Merged lr juni 5 2016

Page 1


de Architect

“Dankzij biobased materialen komen we los van langcyclische fossiele grondstoffen en kunnen we kortcyclische natuurlijke grondstoffen toepassen� - P 082

de Architect, juni 2016 | 3


Redactioneel

Spil in circulair bouwen Architect als bouwmeester 2.0 Afgelopen maand werd de ondergrondse parkeergarage in Katwijk aan Zee tot bna Beste Gebouw van het Jaar 2016 verkozen. Dit ingenieurswerk waarvoor Royal Haskoning dhv terecht alle eer krijgt toegezwaaid, bouwt voort op een ontwerp van Okra Landschapsarchitecten voor het duinlandschap. Het gebouw krijgt de prijs echter niet vanwege zijn architectonische betekenis, maar vanwege de vele discussies die het zou aanstippen: over de identiteit van een badplaats, de inrichting van de kust en de omgang met het water. Over de manier waarop het is gebouwd, wordt door de jury zelfs totaal gezwegen. Onlangs kreeg ik de projectgegevens van een zestal transformatieprojecten op mijn bureau. Bestudering van deze lijsten maakt duidelijk dat veel architecten zich een beperkte verantwoordelijkheid laten opdringen voor de materialisatie van hun ontwerpen. Veel verder dan de gevel gaat het in veel gevallen niet. Zij staan op het punt uit het bouwproces te verdwijnen en maken alleen nog hun opwachting in de vo/do-fase. Dat is een zorgelijke ontwikkeling te noemen. Immers een architectuur die zich niet op een of andere manier tot het bouwen verhoudt, is in de nieuwe, circulaire economie ten dode opgeschreven. Circulaire gebouwen bestaan uit verschillende componenten met een uiteenlopende levensduur. Deze dienen zo te worden ontworpen dat het meervoudig hergebruik van de grondstoffen aansluit op de bedrijfsmodellen van de toeleveranciers. Ook dient het te passen binnen de randvoorwaarden die de businesscase van een gebouw oplegt. Met het ontwerpen van een milieuvriendelijk gebouw kom je er dan ook niet meer. Niet meer ‘design out waste’ staat centraal maar ‘design dynamic multicyclic behaving buildings’. Dit gevoegd bij de coördinatie tijdens de gehele cyclus en het contractmanagement, maakt de architect opnieuw tot een spil in het bouwproces. Harm Tilman

Tiny Tim. Beeld Harm Tilman

4 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 5


Redactioneel

Spil in circulair bouwen Architect als bouwmeester 2.0 Afgelopen maand werd de ondergrondse parkeergarage in Katwijk aan Zee tot bna Beste Gebouw van het Jaar 2016 verkozen. Dit ingenieurswerk waarvoor Royal Haskoning dhv terecht alle eer krijgt toegezwaaid, bouwt voort op een ontwerp van Okra Landschapsarchitecten voor het duinlandschap. Het gebouw krijgt de prijs echter niet vanwege zijn architectonische betekenis, maar vanwege de vele discussies die het zou aanstippen: over de identiteit van een badplaats, de inrichting van de kust en de omgang met het water. Over de manier waarop het is gebouwd, wordt door de jury zelfs totaal gezwegen. Onlangs kreeg ik de projectgegevens van een zestal transformatieprojecten op mijn bureau. Bestudering van deze lijsten maakt duidelijk dat veel architecten zich een beperkte verantwoordelijkheid laten opdringen voor de materialisatie van hun ontwerpen. Veel verder dan de gevel gaat het in veel gevallen niet. Zij staan op het punt uit het bouwproces te verdwijnen en maken alleen nog hun opwachting in de vo/do-fase. Dat is een zorgelijke ontwikkeling te noemen. Immers een architectuur die zich niet op een of andere manier tot het bouwen verhoudt, is in de nieuwe, circulaire economie ten dode opgeschreven. Circulaire gebouwen bestaan uit verschillende componenten met een uiteenlopende levensduur. Deze dienen zo te worden ontworpen dat het meervoudig hergebruik van de grondstoffen aansluit op de bedrijfsmodellen van de toeleveranciers. Ook dient het te passen binnen de randvoorwaarden die de businesscase van een gebouw oplegt. Met het ontwerpen van een milieuvriendelijk gebouw kom je er dan ook niet meer. Niet meer ‘design out waste’ staat centraal maar ‘design dynamic multicyclic behaving buildings’. Dit gevoegd bij de coördinatie tijdens de gehele cyclus en het contractmanagement, maakt de architect opnieuw tot een spil in het bouwproces. Harm Tilman

Tiny Tim. Beeld Harm Tilman

4 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 5


DUCO at SCHOOL

Natuurlijk ventileren staat voor beter studeren!

Elzendaalcollege, Boxmeer (NL)

Natuurlijke basisventilatie is het fundament van dit totaalconcept voor een gezonde leeromgeving. Dankzij de toepassing van DucoTwin 120 ‘ZR’ CAP wordt er niet enkel op natuurlijke wijze verse lucht toegevoerd. Het ventilatierooster met geïntegreerde zonwering, gemonteerd op een uitvalarm, gaat eveneens de opwarming van het Bekijk ‘Frisse Scholen’ film op www.duco.tv

We inspire at www.duco.eu

schoolgebouw tegen tijdens de warme maanden.


20–23 September 2016

Geïnspireerd door glas Pure inspiratie! De toonaangevende vakbeurs glasstec presenteert visies en oplossingen voor ontwerp en bouw in bestaande constructies. Gebruik de branchegids op de website van glasstec met alle aanbiedingen voor uw branche. Zo bereidt u zich optimaal voor op uw beursbezoek.

Informatie in Nederland: Fairwise bv Verlengde Tolweg 2a – 2517 JV Den Haag Tel. +31 (0) 70 350 1100 info@fairwise.nl

www.glasstec.de/architectureconstruction

www.fairwise.nl

glt1602_A1_200x130_NL.indd 1

02.05.16 16:33

Marges in bouw structureel te laag! Prijsvechten toont wurggreep duikgedrag aan Prijsvechten is bedoeld voor bouwprofessionals en iedereen die geïntrigeerd is door het fenomeen dat bouwprojecten moeizaam verlopen en zo uit de klauwen lopen, steeds weer. Wat gaat er mis? Dit boek ontrafelt hoe het zover heeft kunnen komen en hoe het anders zou kunnen. Met veel praktische voorbeelden van projecten, die wel of juist niet succesvol verlopen.

“Wie flinke honger heeft, is minder kieskeurig” Rob van Wingerden, bestuursvoorzitter BAM “We drinken altijd op de verkeerde momenten champagne” Patrick Buck, directeur Projecten ProRail “Oud denken botst met nieuw denken” Louis Camps, directeur Woudenberg Auteur Ingrid Koenen Prijs: ¤ 19,95 Inclusief BTW en verzendkosten. Isbn: 9789462451605

Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.bimmedia.nl/prijsvechten 103636_Prijsvechten 185x132.indd 1

11/3/2015 11:23:54 AM


Transformeer jij ook als ondernemende architect?

Hier staan binnenkort 150 ondernemende architecten de Meelfabriek, fotograaf, Pieter Helms

Op 23.06.2016 Locatie De Meelfabriek te Leiden

Met wie maak je kennis die dag? Robert Winkel oprichter/eigenaar van Mei Architects and Planners Tom Frantzen, de architect van Patch22 Ab van der Wiel, projectontwikkelaar De Meelfabriek en met nog veel meer experts!

Kijk op dearchitectbusinesslab.nl en reserveer snel je plek voor deze unieke dag!

ilt

i.p.v. € 49,-

u c Be ont l e m , Iw nt p 06 edi an art a V 10 ad er ner 9 vi bu w 34 se rg or 3 ur - de 38 n?

Prijs voor abonnees € 25,-

W

Thema’s • Jouw positie als architect versterken in de markt • Transformeren, hoe doe je dat als ondernemende architect? • Wil je weten hoe een opdrachtgever een architect kiest? • En verder wordt er genoeg gesproken over BIM, automatisering en techniek in 2016


ARC16

ARC16

Ruimte voor vernieuwing

Ding mee naar de ARC16 Awards! Naast de vertrouwde Architectuur en Interieur Awards, kun je inschrijven voor de Detail, Meubel en Innovatie Award. Je ontwerp is gemaakt of opgeleverd tussen 1 augustus 2015 en 31 juli 2016. Je werk wordt beoordeeld door een vakkundige jury. De winnaars worden bekendgemaakt tijdens de feestelijke prijsuitreiking op donderdag 17 november 2016. Houd de ontwikkelingen in de gaten op www.arc-awards.nl. Op deze

AR C1 6

website vind je informatie over alle prijzen.

ARC16 INTERIEUR Award

ARC16 DETAIL Award

ARC16 ARCHITECTUUR Award

Een initiatief van PLAN@OffiCE en de Architect

Een initiatief van KUBUS en de Architect

Een initiatief van GIRA en de Architect

Deze prijs wordt uitgereikt aan een in Nederland of

Goede detaillering draagt bij aan de esthetiek en de

De ARC16 Architectuur Award wordt toegekend aan

België gerealiseerd interieurproject dat zich onder-

functionaliteit van een gebouw en is daarmee mede

recent gerealiseerde projecten die hoge prestaties

scheidt door een geslaagde synthese van gebruik,

bepalend voor de ervaring en de waardering ervan.

op het gebied van duurzaamheid in de ruimste zin

techniek en esthetiek. Doel van ARC16 Interieur is het

De ARC16 Detail Award bekroont architectonisch

van het woord op innovatieve wijze combineren met

versterken van een professionele en vernieuwende

uitdagende, reeds voltooide projecten die zich onder-

een verrassende architectuur. Doel van de prijs is

interieurdiscipline. Bij de beoordeling let de jury op

scheiden door innovatieve details in een samenhan-

duurzaamheid te promoten als integraal onderdeel

opgave, aanpak, samenwerking met andere discipli-

gend totaal concept. Het doel van de prijs is het maat-

van het ontwerp. De prijs wordt dit jaar voor de vierde

nes en eindresultaat.

schappelijke belang van architectuur belichten, de rol

maal uitgereikt.

van architectuur in het publieke leven versterken en de contacten tussen architecten, toeleveranciers en opdrachtgevers stimuleren.

ARC16 INNOVATIE Award

ARC16 OEUVRE Award

ARC16 MEUBEL Award

Een initiatief van Desso en de Architect

Een initiatief van de Architect

Een initiatief van de Architect

Experiment en vernieuwing kenmerken de

De ARC16 Oeuvre Award wordt door de redactie van

Deze prijs is bestemd voor meubelontwerpen in

Nederlandse architectuur. Zij heeft het vermogen

de Architect jaarlijks toegekend aan een persoon

de werkomgeving en wordt dit jaar voor de tweede

zich iedere keer succesvol aan te passen aan de

die een blijvende en vernieuwende bijdrage heeft

maal uitgereikt. Doel van ARC16 Meubel Award is het

nieuwe realiteit. Met de ARC16 Innovatie willen de

geleverd aan de verbetering van de gebouwde

aanmoedigen van innovatie in meubelontwerp en

uitschrijvers veelbelovende ideeën stimuleren die

omgeving. Voor de prijs komen naast architecten,

het stimuleren van het maken van meubels voor de

vernieuwend èn haalbaar zijn en die relevant zijn

interieurarchitecten en designers, ook wetenschap-

werkomgeving. Belangrijke criteria liggen op het vlak

voor de opgave van transformatie en herbestem-

pers en opdrachtgevers in aanmerking.

van functionaliteit, vernieuwing, duurzaamheid en

ming. Doel van de prijs is het versterken van het

esthetiek. Industriële uitvoerbaarheid van het meubel

draagvlak onder innovatie en het stimuleren van

is een andere belangrijke voorwaarde. Genomineerde

vernieuwende projecten. Criteria voor de ARC16

inzendingen kunnen in aanmerking komen voor

Innovatie Award zijn creativiteit, functionaliteit en

productie.

toekomstbestendigheid.


VERTEL UW VERHAAL Bouwen is netwerken. Daar weet u als ondernemer alles van. Hoe bereikt u die ene grote klant? Die woningcorporatie of gemeente waar een aanbesteding in de lucht hangt? Voor dit nieuws is de Cobouw site volledig vernieuwd. We zijn hierdoor actueler dan ooit. Maar ook met verdiepende kennisartikelen. Wat u de kans biedt om uw unieke verhaal te vertellen. En zo uw bedrijf onder de aandacht te brengen bij uw prospects. Met een artikel, een white paper, een video of een blog? Het kan allemaal. Zo levert communicatie via Cobouw.nl u direct leads op. Meer weten? Neem dan contact met ons op via Angela Pasutto, a.pasutto@bimmedia.nl of via 070 - 304 69 11.


SPA SOESTERBERG onze keerwanden vormen een 100% biologisch gezuiverde buitenzwemvijver

WWW.KEERWAND.NL

Onze stille kracht Bouwen. Daar ligt onze passie. Van niets iets maken. Samen werken aan projecten waar men dagelijks mee in aanraking komt. Soms bewust, maar meestal onbewust. Dรกt is onze stille kracht. Glad afgewerkte keerwanden van de hoogste kwaliteit. U krijgt ze direct uit voorraad geleverd met 15 jaar fabrieksgarantie. Neem contact op voor een vrijblijvend 3D-ontwerp. Uw bouwproject krijgt de aandacht die het verdient, van plan tot en met plaatsing. Dรกt is complete ontzorging.

Wesselseweg 132 3774 RL Kootwijkerbroek

T 0342-441050

E info@keerwand.nl


GEVEL INNOVATIE.

Tankstation Texaco, Nijkerk

Duurzaamheid, praktische en snelle montage en een blijvende mooie uitstraling. Het zijn vaak belangrijke criteria in de keuze voor een geveloplossing. Het Derako massief houten gevelsysteem heeft

als

geventileerde

voorzetgevel

een

unieke

montage

waardoor het systeem niet alleen uiterst nauwkeurig en snel te monteren is, maar er ook voor zorgt dat de massief houten of bamboe lamellen niet beschadigd raken. Door de Derako Cradle to Cradle werkmethode en het toegepaste massief hout (ook als FSC of PEFC gecertificeerd) is het systeem uiterst duurzaam en kan waar nodig bijdragen aan het verkrijgen van credits binnen BREEAM en LEED. Voor meer inspiratie bezoekt u onze website. De adviseurs van Derako denken graag met u mee.

www.derako.com

Solid Wood Systems


Werk productiever door slimme technologie Ahrend Smart Working Services zijn innovatieve oplossingen die bijdragen aan het welzijn en de productiviteit van mensen. Eén van de innovaties is de Ahrend Smart Working App, een app die u o.a. helpt bij het vinden van collega's en beschikbare werkplekken. Een werkplek die weet dat jij er bent

basis van zogenaamde beacon technologie. De Ahrend

Veel

gerelateerde

PuK, geïntegreerd in het werkblad, bevat deze technologie.

werkomgevingen, echter is het niet altijd duidelijk wie waar

Zodra een medewerker zijn smartphone op een PuK plaatst,

zit of welke geschikte werkplek vrij is. De Ahrend Smart

krijgt deze via de app automatisch de melding dat hij/zij is

Working App helpt u hierbij en geeft de werknemer realtime

ingecheckt. Eenmaal ingecheckt, kunnen collega’s zien waar

inzicht in de beschikbare werkplekken. De app werkt op

de medewerker zich bevindt. Samenwerken wordt zo weer een

organisaties

kiezen

voor

activiteit

stuk gemakkelijker. De smartphone laadt via de PuK bovendien draadloos op, zodat je nooit meer met een lege batterij zit!

Sleutel tot optimalisatie De service biedt de facility manager een maandelijks dashboard met gebruik van werk-, vergader- en concentratieplekken. Hierdoor kan men beter managen op energiegebruik, schoonmaak en onderhoud en kan men het meubilair in het kantoor aanpassen naar het gebruik.

ahrend.com/smartworkingapp


Solid impressions Mosa.

Mosa Solids. Een speciaal ontworpen collectie waarin functionaliteit en kracht gecombineerd worden met de kwaliteit, elegantie en de natuurlijke look waar de Mosa-producten zo beroemd om zijn. Dankzij de duurzame en praktische eigenschappen kan Mosa Solids in veel verschillende ruimtes worden toegepast, bijvoorbeeld in winkels, stations, ziekenhuizen en scholen. Mosa Solids is verkrijgbaar in 12 kleuren met speciaal gemaakte kleurgradaties en texturen, waardoor de voegen tussen de tegels zo klein mogelijk worden en er een perfecte keramische huid ontstaat. De tegels zijn beschikbaar in diverse formaten, inclusief tegels van 60 x 60 cm; een maat die perfect past bij de veelzijdigheid, de duurzaamheid en de kosteneffectiviteit van deze tegel. www.mosa.nl/solids


Ahrend InnovationLAB verenigt technologie en circulariteit medewerkers. Het (onzichtbaar) verwerken van nieuwe technologieën in functionele ontwerpen draagt daaraan bij. Door meubelen zowel hoogwaardig als slim te maken, krijgen ze een langere gebruiksduur en kunnen onderdelen hergebruikt worden. We ambiëren zelfs dat onze meubelen meerdere levenscycli kennen. En dan bij voorkeur in dezelfde functie, omdat er zo weinig energie verloren gaat en de milieuwinst het grootst is.” Die filosofie is terug te vinden in alle kantoormeubelen van Ahrend. “Behalve dat onderdelen separaat te vervangen zijn, voorzien wij onze stoelen en bureaus van QR-codes. Achter die code gaat het biologische paspoort verscholen, zodat in de toekomst de herkomst van de materialen te achterhalen is. Bovendien kunnen we daardoor nu veel effectiever omgaan met servicevragen, omdat we precies weten welk meubel het betreft.”

Slimme oplossingen Een andere trend is de integratie van slimme oplossingen in meubelen. “We ontwikkelden een tafel die communiceert met de smartphone middels een digitaal ergonomisch paspoort. Dat maakt het mogelijk om het licht, de hoogte en de temperatuur van het werkblad in te stellen én de tafel en omgeving eenvoudig aan te passen aan eisen van de gebruiker.” Maar ook in stoelen zijn slimme oplossingen te verwerken. “Door een chip te integreren wordt op een centraal dashboard of op de smartphone zichtbaar welke plekken bezet zijn. In grote kantoren met flexplekken - zoals open kantoortuinen en universiteitsbibliotheken - is dat erg

handig. Een bijkomend voordeel is dat als bekend is welke plaatsen het vaakst bezet zijn, de stoelen tijdig gewisseld kunnen worden, zodat de slijtage gelijkmatig is, onderhoud zo lang mogelijk wordt uitgesteld en de levenscyclus wordt verlengd.”

Een dashboard die de beschikbaarheid van werkplekken toont of een bureau waar je een smartphone op legt en die de temperatuur, het licht en de hoogte zelf instelt op basis van een ergonomisch digitaal paspoort. Deze en andere nieuwe technologische ontwikkelingen toont Ahrend in het onlangs geopende InnovationLAB in Sint Oedenrode. De kantoorinrichter creëerde een hotspot waar technologie, ontwerp en circulariteit samenkomen in een omgeving die architecten en gebruikers uitdaagt om na te denken over de inrichting van de werkplek. “Veel innovaties hebben tegenwoordig betrekking op de integratie van techniek ten behoeve van de productiviteit, gezondheid en duurzaamheid. Daar komt bij dat onze wereld snel verandert waardoor bedrijven zichzelf steeds opnieuw moeten uitvinden. Nieuwe bedrijfsprocessen en andere samenstellingen van teams vragen om een flexibele werkomgeving. Al deze aspecten hebben invloed op de inrichting. Een kantoor moet voldoen aan steeds veranderende eisen, snel aangepast kunnen worden én slim zijn”, vertelt Arnold Struik, Concept & Design Director bij Ahrend. Om dat mogelijk te maken, ontwikkelt de kantoorinrichter steeds meer meubels die modulair zijn opgebouwd. “De Flexbox is daar

een voorbeeld van. Niet alleen kan hij in bijna iedere ruimte neergezet worden zodat er een ruimte-in-een-ruimte ontstaat, het is ook mogelijk om in één middag de box te verhuizen of zelfs te resizen. Bovendien biedt hij akoestisch comfort en is hij in veel stoffen leverbaar.”

Tijdloos design “Een mooi design is de basis van toekomstbestendigheid en circulariteit. Als meubels goed zijn gemaakt, willen mensen ze langer gebruiken en gaan ze langer mee”, vervolgt hij. “Daarnaast moet een werkomgeving functioneel zijn en bijdragen aan de productiviteit en gezondheid van

foto’s: Stijn Poelstra www.ahrend.com

www.ahrend.com


Revolutionair Spectaculair Modulair

Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat

VELUX

BIM-objecten

VELUX helpt u met gratis AutoCAD-tool en BIM-modellen VELUX modulaire lichtstraten zijn gebaseerd op een 100% modulair concept dat uitvoerige werkvoorbereiding compleet overbodig maakt. Daarbij biedt VELUX u simpele, bondige CAD-tools waarmee u snel nauwkeurige en visueel aantrekkelijke tekeningen en presentaties creĂŤert. Met andere woorden, wij hebben de lichtstraat gecompleteerd, zodat u verder kunt met uw project.

Snel, makkelijk en nauwkeurig

Download onze gratis CAD en BIM objecten: www.modulairelichtstraten.velux.nl


In één keer extra marketingkracht in huis. De eerste zijwaarts openschuivende zonwering

Slidefix® • Ideaal voor grote schuiframen en hoekschuiframen • Windvast tot 90 km/u in gesloten toestand • Onzichtbaar in te werken in de bouwschil • Grote afmetingen: tot 4 m B x 3 m H per zijelement

NBD-Online.nl Bouwen aan uw verkoopkracht.

Op NBD-Online.nl pakt u de voorsprong op uw concurrenten en krijgt u de aandacht die u verdient. Ons marketingplatform zorgt voor een goede vindbaarheid en verbindt klanten rechtstreeks met u door. Op deze manier versterkt NBD-Online.nl uw marketing. Bekijk welk pakket u helpt om uw doelstellingen te behalen op NBD-Online.nl/deelnemen.

www.renson.nl


A Gen Maar Landgraaf g - Architect: HVN Architecten BV Maastricht

=VZ 4L[HHS TVKLSSPQU Q


2

Inhoud

Essays

Circulaire economie Na ‘People Planet Profit’, ‘Cradle to Cradle’ en ‘nul op de meter’ is het nieuwe mantra voor de duurzame bouwsector ‘circulair bouwen’. Daarbij moeten ontwerpers werken met duurzame materialen en tegelijkertijd oog hebben voor de erfenis van recyclebare producten voor toekomstige generaties. De technische en biologische cirkels worden zo gesloten. In een interview vertelt architect Daan Bruggink, sinds kort voorzitter van de adviesgroep nieuwbouw en renovatie van breeam nl, over zijn streven om vanaf het begin van een opgave met alle betrokken partijen aan tafel te gaan. Samenwerking en horizontaliteit zijn volgens hem kernbegrippen in de circulaire economie.

Ontwerp van dynamische gebouwen Circulaire economie fundament voor bouwmeester 2.0 - P 028 De stap naar circulair ontwerpen Drie bedrijven over de architect in de circulaire economie - P 034

Redactioneel P 004

3

Ontmoeting

Stadskantoor Venlo

Colofon P 011 Scope P 014 Essays P 028 Ontmoeting P 038 Spotlight P 052 Issues P 070 Helden P 082 Producten P 086 Service P 100 Mijn huis P 103

Stadskantoor Venlo Gesloten kringlopen en de mens centraal - P 038

4

Spotlight

Circulair wonen

Timber Independent Mobile FARO Architecten - P 052 Loft House I in Buiksloterham, Amsterdam Marc Koehler Architects - P 058 Cityplot Buiksloterham in Amsterdam studioninedots & delva Landscape Architects - P 064 de Architect, juni 2016 | 7


5

Inhoud

Issues

Wat komt kijken bij circulair bouwen

Het gebouw als product - P 070 Een kas op het dak - P 072 Gebouw als materialenbank - P 074 Verder denken dan de oplevering - P 076 Energiezuinig ontwerpen - P 078

1

Helden

Daan Bruggink

Cover Daan Bruggink Foto Maarten Kools

“Iedereen wil hetzelfde. Je hoeft dus niet tegenover elkaar te staan� Interview met Daan Bruggink - P 082

Producten

Daken en gevels

Uitgelicht Robot aan de basis van theatrale vormgeving - P 086 Spelen met licht - P 088 Schelpen slaan water op - P 090 Massief en licht - P 092 Van idee naar uitvoering - P 094 de Architect, juni 2016 | 9


Colofon

Juni 2016

Aan dit nummer werken mee Redactieadres Postbus 16262 2500 BG Den Haag Prinses Beatrixlaan 116 2595 AL Den Haag tel (070) 30 46775 architect@bimmedia.nl www.deArchitect.nl

Harm Tilman

Redactie

Nel Meeder

De Architect is een uitgave van BIM Media Postbus 16262 2500 BG Den Haag www.bimmedia.nl

Marieke Giele

is al veertig jaar bouwjournalist en werkte onder andere voor Land & Water, de Architect, Renovatie & Onderhoud, Cobouw en de laatste vijftien jaar als eindredacteur/ vakredacteur voor Vastgoedmarkt. Zij is nu freelancer en blijft zich verwonderen over bijzondere bouwzaken en -projecten.

Basisvormgeving Motif: Concept & Design Sake van den Brule Elke Kunneman

Hans de Jong

Hoofdredactie

Marianne Lahr Eindredactie

Sander Woertman

Redactie

Astrid de Wilde Redactie

Grafische vormgeving

Kathelijne Koster Uitgever

Oscar Vos

1979 Wageningen studeerde Bouwkunde in Delft, is architect-eigenaar van krft te Amsterdam. krft werkt aan bijzondere projecten als het nieuwe Singer theater in Laren en Vuurtoreneiland te Amsterdam. Samen met Kraaijvanger en Kokke zijn ze op de shortlist gekomen voor Museum Arnhem, de volgende uitdaging!

1950 Amsterdam

Fieke Grooters 1993 Wageningen

studeert af aan de tu Delft, master Architectuur, op het onderwerp circulaire economie. Ze onderzoekt wat het peloton van de architectenbranche van deze ontwikkelingen vindt en hoe ze hierop kunnen inspelen.

Matthijs Prins 1961 Papendrecht

is als universitair hoofddocent Design & Construction Management verbonden aan de tu Delft. In zijn onderzoek en onderwijs richt hij zich met name op ontwerpmanagement, ontwerpkwaliteit, aanbesteding – van ontwerpdiensten – en duurzaamheid (circulaire economie).

Filip Dujardin 1971 Gent (b)

werkt als architectuurfotograaf voor (inter)nationale architecten en uitgevers. Daarnaast maakt hij artistiek werk via digitale fotomontages van fictieve architectuur. Recentelijk wordt dit werk vertaald in drie dimensionale ruimtelijke installaties. In 2014 verscheen zijn eerste monografie Fictions.

Hans Peter Föllmi 1963 Haarlem

is zelfstandig architectuur- en landschapsfotograaf met een focus op duurzaamheid. Zijn thema’s zijn meestal gekozen vanuit een sociaalmaatschappelijk engagement met als terugkerende disciplines: openbare ruimte, cultureel erfgoed, energie, stedenbouw, natuur en milieu.

Elma Durmišević 1968 Sarajevo (ba)

is gepromoveerd op de tu Delft op ‘Transformable Building Structures & Desgn for Disassmebly’. Grondlegger van Labaratory for Green Transformable Buildings en oprichter van 4d Architects in Amsterdam. Leidt innovatieve pilotprojecten en eu-onderzoek van reversibel design groep.

de Architect, juni 2016 | 11


Nieuws

Scope

Tentoonstelling BAL! op Soestdijk

Paleis Soestdijk wacht al twaalf jaar op een nieuwe bestemming. Vanaf hun huwelijk in 1937 tot hun dood in 2004 bewoonden prinses Juliana en prins Bernhard dit paleis waarvan het oudste gedeelte in de zeventiende eeuw is gebouwd. Het is een paleis dat bij de oudere Nederlanders nog steeds veel herinneringen oproept. De defilés die de voltallige koninklijke familie op Koninginnedag afnam, de polonaise met het Nederlandse elftal van 1974, de wandelingen die je in de omgeving maakte, ze staan in ieders geheugen gegrift. Sinds 1971 is Paleis Soestdijk rijksbezit en op dit moment wordt hard nagedacht over de toekomst van dit vroegere onderkomen van de Oranjes. Om de jaarlijkse kosten van onderhoud terug te verdienen, zijn de afgelopen jaren in de weekeinden allerlei activiteiten in en rondom het paleis georganiseerd. Hardloopwedstrijden en popconcerten zijn echter evenementen die niet iedereen bij dit paleis vindt passen. Een meer koninklijke bestemming zou

op zijn plaats zijn. Op dit moment werken vier initiatiefnemers met plannen voor de toekomst van Soestdijk hun ideeën verder uit. In oktober van dit jaar beslist het RVB samen met gemeenten en provincie wie een bod mag uitbrengen. De plannen variëren van een botanische tuin tot een podium voor bedrijfsleven en handelsmissies. Ook worden voorstellen uitgewerkt voor een evenementen en horecabestemming en voor het paleis als huis van verleden en toekomst. Tot die tijd vindt op Paleis Soestdijk de grote zomermanifestatie bal! plaats. Op deze door Anne van der Zwaag samengestelde tentoonstelling plegen ruim veertig bekende en aanstormende architecten, ontwerpers en kunstenaar interventies in de vertrekken en tuinen van het paleis, die dateren uit verschillende perioden en die nog slechts voor een deel intact zijn. Alle exposanten is gevraagd zich te verhouden tot de bewoners en de geschiedenis van dit nationale erfgoed. Voor curator Anne van der Zwaag is steeds de vraag hoe je de geschiedenis kunt herladen en laten herleven op plekken waar niet meer zo

veel is te zien. Alle deelnemers aan bal! hebben een specifieke ruimte in het paleis of in de tuin tot hun beschikking gekregen, met daaraan gekoppeld een bijzondere geschiedenis, een heuglijke gebeurtenis of juist een persoonlijk verhaal. ‘Ik vind het belangrijk dat de ingrepen speels en aanwezig zijn, maar het hoeft allemaal niet zo letterlijk’, aldus curator Anne van der Zwaag. Aanvullend schrijft Dirk van Weelden een verhaal waarin interventies en gebeurtenissen met elkaar worden verbonden en samengesponnen. Dit balboekje wordt vormgegeven door KesselsKramer. De ontwerpers werken met wat ze aantreffen in de vertrekken en tuinen en zijn uitgedaagd hier hun eigen stempel op te drukken. Het zal fascinerend zijn te zien hoe de ruim veertig uitgenodigde ontwerpers en kunstenaars zullen omgaan met zowel de uitbundigheid als de soberheid die Paleis Soestdijk kenmerken. Een dualiteit die we kennen van meer buitenplaatsen waar nuttigheid en ontspanning worden gecombineerd. Waar kijken we het meest naar uit? Rolf Bruggink zal

de theesalon van Anna Paulowna (de vrouw van Willem II) die door koningin Emma is omgetoverd in een Empire Salon, onder handen nemen. In de zogenoemde Stuczaal, vol trompe l’oeil effecten, waar in de glorietijd van Soestdijk alle belangrijke ontvangsten en partijen werden gehouden, gaat Nynke Koster aan de slag. Na zijn glorieuze deelname aan de slag bij Waterloo kreeg Willem II het jachtslot cadeau. Zijn vrouw Anna Paulowna verbouwde de Waterloozaal tot monument voor zijn heldendaden. De jonge architect Ricky Rijkenberg krijgt deze zaal tot haar beschikking. Richard Hutten gaat de werkkamer van prinses Juliana opnieuw vormgeven. Een voor de hand liggende keuze aangezien deze werkkamer was ingericht met Gispen meubilair. Ook in de tuin staan enkele spannende interventies op het programma. Om er een paar te noemen, ontwerper Pieke Bergmans creëert een fontein in de Watertoren, en wel de oudste van Nederland, Driessens & Verstappen ontwerpen een nieuwe metaforische waterpartij. Sachi Miyachi bouwt een

eigentijds jachthuis waaruit je kunt uitkijken over paleis en tuinen. Fotografe Marleen Sleeuwits stelt in haar installatie het Franse perspectief centraal. En Krijn de Koning gaat een ballroom onder de rododendrons aanleggen. Bal! grijpt terug op oude tradities en de interventies waarin de leegte essentieel staat, vormen een maskerade met ‘tekens die gedecodeerd moeten worden’, zoals Roland Barthes schreef in L’Empire des signes. Op dit moment lijkt in Nederland alles in beweging te zijn. Gezien dit overheersende besef van tijdelijkheid komt de opening van Soestdijk met bal! als geroepen. Het biedt de Nederlandse ontwerpcultuur de mogelijkheid haar houding ten opzichte van de traditie opnieuw te bepalen.

Deelnemende kunstenaars Lonneke van der Palen, Joep van Lieshout, Christie van der Haak, Boris van Berkum, Jelle Mastenbroek, Isabelle Wenzel, Makkink & Bey, Frederik Molenschot, Edwin Oudshoorn, Rolf Bruggink & Isaac Monté, Nynke Koster, GrondVormen, Christa van der Meer, Marie Cécile Thijs, Ricky Rijkenberg, René van Engelenburg, Richard Hutten, Ernest van der Kwast, Koos Breukel, Pet van de Luijtgaarden, Stang Gubbels, Pieke Bergmans, Thomas Vailly, Peter Zegveld, Tjep., Floris Schoonderbeek, Studio Maarten Kolk & Guus Kusters, Marleen Sleeuwits, Overtreders W, Driessens & Verstappen, Floris Hovers,

Harm Tilman

Frank Bruggeman, Studio Drift, Sachi Miyachi, Raw Color, Otto Kaan, Martijn Engelbregt, Studio Job,

Bal! op Paleis Soestdijk, Amsterdamsestraatweg 1, 3744 aa

Krijn de Koning en Dirk van Weelden

Baarn, van zaterdag 25 juni t/m zondag 25 september 2016, entree 15 euro, kinderen 10 euro. Voor actuele openingstijden check www.paleissoestdijk.nl

3

1

4

1 Ricky Rijkenberg 2 Rolf Bruggink i.s.m. Isaac Monte II 3 Marleen Sleeuwits

2

14 | de Architect, juni 2016

4 Driessens&Verstappen

de Architect, juni 2016 | 15


Nieuws

Scope

Schunck paleis Mies in Heerlen

Ludwig Mies van der Rohe is een van de grootste architecten van de twintigste eeuw. Hij bouwde in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw grensverleggende huizen, ontwerp het Barcelona-paviljoen met de Barcelona-stoel en tekende na de oorlog voor veel hoogbouw en universiteitsgebouwen in Chicago, die ongekend waren voor die tijd. Zijn werk is nog steeds actueel maar onttrekt zich niet aan de tand des tijds. Moeten we het behouden? Zo ja, op welke manier? In het Schunck paleis in Heerlen is de tentoonstelling ‘Mies en de erfenis van het modernisme’ te zien. Deze agendeert de vraag of en zo ja hoe het behoud van moderne meesterwerken te regelen is. Curator Andrea Cloé kwam op het idee voor deze tentoonstelling toen in 2008 de Mies van der Rohe Award Maastricht aandeed. Aanvankelijk wilde zij een oeuvretentoonstelling maken, vergelijkbaar met de tentoonstellingen die zij heeft gemaakt over Oscar Niemeyer en Wiel Arets. Doordat de bruiklenen niet rond kwamen, kwam hier uiteindelijk niets van terecht. Erfgoed in verval Heerlen is een stad met veel moderne architectuur. Tal van gebouwen hebben de sloopwoede niet overleefd uit de periode die volgde op de sluiting van de mijnen (1965). Op dit moment staan nog zo’n honderd gebouwen uit de mijntijd overeind. Sommige daarvan, zoals het Glaspaleis, bioscoop Royal en de Stadsschouwburg, verkeren in goede staat. Rondrijdend door de regio viel het Cloé ech-

gruwelijkheid niet onder voor de foto’s die sinds kort op sigarettenpakjes w0rden afgedrukt.

ter op dat een groot deel van dit moderne erfgoed ernstig in verval is. Hoe zou je deze erfenis kunnen bewaren? Cloé realiseerde zich dat ze Mies zou kunnen inzetten om deze vraag te agenderen. De ideeën van Mies zijn weliswaar nog altijd springlevend, maar zijn werk ontkomt niet aan de tand des tijds. De tentoonstelling verdiept zich in vijf objecten van de meester, die de laatste vijf jaar zijn of worden gerestaureerd. Het betreft naast drie iconische gebouwen van Mies (Haus Tugendhat, SR Crown Hall, Lake Shore Drive Appartments), ook twee relatief onbekende projecten (Robert F. Carr Memoriam Chapel, Verseidag fabriek). Je kunt je afvragen of beide laatste nog zouden bestaan als de naam van de meester er niet aan zou kleven. Materiële sporen De tentoonstelling belicht niet zozeer het ontwerp en de innovatie van Mies’ werk, maar duikt diep in de materialiteit van de objecten, hun bouwwijze, de historische veranderingen die hebben plaatsgevonden en de conditie waarin ze verkeren, zaken die je alleen aan de hand van het origineel kunt uitleggen. Je maakt geen kennis met de ideeën achter het werk, zoals op eerdere Mies-tentoonstellingen, maar je wordt direct ondergedompeld in een wereld van geduldig detectivewerk en pathologische rapporten. Je ziet geen foto’s gemaakt op het moment dat de gebouwen zijn opgeleverd en optimistisch hun toekomst tegemoet zien, maar beelden van de meest gruwelijke verminkingen die de gebouwen hebben ondergaan. Ze doen in

Renoveren, hoe doe je dat? Ook beroemde gebouwen blijken met de meest banale problemen te kampen te hebben. Zo regenen de appartementen in de Lake Shore Drive appartments in Chicago door als het ook maar een beetje waait. Maar renoveren biedt niet altijd soelaas en verergert de problemen soms helemaal, zeker als deze worden uitgevoerd met materialen die zich nauwelijks laten verenigen (bijvoorbeeld in termen van porosositeit) met de oorspronkelijk materialen en oppervlaktebehandelingen De tentoonstelling is geen pleidooi voor een reconstructie waarbij de ideeën worden ‘bewaard’, maar in materieel opzicht vrijzinnig wordt omgesprongen met het werk. Dit leidt vaak tot de partiële destructie van het monument. Volgens ‘Mies en de erfenis van het modernisme’ zou juist de materialiteit van het monument de basis voor restauratie moeten zijn, voor een proces waarin het wordt teruggebracht tot ‘wat het echt is geweest’. Alleen zo krijgen gebouwen meer waarde en zullen ze niet meer zo gemakkelijk worden gesloopt. Remedie De tentoonstelling laat overtuigend zien wat je voor het behoud van historische substantie uit de kast moet halen. Het vergt een buitengewoon precies onderzoek op plaatsen waar rot heeft toegeslagen, regenwater een ongenode gast is, schimmels woekeren, enz. Als het teloorgegane werk in kaart is gebracht, is de volgende vraag wat de remedie is. Geen gemakkelijke vraag. Pleisterwerk dat voor de oorlog werd gebruikt is in die samenstelling vaak niet meer te vinden. Maar wat te doen met de details die niet meer voldoen? Ga je die vervangen door details die beantwoorden aan hedendaagse inzichten en eisen? Of blijf je bij de oorspronkelijke details en accepteer je de feilen ervan? De tentoonstelling staat voor een nieuwe opvatting van preservatie, een die zich niet beperkt tot ideeën, maar die monumenten ziet als bronnen van culturele activiteiten en de materiële expressie ervan. Voor een regio als Parkstad zou dit een revolutie zijn. Sinds de jaren zestig is daar druk gesloopt. In een regio die zich – terecht – zorgen maakt over haar toekomst, is dat achteraf gezien onverstandig geweest. Een grotere betrokkenheid kweken met monumenten is bepaald geen slecht idee. Zeker ook gezien het feit dat zelfs bij een club als iba Parkstad vooralsnog weinig tot geen interesse is te bespeuren voor dit erfgoed. Harm Tilman De tentoonstelling ‘Mies en de erfenis van het modernisme’ is nog te zien tot 7 augustus 2016 in Glaspaleis Heerlen, Bongerd 18, Heerlen.

16 | de Architect, juni 2016

Museum De Lakenhal Aanbesteding restauratie en uitbreiding Lakenhal stopgezet De biedingen van vier geselecteerde aannemers voor de uitbreiding en restauratie van museum De Lakenhal in Leiden zijn te hoog. De gemeente heeft de in februari begonnen aanbestedingsprocedure stopgezet en onderzoekt waar op de plannen kan worden bezuinigd. De plaatselijke PvdA die de nieuwe achtergevel typeerde als ‘een spuuglelijke trekzak’, grijpt nu zijn kans om het ontwerp aan te passen. ‘Anders geen extra budget’. De gemeente Leiden gaat de komende weken de vier aanbiedingen nader analyseren. Daarna volgt een nieuwe ronde, waarbij met de marktpartijen wordt gekeken naar ‘optimalisaties’. Wethouder Robert Strijk van cultuur rept in een brief aan de gemeenteraad van ‘quick wins’. Daarbij denkt hij aan “mogelijkheden die relatief gemakkelijk en snel zijn door te voeren en die een grote besparing opleveren. Bijvoorbeeld standaardbalustrades in plaats van hekken die moeten worden gesmeed.” “Op onderdelen is ook sprake van zeer grote prijsverschillen tussen de verschillende aannemers”, schrijft hij in dezelfde brief. Meta Knol, directeur van De Lakenhal, hoopt dat het onderzoek snel kan worden afgerond. Volgens haar trekt de aanbestedingsmarkt hard aan. Elke maand stijgen de prijzen met zo’n twee procent. Een half jaar uitstel maakt het project fors. Zij verwacht niet dat een ander ontwerp voor de achtergevel de kosten omlaag zal brengen. “In mijn beleving is het nog nooit goedkoper geweest om een ontwerp aan te passen, het hele proces stil te leggen en alles opnieuw te doen.” Eigentijdse laag aan bestaande gebouw Het ontwerp van de restauratie is gemaakt door Julian Harrap Architects uit Londen en van de nieuwbouw door het Rotterdamse architectenbureau Happel Cornelisse Verhoeven. Het aandeel van de restauratie betreft 5.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak en van de nieuwbouw 2.800 vierkante meter bruto vloeroppervlak. Het gaat om een investering van in totaal 16,6 miljoen euro, waarvan zes miljoen euro voor de nieuwbouw. Het museum is gevestigd in een zeventiendeeeuwse lakenhal en is twee keer eerder uitgebreid (in 1890 en in 1921). Met de nieuwbouw wordt een eigentijdse laag toegevoegd aan de bestaande gebouwen. De vier afzonderlijke gebouwdelen worden volgens architect Ninke Happel op een vanzelfsprekende manier met elkaar verbonden

De nieuwe achtergevel aan de Lammermarkt is opgetrokken in een warm, grijs gemêleerde baksteen met veel perspectief.

via een centraal binnenhof, op de plek van de histo-rische ‘Achterplaets’. Deze Achterplaets staat in directe verbinding met de historische entree van het museum. De huidige overkapping over het voorplein verdwijnt, waardoor de entree in het monumentale ‘stadspaleis’ komt te liggen. Met de nieuwbouw komt het complex aan de erachter liggende Lammermarkt te liggen. Het ontwerp van deze nieuwe tentoonstellingsvleugel is een hedendaagse interpretatie van de huidige baksteenarchitectuur in de directe omgeving. Door toevoeging van het nieuwe gebouw aan de Lammermarkt ontstaat volgens Ninke Happel een alzijdig museumcomplex. Felle discussie over ontwerp Juist het ontwerp van de achtergevel veroorzaakte in Leiden een felle discussie. Vooral het volume maakte vele tongen los. Mensen vinden de gevel of afschuwelijk of een impuls voor dit deel van het cen-

trum. Onder de Lammermarkt wordt op dit moment een ondergrondse parkeergarage voor ongeveer 550 auto’s aangelegd. Na oplevering komt bovenop de garage een groen evenementenplein. Daarbij vormt de achtergevel aan de zijde van de binnenstad een architectonisch statement van formaat. De PvdA maakt echter gebruik van de vertraging om het gevelontwerp alsnog ter discussie te stellen. Fractievoorzitter Gijs Holla gaf in het nieuwsprogramma van Sleutelstad aan dat het gebouw in de omgeving moet passen. Nu lijkt het meer op een fantasykasteel dat beter past in de Engelse trilogie Lord of the Rings, aldus Holla. Hij ziet kans om met een ander, goedkoper ontwerp het financiële probleem op te lossen. Een gevolg van de vertraging kan zijn dat de voorgenomen heropening van het museum in 2018 niet meer haalbaar is. Nel Meeder

de Architect, juni 2016 | 17


Scope Nieuws

Corals Meubels voor de circulaire economie

Op tal van terreinen beginnen de contouren van de circulaire economie zichtbaar te worden. Het meubelontwerp vormt daarop geen uitzondering. Uitgangspunt is dat de gebruikte materialen na afloop niet op de vuilnishoop belanden maar na hun levensduur een nieuw leven krijgen. Een van de manieren om dit voor elkaar te krijgen is de meubels demontabel te maken. Industrieel ontwerper Robert Bronwasser ontwikkelde voor het merk Palau een modulair ziten werksysteem dat inspeelt op de veranderende behoeften van de kantooromgeving. Met tablet, boek en laptop kan actief en comfortabel worden gewerkt, gebruikmakend van handige tafels en in het systeem geïntegreerde oplaadpunten. Corals is een modulair systeem dat bestaat uit elementen die eenvoudig zijn te monteren en demon-teren. Met de elementen, waaronder zitdelen, wanden, tafels, armleuningen en poten valt eindeloos te combineren. Het systeem maakt hergebruik op de werkplek mogelijk. Deze kan door zijn flexibiliteit meegroeien met de veranderende wensen van de gebruikers. De levensduur van het systeem wordt daarmee verlengd. In de circulaire economie is het van belang de gebruikte materialen onder te brengen in kringlopen en eindig gebruik te vermijden. In Corals is gebruikgemaakt van ecologisch verantwoorde, duurzame materialen die recyclebaar zijn. Bij schade of slijtage hoeven alleen de beschadigde elementen te worden gerepareerd of vervangen, en niet de gehele bank. Wat ook telt is dat de onderdelen als compacte en lichte ‘flat packages’ zijn op te bergen en te transporteren. Opgave van deze tijd is de transformatie en het hergebruik van bestaande gebouwen en om gevingen, in de vorm van permanente en tijdelijke bestemmingen als flexibele werkomgevingen, pop-up restaurants en winkels. Palau en Bronwasser hanteren het motto: “Wat vandaag nodig is, kan morgen achterhaald zijn.” Zij spelen met het idee dat je meubels koopt voor een situatie, maar niet voor een veranderende situatie. Bij krimp zijn delen van het zit- en werksysteem eenvoudig te demonteren, bij groei kan worden uitgebreid met nieuwe elementen. Het betekent dat niets hoeft te worden weggegooid of opnieuw aangeschaft.

Ingenieus extrusieprofiel De basis van het Corals systeem is een ingenieuze aluminium ruggengraat. Aan dit extrusieprofiel zijn aan de beide zijden ervan functionaliteiten toegekend. Bovenop het profiel zijn elementen als zitgedeelten, armleuningen en tafels eenvoudig te monteren, uit te wisselen of te verplaatsen. Aan de onderkant kunnen op meerdere plaatsen verschillende poten worden gemonteerd, naar keuze in staal of hout en in verschillende kleuren. In het profiel zijn de bekabeling en stroompunten weggewerkt. Dit biedt die mogelijkheid om op iedere gewenste plek een lamp of aansluitpunt te bevestigen. Rekening houdend met de eisen van de circulaire economie hebben Palau en Bronwasser de hoeveelheid materiaal tot een minimum gereduceerd. Om Corals een langere levenscyclus te geven, is gebruikgemaakt van een in Nederland niet eerder toegepast, innovatief schuim. Dit is minder milieu-

belastend doordat een deel van de fossiele grondstoffen is vervangen door natuurlijke materialen uit plantaardige oliën. Ook wordt fsc-hout verwerkt in de meubels. Tevens is gebruikgemaakt van een stalen ‘no sag’ verensysteem waardoor het schuim minder krachten te verduren krijgt en zijn veerkracht en hoogte kan behouden. Corals is de vrucht van een hechte samenwerking tussen Palau en Bronwasser. Dit opent duurzame perspectieven waarbij het ontwerpen en coördineren van in de tijd flexibele en dynamische systemen cruciaal is. Corals is zo ontworpen dat hergebruik van de eigentijdse bedrijfsmodellen is gewaarborgd. Niet meer het ‘design out waste’ maar het ontwerp van dynamische systemen die meerdere cycli kunnen doorlopen, begint het wenkende perspectief voor de toekomst te worden.

Harm Tilman

de Architect, juni 2016 | 19


Scope Nieuws

Media kort

Philipp Meuser, Dimitij Zadorin, Towards a Typology of Soviet Mass Housing. Prefabrication in the ussr. 1955-1991 De twee auteurs, beide architect, ontmoetten elkaar op een Weense conferentie in 2012 die gewijd was aan het naoorlogse Sovjet Modernisme. Hun belangstelling was wederzijds en besloeg het tegenstrijdige maar unieke fenomeen van de Russische massavolkshuisvesting. De Russische massawoningbouw wordt doorgaans beschouwd als de meest monotoon gebouwde omgeving in de geschiedenis van de mens en staat ook nog eens symbool voor individuele onderdrukking. Tegelijkertijd voorzag het miljoenen mensen van een eigen appartement. In dit boek beschrijven ze de geschiedenis, structuur, variëteit, stromingen en mogelijkheden van dit soort volkshuisvesting in Rusland. Veel plattegronden en foto’s begeleiden de tekst die in twee delen is gesplitst: ‘Typology’ door Meuser en ‘Catalogue’ door Zadorin. Bijzonder is ook de toegepaste kunst op de gebouwen, vaak in de vorm van tegeltableaus of mozaïeken.

Coen Eggen, Vakwerkbouw. 600 jaar bouwen met hout en leem in Zuid-Limburg en omstreken De auteur heeft zijn jarenlange bevindingen in Limburg met het bouwen in hout en leem, ofwel vakwerkbouw, vastgelegd in een gedetailleerde en uitgebreide publicatie. Ruim zeshonderd jaar bouwhistorie is hiermee ontsloten. Daarnaast heeft hij aandacht voor de restauraties van de afgelopen decennia en de huidige nieuwbouw. Vakwerkbouw is karakteristiek voor Limburg, maar ook Belgisch Limburg en de Luikse regio en het aansluitende Duitse gebied komen aan bod. Belangrijk omslagpunt voor de restauratiepraktijk van vakwerkbouw was het moment waarop de Rijksdienst voor de Monumentenzorg eind jaren negentig oorspronkelijke bouwmethoden en materialen min of meer verplicht stelde. Er zijn sindsdien weer vakwerklieden actief die dit ambacht beheersen. Vakwerk is als duurzame en ecologische manier van bouwen met materialen uit de streek tevens een geschikte mogelijkheid voor nieuwbouw. www.vantilt.nl

www.dom-publishers.com

Maurice Hermans, De Antistad. Pionier van kleiner groeien Deze publicatie toont de wordingsgeschiedenis van Nederlands meest vergrijzende, meest transitionele en volgens sommigen meest mislukte stad: Heerlen. De auteur legt het accent niet op het ontstaan en de hoogtijdagen van de industriële mijnbouw, maar juist op de periode na de mijnsluiting. Daarin liggen volgens hem de meeste aanknopingspunten om het huidige Heerlen te duiden. De stad bevindt zich in een ongedefinieerde ruimte tussen groei en krimp, dorp en stad, oude en nieuwe economie. Temidden van discontinuïteit en irrationaliteit biedt De Antistad inzicht in de complexe processen die horen bij dit soort demografische tradities. Ook buiten Nederland zijn de dramatische gevolgen van economische neergang en demografische krimp te vinden: in steden als Detroit, Wolverhampton, Herne, Genk, Essen en Scranton wordt geworsteld met dezelfde problematiek. De Antistad is een gids en pionier voor het ‘terugbouwen’: het bouwen voor minder mensen en de omgang met een overschot aan ruimte en voorzieningen.

Pieter Bedaux

Cartoon

www.nai010.com

de Architect, juni 2016 | 21


Scope Nieuws

Boek Jaarboek Architectuur in Nederland 2015/2016 Het gebeurt niet vaak dat de redactie van een boek begint met een felicitatie aan zichzelf. Die van het architectuurjaarboek doet het, in het midden latend of ze ook voldoet aan het compliment waarmee ze hun inleiding openen. Al snel wordt duidelijk waarom de redactie zichzelf een veer in de kont steekt. Tussen de regels klinkt door dat het Jaarboek in crisis is. Zelf spreekt de redactie al in de verleden tijd over het belang van het Jaarboek, om tot besluit de hoop uit te spreken “dat het jaarboek zich op een zinvolle manier kan vernieuwen”. Deze implosie treedt minder aan de dag in de selectie van projecten dan in de vier essays die in het Jaarboek zijn opgenomen. Huidige stand Uit 375 ingezonden gebouwen zijn dertig projecten geselecteerd die de huidige stand van de Nederlandse architectuur moeten representeren. Deze selectie bevat weinig verrassingen, of het moet zijn dat een project van Mecanoo is toegelaten, een bureau dat in voorgaande edities nadrukkelijk werd genegeerd. Duidelijk is dat sprake is van een groot aantal individuele architecten met de meest uiteenlopende praktijken, zonder veel gemeenschappelijke principes. Een groot verschil met de vorige generatie die in de jaren negentig opkwam en die zich onderscheidde door haar vragende en uitdagende houding tegenover de hoofdstroom in de architectuur van die tijd. Terugtrekkende beweging De vier in het Jaarboek opgenomen essays zijn minder ambitieus dan in de voorafgaande edities en maken terugtrekkende bewegingen. Tom Avermaete roept op tot een nieuwe definitie van het architectuurproject, los van de iconische en functionele benaderingen van de afgelopen peri-

ode. Tot de elementen hiervan rekent hij de nauwe relatie tussen gebouw en territorium, de manier waarop een architect met de tijd omgaat en de koppeling aan het meervoudige handelen van ander actoren. De waarde van het architectonische project schuilt niet meer in typologische vernieuwing, aldus Avermaete, maar in het herinterpreteren van het bestaande. Kosmopolitische architectuur Daartegenover gaat Edwin Oostmeijer in op de onvermoede, kosmopolitische en onbekrompen kwaliteiten van de Bijlmermeer. Hans van der Heijden beperkt zijn bijdrage van dit jaar tot een interview met Koen van Velsen. Samen met de architect bespreekt hij de plek die het station van Breda inneemt in diens oeuvre. Terloops corrigeert Van Velsen de in het vorige Jaarboek geformuleerde kritiek op het nieuwe station Rotterdam cs. Altruïstische architect Verfrissend is het verhaal van Kirsten Hannema die de uit de redactie teruggetreden Linda Vlassenrood vervangt. Op basis van een aantal recent verschenen publicaties, variërend van Brick van Jan Peter Wingender tot Het Ruimteboek van Marius Grootveld, signaleert Hannema de opkomst van een nieuwe, altruïstische architect. Deze ziet de stad als een groot bouwwerk waar iedere volgende architect aan voortbouwt. In haar optiek weet deze architect, anders dan de SuperDutcharchitecten van de vorige generatie, een groter, meer fundamenteel verhaal te vertellen. Op de paradox dat de SuperDutch-generatie die in haar ogen al heeft afgedaan, nog steeds het meest populair is bij het grote publiek, gaat ze echter niet in. Afwezige samenleving De samenleving is opmerkelijk afwezig in het Jaarboek. Het gegeven dat de architectuur vrijwel is ver-

dwenen uit de huidige stadsplanning (en daar wordt afgedaan als overbodige esthetiek), wordt niet gethematiseerd. De digitalisering die de architectuur opslokt maar ook nieuwe kansen biedt, komt nauwelijks ter sprake. Sterker nog, de architecten die op dit moment deze kanten van het vak verkennen, zijn geheel afwezig in het Jaarboek. Maatschappelijke kwesties als woningbouw en circulaire stad blijven onbesproken. Zelfs de daverende klap waarmee afgelopen jaar de beweging van de Rats haar opwachting maakte in de Nederlandse architectuur, blijft onbesproken. Publiek debat De redactie signaleert dat een nieuwe generatie architecten zich aandient die met haar netwerken perfect aanhaakt aan het Europese vakdebat, maar ook dat deze generatie nauwelijks aan de bak komt. Het geklaag dat geen sprake is van een publiek gevoerd debat, doet enigszins vreemd aan. In het weekeinde dat ik deze bespreking schreef, bezocht ik bijvoorbeeld tentoonstellingen in Heerlen, Maastricht en Bonn, woonde ik in Rotterdam de opening van de iabr bij en bracht ik in Amsterdam een bezoek aan FabCity. Deze veelheid is niet on-

gewoon en eerder regel dan uitzondering. Experimentele benadering Als antwoord op deze veelheid klinkt op verschillende plekken in het Jaarboek de oproep architectuur te beperken tot enkele, precies omschreven factoren – territorium, tijd, handelen – en deze op een nauwkeurig afgebakend veld te bestuderen. Avermaetes wens de architectuur te verschuiven van een avant-garde activiteit naar een experimentele benadering, lijkt dit te bevestigen. Succesvolle experimenten zijn immers alleen mogelijk als je heel veel buiten beschouwing laat. Milieubewustzijn bijvoorbeeld, in dit Jaarboek bijna een vies woord. Groot publiek Het zal niet meevallen met een dergelijke normatieve opstelling een groot publiek te bereiken. Misschien is dit ook helemaal de bedoeling niet. Nadat het Jaarboek enige tijd zichzelf bedroop, wordt het nu weer financieel ondersteund door het Stimuleringsfonds. Over enige jaren zullen we weten of de uitgever met de nu ingeslagen richting goed gegokt heeft.

Harm Tilman

Torengebouw in Nieuw Bergen door Monadnock. Foto Stijn Bollaert

de Architect, juni 2016 | 23


Scope Architectuur & maatschappij

Column Iran, Gilan

Detail 17 Onweerstaanbare strips

Er is veel te vertellen over mijn reis vorige week naar Iran, mijn hoofd moet nog gedefragmenteerd worden. Met ons bureau mogen we een huis gaan ontwerpen in Iran in de provincie Gilan. In deze provincie is door de eeuwen heen een interessante typologie woning ontstaan: de meergezinswoning. Een alzijdig blok van drie tot vier lagen met rondom trappen en veranda’s om de drie tot vier woningen te ontsluiten. De casco’s van de woningen worden in enkele weken omhoog getrokken in beton. De invulling is verder stapelen met porisoblokken. Daarna stuken, tapijt op de grond en klaar. Kortom, je handen jeuken om daar iets mee te doen. Na een bezoek aan het Rural Heritage Museum bleek dat deze typologie honderd jaar geleden verfijnder in elkaar zat. Alles in hout, drie meter brede veranda’s, een laag dak tot aan het maaiveld in het noorden, hoge veranda met schaduw op het oosten voor de zomer en een lage veranda met zon op het westen en zuiden. Een geperfectioneerde strategie om het sterk wisselende klimaat te weerstaan. Waarom is deze hoogstaande architectuur vervangen door generieke betonnen blokken? Het antwoord was snel gevonden… Toen we op bezoek waren bij een huis in aanbouw, vroeg ik de opdrachtgever waarom de huizen niet geïsoleerd zijn. Waarop hij breed grijnzend zei: ik isoleer niet, want ik heb vloerverwarming. Ik dacht dat ik het niet goed verstond en kennelijk kon je dat aan mij zien. Hij vroeg mij of ik wist hoeveel de energie hier kost. Wetende dat Iran een van de grootste olievoorraden in de wereld heeft, dacht ik dat het wel goedkoop zou zijn. Bulderend van het lachen zei hij: een fles doeg (een soort karnemelk) is duurder. Hij begreep heel goed wat je hiervan kunt vinden, maar voor hem en velen met hem is het geen moeilijke afweging. Stiekem denk ik, maar ik zeg het niet, was energie maar duurder in dit land en wij gaan het anders doen! Op de laatste dag hebben we nog een gesprek met de succesvolle Iraanse architect Alireza Taghaboni, oprichter van Nextoffice in Teheran. Op de vraag wat de huidige situatie van het land betekent voor zijn werk laat hij een project zien. Hij pakt een maquette erbij die uit twee l’en bestaat. Een dichte houten l en een transparante l. De opdrachtgever blijkt te bestaan uit een modern gezin met grootouders. De grootouders wensen privacy en geven de voorkeur aan een gesloten huis. Het jonge gezin is open, modern en wars van religie; zij willen transparantie. Alireza geeft aan dat dit symbool staat voor het huidige paradigma in Iran. Een schizofreen land vraagt om creatieve oplossingen. Hij benadrukt dat hij niet op zoek is naar politieke statements, het is wat het is en daar werk ik mee. Als je hem vraagt naar wat hij eigenlijk wil doen, dan zegt hij: bouwen aan een nieuwe stad. Het gaat nu verkeerd in Teheran, één grote platte koek zonder dichtheid en zonder groen. Als we dat eens konden veranderen… Sinds enkele jaren is de overheid begonnen nieuwe steden buiten de bestaande kernen te bouwen voor de armen. Rijen generieke woontorens zover het oog rijkt. Je kan werkelijk het verdriet in zijn ogen zien, er is nog veel te doen.

Oscar Vos

“Strips?” “Bedoel je die tekeningetjes?” “Suske en Wiske? Donald Duck? Fokke en Sukke?” “Nee, ik bedoel steenstrips.” “Wat?” “Steenstrips.” “Oh, die gezaagde plakjes stenen die je op een achterconstructie bevestigt. Die in Rotterdam verboden zijn, omdat ze een keer bij een heel groot project allemaal van de gevel vielen. Dat Dakpark, waar dagelijks heel veel auto’s langsrijden en waarvan de bestuurders dan meewarig naar die gemankeerde gevel moeten turen.” “Nee, ik bedoel minerale steenstrips!” “Wat?” “Plakjes stucwerk van vier millimeter dik in de vorm van een steen op een harde isolatie geplakt.” “Wat?” “Dat meen je niet.” “Gatver.” Mooie materialen, dat is waar we altijd naar op zoek zijn. Materialen met karakter. Hout dat niet is geschilderd. Mooi geaderd met een stevige nerf. Metaal zonder coating, dat glimt, lekker dof is of roest. Kaal beton. Wat is er mooier dan kaal beton? Fluweelzacht uit de prefab mal, ruw met de gietnaden zichtbaar. Een gebouw, een massa, uit steen gehouwen. Of gebakken steen. Uit de handvorm, strengpers, vormbak. Ik kan er geen genoeg van krijgen.   Echte materialen. Met karakter. Door echte architecten. Laat het los. Welkom in het tijdperk van de verduurzaming. In dit tijdperk pakken we gebouwen in. Om ze te beschermen tegen koude en tocht. Om de energielasten terug te dringen. En dat vraagt om een andere visie op materiaalgebruik.   Inpakken doe je immers niet met steen. Da’s een pavlovreactie van architecten zoals ikzelf die vinden dat materialen echt moeten zijn. Maar dat werkt niet. Want als je een gebouw inpakt met steen, is dat helemaal niet handig. Die halfsteens baksteenwand kan zichzelf namelijk niet dragen. Dus die moet worden ondersteund met flinke stalen geveldragers. Die weer koudebruggen zijn. En die kunnen gaan roesten in de loop van de tijd. En die hebben gewicht, waardoor de dragende wand zelf wellicht ook weer ondersteund moet worden. Enzovoort.   Inpakken, dat weet ieder kind, dat doe je met een leuk papiertje. In de kleur die je aardig vindt en met een strik eromheen. Papier is als gevelafwerking niet ideaal; dus in de jaren tachtig deed men het met plaatmateriaal. Daar was men even lyrisch over (de zogenaamde fassalplaat werd geroemd in de Architect van toen: licht, duurzaam en onderhoudsarm), maar het werd al snel verguisd en verwerd tot punaisebouw. In het ergste geval bleek het ook asbesthoudend. Stucwerk was het ook niet, bleek toen eind jaren negentig de kopgevels van de jaren zestig werden weggesmeerd achter een kale laag van één kleur.   Maar nu is er de minerale steenstrip. Kan dat wel? Is dat verantwoord? Dat is toch hartstikke nep? Daar moet iets mis mee zijn. Wellicht. Maar het is ook overtuigend, zoals blijkt uit een renovatieproject van Van Schagen in IJsselmonde (Rotterdam). Geen hond die ziet dat het geen echte steen is. En je kunt er allerlei mooie details mee maken. En het is onderhoudsarm. En het veroudert niet. Maar het is wel wennen en slikken.

Marjolein van Eig

de Architect, juni 2016 | 25


Thema

Circulair bouwen Foto Stijn Poelstra Groene gevel aan Stadskantoor in Venlo Na ‘People Planet Profit’, ‘Cradle to Cradle’ en ‘nul op de meter’ is het nieuwe mantra voor de duurzame bouwsector ‘circulair bouwen’. Daarbij moeten ontwerpers werken met duurzame materialen en tegelijkertijd oog hebben voor de erfenis van recyclebare producten voor toekomstige generaties. De technische en biologische cirkels worden zo gesloten. In een interview vertelt architect Daan Bruggink, sinds kort voorzitter van de adviesgroep nieuwbouw en renovatie van breeam nl, over zijn streven om vanaf het begin van een opgave met alle betrokken partijen aan tafel te gaan. Samenwerking en horizontaliteit zijn volgens hem kernbegrippen in de circulaire economie.

de Architect, juni 2016 | 27


Essays Ontwerp van dynamische gebouwen

Thema: Circulair bouwen

Ontwerp van dynamische gebouwen

Circulaire economie fundament voor bouwmeester 2.0

2

Het denken over duurzaamheid is allesbehalve duurzaam. Duurzaamheid heeft iets weg van een alternatieve opvatting, inclusief verschillende stromingen, volgelingen en afvalligen. Alle stromingen adresseren in principe hetzelfde vraagstuk hoe we in onze behoeften van ‘hier en nu’ kunnen voorzien zonder het vermogen van anderen om in hun behoeften ‘daar en dan’ te voorzien in gevaar te brengen . De ideeën over de wegen die daartoe leiden, lopen echter behoorlijk uiteen.

Tekst

Alijd van Doorn en Matthijs Prins

28 | de Architect, juni 2016

Aan het begin van deze eeuw hadden we de mond vol van de ‘Triple P’ (‘People Planet Profit’) als het mantra voor een duurzame bouwsector. Min of meer parallel daaraan kwam de beweging op gang die gericht is op duurzame oftewel schone energie, co2-reductie en de gerelateerde problematiek van een mogelijke opwarming van de aarde. Binnen de bouwsector timmert deze beweging nu aan de weg met de slogan ‘nul op de meter’.   Circulaire economie (ce) is sinds kort de nieuwste hype voor een meer duurzame wereld. Het enthousiasme voor circulariteit in de bouw, bij de overheid en binnen de markt is groot. Dat blijkt wel uit de Green Deals gericht op ce die zijn gesloten en de drukbezochte congressen over het thema. Net als bij eerdere hypes zoals ‘Cradle to Cradle’ geldt dat er een grote schare aan ‘believers’ is die ervan overtuigd zijn dat de hele wereld over een paar jaar circulair is. De toekomst zal leren of je over vijf jaar als architect geen werk meer hebt als je niet bent overgegaan op een circulaire aanpak. Gezien de vraag in de markt liggen er echter zakelijk gezien kansen voor architecten.

Waarom is ce een krachtig concept?

Het onderscheidende kenmerk van circulaire economie ten opzichte van eerdere benaderingen is de nadruk op het begrip ‘economie’. Met ce nemen we definitief afscheid van het idee dat duurzaamheid ‘duur’ is en om opoffering vraagt. Taco van Hoek van het eib verwoordt deze rationaliteit als volgt: “De circulaire economie moet een instrument zijn om voordelen te behalen in termen van doelmatigheid en daarmee in financieel-economische zin of in termen van duurzaamheid.”   Een andere kracht van ce is de holistische benadering van duurzaamheid. Hoewel het eerste ce-certificaat niet lang meer op zich laat wachten, is er op dit moment nog alle ruimte voor interpretatie. Circulaire economie is een mengelmoes van allerlei idealen en spreekt daarom verschillende partijen aan. Zo heeft ce elementen van flexibel en demontabel bouwen, maar ook liefhebbers van ‘biobased’ materialen en energieneutraal of energieproducerend bouwen kunnen er hun ei in kwijt.

Gezien de grote vraag naar circulaire economie in de markt, liggen er echter zakelijk gezien grote kansen voor architecten

Wat is circulaire economie en wat betekent het voor de bouwsector?

Circulaire economie is terug te voeren op drie principes: de biologische kringloop van grondstoffen (‘cascading biological nutrients’, recyling), de technische kringloop van grondstoffen (‘design out waste’ door recycling, upcycling, hergebruik, remanufacture, et cetera) en het leveren van diensten in plaats van goederen (‘performance service’ concept, bijvoorbeeld in de vorm van ‘operational lease’). Daarbij wordt uitgegaan van prijsstijgingen als gevolg van de schaarste die zal optreden door de groei van de wereldbevolking en de welvaart, en van eindeloze beschikbaarheid van schone energie. Omdat ce, gemodelleerd als economisch systeem, iedereen in de keten voordeel zal opleveren (het zogenoemde ‘incentivizing’ principe), komt als gevolg van rationeel economisch gedrag duurzaamheid (geïnterpreteerd als het eindeloos cirkelen van grondstoffen met behulp van schone energie en goedkope, niet fiscaal belaste arbeid) binnen handbereik.   De meeste voorbeelden van ce zijn te vinden binnen de ‘consumer goods’ sector: pay per was, pay per lux, lease a jeans, fairphone. Binnen de bouw zijn de voorbeelden aanzienlijk schaarser. ‘Radicale’ projecten waarbij alle ce-principes zijn toegepast, ontbreken tot op heden. Dit heeft alles te maken met het unieke ‘custom made one-off ’ karakter van gebouwen, de hoge investeringsomvang met bijbehorende risico’s, de lange levensduur, en het complexe karakter van de ‘supply chain’ gebaseerd op ‘split incentives’ in plaats van op wederzijds voordeel voor alle stakeholders.   Ook als de ambities binnen de bouwsector niet verdergaan dan recycling en hergebruik, zijn we in Nederland al een heel eind op de goede weg. Meer dan negentig procent van het bouwafval in Nederland wordt hergebruikt. Een aanzienlijk deel hiervan eindigt echter als puingranulaat onder bijvoorbeeld wegen. Hoewel het wellicht de vraag is of deze ‘downcyling’ wenselijk is, is deze vraag binnen een meer radicaal ce-perspectief weinig relevant. Vanuit klassiek duurzaamheidsdenken is het tot granulaat voor wegen verwerken van gebouwcomponenten een verlies van ‘embodied energy’. Als schone energie eindeloos beschikbaar komt, snijdt dit echter geen hout.   Meer relevant is de overweging dat bij het verwerken van een kanaalplaat tot betongranulaat onder een weg, er voor het produceren van een nieuwe equivalente kanaalplaat, nieuwe grondstoffen gedolven moeten worden. Ook deze overweging laat echter onverlet dat onder wegen in Nederland in de regel een granulaatachtig materiaal nodig is en dat dit ergens vandaan moet komen. Binnen ce gaat het met name om het eindeloos circuleren van materialen, zonder daarbij nieuwe grondstoffen te delven buiten de biologische kringloop om. Helpt betongranulaat daarbij, dan is dat prima.

de Architect, juni 2016 | 29


Essays Ontwerp van dynamische gebouwen

Thema: Circulair bouwen

Cradle to Cradle In 2002 schreven William McDonough en Michael Braungart het boek Cradle to Cradle. Remaking the Way We Make Things over duurzaam ontwerpen. Duurzame ontwikkeling is in 1987 in het Brundtland-rapport gedefinieerd als de ontwikkeling waarbij de huidige generatie in haar noden voorziet, zonder de mogelijkheden daartoe voor de volgende generatie te beperken. Cradle to Cradle gaat verder en wil toekomstige generaties van meer mogelijkheden voorzien.

De partijen die de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd in procesinnovatie zien kansen om deze binnen de circulaire economie te verzilveren. “Informatievoorziening over de materialen en hun eigenschappen wordt cruciaal”, stelt een trendrapprt van de abn amro. “Door details vast te leggen in een materiaalpaspoort kun je verantwoorde beslissingen nemen en materialen of componenten hergebruiken. Bij renovatie- en sloopplannen die door de keten worden gedeeld, kan in de toekomst met behulp van deze paspoorten een database van potentieel beschikbare materialen en componenten worden gemaakt. Op basis hiervan kunnen architecten en bouwkundigen nieuwe gebouwen ontwerpen of renovatieplannen maken.” Ook steden worden tegenwoordig gezien als grondstoffenbank (het zogenaamde ‘Circular Cities Concept’).   Om een circulair gebouw te ontwerpen en te onderhouden is het gebruik van bim een logisch vereiste. Ook het begrip ketensamenwerking sluit naadloos aan op de grondbeginselen van circulair bouwen. Van Hoek: “Het gaat bij de circulaire economie niet primair om een technisch vraagstuk. […] De techniek kan ons in de toekomst verder helpen, maar het gaat bij de circulaire economie vooral om organisatie en samenwerking.” Het ligt voor de hand dat in circulaire projecten, waarbij producenten eigenaar blijven van de materialen en waarbij de eindgebruikers voor een gebruiksrecht betalen, gebouwen en de onderdelen ervan voor meerdere levenscycli worden ontworpen. Dit heeft een radicaal effect op de samenwerking tussen partijen in de bouw. Ce biedt via deze weg de prikkel om te innoveren in het samenwerkingsproces van de bouw.

Stedelijke hygiene, tuinsteden, natuurreservaten AAN DACHT V OOR D UURZAAM HEID

Door details vast te leggen in een materiaalpaspoort kun je verantwoorde beslissingen nemen en materialen of componenten hergebruiken.

Ca . 1 9 0 0 Inspiratie uit utopisch werk over mens-natuur verhouding (Emerson, More, Thoreau)

Milieuvervuiling, wet- en regelgeving, end-of-pipe oplossingen

Duurzame ontwikkeling, klimaatverandering

1972 Limits to Growth Club van Rome 1962 Silent Spring Rachel Carson 1987 Our Common Future ‘Brundtland rapport’ 1997 Cannibals with forks. Triple P. Elkington

Circulaire ontwikkeling. kringlopen, economische rationale

TIJ D 2015 2012 Towards the Circular Economy-Ellen McArthur Foundation 2009 The blue economy. Gunter Pauli 2006 An inconvenient Truth - Al Gore 2002 Cradle to Cradle: Afval is voedsel -McDonough en Braungart

Wat zijn de zwakten?

Ce heeft ook zwakten, al zul je de voorstanders daar niet snel over horen. Ten eerste is het maar de vraag of het rationele, economische denken dat achter ce schuilt in de praktijk zo uitpakt. Ce vraagt om denken in lange termijnen. Dit gaat in tegen menselijk gedrag van ‘instant gratification’. Daarnaast is het de vraag of dit zakelijk gezien interessant is, aldus abn amro.3 “Voor bouwbedrijven is het niet interessant om hun werkkapitaal voor lange tot zeer lange tijd vast te leggen in grondstoffen en alleen het gebruiksrecht te verkopen of verhuren.” Het is tot slot de vraag of bedrijven lang genoeg blijven bestaan om hun investeringen terug te verdienen. De recente crisis heeft ons geleerd dat zelfs familiebedrijven die al generaties bestaan, om kunnen vallen.   De introductie van ce vraagt van bedrijven investeringen in innovatie. Ook dat ligt volgens Van Hoek rationeel gezien niet voor de hand: “Innovatie kan belangrijke maatschappelijke voordelen opleveren, maar diegenen die hun nek hiervoor uitsteken, ontvangen soms maar weinig bedrijfseconomisch voordeel terug. Omgekeerd lijken weinig innovatieve bedrijven geen last te hebben van deze opstelling.”2   Nog afgezien van deze gaten in de bedrijfskundige voordelen van ce zitten er veronderstellingen in de waarde van circulaire gebouwen die zichzelf nog moeten bewijzen. Zo stelt de abn amro: “Investeringen in het aanpassingsvermogen (modulariteit) van gebouwen genereren op lange termijn waarde, doordat er makkelijker in behoeften van (toekomstige) gebruikers kan worden voorzien.” Ondertussen heeft de abn amro zelf heel andere ervaringen. In de tijd dat zij twee Amsterdamse kantoren van de hand deed vanwege hun verhuizing naar de Zuidas, werd het monumentale, maar inflexibele hoofdkantoor razendsnel verkocht, terwijl ze haar flexibele kantoorpand aan de straatstenen niet kwijtraakte.

Wat kan ce voor architecten betekenen?

Of je er nu een voor- of tegenstander van bent, voor de groeiende vraag naar circulair bouwen kun je de ogen niet sluiten. Vanuit het incentive perspectief zou de bouwsector zelf ce als ‘technology push’ op de markt moeten brengen. Tot op heden vragen echter vooral opdrachtgevers om ce-gebouwen. Sowieso geldt bij dit soort ontwikkelingen ‘eten

30 | de Architect, juni 2016

of gegeten worden’. Als je niet meegaat met deze ontwikkeling, nemen andere partijen die plek wel in. Hopelijk hebben architecten in dit opzicht geleerd van de opkomst van geintegreerde contracten. Of je nu wel of niet betreurt dat de traditionele vertrouwensband tussen opdrachtgever en architect wordt doorbroken, het is inmiddels een gegeven dat pakweg vijftig procent van de publieke aanbestedingen voor ontwerpdiensten een geïntegreerd karakter heeft.   Traditioneel is de juridische verantwoordelijkheid van de architect begrensd tot de oplevering van een deugdelijk ontwerp, dan wel de oplevering van het bouwwerk als resultante van een deugdelijk ontwerp en de directievoering tijdens de bouwfase. Ook bij de huidige geïntegreerde contracten, inclusief de zogenoemde dbfmo’s, geldt dit regime. Het is het zelden tot nooit het geval dat de architect als geïntegreerd opdrachtnemer zijn taken uitvoert.  Ce veronderstelt een bouwsector die werkt met ‘design out waste’ als maatgevend principe. Het ontwerpen behoudt zijn cruciale betekenis. Binnen een ce-proces veranderen echter de rollen van alle partijen. Dat spreekt ook voor zich als je een proces gaat inrichten vanuit het gedachtegoed dat een gesloten kringloop van grondstoffen voor alle betrokken partijen economisch voordeel oplevert. De transitie die binnen de samenwerkende keten nodig is, wordt nog groter bij toepassing van het zogenaamde ‘performance service providing concept’. Daarbij neemt de klant diensten af (‘operational lease’) van een product in de vorm van een voorraad grondstoffen die elders in de keten in eigendom zijn.   Waar sta je als architect dan in de keten? Waar begint de verantwoordelijkheid voor het multicyclisch benaderen van alle componenten en grondstoffen van een gebouw vanuit een architectenperspectief?   In een mogelijk extreme interpretatie is de rol van de architect bij ce-projecten beperkt tot het kiezen van de componenten van eerstelijns serviceproviders. De laatste zijn de traditionele producenten en leveranciers, maar nu in de rol van serviceprovider. Zij hou-

De echte financiële prikkel en verantwoordelijkheid om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen, zit ‘lager’ in de keten, namelijk bij producenten en toeleveranciers de Architect, juni 2016 | 31


Essays Ontwerp van dynamische gebouwen

Thema: Circulair bouwen

Alliander, Duiven Dit circulaire gebouw, naar ontwerp van rau architecten, wekt meer energie op dan het zelf nodig heeft. Tachtig procent van het materiaal (zoals gebouwen, plafondplaten en toiletpotten) is opnieuw gebruikt en bovendien is oude werkkleding verwerkt tot isolatiemateriaal.

Het paradigma binnen de bouw voor architecten verschuift van ‘design out waste’ naar ‘design dynamic multicycling behaving building objects’

den hun producten (materialen, componenten) in eigendom en dus op de balans en geven een gebruiksrecht aan de klant door middel van een ‘operational lease’. Uit deze producten wordt een gebouw geassembleerd onder regie van de aannemer die tevens verantwoordelijk is voor het contractmanagement met de betrokken serviceproviders.   Vanuit het ondernemersperspectief van bouwkundig aannemers en hun balansmanagement ligt het echter niet in de rede dat zij het gebouw als primaire ‘lessor’ in eigendom nemen en bijboeken op hun balans. Ook vanuit het ce-principe dat er voor iedereen in de keten een incentive voor ce moet zijn (het zogenaamde ‘incentivizing all’ principe) is dit niet een logische gedachte. Het bedrijfsmodel van een aannemer is immers gericht op het bouwen en het coördineren van de bouw. Het nadeel om alles wat men bouwt op de balans te houden en in lease uit te geven, is dusdanig groot (los van de waarschijnlijk ontbrekende financieringsmogelijkheden hiervoor) dat het mogelijk voordeel van het recyclen en hergebruik onder druk komt te staan.   Vanuit dit principe ligt het ook minder voor de hand dat ontwikkelende vastgoedbeheerders als service provider of als huurbaas gaan acteren. Financieringswijze, beleggingsprofiel, tijdshorizon en risicobereidheid van de huidige modellen zijn immers niet in overeenstemming met het meervoudig circuleren van materialen. Gegeven de huidige verdienmodellen van deze partijen zou dit al snel tot onrealistisch hoge leasetarieven lijden.

Architect als bouwmeester 2.0

De echte financiële prikkel en verantwoordelijkheid om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen zit ‘lager’ in de keten, namelijk bij producenten en toeleveranciers. Als deze partijen de handschoen oppakken, opent dat weidse, welhaast bouwmeesterachtige perspectieven voor architecten. Niet ‘design out waste’ is daarbij dan het maatgevend paradigma, maar het ontwerpen en coördineren van een in de tijd dynamisch object. Een circulair gebouw bestaat immers uit componenten met verschillende levensduren. Deze assemblage van componenten moet dusdanig worden ontworpen én beheerd dat het meervoudig hergebruiken (multicyling) van grondstoffen vanuit de bedrijfsmodellen van de leveranciers is geborgd binnen de randvoorwaarden van de businesscase van het gebouw als geheel. Het paradigma binnen de bouw voor architecten verschuift van ‘design out waste’ naar ‘design dynamic multicycling behaving building objects’.   Het binnen de nieuwe condities ontwerpen van een gebouw dat is samengesteld uit demontabele herbruikbare componenten en uitneembare recyclebare grondstoffen, de bijbehorende coördinatie tijdens de bouw en de gebruiksperiode, het contractmanagement en eventueel zelfs het functioneren als ‘verhuurder’ (in de zin van ‘lessor’) ten opzichte van de gebruiker, en als ‘huurder’ (in de zin van ‘lessee’) van de eerstelijns dienstverleners, maken de architect tot de ontwerpende spil in het bouwproces.

Noten 1. Deze definitie is gebaseerd op de definitie van duurzaamheid in het Brundtland-rapport van 1987, maar neemt ook het thema ‘prosperity’ oftewel uit de Triple P-benadering van Elkington mee. Dit betekent in dit geval een ‘gelijkwaardige distributie van het vermogen om in de eigen behoeften te voorzien’. 2. Benyus 1997, Mc Donough & Braungardt 2002, Stahel 2010. 3. Van Hoek, T. (2015) in Van Twist. M, Chin-A-Fat, N., Scherpenisse, J. & Van der Steen, M. [red.], ‘In cirkels sturen? Reflecties over de transitie van een lineaire naar een circulaire economie’, nsob, eigen uitgave. 4. Abn amro (2014), Circulair bouwen. Het fundament onder een vernieuwde sector. Eigen uitgave.

32 | de Architect, juni 2016

De Florentijnse bouwmeester Filippo Brunellesch (1377-1446) is bekend door zijn herontdekking van het perspectief en de bouw van de koepel van de Santa Maria del Fiore. Wordt de hedendaagse architect dankzij en binnen een circulaire economie opnieuw een bouwmeester 2.0?

de Architect, juni 2016 | 33


Thema: Circulair bouwen Interview

Essays

De stap naar circulair ontwerpen

‘Verdiep je in de materie en vertaal de ideeën van de circulaire economie naar je eigen bureau’

Drie bedrijven over de architect in de circulaire economie Freek Wullink

Binnen een circulaire economie bouwen vraagt om een totale omschakeling voor de sector. Architecten nemen een nieuwe rol en positie in, passen van andere ontwerpmethoden toe en leveren andere ontwerpproducten op. De experts op dit gebied hebben de stap naar circulair bouwen al gezet en zich deze benadering eigen gemaakt, maar het peloton van de architectenbranche is nog niet zover. Fieke Grooters sprak een aantal experts over de rol van de architect in een circulair bouwproject. Hoe kun je de filosofie van de circulaire economie vertalen naar je werk als architect? Tekst

Interview met Freek Wullink (32) van Arcadis

Daarnaast zijn we momenteel bezig

ook met de andere bouwfasen moet

beide uitgangspunten geldt dat het in

om ons eigen kantoor in Amersfoort

gaan bemoeien. In het ontwerp moet

alle gevallen financieel aantrekkelijk

circulair te verbouwen. Voor ons is het

al rekening gehouden worden met

moet zijn. Dit financiële voordeel is de

een voorbeeldproject om aan onze

de demontage van de verschillende

Arcadis is een toonaangevend

reden waarom de circulaire economie

klanten te laten zien hoe wij met vast-

lagen van het gebouw (de schil, de

Copper8 bouwt mee aan het

wereldwijd Design & Consultancy

werkt ten opzichte van andere duur-

goed willen omgaan. De eerste stap

structuur, inrichting et cetera). Hierin

creëren van een economie waarin

bedrijf voor de natuurlijke en ge-

zame initiatieven.

is het ontwikkelen van een visie van

kunnen functioneel specificeren en

het begrip ‘succes’ op een andere

bouwde omgeving. Ruim twee jaar

We moeten wel oppassen dat we het

waaruit je gaat werken. Vervolgens

bim een grote rol gaan spelen. Deze

manier wordt gedefinieerd. De

geleden namen enkele enthou-

begrip niet platslaan door er één

kijk je wat er qua materialen al aanwe-

manier van functioneel uitvragen

organisatie levert een bijdrage aan

siastelingen binnen Arcadis het

definitie of een label aan te willen

zig is. Vanuit daar werk je verder. Het

zorgt voor meer innovatiemogelijk-

de transitie naar een circulaire eco-

initiatief om zich te gaan verdiepen

koppelen. Met de ontwikkeling van

gaat daarbij ook om tijdig de dialoog

heden in de bouw. En het gebruik van

nomie door grensoverschrijdende

in de circulaire economie. Hun

labels kan een lijst ontstaan waarmee

aan gaan met leveranciers en de

bim zorgt voor een betere informatie-

samenwerking. Met hun aansteke-

eerste stap was het definiëren van

je de meeste punten probeert af te

producenten. Hoe gaan ze om met de

borging gedurende de gehele levens-

lijke passie voor circulariteit inspi-

het begrip voor de verschillende

vinken met de minste effort. Het gaat

materialen in het ontwerp, de produc-

cyclus van het gebouw.

reren zij organisaties om verbin-

‘business lines’ van Infrastructuur,

om co-creatie, anders samenwerken,

tie, het gebruik en na het gebruik? Dit

Water, Milieu en Gebouwen, met als

andere businessmodellen. Dat is niet

moet je weten om zo de juiste vraag

Welke stappen zijn voor een architect

en binnen ketens. Het bedrijf is

doel de principes van de circu-

in een label te vatten.

aan de markt te kunnen stellen.

het moeilijkst om te zetten?

ruim drie jaar oud en heeft nu al de

Om de stap te zetten moet je je

ambitie om misbaar te worden, het

laire economie toe te passen in de

dingen te leggen tussen disciplines

projecten van Arcadis. Een van de

Op welk ce-project waaraan je hebt

Wat zijn de grootste verschillen

verdiepen in de ideeën achter de

liefst zo snel mogelijk. Ze begelei-

initiatiefnemers was Freek Wullink

gewerkt ben je het meest trots?

tussen een architect in een lineaire

circulaire economie en daar vervol-

den bedrijven door middel van het

die klanten adviseert hoe ze in

Met de nieuwbouw van de kringloop-

economie en de architect in een

gens mee gaan experimenteren voor

principe: voordoen, nadoen, zelf

projecten circulair denken kunnen

winkel in Houten was Arcadis in 2012

circulaire economie, wat zijn positie

jezelf. Dat vraagt tijd. Grote bedrijven

doen. Copper8 wil bij de bedrijven

toepassen.

een van de voorlopers in circulair

en zijn producten betreft?

hebben vaak wel de tijd en ruimte om

een nieuwe mindset creëren, waar-

een project dat geheel is ontworpen

wikkelen dat energie- en budget-

denken. Een van onze architecten

Nu houdt de architect zich bezig met

zich te verdiepen in nieuwe thema’s

van de toegevoegde waarde zit in

met nieuwe, lokaal geproduceerde

neutraal is in het gehele proces van

Er zijn verschillende definities van

Jeroen Eulderink heeft in dit project

het ontwerpen van gebouwen. Hij

als circulaire economie. Veel kleine

het stellen van de juiste vraag, het

materialen die demontabel worden

sloop, bouw en gebruik. Om dit te

circulaire economie. Wat versta je

een voortrekkersrol gehad. Er zijn

houdt zich dus bezig met de eerste

bureaus zijn echter vooral bezig met

samenwerken en het hebben van

bevestigd? De definitie verschilt per

kunnen realiseren werd een inno-

eronder?

veel bestaande materialen zoals

fase van een gebouwencyclus; de

overleven. Dat geeft een drempel om

vertrouwen in de markt.

project en per opdrachtgever. Als

vatief aanbestedingsproces ontwik-

Voor mij is de definitie een combina-

pallethout en stelconplaten gebruikt

bouw. Maar in het gehele bouw-

je kennis en kunde te ontwikkelen. De

opdrachtgever moet je nagaan welke

keld waarin samenwerking tussen

tie van verschillende uitgangspunten.

in de gevelafwerking. Het toepassen

proces zijn meer fasen, om de cirkel

tijd vinden om voor je eigen bureau

Er zijn verschillende definities van

waarden jij belangrijk vindt en dat

de partijen één van de belangrijkste

Zowel het circulair denken in materi-

van deze materialen vraagt echter wel

compleet te maken komt er ook een

een plan op te stellen is een moeilijke

circulaire economie. Wat versta je

vertaal je naar hoe je circulariteit

kernwaarden was. Een groot deel van

aalstromen, als het circulair denken

om een bepaalde mate van sociale

tijd van renovatie en in veel gevallen

stap, maar wel de belangrijke eerste

eronder?

uitvraagt. Daar zoek je dan vervolgens

de vrijgekomen materialen uit de

in nieuwe businessmodellen is onder-

innovatie.

de sloop. Ik denk dat de architect zich

stap. Door de veranderende vraag

Circulaire economie is een breed

een geschikte partner bij, met wie er

sloop is hergebruikt in de nieuwbouw.

gaan circulaire principes een steeds

begrip waaronder veel verschillende

een klik is op gedeelde waarden en

Een ander bijzonder project is de

grotere rol spelen voor opdracht-

zaken vallen. Het hogere doel achter

visie.

duurzame herhuisvesting van Liander

gevers. Het is daarom wel essentieel

circulaire economie is waardebehoud.

om deze stap tijdig te zetten.

Landen, bedrijven en burgers besef-

Op welk ce-project waaraan jullie

opdrachtgever een nieuw Europees

fen steeds meer dat we momenteel

hebben gewerkt zijn jullie het meest

aanbestedingsproces hebben

Waar zitten de grootste kansen

veel waarde verkwisten, omdat

trots?

ontwikkeld om de nieuwe vraag in de

voor een architect?

we grondstoffen delven die we na

Ten eerste zijn we erg trots op een

markt te kunnen zetten. In dit nieuwe

Het wordt veel leuker! Omdat je als

eenmalig (en vaak ook kort) gebruik

sloop- en nieuwbouwproject in

proces was circulaire economie één

architect een veel grotere rol kan krij-

vernietigen of dumpen. Hergebruik

Amsterdam Nieuw-West: Co-green,

van de belangrijkste uitgangspunten.

gen gedurende het hele bouwproces,

is in de circulaire economie het be-

stadstuin Overtoom uit 2008 waarin

We hadden het bestaande ontwerp

dus ook na oplevering. Je rol kan veel

langrijkste middel om dat gewenste

Woningcorporatie Eigen Haard 350

losgelaten en we gingen terug naar

vloeibaarder en dynamischer worden.

waardebehoud te kunnen realiseren.

nieuwbouwwoningen heeft gereali-

de essentie van de vraag. We zochten

Je kan een meer inspirerende rol heb-

Een uitdagende zoektocht op dit mo-

seerd. In dit project is destijds al de

naar partijen die voor Liander binnen

ben in het project. Meer dialoog, meer

ment ligt op het vlak van het bepalen

filosofie van de circulaire economie

het financiële kader vier ambities

samenwerking met opdrachtgever,

van de mate van circulariteit. Want

toegepast, zonder dat het toen al die

konden realiseren. Namelijk: circulair

meer transparantie.

wat is nu meer circulair: een project

naam had gekregen. De vraag vanuit

gebouw en bouwproces, energie-

met veel hergebruikte materialen of

de markt was om een project te ont-

positief complex, het nieuwe werken

Fieke Grooters

Kringloopwinkel in Houten. De gevel is opgebouwd uit pallethout en stelcon. Foto Michel Kievits

34 | de Architect, juni 2016

Interview met Noor Huitema (36) van Copper8

deel van circulaire economie. Voor

Alliander in Duiven

in Duiven waarin wij samen met de

de Architect, juni 2016 | 35


Essays De stap naar circulair ontwerpen

Thema: Circulair bouwen Interview

‘Durf te doen’

‘Be the change you want to see in the world’

Noor Huitema

Niel Slob

toepassen en het project moest

en best passende oplossingen

een positieve impact hebben op

in circulariteit voor dit specifieke

de omgeving. Deze open vraag is

project door het consortium

aan de markt voorgelegd.

gevonden worden.

Interview met Niel Slob (29) en Saman Mohammadi (30) van re-born

een financieel gedreven milieu ‘in-

hier naar de bestaande materialen en

centive’; we zijn goed voor het milieu

hoe we deze opnieuw kunnen inzet-

en daar verdienen we allemaal geld

ten. Daarnaast onderzoeken we hoe

mee. Is in een project dit financiële

we het beste kunnen omgaan met

voordeel er niet, dan zijn de ideeën

de koop-terugkoop garantie en met

Saman Mohammadi

Wat zijn de grootste verschillen

Welke stappen zijn voor een

Niel Slob en Saman Mohammadi

van de circulaire economie niet vol-

slimme circulaire businessmodel-

tussen een architect in een line-

architect het moeilijkst om te

zijn ontwikkelaars en proces-

ledig verwerkt in het businessmodel

len voor leveranciers. Deze zelfde

aire economie en de architect in

zetten volgens jullie?

managers op het gebied van cir-

ervan. Een ‘Cradle to Cradle’ tapijt-

principes passen we ook toe in de

een circulaire economie, wat zijn

Om deze ontwikkeling te maken

culair vastgoed. re-born bv treedt

tegel, ontwikkeld vanuit de principes

ontwikkeling van een hotel in Best.

positie en producten betreft?

moet je de filosofie doorleven.

op als gedelegeerd opdrachtgever

van de circulaire economie, zal op de

Een architect in een circulaire

Je zult namelijk een heel andere

voor onderwijs- en zorginstellin-

lange termijn altijd voordeliger zijn

Wat zijn de grootste verschillen

economie zal, wellicht nog meer

ontwerpmethode moeten gaan

gen, maar ontwikkelt ook zelf in

dan een traditionele tapijttegel. Die

tussen een architect in een lineaire

dan in een lineaire economie, de

hanteren. Je maakt andere afspra-

samenwerking met privébeleggers.

is namelijk zo ontworpen dat hij in de

economie en de architect in een

spin in het web zijn tussen veel

ken met leveranciers, je ontwerpt

In beide gevallen spelen de prin-

toekomst hergebruikt kan worden. De

circulaire economie, wat zijn positie

verschillende partijen. Waarbij de

vanuit andere doelstellingen, je

cipes van de circulaire economie

waarde van het materiaal wordt dus

en zijn producten betreft?

partijen op basis van toegevoegde

voert heel andere gesprekken

een belangrijke rol. Deze principes

niet volledig afgeschreven.

In de nieuwe economie gaan we toe

waarde met elkaar gaan samen-

dan normaal en dat kan alleen

passen ze niet alleen toe vanuit

werken en langeretermijnverbin-

als je er echt in gelooft dat het

morele overwegingen, maar ook

Op welk ce-project waaraan jullie

en integratie tussen disciplines.

dingen met elkaar aangaan. Het

voor jou en de opdrachtgever

vanwege de financiële voordelen

hebben gewerkt zijn jullie het meest

In plaats van een ontwerp tot in

zal wellicht niet meer zo zijn dat

toegevoegde waarde heeft.

die ze met zich meebrengen voor

trots?

detail uit te werken, maken onze

je materialen en producten koopt

Het mooiste is als je als architect

zowel opdrachtgevers als

We werken vanuit twee verschillende

architecten een voorlopig ontwerp.

maar dat je ze vooral voor een

al voor de sloop van een bepaald

aannemende partijen.

rollen. Als gedelegeerd opdrachtgever

Vervolgens wordt dit voorlopig

bepaalde periode gebruikt en de

gebouw kan aangeven welke ma-

leiden, coachen en trainen we interne

ontwerp aan de aannemende partijen

architect dus zo moet ontwerpen

terialen je wilt hergebruiken. Dat

Er zijn verschillende definities

organisaties om circulaire projecten

en leveranciers voorgelegd, zodat

dat ze weer her te gebruiken zijn

je door het gebouw heenloopt

van circulaire economie.

te realiseren. Wanneer we in samen-

zij hun onderdelen verder kunnen

bedoelen? Een gebouw bestaat uit

Welke stappen zijn voor een

kunnen blijven voldoen aan de vraag

(met optimaal waardebehoud).

en je creativiteit de vrije loop laat

Wat verstaan jullie eronder?

werking met privébeleggers zelf ont-

uitwerken. Op deze manier kunnen zij

verschillende lagen (constructie,

architect volgens jullie het moeilijkst

moet je deze stap weten te zetten.

Of juist werken met materialen

gaan om nieuwe toepassingen

Iedereen praat over circulaire

wikkelen, kunnen we snellere stappen

de verantwoordelijkheid nemen voor

gevels, installaties, interieur) met

om te zetten?

Daarnaast kan deze circulaire manier

en producten die al een keer ge-

te bedenken voor bestaande

economie, maar niemand weet wat

zetten en innovaties realiseren die

de detaillering en uitvoering van hun

verschillende levenscycli. Deze lagen

Wij merken dat het uit handen geven

van ontwerpen voor de lange termijn

bruikt zijn en daarmee bepaalde

materialen.

het precies is. Afgelopen november

een voorbeeld zijn voor de markt.

circulaire producten op lange termijn.

moeten door de tijd heen los van el-

van het ontwerp in een vroeg stadium

relaties zorgen tussen de architect

hebben we onze definitie uiteengezet

Zo zijn we momenteel bezig met de

Onze architecten toetsen in deze fase

kaar kunnen evolueren. Als alle lagen

voor sommige architecten een moei-

en zijn opdrachtgever. Een evolu-

eigenschappen zoals afmetingen,

naar een vroegtijdige samenwerking

Visualisatie Kop Grasweg in Amsterdam-Noord

kleur en beschadigingen hebben.

Waar zitten de grootste kansen

samen met Matthijs Prins van de tu

circulaire gebiedsontwikkeling Kop

de uitwerkingen aan de hand van het

los van elkaar en met demontabele

lijke stap is. Functioneel, ruimtelijk en

tionair en circulair gebouw is een

Daarnaast zal je als architect geen

voor een architect?

Delft voor een internationaal congres

Grasweg in Amsterdam-Noord, in

opgestelde voorlopige ontwerp.

verbindingen zijn ontworpen, kunnen

esthetisch blijven architecten aan zet,

dynamisch gebouw dat je gemakkelijk

gesloten vraag meer krijgen met

Vaak wordt duurzaamheid al

in Londen. Deze uitgebreide definitie

samenwerking met Amvest en Hurks.

Behalve in de rol, zien wij ook een

materialen zonder waardeverlies

maar in de techniek is het een samen-

kunt aanpassen wanneer de wensen

een Programma van Eisen dat je

meegenomen in de weging bij de

is te lezen in onze paper Radical

In plaats van een los object circulair

verandering in het ontwerp zelf. Dit

worden hergebruikt. Op deze manier

werking met leveranciers.

van de gebruiker veranderen. Na de

moet volgen. Je zal de visie en de

gunningsprocessen. De uitdaging

Circular Economy.

te ontwikkelen wordt hier een heel

wordt evolutionair als fundament

zijn gebouwen in staat in te spelen op

Daarnaast denken we nog te veel

oplevering ren je niet meer weg. Na

wensen betreffende circulariteit

is om het goedkoper te maken

Voor ons is circulaire economie vooral

gebied circulair ontwikkeld. We kijken

voor circulair. Wat wij hiermee

een dynamische toekomst.

in nieuwe producten en nieuwe ge-

de oplevering ga je het gebouw mo-

moeten vertalen in een ontwerp

dan de traditionele aanpak. Als

bouwen. De denkwijze moet anders.

nitoren, analyseren en optimaliseren

dat binnen de gestelde kaders

je dat lukt, is een keuze door

Er moet vanuit het bestaande ont-

om zijn functioneren te handhaven

van de opdrachtgever past. Om

opdrachtgevers gemakkelijk

worpen worden, in plaats van op een

of te verbeteren. Hierin zal bim ook

die wensen zo goed mogelijk te

gemaakt. En daarnaast moet je

wit vel te beginnen. Denken vanuit

een belangrijke rol gaan spelen, als

begrijpen en het best passende

het gewoon doen! Soms denken

lagen en bestaande producten is een

dynamisch gebouwdossier en een

ontwerp te maken moet je niet

architecten: “Wat weet ik nou

andere manier van ontwerpen, een

koppeling met het gebouwbeheers-

gelijk in oplossingen gaan denken

van circulariteit, ik heb me er niet

ontwerpmethode veranderen is lastig.

systeem. Je kan ook zelf initiëren

en nog even wachten met teke-

in verdiept.” Maar als ze er even

nen. De opdrachtgever doet een

over nadenken, is het niet zo

Waar zitten de grootste kansen voor

bevordering van goed gebruik. Als

uitvraag voor een heel team, een

spannend. Het is gewoon doen.

een architect?

je het goed aanpakt, genereer je op

consortium, waar je als architect

En vooral in goede afstemming

De vraag vanuit opdrachtgevers zal

die manier prestatiegerichte lange-

deel van uitmaakt. Op deze ma-

met je opdrachtgever.

ook steeds meer gebaseerd zijn

termijnverdienmodellen als

op de circulaire economie, om te

architectenbureau.

nier zullen de meest innovatieve

36 | de Architect, juni 2016

wanneer een aanpassing nodig is ter

Visualisatie hotel in Best

de Architect, juni 2016 | 37


Ontmoeting Stadskantoor in Venlo

Thema: Circulair bouwen

Stadskantoor in Venlo Gesloten kringlopen en de mens centraal

Tekst

Harm Tilman

3

Bij het kiezen van een architect voor het nieuwe Stadskantoor van Venlo heeft de gemeente bewust naar een ontwerper gezocht die de principes van Cradle to Cradle als leidend uitgangspunt voor het gebouw zou nemen. Kraaijvanger architects heeft in nauwe samenwerking met opdrachtgever en toeleveranciers een inspirerende, comfortabele en gezonde werkomgeving ontworpen die het ziekteverzuim van de ambtenaren omlaag kan brengen. Opdrachtgever Michel Weijers

Architect Hans Goverde

Een circulair gebouw is bijzondere opgave

Een circulair gebouw is bijzondere opgave

Welke waarden vond jij als opdrachtgever belangrijk in de opgave van het stadskantoor? De gemeente Venlo heeft in 2007 de c2c-principes als uitgangspunt voor nieuw beleid gekozen. Vanaf dat moment wilden we kantoren gaan bouwen die meerwaarde creëren. Het is op dit moment weliswaar nog niet mogelijk om voor honderd procent met c2c-materialen een kantoor te bouwen, maar het moet beter en klaar zijn. Dat betekent dat een gebouw kringlopen moet sluiten, dus zo veel mogelijk materialen gebruiken die te re- of upcyclen zijn. Daarnaast moet het de lucht zuiveren, niet alleen voor de stad maar ook voor de mensen die in het gebouw werken. Verder vinden we dat een gebouw zo veel mogelijk zijn eigen energie moet opwekken en waterkringlopen sluiten. Minstens zo belangrijk is dat een gebouw ook het verhaal vertelt. Het gebouw moet een voorbeeld zijn voor de andere gebouwen in de stad maar ook daarbuiten. Circulariteit en c2c moeten behalve functioneel ook zichtbaar zijn. Alleen zo kun je gemakkelijker met het gebouw communiceren.

Als architect werd je gevraagd in Venlo een c2c-gebouw te maken. Hoe hebben jullie aan deze uitvraag naar circulariteit gewerkt? We hebben ons als eerste afgevraagd hoe je een c2c-gebouw maakt. We zijn niet direct gaan schetsen, maar begonnen met de processen in en rond het gebouw. Welke stromen gaan erin en eruit? Welke cyclussen kun je sluiten? C2c gaat over diversiteit creëren, over cirkels maken om afval te vermijden. We hebben onderzocht wat je kunt doen met de lucht die een gebouw inen uitgaat. Dezelfde vragen hebben we gesteld over water, energie en licht. Daarnaast hebben we gekeken naar de binding die het gebouw met de omgeving heeft. In de regio zijn partijen die van zo’n project kunnen profiteren. Daarbij kun je denken aan scholing, catering, levering van materialen.

Tot welke uitvraag naar circulariteit heeft dit geleid? De uitvraag aan de architect was een andere dan bij een standaard kantoorgebouw. In onze aanbestedingsprocedure lag de nadruk niet op de selectie van ontwerp, maar op de selectie van een visie. De architect moest ook laten zien wat c2c kon betekenen voor dit gebouw. Vervolgens hebben we een architect geselecteerd en samen met hem de rest van het ontwerpteam samengesteld.

Het Stadskantoor benut regenwater, maakt energie en zuivert de lucht. Foto Stijn Poelstra

38 | de Architect, juni 2016

Waarom kozen jullie voor een visieselectie? Als opdrachtgever willen we actief deel uitmaken van het ontwerpproces. In de traditionele manieren van aanbesteden zet je een programma van eisen op de markt en krijg je er vervolgens een kant en klaar ontwerp voor terug. Dat is niet meer van deze tijd. We vinden het belangrijk dat onze eigen organisatie in de praktijk

Waar kwamen jullie op uit? Tijdens een inspiratiesessie vroegen we Michael Braungart waar we het beste konden beginnen. Zijn antwoord was: begin met een gezond gebouw. Dat vormde voor ons het vertrekpunt van het ontwerp. Je kunt een gezond gebouw maken, door het verzuim omlaag te brengen. In het gebouw hebben we daarom een verticaal stelsel van vides met trappen gemaakt, waarin zich ook de hotspots bevinden. Hier drinken de medewerkers koffie, hebben ze een overleg of zien ze hun collega’s. Dat stelsel van vides functioneert tevens als het luchtcirculatie kanaal. In het gebouw zitten meer van dergelijke elementen die mensen gezonder en gelukkiger maken. De circulariteit van een gebouw zit dus niet alleen in het hergebruik van de materialen? Als je alleen op de materialen let, doe je te weinig. Het gaat naast gezonde materialen en upcycling ook om het creëren van diversiteit. Daarbij kun je denken aan biodiversiteit. Met de groene wand maken we een verticaal park in het gebouw. Daarnaast hebben we in de plint functies onderbracht die levendigheid brengen en het stedelijk leven activeren. Tot slot hebben we diversiteit gecreëerd door partners uit de regio bij het project te betrekken. Je kunt ook kijken naar scholing en het financiële systeem. Vorig jaar was ik

de Architect, juni 2016 | 39


Ontmoeting Stadskantoor in Venlo

Thema: Circulair bouwen

Geld stuurt de wereld Anne-Marie Rakhorst heeft een nieuw boek geschreven, getiteld Geld stuurt de wereld. Jij bepaalt de koers. Ze behandelt daarin het thema hoe we ons geld beter voor duurzame doelen kunnen laten werken. Ze vraagt zich daarbij af waarom we dat ondanks onze rijkdom niet doen. Rakhorst formuleert vervolgens een aantal randvoorwaarden, waaronder het ontwikkelen van een Code voor Duurzaam Ondernemerschap.

in aanraking komt met c2c. Van stedebouwkundige tot facilitaire beheerder diende iedereen een plek te krijgen in het ontwerpproces. Je hoort tegenwoordig veel over de circulaire economie. Is het Stadskantoor ook te begrijpen in dat licht? We willen meerwaarde creëren. Belangrijkste uitgangspunt bij het stadskantoor is dat we door het sluiten van kringlopen en het zuiveren van de lucht een positieve impact hebben. Het gebouw is zo ontworpen dat het voor een belangrijk deel ook demontabel is. Het stadskantoor staat voor een periode van veertig jaar in de boeken. Als we het daarna willen slopen, kunnen we het gebouw in onderdelen uit elkaar halen en hebben we een restwaarde van zeker tien procent. Dat past heel mooi in de circulaire gedachte. Daarbij moet je vooral in kringlopen denken en de mens centraal stellen. Het gebouw is een middel om de bedrijfsvoering van de gemeente Venlo te optimaliseren. Het gebouw kost vijftig miljoen, maar jaarlijks geeft de gemeente zestig miljoen uit aan personeel. Als je ergens geld kunt verdienen, is door te investeren in het menselijke kapitaal. Waar zit de belangrijkste prikkel en verantwoordelijkheid om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen? Ik zie dat als een gedeelde verantwoordelijkheid. De opdrachtgever heeft daarin wel een belangrijke rol. Ieder stap in het ontwerpproces is getoetst aan de ambities die we hadden vastgesteld met betrekking tot het stadskantoor. Maar uiteindelijk moet je als opdrachtgever worden ontzorgd door het ontwerpteam. Dus de architect, de technische adviseur, de constructeur moeten met voorstellen komen die deze ambities waarmaken. We hebben heel veel tijd besteed aan de manier waarop ze dat het beste konden doen. Welke innovaties waren daarvoor nodig? We hebben als gemeente samen met de specialisten dan ook veel marktconsultaties gedaan. Daarbij is nadrukkelijk getoetst of de ideeën die in het ontwerpproces naar voren kwamen, haalbaar of maakbaar zijn. We hebben de markt dus nadrukkelijk uitgenodigd te komen met voorstellen hoe je bijvoorbeeld een groene gevel maakt of met energie kunt omgaan. We wilden een realistisch gebouw maken, geen luchtkasteel. In welke fase gebeurde dit? We zijn hiermee al begonnen in de fase van het vo.

40 | de Architect, juni 2016

met de opdrachtgever in Luxemburg. Op uitnodiging van de eib vertelden we over het Stadskantoor als een proeve van circulair denken en bouwen. De eib ontwikkelt financiële modellen om van bovenaf het goede te doen en gebouwen te stimuleren die gezond zijn en niet uitgaan van eindige modellen. Dat is geen spielerei, de grote banken en pensioenfondsen zitten aan tafel. Waar zit de prikkel om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen? De banken kijken inmiddels vooruit met een scope van tien tot twintig jaar. Beleggers zijn tot het inzicht gekomen dat veel van de huidige ontwikkelingsmodellen doodlopen. Je kunt beter investeren in bedrijven die het goede doen. C2c is het creëren van meerwaarde. Je hebt pas een plausibel businessmodel, als je een product niet hoeft weg te gooien en het een grondstof kan zijn voor nieuwe producten. Ons gebouw biedt plaats aan achthonderd werknemers. Het is behalve een gebouw ook een systeem dat de lucht aantoonbaar filtert. Zo ben ik ook verliefd op de houten binnenwanden achter de groene gevel. Deze wanden zijn zonder lijnverbinding gemaakt. Het is een product zonder vervelende stoffen, dat je op diverse manieren kunt hergebruiken. Deze zijn afkomstig van een c2c-gecertificeerd bedrijf. Ook dat heeft meerwaarde. Welke innovaties waren nodig op dit vlak? We hebben een flinke leercurve doorgemaakt. Zo hebben we geprobeerd om c2c-beton te maken, toen het niet lukte om het gebouw in hout te maken. Daarvoor hebben we Hicrete toegepast. In het overige beton is maximaal granulaat gebruikt. De groene longgevel die aantoonbaar lucht zuivert, is nog niet eerder gebouwd. Ook zitten er een aantal nieuwe c2c-producten in. In een overheidsgebouw dat wordt getenderd en met een bestek op de markt wordt gezet, is de grootste vraag hoe je deze producten goed kunt toepassen. Met een bestek bevries je alles. Gevolg is dat wanneer een gebouw wordt opgeleverd, al veel is verouderd. De grootste vraag is hoe je door kunt blijven ontwikkelen en innoveren. Hoe kun je er voor zorgen dat de vernieuwing niet wordt gestopt? We zijn optimistisch begonnen door te zeggen dat de aannemer met een alternatief voor een c2c-product mocht komen, als het goed zo niet beter was. Om dit te kunnen testen hebben we het instrument van de quick scan bedacht. Epea zou voor een relatief laag bedrag deze quick scans gaan doen. Dat is echter niet gelukt. Toen hebben we de materiaalpaspoorten ingevoerd. Daarin worden de opbouw en de samenstelling van de producten vastgelegd. Dat is niet ideaal, maar meer was op dat moment niet haalbaar. Veel bedrijven maken inmiddels de sprong naar certificering. Dat geldt bijvoorbeeld voor Mostert De Winter die de groene wand heeft geleverd, maar ook voor Interwand dat de glazen binnenwanden heeft geleverd.

Het verloop van de onderlinge samenwerking

Het verloop van de onderlinge samenwerking

Van c2c en ce wordt vaak gezegd dat dit alleen mogelijk is via co-creatie, door anders met elkaar samen te werken. Kun je vertellen hoe de samenwerking hier is verlopen? Samen met de architect hebben we snelkookpansessies georganiseerd. We hebben bewust gekozen voor een atelier waarin het gehele team bij elkaar kwam en waarbij steeds met alle disciplines in perioden van twee-drie dagen heel geconcentreerd en intensief een stap werd gezet. Dat herhaalden we enkele keren. Uiteindelijk heeft dat geleid tot een versnelling van het ontwerpproces.

Van ce wordt vaak gezegd dat het gaat om co-creatie en om anders samenwerken. Kun je vertellen hoe de samenwerking hier is verlopen? Dat is cruciaal. Met de leverancier van de groene wand hebben we intense gesprekken gevoerd om tot dat innovatieve luchtzuiveringssysteem te komen. Er zijn nogal wat eisen waaraan dit moet voldoen. Zo moet er een spouw achter zitten en moet de lucht er doorheen kunnen gaan. Maar ook moet de wand mooi groen blijven en meekleuren met de seizoenen. Verder moet hij technisch in orde zijn en de onderdelen moeten gemakkelijk te vervangen zijn. Het gesprek over deze zaken zijn we al in de tenderfase begonnen; het was overigens de reden dat we Venlo hebben gewonnen. We stelden de juiste vragen en dat heeft de opdrachtgever geraakt. In het vo spraken we met veel leveranciers over onze ambitie om een gebouw met een gezond binnenklimaat te maken. Uiteindelijk zijn de leveranciers de partijen die het gebouw maken. Daar ligt de basis en die moet je meekrijgen.

Hoe belangrijk is de dialoog met de toeleveranciers geweest? Bij de grote elementen van het gebouw, zoals de constructie, de groene gevels, de installaties en de inrichting, hebben we met toeleveranciers gesprekken gevoerd. Aanvankelijk waren ze terughoudend, want ze moesten kennis gaan delen. De concurrent kon zo de opdracht krijgen met kennis van een ander bedrijf. Aan andere kant hadden ze natuurlijk wel de mogelijkheid om een groot deel van het Stadskantoor te gaan leveren. Bij de grote jongens hebben we hiervoor een kleine vergoeding betaald. In welke fase hebben jullie deze gesprekken gedaan? In de fase van het bestek zijn we daar heel intensief mee bezig geweest. Daarbij hebben we flink gebruikgemaakt van de database van het c2c Expolab. We wilden bij voorkeur gecertificeerde materialen, maar het mochten ook vergelijkbare materialen zijn. We hebben de toeleveranciers steeds heel nadrukkelijk gevraagd aan te geven wat in hun producten zit. We wilden weten of hun producten giftig waren, of we ze konden recyclen, uit welke bronmaterialen ze bestaan. Zeker in het begin merkte je dat die vragen nauwelijks waren gesteld. Negen van de tien toeleveranciers wisten van toeten noch blazen.

Zijn dat de belangrijkste aanspreekpartners, meer dan de adviseurs en de aannemer? In dit ontwerpproces zeker. Haskoning had een belangrijke functie in het doorrekenen van de systemen, maar het zwaartepunt lag in mijn beleving bij de toeleveranciers. In Venlo kun je dan ook echt spreken van co-makership. De kas op het dak is bijvoorbeeld heel goed uitgepakt. Dat geldt ook voor de energiehuishouding en de groene wand. Van aannemers wil het cliché dat ze te laag inschrijven en dat dan in de bouw willen terugverdienen door het gebouw uit te kleden. Hier lijkt dat niet te zijn gebeurd. De stukken waren op orde en de directievoering van de gemeente was sterk. Het proces is stevig bewaakt. Bovendien was de aannemer kundig en had hij de wil mee te denken. Je moet niet tegenover maar naast elkaar staan. Alleen zo kun je de beste oplossingen verzinnen. We moesten bijvoorbeeld glijkisten maken voor de diepwanden. Aanvankelijk wilde de aannemer de naden tussen die wanden met kit dichtpurren. Dat hebben we niet geaccepteerd en is uiteindelijk met een soort modder gedaan. Zeker in het begin was er een goede flow. Uiteindelijk bleek het bouwproces weerbarstiger te zijn dan gedacht en is het wat meer traditioneel geworden. In Park22 in Hoofddorp zit de bouwer bijvoorbeeld in het consortium. Dat biedt misschien voordelen. Om te weten welke methodiek de voorkeur verdient, zul je moeten meten wat het gebouw doet met luchtkwaliteit en ziekteverzuim. Alleen als je dat weet, kun je serieus gaan rekenen. In Nederland realiseert men zich nog onvoldoende dat de totale bouwkosten in geen verhouding staan tot de kosten van bedrijfsvoering. Investeren in een goed gebouw loont.

de Architect, juni 2016 | 41


Ontmoeting Stadskantoor in Venlo

Thema: Circulair bouwen

In materiaalpaspoorten zijn de opbouw en de samenstelling van de toegepaste producten vastgelegd. Foto Stijn Poelstra

42 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 43


Ontmoeting Stadskantoor in Venlo

Thema: Circulair bouwen

Accoya-hout Duurzame materialen veroorzaken geen vervuiling en vernietigen geen kapitaal. Hout is een duurzame grondstof, omdat het zich eeuwig vernieuwd en biologisch afbreekbaar is. Accoya heeft zijn duurzaamheidskenmerken verkregen via acetylering. Hierdoor krijgt het hout kenmerken van tropisch hardhout.

Verschillen tussen normale en circulaire gebouwen

Verschillen tussen normale en circulaire gebouwen

Cruciale stappen in het proces

Cruciale stappen in het proces

Wat zijn de grootse verschillen tussen een opdrachtgever van een normaal gebouw en een circulair gebouw? Het belangrijkste verschil is toch wel dat voor ons het gebouw een middel is om de bedrijfsvoering van de gemeente Venlo te verbeteren. Het wordt van binnen naar buiten ontworpen. We hebben uiteindelijk heel erg gekeken naar het gebruik van dat gebouw. Bij de meer reguliere gebouwen is de stedebouwkundige context van groot belang. Hier hebben we vooral onderzocht hoe we een gebouw konden maken dat restwaarde heeft, waarbij kringlopen worden gesloten, de luchtkwaliteit optimaal is en het bedrijfsproces gunstig verloopt. Wat daarbij sterk heeft geholpen, is dat we de jaarlijkse kosten van het gebouw goed in kaart hebben gebracht. Die bestaan allereerst uit de hypotheekkosten die je jaarlijks moet afdragen voor het geld dat je hebt geleend. Maar naast deze kapitaalslast heb je ook de exploitatielast, dus de kosten die je maakt voor onderhoud en energie. Ten slotte ben je geld kwijt voor de bedrijfsvoering. We hebben deze drie geldstromen samengevoegd tot een budget en daaraan de opgave verbonden hierin het optimum te vinden. Dat is fundamenteel anders dan een standaard bouwbudget waarmee je een zo duurzaam mogelijk gebouw probeert te maken.

Wat zijn de grootse verschillen tussen het ontwerp van een normaal gebouw en een circulair gebouw? Bij een circulair gebouw is de gehele levenscyclus een issue. Daarin doe je investeringen die zich in vifjtien tot twintig jaar terugverdienen. Een circulair gebouw levert dus geld op. Bij een traditioneel gebouw kan dat niet. Dat wordt in tien jaar afgeschreven en wat daarna met het gebouw gebeurt, is geen issue. Vanuit deze manier van denken ga je anders naar producten kijken. Aan deze kun je een restwaarde toeschrijven waarmee je geheel anders kunt rekenen, maar dat staat nog in de kinderschoenen. Het interieur is zo aanbesteed dat de toeleveranciers producten met een bepaald restwaarde moesten leveren. Het is een totaal andere manier van redeneren. In de traditionele bouw ontvang je een programma van eisen en krijg je te horen wat de bouwtijd is en wat het mag kosten. Ook wordt de bruto-nettoverhouding aangegeven. Tegenwoordig gaat het over geheel andere dingen.

Wat zijn de meest cruciale / moeilijkste stappen geweest bij het maken van dit gebouw? Dat zijn volgens mij twee dingen. Het is ontzettend belangrijk dat de kwaliteit van het ontwerpteam goed is. Zowel opdrachtgever als opdrachtnemer moet de verantwoordelijkheid nemen om de ambities waar te maken. C2c was daarom ook leidend bij de keuze van de adviseurs. Daarnaast was essentieel dat we van de gemeenteraad toestemming kregen om op basis van Total Cost of Ownership de financiële keuzen te maken. Zo konden we meer investeren in het gebouw, terwijl de totale exploitatielast omlaagging. Om de mogelijkheden die dit bood uit te buiten hebben we een bespaar- en verdienmatrix opgesteld. We begonnen met een budget van 65 miljoen en ondanks de crisis en bezuinigingsdruk, konden we door 3,4 miljoen meer te investeren, de noodzakelijke bezuinigingen op langere termijn terugverdienen. Uiteindelijk ben ik blij dat we moesten gaan bezuinigen. Daardoor werden we gedwongen op een andere financiële manier naar het gebouw te gaan kijken. Dat was anders helemaal niet gebeurd.

Wat zijn de meest cruciale stappen geweest bij het maken van dit gebouw? Er zijn twee kantelmomenten in het proces geweest. In het begin hebben wij een week lang in een vakantiepark bij Venlo gezeten. We hebben bij de gemeente een atelier ingericht, waarbij iedereen was betrokken, van de brandweer tot de gebruikers en de toeleveranciers. Die week was achteraf gezien goud waard. De dynamiek die toen ontstond, plaveide de weg naar de oplossingen die in schetsvorm ontstonden en nu dit gebouw onderscheiden. Een ander kantelmoment was toen opdrachtgever Michel Weijers naar de gemeenteraad ging met een pakket maatregelen van drieënhalf miljoen euro en liet zien dat de gemeente met dit gebouw na zeventien jaar geld zou gaan verdienen. Dit maakte heel veel mogelijk. Het zorgde voor lage energielasten en het werd gemakkelijker geld te lenen. Het krediet kwam er en de gemeenteraad gaf aan dat alle gebouwen op deze manier moesten worden ontwikkeld.

Kun je een voorbeeld geven van de manier waarop dit gebouw helpt bedrijfsprocessen te optimaliseren? Venlo heeft een relatief hoog ziekteverzuim. We hebben uitgerekend wat het betekent als we één procent minder ziekteverzuim zouden hebben en daarmee één procent meer productiviteit. Het zou betekenen dat we jaarlijks een half miljoen euro minder kwijt zouden zijn. Daarnaast hebben we de ambitie om binnen de gemeentelijke organisatie intensiever met elkaar te gaan samenwerken. We willen verkokering tegengaan en dwarsverbanden tussen afdelingen bevorderen. Daarom hebben we gekozen voor een flexibel werkplaatsconcept en een zo transparant mogelijk gebouw gemaakt. Om de interactie tussen de verschillende bedrijfsvoeringsprocessen maximaal te faciliteren hebben we gezorgd voor optimale verbindingen.

Geld is dus een belangrijke factor geweest, het gaat niet om goede bedoelingen alleen? Je moet geld investeren in gebouwen die het aantoonbaar goed doen. Op dit moment stoppen we onvoldoende waarde in producten. Je kunt meerwaarde creëren vanuit financiële overwegen. Investeringen in de bouw hebben een hoge opbrengst in termen van energie en restwaarde van materialen. Al zul je dat laatste wel moeten kunnen hardmaken. Uiteindelijk zijn we als architect bezig gebouwen en omgevingen te maken die goed voelen en er goed uitzien. Een mooi gebouw waar mensen zich om bekommeren zal uiteindelijk beter overleven. Het stadskantoor is heel transparant geworden. Het licht komt van alle kanten binnen. Met de ruimtelijkheid ben ik heel blij. Het gebouw kent op sommige punt een rauwheid die mooi contrasteert met de strakheid van bijvoorbeeld glas. Het is geen gepolijst gebouw. Je kunt dit goed terugzien in de houten elementen en de verbindingen. Dat het gebouw demontabel is, is doorgezet in de esthetica. De duurzaamheid is zichtbaar gemaakt.

Welk aandeel heeft het gebouw daarin ? De gemeentelijke organisatie is tijdelijk verhuisd naar het kazerneterrein. Iedere afdeling kwam daarbij in een eigen gebouw te zitten. Daar hebben we enorm last van gehad, want de samenwerking en de dwarsverbanden werden door deze constellatie enorm bemoeilijkt. Dat willen we in het nieuwe stadskantoor voorkomen. Daarom hebben we grote vides gemaakt die onderdeel zijn van de luchtcirculatie in het gebouw maar die ook dienst doen in de communicatie tussen de afdelingen. De medewerkers hebben zelf natuurlijk ook een verantwoordelijkheid om optimaal gebruik te maken van de faciliteiten van het gebouw.

44 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 45


Ontmoeting Stadskantoor in Venlo

Thema: Circulair bouwen (zonne)schoorstenen ’s zomers natuurlijke luchtafvoer kas natuurlijke ventilatie

luchtaanvoer ’s winters via de kas, ’s zomers direct naar de lbh

groene gevel ’s winters lucht uitblazen door groene gevel, zuivert lucht gevel gaat hittestress tegen

individuele werkplekken te openen ramen groene gevel biodiversiteit warmwater zonnecollectoren

regenwateropvang besparende toiletten + kranen

keuken zuinige apparatuur

grijswatersysteem riool

gezamenlijke ruimten groene binnenwand bevordert gezond binnenklimaat

helofyten in patio waterzuivering biomassa producent grijs/-waterzuivering

plein groen eerste fijnstofzuivering die plein schoonhoudt parkeergarage geventileerd door vides

pv-panelen

natuurlijke ventilatie te openen delen daglichtoptimalisatie daglicht weerkaatst verder de ruimte in lichtwering

biofam Rc=5,0

groene gevel abs doeken verzinkt staal

drielaags glas

facilitaire hotspots bij trappenroute

gevel biocomposiet zink hout Mosa-tegels

wanden glas holz100 houtvezelplaten

afval wordt gescheiden

vloeren c2c-beton hout holz100 constructie beton kolommen bollen plastic

groen houtvezelplaten holz100 biocomposiet

46 | de Architect, juni 2016

glas triple stopray glas

papier papiergebruik minimaliseren c2c-papier gebruiken printer c2c-inkt knop voor print

de Architect, juni 2016 | 47


Ontmoeting Stadskantoor in Venlo

Thema: Circulair bouwen

Grill plafondsysteem Naar aanleiding van het streven naar Cradle to Cradle zijn in het stadskantoor de Grill plafondsystemen van Derako toegepast. De panelen zijn bevestigd met deuvelclips, waardoor ze later in hun geheel zijn te demonteren en opnieuw te gebruiken voor andere toepassingen. Daarnaast zijn de panelen van Accoya hout biocirculair en kunnen de materialen worden scheiden en gerecycled.

Wat volgende keer anders gaat

Wat volgende keer anders gaat

Wat heb je van dit proces geleerd en wat wil je de volgende keer anders doen? Ik zou het nu aandurven om een aannemer onderdeel te laten zijn van het hele ontwerptraject. In 2008 deden we het nog bewust zonder een aannemer. We waren bang dat die voortdurend op de rem zou gaan staan. Wat ik heb geleerd is dat je als opdrachtgever vooral je rug recht moet houden. Als je een c2c-gemeente wilt zijn, dan moet je dat allereerst aan je eigen gebouwen laten zien. We hebben dan ook veel geĂŻnvesteerd in het gesprek met onze belangrijkste stakeholders, waaronder de gemeenteraad. Wat daarbij telt, is dat het altijd uit te leggen moet zijn. Uiteindelijk gaat het om kwaliteit. Het stadskantoor wordt anderhalf jaar later opgeleverd dan de planning was. In Venlo is dit op geen enkel moment een probleem geweest. De mensen zagen dat hier iets heel bijzonders is ontstaan.

Wat heb je van dit proces geleerd? Ik heb veel geleerd. We staan aan het begin van een zoektocht naar gebouwen die de grondstof vormen voor een beter leven. Ik ben positief gestemd, want ik weet dat we die oplossingen gaan vinden. We hebben ontdekt dat je met gebouwen een meerwaarde kunt creĂŤren die je niet voor mogelijk had gehouden. Dat een gebouw water en lucht kan zuiveren, is eigenlijk iets ongelooflijks.

Welke expertise van de aannemer denk je in de ontwerpfase te kunnen inzetten? In het bestek boden we de mogelijkheid dat de aannemer gedurende de bouwfase alternatieve materialen zou aanbieden, indien nieuwe producten op de markt zouden komen. Het vaststellen van een bestek is een momentopname. De aannemer werd uitgedaagd bij de inkoop van materialen met alternatieven te komen. Dat is nu onvoldoende gebeurd. Daarom wil ik in een volgend project samen gaan onderzoeken hoe je dit goed in een bestek kunt verwerken, zodat ook tijdens de bouw nog productinnovatie kan plaatsvinden.

Wat zou je volgende keer anders doen? Problematisch is de cut met de aannemer. Hoewel een heel goed object is neergezet, was het proces niet helemaal optimaal. Je bedenkt iets en vervolgens gaat iemand anders het maken. Op dat moment houdt de discussie op. Ik vraag me af of we niet beter af waren geweest met een integraal team. Dat is natuurlijk ook een overweging voor de opdrachtgever. Waar ik ook spijt van heb, is dat we de hoogbouw niet in hout hebben gemaakt. Beton kun je weliswaar in stukken hakken, maar zonder kwaliteitsverlies is het niet opnieuw te gebruiken. Door dit proces heb ik leren nadenken over de gezondheid van de ons omringende leefwereld. Opeens valt me op dat een shampoo een c2c-label heeft. In ons vak zal het ook steeds meer gaan over de gezondheid van mensen in gebouwen en hoe je die kunt bevorderen en meten. Let maar op.

Voor dit artikel is gesproken met Michel Weijers van de gemeente Venlo en Hans Goverde van Kraaijvanger architects.

48 | de Architect, juni 2016

De trappen brengen medewerkers meer in beweging en stimuleren ontmoetingen in het gebouw. Foto Stijn Poelstra

de Architect, juni 2016 | 49


Spotlight

Thema: Circulair bouwen

Circulair wonen in de Tiny Tim Timber Independent Mobile door FARO Architecten

4

De Tiny Tim is een kleine wooneenheid die verplaatsbaar, duurzaam en autarkisch is. Het prototype dat nu klaar is en door studenten wordt bewoond, is een initiatief van Jurgen van der Ploeg van faro architecten en fotograaf Hans Peter Föllmi die huisvesting voor zijn zoon Dante wilde creëren. Met dit kleine huis kun je duurzaam wonen op plekken waar voorzieningen ontbreken. Maar woon je er ook prettig? Tekst

Harm Tilman Beeld

Hans Peter Föllmi

De volkshuisvestingsopgave is terug van weggeweest. Wat voor de crisis ondenkbaar was, behoort nu weer tot de mogelijkheden. Woningen van zestig vierkante meter die voor 2008 massaal werden afgebroken, zijn plotseling zeer gewild. Gezien het feit dat de komende jaren een toename van een miljoen eenpersoonshuishoudens is te verwachten, is dat niet verwonderlijk.

Kleine huizen

Opdrachtgever in eigen beheer

Ontwerp FARO Architecten Lisserbroek Projectarchitect Jurgen van der Ploeg Medewerkers Robert Adema

Adviseur constructie Constructiebureau Tentij bv, Heemskerk

Adviseur installaties Ton Ruiter, Heiloo; Triple Solar, Amsterdam; Our Green spine, Green Art Solutions

Aannemer C. van der Grift, Harmelen / in eigen beheer Toeleveranciers Zwarthout, Power Oak, Accoya, Morgo Bruto vloeroppervlakte 16 (+ 3 m2 waterzuiveringsmodule) Netto vloeroppervlakte 13,5 m2 Bruto inhoud 51 m3 (+ 8 m3 waterzuiveringsmodule) Netto inhoud 36,8 m3 Programma eenpersoonshuishouden Datum voorlopig ontwerp oktober 2015 Datum definitief ontwerp november 2015 Aanvang bouw december 2015 Oplevering maart 2016 Bouwsom inclusief installaties € 46.300,- excl. btw Bouwsom exclusief installaties € 25.300,- excl. btw Bouwsom inclusief installaties € 56.000,- incl. btw Bouwsom exclusief installaties € 30,600,- incl. btw

52 | de Architect, juni 2016

Klein en betaalbaar wonen is daarmee een thema geworden. Corporaties willen woningen bouwen met een huur die de vijfhonderd euro in de maand niet overschrijdt. Met woningen van negentig vierkante meter is dat onhaalbaar. In een woning van vijftig vierkante meter is het goed wonen, zeker als deze in de stad staat. Nog maar weinig bouwers richten zich op deze vraag. Uitzondering is Heijmans die veel succes heeft met de Heijmans One. Een een- of tweepersoonshuishouden kan daar prima in wonen. Bovendien is de woning gemakkelijk te verplaatsen. De Tiny Tim is een eigen initiatief van fotograaf Hans Peter Föllmi en architect Jurgen van der Ploeg van faro Architecten. Ze meet slechts dertien kubieke meter (tegen de One veertig) en is 2.55 meter breed, zodat ze zonder extra maatregelen over de weg kan worden vervoerd. De netto binnenmaat is 2.23 meter. Toch zijn de initiatiefnemers erin geslaagd binnen deze breedte een verrassend ruim ogende woning te maken. Dat laatste wordt ongetwijfeld veroorzaakt door de nokhoogte van drie meter. De Kleine Tim is een uitermate compact huisje. Zelf vergelijkt de architect het niet geheel ten onrechte met de kajuit van een zeiljacht. De bank is tegelijkertijd een bed en een opslagplaats, de tafel kan worden ingeklapt en de keukenkastjes doen dienst als trap. Daarnaast is alles zo veel mogelijk in elkaar gescho-

Kenmerkend voor het wonen in de Tiny Tim zijn het energiedak (waarmee zowel warmte als elektriciteit wordt opgewekt), de waterzuiverende groene wand (waarmee water en urine worden gezuiverd) en de trailer (waarmee het huis kan worden vervoerd).

de Architect, juni 2016 | 53


Spotlight Timber Independent Mobile

Thema: Circulair bouwen

Tiny Tim Het protype van de Tiny Tim staat tot 26 juni op de FabCity Campus in Amsterdam en verhuist daarna naar Texel om dienst te doen als recreatiehuisje. Bij beide gelegenheden worden de gekozen systemen en technieken getest en het woonconcept verrijkt. Tevens wordt gewerkt aan een businesscase waarbij de jaarlijkse huuropbrengst wordt gebruikt om de totale financiering in tien jaar af te lossen.

De Tiny Tim is bekleed met superdun gebrand hout om gewicht te besparen.

Fotov

he th oltaĂ?sc

ermisc

he pan

elen

opvang regen

verdamping

douche gootsteen urine accu

Dankzij de techniek van de Tiny Tim kun je wonen of verblijven op plekken waar de infrastructuur voor riolering, water en elektriciteit ontbreekt.

jaar

verbruiken

1665 kWh 4,5 kWh/dag

opwekken

4350 kWh 11,9 kWh/dag

1500 kWh verwarming 1500 kWh warm tapwater

665 kWh warmtepomp (COP>4,5)

250 kWh interne warmtebronnen

500 kWh groene wand

1500 kWh passieve zonne-ernergie

500 kWh groene wonen (koelkast/verlichting/opladen/koken e.d.

2000 kWh elektriciteit PV 500 kWh elektriciteit wind

2685 kWh speelruimte

Autarkie kun je realiseren door gedurende een jaar de juiste balans te vinden tussen opwekken, besparen en bewaren.

54 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 55


Spotlight Timber Independent Mobile

Thema: Circulair bouwen

FabCity Campus Nog tot 26 juni vindt op de Kop van het Java-Eiland te Amsterdam FabCity plaats. Deze stedelijke campus bestaat uit vijftig innovatieve paviljoens verdeeld over thema’s zoals mobiliteit, transport en water. Als duurzaam stedelijk gebied staat FabCity model voor een grootschalige stedelijke transitie naar een circulaire economie.

15

Interieur, v.l.n.r. slaapbank annex berging, opklapbare tafel, trap naar slaapverdieping annex keukenkastjes, aanrecht met kookplaat, doorgang naar wc/douce

12 Plattegrond en doorsnede

13

1 terras

11 14

2 slaapbank annex berging   3 opklapbare tafel   4 aanrecht met kookplaat   5 gootsteen   6 toilet   7 douche   8 accu’s   9 buffervat 10 warmtepomp 11 trap naar slaapverdieping 12 slaapplek

8 10

4 3

6

2

13 waterzuiverende tanks 14 groende wand 15 windmolen

5

7

9

1

ven. De slaapruimte is bijvoorbeeld aangebracht boven op de badkamer, onder het houten dak.

Autarkisch en circulair regen 1.000 liter/maand

verdamping 800 liter/maand

2.000 liter

CO2 opname 1500 gr/maand

BUFFER

De Tiny Tim start met tweeduizend liter in het buffervat. Tegenover het volume van achthonderd liter water dat maandelijks verdampt, staat echter een regenopname van gemiddeld duizend liter per maand.

56 | de Architect, juni 2016

Inkijkje vanaf het terras, met links de slaapbank annex berging en in het midden de opklapbare tafel

Het meest bijzonder van de Tiny Tim is dat ze volledig autarkisch en circulair is. In het oog springend is de groene gevel waarmee douche- en afwaswater en urine worden gezuiverd en als schoon drinkwater in de keuken worden afgeleverd. Andere ecologische maatregelen zijn het toilet waarin urine en poep gescheiden worden opgevangen, de windmolens op het dak en de pvt-zonnepanelen. De gewonnen energie wordt opgeslagen in een buffervat met een capaciteit van vijfhonderd liter. Dankzij de toegepaste bouwpanelen is het huisje bijzonder licht, wat bij vervoer over de weg gunstig is te noemen. De voorzieningen voor waterzuivering en energievoorziening nemen echter een grote hap uit het kleine volume en maken de Tiny

Tim onnodig zwaar. In de speurtocht naar oplossingen hiervoor is het idee geopperd om een centrale unit te maken voor de waterzuivering en daar vier verschillende Timmetjes aan te koppelen. De Tiny Tim is een interessante uitbreiding van het hedendaagse woonpalet. Ze lijkt vooral toegesneden op jonge mensen die in betrekkelijke vrijheid willen en kunnen wonen, op plekken waar dat wellicht niet zo voor de hand ligt, bijvoorbeeld omdat de infrastructuur voor water, stroom en riolering ontbreekt of als je die niet wilt aanleggen. Ook de combinatie van het energie oogsten uit wind en zon is slim; je hebt nooit een energietekort.

Leven in kleine ruimte Maar is het ook een prettige woning om in te leven? Om dit te testen bracht ik onlangs een nacht door in de Tiny Tim. Kirsten Hannema was me voorgegaan en bekende in de Volkskrant haar huidige

woonstijl gemakkelijk op te kunnen geven voor het eenvoudige, milieuvriendelijke leven dat de Tiny Tim propageert. Zo ver zou ik niet durven gaan. Licht en lucht zijn in de Tiny Tim in overvloed aanwezig. Het heeft veel weg van kamperen en is bijzonder aangenaam, zeker als je weinig spullen bezit. Minder te spreken ben ik over de slaapplaats. Vanwege een opkomend claustrofobisch gevoel besloot ik al snel beneden op de bank te gaan slapen. Ook miste ik een goede stoel aan tafel. De Tiny Tim is een aantrekkelijk woonproduct dat een welkome aanvulling is op het nog altijd eenzijdige woonaanbod in Nederland. Ze dankt dit aan haar milieuvriendelijke karakter maar evenzeer aan de eenvoud en uitstraling. In de Tiny Tim ga je een symbiotische relatie aan met de omgeving. Ook met de co2- en energiebesparing zit het goed. Ze heeft daardoor een betekenis die haar omvang vele malen overtreft.

de Architect, juni 2016 | 57


Spotlight Loft House I in Buiksloterham, Amsterdam

Thema: Circulair bouwen

Huis als filmscript Loft House I door Marc Koehler Architects in Buiksloterham, Amsterdam

De dragende zijwanden en het dak liggen vast, daarbinnen kan de indeling naar wens worden ingevuld.

De Buiksloterham is een oude inham in het IJ, die halverwege de negentiende eeuw werd ingedijkt en drooggemaakt en zich daarna ontwikkelde tot bedrijventerrein aan de rand van Amsterdam. Er kwam zware industrie en havengebonden bedrijvigheid. Het nu zwaar vervuilde gebied wordt stukje bij beetje getransformeerd tot een nieuwe stadswijk met uiteindelijk zo’n 4.500 woningen. Het uitgangspunt is de circulaire stad: deze gebiedsontwikkeling in Amsterdam-Noord is een laboratorium voor experimenten met energie en gesloten kringlopen van bouwmaterialen. In de Bosrankstraat zijn kavels uitgegeven waar bewoners zelf kunnen bouwen. Tekst

Jaap Evert Abrahamse Beeld

Filip Dujardin

Opdrachtgever Adrian en Simone, Amsterdam Ontwerp Lofthouse I, Amsterdam Projectarchitecten Marc Koehler + Chun Hin Leung Medewerkers Hugo Vermeer, Carlota Alvarado, Mariana Rebelo Fernandes, Marijn Luijmes Adviseur constructie Breed Integrated Design, Den Haag Adviseur installaties BouwAdviesNL, Amsterdam Adviseur akoestiek BouwAdviesNL, Amsterdam Aannemer J.S. Siemensma, Beverwijk Interieurarchitect Chun Hin Leung Bruto vloeroppervlakte 210 m2 Netto vloeroppervlakte 170 m2 Bruto inhoud 750 m2 Programma woning met drie slaapkamers, twee badkamers, atelier, keuken, eetkamer, woonkamer en ruime berging Datum voorlopig ontwerp juni 2014 Datum definitief ontwerp oktober 2014 Aanvang bouw januari 2015 Oplevering juli 2015

58 | de Architect, juni 2016

Op één van de hoekkavels staat Loft House 1, ontworpen door het Amsterdamse bureau Marc Koehler Architects. Dit is het eerste in een serie experimentele ‘town houses’ die het bureau momenteel realiseert. De beide dragende zijwanden en het dak liggen vast. Daarbinnen bevindt zich een continue open ruimte waar vloeren, splitlevels of vides in kunnen komen, geheel naar de wensen van de bewoners. Ook de volledig glazen voorgevel is vrij indeelbaar. Door de dragende wanden en de vrije indeelbaarheid lijkt het systeem nogal op de klassieke Hollandse stadshuizen. Dit bouwsysteem maakte oneindig veel varianten mogelijk. In de woning in Amsterdam-Noord hebben de eigenaren vanwege het uitzicht over de haven gekozen om boven te wonen en beneden te werken en te slapen. Het huis heeft een centrale vide over de gehele hoogte, waar een reeks schuin omhoog lopende trappen een spiralende ‘route architecturale’ vormt, die situaties verknoopt en zichtlijnen naar alle kanten biedt. De panoramaramen bieden nauwkeurig uitgekozen zichten op de omgeving en wolkenlucht, en vormen in combinatie met de verschillende vloervelden en trappen een geënsceneerde route door het huis. De slaapvertrekken zijn ontworpen als huisjes binnen het huis – een thema dat vaker voorkomt in het werk van Koehler – met ieder een eigen voordeur en ramen die uitzien over de vide met de trappen. Door de geschakelde splitlevels ontstaan zachte overgangen en visuele verbindingen tussen de slaap- en open woonruimten. De positionering en invulling van de verschillende vloervelden is ontworpen op basis van gesprekken met de bewoners

over hun leefstijl en de dagelijkse gang van zaken in het gezin. Het huis lijkt ontworpen als een filmscript; de verschillende niveaus vormen de ‘stagesets’ voor de opeenvolgende momenten op een dag.

Houtskeletbouw  Het huis is in prefab houtskeletbouw uitgevoerd, met afgetimmerde I-profielen van Finnjoist en in de zichtbare vloeren gelamineerde Kerto balken van Metsäwood. De keuze voor houtskeletbouw komt voort uit de noodzaak om op de zelfbouwkavels huizen aan te bieden die gemakkelijk aanpasbaar zijn aan de individuele wensen van de bewoners, om de bouwtijd te verkorten tot zes maanden en de kosten te verlagen. Daarom maakt Marc Koehler Architects de ontwerpen in bim, waarbij het bureau uiteindelijk streeft naar een directe koppeling van een 3d-model met het productieproces in de fabriek om relatief eenvoudig originele en complexe constructies en plattegronden te maken. Technische standaardisatie in hout biedt veel meer ruimtelijke en architectonische vrijheid dan de klassieke betonbouw en is ook in een later stadium, als er bijvoorbeeld wanden, kabels en leidingen verplaatst moeten worden, veel gemakkelijker aanpasbaar.   Houtskeletbouw is een manier om tegemoet te komen aan de grote ambities op het gebied van duurzaamheid die in het kader van Circulair Buiksloterham zijn geformuleerd. Het gaat om de toekomst- en restwaarde van een gebouw als het gebruik verandert of afloopt. Dan moet het huis zijn aan te passen aan nieuw gebruik, bijvoorbeeld

de Architect, juni 2016 | 59


Spotlight Loft House I in Buiksloterham, Amsterdam

Thema: Circulair bouwen

Een reeks schuin omhoog lopende trappen vromen een spiralende ‘route architecturale’.

7

10

Derde verdieping   1 entreehal   2 kantoor/atelier/werkruimte   3 berging woning + werkruimte   4 slaapkamer   5 keuken

10

6 woonkamer/eetkamer   7 woonkamer

5

8 balkon/terras   9 badkamer

8

6

10 vide Tweede verdieping

7 8 6

5

9 4

4 4

4

4 10

2 1

3

Eerste verdieping

3

2 1 Begane grond

60 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 61


Spotlight Loft House I in Buiksloterham, Amsterdam

Thema: Circulair bouwen Panoramaramen bieden rondom uitzicht.

Houtskeletbouw biedt veel vrijheid in de gewenste indeling.

Buiksloterham Buiksloterham is een droogmakerij in Amsterdam-Noord die in de negentiende eeuw werd aangelegd in het IJ ten westen van de Volewijckslanden. Economisch was de nieuwe polder aanvankelijk geen succes. De laatste jaren is de belangstelling voor het gebied sterk toegenomen, niet alleen om er te werken maar zeker ook als woonplek. Zie in dit verband ook het artikel ‘Cityplot Buiksloterham in Amsterdam’ in dit nummer.

door de bouw van een lift gericht op senioren, of door de begane grond te transformeren tot een bedrijfsruimte of Airbnb-studio. Een ander aspect is de materialencyclus. Lijmvrij hout is eenvoudig te demonteren, zodat het kan worden hergebruikt, bijvoorbeeld via online materialenbanken. In het Loft House in Amsterdam-Noord is geen lijm gebruikt, maar het skelet is in elkaar geschroefd. Bovendien is hout licht, zodat niet alleen de transportkosten maar ook de co2-uitstoot sterk omlaaggaan. Daarnaast kan de betonnen fundering lichter uitgevoerd worden. Doordat hout een lage thermische massa heeft en goed isoleert, blijven de stookkosten laag. Ook is de vocht- en temperatuurbalans in houtbouw beter en werkt het akoestisch beter dan beton. In het Loft House is voor de buitenkant gebruikgemaakt van thermisch verduurzaamd hout van Nobelwood. Dat heeft de eigenschappen van hardhout en hoeft niet te worden gelakt of gebeitst, maar wordt milieuvriendelijk geproduceerd door verhitting van vurenhout. Er zijn ook houten kozijnen toegepast. Door een dik isolatiepakket en een combinatie van stadsverwarming, zonnepanelen en vloerverwarming heeft de woning een epc van 0,3.

Vanwege het uitzicht wordt boven gewoond en beneden geslapen en gewerkt.

Rauw maar subtiel De gevels hebben een minimalistische uitstraling waarbij ieder onnodig detail lijkt te zijn vermeden. Deze eindigen in de lucht door de afwezigheid van zelfs maar de geringste daktrim, zodat het materiaal spreekt. Door zijn vorm en materialisering lijkt het huis van een afstand een zekere rauwheid te hebben, maar van dichtbij krijgt het gevelmateriaal een subtiele gelaagdheid en nuance. Zo neemt de nieuwbouw in Amsterdam-Noord niet alleen in de ruimtelijke opzet maar ook in zijn architectonische vormgeving de eigenschappen aan van de industriële omgeving waar het is ontstaan. De restanten van het industriële verleden zijn en blijven bepalend voor het karakter van de Buiksloterham.

62 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 63


Spotlight Cityplot Buiksloterham in Amsterdam

Thema: Circulair bouwen

Buiksloterham Circulair – ontwerpen aan de postindustriële stad In het onderzoek naar de circulaire stad wordt het begrip onderzocht en de veelzijdigheid ervan ontleed in thema’s. Naast casestudies uit Buiksloterham worden generieke uitdagingen en oplossingen gepresenteerd. Het open source onderzoek is online te bekijken en te downloaden: www.delva.la/nieuws/boek-buiksloterham-circulair/

du u -di rzam str ibu e ene tie rgi eop sla g

en

pwekkin wbare e nergieo

iteit

hernieu

collectiv

t itei

ener gieen s to uit a fwinnin fvalw g ater

l auto

besparing op drinkwater

duu

er

oe

n

mobiliteit

groen

en

energie

gr

gro

must-haves

ds

e mo bilite it

groen

nice-to-haves

sta

duu en herg rzame recyclin g ebruik materia len

la

t po de oort n ffe sp sto -pa d n en ro ir g

rzam

urt

cu

wijk

bu

cir

uwe

collectieve mobiliteit

lwat

me n he e l e pp afko

en

ell

d mo

s

es

in us

b ire a l cu cir

gebouw

Beeld © studioninedots

fun c en tiem fle en xib gin ilit g eit

ers

mobiliteit, biodiversiteit, materiaal, water en samenleving.

Ontwerpen aan condities In opdracht van corporatie de Alliantie werken beide bureaus momenteel samen aan een plan voor een langgerekt plot aan het Tolhuiskanaal. Het is geen klassiek stedebouwkundig plan met een vast eindbeeld maar een flexibel kader dat condities schept. Studioninedots ontwierp drie grote blokken van ongeveer negentig meter diep. Deze

div

Rechts Overzicht circulariteit in zes thema’s: energie,

echter groter en wordt door studioninedots samengevat in een schema met zes thema’s: energie, mobiliteit, biodiversiteit, materiaal, water en samenleving. Het schema helpt het effect van plannen weer te geven en te communiceren naar opdrachtgevers en andere belanghebbenden toe. In de planontwikkeling merkt Herder dat ontwerpers soms te idealistisch zijn en dat gemeenten terugvallen in oude patronen. Een constante dialoog is nodig om echt tot realisatie te komen. In de participerende samenleving komen steeds meer circulaire initiatieven naar boven. Een coöperatieve houding van de gemeente is echter essentieel. Als in de stedelijke ontwikkeling niet aan het begin van het proces wordt ingezet op circulariteit, is het vanwege de financiële risico’s vaak lastig dit later nog te veranderen. Samen met de gemeente Amsterdam is delva Landscape Architects nu op zoek naar manieren om circulariteit in reeds bestaande plannen te implementeren. Vanaf de eerste visie tot de uitgifte en alle stappen daartussen is het belangrijk te bekijken of circulariteit er inzit. Eén vergeten stap kan het hele proces onderuit halen, benadrukt Wijnakker.

iale

Willem Wopereis

In Buiksloterham zijn de afgelopen jaren verschillende circulaire ontwikkelingen in gang gezet. Zo bevindt De Ceuvel waarvan delva Landscape Architects één van de initiators is, zich in het gebied en vorderen plannen voor de duurzame drijvende wijk Schoon Schip. Op de iabr in Rotterdam werd onlangs het onderzoek Buiksloterham Circulair – ontwerpen aan de postindustriële stad gepresenteerd. Het boek bespreekt de uitdagingen, reflecteert op de bestaande ontwikkelingen en presenteert een set ruimtelijke bouwstenen die ook in andere voormalige industriegebieden toepasbaar is. Ik sprak Albert Herder van studioninedots en Rens Wijnakker van delva Landscape Architects over het onderzoek en hun rol in de ontwikkeling van Cityplot. “De circulaire stad ontwerp je niet, die laat je ontstaan.” Dit betekent volgens Wijnakker niet dat er geen rol is voor ontwerpers, maar dat je in alle lagen van de stedelijke ontwikkeling, van visie tot kaveluitgifte, ruimte moet laten voor circulariteit. De ontwikkeling van technieken gaat erg snel. In de stedebouw is ruimte nodig voor innovatie en experiment om deze te kunnen testen en tevens om bewezen technieken uit te rollen. Dit ontstaan van de circulaire stad vraagt volgens Herder om het creëren van een ideale voedingsbodem; een onderlaag die een veerkrachtige stad mogelijk maakt. De rol van ontwerpers is om met elkaar een systeem te bedenken dat zelflerend is en zich kan aanpassen aan de toekomst. Circulair bouwen focust vooral op kringlopen van materialen. De complexiteit van de circulaire stad is

soc

Tekst

g

Op vijf minuten fietsen van de pont naar Amsterdam-Noord ligt Buiksloterham. Dit binnenstedelijke industriegebied tussen Overhoeks en het ndsm-terrein wordt de komende jaren getransformeerd tot een buurt voor wonen en werken. Begin 2015 tekenden een groot aantal partijen een manifest met de ambitie om van Buiksloterham een ‘living lab’ voor circulaire stadsontwikkeling te maken. Delva Landscape Architects en studionindots zijn vanaf het begin actief betrokken bij dit proces en werken momenteel aan Cityplot Buiksloterham: een levendige stedelijke buurt die ruimte biedt aan diverse gebruikers en functies.

n cir ieuwe cul air duur e m za ate me ria / len

Laboratorium voor circulariteit Cityplot Buiksloterham in Amsterdam door studioninedots & delva Landscape Architects

materiaal

water

samenleving 15

64 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 65


Spotlight Cityplot Buiksloterham in Amsterdam

Thema: Circulair bouwen

Wisselspoor Utrecht

De Ceuvel

Studioninedots en delva Landscape Architects werken in Utrecht samen aan de herstructurering van de voormalige centrale werkplaats van de ns. In dit gebied staan verschillende panden die getransformeerd worden en vormt het Cityplot-concept zich om deze bestaande bebouwing.

ruimtelijke maat is de sleutel tot diversiteit. Elk blok heeft een hof en is verder opgedeeld in drie of vier kleinschalige zones voor bebouwing. Tussen deze zones liggen stegen die een openbare hof ontsluiten. Door de entrees aan het hof te leggen, worden collectiviteit en sociale controle gestimuleerd. Op plekken waar de randbebouwing hoog is, is de bebouwing aan de hofzijde lager. Hierdoor ontstaat zowel een groot- als kleinschalig woonmilieu. Vraaggestuurd en door middel van een aantal regels die een mix aan ontwikkelingen stimuleren, worden de zones in kleinere kavels opgedeeld. Het plan is zo flexibel en staat een grote variëteit aan gebouwen toe. In elk blok worden ten minste een rij po-woningen, een cpo-project en sociale huurwoningen ondergebracht. Ontwikkelingen die elders in Buiksloterham al gaande zijn, worden hier dus samengebracht. Ook geldt voor elke kavel dat minstens tien procent aan werkruimte wordt gerealiseerd. Het gebied wordt zo een levendige plek voor een diversiteit aan doelgroepen: gezinnen en alleenstaanden, jong en oud, arm en rijk, wonen en werken. Deze mix is essentieel om de samenleving veerkrachtig te maken. Het bouwen aan collectiviteit is volgens studioninedots essentieel. Bij de start van de ontwikkeling waarbij kaveleigenaren, ontwikkelaars, beleggers en corporaties bij elkaar komen, organiseren de ontwerpers meet-ups. Hier brengen ze zelf experts in op het gebied van duurzaam bouwen en circulariteit en ontmoeten de toekomstige gebruikers elkaar. Ook worden bewoners actief geworven. Zo maken de ontwerpers samen met makelaars de folder om de juiste mensen aan te trekken. In de kavelpaspoorten worden specifieke eisen aan duurzaamheid en circulaire ambities gesteld. Geïnteresseerden moeten betrokken zijn en lef hebben. Je weet immers niet wie je buurman wordt, dit kan ook een fietsenmaker zijn. Juist de mix aan doelgroepen is volgens Wijnakker interessant. Niet iedereen is van nature vooruitstrevend, maar de trekkers van het gebied op zowel sociaal als technisch niveau kunnen ervoor zorgen dat anderen gaan meedoen. Stap voor stap circulair De kleinschalige verkaveling kwam tijdens de crisis mede voort uit ideeën over de langzame stad. Lege kavels zouden dan bijvoorbeeld tijdelijk als park of moestuin kunnen worden ingericht. Nu is de druk

op de markt alweer zo groot dat de blokken in drie fasen compleet worden ontwikkeld. Vanwege de fasering kunnen lessen uit de eerste fase worden meegenomen in de volgende. Door parkeren op te lossen in collectieve garages wordt het gebied autoluw. De eerste garage heeft een capaciteit die voldoet aan de Amsterdamse normen. Blijkt dit overbodig, dan is de gemeente bereid in volgende fasen de norm te verlagen. Ook wordt geanticipeerd op mogelijkheden om garages te transformeren als carsharing de norm wordt. In de wijk zal zwart water (toiletafvoer) apart worden ingezameld om samen met keukenafval te worden vergist in een lokale kleinschalige biogascentrale. De beoogde diversiteit in bebouwing schept verschillende condities voor andere circulaire systemen. De hoge daken zijn het meest geschikt voor zonne- en windenergie, terwijl lage daken geschikter zijn als groen dakterras voor wateropvang. Weer een laag lager kunnen private en collectieve tuinen komen. De ontwerpers stimuleren uitwisseling tussen de kavels, zodat als niet iedereen op een eiland aan circulariteit werkt, het blok als geheel dit wel doet. Je hebt elkaars voorzieningen nodig om dingen op te lossen en dat bevordert de collectiviteit. Het watersysteem is door delva Landscape Architects slim uitgedacht tot een ‘rainproof’ stuk stad. Om het riool te ontlasten wordt hemelwater bovengronds naar wadi’s aan het Tolhuiskanaal afgevoerd. Groene daken kunnen water tijdelijk vasthouden, het hof gaat tevens fungeren als waterplein. Er wordt slim gebruikgemaakt van de leeflaag die nodig is vanwege de vervuilde grond. De ophoging zal niet gelijkmatig gebeuren, maar door middel van een bolling en plateaus aflopen richting het kanaal. De stadsstraten tussen de drie blokken zullen met een open goot in het midden van de weg de waterafvoer zichtbaar maken. De kadevernieuwing wordt gebruikt om het water beleefbaar te maken. In plaats van een harde lijn wordt in en langs het water een getrapte openbare ruimte gemaakt met vlonders en drijvende tuinen. De bureaus leren veel van Buiksloterham en passen hun kennis toe in andere projecten. In Utrecht werken ze bijvoorbeeld samen aan de herstructurering van de voormalige centrale werkplaats van de ns. Om tot een circulaire stad te komen merken ze dat hun rol als ontwerper breder wordt en ook na realisatie niet zal ophouden.

Bodemreinigende planten, droogcomposttoiletten, helofytenfilters, dit zijn zomaar wat voorbeelden van de circulaire systemen op broedplaats De Ceuvel. Hergebruikte woonboten op deze voormalige scheepswerf bieden momenteel plaats aan creatieve bedrijfjes. Het project staat tevens bekend als dé placemaker van Buiksloterham.

CIRCULAIRE VISIE TIMING Het opstarten van scenario’s waarbij ontwikkelingen gelijktijdig in elkaar opgaan in plaats van opvolgend.

LEARNING LAB Nu nog onbekende functies en vragen kunnnen later worden gefaciliteerd. Er is dan ook geen eindbeeld.

DIVERSITY Wanneer één systeem uitvalt, kunnen de andere blijven functioneren

SIZE Voor het opvangen van veranderingen en pieken in systemen, is het realiseren van net iets meer maat essentieel.

ZELF ORGANISATIE De samenwerking tussen grotere partijen en zelfstandige burgers wordt van meet af aan gestimuleerd LOOPING De focus ligt op kringloopsystemen die ons onafhankelijk maken van schaars wordende grondstoffen

Rechts Ruimtelijke en organisatorische uitgangspunten voor een zelflerende, circulaire stad Beeld © studioninedots

© STUDIONINEDOTS ˙

PRINCIPES ‘THE LEARNING CITY’

THE LEARNING CITY is een zelflerende stad die direct reageert op de voortdurende dialoog tussen mens, omgeving, samenleving en economie en die daardoor bijdraagt aan een hogere levenskwaliteit.

66 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 67

8


Issues

Wat komt kijken bij circulair bouwen

5

Het gebouw als product De huidige bouwwereld is een statische sector, waarin het gebouw altijd samengaat met de onderliggende grond. Na een korte gebruiksperiode zijn de gebouwen functioneel vaak afgeschreven, waardoor sprake is van flinke afvalstroom. Dit zorgt ervoor dat de bouwsector tot een van de meest vervuilende industrieën gerekend kan worden. Het benaderen van een gebouw als product maakt het mogelijk om gebouwen los te koppelen van de onderliggende grond en na te denken

De Tijdelijke Rechtbank in Amsterdam is na gebruik te demonteren en te hergebruiken

over de waarde van het gebouw zelf.

op een nieuwe locatie.

Op deze manier kunnen hoogwaardige gebouwen tijdelijk op interes-

Het gebouw is daarom in zijn geheel

die eveneens remontabel is.

sante locaties worden geplaatst. Dit

uit elkaar te halen en te verplaatsen

Van tevoren heeft het bureau na-

komt de gebiedsontwikkeling ten

naar een andere locatie. De afstand

gedacht over het hergebruik van alle

goede en maakt het tevens mogelijk

van deze nieuwe locatie speelt daarin

materialen. Deze zijn voorbereid op

om het gebouw later, op een andere

een belangrijke rol. Als deze dichtbij

toekomstige aanpassingen, zodat ze

locatie, weer te hergebruiken.

de huidige locatie ligt, komt dat de

in de toekomst nog steeds aan de

transportkosten, en de kosten voor

veranderende regelgeving voldoen.

Tijdelijke Rechtbank

de verplaatsing in het algemeen, ten

Tegelijkertijd is nagedacht over het

In het kader van het gebouw als

goede.

behoud van de materiaaleigenschappen, zodat deze daadwerkelijk

product ontwikkelde cepezedprojects

70 | de Architect, juni 2016

in samenwerking met Du Prie bouw &

Remontabele materialen

zijn te hergebruiken. Op deze manier

ontwikkeling de Tijdelijke Rechtbank

Voor de Tijdelijke Rechtbank ontwik-

kan de rechtbank later dienstdoen als

in Amsterdam. Hier worden gedu-

kelde cepezed een concept voor cir-

school of laboratorium.

rende de bouw van de nieuwe

culaire kanaalplaten. Hiervoor maakt

rechtbank aan de Parnassusweg alle

het bureau gebruik van standaard

zittingen gehouden. De Rijksoverheid

vloerplaten die aan de uiteinden zijn

• Het gebouw als product koppelt

gunde de opdracht aan het con-

voorzien van stalen schroefbussen.

het gebouw los van de onder-

sortium volgens een ‘Design, Build,

Deze zijn aan de stalen constructie

liggende grond om de waarde van

Maintain & Remove’ contract. De

gekoppeld, waardoor de platen

het gebouw in de toekomst te

Tijdelijke Rechtbank moet gedurende

demontabel en herbruikbaar zijn,

behouden.

de gebruiksperiode als een volwaar-

oftewel remontabel. Twee van de

• Bij een dbmr-contract staat

dig gebouw functioneren, waarbij

schroefbussen zijn aan de kopse kant

niet alleen de gebruiksperiode

onder andere de representatieve

aan een stalen balk bevestigd, de an-

centraal, maar ook het maximali-

uitstraling en de complexe logistiek

dere twee zijn naar beneden gebogen

seren van de restwaarde van een

een belangrijke rol spelen.

en aan de constructie bevestigd. Op

gebouw.

Na de gebruiksperiode van vier tot

deze manier ontstaat een stijve vloer,

• Door remontabele materialen

zes jaar wil de Rijksoverheid afval

die een gestorte dekvloer overbodig

toe te passen is het gebouw later

voorkomen om zo de restwaarde

maakt. In plaats daarvan past cepezed

te demonteren en hergebruiken.

van het gebouw te maximaliseren.

een verhoogde computervloer toe,

Marieke Giele


Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen

Dakakker op het Schieblock In 2012 ontwikkelde en ontwierp bureau zus (Zones Urbaines Sensibles) de eerste oogstbare dakakker op het Schieblock in Rotterdam. Er worden groenten, fruit en kruiden verbouwd en bijen gehouden. Het is een proefopstelling voor verschillende groene daken. De dakakker is een van de deelprojecten in het kader van het project De Luchtsingel.

Een kas op het dak

het voedsel vers blijft. Daarnaast kan

voor het stadslandbouwinitiatief van

geleid. Dit levert een enorme water-

het groen in de stad bijdragen aan

het Zwitserse UrbanFarmers en het

besparing op in het productieproces.

De afgelopen jaren is het Neder-

de vermindering van de vervuilende

Nederlandse space&matter. Dit leidde

landse landschap flink verstede-

uitlaatgassen, wat de leefkwaliteit ten

uiteindelijk tot de bouw van een kas

Voedselbewustzijn

lijkt. In 2025 zal naar verwachting

goede komt.

op het dak van De Schilde.

De vraag rijst of stadslandbouw een

De stadsboederij maakt in de voedsel-

groter aandeel kan gaan leveren aan

87 procent van de bevolking in de steden wonen. Dit levert nieuwe

De Schilde

productie gebruik van de recirculatie

de huidige en toekomstige voedsel-

ontwerpopgaven op rondom de

Sinds maart is op het dak van De

van Aquaponics. Dit betekent dat

productie. Het lijkt niet haalbaar om

geconcentreerde voedselvraag.

Schilde in Den Haag de grootste

de boerderij het kweken van vissen

de volledige vraag naar voeding in de

Verschillende steden proberen

stadsboerderij van Europa gehuisvest.

combineert met de verbouw van

steden te produceren. Bij een conse-

hierop in te spelen met initiatieven

Oorspronkelijk deed dit modernisti-

gewassen om op deze manier tot

quente toepassing van kassen op de

rondom stadslandbouw, waarbij

sche gebouw uit 1952, naar een ont-

een efficiëntere voedingsoplossing

daken kan slechts aan twintig procent

de productie, verwerking en het

werp van Dirk Roosenburg, dienst als

te komen. De Schilde bestaat uit een

van de voedselvraag worden voldaan.

transport van voedsel dichter naar

fabriek voor Philips Telecommunicatie.

dakkas van 1.200 vierkante meter voor

Daarnaast is stadslandbouw niet per

de stad wordt gebracht.

Later waren er verschillende kantoren

gespecialiseerde groenten, een over-

se duurzamer dan de traditionele

in het pand gevestigd, maar gedu-

dekte viskwekerij van 370 vierkante

landbouw. De kleine schaal brengt

Het verschuiven van de voedselpro-

rende de jaren nam de leegstand toe.

meter en een verwerkingsruimte

veel verliezen met zich mee, die niet

ductie naar de steden sluit aan bij het

In 2013 besloot de gemeente Den Haag

van 250 vierkante meter. Het water

altijd zijn te compenseren door het

idee om voedsel meer lokaal te pro-

het gebouw nieuw leven in te blazen.

met de afvalstoffen van de tilapiafilet

verminderde transport.

duceren. Er is minder transport nodig

Ruim zeventig initiatieven werden

dient als voedsel voor de planten, die

Toch lijkt stadslandbouw wel degelijk

om het voedsel van de producent naar

aangemeld voor dit project, waaruit

het vervolgens filteren waarna het

een bijdrage te leveren aan de maat-

de consument te brengen, waardoor

de gemeente onder andere koos

weer schoon naar het visbassin wordt

schappij. De productie van voedsel is door de industrialisatie steeds verder van ons af komen te staan, waardoor het voedselbewustzijn is verdwenen. Mensen hebben tegenwoordig steeds minder besef van de herkomst van het eten op hun bord. Stadsboederijen als De Schilde kunnen hier verandering in brengen door de voedselproductie weer dichter bij de stedelingen te brengen. Door mensen bewust te maken van dit hele proces gaan zij de waarde van hun eten weer inzien, waarmee stadslandbouw een belangrijke sociale bijdrage levert aan de maatschappij.

Marieke Giele

• De huidige voedselindustrie produceert veel voedsel ver van de consumenten. • Stedelingen hebben daardoor steeds minder bewustzijn over de herkomst van hun eten. • Stadslandbouw brengt voedsel weer dicht bij de consumenten door het lokaal te produceren. Stadsboerderij De Schilde levert het eten vanaf de kas op het dak in Den Haag. Foto Martijn Zegwaard

72 | de Architect, juni 2016


Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen

Gebouw als materialenbank

grondstoffen en technologie. Kortom,

producten en met een maat-schappij

Disassembly’ en ‘Reversibel Design’

gebouwen zijn niet ontworpen en

die zichzelf berooft van grondstoffen,

de kwaliteit en de waarde van een

De exponentiële bevolkingsgroei

uitgevoerd voor een continue up-

transformeren naar een meer circulair

gebouw in de toekomst bepalen. Op

en de modernisering van de

grading en aanpassing aan de nieuwe

denken, waar de productie van

basis van de drie dimensies die het

levensstandaard zorgen ervoor dat

behoeften, regels en trends. Daardoor

gebouwen en materialen gekoppeld

transformatievermogen van een ge-

de vraag naar noodzakelijke goe-

worden gebouwen gesloopt en wordt

is aan de continue opwaardering en

bouw bepalen, wordt een koppeling

deren en diensten in de komende

het materiaal met langere technische

aanvulling van grondstofbronnen?

met de toekomstwaarde van een ge-

decennia met ten minste een

levensduur als afval gezien.

Door gebouwen te ontwerpen die

bouw gemaakt. Een gebouw dat een

een circulaire waardeketen mogelijk

laag transformatievermogen heeft, is

factor twee zal toenemen. En terwijl er een exponentiële bevol-

Spaarrekening

maken krijgen gebouwen een

een gebouw dat geen aanpassings-

kingsgroei is, nemen wereldwijd

In Europa is de bouwindustrie verant-

continue opwaardering. Bovendien

vermogen kent. Dit resulteert in

de noodzakelijke grondstoffen om

woordelijk voor veertig procent van

behouden de materialen in de ge-

sloop, downcycling en afval.

deze groei te voeden af. Het World

de totale afvalproductie en veertig

bouwen hun waarde. Deze dynamisch

Duurzaam gebruik van het gebouw

Resource Institute verwacht dat

procent van de totale co2-uitstoot.

en flexibel ontworpen gebouwen

in de toekomst door verschillende

wanneer de wereldbevolking de

Vijftig procent van alle natuur-

vormen de sleutel tot een circulaire

generaties van gebruikers en zijn

komende vijftig jaar blijft groeien,

lijke grondstoffen wordt in de bouw

economie. Gebouwen zijn niet langer

aanpassingsvermogen aan klimaat

de behoefte aan grondstoffen met

gebruikt. Een lineair patroon van de

de afvalbergen van de toekomst,

en technische eisen wordt niet alleen

driehonderd procent zal toene-

bouwproductie dat het gebruik van

maar bewaarplaatsen van waardevolle

bepaald door de lijst van materialen,

men. Ruwe grondstoffen worden

grondstoffen koppelt aan sloop als

bouwmaterialen.

maar ook door de wijze waarop deze

steeds schaarser en duurder,

de enige ‘end of life optie’ van het

stortplaatsen raken vol waardoor

gebouw, resulteert in de verarming

Materialenbank

functionele, fysieke en esthetische

de stortprijs stijgt, wat uiteindelijk

van de maatschappij.

‘Gebouw als materialenbank’

samenhang. Een van belangrijkste

het afvalmanagement buiten alle

Het ‘environmental capital’ van de

introduceert hiermee fundamen-

taken van een architect in de

proporties duur maakt.

aarde is net als een bankrekening. De

tele vernieuwingen in de bouw. Een

toekomst is niet een gebouw te

uitdaging ligt in de vraag hoe we van

nieuwe ontwerpbenadering waar

ontwerpen voor een gebruik, vol-

De fysieke impact van de stijgende

dit ‘environmental capital’ een spaar-

transformatie en hergebruik garant

gens een vast maatstramien, maar

bouwmassa in industriële en ontwik-

rekening maken, zodat er genoeg

staan voor de toekomstwaarden van

scenario’s voor hergebruik en dus de

kelde delen van de wereld is onmis-

grondstoffen overblijven voor toe-

een gebouw en bouwmaterialen. Een

vitaliteit van een gebouw te kunnen

kenbaar. Daarnaast beantwoordt de

komstige generaties. Hoe kunnen we

benadering waar ‘Reversibel Design’

waarborgen. Het Programma van

kwaliteit van de bestaande gebouw-

het lineaire denken, uitgedrukt in de

en ‘Design voor Disassembly’ vanaf

Eisen integreren in de structuur en

voorraad niet aan de veranderende

korte levensduur van gebouwen en

het begin van het ontwikkelproces

opbouwsystematiek, met een hoog

eisen van de gebruikers, omdat de

aandacht krijgen om hoogwaardig

transformatiepotentiaal en aanpas-

meeste gebouwen in de afgelopen

gebouw- en materiaalgebruik op de

singsvermogen van de onderdelen.

materialen geïntegreerd zijn in een

zestig jaar zijn gebouwd met als

• De invloed van de bouwsector

lange termijn te bevorderen. Een

Niet slopen maar transformeren is

levenseinde de sloop en niet voor de

op de totale afvalproductie is

nieuwe ontwerpfilosofie, waarin het

een belangrijke slogan hiervan die

aanpasbaarheid aan veranderende

enorm.

slopen van een gebouw als een fout

moet zorgen voor de transitie van

behoeften door de tijd heen.

• ‘Gebouw als materialenbank’ is

in het ontwerp wordt gezien.

ontwerp voor sloop naar ontwerp

Projectontwikkelaars en vastgoed-

een nieuwe ontwerpbenadering

Om de waarde van gebouwen en

voor opwaardering van gebouwen en

makelaars waarschuwen dat er

waarbij vanaf het begin wordt

materialen op de lange termijn te

bouwmaterialen.

met betrekking tot het gebruik van

nagedacht over de opwaardering

garanderen moeten drie dimensies

De nieuwe generatie gebouwen

gebouwen grote verschillen zijn

potentiaal van een gebouw en het

van transformatie gewaarborgd

kenmerkt zich door de zeer

tussen de huidige gebouwvoorraad

bouwmateriaal.

worden: de gebouw-, de structuur-

karakteristieke en hoogwaardige

en de veranderende en dynamische

• Dit maakt het doorvoeren van

en de materiaaldimensie. Oftewel

bouwtechnische objecten en de

eisen van de gebruikers, nu en in de

transformaties eenvoudiger,

de functionele aanpasbaarheid, de

demonteerbaarheid. Dergelijke

toekomst.

waardoor de waarde van het

herbestemming van systemen en het

gebouwen zorgen voor de conti-

De bestaande bouwmethoden sluiten

gebouw en de materialen zo lang

hergebruik van materialen.

nuïteit in de waarde van het gebruik

niet aan bij de dynamiek van de

mogelijk binnen de economie

Naast de klassieke functionele, tech-

en de materialen van een gebouw.

markt en ontwikkelingen in de maat-

blijven.

nische en esthetische eisen zullen

schappij, demografie, schaarste aan

74 | de Architect, juni 2016

ook de eigenschappen ‘Design for

Elma Durmisevic


Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen

Thema: Circulair bouwen

Bestaande voorraad Er staan veel gebouwen leeg in Nederland. Om de potentie van bestaande gebouwen voor hergebruik of herbestemming in kaart te brengen, ontwikkelde abt een quickscan. Dit instrument herbestemming maakt voor opdrachtgevers inzichtelijk welke waarde bestaande gebouwen hebben voor de toekomst. Het streven is om de cirkel zo klein mogelijk te houden. Onder het motto ‘Repair, refurbush, remanufacture, recycle’ wordt eerst gekeken naar hergebruik van het bestaande gebouw, dan naar herbestemming, tot aan grootschalige renovatie.

Verder denken dan de oplevering

in te spannen voor zijn omgeving. Dit

goed te koppelen met de elementen

die het geitenwollensokkenimago van

toe te passen. Dat is een mooie uit-

is vergelijkbaar met energieneutraal

in een 3d-model.

zich af geschud hebben en die high-

daging die ook wij graag aangaan.

bouwen. Want hoewel het begrip

tech, comfortabel en duurzaam zijn.

Gyuszi Florian (bouwkundig adviseur),

• Het begrip circulair is bekend, maar wordt nog weinig toegepast

De circulaire economie is de

energieneutraal al meer dan twintig

Buildings as a service

Dit vereist dat je zelf actief de markt

nieuwste en tot nu toe meest

jaar boven de markt hangt, is de crisis,

In de it is het concept van ‘software

opgaat om samen met leveranciers te

omvattende benadering van mens-

samen met de aangescherpte regel-

as a service’ (saas) breed geaccep-

onderzoeken wat maakbaar is.

en omgevingsvriendelijk bouwen.

geving, de echte ‘incentive’ geweest

teerd. Hierbij huur je software, en

Ze gaat uit van een geheel nieuw

om het te doen dalen naar gebruiks-

hoef je niet zelf grote investeringen

Drempels op weg naar

economisch model, waarin grond-

niveau. Terwijl opdrachtgevers tot de

te doen voor bijvoorbeeld servers.

de circulaire economie

1. Architect Daan Bruggink wil dat materi-

• Om circulair bouwen echt te

stoffen continu in een bruikbare

crisis betaalbare gebouwen wilden die

In de bouw zie je deze ontwikkeling

Een lagere co2-uitstoot en minder

aalgebruik hoger wordt gewaardeerd in de

laten werken is een andere

vorm in het systeem blijven. Dit

precies aan de epc voldeden, vragen

ook. Zo heeft Philips het concept van

milieubelasting zijn bekende voorde-

breeam-score. Dat zal een goede ‘incentive’

mindset nodig, ook van opdracht-

staat in tegenstelling tot de line-

ze nu vooral om energieneutrale ge-

‘circular lighting’ geïntroduceerd. Je

len van circulair bouwen. Maar er is

zijn. Zie het interview in ‘Helden’, elders in

gevers.

aire economie, waarin een proces

bouwen. Want bijna energieneutraal

huurt de armaturen van Philips en

ook een groot economisch voordeel.

dit nummer.

van grondstofwinning, productie,

is ondertussen verplicht en volledig

als je andere wilt, ruil je ze in. Geen

McKinsey&Company2 voorspelt een

2. Zie www.mckinsey.com/business-

gebruik en wegwerpen wordt

energieneutraal is daarna maar een

hoge investeringskosten en maximale

economisch voordeel van 1,8 biljoen

functions/sustainability-and-resource-

doorlopen. De circulaire economie

klein stapje extra dat zichzelf terug-

Het gebouw van abt in Delft is een van de vroege voorbeelden van ifd-bouwen.

flexibiliteit.

euro voor Europa wanneer het de

productivity/our-insights/europes-circular-

vraagt om een fundamenteel

verdient.

Het twintig jaar oude gebouw wordt nog steeds als voorbeeldproject gebruikt.

Maar ook dbfmo-projecten waarbij

overstap maakt naar een circulaire

economy-opportunity.

andere benadering van het

Wij verwachten dat ook de circulaire

een consortium verantwoordelijk is

economie. Toch zijn er nog maar

productieproces, waarin herbruik-

economie pas echt zal losbarsten

wel het geval zou zijn geweest, had-

gebouw verlengt.

voor het hele proces van ontwerp,

weinig opdrachtgevers, architecten,

baarheid centraal staat.

als de wet- en regelgeving dat eist

den we dan andere keuzen gemaakt?

Een andere voorwaarde om écht

bouw en gebruik gedurende een

adviseurs en bouwers die echt cir-

of als het financiële winst oplevert.

Kunnen we eigenlijk wel voorzien of

flexibel en circulair te bouwen, is dat

bepaalde periode, sluiten hierbij aan.

culair willen bouwen. Waarom niet?

De vele vragen die het begrip cir-

Bijvoorbeeld door verplichte inname

een bouwkundig element voldoende

de bouwdelen zodanig zijn gedetail-

Het is dan namelijk in het belang

Een veelvoorkomend vooroordeel

culair oproept, kennen even zovele

van producten aan het eind van

herbruikbaar is? Denk alleen maar

leerd dat zij tot op grondstofniveau

van het consortium om een flexibel,

is dat circulair bouwen duur is. Het

antwoorden en leiden tot een brede

hun levensduur door leveranciers,

aan de ontwikkelingen in glas. Wat is

kunnen worden gedemonteerd en

energiezuinig en goed te onder-

vereist een andere manier van werken

definitie. Een feit is dat het begrip

eisen aan de milieubelasting van de

over ruwweg vijftig jaar de standaard?

op nieuwe wijzen hergebruikt. Want,

houden gebouw te ontwerpen, omdat

en bouwen, buiten de comfortzone

grote groepen mensen aanspreekt.

gebruikte materialen in een gebouw

Heeft ieder nieuw gebouw dan een

zoals Thomas Rau terecht zegt, wie

het consortium zelf verantwoorde-

van veel bedrijven. Nieuw is risicovol.

Misschien omdat circulair letterlijk

of het toepassen van een vorm van

PowerWindow of gaan we nog verder?

weet nu wat je over honderd jaar wilt

lijk is voor de exploitatie. Je wordt

En zolang de grondstofprijzen niet de

kringloop betekent: een natuurlijk

statiegeld.1

En wat doen we dan met het hr++

van een gebouw?

gedwongen verder te denken dan de

pan uitrijzen, is het weinig aantrekke-

glas of ‘triple’ glas dat op dit moment

Belangrijk lijkt voorts de verdere

oplevering.

lijk om te kiezen voor gerecyclede of

fenomeen dat herkenning oproept.

Eric Bouten (installatiedeskundige) en Annebeth Muntinga (bouwfysicus) Allen zijn werkzaam bij abt.

in de bouw. • Circulaire economie zal pas echt losbarsten als de wet- en regelgeving dat eist of als het financiële winst oplevert.

Misschien ook doordat de weg is

Vroege voorbeelden

de standaard is? Hergebruiken is dan

ontwikkeling van bim en daaraan

De volgende stap hierin is nog

hergebruikte materialen.

geëffend door het lange werken met

Twintig jaar geleden gaven isso en

niet meer interessant. Maar ook de

gekoppeld ‘the internet of things’.

een letter toe te voegen: de R van

Een andere drempel is die van

begrippen als duurzaamheid, energie-

sbr een jaar of vijf subsidies voor

specifieke maatvoering en estheti-

Informatie is namelijk cruciaal in

recycle. Hetzelfde consortium is dan

aansprakelijkheid. Als je een gebouw,

neutraal, en, iets korter, biologisch.

Industrieel, Flexibel en Demontabel

sche overwegingen maken opti-

de circulaire economie. Bim moet

verantwoordelijk voor de inname

element of materiaal hergebruikt, wie

Hoewel het gedachtegoed van

(ifd) bouwen. Een van de toen gere-

maal hergebruik van bouwkundige

verdergaan dan de perfect uitge-

van de materialen aan het einde van

is dan aansprakelijk voor de prestatie

eindeloze kringlopen voor de hand

aliseerde ifd-gebouwen is ons eigen

elementen lastig. Niet voor niets lijkt

werkte 3d-modellen die we nu maken.

de levensduur van het gebouw. Dan

daarvan? De producent? De vorige

liggend en aansprekend is en hoewel

kantoor in Delft (ontwerp Henket &

ook Cradle to Cradle niet echt van de

Want om elementen efficiënt te

wordt restwaarde opeens een stuk

eigenaar? Of de nieuwe gebruiker?

het begrip circulair al vijf jaar breed

partners). Dit voldoet nog prima en

grond te komen.

kunnen hergebruiken moet je weten

interessanter.

Tot slot hebben hergebruikte mate-

rondzingt in de markt, wordt tot nu

niemand heeft de aanvechting om

toe aan weinig circulaire gebouwen

het uit elkaar te schroeven. Maar

Voorwaarden voor circulariteit

verschillende materialen met elkaar

Nieuwe materialen

associëren tweedehands vaak met

gewerkt. Ook de vraag naar dit type

wat als we dat wel zouden doen?

De eerste stappen naar circulair

verbonden, hoe oud zijn ze, hoe zijn

Nederland groeit, en daarmee de

mindere kwaliteit. We vinden herge-

gebouwen is er nog nauwelijks. De op

Zijn de verschillende elementen dan

bouwen worden inmiddels gezet.

ze onderhouden? Door de aanwezige

vraag naar bouwmaterialen. Een vraag

bruikte vloerbedekking vies of goed-

dit vlak meest geroemde, vooruit-

herbruikbaar of verdwijnen ze alsnog

Door gebouwen een overcapaciteit

materialen in een gebouw goed te

die je niet alleen kunt invullen met

koop. Veel mensen prefereren een

strevende gebouwen in Nederland

naar de afvalberg? Gescheiden en

te geven kunnen ze in de toekomst

documenteren en terugvindbaar te

hergebruikte materialen uit sloop-

nieuwbouwwoning, bedrijven willen

zijn vaak slechts op kleine onderdelen

deels gerecycleerd, dat wel, maar niet

worden uitgebreid, of in de toekomst

maken, vergroot je de kans dat ze

projecten. Daarom moet je zoeken

een nieuw schitterend hoofdkantoor.

vooruitstrevend en voor meer dan

optimaal benut zoals dit in de circu-

worden opgesplitst in meerdere

kunnen worden hergebruikt.

naar nieuwe materialen, op basis van

Om circulair bouwen echt te laten

negentig procent standaard.

laire economie of bij Cradle to Cradle

verhuurbare units. Deze flexibiliteit

Het combineren van data van

hernieuwbare grondstoffen. In het

werken is een andere mindset nodig,

Dat zegt veel over de uitdaging die

is gewenst?

zorgt ervoor dat het gebouw zich kan

verschillende gebouwen geeft een

gebruik van ‘biobased’ composieten

ook van opdrachtgevers. Ondanks alle

circulair bouwen biedt. Maar ook over

Volledig hergebruik was niet het

aanpassen aan de wensen van de

beeld van de materiaalvoorraad in

in de bouw zit een grote potentie.

drempels zijn er voldoende mogelijk-

Hogeschool van Amsterdam, Conradhuis. In het bim-model van dit gebouw is al

de geneigdheid van de mens om zich

uitgangspunt van ifd, maar stel dat dit

gebruiker, wat de levensduur van het

gebouwen. Deze en andere data zijn

Daarmee krijg je duurzame gebouwen

heden om circulair bouwen vergaand

informatie over de materialen toegevoegd. De kleuren staan in de legenda.

76 | de Architect, juni 2016

hoe ze zijn samengesteld. Hoe zijn de

rialen ook een imagoprobleem. Wij

de Architect, juni 2016 | 77


Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen

Energiezuinig ontwerpen

van een ontwerp, dan maatregelen in

mulatieprogramma. In dit onderzoek

daglicht. In figuur 3 is te zien dat

een latere ontwerpfase of tijdens het

is gebruikgemaakt van Sefaira als

een correlatie bestaat tussen de

Ons dagelijks leven wordt steeds

bouwen. Daarom is het van belang

bouwfysisch simulatieprogramma.

score voor energievraag en het aantal

meer beïnvloed door digitalise-

dat architecten al in de eerste fase

Voor alle individuele ontwerpen maxi-

vierkante meters raamoppervlak. De

ring. De bouw vormt daarop geen

van het ontwerpproces aandacht

maal was zestig uur beschikbaar.

trendlijn kan verklaard worden door

uitzondering. Tekenen gebeurt met

besteden aan de energieprestatie van

Alle ontwerpen zijn onderling verge-

het verschil in isolatiewaarde. Ramen

3d-tekenprogramma’s en bereke-

de woningen.

leken op energievraag, daglicht en

hebben een slechtere isolatiewaarde

ningen worden gemaakt met simu-

De meeste architecten die energie-

architectuur, en vervolgens gesimu-

dan gesloten geveldelen, waardoor

laties. Worden de mogelijkheden

zuinige woningen ontwerpen,

leerd met behulp van Sefaira. Hierbij

meer transmissieverlies via de ramen

van deze instrumenten optimaal

maken gebruik van een bouwfysisch

is aangenomen dat ze gebouwd zijn

plaatsvindt. Daarnaast speelt de

gebruikt of zijn er meer voordelen

adviseur. Echter als alle architecten

op maaiveldniveau zonder omlig-

zonbijdrage in het warme klimaat van

te behalen? Kan het ontwerpproces

energiezuinige woningen moeten

gende gebouwen. Dit is gedaan om-

Shenzen een negatieve rol. In figuur

van architecten voor energiezui-

ontwerpen, zullen ze niet allemaal

dat de locatie afhankelijk was van de

4 is het aantal vierkante meter raam-

nige woningen worden verbeterd

een bouwfysisch adviseur inhuren. In

masterprojecten van de studenten.

oppervlak uitgezet tegen de score

als gebruik wordt gemaakt van een

dat geval kan de architect gebruik-

Naast de locatie zijn ook de u-waar-

voor daglicht. Hier is geen correlatie

bouwfysisch simulatieprogramma

maken van bouwfysische richtlijnen

den van de vloer, het dak en de gevels

te vinden. De score voor energievraag

tijdens de eerste fase van het

of van een bouwfysisch simulatie-

gelijkgetrokken. Het verbeteren van

kan worden verbeterd door minder

ontwerpproces?

programma. Recente ontwikkelingen

de u-waarde heeft veel invloed op de

raamoppervlak te gebruiken, terwijl

maken het gebruik van dergelijke

uiteindelijke score voor de energie-

voldoende daglicht in het gebouw

De energieprestatie van een woning

programma’s in de vroege ontwerp-

vraag. Zij kan normaal gesproken

komt. Deze keuze gaat wel voorbij aan

speelt een belangrijke rol tijdens het

fase steeds toegankelijker. Geeft het

worden verbeterd zonder afbreuk te

de mogelijke invloed van daglicht op

ontwerpproces. Dit is het gevolg van

gebruik van dergelijke programma’s

doen aan het ontwerpconcept. De

de architectonische kwaliteit.

strenge Europese richtlijnen, in de

een meerwaarde voor de energie-

energievraag van de individuele ont-

praktijk vaak gekoppeld aan de epc

neutraliteit? Wat is het effect op de

werpen en de hoeveelheid daglicht

Energievraag is belangrijk

(Energie Prestatie Coëfficiënt). Vanaf

architectuur? En hoe zit het met

in het ontwerp zijn uit de simulaties

Naast deze individuele scores zijn

2020 moeten alle nieuw te bouwen

andere aspecten zoals daglicht?

afgeleid. Daarnaast zijn de ontwerpen

de ontwerpen vergeleken met een

beoordeeld op architectuur.

totaalscore. Deze laatste is opge-

woningen in Nederland een epc-score van nul halen. Dit staat gelijk aan

Onderzoek in Shenzhen

Met alle scores voorhanden zijn de

bouwd uit de onderlinge scores voor

energieneutraal bouwen. Door deze

Voor het onderzoek zijn door

resultaten met elkaar vergeleken. In

energievraag, daglicht en architec-

lage epc-score worden architecten

26 masterstudenten architectuur van

figuur 2 is dit gedaan voor de drie indi-

tuur. De scores voor deze onderdelen

gedwongen om de focus van hun ont-

de tu/e ontwerpen gemaakt voor een

catoren, waarbij steeds een splitsing

zijn gerankt van 0 tot 10 en daarna

werpproces te verbreden en energie

energiezuinige gezinswoning van

is gemaakt tussen de ontwerpen op

verwerkt in de totaalscore. Hierbij is

hierin nadrukkelijker te betrekken. Dit

150 vierkante meter in het subtropi-

basis van de richtlijnen en die met

de keuze gemaakt om de energie-

geldt ook voor kleinschalige projec-

sche klimaat van Shenzhen (China).

behulp van Sefaira. De scores per

vraag voor veertig procent te laten

ten waarbij niet altijd een energie-

Dertien ontwerpen zijn gemaakt met

woning en indicator zijn steeds ge-

meewegen en daglicht en architec-

specialist is betrokken.

behulp van de richtlijnen van de Trias

schaald tussen 0 en 10. De minimum

tuur beide voor dertig procent. Deze

Uit onderzoek van Hensen (2004) blijkt

Energetica en op basis van de richtlij-

en maximumwaarden voor alle ont-

keuze is arbitrair, maar laat zien dat

dat beslissingen in de vroege fase van

nen volgens het passiefhuisconcept.

werpen tezamen zijn voor de schaling

de energievraag een belangrijke

het ontwerpproces een grotere im-

De overige ontwerpen zijn gemaakt

gebruikt. Het grootste onderlinge

component is.

pact hebben op de energieprestaties

met behulp van een bouwfysisch si-

verschil is gehaald bij de score voor

Of beide groepen ontwerpen significant van elkaar verschillen voor de totaalscore, is berekend met de Mann-Withney u-test en de t-test. Uit de analyse blijkt dat de twee gemiddelden verschillend zijn en dat de ontwerpen niet uit identieke populaties komen. Het gebruik van een bouwfysisch simulatie-

Twee voorbeelden van binnen het onderzoek gemaakte ontwerpen

78 | de Architect, juni 2016

programma in het ontwerpproces,


Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen

Daylight

Links figuur 2. Genormaliseerde score

Energy demand

voor energievraag, architectuur & daglicht

10

10

9

9

9

8

8

8

De streep geeft de gemiddelde waarde

7

7

7

aan.

6

6

6

5 4

Total score

10

Total score

Total score

Architecture

5 4

4

3

3

2

2

2

1

1

1

0

0

0

1

2

Sefaira

Guidelines

3

0

1

2

Sefaira

Guidelines

richtlijnen en met gebruik van simulaties.

5

3

0

uitgesplitst naar ontwerpen op basis van

3

Onder figuur 5. Totaal score per ontwerp (gewogen gemiddelde voor energievraag 0

1 Sefaira

2 Guidelines

3

(40%), daglicht (30%) en architectuur (30%)). Total score 10

Figuur 3. Correlatie raamoppervlak/ energievraag

Figuur 4. Correlatie raamoppervlak/daglicht

8

Daylight/ Window area 10

7

8

8

6

6

6

4

Total score

10

Daylight

Passiv e energy use

Energy/ Window area

9

4

5 4 3

2

2

0

0 0

50

100

150

200

250

2

0

50

Window area (m²)

100

150

200

250

1 0

Window area (m²)

0

1

2

Sefaira

Guidelines

3

in dit geval Sefaira, kan dus een

kan men het verschil niet zien. Bij

latieprogramma tijdens de eerste

tu/e, Eindhoven 2015.

positieve bijdrage leveren aan het

slecht negen van de 26 ontwerpen is

fase van het ontwerpproces van

J.L.M. Hensen, Towards more effective use

ontwerp. Het leidt immers tot een

een duidelijke voorkeur voor één van

energiezuinige woningen dan ook

of building performance simulation

ontwerp dat gecombineerd op het

de ontwerpprocessen af te leiden.

een meerwaarde. De resultaten laten

in design, tu/e, Eindhoven 2004.

gebied van energievraag, daglicht en

Echter, bij drie van die negen ont-

ook zien dat daarmee de architectuur

http://sefaira.com/resources

architectuur beter scoort dan een

werpen hadden de respondenten een

niet per definitie verloren gaat.

ontwerp dat alleen is gebaseerd op

voorkeur voor het ontwerpproces dat

Bovenstaand artikel is gebaseerd op

standaardrichtlijnen.

niet was gebruikt.

een gecombineerd afstudeerproject

• Worden de mogelijkheden van

Tot slot is onderzocht of het ontwerp-

De conclusie luidt dat een significant

van de afdelingen Architectuur en

digitalisering in het ontwerpproces

proces (richtlijnen of gebouwsimu-

verschil bestaat tussen de totale

Bouwfysica & Installaties aan de

optimaal gebruikt of zijn er meer

latie) zichtbaar is in de gemaakte

score (energievraag, architectuur en

Technische Universiteit Eindhoven.

voordelen te behalen?

ontwerpen. Daarvoor zijn alle

daglicht) van ontwerpen die gemaakt

26 ontwerpen in een vragenlijst gezet

zijn met behulp van richtlijnen en

die is rondgestuurd naar architecten

ontwerpen die gemaakt zijn met

en bouwfysici. Bij elk ontwerp moes-

behulp van een simulatieprogramma.

ten de respondenten aangeven of zij

De laatste scoren gemiddeld beter.

Referenties

van de woningen.

dachten dat het ontwerp gemaakt

Voor architecten van kleinschalige

M.L. Bron, Energy efficient design.

• Ontwerpen die gemaakt zijn

was met behulp van een bouwfysisch

projecten waarbij geen energie-

Comparing energy efficient houses desig-

met behulp van een simulatiepro-

simulatieprogramma of met behulp

specialist is betrokken, biedt het

ned with or without the use of

gramma, scoren gemiddeld beter.

van richtlijnen. In de meeste gevallen

gebruik van een bouwfysisch simu-

a building energy simulation program,

80 | de Architect, juni 2016

M.L. Bron, M.G.L.C. Loomans,

• Het is van belang dat archi-

J.L.M. Hensen

tecten al in de eerste fase van

Technische Universiteit Eindhoven

het ontwerpproces aandacht besteden aan de energieprestatie


Cases ontwerp: Jean Nouvel Design

LessLess ontwerp: Jean Nouvel Design

Secretello ontwerp: Michele De Lucchi

UniFor Design protagonist en fabrikant Unifor uit ItaliĂŤ, ontwikkelt vanuit onderzoeks- en innovatiebronnen originele, esthetische en zeer ingenieuze meubelsystemen voor de hedendaagse werkomgeving.

Flipper ontwerp: Luciano Pagani, Angelo Perversi

PROOFF

UniFor

Iduna

Wagner

Stua

VerPan

De eigenzinnige collectie is vormgegeven door gerenommeerde internationale ontwerpers en architecten als Michele De Lucchi, Luca Meda, Hannes Wettstein, Jean Nouvel, Ă lvaro Siza, Fernando Urquijo, Pierluigi Cerri en Aldo Rossi en biedt mogelijkheden voor klantspecifiek maatwerk.

Orangebox

Ondarreta

Dietiker

Citterio


Het platdakraam

een NIEUWE DIMENSIE

met daglicht

Het FAKRO platdakraam combineert een uniek design met uitstekende producteigenschappen: • Tot 16% meer natuurlijk daglicht dankzij de unieke constructie met vlakke glasplaat. • Hoge isolatie tot wel Uw=0.76 W/m2K*, waardoor het product geschikt is voor passiefbouw. • Sterke geluidswering voor de onderliggende ruimte van 34dB. • Zorgvuldig geselecteerde materialen zorgen voor een lange levensduur en een minimale belasting van het milieu. *voor type D_F DU8 volgens EN 12567-2

Lees meer op www.fakro.nl


Designed to work for you

QuadroClad® Façade systemen, bekend door de extreem strakke en vlakke belijningen, kennen nu ook de mogelijkheid van een geventileerd, visueel gesloten gevelsysteem. QuadroClad® gevelpanelen beschermen het gebouw tegen atmosferische invloeden en verhogen hiermee de duurzame prestaties en het comfortniveau van het gebouw en haar gebruikers. www.hunterdouglas.nl

Project: Maastoren, Rotterdam - Architects: Dam & Partners / Studio Odile Decq ® Geregistreerd handelsmerk - een HunterDouglas® product. © Copyright Hunter Douglas 2016.


In su l ation

nieuw Met gemak naar EPC 0,4? UNIDEK SOLARPOWER

PREFAB

DAKISOLATIE

WATERDICHT

75% PV-MERKEN

www.kingspanunidek.nl @kingspanunidek


Verleg uw creatieve grenzen met SVK gevelplaten. Ook verkrijgbaar in zandkleur.

Klaar voor grenzeloze creativiteit? Onze vezelcementoplossingen geven uw project de juiste uitstraling met de gewenste kleur en vorm. Uw creaties ogen niet alleen tijdlozer dan ooit, ze overstijgen de tijd dankzij de ongeĂŤvenaarde kwaliteit van de SVK gevelplaten. Zo kennen uw ontwerpen geen grenzen meer en realiseert u de meest creatieve gevels.

Ga ook verder en laat u inspireren op

creatievegevels.be

Ornimat

Colormat

Puro Plus

Decoboard

Op maat verzaagd en afgewerkt in quasi elke RAL kleur

In de massa gekleurd, met of zonder structuur

Natuurgrijze onbehandelde gevelplaten met karakter

Tijdloze kleuren in standaard afmetingen


STRAK DESIGN MET DE JUISTE BEWEGING Rechte lijnen en scherpe kanten zijn futuristisch en tijdloos. Gecombineerd met gebogen glasrailings maakt u van uw project een afgeronde zaak. Met Q-railing’s Easy Glass® systemen kunt u dit eenvoudig realiseren. Deze kunnen als rechte en gebogen profielen geleverd worden. Kijk op www.q-railing.com voor een compleet systeemoverzicht, downloadbare BIM-objecten, inspirerende referentieprojecten en veel meer. Of bel of mail ons via +31 (0) 314 620 320 of sales.nl@q-railing.com.

BIM

THE PREMIUM BRAND IN RAILING SYSTEMS

WWW.Q-RAILING.COM


EEn DuurzamE CirCulairE EConomiE Natuurlijk met staal van Tata Steel

Staal is behalve flexibel en demontabel het meest gerecycled materiaal ter wereld. Bovendien is staal het enige bouwmateriaal waarvan door upcycling de eigenschappen zelfs kunnen worden verbeterd. In recente Breeam Excellent projecten, zoals Lely (Maassluis), Lidl (Heerenveen) en Nature’s Pride (Maasdijk), wordt staal van Tata Steel toegepast. Deze keuze onderstreept de duurzaamheid van onze producten. Kijk voor meer informatie op www.tatasteelbouw.nl of bel 02514 94500. Together we make the difference www.tatasteeleurope.com

Nature’s Pride (Maasdijk) in aanbouw. Architectenbureau Paul de Ruiter.


MAATWERK IN ALUMINIUM GEBOUWDETAILLERING Roval Aluminium

De meeste architecten die als

aluminium biedt. Daarnaast spelen

gebouwdetaillering kiezen voor

ook andere overwegingen een rol.

aluminium doen dat vanwege

Toegepast aluminium is duurzaam

de maximale ontwerpvrijheid die

en het laat zich als natuurlijk

Roval Aluminium is marktleider

materiaal uitstekend combineren

in de ontwikkeling, productie

met andere materialen, zoals hout

en levering van kwalitatieve

en steen. Roval Aluminium speelt

aluminium bouwproducten voor

met haar assortiment aluminium

daken, gevels en interieur. Tot het

gebouwdetailleringen in op de

uitgekiende assortiment behoren

wensen van de architect. Als

onder meer dakrandprofielen,

maatwerkspecialist is Roval in staat

waterslagen, muurafdek-

om vrijwel alles vorm te geven

systemen, balustersystemen,

wat de architect wenst in brute,

lamellenwanden, privacyschermen,

geanodiseerde en gemoffelde

doorvalbeveiliging en rand-

uitvoeringen en in vrijwel alle

beveiliging. Daarnaast biedt Roval

ralkleuren. Meerwaarde in maatwerk

Aluminium maatwerk in zetwerk.

voor een optimale gebouwesthetiek!

Mooi, functioneel en duurzaam.

Ga voor meer informatie naar www.roval.eu


Ik sI jullIe helemaal zItten.

BeIde.

Reflex sI

Voor SI zijn er twee schakelaarprogramma’s: Reflex SI en Busch-balance® SI, klassiek rond of evenwichtig rechtlijnig. uw klanten kunnen kiezen en krijgen SI – beide met hetzelfde veelzijdige assortiment. alles wat u over SI moet weten: busch-balancesI.nl

www.busch-jaeger.nl

Busch-balance® sI


Company Guide

In onderstaand overzicht vindt u een selectie van leveranciers met een bedrijfspresentatie en een productenoverzicht op www.nbd-online.nl.

Company Guide In onderstaand overzicht vindt u een selectie van leveranciers met een bedrijfspresentatie en een productenoverzicht op www.nbd-online.nl.

DAKMERK

Derako International BV

Reynaers B.V.

Rolflex Nederland bv

Het doel van DAKMERK is het continu verbeteren van de kwaliteit van het dakdekken van bitumineuze en kunststof daken (zogenaamde platte daken). Alle dakbedekkingbedrijven (certificaathouders) die het erkende kwaliteitskeurmerk willen voeren moeten voldoen aan strenge selectiecriteria die Stichting DAKMERK hanteert.

Derako International BV is fabrikant / leverancier van het DERAKO® massief houten verlaagd plafond- en wandsystemen. Het Derako® systeem is uniek in zijn soort door de vele voordelen die het systeem biedt, en is daarin de enige ter wereld. Het is verkrijgbaar in een lineair en in een grill uitvoering. Sinds januari 2003 ISO-gecertificeerd bij Lloyds.

Reynaers B.V. ontwikkelt en produceert aluminium systemen voor ramen, deuren, schuif- en vouwsystemen, vliesgevels, serres en zonwering. Systemen die de architecturale waarde van gebouwen vergroten en de leef- en werkomgeving verbeteren. Naast standaard oplossingen biedt Reynaers volop mogelijkheden tot het ontwikkelen en realiseren van maatwerk gevelsystemen.

Rolflex Nederland BV is al meer dan 30 jaar actief in de bedrijfsdeuren markt en heeft veel ervaring met de productie en montage van bedrijfsdeuren en laad- en lossystemen. Vanwege de veranderende vraag van ontwerpers, bouwers en eindgebruikers heeft Rolflex een nieuwe bedrijfsdeur ontwikkeld, de Compact Bedrijfsdeur.

www.nbd-online.nl/dakmerk

Gorter Luiken BV Gorter Luiken BV levert dakluiken, vloerluiken, wandluiken en plafondluiken. Een dakluik en vloerluik zijn veilig en compleet in combinatie met een bijbehorende ladder, trap of schaartrap. Dakluiken en vloerluiken kunnen worden geleverd met elektrische aandrijving.

www.nbd-online.nl/gorterluiken

www.nbd-online.nl/derako

www.nbd-online.nl/reynaers

www.nbd-online.nl/rolflex

Heruvent B.V. / Vlakkelichtkoepel.nl

Roval Aluminium B.V.

Schellekens & Schellekens B.V.

Heruvent B.V. levert de vlakkelichtkoepel. Een stijlvol daglichtelement voor op een plat of licht hellend dak. De vlakkelichtkoepel kenmerkt zich door een hoge isolatiewaarde en uitstekende geluidswerendheid. Heruvent B.V. produceert de vlakke lichtkoepels in haar eigen productiefaciliteit in Cuijk.

Roval Aluminium is toonaangevend totaalleverancier van aluminium bouwproducten voor toepassing in de woning- en utiliteitsbouw. Dit geldt voor zowel nieuwbouw als renovatieprojecten. Roval Aluminium maakt deel uit van de internationaal opererende Reynaers Groep.

Schellekens & Schellekens B.V. ontwerpt, verkoopt, produceert en monteert professionele zonwering. De manier van werken zorgt voor een grote mate van flexibiliteit bij het voldoen aan klanteisen en geeft een volledige controle over de kwaliteit en de levertijden van de gemonteerde producten.

www.nbd-online.nl/heruvent

www.nbd-online.nl/roval

www.nbd-online.nl/schellekens

Icopal bv

Kingspan Unidek B.V.

Somfy Nederland B.V.

Steni Benelux B.V.

De Icopal Groep is Europa’s toonaangevende producent van hoogwaardige producten voor daken en waterdichte oplossingen. Icopal is actief in Europa en Noord-Amerika met een netwerk van landelijke verkoop teams en productielocaties.

Kingspan Unidek is leverancier van innovatieve oplossingen voor snel en efficiënt bouwen en isoleren. Deze oplossingen leveren een actieve bijdrage aan energiebesparing en optimalisatie van het wooncomfort. Dankzij de voortdurende aandacht voor milieueffecten tijdens productontwikkeling, productie en recycling zijn de isolatieoplossingen bovendien duurzaam.

Somfy Nederland B.V. levert elektrische aandrijvingen en besturingsystemen voor o.a. buitenzonwering, rolluiken, binnenzonwering, gordijnen, ramen en (dak)koepels, voor woningbouw en utiliteitsbouw. Somfy is sinds 1977 uitgegroeid tot Nederlands grootste leverancier van producten en systemen voor het elektrisch bedienen en automatisch besturen van o.a. zonwering en rolluiken.

Steni is een internationaal concern met ongeveer 120 werknemers. Ons hoofdkantoor en fabriek vind u in Steinsholt in de provincie Vestfold, ongeveer anderhalf uur ten zuiden van Oslo. Hier worden de gevel- en interieurplaten voor de Noorse en de internationale markt geproduceerd. Daarnaast hebben we een fabriek in Wrexham, Wales.

www.nbd-online.nl/icopal

www.nbd-online.nl/kingspan-unidek

www.nbd-online.nl/somfy

www.nbd-online.nl/steni

Luxlight B.V.

Milin

Troelstra & de Vries BV

Vandersanden B.V.

Luxlight levert hét grootste platdakraam voor woningen. De producten van Luxlight zijn ontwikkeld om de grootst mogelijke hoeveelheid daglicht naar binnen te halen. Luxlight levert uit voorraad het grootste platdakraam dat momenteel op de markt verkrijgbaar is: een platdakraam van bijna 10m2!

Milin B.V. staat voor Miltenburg Industries en is opgericht in 2003. De afgelopen tien jaar is dit familiebedrijf uitgegroeid tot een betrouwbare expert en totaalleverancier van duurzame afbouwmaterialen en specialistische gevelbekleding. Milin biedt haar klanten optimale service en support.

Troelstra & de Vries BV, producent van bitumineuze dakbanen, is al 80 jaar een gedegen en betrouwbaar familiebedrijf. Juist hierdoor zijn onze afnemers verzekerd van de grootst mogelijke betrokkenheid bij elk facet in het bedrijf. Dit staat borg voor de kwaliteit van elk product dat het bedrijf verlaat. Nederlands beste dakrollen komen uit Friesland. Uit IJlst om precies te zijn.

Vandersanden is van oudsher een familiebedrijf en behoort tot de grotere baksteenfabrikanten in Nederland en België. Jaarlijks worden ruim 400 miljoen gevel- en straatbakstenen geproduceerd voor Noord en West Europa.

www.nbd-online.nl/luxlight

www.nbd-online.nl/milin

www.nbd-online.nl/troelstra-devries

www.nbd-online.nl/vandersanden

Nelskamp Dakpannen

Plooijer Zaandam B.V.

VELUX Nederland B.V.

Wienerberger B.V.

Dachziegelwerke Nelskamp GmbH is producent van keramische dakpannen en betondakpannen. Het bedrijf streeft naar een overzichtelijk aanbod aan modellen en kleuren die afgestemd zijn op de marktontwikkelingen en marktwensen.

Plooijer Zaandam B.V. is al meer dan 50 jaar ingericht op ontwikkeling en productie van maatwerk van toegangstechnologieën, die bescherming bieden tegen weersinvloeden, brand, geluid en criminaliteit. Bij de ontwikkeling van nieuwe producten staan altijd de laatstgeldende normen m.b.t. brand-, geluiden braakwering centraal.

VELUX Nederland B.V. is een dochtermaatschappij van de VELUX Groep in Denemarken en is de verkoopmaatschappij van VELUX daglichtsystemen, raamdecoratie en aanverwante producten in Nederland. VELUX daglichtsystemen kunnen in vrijwel elke dakhellingshoek in vlakke en hellende daken toegepast worden, maar ook in verticale gevels.

Wienerberger is internationaal producent van Porotherm keramische binnenmuurstenen, Terca gevelbakstenen, keramische raamdorpels en straatbakstenen en Koramic keramische dakpannen. Het bedrijf is één van de grootste en meest toonaangevende producenten in keramische bouwmaterialen in de wereld.

www.nbd-online.nl/nelskamp

www.nbd-online.nl/plooijer

www.nbd-online.nl/velux

www.nbd-online.nl/wienerberger


op onze rekentools kunt u bouwen

Probeer het nĂş gratis: eenvoudig bouwkosten berekenen U wilt een helder BIM-ready overzicht van uw kosten? Wij bieden cijfermatig gereedschap voor bouwkundige- en installatietechnische projecten. U rekent per bouwfase of kiest voor een slimme koppeling van handige tools voor het hele bouw- en onderhoudsproces. Daarbij kunt u vertrouwen op een maandelijkse prijsupdate door onze specialisten. Nieuwsgierig? Probeer het nu gratis een maand uit.

kosteninformatie.nl/bouw Daar rekent de bouw op.


Zalinggoot in lood.

3.251 keer bekeken.

NBD-Online.nl Bouwen aan uw verkoopkracht. Op NBD-Online.nl pakt u de voorsprong op uw concurrenten en krijgt u de aandacht die u verdient. Ons marketingplatform zorgt voor een goede vindbaarheid en verbindt klanten rechtstreeks met u door. Op deze manier versterkt NBD-Online.nl uw marketing. Bekijk welk pakket u helpt om uw doelstellingen te behalen op NBD-Online.nl/deelnemen.


Helden Daan Bruggink

Thema: Circulair bouwen

“Iedereen wil hetzelfde. Je hoeft dus niet tegenover elkaar te staan” Interview met Daan Bruggink

1

Waar de circulaire economie voor sommigen nog een vaag begrip is of de jongste kreet in een almaar uitdijende reeks sociale verplichtingen, is het voor Daan Bruggink (orga Architect) een manier van leven. Vanaf zijn jeugd was het Brugginks droom om te bouwen als de natuur. En nu die droom door een groeiende groep mensen wordt gedeeld, vormt hij steeds minder een uitzondering en wordt hij steeds meer een voortrekker.

Tekst

Maartje Henket Portret

Maarten Kools

Eigenlijk wilde Daan bioloog worden, maar dat zat er niet in wegens gebrek aan scheikundig talent. Maar goed ook, want negentig procent van de biologen slijt hun dagen in laboratoria en Bruggink loopt juist graag buiten, tussen schitterende bomen, ingenieuze torren en andere onnavolgbare systemen.   Tenminste, onnavolgbaar? Says who, eigenlijk? In zijn eigen praktijk ontwerpt Bruggink ecologisch, met een hang naar biofiel, oftewel (in het Engels) biophylic. “Biophylic design is bouwen als de natuur”, legt hij uit, “en dat heeft vier aspecten. Je kunt de vorm kopiëren, zoals Santiago Calatrava doet; de techniek, zoals het zwart van de ijsbeerhuid of het materiaal. Als vierde vind ik dat biophilyc design moet zijn gericht op mensen. We zijn nu bezig om met een gezond-bouwen-club vast te leggen waar de winst van mensvriendelijke gebouwen in zit. De utiliteit staart zich blind op energiekosten, maar die maken slechts één procent uit van de operationele kosten van een bedrijf. Terwijl negentig procent opgaat aan personeel. Als wij kunnen aantonen dat een prettig gebouw tot minder ziekteverzuim leidt en daarmee geld oplevert, is dat een belangrijke motivator voor investeerders om het over een andere boeg te gooien.” Grote kansen in labelling Bruggink maakt zich geen illusies: de economie draait op geld en prestige en als je wilt dat investeerders een vernieuwing doorvoeren, heeft het

82 | de Architect, juni 2016

geen zin om te beweren dat het beter is voor het milieu of toekomstige generaties. Je kunt beter voorrekenen dat er winst te behalen valt, zorgen dat een bedrijf zich er positief mee kan profileren of maken dat de overheid het voorschrijft.   Mede daarom is Bruggink sinds kort voorzitter van de adviesgroep nieuwbouw en renovatie van breeam nl. “Ik streef ernaar dat breeam materialen hoger gaat waarderen, zodat de grote bouwers en ontwikkelaars duurzamere materialen gaan gebruiken. Want dat is hard nodig. The Edge bijvoorbeeld, dat volgens de normen hét state of the art duurzaamste gebouw van dit moment is, herbergt nauwelijks natuurlijke of biobased materialen. Want dat helpt nu niet om goed te scoren op het puntenlijstje waarmee je in de branche indruk maakt.”   Bruggink verwacht dat als duurzame materialen beter worden gewaardeerd, ontwikkelaars vanzelf naar boeren op Texel zullen bellen met de vraag of die nog voldoende schapenwol op voorraad hebben voor hun isolatie, met als gevolg dat de biobased productleveranciers gaan upgraden en het gebruik van biobased materialen normaal wordt.   “Nu is het vaak nog een probleem dat biobased producten slecht leverbaar zijn, dat de kwaliteit niet constant is en dat ze niet zijn gecertificeerd. Maar als de markt naar grote hoeveelheden gaat vragen, dan komt de financiering op gang, dan kunnen de bedenkers gaan werken aan een hoogwaardig, constant product, en dan wordt het verwerkbaar voor iedereen die dat wil.”   Een probleem daarbij is overigens dat je in Life Cycle Analysis alles kunt doodrekenen. “Hout komt er nu slechter uit dan beton. Dan is er in mijn ogen toch iets mis met de berekening. Of beter gezegd: met de aannamen die aan de berekening ten grondslag liggen. Want hoe objectief een berekening misschien ook lijkt, de uitkomst wordt geheel gestuurd door aannamen vooraf. Een bekend voorbeeld is de melkfles-melkpakdis-

DB “De grondstof voor een product moet hergroeibaar zijn in de levensduur van dat product”

cussie. De industrie onderzocht wat duurzamer was, een melkfles of een melkpak. Eerst ging men er vanuit dat de melkfles twintig keer kon worden hergebruikt voordat hij brak en was dit de duurzaamste optie. Maar toen zei de vertegenwoordiger van de supermarkten dat de klanten geen melkflessen willen die een beetje oud ogen en werd de aanname over het aantal keren dat een fles kan worden hergebruikt teruggeschroefd naar vijf. Toen won het melkpak. Zo arbitrair zijn al die berekeningen.”   Een andere belangrijke trekkracht kan volgens Bruggink komen van de overheid. “Als die bepaalt dat een opdracht niet naar de goedkoopste aanbieder gaat, maar naar de aanbieder die de meeste biobased materialen toepast, kan een kleine revolutie ontstaan. De overheid probeert nu te sturen met stimuleringsmaatregelen, maar dat is moeilijk. Ik denk persoonlijk dat het meer effect heeft om harder te trekken.” Wat is circulair eigenlijk? De term ‘circulair’ hangt boven begrippen als duurzaam en ecologisch, in de vorm van twee gesloten cirkels, bekend van Cradle to Cradle. Het gaan over veel meer dan over materiaal en energie alleen. De technische cirkel bevat de technische, niet-composteerbare materialen, zoals kunststoffen en metalen. De biologische is bekend van termen als biobased, biodegradable en renewable. “Soms kun je dingen uit de technische cirkel verplaatsen naar de biologische. Biofoam is een goed voorbeeld. Deze schuimisolatie uit honderd procent hernieuwbaar materiaal is volledig afbreekbaar, terwijl je het schuim toch op dezelfde manier kunt verwerken als het chemische voorbeeld waarnaar het is gemaakt. Dat is een mooie ontwikkeling, omdat het voor bouwers vele malen gemakkelijker is om een biobased product toe te passen, als ze het op dezelfde wijze kunnen verwerken als het standaard product.”   Een voorwaarde voor het biobased label is niet alleen dat het product biologisch afbreekbaar is, maar ook dat het kan hergroeien. “Wij hanteren de standaard dat de grondstof voor een product hergroeibaar moet zijn gedurende de levensduur van datzelfde product.”   “Biobased materialen gaan ervoor zorgen dat we het fossiele tijdperk achter ons gaan laten. De bouwsector is verantwoordelijk voor de helft van

de Architect, juni 2016 | 83


Helden Daan Bruggink

Turntoo Thomas Rau startte het bedrijf Turntoo dat een product beschouwt als een grondstoffendepot dat terugkeert naar de fabrikant aan het einde van zijn levenscyclus. Op deze manier blijven componenten en materialen beschikbaar voor toekomstig gebruik en worden fabrikanten gestimuleerd om te kiezen voor betere ontwerp- en materiaalkeuzen.

DB “Je hebt de kennis van anderen nodig om op een innovatieve manier te leren bouwen” het energieverbruik, de helft van de co2-uitstoot, een kwart van de afvalproductie en een kwart van het weggebruik. Daardoor is de sector sterk afhankelijk van fossiele grondstoffen voor materialen en energie in bouw, exploitatie en vervoer. Dat is niet vol te houden. Biobased materialen maken dat we loskomen van langcyclische fossiele grondstoffen en daarvoor kortcyclische natuurlijke grondstoffen gaan toepassen.”   Bruggink verwacht dat we in de toekomst de materialen die niet te vervangen zijn door materialen die we kunnen maken van restproducten uit de landbouw, zoals hoogwaardige metalen, steeds vaker zullen hergebruiken in hoogwaardige toepassingen. De rest maken we dan van natuurlijke grondstoffen.   Voor dat hergebruik is het belangrijk dat de producten waar deze materialen in zijn verwerkt, demontabel zijn. Dus geen kit en pur. Bovendien moeten de bouwstenen zo klein mogelijk zijn. Je kunt eenvoudig niet weten wat we over honderd jaar nodig hebben. “Je moet verder denken dan de zogenoemde legolisering van de bouw. De bouwdelen moet je prefab in de fabriek monteren tot grotere delen, die op de bouwplaats weer worden samengesteld tot het gebouw. Dat gebouw moet zo gebruiksvriendelijk zijn als de auto, inclusief de afstandsbediening voor het slot. Bij sloop is het gebouw demontabel tot op het kleinste niveau. Je kunt toekomstige generaties namelijk niet opzadelen met complete bouwdelen waar ze geen behoefte aan hebben. De eisen veranderen, dus je weet niet welke eisen er straks aan bijvoorbeeld een venster worden gesteld. Het heeft in mijn ogen geen zin om te proberen dingen toekomstbestendig te maken. Wel is het belangrijk om goed te documenteren welke materialen er precies in het gebouw zitten, zoals bij het gebouwenpaspoort van Thomas Rau.”   Overigens begint afval op dit moment snel aan

84 | de Architect, juni 2016

waarde te winnen. Chinezen kopen Europees schroot op per container, om het te verwerken tot nieuw staal. En in Duitsland worden afvalbergen alweer afgegraven. “Ze worden ontgonnen, als waren het mijnen. Men zoekt naar hoogwaardige metalen en hergebruikt die in bijvoorbeeld televisies.” Samenwerken met aannemers Samenwerking en horizontaliteit zijn volgens Bruggink kernbegrippen in de circulaire economie. Want alleen door samen te werken, kun je elkaar begrijpen en onderkennen dat je hetzelfde doel nastreeft. En dan lijkt een doel ineens haalbaar. Ook ontstaan innovaties vaak uit samenwerking.   Een van de mooiste uitspraken die Bruggink doet tijdens het interview dat tot dit artikel heeft geleid luidt: “Iedereen wil hetzelfde. Je hoeft dus niet tegenover elkaar te staan.” Kijk. Dat zijn nog eens inzichten. Waar veel mensen het gevoel hebben ten strijde te moeten trekken tegen autoriteiten en instanties, betrekt Bruggink Monumentenzorg, Welstand en andere organisaties zo vroeg mogelijk bij zijn opgave, zodat ze samen naar een oplossing kunnen zoeken.   Min of meer volgens hetzelfde principe heeft hij een aannemer in huis gehaald. “Ik ontwerp al vanaf het begin van mijn praktijk ecologisch. Maar daarbij liep ik steeds tegen dezelfde problemen aan: aanbestedingen worden gewonnen door de goedkoopste aanbieder, per definitie vaak de slechtste. Degene die niet doordenkt over de gevolgen op langere termijn, die geen vernieuwende ideeën aandraagt bij zijn opdrachtgever. En ik moest elke keer de basisbeginselen van het ecologisch bouwen verdedigen. Want elke keer had ik te maken met een nieuwe ploeg die het niet begreep en die onwillig stond tegenover mijn manier van bouwen.”   “Toen hebben we het omgedraaid en de aannemerij naar ons toe gehaald. Ik had een aantal projecten gedaan met Patrick Schreven en die samenwerking verliep goed. Hij heeft min of meer dezelfde ideeën en dromen als ik. Toen heb ik gevraagd of hij zich wat vaster aan mij wilde verbinden. Daarmee ben ik van een hoop gezeur af. We bieden ons namelijk samen aan. Dus als de opdracht binnenkomt, zit hij meteen in het bouwteam.” Bruggink heeft zo geen gesteggel meer over materiaalkeuzen, maar Schreven wel. Die probeert

daarom op zijn beurt een netwerk op te bouwen met gelijkgestemde onderaannemers.   Een uitdaging bij deze samenwerking is dat opdrachtgevers bang worden dat ze de hoofdprijs betalen. “Dat hebben we opgelost door transparant te zijn. Als we een offerte maken, tonen we de percentages die we verdienen en leggen we de offertes van de onderaannemers op tafel. Ook hebben we een oplossing bedacht voor meerwerk: we maken een pot waar het geld van de meevallers ingaat en dat bewaren we voor de tegenvallers. Als aan het einde van een traject geld over is, wordt dat verdeeld tussen opdrachtgever en aannemer.”   Professionele partners vinden het volgens Bruggink geweldig, maar de particulier heeft er meer moeite mee. “Die zit op elk dubbeltje en snapt niet hoe lijntjes lopen.” Het ultieme gebouw Samenwerkingen zijn volgens Bruggink een voorwaarde voor innovatie. “Je hebt de kennis van anderen nodig om op een innovatieve manier te leren bouwen. Daarom ben ik net weer een nieuwe samenwerking aangegaan, met Daniël Vlasveld, een oud-studiegenoot van me die zich heeft gespecialiseerd in passiefbouwen. Wij zijn gefocust op materialen en de passiefbouwers zijn dat op energie. Nu willen we kijken of we beide passies kunnen verenigen tot ecologische passiefbouw. Het mooie is dat we meteen al een groot project hebben binnengehaald waar we dit kunnen uitproberen.”   Vlasveld werkt met het PassiefHuis ProjectenrekenPakket (phppsysteem). Dit is een computerprogramma waarin je alle waarden van een gebouw invoert. “Letterlijk alles, inclusief de apparaten en bomen in de omgeving. Je moet het zien als een designtool: vanaf het begin weet je wat je gebouw energetisch doet en kun je daarop ontwerpen. En als het ons dan lukt om dat passieve gebouw de vier natuurlijke uitgangspunten van biophilic design mee te geven én dat allemaal als een mooi architectonisch geheel, dan hebben we wat mij betreft het ultieme gebouw ontworpen.”


Productinformatie

Daken en gevels

Energiebesparende, onderhoudsarme en esthetische producten trespa.com Spelen met licht

gevelnet.nl Onderhoudsarm

Trespa introduceert het Trespa®

Profort+ is een onderhoudsarme gevelbekleding gemaakt van 90%

Meteon® Lumen-assortiment.

gerecyclede kunststoffen. Profort+ is de opvolger van de Profort col-

Hiermee kunnen architecten en

lectie. Het belangrijkste verschil is de luxe afwerking van de panelen.

ontwerpers spelen met een com-

Het materiaal is voorzien van een matte uitstraling en een woodgrain

positie van lichtreflecties op

structuur waardoor het oogt als hout. Het assortiment bestaat uit

gevels en op creatieve wijze

enkelrabat panelen en aluminium afwerkingsprofielen in bijpassende

natuurlijk licht als ontwerp-

kleur. Profort+ heeft brandklasse b.

element introduceren. Het licht kan gereflecteerd, verspreid, versterkt of afgezwakt worden. Trespa® Meteon® is een hplcompact materiaal met een geintegreerd oppervlak. De mix van tot 70% hout gebaseerde vezels en thermohardende harsen, levert een zeer stabiele, onder hoge druk en hoge temperaturen vervaardigde, dichte plaat op met een uitzonderlijke maatvastheid en een goede sterkte-gewichtverhouding.

renson.nl In zuidelijke sferen

caparol.nl Milieuvriendelijk isoleren

Algarve ‘Classic Line’ van Renson is een terrasoverkapping met kantel-

Milieuvriendelijk isoleren van gevels is mogelijk met Capatect Natuur+.

bare aluminium lamellen in het dak waarmee men de lichtinval op het

De platen van het isolatiesysteem zijn vervaardigd op basis van hennep.

terras volledig zelf bepaalt. Door de klassieke afwerking met sierlijsten

Hennep isoleert niet alleen, maar draagt dankzij goede bouwfysische

en decoratieve lijnen in de kolommen is Algarve ‘Classic Line’ een

eigenschappen ook bij aan een aangenaam binnenklimaat. Verder is

duurzame en onderhoudsvriendelijke oplossing met een prachtige

hennep vriendelijk voor de huid en zorgt het voor een goede geluids-

klassieke uitstraling. De terrasoverkapping kan aan de gevel gemon-

isolatie. Na gebruik is het isolatiemateriaal ook volledig te recyclen.

teerd worden of losstaand. De zijden van Algarve ‘Classic Line’ kunnen afgesloten worden met Fixscreen doekzonwering voor extra bescherming tegen wind, zon en regen.

isobouw.nl Eenvoudige montage SlimFix RenoTwin van IsoBouw kan vrijdragend worden gemonteerd op vrijwel ieder onderdak dankzij het gebruik van stelschroeven. Met SlimFix RenoTwin kan een reeds aanwezige isolatielaag worden geïntegreerd in het nieuwe isolatiepakket. De isolatie is tweezijdig gecacheerd met een thermisch reflecterende alu-folie. De bovenzijde bevat drie ingelijmde houten regels die het element extra constructieve sterkte geven. De langszijden zijn voorzien van een messing-groefverbinding waardoor warmtelekken worden voorkomen. SlimFix RenoTwin is waterdicht, maar toch dampopen. SlimFix RenoTwin is leverbaar met een Rc-waarde tot 8.0.

88 | de Architect, juni 2016


Productinformatie Daken en gevels

mobilane.nl Groene wand in Hongkong

zinco.nl Van groen naar blauw Het AquaTec at 45 systeem van ZinCo bestaat uit een drainageplaat

aquaco.nl Schelpen slaan water op

Projectontwikkelaar Couture

met druppelslang die permanent water bergt onder de daktuin. De

Homes uit Hongkong heeft bij de

totale waterbuffering van het systeem op het dak varieert hierdoor van

vergroening van een nieuwbouw-

minimaal 65 liter/m² tot wel 225 liter/m². Door middel van dit systeem

project in Hongkong gekozen

kan overtollig water na reiniging weer worden hergebruikt in de dak-

voor het zogenoemde LivePanel-

tuin en kan in detail een enorme besparing doorgevoerd worden in de

systeem van Mobilane uit Leer-

opbouwhoogte en gewichten van het begroeide dak. Met de

sum. De plantenwand LivePanel

reguliere en afgekoppelde hemelwaterafvoeren wordt het systeem

is niet grondgebonden en

aangesloten op het reinigingssysteem.

bestaat uit een modulair systeem op basis van verwisselbare plantcassettes (40 x 40 cm). Elke rij met cassettes wordt in een alumi-

Met AquaStore van AquaCo wordt overtollig regenwater in een met

nium gootprofiel van ongeveer

schelpen gevulde buffer opgeslagen. Zuivering vindt plaats door

7 cm hoog geplaatst. Het goot-

dezelfde schelpen en een fijn mineraal filtermateriaal. Het regenwater

profiel dient tevens als water-

wordt zo geschikt gemaakt voor hergebruik in en rondom het pand.

buffer. De planten in de cassettes

Met deze verfijnde techniek ontstaat water wat voldoet aan het infil-

worden automatisch van water

tratiebesluit en kan hergebruikt worden als was-, blus- en spoelwater

voorzien door een innovatief

voor toiletten en water via watergeefinstallaties voor tuinen, gevels,

capillair watergeefsysteem.

vijvers en het begroeide dak. Toegepaste technieken die ook nog eens

Het watergeefsysteem wordt

extra beloond worden vanuit Breeam en gpr scores, Mia Vamil-

aangestuurd door sensoren in de

regelingen en gemeentelijke subsidies.

wand en is volledig vorstbestendig. Het LivePanel-systeem is onderhoudsarm, lekvrij en ongevoelig voor storingen. Bij ontmanteling is de plantenwand volledig recyclebaar.

hunterdouglascontract.com Beduidend lichter

brakelatmos.com Geen ontkomen aan

Hunter Douglas presenteert een vernieuwde versie van gevelbekle-

Brakel Atmos plaatste dit voorjaar de eerste Mediaglass® gevel. De

dingssysteem QuadroClad® 200 (qc200). Het frame in het paneel is

Mediaglass® gevel brengt reclameboodschappen de hele dag scherp in

aangepast: het onderprofiel heeft nu dezelfde uitsparingen als de zij-

beeld en is volledig transparant. Bovendien is deze mediaoplossing

profielen. Dit maakt het gehele paneel 10% lichter. Bijkomend voordeel

overal toepasbaar en kan die zowel in nieuwbouw als in bestaande

is dat de montage eenvoudiger wordt door de achterconstructie aan te

gevels worden geïntegreerd. De gevel maakt gebruik van ledtechniek.

passen. Dit bespaart arbeidstijd en -kosten. Ook is het mogelijk om de

Het aantal benodigde leds en de verdeling ervan over de beglazing is

voegstrip in hetzelfde materiaal als de qc200-panelen te leveren. Door

afhankelijk van de gebouworiëntatie. Gewerkt wordt met de aller-

de voeg optisch te sluiten, lijkt de gevel één geheel zonder onder-

nieuwste leds, die borg staan voor een laag energieverbruik en een

brekingen. qc200 is verkrijgbaar in zes verschillende kleuren zink en in

hoge lichtopbrengst. De Mediaglass® gevel kan in vrijwel elke gewenste

geanodiseerd zwart aluminium.

afmeting en in elke glassamenstelling uitgevoerd worden.

90 | de Architect, juni 2016


Productinformatie Daken en gevels

Ervaringen delen en ideeën uitwisselen Onder het motto ‘De kracht van keramiek, de wereld van Wienerberger’ laat de producent professionals in de bouw opnieuw kennismaken met een oer-Hollands en duurzaam materiaal: keramiek. Klanten – van ontwerper tot uitvoerder – vertellen in blogs en interviews over hun bouw- en bestratingsprojecten en leggen uit hoe keramische materialen toegepast kunnen worden. www.wienerberger.nl

sabprofiel.nl Snel gebouwd Langs de a13 bij Delft staat de nieuwe groothandel van Hanos prominent langs de snelweg. De groothandel met een oppervlakte van ruim 30.000 m² werd in slechts negen maanden gebouwd. Dit was mogelijk met de sab blinde wandpanelen (sab wb 120.1000 m8l) en warmdakprofielen (sab 135r/930). De warmdakprofielen zijn uitgevoerd in zuiverwit ral 9010, wat zorgt voor meer reflectie dan de standaard ral 9002. Deze kleur draagt bij aan een fris interieur waarin de horecaproducten goed uitkomen.

steni.nl Massief en licht Hoe gaat u de hoek om in de gevel? Wat is technisch en esthe-

rheinzink.nl Klassiek of modern?

tisch de meest fraaie oplossing? Steni-hoekoplossing in L- en U-vorm bieden uitkomst. Waar bij

Rheinzink is gewalst zink op blad of band dat al meer dan vijftig jaar

hoekoplossingen en aansluitin-

wordt geproduceerd. Er zijn veel opties: felsbanen, losanges, plank- en

gen twee losse panelen elkaar

rabatpanelen. De verschillende systemen kunnen een ontwerp zowel

ontmoeten, kan in een Steni-

een klassiek als modern uiterlijk geven. Alle gevelsystemen kunnen in

ontwerp één compleet element

de drie varianten van de patina line worden uitgevoerd. Naast het wals-

worden uitgetekend. Deze

blanke (bright-rolled) materiaal zijn er twee andere varianten met een

elementen worden custom made

natuurlijke voorgepatineerde oppervlaktelaag: blue-grey en graphite-

geprefabriceerd. Daardoor geven

grey. Rheinzink-prepatina blue-grey is voorgepatineerd rheinzink met

de elementen de gevel een mas-

een blauwgrijs uiterlijk. De patinalaag die normaal nog moet ontstaan

sief uiterlijk, terwijl het op een

op walsblank zink, is hier al fabrieksmatig opgewekt.

lichte manier wordt gebouwd.

isobouw.nl Slimme oplossing SlimFort van Isobouw is een isolatie- en tevens bevestigingssysteem voor gevels die met een esthetische schil worden afgewerkt. De geïntegreerde beugels in de plaat garanderen een doorlopende isolatielaag met een absoluut minimum aan thermische onderbrekingen en een gegarandeerde ventilatie tussen de eps-isolatie en de gevelbekleding. SlimFort is te krijgen in vijf standaarddikten afhankelijk van de gevraagde isolatiewaarde, van rc 2.5 tot en met rc 5.0. Op aanvraag kan men zelfs rc 7.0 isoleren in een tweelaagse oplossing.

alucobond.nl Duidelijk herkenbaar Het Fraunhofer Instituut voor Mariene Biotechnologie (emb) in Lübeck (d) is door Müller Reimann Architekten tot een duidelijk herkenbaar volume gereduceerd en neemt een opvallende plaats in op het grondstuk. Het complex rust op een massieve sokkel met openingen voor de in het gebouw aanwezige speciale nutsvoorzieningen. De felle bekleding van gevoegde stenen panelen geeft aan de sokkel zijn uniforme en massieve uitstraling. De gelijkmatige, modulaire structuur van verticale alucobond®-lisenen van de daarboven liggende bouwconstructie vormt het schakelelement met de vier zijden van de verdiepingen. De gevels krijgen een reliëfstructuur dankzij de diagonale plooien van de lisenen die aan de gevels hun ritme en dynamiek geven.

92 | de Architect, juni 2016


Productinformatie Daken en gevels

kalzip.com Voordelige renovatie

rockpanel.nl Ruime brandveilige keuze

Kalzip biedt met de profielen if 65/537 en wf 65/537 voordelige renovatieoplossingen. Kalzip if 65/537 is een industrieel daksysteem

Het onderhoudsarme plaat-

uitgevoerd in Stucco aluminium en Kalzip wf 65/537 is met zijn gladde

materiaal in fs-Xtra uitvoering

AluPlusPatina uitvoering de esthetische variant. Het Kalzip if 65/537

van rockpanel voorziet in een

industriedak is een duurzaam alternatief voor platte daken van indus-

breed assortiment dat bestaat uit

trie- en bedrijfshallen. Het daksysteem is ideaal wanneer extra waarde

de kleurrijke ‘Colours’, de extra-

wordt gehecht aan een minimale onderhoudsbehoefte, duurzaamheid

vagante ‘Chameleon’, de ele-

en de veiligheid van een ‘harde dakbedekking’.

foreco.nl Samen garant Foreco, Drywood Coatings, Lenferink mva en Arch Timber Protection slaan de handen ineen voor Plan@Wood, een totaaloplossing voor houten gevelprojecten. Huidige trends en regelgeving vragen om meer samenwerking en betere afstemming van onderdelen en technieken. Door betere afstemming is het mogelijk een grotere milieuwinst te realiseren met een fraaie uitstraling en garantie ten aanzien van

gante ‘Woods’ en de moderne

de brandveiligheid.

‘Metallics’. Het hele assortiment is kleurvast, niet richtingsgevoelig en onderhoudsarm. Alle

tomaello.nl Van idee naar uitvoering

kleuren en designs kunt u, met uitzondering van rockpanel Woods, in alle richtingen ver-

Tomaello maakt gevels op maat van hoogwaardig architectonisch

werken. Omdat rockpanel Woods

beton of terrazzo, in iedere denkbare uitvoering. Sinds 1924 produ-

ook in fs-Xtra uitvoering verkrijg-

ceerde en plaatste het bedrijf honderden prefab gevels. Van strakke

baar is, kunnen opdrachtgevers

basic designs tot prestigieuze maatprojecten zoals: Multifunctioneel

hun ontwerpen de ‘look’ van

Centrum Turfschip in Etten-Leur en g.s.c. Vindicat Atque Polit in

natuurlijk hout meegeven, zon-

Groningen. Tomaello werkt nauw samen met architecten en

der zich zorgen te hoeven maken

kunstenaars en vertaalt hun ideeën naar de tekentafel.

over de brandveiligheid. De fsXtra uitvoering voldoet aan de

deceuninck.be Energie besparen kan ook met mooie gevel Isofinish is een buitengevelsysteem dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan Nul-op-de-Meter (nom) en energetisch en esthetisch oplossingen biedt. Het concept combineert de Powerwall isolatieplaten van Recticel Insulation, de gevelschroeven van Borgh en de gevelafwerking van bijvoorbeeld Deceuninck. Door hun beperkte dikte zijn de Deceuninck gevelplanken uitermate geschikt als afwerking van een geïsoleerde buitenmuur. Het Isofinish-systeem dat aan de bestaande gevel bevestigd wordt, resulteert in een flinke energiebesparing. Afhankelijk van de, vrij te kiezen, isolatiewaarde zijn besparingen van tientallen procenten mogelijk.

94 | de Architect, juni 2016

Europese brandklasse A2-s1, d0.


de Architect bijeenkomsten Erasmus University College

Thema: Circulair bouwen

Verslag projectbezoek

Projectbezoek

Erasmus University College in Rotterdam

Op 12 mei 2016 organiseerde de redactie van de Architect in samenwerking met Derako een projectbezoek aan het Erasmus University College in Rotterdam. Het was de tweede in een reeks van zes bezoeken aan toonaangevende en inspirerende projecten in Nederland. Tijdens ieder projectbezoek informeren opdrachtgever en architect de bezoekers over alle ins & outs van het project en wordt de samenwerking met de toeleveranciers uit de doeken gedaan.

9 juni 2016 Stadskantoor Venlo

In 2014 transformeerde (designed

De belangstelling van opdrachtgevers

Belangrijk onderdelen van dit type

in de stad was verlopen. Deze werd

Steden concurreren steeds meer met

by) Erick van Egeraat de voorma-

voor circulair bouwen neemt toe. Als je

onderwijs zijn de internationale oriën-

voor een groot deel gevoed door het

elkaar; steden die het meest gevarieerd

lige stadsbibliotheek van Rotterdam,

je als architect hierop focust en dit goed

tatie en het residentiële karakter. Tot

dreigende vertrek van het University

en die grote en kleine schaal het beste

een ontwerp van stadsarchitect J.B.

weet uit te voeren, dan verwacht Van

de sterke punten van deze bachelor-

College naar Dordrecht. Rotterdam

weten te koppelen, hebben in deze

Logemann, tot een nieuwe faculteit

der Lugt dat architecten voor zichzelf

opleiding kunnen volgens Van Maurik

wil zich profileren als een woon- en

competitie een voordeel. De inzet van

voor de opleiding opleiding Liberal Arts

een betere positie in de markt creëren.

de kleinschaligheid en de gunstige ratio

werkstad voor jonge, hoogopgeleide

de expo is om ook in Rotterdam deze

& Sciences. De architect heeft allereerst

Als je start ‘from scratch’, is circulair

tussen docenten en studenten worden

mensen en daarvoor is het vasthouden

variëteit in activiteiten en schaal-

de oorspronkelijke elementen zichtbaar

bouwen goed te doen; ingewikkelder is

gerekend.

en aantrekken van studenten naar de

grootten te vergroten. Ze zal daarvoor

gemaakt, waardoor de rijkdom van

het als het gebouw er al staat, aldus Van

Hij vertelde dat ondanks de aanwezig-

binnenstad een belangrijk middel. Ook

moeten worden geherprogrammeerd.

het gebouw weer naar voren komt.

der Lugt. Hij liet zien hoe je met behulp

heid van duizenden studenten bijna

de zichtbaarheid van de studenten is

Daarna ging hij in op de transforma-

Daarna heeft hij aan dit bestaande, uit

van slimme transformaties en met

niemand Rotterdam als een studenten-

belangrijk.

tie van de voormalige bibliotheek

de slaap gekuste gebouw een nieuwe

gebruik van hout in de plafonds en de

stad ziet. Eerdere pogingen om de

In haar bidbook benadrukte de

tot Erasmus College, te zien als een

ontwerplaag toegevoegd, waardoor een

wanden kille, brutalistische gebouwen

universiteit naar het centrum te halen

gemeente de veelzijdigheid van de

prototype van bedoelde herprogram-

eigentijds gebouw is ontstaan.

uit de jaren zestig kunt transformeren

waren op niets uitgelopen. In 2010 be-

grote stad en de faciliteiten daarvan.

mering. Wat we moesten doen stond

tot aangename omgevingen. Hij pleitte

sloten stad en universiteit een nieuwe

Vervolgens bracht ze de beschik-

al snel redelijk vast, zei Van Egeraat,

Transformatie en materiaalgebruik

voor het veel meer gebruiken van

poging te wagen met het University

bare locaties met gebouwen in

we hebben vooral hard gewerkt aan de

Het stadskantoor van Venlo is onderdeel van een nieuwe generatie gebou-

Na de introductie door Harm Tilman,

biobased materialen zoals bamboe en

College. Afspraak was dat de gemeente

kaart om de universiteit te verleiden

uitwerking. Het gebouw zelf leende zich

wen die volledig circulair wordt gebouwd. Het gebouw is opgezet als een

hoofdredacteur de Architect, gaf Pablo

hout in de revitalisering van gebouwen.

het gebouw zou ontwikkelen, terwijl

alsnog in Rotterdam te blijven. De

heel goed voor de nieuwe bestemming,

grondstoffenbank die de lucht zuivert, energie opwekt en waterkringlopen

Tekst

van der Lugt, adviseur en docent van tu

Anders dan materialen uit de techni-

de universiteit het zou huren. Voorts

keuze viel uiteindelijk op de voormalige

het is hoger en ruimer, terwijl de muren

sluit. Blikvanger is de groende wand die opgezet is als een verticale tuin en

Harm Tilman

Delft, een presentatie over herbestem-

sche cyclus, zijn biobased materialen

besloot zowel de stad als de universiteit

Gemeentebibliotheek, op grond van

dikker en steviger zijn. Met een oud ge-

waar een glazen waterval doorheen loopt. Alle grondstoffen die het gebouw

men, circulaire economie en materiaal-

hernieuwbaar en verbruiken ze veel

dezelfde architect in te huren. Zowel

haar ligging, de sfeer en het voorzienin-

bouw is simpel veel meer mogelijk dan

ingaan worden zo veel mogelijk teruggegeven voor her-gebruik. Doelstelling

Beeld

gebruik. Herbestemmen betekent dat

minder energie. Maar belangrijker, ze

exterieur en casco als interieur zijn door

genniveau van het stadsdeel waarin ze

je ooit in nieuwbouw kunt bereiken. Dat

is een gezond en prettig gebouw, maar ook een gebouw waarvan de investe-

Kalynda Haaf

je minder grondstoffen moet gebruiken

brengen levenslust terug in gebouwen.

dezelfde partij ontworpen.

ligt, de bereikbaarheid en ten slotte de

is ook de waarde van transformatie en

ringen zich op den duur terugverdienen.

architectuur van het gebouw.

herbestemming. Erick van Egeraat: “We

Het projectbezoek biedt je exclusieve toegang tot dit spraakmakende

hebben al die spullen al, dus waarom

nieuwe architectuurproject. Tevens worden de bezoekers ingelicht over alle

zou je ze in godsnaam nieuw bouwen?”

ins & outs van dit bijzondere gebouw. Zowel opdrachtgever als architect

en dat je deze zo veel mogelijk in kringlopen moet zien onder te brengen,

Casco en interieur

Zoektocht naar locatie

aldus Van der Lugt. Het streven daarbij

Job van Maurik, zakelijk directeur van

Rein van der Sluijs, projectleider

Investeringen in architectuur

is grondstoffen even of meer hoogwaar-

het Erasmus College, ging in op het

gemeente Rotterdam, vertelde hoe de

In de discussie werd ingegaan op

dig opnieuw te kunnen toe te passen.

concept van het Erasmus College.

zoektocht naar een geschikte locatie

de investeringen die beide partijen

Rondleidingen door Erasmus

hebben gespeeld. Daarnaast laten de toeleveranciers zein welke innovaties

hebben gedaan in de architectuur van

University College

ze met het oog op de circulaire gedachte hebben ontwikkeld en hoe ze de

het gebouw. Job van Maurik gaf aan

Daarna kregen de aanwezigen de

businesscase van dit gebouw hebben weten te stimuleren. Na presentaties

dat de markt van University Colleges

kans om in drie groepen van vijftien

door de experts en de rondleiding heb je gelegenheid na te praten op de

zeer competitief is. De groeicijfers van

personen het Erasmus College met

afsluitende borrel.

twintig procent studenten per jaar voor

eigen ogen te aanschouwen. Ze raakten

Erasmus zijn volgens hem direct te

onder de indruk van de manier waarop

14.00 uur

Ontvangst

herleiden tot de architectuur van het

de architect aan de architectuur van het

14.30 uur

Welkom door

gebouw. Ook voor de stad is de aanwe-

gebouw heeft gewerkt. Veel aandacht is

Harm Tilman, hoofdredacteur de Architect

zigheid van het Erasmus een wezenlijke

besteed aan het versterken van de

14.45 uur

Presentatie opdrachtgever

verrijking. Haar investering van twintig

kwaliteiten die het gebouw bezit en

Michel Weijers, c2c Expolab

miljoen zal de gemeente in een periode

dat is aan de afwerking van het gebouw

15.00 uur

Presentatie architect

van veertig jaar terugverdienen.

goed af te zien. De nieuwe laag maakt

Hans Goverde, architect partner Kraaijvanger

daar op een vanzelfsprekende manier

15.15 uur

Presentatie materie partner Derako

Herprogrammering van Rotterdam

deel van uit. Resultaat is een gebouw

Peter van Laar

Erick van Egeraat ging eerst in op de

dat duurzaam en van waarde is. En

15.30 uur

Presentatie materie partner Mosa

expo die hij samen met een aantal

perfect lijkt toegesneden op de functie

Dorien van der Weele

medestanders organiseert voor

die het moet vervullen.

15.45 uur

Presentatie materie partner Tata Steel

Rotterdam. Een expo is een feestje voor

Bauke Hoekstra Bonnema

de industrie om te laten zien wat is ont-

16.00 uur

Rondleiding Stadskantoor Venlo

wikkeld. We hebben zoiets nodig, aldus

17.00 uur

Gemeenschappelijke borrel

Van Egeraat, omdat de Nederlandse

18.00 uur

Einde programma

laten hun licht schijnen op het circulaire bouwen en de rol die ze hierin

Delta hard toe is aan een vernieuwing.

96 | de Architect, juni 2016

de Architect, juni 2016 | 97


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.