichthouders. Daar betaald de klant uiteindelijk een dure rekening voor. Maar de bankiers kan slechts verweten worden dat ze zich met list en bedrog hebben verijkt aan de onwetendheid van de consumenten. Maar kan het uitsluitend de financials worden verweten dat we de komende decennia in zwaar economisch weer zullen verkeren? Nee! De komende 30 jaar zullen we worden geconfronteerd met de ene na de andere schaarste. Volgens JeanFrancois Richard, tot voor kort de vice-president voor Europa van de Wereldbank, staan we aan het begin van de pensioencrisis. Deze wordt veroorzaakt door 1 miljard pensioengerechtigden in de rijke landen en zal hen ook hard treffen. In de komende 20 jaar zullen we onze olie- en gasvoorraden voorraden hebben uitgeput; een tekort van 70 miljoen vaten olie per dag. Over 15 jaar breekt de ecocrisis uit; in combinatie met een niet eerder gekende groei van de mondiale populatie zullen ontbossing, erosie en verdwijnende gletsjers zullen tot een structureel tekort aan schoon zoet water leiden. Interview Financieel Dagblad 30-11-09

3


Toevoeging Anton Noë 1 mei 2010: De eurocrisis die ontstond als gevolg van de scheefgroei in betalingstekorten en de volstrekt onvergelijkbare financieel/economische mores tussen noord en zuid Europa.

De huidige crisis, veroorzaakt door duistere “handjeklappraktijken” in de financiële hoofdsteden van de wereld, heeft een prikkel gegeven aan ons collectieve bewustzijn dat de sociaal/economische orde van vóór de crisis op de schop moet. Het absolute materialisme dat zich openbaart in opportunistisch vrije We gaan ons groen en geel ergeren aan de markt denken en een egocentrische focus op aandeelhoudersbelang groen/grijze druk en bestuurdersbonussen wordt niet meer gepikt. Dat heeft immers Het aantal 65-plussers, uitgedrukt als een loodzware hypotheek gelegd bij de aankomende generaties. procentueel aandeel van deelnemers aan de Politici, beleidsmakers en de belangrijke spelers op de internationale arbeidsmarkt; de 20–64 jarigen, wordt door financiële markten hebben twijfels over de wijze waarop dit opgelost CBS de ‘grijze druk’ genoemd. Op dit moment staan er nog ongeveer 24 mensen kan worden. Het is onwaarschijnlijk dat we oplossingen krijgen van 65 jaar of ouder tegenover honderd 20– aangedragen uit de hoek van Brussel of de landelijke politiek. 64 jarigen. In 2040 zullen er ongeveer 49 Daarvoor zijn landelijke belangen te groot en wegen korte termijn ouderen per honderd potentiële deelnemers electorale belangen te zwaar. Het ligt meer voor de hand dat een aan de arbeidsmarkt worden geteld. Bijna steeds breder maatschappelijk bewustzijn bij de bevolking, de het dubbele. consument, ontstaat dat we niet langer het pad van absoluut Naast ouderen drukken ook de jonge, nog materialisme kunnen bewandelen. Bedrijven spelen daar nu al op in niet werkzame, inwoners van Nederland op met zorgvuldig ontwikkelde imago’s zoals groen bankieren, ecologisch de lasten van de beroepsbevolking. Dit verantwoord bouwen en maatschappelijk verantwoord ondernemen. wordt door CBS de ‘groene druk’ genoemd. De laatste jaren staan er ongeveer 40 De Nederlandse FM zou zich moeten ontpoppen als zichtbare en jongeren van minder dan twintig jaar belangrijke speler in deze discussie en kan hier een belangrijke tegenover 100 20–64 jarigen. Ook de voortrekkersrol in ontwikkelen zoals blijkt uit het interview met komende decennia zal de groene druk rond Europarlementariër Wim van de Camp in het F&G nummer van 1 dit niveau liggen. Alles bij elkaar neemt dus december van dit jaar. Ons ongereguleerde voortplantingsgedrag als oorzaak? Nee, dit is geen pleidooi over zedelijkheid en waarden en normen, u wordt door onze zedencoalitie in Den Haag al genoeg bestookt met het kuise omhooggestoken vingertje. Ook is het geen roep om bevolkingsgroeimanipulatie, zoals in China met het éénkindbeleid wordt afgedwongen. Met ongereguleerd voortplantingsgedrag wordt bedoeld de dramatische fluctuatie in bevolkingsgroei. Van 2% per jaar in de periode 1900 tot 1950 tot een verwachte 0,2% in de periode 2010 tot 2040, een factor 10 minder!

de groen/grijze druk toe van 64 procent nu, naar een maatschappelijk zware last van bijna 90% tegen het jaar 2040. Dit draagt nog eens extra bij aan de toch al loodzware hypotheek op toekomstige generaties en noodzaakt een structureel andere manier van omgaan met de schaarste van arbeidscapaciteit. Dit dwingt, ook de facilitaire dienstverlening, tot fundamenteel anders denken en handelen.

Aantallen X 1. 000

Periode (jaartallen) Bevolkingsgroei Gemiddelde groei / jaar Gemiddelde groei per jaar als % van bevolkingsaantal in het startjaar)

1900 – 1950

1950 –1990

1990 – 2010

2010-2040

5.000 – 10.000

10.000 – 15.000

15.000 – 16.500

16.500 – 17.500

100

125

75

33

2.00 %

1.25 %

0.50%

0.20% Broncijfers CBS

4


Het gevolg? De dubbele vergrijzing: de 1. een explosieve bevolkingsgroei (baby-boomers) in de zeer vruchtbare jaren na de 2 wereldoorlog, de 2. babyboomers leven gemiddeld veel (!) langer dan hun ouders die voor de 2 wereldoorlog geboren werden.

Bevolkingsopbouw Nederland. Bron CBS

Hebben we weer een revolutie nodig? De industriĂŤle revolutie ontstond ten tijde van het verdwijnen van de kinderarbeid in 1900, Het verdwijnen van kinderarbeid bracht een groot effect op de samenstelling en omvang van de werkzame bevolking. Stoommachines en elektromotoren waren in snelle opkomst. Was er een verband tussen die twee gebeurtenissen? Cynici denken dat wel, er was immers een noodzaak om productiekosten concurrerend en laag te houden. Ook nu staan we aan de vooravond van grote verandering in de samenstelling en omvang van de werkzame bevolking. Wat is het antwoord? Bejaardenarbeid in 2040? Diezelfde cynici, paradoxaal genoeg, denken dat dat eveneens het geval zal zijn. De toename van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar is daar toch immers een eerste teken van? Te vermoeden is dat Nederland in de komende 30 jaar een nieuwe revolutie zal meemaken. Niet een industriĂŤle revolutie zoals 100 jaar geleden, maar sociaal/maatschappelijk revolutie. Een simpel rekensommetje toont aan dat we deze sociaal/maatschappelijke revolutie in de komende decennia hard nodig hebben. Het is heel eenvoudig; doordat het aantal werkende mensen als deel van de totale populatie af zal nemen zal het Bruto Binnenlands Product (BBP) met meer dan 10% per inwoner afnemen (bron CBS). Daar staat tegenover dat in de afgelopen 30 jaar de arbeidsproductiviteit en daarmee het BBP per inwoner, ieder jaar een beetje is gestegen (bron CBS). Of we dit kunnen volhouden in de komende 30 jaar met de aanstromende vergrijzing en het menselijke kapitaal dat we in de zorg moeten investeren is de vraag. ____________________________________________

5


Innovatief FM als antwoord op de groeiende zorgvraag? Deel 2 van een 3-delig artikel over kansen en verantwoordelijkheden voor de FM in de gezondheidszorg. In deel 1 van dit drieluik werd ingegaan op de toenemende vraag naar schaarse arbeidscapaciteit in de zorg. Onder invloed van demografische ontwikkelingen – ondermeer de vergrijzing – zal deze sterk toenemen. Nu werken ca. 1,3 miljoen mensen in de zorg. Als we niet beter en slimmer gaan werken zal dat oplopen tot 1, 8 miljoen over 10 jaar en maar liefst 2,3 miljoen in 2038. Dat is dan, in 2038, een kwart van de werkzame bevolking. Een verdergaande groei van Institutionele arbeidsintensieve zorg is een onwenselijk scenario. De vraag die werd gesteld; “kunnen we ons dat veroorloven of hebben we een sociaal/maatschappelijke revolutie nodig?” In dit tweede deel wordt ingegaan op de mogelijkheden die er zijn om de zelfredzaamheid van ouderen te vergroten. (zie sectorverhaal Weekblad Facilitair nr. 199-2009.)

Een eigenwijze stelling: “Ondanks de toename van de zorgvraag zal de vraag naar arbeidscapaciteit tussen 2010 en 2038 niet toenemen met 1 miljoen medewerkers, zoals voorspeld door het CBS, maar ‘slechts’ met 300.000, 700.000 medewerkers minder. Daarmee wordt in de komende decennia honderden miljarden bespaard op de loonkosten.” Deze stelling kan alleen worden waargemaakt als we echte innovatieve wijzigingen aanbrengen in de zorgverlening. De zorg is nu geïnstitutionaliseerd, aanbodgestuurd en arbeidsintensief. Dat zal dus anders moeten: 1. minder institutionele en dus meer informele zorgverlening. 2. minder aanbodsturing en meer vraagsturing, dus alleen zorg leveren als er behoefte aan bestaat, 3. minder arbeidsintensief en dus meer zelfzorgzaamheid, ondersteund door innovatieve (technologische) hulpmiddelen en meer sociale samenhang. Dit zijn de drie belangrijkste voorwaarden voor het Figuur 1 verminderen van de gigantische kostentoename. Het zijn drie voorwaarden die elkaar versterken. Zo zal technologie het eenvoudiger maken om informele zorg aan buren of familie te bieden.

6


Innovatieve facilitaire diensten zullen een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van deze doelstellingen.

De zorg is een zaak van ons allemaal We hebben in de westerse wereld de zorg voor ouderen en gehandicapten toevertrouwd aan gespecialiseerde instellingen en daarmee onze zorgplicht uitbesteed. Dat vinden we handig. Maar, het kost ons handenvol geld, geld dat we in de komende decennia hard nodig hebben voor andere zaken, zeker na de crisis van 2008-2009. Als, zoals wordt voorspeld, een kwart van onze nationale arbeidscapaciteit in de zorg zou werken heeft dat verregaande en vooral ongunstige economische consequenties. Er staan geen materiële inkomsten tegenover de kosten die we als maatschappij zullen maken om de zorg op peil te houden. We zullen interen op ons gezamenlijke vermogen en het daarom ook om economische redenen van groot belang dat we zorginnovatie serieus nemen.

Vraag: moeten we alle zorg in Nederland leveren? De westerse wereld ziet zich geconfronteerd met een enorme vergrijzing. Het aantal zorgvragende ouderen zal verdubbelen en de werkzame bevolking zal slinken. Dit is niet het geval in niet-westerse landen en regio’s zoals Turkije, noord Afrika en het verre oosten. Nu al vinden veel gepensioneerde Nederlanders het aantrekkelijk om buiten de landsgrenzen te vertoeven. Het klimaat is er plezieriger, de aanwezigheid en kwaliteit van dienstverleners, en vaak ook de dienstbaarheid, is hoger en de moeite en kosten van het reizen nemen sterk af. Verzekeraars en zorgverleners zouden actief kunnen inzetten op het ontwikkelen van concepten waarbij het zorgaanbod geïnternationaliseerd wordt. Dit zal een vermindering naar zorgvraag in Nederland tot gevolg hebben. Zouden zorgverzekeraars en zorgverleners deze mogelijkheid niet moeten bestuderen? Een onderzoek naar de effecten van het exporteren van zorgvraag is nodig. Wat betekent dit voor de kwaliteit van de zorg? Is er voldoende de belangstelling van (toekomstige) zorgvragers van zowel allochtone als autochtone afkomst? Wat zijn de integrale financiële effecten waaronder de arbeidskosten in het buitenland en de kosten voor Nederlandse artsen en verpleegkundigen, reis- en eventuele repatriëringkosten en woonlasten? Wat zijn aanvaardbare kosten voor technische hulpmiddelen t.b.v. communicatie en domotica? FM speelt hierbij een rol. Denk aan het op lokaal niveau, aanbieden van facilitaire diensten die voldoen aan heldere kwaliteiteisen zoals maaltijdvoorziening, huishoudelijke diensten en het zorg dragen voor de (gebouw-) technische infrastructuren. FM kan samenwerkingen aangaan met lokale bedrijven waarbij de verantwoordelijkheid voor kwaliteit en het handhaven van afgesproken normkaders bij de Nederlandse contractpartij komen te liggen.

Make it simpel! De Nederlandse zorg wordt gekenmerkt door een bureaucratisch stelsel van vrijheidsbeperkingen. Strakke functiekaders beperken de handelingsruimte van de medewerkers. Ook als je prima in staat bent om iemand te helpen bij het aantrekken van steunkousen is dat alleen toegestaan als je over het juiste papiertje beschikt. Zo kan het gebeuren dat een thuiszorgcliënt ’s ochtends een badbeurt krijgt van een verzorgende niveau 4, ’s middags een verzorgende niveau 1 komt poetsen en aan het einde van de dag een verpleegkundige een spuitje zet. Ja natuurlijk, een verpleegkundige of niveau 3-4 verzorgende met een poetslap in de hand is zonde van de dure arbeidstijd en strijdig met een effectieve inzet, maar zijn drie verplaatsingen dan wel efficiënt? FM kan hier op innovatieve wijze op inspelen door zorgvuldige taakcombinaties samen te stellen en personeel daarvoor te werven en/of op te leiden. Het zal niet zo zijn dat de schoonmaker dan ook maar het spuitje moet zetten maar wel dat een logistieke beheersing van de werkprocessen tot enorme besparingen kan leiden. 7


De intelligente leefomgeving FM zal een rol hebben bij het ontwikkelen, installeren en onderhouden van de intelligente woon- en zorgomgeving voor zorgbehoevende ouderen. Het betreft maatregelen die de behoefte aan arbeidsintensieve zorg en de fysieke aanwezigheid van een zorgverlener verminderen. Bijvoorbeeld beweging- en geluidsmonitors, failsave-systemen t.b.v. het verstrekken van medicijnen, locators om de telefoon of een sleutelbos makkelijk terug te vinden, detectiesystemen voor oververhitting of rook- en gasontwikkeling, buitenlichtsensoren die een signaal geven om gordijnen te sluiten of dat automatisch doen, hulpmiddelen die het eenvoudiger maken om trappen op en af te gaan, touch-screen schermen om eenvoudig contact te kunnen maken met een bewakingspost en handige tools voor zelfdiagnose zoals bluetooth stethoscopen en bloeddrukmonitoren die remote monitoringen bevorderen. Deze voorbeelden, en de lijst kan eenvoudig worden uitgebreid, hebben als doel om de kwaliteit van leven van de zorgvrager te verbeteren en gelijktijdig de afhankelijkheid van institutionele en arbeidsintensieve zorg te verminderen. Maar let op!. Domotica, robotica, remote monitoring en mensvervangende technologieën kunnen contactverschraling tot gevolg hebben en leiden tot eenzaamheid. Om die reden de as “sociale cohesie” in figuur 1.

De rol van FM bij het versterken van sociale cohesie Sociale cohesie lijkt op het eerste gezicht een verantwoordelijkheid van de overheid. Een ongrijpbaar fenomeen waar je als ondernemer maar moeilijk invloed op kunt uitoefenen en dat is ten dele ook wel waar. Maar FM zal een gunstige invloed hebben op het vergroten ervan. Gelukkig zijn er nog altijd miljoenen mensen die wel eens hulp bieden aan hulpbehoevenden. Maar het aantal mensen dat met een bepaalde regelmaat, gedurende een bepaalde aaneengesloten periode meer dan 8 uur besteden aan vrijwilligerswerk is dun gezaaid en wordt kleiner. Het meest actief zijn nu nog mensen tussen de 45 en de 65 jaar. Een groot deel van hen geeft te kennen de zorgverlening erg zwaar te vinden en ervaart een tekort aan vrije tijd als belangrijk knelpunt. Verzekeraars, formele zorgverleners en facilitaire dienstverleners kunnen de handen ineenslaan om operationele en financiële constructen en oplossingen te ontwikkelen die het bieden van informele zorg minder zwaar en verplichtend maken. Kennisoverdracht, een helpdeskfunctie, vervangingsdiensten, maaltijdverstrekking en web-enabled internettoepassingen zullen vrijwillige hulpverlening makkelijker maken. Nu al wordt geëxperimenteerd met multifunctionele leefgebieden waar werken, wonen, zorgen kinderopvang, recreatie en leren in één fysiek overzichtelijke samenhang georganiseerd worden. In deze settings zal FM een sociaal/maatschappelijke functie kunnen vervullen met maatwerkdiensten en door als achtervang te fungeren. ste

Als we straks met zijn allen tot ons 67 levensjaar werken, waarom zouden we dat dan niet ten dele op een voor de hand liggende wijze doen door informele zorg te verlenen aan ouders en/of buurtgenoten? Echter, als we - door een steentje bij te dragen aan een maatschappelijk knelpunt - minder tijd besteden aan onze ‘reguliere’ werkverplichtingen zou dat geen negatieve consequenties t.a.v. inkomen moeten hebben. Zou een fiscale compensatie dat effect kunnen wegnemen? De werkgever kan deelname aan informele dienstverlening bevorderen en daar zelfs proactief in optreden; kinderopvang, flexibele werktijden, verlof- en terugkeerregelingen zijn maatregelen die ondersteund kunnen worden. Nederland heeft jarenlang een militaire dienstplicht gekend. Aan de noodzaak daarvan werd vaak getwijfeld. Waarom niet nu een sociale dienstplicht invoeren? De noodzaak daarvan staat onomstotelijk vast. Dit kan 8


worden geïntegreerd met aantrekkelijke opleidingsmogelijkheden voor jongeren. Onderwijsinstellingen zullen hier een belangrijke taak in vervullen. FM kan ondersteunen door de zorgactiviteiten van deze dienstplichtigen te organiseren en te managen.

Oneigenlijke en onnodige zorg voorkomen Schattingen over de hoeveelheid onnodige zorg die nu wordt geleverd lopen uiteen van 10% tot wel 40%. Het gaat om langdurige structurele zorg die de gevolgen van een chronische lichamelijke of geestelijke toestand meer dragelijk maken. Denk aan antidepressiva die vaak levenslang worden voorgeschreven om de emotionele gevolgen van sociale isolatie weg te nemen, pijnstillers voor onbehandelde rugklachten, bloeddrukverlagende middelen die nodig zijn vanwege slechte eetgewoonten en fysiotherapie om verkeerde bewegingspatronen te behandelen. Behandelaren en de cliënt staan soms onvoldoende stil bij de mogelijkheden om de oorzaken op te sporen en weg te nemen. Dus niet langer “een leven lang” pijntjes en ongemakken draagbaar maken maar de oorzaken wegnemen. Overigens zal meer aandacht voor preventie en genezing ook een bijdrage leveren aan het verminderen van onnodige intramurale en/of intensieve transmurale en extramurale zorgverlening. Hoewel het verminderen van deze onnodige zorg vooral een medische zaak is kan FM hier een wezenlijke rol in hebben, vooral door het leefgemak thuis te bevorderen.

Tot slot De kansen zijn enorm maar moeten wel goed begrepen worden. Facilitair dienstverleners die van mening zijn dat ze “business as usual” uitsluitend menskracht kunnen blijven leveren, met betrekkelijk weinig toegevoegde waarde vergissen zich. De toenemende vraag naar arbeidscapaciteit zal zich niet automatisch vertalen in een groei van de traditionele arbeidsintensieve diensten. Van ondernemers wordt een onzelfzuchtige focus op het welzijn van de cliënt en de doelmatigheid van de zorg verwacht. Het op vernieuwende wijze afremmen van de vraag naar commerciële en institutionele zorg is de uitdaging. Dit zal stevig botsen met de bestaande opvattingen van veel ondernemers in de facilitaire branche en vergt dus een nieuwe cultuur ondersteund door een innovatieve visie. Succes daarmee!

9


Innovatief FM als antwoord op de groeiende zorgvraag? Deel 3 van een 3-delig artikel over kansen en verantwoordelijkheden voor de FM in de gezondheidszorg.

Het eerste deel van dit drieluik (zie sectorverhaal Weekblad Facilitair nr. 199-2009) werd afgerond met de vraag of Nederland toe is aan een nieuwe, sociaal/maatschappelijke revolutie om de aanstormende vergrijzing en de afnemende omvang van het aantal werkende mensen in de komende decennia het hoofd te bieden. Het tweede deel werd een paar weken later gepubliceerd (zie sectorverhaal nr. 2032010) en daarin werden praktische tips gegeven over de manier waarop facilitaire dienstverlening en maatschappelijk verantwoord FM een steentje bij kunnen dragen aan het verminderen van de behoefte aan institutionele arbeidsintensieve zorg bij ouderen. Concluderend kon worden gesteld dat deze zorgafhankelijkheid kan worden verminderd door een combinatie van meer sociale cohesie (minder formele institutionele zorg maar in plaats daarvan meer informele zorg door de individu zelf, buren, vrienden en familie) en een gevarieerd aanbod aan innovatieve technische zorghulpmiddelen zoals domotica en robotica. In dit tweede artikel werd een uitgebreid overzicht gegeven van de maatregelen die hier een bijdrage aan kunnen leveren en die door facilitaire diensten worden ondersteund. Dit derde en laatste artikel van het drieluik “Innovatief FM als antwoord op de groeiende zorgvraag”, is gericht aan zorgprofessionals en zorgmanagers. De implementatie van de zorginnovatie komt namelijk vooral op hun schouders terecht. De meeste zorgprofessionals en –managers zullen daar niet van opkijken. Immers, in tegenstelling tot de oppervlakkige en algemene perceptie dat de zorg een statische en saaie branche is zijn zij al jarenlang gewend om met veranderingen en innovaties om te gaan.

Geen “markt” is meer dynamisch en verandert sneller dan de gezondheidszorg Beste manager uit de facilitaire wereld, maak u zich geen illusies, de veranderingen die u in uw vakgebied meemaakt zijn peanuts vergeleken met de dynamiek die de zorg al jarenlang bezig houdt. We hebben het niet over de razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van inhoudelijke medische innovaties; nieuwe genezingstechnieken en behandelmethoden. We doelen vooral op de niet ophoudende stroom aan organisatorische veranderingen. We verwijzen bijvoorbeeld naar de, dwangmatige en zeer povertjes door VWS aangestuurde, introductie van kostprijsverekeningen zoals zorgzwaartepakketten (ZZP’s), Diagnose/Behandel-combinaties (DBC’s) en DBC’s-2.0 ook wel bekend onder projectnaam DOT (DBC’s Opweg naar Transparantie). We wijzen op de toenemende marktwerking, de dwingende noodzaak tot efficiënter werken omdat 10


de verzekeraar en het zorgkantoor simpelweg de financiële kraan dichtdraaien. Denk ook aan de openbare aanbesteding van de (thuis-)zorg voor onze ouderen, uitgevoerd door gemeenten die hier vaak geen kaas van hebben gegeten en het onderste uit de kan willen halen. Veel besproken is het fusiegeweld in de zorg en de dwang om te denken en te handelen in ketenzorgconcepten. Denk tenslotte aan de introductie van “naming and shaming”, een proces waar de landelijke pers dankbaar gebruik van maakt, u kent vast wel de jaarlijkse publicaties in de landelijke dagbladen en op het internet waarin zorgverleners publiekelijk te kijk worden gezet en indien nodig zonder pardon aan de schandpaal worden genageld . Zorgprofessionals en zorgmanagers zijn dus gewend aan en overspoeld met opgelegde veranderingen. Daardoor zijn ze ook kritisch en soms zelfs cynisch en dat is niet zonder reden. Veel van de niet medisch-inhoudelijke veranderingen komen de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg niet echt ten goede en hebben een twijfelachtige invloed op het welzijn van cliënten en patiënten. Veranderen is niet hetzelfde als echt innoveren, helaas komt de traditionele gezondheidszorg daar te weinig aan toe.

Wat betekend dat; “de kwaliteit van de zorg”? In het visiedocument “VWS beleid 2007-2010”, formuleerden de minister en de staatssecretaris het als volgt: ‘Burgers hebben recht op veilige, eigentijdse zorg van goede kwaliteit naar eigen keuze. Keuzevrijheid en diversiteit, maar ook privacy, zelfstandigheid en respect zijn daarbij vaak net zo belangrijk als de kwaliteit en veiligheid van de zorg zelf.’ Deze formulering komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht gevallen. Er worden drie begrippen gehanteerd die krachtig stimuleren tot zorginnovatie en meer marktwerking; “eigentijds”, “keuzevrijheid” en “zelfstandigheid”. “Eigentijds” duidt op het inzetten van technische hulpmiddelen zoals domotica en robotica. “Keuzevrijheid” bevordert niet alleen het maken van een keuze tussen de diverse zorgaanbieders maar ook het maken van de meer fundamentele keuze voor zorg thuis of residentiële zorg in een instelling. Het begrip “zelfstandigheid” hangt natuurlijk samen met de twee voorgaande begrippen. Daarmee wordt een voorzet gegeven aan het bevorderen van zelfregie, zelfzorgzaamheid en het stimuleren van zorgonafhankelijkheid. Deze drie begrippen hebben allemaal een invloed op het beheersbaar houden en verminderen van de persoonsgebonden zorgkosten. Het beoogde effect is dat de periode waarin arbeidsintensieve zorg nodig is wordt verkort en dat de cumulatieve (life time) intensiteit van het zorgaanbod (zorguren per cliënt ) per verzorgingsdag afneemt. Per individu dus minder zorgvraag. Is dit strijdig met de belangen van “de marktgedreven zorgondernemer” zoals veel zorgmanagers zichzelf graag zien? Meer marktaandeel, veel cliënten en een hoge gemiddelde zorgzwaarte per cliënt kunnen zakelijk doelen zijn. Er is een kanteling nodig die lijkt op wat we zien bij energieleveranciers; het adviseren van particulieren en bedrijven om energiebesparende maatregelen toe te passen. Daarmee wordt een actieve stimulans gegeven om de vraag naar het eigen product te verminderen. Ook de zorgverlener zal dus eerste en vooral de cliënt moeten adviseren en ondersteunen bij het zo laag mogelijk laten zijn van de behoefte aan de diensten van die zorgverlener. Dit is een duivels dilemma waarbij een tripartiete controle met betrokkenheid van de cliënt (/ verwijzer), zorgverlener en zorgverzekeraar niet mag ontbreken. Feitelijk bestaat deze controle al. Probleem is echter dat deze niet optimaal 11


verloopt. De traditionele vraag die eigenlijk altijd centraal staat is hoeveel zorgrechten de cliënt heeft. Dit wordt bepaald aan de hand van een indicatiestelling. Op last van het ministerie en ingegeven m.n. door de ontevredenheid van zorgverleners en cliënten is het CIZ vanaf begin 2010 deze taak langzaam maar zeker naar de zorgverlener en in tweede instantie naar de zorgvrager aan het verschuiven. Dit zal de bureaucratie verminderen, wachttijden verkorten en uiteindelijk de cliënt en behandelaar meer regie geven over het zorgaanbod. Een schone zaak waarbij vertrouwen en intelligente benchmarking en monitoring hand in hand gaan.

De ontbrekende schakel: Het is de vraag of de geïnstitutionaliseerde zorg wel de juiste partij is om hier actief op in te zetten. Zorgverzekeraars zijn als de dood dat ze hiermee concurrentievoordeel verliezen omdat, met de introductie van een hele nieuwe schakel in de keten, op korte termijn de premiekosten zullen verhogen. Zorgverleners zijn meer dan een eeuw lang geprogrammeerd om mensen beter te maken of te verzorgen. Een praktijk gericht op het structureel verminderen van de zorgconsumptie zou een cultuurshock teweeg brengen. De politiek probeert nu al, met angst en beven voor de toekomst, de eindjes aan elkaar te knopen en kijkt hoopvol naar de markt als initiatiefnemer om maatregelen te introduceren die zorgvraagvermindering tot gevolg zullen hebben. Daar (in de markt) ligt dan ook inderdaad de oplossing. Er zal een nieuwe industrie ontstaan die zich actief inzet om de gezondheid van haar cliënten te bevorderen en om zelfredzaamheid en zorgonafhankelijkheid te bevorderen. Kijk bijvoorbeeld naar de fitness industrie. Dit zijn allang geen kleffe krachthonken meer waar de potten anabole steroïde onder de balie staan en zweterige mannen aan hun beschadigde ego en spierballen werken. Moderne fitnessondernemers creëren samenwerkingsverbanden met paramedische

De zorgaanbodketen bestaat uit een aantal traditionele schakels; 1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

Zelfredzaamheid: (de meeste van ons verkeren het overgrote deel van ons volwassen levensloop in die fase). Formeel zorgaanbod; beschikbaarheid 1ste lijn. Een lichte mate van afhankelijkheid van informele zorg die we krijgen van buren, vrienden of familie. Het kan gaan om boodschappen doen als het heeft gesneeuwd tot het zo nu en dan uitvoeren van een klusje of buren/vriendendienst. Formeel zorgaanbod; beschikbaarheid 1ste lijn. Mantelzorg het doen van een actief beroep op informele zorg. Bijv. een buur, zoon of vriend die met een voorspelbare regelmaat een vastgesteld pakket aan zorgdiensten levert. Het kan gaan om huishoudelijke zorg maar ook om bijvoorbeeld het helpen bij een 2-wekelijkse douchebeurt, het of het dagelijks koken of laten mee-eten . Formeel zorgaanbod; beschikbaarheid 1ste lijn. Thuiszorg; het op basis van een indicatie verkrijgen van de afgesproken hoeveelheid zorgminuten. Formeel zorgaanbod laag/gemiddeld. Intramurale zorg; 24-uurs zorg waarbij wordt verstaan dat deze zorg tevens het residentieel verblijf binnen een zorginstelling behelst. Formeel zorgaanbod; gemiddeld/hoog Ziekenhuiszorg; gericht op het beter maken van een patiënt. Formeel zorgaanbod hoog/zeer hoog. Intramurale verpleging; het verkrijgen geneeskundige zorg en daarmee verband houdende therapieën of revalidatie. Zorgaanbod; hoog/zeer hoog. Palliatieve zorg; het begeleiden van het stervensproces, meestal een korte maar intensieve periode. Formeel zorgaanbod; zeer hoog (10% van de totale kosten in een levensloop). Tabel 3

behandelcentra (of nemen fysiotherapeuten en psychotherapeuten in dienst) en richten zich op de vitaliteit van de cliënt. Meer en meer wordt hier een functie ontwikkeld die de 12


formele zorg heeft verzuimd te ontwikkelen; samen met de cliënt werken aan een gezonde balans. Deze moderne vitaliteitsondernemers hebben allang niet meer de fitnesszaal als enige werkomgeving. Ze spelen een rol bij het organiseren van wekelijkse wandelingen of fietstochten, ze stimuleren cliënten om ook thuis lichaamsoefeningen te doen. Ze bieden een interactieve internetomgeving aan waar cliënten hun persoonlijke vorderingen kunnen bijhouden, samen met hun coach. Een paar keer per jaar wordt een objectieve beoordeling van de conditie en vitaliteit van de cliënt ontwikkeld. Dat gebeurt op basis van moderne scanmethoden en is een vanzelfsprekend onderdeel van de dienstverlening. Coaches geven gevraagd of ongevraagd advies over voedingssupplementen, vitaminen en gezond eten en zullen geen kans onbenut laten om slecht gedrag zoals roken en overmatig alcoholgebruik aan de kaak te stellen. Opmerkelijk is dat dit vaak in collectief verband wordt gedaan. In tegenstelling tot de traditionele gezondheidszorg waar de dienstverlening een puur individualistische aangelegenheid is, zijn vitaliteitsondernemers er op gebrand om groepsgewijs te werken. Dit doen ze niet alleen uit efficiencyoverwegingen maar ook en vooral om een groepsdynamiek te creëren die tot individuele intrinsieke motivatie leidt, spiegelgedrag. Groepsdynamiek heeft uiteindelijk ook een invloed op het sociale netwerk van de cliënt. Als je regelmatig bij elkaar aan de fitnessapparatuur het zweten en puffen bent en elkaar naderhand in de douches en kleedruimtes treft is het lang niet meer zo ingewikkeld of beschamend om hulp aan te bieden bij een douchebeurt thuis. Terug naar de titel van dit drieluik: “Innovatief FM als antwoord op de groeiende zorgvraag”. De sociaal/maatschappelijke revolutie die werd aangekondigd in het eerste deel vindt feitelijk nu al plaats. Wekelijks verschijnen er proefschriften, artikelen en documentaires die hier op zeer diverse manieren op ingaan. De in het tweede deel beschreven technologische infrastructuur die FM kan en zal bieden om zelfredzaamheid te bevorderen is in opmars. Tenslotte de ontbrekende preventieve schakel die in dit derde deel wordt beschreven; het betreft niet alleen een preventieve schakel, gericht op het zo lang mogelijk in stand houden van de zelfredzaamheid van mensen, het betreft vooral het creëren van een schakel die, vanwege het collectieve karakter, bevorderend de maatschappelijke loyaliteit zal bevorderen, mantelzorg zal stimuleren en sociale cohesie zal versterken.

13


Wat heeft u hier, als FM ondernemer, mee te maken? Het beschikken over de juiste facilitaire FM infrastructuur is een voorwaarde voor de moderne zorgeconomie. Immers, “eigentijdse zorg ”, “vrijheid van zorgkeuze” en “zelfstandigheid”, de sleutelbegrippen in de kwaliteitsdefinitie van het ministerie van VWS moeten worden gestut door de aanwezigheid van een samenhang van facilitaire diensten en de inrichting van de leefomgeving. Het ligt dus voor de hand dat u zich als FMondernemer stevig positioneert tussen de makers van innovatieve technologische hulpmiddelen, partijen die zich als vitaliteit- en preventiecoach ontwikkelen en de traditionele spelers in de gezondheidszorg. Echte innovatie is dus niet het op detailniveau aanpassen en verbeteren van processen in de traditionele zorg. Daarmee wordt de zorgmanager al voldoende onledig gehouden. Echte innovatie is het creëren van nieuwe en vooralsnog ontbrekende schakels; sociale cohesie, vitaliteit en preventie. Het co-creëren van deze schakels biedt de FM branche niet alleen kansen, het is een maatschappelijke verantwoordelijkheid. ___________ //// ___________

14


15


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.