4 minute read

Parkeernormen of mobiliteitsnormen?

Gemeente Utrecht werkt aan nieuw parkeerbeleid

Utrecht telt in 2040 naar verwachting ruim 455.000 inwoners. Circa 100.000 meer dan nu. Om al die mensen onderdak te kunnen bieden, moet er in de komende jaren veel gebouwd worden. Hierbij is een goed parkeerbeleid cruciaal. Zo regelen we dat iedereen toegang houdt tot mobiliteit, en zorgen we tegelijkertijd dat Utrecht een aantrekkelijke stad blijft voor bewoners, bedrijven, en bezoekers.

TEKST EEFKE VERHEIJ Het huidige Utrechtse parkeerbeleid stamt uit 2013. Hoewel het uitgangspunt voor dat beleid, ‘een leefbare, gezonde, en vitale stad’, nog steeds actueel is, zijn extra maatregelen nodig om de groei van de stad op te vangen en te zorgen dat Utrecht een aantrekkelijke en goed bereikbare stad blijft. In de nieuwe concept-Parkeervisie geeft de gemeente weer hoe het parkeerbeleid voor de komende jaren eruitziet. Deze visie op hoofdlijnen werken we uit in zes afzonderlijke onderdelen, of ‘modules’, waarin we concreet invulling gegeven aan onze visie op parkeren. Eén van die modules is het onderdeel Parkeernormen. Ook deze module is inmiddels in concept gereed. Hierin hebben we als belangrijkste punten opgenomen dat we

Het lijkt een no-brainer, toch kiest Utrecht niet voor een structurele verlaging van de parkeernormen

meer ruimte bieden voor mobiliteitsalternatieven, meer nadruk leggen op kwaliteit en beschikbaarheid, en dat we een bereikbaarheidsfonds introduceren voor meefinancieren van alternatieve mobiliteitsoplossingen.

GEEN STRUCTURELE VERLAGING PARKEERNORMEN

Utrecht groeit de komende jaren hard, maar de ruimte groeit niet mee. Dat betekent dat we slimmer moeten omgaan met mobiliteit en parkeren. Een voor de hand liggende keuze is dan om de parkeernormen te verlagen. Auto’s nemen immers veel ruimte in, zowel rijdend als stilstaand. Als we minder parkeerplaatsen toevoegen, blijft er meer ruimte over voor andere functies, zoals lopen, fietsen, spelen en groen. Bovendien groeit het autoverkeer minder hard, en zijn de bouwkosten en woonlasten lager. Het lijkt dus een no-brainer, maar toch kiest de gemeente Utrecht niet voor een structurele verlaging van de parkeernormen. Want ook al is de ruimte beperkt, mensen blijven behoefte houden aan mobiliteit. En de parkeernormen, die gebaseerd zijn op de kengetallen van CROW, geven een goede indicatie voor die mobiliteitsbehoefte. Die hoeft niet altijd ingevuld te worden met ruimte voor de (eigen) auto, zolang er maar voldoende alternatieven zijn. Utrecht kent

al sinds 2013 de mogelijkheid om, in sommige delen van de stad, een korting toe te passen op de parkeereis, in ruil voor de realisatie van extra fietsparkeerplaatsen en/of plaatsen van deelauto’s. Hier hebben we goede ervaringen mee. We willen deze kortingsmogelijkheden daarom verruimen. Dat betekent dat ontwikkelaars, afhankelijk van de bouwlocatie, een hogere korting kunnen toepassen op de parkeereis als zij voorzien in alternatieven, zoals MaaS, deelmobiliteit, en/of extra fietsparkeren. Ook wordt het mogelijk om een deel van het parkeren buiten loopafstand op te lossen, bijvoorbeeld in een P+R-voorziening aan de rand van de stad. Tegelijkertijd beperken we in delen van de stad het aantal parkeerplaatsen dat mag worden aangelegd. In deze gebieden vullen ontwikkelaars de parkeereis dus (gedeeltelijk) op een alternatieve manier in. Dit geldt onder andere voor de binnenstad, waar de ruimte zeer beperkt is, en met de nabijheid van Utrecht Centraal en station Vaartsche Rijn goede alternatieven zijn voor automobiliteit.

BEREIKBAARHEIDSFONDS

Omdat het, vooral bij kleinere ontwikkelingen, niet altijd haalbaar is om op efficiënte manier invulling te geven aan een alternatieve mobiliteitsoplossing, wil de gemeente Utrecht een zogeheten Bereikbaarheidsfonds introduceren. Het idee hierbij is dat ontwikkelaars in sommige gevallen niet aan de (volledige) parkeereis hoeven te voldoen, maar dan wel voor iedere niet aangelegde parkeerplaats een bedrag storten in het Bereikbaarheidsfonds. Dit fonds is bedoeld voor het (mee-)financieren van alternatieve mobiliteitsoplossingen, zoals parkeren op afstand en mobiliteitshubs.

AANDACHT VOOR KWALITEIT EN BEHEER

Veel mensen denken bij het woord parkeernorm aan een getal, zoals de specifieke norm voor een functie in een bepaald gebied, of de uitkomst van een rekensom die voorschrijft hoeveel parkeerplaatsen een ontwikkelaar moet aanleggen. Maar in het parkeernormenbeleid is kwaliteit net zo belangrijk als kwantiteit. Niet alleen het aantal te bouwen parkeerplekken telt, maar ook of ze na oplevering voor de juiste doelgroepen toegankelijk en beschikbaar zijn. Hierbij gaat het zowel om fysieke eisen, zoals laadvoorzieningen voor elektrische auto’s en fietsen, als om afspraken rondom toewijzing en beheer in de gebruiksfase. In de concept module Parkeernormen heeft de gemeente daarom opgenomen dat ontwikkelaars voortaan bij ieder bouwplan, groot en klein, toe moeten lichten welke mobiliteitsoplossingen er worden gerealiseerd, en voor welke doelgroepen deze beschikbaar zijn. Ook moeten ontwikkelaars vooraf aangeven hoe mobiliteit in de toekomst geregeld wordt en gegarandeerd blijft, en hoe (toekomstige) bewoners en gebruikers worden geïnformeerd over de mobiliteitsopties die zij hebben als zij in het pand komen wonen of werken. Dat lijkt veel papierwerk, maar voor kleinere bouwprojecten komt hiervoor een eenvoudig standaard invulformulier beschikbaar. Voor grotere projecten is een uitgebreider mobiliteitsplan nodig. Hiermee stimuleren we ontwikkelaars om vooraf goed na te denken over het functioneren van mobiliteitsoplossingen, of dat nou een ouderwetse parkeerkelder is, een enkele deelauto, of een volledig MaaS-concept, en zorgen we ook dat afspraken helder en transparant worden vastgelegd. Tot 1 februari kon iedereen reageren op de concept Parkeervisie en de uitwerkingsmodule Parkeernormen. Op dit moment verwerkt de gemeente alle reacties. Naar verwachting worden de Parkeervisie en module Parkeernormen voor de zomer ter besluitvorming voorgelegd aan de gemeenteraad.

EEFKE VERHEIJ, beleidsadviseur gemeente Utrecht

This article is from: