2 minute read
Methode: Digital Humanities
Digitale middelen en methoden kunnen steeds makkelijker en effectiever worden ingezet ter ondersteuning van het onderzoek naar het slavernijverleden en zijn doorwerkingen. Het gaat daarbij over de mensen die het betreft en hun locaties, relaties, structuren en bewegingen. De eerste grote digitale stappen die in de afgelopen vijftien tot twintig jaar zijn gezet op dit gebied maakten deel uit van overzichtelijke projecten die bestaande registraties met betrekking tot slavenhandel en slavernij verwerkten tot digitaal onderzoeksmateriaal. Bekende voorbeelden zijn het in kaart brengen van sporen van slavernij op stedelijk niveau (mappingslavery.nl), het verwerken van scheepsregisters in grote databases (slavevoyages.org) en het digitaliseren en ontsluiten van slavernijregisters van Suriname en Curaçao (ru.nl/slavenregisters/).
Deze en soortgelijke projecten hebben hun bruikbaarheid voor een groot publiek bewezen, maar confronteren ons ook met een belangrijk aandachtspunt. Het complexe systeem dat slavernij en kolonialisme was wordt in een digitale omgeving teruggebracht tot een ogenschijnlijk ordelijk geheel. Een belangrijke uitdaging voor onderzoek en onderwijs op dit gebied ligt in het adresseren van de complexiteit achter die (ogenschijnlijke) orde. In een gezamenlijke digitale werk- en studieomgeving kunnen zienswijzen en gewoontes blootgelegd worden. Dat is van belang, want die hebben lange tijd de verhoudingen in de samenleving bepaald en hebben de doorwerking van ongelijkheid gefaciliteerd. Ook is de toevoeging van nog ongehoorde stemmen aan het digitale archief een essentieel onderdeel van inclusief onderzoek. Dat kan bijvoorbeeld door het verwerven en digitaal beschikbaar maken van oral history-opnames of egodocumenten uit privécollecties.
Innovatieve onderzoeksmogelijkheden op het gebied van genealogie zijn niet alleen essentieel voor onderzoekers, ze kunnen ook bijdragen aan het verbeteren van welzijn en heling van nazaten, doordat die eindelijk inzicht krijgen in hun herkomst en wat gebeurd is met voorouders. Onderzoek naar de doorwerking van het slavernijverleden gaat dan ook over inzicht in en theorievorming over de ervaringen van mensen op het vlak van bijvoorbeeld arbeid, familie, gezondheid, religie en geweld. Digitale technologie kan daarbij van betekenis zijn. Wanneer de onderzoeker de beschikking heeft over omvangrijke tekstuele bronnen kunnen nieuwe digitale methoden het proces van dataverwerking en data-analyse aanzienlijk bespoedigen, verbeteren en verrijken. In platforms voor text- and data-mining (TDM) kunnen op een gebruiksvriendelijke wijze analyses worden uitgevoerd in omvangrijke (corpora) datasets. Een voorbeeld hiervan is ianalyzer.hum.uu.nl, waarin het krantenbestand van Delpher is toegevoegd voor onderzoek. Met gebruikmaking van software voor ‘topic modeling’ kunnen verborgen thematische structuren en verbanden in grote hoeveelheden tekst worden ontdekt. Ook kan moderne software analyses uitvoeren die zijn gericht op chronologie (‘time stamps’) of andere raakpunten en verbanden. Deze manieren van onderzoek bevorderen een beter begrip van situaties en verbanden.
De op een breed publiek gerichte vorm van Digital Humanities is niet per definitie heel ingewikkeld. Met een zorgvuldige verwerking van data in Excel of met behulp van online tools voor het maken van een kaart of een tijdlijn kan iedereen gemakkelijk een interessante visualisatie maken.
Ook zijn er platforms die een gratis webomgeving met database bieden waarin onderzoekers hun collecties en projecten kosteloos kunnen delen. Een voorbeeld is het Brits-Caribische project Digital Grainger waarin iedereen informatie en verwijzingen (annotaties) aan een koloniale tekst kan toevoegen door gebruikmaking van de tool Hypothes.is
Dergelijke werkwijzen in onderwijs, wetenschap en de culturele sector kunnen een groot verschil maken in het begrijpen en bespreken van het verleden. Juist voor onderzoek naar het Nederlands koloniaal verleden en slavernijverleden zijn er uitdagingen. Veel belangrijke corpora zijn nog niet digitaal beschikbaar en kunnen dus ook niet toegevoegd worden aan TDM-platforms. Systemen en softwareproducten voor grootschalige analyses zijn bovendien veelal nog niet in staat minder bekende talen en handschriften, zoals Papiaments, Sranantongo en talen van Zuidoost-Azië te lezen. Voor grootschalig inclusief historisch onderzoek naar de doorwerking van slavernijverleden is dit essentieel.
Margo Groenewoud (1968) is een sociaal historicus gespecialiseerd in de twintigste-eeuwse Nederlandse Cariben.
TomvanderGeugten (1952) voltooide zijn studie geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij was docent in het voortgezet onderwijs en hogeschooldocent aan de Hogeschool van Amsterdam en Fontys Lerarenopleiding Tilburg. Daarnaast was hij auteur van geschiedenisschoolboeken.
Tom van der Geugten