5 minute read

1.3 Gasthuis - Sint Joseph Ziekenhuis

Next Article
Literatuurlijst

Literatuurlijst

1.3 Gasthuis - Sint Joseph Ziekenhuis Het ziekenhuis als paradepaardje van de kloostercongregatie is tussen 1910 en 2013 gegroeid van lokaal gasthuis naar volwaardig ziekenhuis. Zoals hiervoor uitgelicht heeft het daardoor allerlei verbouwingen en uitbreidingen ondervonden. Deze zijn tot het eind grotendeels nog zichtbaar gebleven in het gebouw. Middels historische foto’s en archief tekeningen zijn deze te herkennen in het gebouw. Zo is er door de jaren heen een gebouw ontstaan middels een ware mengelmoes aan bouwmethoden. Daarnaast moest het ziekenhuis voortdurend worden vernieuwd aan de hand van de laatste technieken en apparatuur, met name in deze periode. Een periode waarin deze technologische ontwikkeling ontzettend snel ging. Deze vraagstukken zijn meerdere keren middels tijdelijke bouwwerken opgelost.

Wat herkenbaar is in de archiefstukken is de overgang van metselwerk/hout, naar metselwerk/ beton, naar volledig beton. Waardoor je in de hoofd draagconstructie een brei krijgt aan bouwtechnische aansluitingen en oplossingen.

In de plattegrond is het duidelijk herkenbaar aan de stramienmaat van de constructie. Zo is de stramienmaat in een (ziekenhuis) vleugel uit de jaren ‘50 erg fijn van structuur. Deze komt uit een tijd waarin kostenefficiënt gebouwd werd vanwege de grote schaarste. Met licht uitgevoerde kolommen en liggers die vaak maar meters uit elkaar staan. Veel afwijkende maten die precies afgestemd zijn op de dragende functie, waardoor er zo weinig mogelijk beton nodig was.

De betonconstructie die zon 30 jaar later werd gebouwd, uit de jaren ‘80, ziet er heel anders uit. Herkenbaar aan de forse afmeting van de kolommen en liggers, zonder afwijkende maten. Met een veel grotere stramienmaat. Zo ontstaat er meer flexibiliteit en door veelal dezelfde afmetingen kon er sneller worden gebouwd. Daarnaast zijn er meerdere aan- en opbouwen geplaatst in staal. Die vrijwel allemaal als tijdelijke oplossing, of voor techniek bedacht waren. Vaak bleken deze tijdelijke oplossingen toch definitief te worden door ze te laten staan.

Beeld: Archief gemeente Meierijstad

Uitbreiding 1935

Uitbreiding 1955

Beeld: BHIC, foto voorzijde ziekenhuis na twee grote uitbreidingen

Beeld: BHIC, foto ten tijde van de uitbreiding in de jaren ‘50

Verbouwing hoofdentree, ca 1980. Mix tussen metselwerk en beton

Uitbreiding in de jaren ‘50, volledig in beton met een zeer fijne en herkenbare beukmaat.

Vernieuwbouw eind jaren 80, grove beukmaat in beton

Originele uitbreiding van 1935, veelal metselwerk

Keukengebouw ca. 1975, Lichtgewicht gebouwd middels staal

Wat opvalt aan het gebouw, en wat duidelijk wordt na een analyse van de archiefstukken, is dat de betonconstructie als leidraad geldt voor toekomstige uitbreidingen. De originele vleugel uit de jaren ‘30 is met name van metselwerk en is veelal aangepast aan de latere uitbreidingen. Zo zijn de vleugels die in de jaren ‘50 zijn gebouwd ook al meerdere keren intern en cosmetisch verbouwd, maar hiervan blijft de betonnen draagstructuur overeind. Hetzelfde gebeurt in de vleugels uit de jaren ‘80. Terwijl veel van de metselwerk en stalen aan- en uitbouwen zijn vervangen, gesloopt of aangepast, blijft de betonconstructie als een rode draad door de geschiedenis van dit gebouw overeind.

Dit principe is natuurlijk niet vreemd, doordat een betonnen geraamte flexibeler van opzet is dan metselwerk wanden en dus gemakkelijker is aan te passen in de ontwikkeling van het ziekenhuis. De gehele ontwikkeling van dit ziekenhuis is in die zin niet vreemd of uniek, omdat dit hand in hand gaat met de bouwmethode van de tijd. En daarnaast het beoogde gebruik van het gebouw. Begonnen als een kleinschalig gasthuis voor de armere mensen die geen thuiszorg konden betalen, tot aan regionaal ziekenhuis die (specialistische) zorg bood voor iedereen. Begonnen met metselwerk wanden en een houten dak in de jaren ‘20 van de vorige eeuw, tot aan gigantische betonconstructies 65 jaar later. Het is een logische ontwikkeling die in veel bouwwerken terug te vinden zijn.

Echter vormt dit relatief jonge betonskelet door zijn flexibiliteit en duurzaamheid een rode draad die zichtbaar en tastbaar blijft door de tijd. Hoe de externe of interne ontwikkeling ook plaatsvond in het ziekenhuis, dit betonskelet bleef hetzelfde. Er liepen mensen doorheen in 1955 en maar 60 jaar later nog steeds. Een fysieke herinnering of wel een drager van die tijd.

Als we verder gaan kijken en op zoek gaan naar uitsluitend betonconstructies in het gebouw. Blijven de vleugels uit de jaren ‘50 en ‘80 over als zijnde geheel gebouwd in beton. Hier zijn vervolgens allerlei constructies op, onder en tegenaan gemetseld. Hiernaast is op de bovenste afbeelding het volledige ziekenhuis in 3D weergegeven. In de afbeelding daaronder is het complete betonskelet gefilterd en weergeven in dezelfde massa.

Deze drager heeft een aantal kenmerkende aspecten die als uitgangspunt gaan gelden voor het ontwerp. Zo ligt het qua tijdlijn in chronologische volgorde met de ontwikkeling van het klooster en haar bijgebouwen, zoals de zusterschool, de meisjesschool, de dienstwoning etc. die in de jaren ervoor gerealiseerd werden. En dit is zichtbaar in het skelet van het gebouw.

Het volgroeide ziekenhuis bestond uit een tijdgeest van 4 perioden (zie ook hiernaast): 1. De oorspronkelijke bebouwing, voornamelijk uit metselwerk en houten constructies (1910-1940) 2. De enorme uitbreiding uit de jaren ‘50, uitgevoerd in beton herkenbaar in gevel en plattegrond 3. De vernieuwbouw uit de jaren 80, met tevens haar herkenbare structuren 4. De cosmetische ingreep uit begin jaren ‘90, dat het ziekenhuis enigszins 1 gebouw liet worden.

Deze laatste cosmetische ingreep heeft voor samenhang gezorgd voor het exterieur, waardoor het gebouw enigszins als 1 voelde en oogde. Maar de constructieve drager bleef uiteraard exact hetzelfde. Deze constructieve drager vormt een cultuurhistorische drager als zijnde de enige constante in de tijdlijn van het ziekenhuis. De tastbare herinnering aan de historische ontwikkeling van dit ziekenhuis en deze plek.

Als het ziekenhuis gesloopt zou worden met uitzondering van het betonskelet zou het kenmerkende skelet direct een visueel, maar ook fysiek tastbaar ‘monument’ worden voor de historie en ontwikkeling van deze plek. En dat is wat het uniek maakt.

Beelden rechts: Archief gemeente Meierijstad, plattegrond ziekenhuis (1995) Fotos rechts: Eigen foto’s

3

2 4

1

This article is from: