de Architect
“Dankzij biobased materialen komen we los van langcyclische fossiele grondstoffen en kunnen we kortcyclische natuurlijke grondstoffen toepassen� - P 082
de Architect, juni 2016 | 3
Redactioneel
Spil in circulair bouwen Architect als bouwmeester 2.0 Afgelopen maand werd de ondergrondse parkeergarage in Katwijk aan Zee tot bna Beste Gebouw van het Jaar 2016 verkozen. Dit ingenieurswerk waarvoor Royal Haskoning dhv terecht alle eer krijgt toegezwaaid, bouwt voort op een ontwerp van Okra Landschapsarchitecten voor het duinlandschap. Het gebouw krijgt de prijs echter niet vanwege zijn architectonische betekenis, maar vanwege de vele discussies die het zou aanstippen: over de identiteit van een badplaats, de inrichting van de kust en de omgang met het water. Over de manier waarop het is gebouwd, wordt door de jury zelfs totaal gezwegen. Onlangs kreeg ik de projectgegevens van een zestal transformatieprojecten op mijn bureau. Bestudering van deze lijsten maakt duidelijk dat veel architecten zich een beperkte verantwoordelijkheid laten opdringen voor de materialisatie van hun ontwerpen. Veel verder dan de gevel gaat het in veel gevallen niet. Zij staan op het punt uit het bouwproces te verdwijnen en maken alleen nog hun opwachting in de vo/do-fase. Dat is een zorgelijke ontwikkeling te noemen. Immers een architectuur die zich niet op een of andere manier tot het bouwen verhoudt, is in de nieuwe, circulaire economie ten dode opgeschreven. Circulaire gebouwen bestaan uit verschillende componenten met een uiteenlopende levensduur. Deze dienen zo te worden ontworpen dat het meervoudig hergebruik van de grondstoffen aansluit op de bedrijfsmodellen van de toeleveranciers. Ook dient het te passen binnen de randvoorwaarden die de businesscase van een gebouw oplegt. Met het ontwerpen van een milieuvriendelijk gebouw kom je er dan ook niet meer. Niet meer ‘design out waste’ staat centraal maar ‘design dynamic multicyclic behaving buildings’. Dit gevoegd bij de coördinatie tijdens de gehele cyclus en het contractmanagement, maakt de architect opnieuw tot een spil in het bouwproces. Harm Tilman
Tiny Tim. Beeld Harm Tilman
4 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 5
Redactioneel
Spil in circulair bouwen Architect als bouwmeester 2.0 Afgelopen maand werd de ondergrondse parkeergarage in Katwijk aan Zee tot bna Beste Gebouw van het Jaar 2016 verkozen. Dit ingenieurswerk waarvoor Royal Haskoning dhv terecht alle eer krijgt toegezwaaid, bouwt voort op een ontwerp van Okra Landschapsarchitecten voor het duinlandschap. Het gebouw krijgt de prijs echter niet vanwege zijn architectonische betekenis, maar vanwege de vele discussies die het zou aanstippen: over de identiteit van een badplaats, de inrichting van de kust en de omgang met het water. Over de manier waarop het is gebouwd, wordt door de jury zelfs totaal gezwegen. Onlangs kreeg ik de projectgegevens van een zestal transformatieprojecten op mijn bureau. Bestudering van deze lijsten maakt duidelijk dat veel architecten zich een beperkte verantwoordelijkheid laten opdringen voor de materialisatie van hun ontwerpen. Veel verder dan de gevel gaat het in veel gevallen niet. Zij staan op het punt uit het bouwproces te verdwijnen en maken alleen nog hun opwachting in de vo/do-fase. Dat is een zorgelijke ontwikkeling te noemen. Immers een architectuur die zich niet op een of andere manier tot het bouwen verhoudt, is in de nieuwe, circulaire economie ten dode opgeschreven. Circulaire gebouwen bestaan uit verschillende componenten met een uiteenlopende levensduur. Deze dienen zo te worden ontworpen dat het meervoudig hergebruik van de grondstoffen aansluit op de bedrijfsmodellen van de toeleveranciers. Ook dient het te passen binnen de randvoorwaarden die de businesscase van een gebouw oplegt. Met het ontwerpen van een milieuvriendelijk gebouw kom je er dan ook niet meer. Niet meer ‘design out waste’ staat centraal maar ‘design dynamic multicyclic behaving buildings’. Dit gevoegd bij de coördinatie tijdens de gehele cyclus en het contractmanagement, maakt de architect opnieuw tot een spil in het bouwproces. Harm Tilman
Tiny Tim. Beeld Harm Tilman
4 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 5
DUCO at SCHOOL
Natuurlijk ventileren staat voor beter studeren!
Elzendaalcollege, Boxmeer (NL)
Natuurlijke basisventilatie is het fundament van dit totaalconcept voor een gezonde leeromgeving. Dankzij de toepassing van DucoTwin 120 ‘ZR’ CAP wordt er niet enkel op natuurlijke wijze verse lucht toegevoerd. Het ventilatierooster met geïntegreerde zonwering, gemonteerd op een uitvalarm, gaat eveneens de opwarming van het Bekijk ‘Frisse Scholen’ film op www.duco.tv
We inspire at www.duco.eu
schoolgebouw tegen tijdens de warme maanden.
20–23 September 2016
Geïnspireerd door glas Pure inspiratie! De toonaangevende vakbeurs glasstec presenteert visies en oplossingen voor ontwerp en bouw in bestaande constructies. Gebruik de branchegids op de website van glasstec met alle aanbiedingen voor uw branche. Zo bereidt u zich optimaal voor op uw beursbezoek.
Informatie in Nederland: Fairwise bv Verlengde Tolweg 2a – 2517 JV Den Haag Tel. +31 (0) 70 350 1100 info@fairwise.nl
www.glasstec.de/architectureconstruction
www.fairwise.nl
glt1602_A1_200x130_NL.indd 1
02.05.16 16:33
Marges in bouw structureel te laag! Prijsvechten toont wurggreep duikgedrag aan Prijsvechten is bedoeld voor bouwprofessionals en iedereen die geïntrigeerd is door het fenomeen dat bouwprojecten moeizaam verlopen en zo uit de klauwen lopen, steeds weer. Wat gaat er mis? Dit boek ontrafelt hoe het zover heeft kunnen komen en hoe het anders zou kunnen. Met veel praktische voorbeelden van projecten, die wel of juist niet succesvol verlopen.
“Wie flinke honger heeft, is minder kieskeurig” Rob van Wingerden, bestuursvoorzitter BAM “We drinken altijd op de verkeerde momenten champagne” Patrick Buck, directeur Projecten ProRail “Oud denken botst met nieuw denken” Louis Camps, directeur Woudenberg Auteur Ingrid Koenen Prijs: ¤ 19,95 Inclusief BTW en verzendkosten. Isbn: 9789462451605
Ga voor meer informatie of uw bestelling naar www.bimmedia.nl/prijsvechten 103636_Prijsvechten 185x132.indd 1
11/3/2015 11:23:54 AM
Transformeer jij ook als ondernemende architect?
Hier staan binnenkort 150 ondernemende architecten de Meelfabriek, fotograaf, Pieter Helms
Op 23.06.2016 Locatie De Meelfabriek te Leiden
Met wie maak je kennis die dag? Robert Winkel oprichter/eigenaar van Mei Architects and Planners Tom Frantzen, de architect van Patch22 Ab van der Wiel, projectontwikkelaar De Meelfabriek en met nog veel meer experts!
Kijk op dearchitectbusinesslab.nl en reserveer snel je plek voor deze unieke dag!
ilt
i.p.v. € 49,-
u c Be ont l e m , Iw nt p 06 edi an art a V 10 ad er ner 9 vi bu w 34 se rg or 3 ur - de 38 n?
Prijs voor abonnees € 25,-
W
Thema’s • Jouw positie als architect versterken in de markt • Transformeren, hoe doe je dat als ondernemende architect? • Wil je weten hoe een opdrachtgever een architect kiest? • En verder wordt er genoeg gesproken over BIM, automatisering en techniek in 2016
ARC16
ARC16
Ruimte voor vernieuwing
Ding mee naar de ARC16 Awards! Naast de vertrouwde Architectuur en Interieur Awards, kun je inschrijven voor de Detail, Meubel en Innovatie Award. Je ontwerp is gemaakt of opgeleverd tussen 1 augustus 2015 en 31 juli 2016. Je werk wordt beoordeeld door een vakkundige jury. De winnaars worden bekendgemaakt tijdens de feestelijke prijsuitreiking op donderdag 17 november 2016. Houd de ontwikkelingen in de gaten op www.arc-awards.nl. Op deze
AR C1 6
website vind je informatie over alle prijzen.
ARC16 INTERIEUR Award
ARC16 DETAIL Award
ARC16 ARCHITECTUUR Award
Een initiatief van PLAN@OffiCE en de Architect
Een initiatief van KUBUS en de Architect
Een initiatief van GIRA en de Architect
Deze prijs wordt uitgereikt aan een in Nederland of
Goede detaillering draagt bij aan de esthetiek en de
De ARC16 Architectuur Award wordt toegekend aan
België gerealiseerd interieurproject dat zich onder-
functionaliteit van een gebouw en is daarmee mede
recent gerealiseerde projecten die hoge prestaties
scheidt door een geslaagde synthese van gebruik,
bepalend voor de ervaring en de waardering ervan.
op het gebied van duurzaamheid in de ruimste zin
techniek en esthetiek. Doel van ARC16 Interieur is het
De ARC16 Detail Award bekroont architectonisch
van het woord op innovatieve wijze combineren met
versterken van een professionele en vernieuwende
uitdagende, reeds voltooide projecten die zich onder-
een verrassende architectuur. Doel van de prijs is
interieurdiscipline. Bij de beoordeling let de jury op
scheiden door innovatieve details in een samenhan-
duurzaamheid te promoten als integraal onderdeel
opgave, aanpak, samenwerking met andere discipli-
gend totaal concept. Het doel van de prijs is het maat-
van het ontwerp. De prijs wordt dit jaar voor de vierde
nes en eindresultaat.
schappelijke belang van architectuur belichten, de rol
maal uitgereikt.
van architectuur in het publieke leven versterken en de contacten tussen architecten, toeleveranciers en opdrachtgevers stimuleren.
ARC16 INNOVATIE Award
ARC16 OEUVRE Award
ARC16 MEUBEL Award
Een initiatief van Desso en de Architect
Een initiatief van de Architect
Een initiatief van de Architect
Experiment en vernieuwing kenmerken de
De ARC16 Oeuvre Award wordt door de redactie van
Deze prijs is bestemd voor meubelontwerpen in
Nederlandse architectuur. Zij heeft het vermogen
de Architect jaarlijks toegekend aan een persoon
de werkomgeving en wordt dit jaar voor de tweede
zich iedere keer succesvol aan te passen aan de
die een blijvende en vernieuwende bijdrage heeft
maal uitgereikt. Doel van ARC16 Meubel Award is het
nieuwe realiteit. Met de ARC16 Innovatie willen de
geleverd aan de verbetering van de gebouwde
aanmoedigen van innovatie in meubelontwerp en
uitschrijvers veelbelovende ideeën stimuleren die
omgeving. Voor de prijs komen naast architecten,
het stimuleren van het maken van meubels voor de
vernieuwend èn haalbaar zijn en die relevant zijn
interieurarchitecten en designers, ook wetenschap-
werkomgeving. Belangrijke criteria liggen op het vlak
voor de opgave van transformatie en herbestem-
pers en opdrachtgevers in aanmerking.
van functionaliteit, vernieuwing, duurzaamheid en
ming. Doel van de prijs is het versterken van het
esthetiek. Industriële uitvoerbaarheid van het meubel
draagvlak onder innovatie en het stimuleren van
is een andere belangrijke voorwaarde. Genomineerde
vernieuwende projecten. Criteria voor de ARC16
inzendingen kunnen in aanmerking komen voor
Innovatie Award zijn creativiteit, functionaliteit en
productie.
toekomstbestendigheid.
VERTEL UW VERHAAL Bouwen is netwerken. Daar weet u als ondernemer alles van. Hoe bereikt u die ene grote klant? Die woningcorporatie of gemeente waar een aanbesteding in de lucht hangt? Voor dit nieuws is de Cobouw site volledig vernieuwd. We zijn hierdoor actueler dan ooit. Maar ook met verdiepende kennisartikelen. Wat u de kans biedt om uw unieke verhaal te vertellen. En zo uw bedrijf onder de aandacht te brengen bij uw prospects. Met een artikel, een white paper, een video of een blog? Het kan allemaal. Zo levert communicatie via Cobouw.nl u direct leads op. Meer weten? Neem dan contact met ons op via Angela Pasutto, a.pasutto@bimmedia.nl of via 070 - 304 69 11.
SPA SOESTERBERG onze keerwanden vormen een 100% biologisch gezuiverde buitenzwemvijver
WWW.KEERWAND.NL
Onze stille kracht Bouwen. Daar ligt onze passie. Van niets iets maken. Samen werken aan projecten waar men dagelijks mee in aanraking komt. Soms bewust, maar meestal onbewust. Dรกt is onze stille kracht. Glad afgewerkte keerwanden van de hoogste kwaliteit. U krijgt ze direct uit voorraad geleverd met 15 jaar fabrieksgarantie. Neem contact op voor een vrijblijvend 3D-ontwerp. Uw bouwproject krijgt de aandacht die het verdient, van plan tot en met plaatsing. Dรกt is complete ontzorging.
Wesselseweg 132 3774 RL Kootwijkerbroek
T 0342-441050
E info@keerwand.nl
GEVEL INNOVATIE.
Tankstation Texaco, Nijkerk
Duurzaamheid, praktische en snelle montage en een blijvende mooie uitstraling. Het zijn vaak belangrijke criteria in de keuze voor een geveloplossing. Het Derako massief houten gevelsysteem heeft
als
geventileerde
voorzetgevel
een
unieke
montage
waardoor het systeem niet alleen uiterst nauwkeurig en snel te monteren is, maar er ook voor zorgt dat de massief houten of bamboe lamellen niet beschadigd raken. Door de Derako Cradle to Cradle werkmethode en het toegepaste massief hout (ook als FSC of PEFC gecertificeerd) is het systeem uiterst duurzaam en kan waar nodig bijdragen aan het verkrijgen van credits binnen BREEAM en LEED. Voor meer inspiratie bezoekt u onze website. De adviseurs van Derako denken graag met u mee.
www.derako.com
Solid Wood Systems
Werk productiever door slimme technologie Ahrend Smart Working Services zijn innovatieve oplossingen die bijdragen aan het welzijn en de productiviteit van mensen. Eén van de innovaties is de Ahrend Smart Working App, een app die u o.a. helpt bij het vinden van collega's en beschikbare werkplekken. Een werkplek die weet dat jij er bent
basis van zogenaamde beacon technologie. De Ahrend
Veel
gerelateerde
PuK, geïntegreerd in het werkblad, bevat deze technologie.
werkomgevingen, echter is het niet altijd duidelijk wie waar
Zodra een medewerker zijn smartphone op een PuK plaatst,
zit of welke geschikte werkplek vrij is. De Ahrend Smart
krijgt deze via de app automatisch de melding dat hij/zij is
Working App helpt u hierbij en geeft de werknemer realtime
ingecheckt. Eenmaal ingecheckt, kunnen collega’s zien waar
inzicht in de beschikbare werkplekken. De app werkt op
de medewerker zich bevindt. Samenwerken wordt zo weer een
organisaties
kiezen
voor
activiteit
stuk gemakkelijker. De smartphone laadt via de PuK bovendien draadloos op, zodat je nooit meer met een lege batterij zit!
Sleutel tot optimalisatie De service biedt de facility manager een maandelijks dashboard met gebruik van werk-, vergader- en concentratieplekken. Hierdoor kan men beter managen op energiegebruik, schoonmaak en onderhoud en kan men het meubilair in het kantoor aanpassen naar het gebruik.
ahrend.com/smartworkingapp
Solid impressions Mosa.
Mosa Solids. Een speciaal ontworpen collectie waarin functionaliteit en kracht gecombineerd worden met de kwaliteit, elegantie en de natuurlijke look waar de Mosa-producten zo beroemd om zijn. Dankzij de duurzame en praktische eigenschappen kan Mosa Solids in veel verschillende ruimtes worden toegepast, bijvoorbeeld in winkels, stations, ziekenhuizen en scholen. Mosa Solids is verkrijgbaar in 12 kleuren met speciaal gemaakte kleurgradaties en texturen, waardoor de voegen tussen de tegels zo klein mogelijk worden en er een perfecte keramische huid ontstaat. De tegels zijn beschikbaar in diverse formaten, inclusief tegels van 60 x 60 cm; een maat die perfect past bij de veelzijdigheid, de duurzaamheid en de kosteneffectiviteit van deze tegel. www.mosa.nl/solids
Ahrend InnovationLAB verenigt technologie en circulariteit medewerkers. Het (onzichtbaar) verwerken van nieuwe technologieën in functionele ontwerpen draagt daaraan bij. Door meubelen zowel hoogwaardig als slim te maken, krijgen ze een langere gebruiksduur en kunnen onderdelen hergebruikt worden. We ambiëren zelfs dat onze meubelen meerdere levenscycli kennen. En dan bij voorkeur in dezelfde functie, omdat er zo weinig energie verloren gaat en de milieuwinst het grootst is.” Die filosofie is terug te vinden in alle kantoormeubelen van Ahrend. “Behalve dat onderdelen separaat te vervangen zijn, voorzien wij onze stoelen en bureaus van QR-codes. Achter die code gaat het biologische paspoort verscholen, zodat in de toekomst de herkomst van de materialen te achterhalen is. Bovendien kunnen we daardoor nu veel effectiever omgaan met servicevragen, omdat we precies weten welk meubel het betreft.”
Slimme oplossingen Een andere trend is de integratie van slimme oplossingen in meubelen. “We ontwikkelden een tafel die communiceert met de smartphone middels een digitaal ergonomisch paspoort. Dat maakt het mogelijk om het licht, de hoogte en de temperatuur van het werkblad in te stellen én de tafel en omgeving eenvoudig aan te passen aan eisen van de gebruiker.” Maar ook in stoelen zijn slimme oplossingen te verwerken. “Door een chip te integreren wordt op een centraal dashboard of op de smartphone zichtbaar welke plekken bezet zijn. In grote kantoren met flexplekken - zoals open kantoortuinen en universiteitsbibliotheken - is dat erg
handig. Een bijkomend voordeel is dat als bekend is welke plaatsen het vaakst bezet zijn, de stoelen tijdig gewisseld kunnen worden, zodat de slijtage gelijkmatig is, onderhoud zo lang mogelijk wordt uitgesteld en de levenscyclus wordt verlengd.”
Een dashboard die de beschikbaarheid van werkplekken toont of een bureau waar je een smartphone op legt en die de temperatuur, het licht en de hoogte zelf instelt op basis van een ergonomisch digitaal paspoort. Deze en andere nieuwe technologische ontwikkelingen toont Ahrend in het onlangs geopende InnovationLAB in Sint Oedenrode. De kantoorinrichter creëerde een hotspot waar technologie, ontwerp en circulariteit samenkomen in een omgeving die architecten en gebruikers uitdaagt om na te denken over de inrichting van de werkplek. “Veel innovaties hebben tegenwoordig betrekking op de integratie van techniek ten behoeve van de productiviteit, gezondheid en duurzaamheid. Daar komt bij dat onze wereld snel verandert waardoor bedrijven zichzelf steeds opnieuw moeten uitvinden. Nieuwe bedrijfsprocessen en andere samenstellingen van teams vragen om een flexibele werkomgeving. Al deze aspecten hebben invloed op de inrichting. Een kantoor moet voldoen aan steeds veranderende eisen, snel aangepast kunnen worden én slim zijn”, vertelt Arnold Struik, Concept & Design Director bij Ahrend. Om dat mogelijk te maken, ontwikkelt de kantoorinrichter steeds meer meubels die modulair zijn opgebouwd. “De Flexbox is daar
een voorbeeld van. Niet alleen kan hij in bijna iedere ruimte neergezet worden zodat er een ruimte-in-een-ruimte ontstaat, het is ook mogelijk om in één middag de box te verhuizen of zelfs te resizen. Bovendien biedt hij akoestisch comfort en is hij in veel stoffen leverbaar.”
Tijdloos design “Een mooi design is de basis van toekomstbestendigheid en circulariteit. Als meubels goed zijn gemaakt, willen mensen ze langer gebruiken en gaan ze langer mee”, vervolgt hij. “Daarnaast moet een werkomgeving functioneel zijn en bijdragen aan de productiviteit en gezondheid van
foto’s: Stijn Poelstra www.ahrend.com
www.ahrend.com
Revolutionair Spectaculair Modulair
Ontwerpen met daglicht VELUX modulaire lichtstraten voor een beter binnenklimaat
VELUX
BIM-objecten
VELUX helpt u met gratis AutoCAD-tool en BIM-modellen VELUX modulaire lichtstraten zijn gebaseerd op een 100% modulair concept dat uitvoerige werkvoorbereiding compleet overbodig maakt. Daarbij biedt VELUX u simpele, bondige CAD-tools waarmee u snel nauwkeurige en visueel aantrekkelijke tekeningen en presentaties creĂŤert. Met andere woorden, wij hebben de lichtstraat gecompleteerd, zodat u verder kunt met uw project.
Snel, makkelijk en nauwkeurig
Download onze gratis CAD en BIM objecten: www.modulairelichtstraten.velux.nl
In één keer extra marketingkracht in huis. De eerste zijwaarts openschuivende zonwering
Slidefix® • Ideaal voor grote schuiframen en hoekschuiframen • Windvast tot 90 km/u in gesloten toestand • Onzichtbaar in te werken in de bouwschil • Grote afmetingen: tot 4 m B x 3 m H per zijelement
NBD-Online.nl Bouwen aan uw verkoopkracht.
Op NBD-Online.nl pakt u de voorsprong op uw concurrenten en krijgt u de aandacht die u verdient. Ons marketingplatform zorgt voor een goede vindbaarheid en verbindt klanten rechtstreeks met u door. Op deze manier versterkt NBD-Online.nl uw marketing. Bekijk welk pakket u helpt om uw doelstellingen te behalen op NBD-Online.nl/deelnemen.
www.renson.nl
A Gen Maar Landgraaf g - Architect: HVN Architecten BV Maastricht
=VZ 4L[HHS TVKLSSPQU Q
2
Inhoud
Essays
Circulaire economie Na ‘People Planet Profit’, ‘Cradle to Cradle’ en ‘nul op de meter’ is het nieuwe mantra voor de duurzame bouwsector ‘circulair bouwen’. Daarbij moeten ontwerpers werken met duurzame materialen en tegelijkertijd oog hebben voor de erfenis van recyclebare producten voor toekomstige generaties. De technische en biologische cirkels worden zo gesloten. In een interview vertelt architect Daan Bruggink, sinds kort voorzitter van de adviesgroep nieuwbouw en renovatie van breeam nl, over zijn streven om vanaf het begin van een opgave met alle betrokken partijen aan tafel te gaan. Samenwerking en horizontaliteit zijn volgens hem kernbegrippen in de circulaire economie.
Ontwerp van dynamische gebouwen Circulaire economie fundament voor bouwmeester 2.0 - P 028 De stap naar circulair ontwerpen Drie bedrijven over de architect in de circulaire economie - P 034
Redactioneel P 004
3
Ontmoeting
Stadskantoor Venlo
Colofon P 011 Scope P 014 Essays P 028 Ontmoeting P 038 Spotlight P 052 Issues P 070 Helden P 082 Producten P 086 Service P 100 Mijn huis P 103
Stadskantoor Venlo Gesloten kringlopen en de mens centraal - P 038
4
Spotlight
Circulair wonen
Timber Independent Mobile FARO Architecten - P 052 Loft House I in Buiksloterham, Amsterdam Marc Koehler Architects - P 058 Cityplot Buiksloterham in Amsterdam studioninedots & delva Landscape Architects - P 064 de Architect, juni 2016 | 7
5
Inhoud
Issues
Wat komt kijken bij circulair bouwen
Het gebouw als product - P 070 Een kas op het dak - P 072 Gebouw als materialenbank - P 074 Verder denken dan de oplevering - P 076 Energiezuinig ontwerpen - P 078
1
Helden
Daan Bruggink
Cover Daan Bruggink Foto Maarten Kools
“Iedereen wil hetzelfde. Je hoeft dus niet tegenover elkaar te staan� Interview met Daan Bruggink - P 082
Producten
Daken en gevels
Uitgelicht Robot aan de basis van theatrale vormgeving - P 086 Spelen met licht - P 088 Schelpen slaan water op - P 090 Massief en licht - P 092 Van idee naar uitvoering - P 094 de Architect, juni 2016 | 9
Colofon
Juni 2016
Aan dit nummer werken mee Redactieadres Postbus 16262 2500 BG Den Haag Prinses Beatrixlaan 116 2595 AL Den Haag tel (070) 30 46775 architect@bimmedia.nl www.deArchitect.nl
Harm Tilman
Redactie
Nel Meeder
De Architect is een uitgave van BIM Media Postbus 16262 2500 BG Den Haag www.bimmedia.nl
Marieke Giele
is al veertig jaar bouwjournalist en werkte onder andere voor Land & Water, de Architect, Renovatie & Onderhoud, Cobouw en de laatste vijftien jaar als eindredacteur/ vakredacteur voor Vastgoedmarkt. Zij is nu freelancer en blijft zich verwonderen over bijzondere bouwzaken en -projecten.
Basisvormgeving Motif: Concept & Design Sake van den Brule Elke Kunneman
Hans de Jong
Hoofdredactie
Marianne Lahr Eindredactie
Sander Woertman
Redactie
Astrid de Wilde Redactie
Grafische vormgeving
Kathelijne Koster Uitgever
Oscar Vos
1979 Wageningen studeerde Bouwkunde in Delft, is architect-eigenaar van krft te Amsterdam. krft werkt aan bijzondere projecten als het nieuwe Singer theater in Laren en Vuurtoreneiland te Amsterdam. Samen met Kraaijvanger en Kokke zijn ze op de shortlist gekomen voor Museum Arnhem, de volgende uitdaging!
1950 Amsterdam
Fieke Grooters 1993 Wageningen
studeert af aan de tu Delft, master Architectuur, op het onderwerp circulaire economie. Ze onderzoekt wat het peloton van de architectenbranche van deze ontwikkelingen vindt en hoe ze hierop kunnen inspelen.
Matthijs Prins 1961 Papendrecht
is als universitair hoofddocent Design & Construction Management verbonden aan de tu Delft. In zijn onderzoek en onderwijs richt hij zich met name op ontwerpmanagement, ontwerpkwaliteit, aanbesteding – van ontwerpdiensten – en duurzaamheid (circulaire economie).
Filip Dujardin 1971 Gent (b)
werkt als architectuurfotograaf voor (inter)nationale architecten en uitgevers. Daarnaast maakt hij artistiek werk via digitale fotomontages van fictieve architectuur. Recentelijk wordt dit werk vertaald in drie dimensionale ruimtelijke installaties. In 2014 verscheen zijn eerste monografie Fictions.
Hans Peter Föllmi 1963 Haarlem
is zelfstandig architectuur- en landschapsfotograaf met een focus op duurzaamheid. Zijn thema’s zijn meestal gekozen vanuit een sociaalmaatschappelijk engagement met als terugkerende disciplines: openbare ruimte, cultureel erfgoed, energie, stedenbouw, natuur en milieu.
Elma Durmišević 1968 Sarajevo (ba)
is gepromoveerd op de tu Delft op ‘Transformable Building Structures & Desgn for Disassmebly’. Grondlegger van Labaratory for Green Transformable Buildings en oprichter van 4d Architects in Amsterdam. Leidt innovatieve pilotprojecten en eu-onderzoek van reversibel design groep.
de Architect, juni 2016 | 11
Nieuws
Scope
Tentoonstelling BAL! op Soestdijk
Paleis Soestdijk wacht al twaalf jaar op een nieuwe bestemming. Vanaf hun huwelijk in 1937 tot hun dood in 2004 bewoonden prinses Juliana en prins Bernhard dit paleis waarvan het oudste gedeelte in de zeventiende eeuw is gebouwd. Het is een paleis dat bij de oudere Nederlanders nog steeds veel herinneringen oproept. De defilés die de voltallige koninklijke familie op Koninginnedag afnam, de polonaise met het Nederlandse elftal van 1974, de wandelingen die je in de omgeving maakte, ze staan in ieders geheugen gegrift. Sinds 1971 is Paleis Soestdijk rijksbezit en op dit moment wordt hard nagedacht over de toekomst van dit vroegere onderkomen van de Oranjes. Om de jaarlijkse kosten van onderhoud terug te verdienen, zijn de afgelopen jaren in de weekeinden allerlei activiteiten in en rondom het paleis georganiseerd. Hardloopwedstrijden en popconcerten zijn echter evenementen die niet iedereen bij dit paleis vindt passen. Een meer koninklijke bestemming zou
op zijn plaats zijn. Op dit moment werken vier initiatiefnemers met plannen voor de toekomst van Soestdijk hun ideeën verder uit. In oktober van dit jaar beslist het RVB samen met gemeenten en provincie wie een bod mag uitbrengen. De plannen variëren van een botanische tuin tot een podium voor bedrijfsleven en handelsmissies. Ook worden voorstellen uitgewerkt voor een evenementen en horecabestemming en voor het paleis als huis van verleden en toekomst. Tot die tijd vindt op Paleis Soestdijk de grote zomermanifestatie bal! plaats. Op deze door Anne van der Zwaag samengestelde tentoonstelling plegen ruim veertig bekende en aanstormende architecten, ontwerpers en kunstenaar interventies in de vertrekken en tuinen van het paleis, die dateren uit verschillende perioden en die nog slechts voor een deel intact zijn. Alle exposanten is gevraagd zich te verhouden tot de bewoners en de geschiedenis van dit nationale erfgoed. Voor curator Anne van der Zwaag is steeds de vraag hoe je de geschiedenis kunt herladen en laten herleven op plekken waar niet meer zo
veel is te zien. Alle deelnemers aan bal! hebben een specifieke ruimte in het paleis of in de tuin tot hun beschikking gekregen, met daaraan gekoppeld een bijzondere geschiedenis, een heuglijke gebeurtenis of juist een persoonlijk verhaal. ‘Ik vind het belangrijk dat de ingrepen speels en aanwezig zijn, maar het hoeft allemaal niet zo letterlijk’, aldus curator Anne van der Zwaag. Aanvullend schrijft Dirk van Weelden een verhaal waarin interventies en gebeurtenissen met elkaar worden verbonden en samengesponnen. Dit balboekje wordt vormgegeven door KesselsKramer. De ontwerpers werken met wat ze aantreffen in de vertrekken en tuinen en zijn uitgedaagd hier hun eigen stempel op te drukken. Het zal fascinerend zijn te zien hoe de ruim veertig uitgenodigde ontwerpers en kunstenaars zullen omgaan met zowel de uitbundigheid als de soberheid die Paleis Soestdijk kenmerken. Een dualiteit die we kennen van meer buitenplaatsen waar nuttigheid en ontspanning worden gecombineerd. Waar kijken we het meest naar uit? Rolf Bruggink zal
de theesalon van Anna Paulowna (de vrouw van Willem II) die door koningin Emma is omgetoverd in een Empire Salon, onder handen nemen. In de zogenoemde Stuczaal, vol trompe l’oeil effecten, waar in de glorietijd van Soestdijk alle belangrijke ontvangsten en partijen werden gehouden, gaat Nynke Koster aan de slag. Na zijn glorieuze deelname aan de slag bij Waterloo kreeg Willem II het jachtslot cadeau. Zijn vrouw Anna Paulowna verbouwde de Waterloozaal tot monument voor zijn heldendaden. De jonge architect Ricky Rijkenberg krijgt deze zaal tot haar beschikking. Richard Hutten gaat de werkkamer van prinses Juliana opnieuw vormgeven. Een voor de hand liggende keuze aangezien deze werkkamer was ingericht met Gispen meubilair. Ook in de tuin staan enkele spannende interventies op het programma. Om er een paar te noemen, ontwerper Pieke Bergmans creëert een fontein in de Watertoren, en wel de oudste van Nederland, Driessens & Verstappen ontwerpen een nieuwe metaforische waterpartij. Sachi Miyachi bouwt een
eigentijds jachthuis waaruit je kunt uitkijken over paleis en tuinen. Fotografe Marleen Sleeuwits stelt in haar installatie het Franse perspectief centraal. En Krijn de Koning gaat een ballroom onder de rododendrons aanleggen. Bal! grijpt terug op oude tradities en de interventies waarin de leegte essentieel staat, vormen een maskerade met ‘tekens die gedecodeerd moeten worden’, zoals Roland Barthes schreef in L’Empire des signes. Op dit moment lijkt in Nederland alles in beweging te zijn. Gezien dit overheersende besef van tijdelijkheid komt de opening van Soestdijk met bal! als geroepen. Het biedt de Nederlandse ontwerpcultuur de mogelijkheid haar houding ten opzichte van de traditie opnieuw te bepalen.
Deelnemende kunstenaars Lonneke van der Palen, Joep van Lieshout, Christie van der Haak, Boris van Berkum, Jelle Mastenbroek, Isabelle Wenzel, Makkink & Bey, Frederik Molenschot, Edwin Oudshoorn, Rolf Bruggink & Isaac Monté, Nynke Koster, GrondVormen, Christa van der Meer, Marie Cécile Thijs, Ricky Rijkenberg, René van Engelenburg, Richard Hutten, Ernest van der Kwast, Koos Breukel, Pet van de Luijtgaarden, Stang Gubbels, Pieke Bergmans, Thomas Vailly, Peter Zegveld, Tjep., Floris Schoonderbeek, Studio Maarten Kolk & Guus Kusters, Marleen Sleeuwits, Overtreders W, Driessens & Verstappen, Floris Hovers,
Harm Tilman
Frank Bruggeman, Studio Drift, Sachi Miyachi, Raw Color, Otto Kaan, Martijn Engelbregt, Studio Job,
Bal! op Paleis Soestdijk, Amsterdamsestraatweg 1, 3744 aa
Krijn de Koning en Dirk van Weelden
Baarn, van zaterdag 25 juni t/m zondag 25 september 2016, entree 15 euro, kinderen 10 euro. Voor actuele openingstijden check www.paleissoestdijk.nl
3
1
4
1 Ricky Rijkenberg 2 Rolf Bruggink i.s.m. Isaac Monte II 3 Marleen Sleeuwits
2
14 | de Architect, juni 2016
4 Driessens&Verstappen
de Architect, juni 2016 | 15
Nieuws
Scope
Schunck paleis Mies in Heerlen
Ludwig Mies van der Rohe is een van de grootste architecten van de twintigste eeuw. Hij bouwde in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw grensverleggende huizen, ontwerp het Barcelona-paviljoen met de Barcelona-stoel en tekende na de oorlog voor veel hoogbouw en universiteitsgebouwen in Chicago, die ongekend waren voor die tijd. Zijn werk is nog steeds actueel maar onttrekt zich niet aan de tand des tijds. Moeten we het behouden? Zo ja, op welke manier? In het Schunck paleis in Heerlen is de tentoonstelling ‘Mies en de erfenis van het modernisme’ te zien. Deze agendeert de vraag of en zo ja hoe het behoud van moderne meesterwerken te regelen is. Curator Andrea Cloé kwam op het idee voor deze tentoonstelling toen in 2008 de Mies van der Rohe Award Maastricht aandeed. Aanvankelijk wilde zij een oeuvretentoonstelling maken, vergelijkbaar met de tentoonstellingen die zij heeft gemaakt over Oscar Niemeyer en Wiel Arets. Doordat de bruiklenen niet rond kwamen, kwam hier uiteindelijk niets van terecht. Erfgoed in verval Heerlen is een stad met veel moderne architectuur. Tal van gebouwen hebben de sloopwoede niet overleefd uit de periode die volgde op de sluiting van de mijnen (1965). Op dit moment staan nog zo’n honderd gebouwen uit de mijntijd overeind. Sommige daarvan, zoals het Glaspaleis, bioscoop Royal en de Stadsschouwburg, verkeren in goede staat. Rondrijdend door de regio viel het Cloé ech-
gruwelijkheid niet onder voor de foto’s die sinds kort op sigarettenpakjes w0rden afgedrukt.
ter op dat een groot deel van dit moderne erfgoed ernstig in verval is. Hoe zou je deze erfenis kunnen bewaren? Cloé realiseerde zich dat ze Mies zou kunnen inzetten om deze vraag te agenderen. De ideeën van Mies zijn weliswaar nog altijd springlevend, maar zijn werk ontkomt niet aan de tand des tijds. De tentoonstelling verdiept zich in vijf objecten van de meester, die de laatste vijf jaar zijn of worden gerestaureerd. Het betreft naast drie iconische gebouwen van Mies (Haus Tugendhat, SR Crown Hall, Lake Shore Drive Appartments), ook twee relatief onbekende projecten (Robert F. Carr Memoriam Chapel, Verseidag fabriek). Je kunt je afvragen of beide laatste nog zouden bestaan als de naam van de meester er niet aan zou kleven. Materiële sporen De tentoonstelling belicht niet zozeer het ontwerp en de innovatie van Mies’ werk, maar duikt diep in de materialiteit van de objecten, hun bouwwijze, de historische veranderingen die hebben plaatsgevonden en de conditie waarin ze verkeren, zaken die je alleen aan de hand van het origineel kunt uitleggen. Je maakt geen kennis met de ideeën achter het werk, zoals op eerdere Mies-tentoonstellingen, maar je wordt direct ondergedompeld in een wereld van geduldig detectivewerk en pathologische rapporten. Je ziet geen foto’s gemaakt op het moment dat de gebouwen zijn opgeleverd en optimistisch hun toekomst tegemoet zien, maar beelden van de meest gruwelijke verminkingen die de gebouwen hebben ondergaan. Ze doen in
Renoveren, hoe doe je dat? Ook beroemde gebouwen blijken met de meest banale problemen te kampen te hebben. Zo regenen de appartementen in de Lake Shore Drive appartments in Chicago door als het ook maar een beetje waait. Maar renoveren biedt niet altijd soelaas en verergert de problemen soms helemaal, zeker als deze worden uitgevoerd met materialen die zich nauwelijks laten verenigen (bijvoorbeeld in termen van porosositeit) met de oorspronkelijk materialen en oppervlaktebehandelingen De tentoonstelling is geen pleidooi voor een reconstructie waarbij de ideeën worden ‘bewaard’, maar in materieel opzicht vrijzinnig wordt omgesprongen met het werk. Dit leidt vaak tot de partiële destructie van het monument. Volgens ‘Mies en de erfenis van het modernisme’ zou juist de materialiteit van het monument de basis voor restauratie moeten zijn, voor een proces waarin het wordt teruggebracht tot ‘wat het echt is geweest’. Alleen zo krijgen gebouwen meer waarde en zullen ze niet meer zo gemakkelijk worden gesloopt. Remedie De tentoonstelling laat overtuigend zien wat je voor het behoud van historische substantie uit de kast moet halen. Het vergt een buitengewoon precies onderzoek op plaatsen waar rot heeft toegeslagen, regenwater een ongenode gast is, schimmels woekeren, enz. Als het teloorgegane werk in kaart is gebracht, is de volgende vraag wat de remedie is. Geen gemakkelijke vraag. Pleisterwerk dat voor de oorlog werd gebruikt is in die samenstelling vaak niet meer te vinden. Maar wat te doen met de details die niet meer voldoen? Ga je die vervangen door details die beantwoorden aan hedendaagse inzichten en eisen? Of blijf je bij de oorspronkelijke details en accepteer je de feilen ervan? De tentoonstelling staat voor een nieuwe opvatting van preservatie, een die zich niet beperkt tot ideeën, maar die monumenten ziet als bronnen van culturele activiteiten en de materiële expressie ervan. Voor een regio als Parkstad zou dit een revolutie zijn. Sinds de jaren zestig is daar druk gesloopt. In een regio die zich – terecht – zorgen maakt over haar toekomst, is dat achteraf gezien onverstandig geweest. Een grotere betrokkenheid kweken met monumenten is bepaald geen slecht idee. Zeker ook gezien het feit dat zelfs bij een club als iba Parkstad vooralsnog weinig tot geen interesse is te bespeuren voor dit erfgoed. Harm Tilman De tentoonstelling ‘Mies en de erfenis van het modernisme’ is nog te zien tot 7 augustus 2016 in Glaspaleis Heerlen, Bongerd 18, Heerlen.
16 | de Architect, juni 2016
Museum De Lakenhal Aanbesteding restauratie en uitbreiding Lakenhal stopgezet De biedingen van vier geselecteerde aannemers voor de uitbreiding en restauratie van museum De Lakenhal in Leiden zijn te hoog. De gemeente heeft de in februari begonnen aanbestedingsprocedure stopgezet en onderzoekt waar op de plannen kan worden bezuinigd. De plaatselijke PvdA die de nieuwe achtergevel typeerde als ‘een spuuglelijke trekzak’, grijpt nu zijn kans om het ontwerp aan te passen. ‘Anders geen extra budget’. De gemeente Leiden gaat de komende weken de vier aanbiedingen nader analyseren. Daarna volgt een nieuwe ronde, waarbij met de marktpartijen wordt gekeken naar ‘optimalisaties’. Wethouder Robert Strijk van cultuur rept in een brief aan de gemeenteraad van ‘quick wins’. Daarbij denkt hij aan “mogelijkheden die relatief gemakkelijk en snel zijn door te voeren en die een grote besparing opleveren. Bijvoorbeeld standaardbalustrades in plaats van hekken die moeten worden gesmeed.” “Op onderdelen is ook sprake van zeer grote prijsverschillen tussen de verschillende aannemers”, schrijft hij in dezelfde brief. Meta Knol, directeur van De Lakenhal, hoopt dat het onderzoek snel kan worden afgerond. Volgens haar trekt de aanbestedingsmarkt hard aan. Elke maand stijgen de prijzen met zo’n twee procent. Een half jaar uitstel maakt het project fors. Zij verwacht niet dat een ander ontwerp voor de achtergevel de kosten omlaag zal brengen. “In mijn beleving is het nog nooit goedkoper geweest om een ontwerp aan te passen, het hele proces stil te leggen en alles opnieuw te doen.” Eigentijdse laag aan bestaande gebouw Het ontwerp van de restauratie is gemaakt door Julian Harrap Architects uit Londen en van de nieuwbouw door het Rotterdamse architectenbureau Happel Cornelisse Verhoeven. Het aandeel van de restauratie betreft 5.000 vierkante meter bruto vloeroppervlak en van de nieuwbouw 2.800 vierkante meter bruto vloeroppervlak. Het gaat om een investering van in totaal 16,6 miljoen euro, waarvan zes miljoen euro voor de nieuwbouw. Het museum is gevestigd in een zeventiendeeeuwse lakenhal en is twee keer eerder uitgebreid (in 1890 en in 1921). Met de nieuwbouw wordt een eigentijdse laag toegevoegd aan de bestaande gebouwen. De vier afzonderlijke gebouwdelen worden volgens architect Ninke Happel op een vanzelfsprekende manier met elkaar verbonden
De nieuwe achtergevel aan de Lammermarkt is opgetrokken in een warm, grijs gemêleerde baksteen met veel perspectief.
via een centraal binnenhof, op de plek van de histo-rische ‘Achterplaets’. Deze Achterplaets staat in directe verbinding met de historische entree van het museum. De huidige overkapping over het voorplein verdwijnt, waardoor de entree in het monumentale ‘stadspaleis’ komt te liggen. Met de nieuwbouw komt het complex aan de erachter liggende Lammermarkt te liggen. Het ontwerp van deze nieuwe tentoonstellingsvleugel is een hedendaagse interpretatie van de huidige baksteenarchitectuur in de directe omgeving. Door toevoeging van het nieuwe gebouw aan de Lammermarkt ontstaat volgens Ninke Happel een alzijdig museumcomplex. Felle discussie over ontwerp Juist het ontwerp van de achtergevel veroorzaakte in Leiden een felle discussie. Vooral het volume maakte vele tongen los. Mensen vinden de gevel of afschuwelijk of een impuls voor dit deel van het cen-
trum. Onder de Lammermarkt wordt op dit moment een ondergrondse parkeergarage voor ongeveer 550 auto’s aangelegd. Na oplevering komt bovenop de garage een groen evenementenplein. Daarbij vormt de achtergevel aan de zijde van de binnenstad een architectonisch statement van formaat. De PvdA maakt echter gebruik van de vertraging om het gevelontwerp alsnog ter discussie te stellen. Fractievoorzitter Gijs Holla gaf in het nieuwsprogramma van Sleutelstad aan dat het gebouw in de omgeving moet passen. Nu lijkt het meer op een fantasykasteel dat beter past in de Engelse trilogie Lord of the Rings, aldus Holla. Hij ziet kans om met een ander, goedkoper ontwerp het financiële probleem op te lossen. Een gevolg van de vertraging kan zijn dat de voorgenomen heropening van het museum in 2018 niet meer haalbaar is. Nel Meeder
de Architect, juni 2016 | 17
Scope Nieuws
Corals Meubels voor de circulaire economie
Op tal van terreinen beginnen de contouren van de circulaire economie zichtbaar te worden. Het meubelontwerp vormt daarop geen uitzondering. Uitgangspunt is dat de gebruikte materialen na afloop niet op de vuilnishoop belanden maar na hun levensduur een nieuw leven krijgen. Een van de manieren om dit voor elkaar te krijgen is de meubels demontabel te maken. Industrieel ontwerper Robert Bronwasser ontwikkelde voor het merk Palau een modulair ziten werksysteem dat inspeelt op de veranderende behoeften van de kantooromgeving. Met tablet, boek en laptop kan actief en comfortabel worden gewerkt, gebruikmakend van handige tafels en in het systeem geïntegreerde oplaadpunten. Corals is een modulair systeem dat bestaat uit elementen die eenvoudig zijn te monteren en demon-teren. Met de elementen, waaronder zitdelen, wanden, tafels, armleuningen en poten valt eindeloos te combineren. Het systeem maakt hergebruik op de werkplek mogelijk. Deze kan door zijn flexibiliteit meegroeien met de veranderende wensen van de gebruikers. De levensduur van het systeem wordt daarmee verlengd. In de circulaire economie is het van belang de gebruikte materialen onder te brengen in kringlopen en eindig gebruik te vermijden. In Corals is gebruikgemaakt van ecologisch verantwoorde, duurzame materialen die recyclebaar zijn. Bij schade of slijtage hoeven alleen de beschadigde elementen te worden gerepareerd of vervangen, en niet de gehele bank. Wat ook telt is dat de onderdelen als compacte en lichte ‘flat packages’ zijn op te bergen en te transporteren. Opgave van deze tijd is de transformatie en het hergebruik van bestaande gebouwen en om gevingen, in de vorm van permanente en tijdelijke bestemmingen als flexibele werkomgevingen, pop-up restaurants en winkels. Palau en Bronwasser hanteren het motto: “Wat vandaag nodig is, kan morgen achterhaald zijn.” Zij spelen met het idee dat je meubels koopt voor een situatie, maar niet voor een veranderende situatie. Bij krimp zijn delen van het zit- en werksysteem eenvoudig te demonteren, bij groei kan worden uitgebreid met nieuwe elementen. Het betekent dat niets hoeft te worden weggegooid of opnieuw aangeschaft.
Ingenieus extrusieprofiel De basis van het Corals systeem is een ingenieuze aluminium ruggengraat. Aan dit extrusieprofiel zijn aan de beide zijden ervan functionaliteiten toegekend. Bovenop het profiel zijn elementen als zitgedeelten, armleuningen en tafels eenvoudig te monteren, uit te wisselen of te verplaatsen. Aan de onderkant kunnen op meerdere plaatsen verschillende poten worden gemonteerd, naar keuze in staal of hout en in verschillende kleuren. In het profiel zijn de bekabeling en stroompunten weggewerkt. Dit biedt die mogelijkheid om op iedere gewenste plek een lamp of aansluitpunt te bevestigen. Rekening houdend met de eisen van de circulaire economie hebben Palau en Bronwasser de hoeveelheid materiaal tot een minimum gereduceerd. Om Corals een langere levenscyclus te geven, is gebruikgemaakt van een in Nederland niet eerder toegepast, innovatief schuim. Dit is minder milieu-
belastend doordat een deel van de fossiele grondstoffen is vervangen door natuurlijke materialen uit plantaardige oliën. Ook wordt fsc-hout verwerkt in de meubels. Tevens is gebruikgemaakt van een stalen ‘no sag’ verensysteem waardoor het schuim minder krachten te verduren krijgt en zijn veerkracht en hoogte kan behouden. Corals is de vrucht van een hechte samenwerking tussen Palau en Bronwasser. Dit opent duurzame perspectieven waarbij het ontwerpen en coördineren van in de tijd flexibele en dynamische systemen cruciaal is. Corals is zo ontworpen dat hergebruik van de eigentijdse bedrijfsmodellen is gewaarborgd. Niet meer het ‘design out waste’ maar het ontwerp van dynamische systemen die meerdere cycli kunnen doorlopen, begint het wenkende perspectief voor de toekomst te worden.
Harm Tilman
de Architect, juni 2016 | 19
Scope Nieuws
Media kort
Philipp Meuser, Dimitij Zadorin, Towards a Typology of Soviet Mass Housing. Prefabrication in the ussr. 1955-1991 De twee auteurs, beide architect, ontmoetten elkaar op een Weense conferentie in 2012 die gewijd was aan het naoorlogse Sovjet Modernisme. Hun belangstelling was wederzijds en besloeg het tegenstrijdige maar unieke fenomeen van de Russische massavolkshuisvesting. De Russische massawoningbouw wordt doorgaans beschouwd als de meest monotoon gebouwde omgeving in de geschiedenis van de mens en staat ook nog eens symbool voor individuele onderdrukking. Tegelijkertijd voorzag het miljoenen mensen van een eigen appartement. In dit boek beschrijven ze de geschiedenis, structuur, variëteit, stromingen en mogelijkheden van dit soort volkshuisvesting in Rusland. Veel plattegronden en foto’s begeleiden de tekst die in twee delen is gesplitst: ‘Typology’ door Meuser en ‘Catalogue’ door Zadorin. Bijzonder is ook de toegepaste kunst op de gebouwen, vaak in de vorm van tegeltableaus of mozaïeken.
Coen Eggen, Vakwerkbouw. 600 jaar bouwen met hout en leem in Zuid-Limburg en omstreken De auteur heeft zijn jarenlange bevindingen in Limburg met het bouwen in hout en leem, ofwel vakwerkbouw, vastgelegd in een gedetailleerde en uitgebreide publicatie. Ruim zeshonderd jaar bouwhistorie is hiermee ontsloten. Daarnaast heeft hij aandacht voor de restauraties van de afgelopen decennia en de huidige nieuwbouw. Vakwerkbouw is karakteristiek voor Limburg, maar ook Belgisch Limburg en de Luikse regio en het aansluitende Duitse gebied komen aan bod. Belangrijk omslagpunt voor de restauratiepraktijk van vakwerkbouw was het moment waarop de Rijksdienst voor de Monumentenzorg eind jaren negentig oorspronkelijke bouwmethoden en materialen min of meer verplicht stelde. Er zijn sindsdien weer vakwerklieden actief die dit ambacht beheersen. Vakwerk is als duurzame en ecologische manier van bouwen met materialen uit de streek tevens een geschikte mogelijkheid voor nieuwbouw. www.vantilt.nl
www.dom-publishers.com
Maurice Hermans, De Antistad. Pionier van kleiner groeien Deze publicatie toont de wordingsgeschiedenis van Nederlands meest vergrijzende, meest transitionele en volgens sommigen meest mislukte stad: Heerlen. De auteur legt het accent niet op het ontstaan en de hoogtijdagen van de industriële mijnbouw, maar juist op de periode na de mijnsluiting. Daarin liggen volgens hem de meeste aanknopingspunten om het huidige Heerlen te duiden. De stad bevindt zich in een ongedefinieerde ruimte tussen groei en krimp, dorp en stad, oude en nieuwe economie. Temidden van discontinuïteit en irrationaliteit biedt De Antistad inzicht in de complexe processen die horen bij dit soort demografische tradities. Ook buiten Nederland zijn de dramatische gevolgen van economische neergang en demografische krimp te vinden: in steden als Detroit, Wolverhampton, Herne, Genk, Essen en Scranton wordt geworsteld met dezelfde problematiek. De Antistad is een gids en pionier voor het ‘terugbouwen’: het bouwen voor minder mensen en de omgang met een overschot aan ruimte en voorzieningen.
Pieter Bedaux
Cartoon
www.nai010.com
de Architect, juni 2016 | 21
Scope Nieuws
Boek Jaarboek Architectuur in Nederland 2015/2016 Het gebeurt niet vaak dat de redactie van een boek begint met een felicitatie aan zichzelf. Die van het architectuurjaarboek doet het, in het midden latend of ze ook voldoet aan het compliment waarmee ze hun inleiding openen. Al snel wordt duidelijk waarom de redactie zichzelf een veer in de kont steekt. Tussen de regels klinkt door dat het Jaarboek in crisis is. Zelf spreekt de redactie al in de verleden tijd over het belang van het Jaarboek, om tot besluit de hoop uit te spreken “dat het jaarboek zich op een zinvolle manier kan vernieuwen”. Deze implosie treedt minder aan de dag in de selectie van projecten dan in de vier essays die in het Jaarboek zijn opgenomen. Huidige stand Uit 375 ingezonden gebouwen zijn dertig projecten geselecteerd die de huidige stand van de Nederlandse architectuur moeten representeren. Deze selectie bevat weinig verrassingen, of het moet zijn dat een project van Mecanoo is toegelaten, een bureau dat in voorgaande edities nadrukkelijk werd genegeerd. Duidelijk is dat sprake is van een groot aantal individuele architecten met de meest uiteenlopende praktijken, zonder veel gemeenschappelijke principes. Een groot verschil met de vorige generatie die in de jaren negentig opkwam en die zich onderscheidde door haar vragende en uitdagende houding tegenover de hoofdstroom in de architectuur van die tijd. Terugtrekkende beweging De vier in het Jaarboek opgenomen essays zijn minder ambitieus dan in de voorafgaande edities en maken terugtrekkende bewegingen. Tom Avermaete roept op tot een nieuwe definitie van het architectuurproject, los van de iconische en functionele benaderingen van de afgelopen peri-
ode. Tot de elementen hiervan rekent hij de nauwe relatie tussen gebouw en territorium, de manier waarop een architect met de tijd omgaat en de koppeling aan het meervoudige handelen van ander actoren. De waarde van het architectonische project schuilt niet meer in typologische vernieuwing, aldus Avermaete, maar in het herinterpreteren van het bestaande. Kosmopolitische architectuur Daartegenover gaat Edwin Oostmeijer in op de onvermoede, kosmopolitische en onbekrompen kwaliteiten van de Bijlmermeer. Hans van der Heijden beperkt zijn bijdrage van dit jaar tot een interview met Koen van Velsen. Samen met de architect bespreekt hij de plek die het station van Breda inneemt in diens oeuvre. Terloops corrigeert Van Velsen de in het vorige Jaarboek geformuleerde kritiek op het nieuwe station Rotterdam cs. Altruïstische architect Verfrissend is het verhaal van Kirsten Hannema die de uit de redactie teruggetreden Linda Vlassenrood vervangt. Op basis van een aantal recent verschenen publicaties, variërend van Brick van Jan Peter Wingender tot Het Ruimteboek van Marius Grootveld, signaleert Hannema de opkomst van een nieuwe, altruïstische architect. Deze ziet de stad als een groot bouwwerk waar iedere volgende architect aan voortbouwt. In haar optiek weet deze architect, anders dan de SuperDutcharchitecten van de vorige generatie, een groter, meer fundamenteel verhaal te vertellen. Op de paradox dat de SuperDutch-generatie die in haar ogen al heeft afgedaan, nog steeds het meest populair is bij het grote publiek, gaat ze echter niet in. Afwezige samenleving De samenleving is opmerkelijk afwezig in het Jaarboek. Het gegeven dat de architectuur vrijwel is ver-
dwenen uit de huidige stadsplanning (en daar wordt afgedaan als overbodige esthetiek), wordt niet gethematiseerd. De digitalisering die de architectuur opslokt maar ook nieuwe kansen biedt, komt nauwelijks ter sprake. Sterker nog, de architecten die op dit moment deze kanten van het vak verkennen, zijn geheel afwezig in het Jaarboek. Maatschappelijke kwesties als woningbouw en circulaire stad blijven onbesproken. Zelfs de daverende klap waarmee afgelopen jaar de beweging van de Rats haar opwachting maakte in de Nederlandse architectuur, blijft onbesproken. Publiek debat De redactie signaleert dat een nieuwe generatie architecten zich aandient die met haar netwerken perfect aanhaakt aan het Europese vakdebat, maar ook dat deze generatie nauwelijks aan de bak komt. Het geklaag dat geen sprake is van een publiek gevoerd debat, doet enigszins vreemd aan. In het weekeinde dat ik deze bespreking schreef, bezocht ik bijvoorbeeld tentoonstellingen in Heerlen, Maastricht en Bonn, woonde ik in Rotterdam de opening van de iabr bij en bracht ik in Amsterdam een bezoek aan FabCity. Deze veelheid is niet on-
gewoon en eerder regel dan uitzondering. Experimentele benadering Als antwoord op deze veelheid klinkt op verschillende plekken in het Jaarboek de oproep architectuur te beperken tot enkele, precies omschreven factoren – territorium, tijd, handelen – en deze op een nauwkeurig afgebakend veld te bestuderen. Avermaetes wens de architectuur te verschuiven van een avant-garde activiteit naar een experimentele benadering, lijkt dit te bevestigen. Succesvolle experimenten zijn immers alleen mogelijk als je heel veel buiten beschouwing laat. Milieubewustzijn bijvoorbeeld, in dit Jaarboek bijna een vies woord. Groot publiek Het zal niet meevallen met een dergelijke normatieve opstelling een groot publiek te bereiken. Misschien is dit ook helemaal de bedoeling niet. Nadat het Jaarboek enige tijd zichzelf bedroop, wordt het nu weer financieel ondersteund door het Stimuleringsfonds. Over enige jaren zullen we weten of de uitgever met de nu ingeslagen richting goed gegokt heeft.
Harm Tilman
Torengebouw in Nieuw Bergen door Monadnock. Foto Stijn Bollaert
de Architect, juni 2016 | 23
Scope Architectuur & maatschappij
Column Iran, Gilan
Detail 17 Onweerstaanbare strips
Er is veel te vertellen over mijn reis vorige week naar Iran, mijn hoofd moet nog gedefragmenteerd worden. Met ons bureau mogen we een huis gaan ontwerpen in Iran in de provincie Gilan. In deze provincie is door de eeuwen heen een interessante typologie woning ontstaan: de meergezinswoning. Een alzijdig blok van drie tot vier lagen met rondom trappen en veranda’s om de drie tot vier woningen te ontsluiten. De casco’s van de woningen worden in enkele weken omhoog getrokken in beton. De invulling is verder stapelen met porisoblokken. Daarna stuken, tapijt op de grond en klaar. Kortom, je handen jeuken om daar iets mee te doen. Na een bezoek aan het Rural Heritage Museum bleek dat deze typologie honderd jaar geleden verfijnder in elkaar zat. Alles in hout, drie meter brede veranda’s, een laag dak tot aan het maaiveld in het noorden, hoge veranda met schaduw op het oosten voor de zomer en een lage veranda met zon op het westen en zuiden. Een geperfectioneerde strategie om het sterk wisselende klimaat te weerstaan. Waarom is deze hoogstaande architectuur vervangen door generieke betonnen blokken? Het antwoord was snel gevonden… Toen we op bezoek waren bij een huis in aanbouw, vroeg ik de opdrachtgever waarom de huizen niet geïsoleerd zijn. Waarop hij breed grijnzend zei: ik isoleer niet, want ik heb vloerverwarming. Ik dacht dat ik het niet goed verstond en kennelijk kon je dat aan mij zien. Hij vroeg mij of ik wist hoeveel de energie hier kost. Wetende dat Iran een van de grootste olievoorraden in de wereld heeft, dacht ik dat het wel goedkoop zou zijn. Bulderend van het lachen zei hij: een fles doeg (een soort karnemelk) is duurder. Hij begreep heel goed wat je hiervan kunt vinden, maar voor hem en velen met hem is het geen moeilijke afweging. Stiekem denk ik, maar ik zeg het niet, was energie maar duurder in dit land en wij gaan het anders doen! Op de laatste dag hebben we nog een gesprek met de succesvolle Iraanse architect Alireza Taghaboni, oprichter van Nextoffice in Teheran. Op de vraag wat de huidige situatie van het land betekent voor zijn werk laat hij een project zien. Hij pakt een maquette erbij die uit twee l’en bestaat. Een dichte houten l en een transparante l. De opdrachtgever blijkt te bestaan uit een modern gezin met grootouders. De grootouders wensen privacy en geven de voorkeur aan een gesloten huis. Het jonge gezin is open, modern en wars van religie; zij willen transparantie. Alireza geeft aan dat dit symbool staat voor het huidige paradigma in Iran. Een schizofreen land vraagt om creatieve oplossingen. Hij benadrukt dat hij niet op zoek is naar politieke statements, het is wat het is en daar werk ik mee. Als je hem vraagt naar wat hij eigenlijk wil doen, dan zegt hij: bouwen aan een nieuwe stad. Het gaat nu verkeerd in Teheran, één grote platte koek zonder dichtheid en zonder groen. Als we dat eens konden veranderen… Sinds enkele jaren is de overheid begonnen nieuwe steden buiten de bestaande kernen te bouwen voor de armen. Rijen generieke woontorens zover het oog rijkt. Je kan werkelijk het verdriet in zijn ogen zien, er is nog veel te doen.
Oscar Vos
“Strips?” “Bedoel je die tekeningetjes?” “Suske en Wiske? Donald Duck? Fokke en Sukke?” “Nee, ik bedoel steenstrips.” “Wat?” “Steenstrips.” “Oh, die gezaagde plakjes stenen die je op een achterconstructie bevestigt. Die in Rotterdam verboden zijn, omdat ze een keer bij een heel groot project allemaal van de gevel vielen. Dat Dakpark, waar dagelijks heel veel auto’s langsrijden en waarvan de bestuurders dan meewarig naar die gemankeerde gevel moeten turen.” “Nee, ik bedoel minerale steenstrips!” “Wat?” “Plakjes stucwerk van vier millimeter dik in de vorm van een steen op een harde isolatie geplakt.” “Wat?” “Dat meen je niet.” “Gatver.” Mooie materialen, dat is waar we altijd naar op zoek zijn. Materialen met karakter. Hout dat niet is geschilderd. Mooi geaderd met een stevige nerf. Metaal zonder coating, dat glimt, lekker dof is of roest. Kaal beton. Wat is er mooier dan kaal beton? Fluweelzacht uit de prefab mal, ruw met de gietnaden zichtbaar. Een gebouw, een massa, uit steen gehouwen. Of gebakken steen. Uit de handvorm, strengpers, vormbak. Ik kan er geen genoeg van krijgen. Echte materialen. Met karakter. Door echte architecten. Laat het los. Welkom in het tijdperk van de verduurzaming. In dit tijdperk pakken we gebouwen in. Om ze te beschermen tegen koude en tocht. Om de energielasten terug te dringen. En dat vraagt om een andere visie op materiaalgebruik. Inpakken doe je immers niet met steen. Da’s een pavlovreactie van architecten zoals ikzelf die vinden dat materialen echt moeten zijn. Maar dat werkt niet. Want als je een gebouw inpakt met steen, is dat helemaal niet handig. Die halfsteens baksteenwand kan zichzelf namelijk niet dragen. Dus die moet worden ondersteund met flinke stalen geveldragers. Die weer koudebruggen zijn. En die kunnen gaan roesten in de loop van de tijd. En die hebben gewicht, waardoor de dragende wand zelf wellicht ook weer ondersteund moet worden. Enzovoort. Inpakken, dat weet ieder kind, dat doe je met een leuk papiertje. In de kleur die je aardig vindt en met een strik eromheen. Papier is als gevelafwerking niet ideaal; dus in de jaren tachtig deed men het met plaatmateriaal. Daar was men even lyrisch over (de zogenaamde fassalplaat werd geroemd in de Architect van toen: licht, duurzaam en onderhoudsarm), maar het werd al snel verguisd en verwerd tot punaisebouw. In het ergste geval bleek het ook asbesthoudend. Stucwerk was het ook niet, bleek toen eind jaren negentig de kopgevels van de jaren zestig werden weggesmeerd achter een kale laag van één kleur. Maar nu is er de minerale steenstrip. Kan dat wel? Is dat verantwoord? Dat is toch hartstikke nep? Daar moet iets mis mee zijn. Wellicht. Maar het is ook overtuigend, zoals blijkt uit een renovatieproject van Van Schagen in IJsselmonde (Rotterdam). Geen hond die ziet dat het geen echte steen is. En je kunt er allerlei mooie details mee maken. En het is onderhoudsarm. En het veroudert niet. Maar het is wel wennen en slikken.
Marjolein van Eig
de Architect, juni 2016 | 25
Thema
Circulair bouwen Foto Stijn Poelstra Groene gevel aan Stadskantoor in Venlo Na ‘People Planet Profit’, ‘Cradle to Cradle’ en ‘nul op de meter’ is het nieuwe mantra voor de duurzame bouwsector ‘circulair bouwen’. Daarbij moeten ontwerpers werken met duurzame materialen en tegelijkertijd oog hebben voor de erfenis van recyclebare producten voor toekomstige generaties. De technische en biologische cirkels worden zo gesloten. In een interview vertelt architect Daan Bruggink, sinds kort voorzitter van de adviesgroep nieuwbouw en renovatie van breeam nl, over zijn streven om vanaf het begin van een opgave met alle betrokken partijen aan tafel te gaan. Samenwerking en horizontaliteit zijn volgens hem kernbegrippen in de circulaire economie.
de Architect, juni 2016 | 27
Essays Ontwerp van dynamische gebouwen
Thema: Circulair bouwen
Ontwerp van dynamische gebouwen
Circulaire economie fundament voor bouwmeester 2.0
2
Het denken over duurzaamheid is allesbehalve duurzaam. Duurzaamheid heeft iets weg van een alternatieve opvatting, inclusief verschillende stromingen, volgelingen en afvalligen. Alle stromingen adresseren in principe hetzelfde vraagstuk hoe we in onze behoeften van ‘hier en nu’ kunnen voorzien zonder het vermogen van anderen om in hun behoeften ‘daar en dan’ te voorzien in gevaar te brengen . De ideeën over de wegen die daartoe leiden, lopen echter behoorlijk uiteen.
Tekst
Alijd van Doorn en Matthijs Prins
28 | de Architect, juni 2016
Aan het begin van deze eeuw hadden we de mond vol van de ‘Triple P’ (‘People Planet Profit’) als het mantra voor een duurzame bouwsector. Min of meer parallel daaraan kwam de beweging op gang die gericht is op duurzame oftewel schone energie, co2-reductie en de gerelateerde problematiek van een mogelijke opwarming van de aarde. Binnen de bouwsector timmert deze beweging nu aan de weg met de slogan ‘nul op de meter’. Circulaire economie (ce) is sinds kort de nieuwste hype voor een meer duurzame wereld. Het enthousiasme voor circulariteit in de bouw, bij de overheid en binnen de markt is groot. Dat blijkt wel uit de Green Deals gericht op ce die zijn gesloten en de drukbezochte congressen over het thema. Net als bij eerdere hypes zoals ‘Cradle to Cradle’ geldt dat er een grote schare aan ‘believers’ is die ervan overtuigd zijn dat de hele wereld over een paar jaar circulair is. De toekomst zal leren of je over vijf jaar als architect geen werk meer hebt als je niet bent overgegaan op een circulaire aanpak. Gezien de vraag in de markt liggen er echter zakelijk gezien kansen voor architecten.
Waarom is ce een krachtig concept?
Het onderscheidende kenmerk van circulaire economie ten opzichte van eerdere benaderingen is de nadruk op het begrip ‘economie’. Met ce nemen we definitief afscheid van het idee dat duurzaamheid ‘duur’ is en om opoffering vraagt. Taco van Hoek van het eib verwoordt deze rationaliteit als volgt: “De circulaire economie moet een instrument zijn om voordelen te behalen in termen van doelmatigheid en daarmee in financieel-economische zin of in termen van duurzaamheid.” Een andere kracht van ce is de holistische benadering van duurzaamheid. Hoewel het eerste ce-certificaat niet lang meer op zich laat wachten, is er op dit moment nog alle ruimte voor interpretatie. Circulaire economie is een mengelmoes van allerlei idealen en spreekt daarom verschillende partijen aan. Zo heeft ce elementen van flexibel en demontabel bouwen, maar ook liefhebbers van ‘biobased’ materialen en energieneutraal of energieproducerend bouwen kunnen er hun ei in kwijt.
Gezien de grote vraag naar circulaire economie in de markt, liggen er echter zakelijk gezien grote kansen voor architecten
Wat is circulaire economie en wat betekent het voor de bouwsector?
Circulaire economie is terug te voeren op drie principes: de biologische kringloop van grondstoffen (‘cascading biological nutrients’, recyling), de technische kringloop van grondstoffen (‘design out waste’ door recycling, upcycling, hergebruik, remanufacture, et cetera) en het leveren van diensten in plaats van goederen (‘performance service’ concept, bijvoorbeeld in de vorm van ‘operational lease’). Daarbij wordt uitgegaan van prijsstijgingen als gevolg van de schaarste die zal optreden door de groei van de wereldbevolking en de welvaart, en van eindeloze beschikbaarheid van schone energie. Omdat ce, gemodelleerd als economisch systeem, iedereen in de keten voordeel zal opleveren (het zogenoemde ‘incentivizing’ principe), komt als gevolg van rationeel economisch gedrag duurzaamheid (geïnterpreteerd als het eindeloos cirkelen van grondstoffen met behulp van schone energie en goedkope, niet fiscaal belaste arbeid) binnen handbereik. De meeste voorbeelden van ce zijn te vinden binnen de ‘consumer goods’ sector: pay per was, pay per lux, lease a jeans, fairphone. Binnen de bouw zijn de voorbeelden aanzienlijk schaarser. ‘Radicale’ projecten waarbij alle ce-principes zijn toegepast, ontbreken tot op heden. Dit heeft alles te maken met het unieke ‘custom made one-off ’ karakter van gebouwen, de hoge investeringsomvang met bijbehorende risico’s, de lange levensduur, en het complexe karakter van de ‘supply chain’ gebaseerd op ‘split incentives’ in plaats van op wederzijds voordeel voor alle stakeholders. Ook als de ambities binnen de bouwsector niet verdergaan dan recycling en hergebruik, zijn we in Nederland al een heel eind op de goede weg. Meer dan negentig procent van het bouwafval in Nederland wordt hergebruikt. Een aanzienlijk deel hiervan eindigt echter als puingranulaat onder bijvoorbeeld wegen. Hoewel het wellicht de vraag is of deze ‘downcyling’ wenselijk is, is deze vraag binnen een meer radicaal ce-perspectief weinig relevant. Vanuit klassiek duurzaamheidsdenken is het tot granulaat voor wegen verwerken van gebouwcomponenten een verlies van ‘embodied energy’. Als schone energie eindeloos beschikbaar komt, snijdt dit echter geen hout. Meer relevant is de overweging dat bij het verwerken van een kanaalplaat tot betongranulaat onder een weg, er voor het produceren van een nieuwe equivalente kanaalplaat, nieuwe grondstoffen gedolven moeten worden. Ook deze overweging laat echter onverlet dat onder wegen in Nederland in de regel een granulaatachtig materiaal nodig is en dat dit ergens vandaan moet komen. Binnen ce gaat het met name om het eindeloos circuleren van materialen, zonder daarbij nieuwe grondstoffen te delven buiten de biologische kringloop om. Helpt betongranulaat daarbij, dan is dat prima.
de Architect, juni 2016 | 29
Essays Ontwerp van dynamische gebouwen
Thema: Circulair bouwen
Cradle to Cradle In 2002 schreven William McDonough en Michael Braungart het boek Cradle to Cradle. Remaking the Way We Make Things over duurzaam ontwerpen. Duurzame ontwikkeling is in 1987 in het Brundtland-rapport gedefinieerd als de ontwikkeling waarbij de huidige generatie in haar noden voorziet, zonder de mogelijkheden daartoe voor de volgende generatie te beperken. Cradle to Cradle gaat verder en wil toekomstige generaties van meer mogelijkheden voorzien.
De partijen die de afgelopen jaren hebben geïnvesteerd in procesinnovatie zien kansen om deze binnen de circulaire economie te verzilveren. “Informatievoorziening over de materialen en hun eigenschappen wordt cruciaal”, stelt een trendrapprt van de abn amro. “Door details vast te leggen in een materiaalpaspoort kun je verantwoorde beslissingen nemen en materialen of componenten hergebruiken. Bij renovatie- en sloopplannen die door de keten worden gedeeld, kan in de toekomst met behulp van deze paspoorten een database van potentieel beschikbare materialen en componenten worden gemaakt. Op basis hiervan kunnen architecten en bouwkundigen nieuwe gebouwen ontwerpen of renovatieplannen maken.” Ook steden worden tegenwoordig gezien als grondstoffenbank (het zogenaamde ‘Circular Cities Concept’). Om een circulair gebouw te ontwerpen en te onderhouden is het gebruik van bim een logisch vereiste. Ook het begrip ketensamenwerking sluit naadloos aan op de grondbeginselen van circulair bouwen. Van Hoek: “Het gaat bij de circulaire economie niet primair om een technisch vraagstuk. […] De techniek kan ons in de toekomst verder helpen, maar het gaat bij de circulaire economie vooral om organisatie en samenwerking.” Het ligt voor de hand dat in circulaire projecten, waarbij producenten eigenaar blijven van de materialen en waarbij de eindgebruikers voor een gebruiksrecht betalen, gebouwen en de onderdelen ervan voor meerdere levenscycli worden ontworpen. Dit heeft een radicaal effect op de samenwerking tussen partijen in de bouw. Ce biedt via deze weg de prikkel om te innoveren in het samenwerkingsproces van de bouw.
Stedelijke hygiene, tuinsteden, natuurreservaten AAN DACHT V OOR D UURZAAM HEID
Door details vast te leggen in een materiaalpaspoort kun je verantwoorde beslissingen nemen en materialen of componenten hergebruiken.
Ca . 1 9 0 0 Inspiratie uit utopisch werk over mens-natuur verhouding (Emerson, More, Thoreau)
Milieuvervuiling, wet- en regelgeving, end-of-pipe oplossingen
Duurzame ontwikkeling, klimaatverandering
1972 Limits to Growth Club van Rome 1962 Silent Spring Rachel Carson 1987 Our Common Future ‘Brundtland rapport’ 1997 Cannibals with forks. Triple P. Elkington
Circulaire ontwikkeling. kringlopen, economische rationale
TIJ D 2015 2012 Towards the Circular Economy-Ellen McArthur Foundation 2009 The blue economy. Gunter Pauli 2006 An inconvenient Truth - Al Gore 2002 Cradle to Cradle: Afval is voedsel -McDonough en Braungart
Wat zijn de zwakten?
Ce heeft ook zwakten, al zul je de voorstanders daar niet snel over horen. Ten eerste is het maar de vraag of het rationele, economische denken dat achter ce schuilt in de praktijk zo uitpakt. Ce vraagt om denken in lange termijnen. Dit gaat in tegen menselijk gedrag van ‘instant gratification’. Daarnaast is het de vraag of dit zakelijk gezien interessant is, aldus abn amro.3 “Voor bouwbedrijven is het niet interessant om hun werkkapitaal voor lange tot zeer lange tijd vast te leggen in grondstoffen en alleen het gebruiksrecht te verkopen of verhuren.” Het is tot slot de vraag of bedrijven lang genoeg blijven bestaan om hun investeringen terug te verdienen. De recente crisis heeft ons geleerd dat zelfs familiebedrijven die al generaties bestaan, om kunnen vallen. De introductie van ce vraagt van bedrijven investeringen in innovatie. Ook dat ligt volgens Van Hoek rationeel gezien niet voor de hand: “Innovatie kan belangrijke maatschappelijke voordelen opleveren, maar diegenen die hun nek hiervoor uitsteken, ontvangen soms maar weinig bedrijfseconomisch voordeel terug. Omgekeerd lijken weinig innovatieve bedrijven geen last te hebben van deze opstelling.”2 Nog afgezien van deze gaten in de bedrijfskundige voordelen van ce zitten er veronderstellingen in de waarde van circulaire gebouwen die zichzelf nog moeten bewijzen. Zo stelt de abn amro: “Investeringen in het aanpassingsvermogen (modulariteit) van gebouwen genereren op lange termijn waarde, doordat er makkelijker in behoeften van (toekomstige) gebruikers kan worden voorzien.” Ondertussen heeft de abn amro zelf heel andere ervaringen. In de tijd dat zij twee Amsterdamse kantoren van de hand deed vanwege hun verhuizing naar de Zuidas, werd het monumentale, maar inflexibele hoofdkantoor razendsnel verkocht, terwijl ze haar flexibele kantoorpand aan de straatstenen niet kwijtraakte.
Wat kan ce voor architecten betekenen?
Of je er nu een voor- of tegenstander van bent, voor de groeiende vraag naar circulair bouwen kun je de ogen niet sluiten. Vanuit het incentive perspectief zou de bouwsector zelf ce als ‘technology push’ op de markt moeten brengen. Tot op heden vragen echter vooral opdrachtgevers om ce-gebouwen. Sowieso geldt bij dit soort ontwikkelingen ‘eten
30 | de Architect, juni 2016
of gegeten worden’. Als je niet meegaat met deze ontwikkeling, nemen andere partijen die plek wel in. Hopelijk hebben architecten in dit opzicht geleerd van de opkomst van geintegreerde contracten. Of je nu wel of niet betreurt dat de traditionele vertrouwensband tussen opdrachtgever en architect wordt doorbroken, het is inmiddels een gegeven dat pakweg vijftig procent van de publieke aanbestedingen voor ontwerpdiensten een geïntegreerd karakter heeft. Traditioneel is de juridische verantwoordelijkheid van de architect begrensd tot de oplevering van een deugdelijk ontwerp, dan wel de oplevering van het bouwwerk als resultante van een deugdelijk ontwerp en de directievoering tijdens de bouwfase. Ook bij de huidige geïntegreerde contracten, inclusief de zogenoemde dbfmo’s, geldt dit regime. Het is het zelden tot nooit het geval dat de architect als geïntegreerd opdrachtnemer zijn taken uitvoert. Ce veronderstelt een bouwsector die werkt met ‘design out waste’ als maatgevend principe. Het ontwerpen behoudt zijn cruciale betekenis. Binnen een ce-proces veranderen echter de rollen van alle partijen. Dat spreekt ook voor zich als je een proces gaat inrichten vanuit het gedachtegoed dat een gesloten kringloop van grondstoffen voor alle betrokken partijen economisch voordeel oplevert. De transitie die binnen de samenwerkende keten nodig is, wordt nog groter bij toepassing van het zogenaamde ‘performance service providing concept’. Daarbij neemt de klant diensten af (‘operational lease’) van een product in de vorm van een voorraad grondstoffen die elders in de keten in eigendom zijn. Waar sta je als architect dan in de keten? Waar begint de verantwoordelijkheid voor het multicyclisch benaderen van alle componenten en grondstoffen van een gebouw vanuit een architectenperspectief? In een mogelijk extreme interpretatie is de rol van de architect bij ce-projecten beperkt tot het kiezen van de componenten van eerstelijns serviceproviders. De laatste zijn de traditionele producenten en leveranciers, maar nu in de rol van serviceprovider. Zij hou-
De echte financiële prikkel en verantwoordelijkheid om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen, zit ‘lager’ in de keten, namelijk bij producenten en toeleveranciers de Architect, juni 2016 | 31
Essays Ontwerp van dynamische gebouwen
Thema: Circulair bouwen
Alliander, Duiven Dit circulaire gebouw, naar ontwerp van rau architecten, wekt meer energie op dan het zelf nodig heeft. Tachtig procent van het materiaal (zoals gebouwen, plafondplaten en toiletpotten) is opnieuw gebruikt en bovendien is oude werkkleding verwerkt tot isolatiemateriaal.
Het paradigma binnen de bouw voor architecten verschuift van ‘design out waste’ naar ‘design dynamic multicycling behaving building objects’
den hun producten (materialen, componenten) in eigendom en dus op de balans en geven een gebruiksrecht aan de klant door middel van een ‘operational lease’. Uit deze producten wordt een gebouw geassembleerd onder regie van de aannemer die tevens verantwoordelijk is voor het contractmanagement met de betrokken serviceproviders. Vanuit het ondernemersperspectief van bouwkundig aannemers en hun balansmanagement ligt het echter niet in de rede dat zij het gebouw als primaire ‘lessor’ in eigendom nemen en bijboeken op hun balans. Ook vanuit het ce-principe dat er voor iedereen in de keten een incentive voor ce moet zijn (het zogenaamde ‘incentivizing all’ principe) is dit niet een logische gedachte. Het bedrijfsmodel van een aannemer is immers gericht op het bouwen en het coördineren van de bouw. Het nadeel om alles wat men bouwt op de balans te houden en in lease uit te geven, is dusdanig groot (los van de waarschijnlijk ontbrekende financieringsmogelijkheden hiervoor) dat het mogelijk voordeel van het recyclen en hergebruik onder druk komt te staan. Vanuit dit principe ligt het ook minder voor de hand dat ontwikkelende vastgoedbeheerders als service provider of als huurbaas gaan acteren. Financieringswijze, beleggingsprofiel, tijdshorizon en risicobereidheid van de huidige modellen zijn immers niet in overeenstemming met het meervoudig circuleren van materialen. Gegeven de huidige verdienmodellen van deze partijen zou dit al snel tot onrealistisch hoge leasetarieven lijden.
Architect als bouwmeester 2.0
De echte financiële prikkel en verantwoordelijkheid om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen zit ‘lager’ in de keten, namelijk bij producenten en toeleveranciers. Als deze partijen de handschoen oppakken, opent dat weidse, welhaast bouwmeesterachtige perspectieven voor architecten. Niet ‘design out waste’ is daarbij dan het maatgevend paradigma, maar het ontwerpen en coördineren van een in de tijd dynamisch object. Een circulair gebouw bestaat immers uit componenten met verschillende levensduren. Deze assemblage van componenten moet dusdanig worden ontworpen én beheerd dat het meervoudig hergebruiken (multicyling) van grondstoffen vanuit de bedrijfsmodellen van de leveranciers is geborgd binnen de randvoorwaarden van de businesscase van het gebouw als geheel. Het paradigma binnen de bouw voor architecten verschuift van ‘design out waste’ naar ‘design dynamic multicycling behaving building objects’. Het binnen de nieuwe condities ontwerpen van een gebouw dat is samengesteld uit demontabele herbruikbare componenten en uitneembare recyclebare grondstoffen, de bijbehorende coördinatie tijdens de bouw en de gebruiksperiode, het contractmanagement en eventueel zelfs het functioneren als ‘verhuurder’ (in de zin van ‘lessor’) ten opzichte van de gebruiker, en als ‘huurder’ (in de zin van ‘lessee’) van de eerstelijns dienstverleners, maken de architect tot de ontwerpende spil in het bouwproces.
Noten 1. Deze definitie is gebaseerd op de definitie van duurzaamheid in het Brundtland-rapport van 1987, maar neemt ook het thema ‘prosperity’ oftewel uit de Triple P-benadering van Elkington mee. Dit betekent in dit geval een ‘gelijkwaardige distributie van het vermogen om in de eigen behoeften te voorzien’. 2. Benyus 1997, Mc Donough & Braungardt 2002, Stahel 2010. 3. Van Hoek, T. (2015) in Van Twist. M, Chin-A-Fat, N., Scherpenisse, J. & Van der Steen, M. [red.], ‘In cirkels sturen? Reflecties over de transitie van een lineaire naar een circulaire economie’, nsob, eigen uitgave. 4. Abn amro (2014), Circulair bouwen. Het fundament onder een vernieuwde sector. Eigen uitgave.
32 | de Architect, juni 2016
De Florentijnse bouwmeester Filippo Brunellesch (1377-1446) is bekend door zijn herontdekking van het perspectief en de bouw van de koepel van de Santa Maria del Fiore. Wordt de hedendaagse architect dankzij en binnen een circulaire economie opnieuw een bouwmeester 2.0?
de Architect, juni 2016 | 33
Thema: Circulair bouwen Interview
Essays
De stap naar circulair ontwerpen
‘Verdiep je in de materie en vertaal de ideeën van de circulaire economie naar je eigen bureau’
Drie bedrijven over de architect in de circulaire economie Freek Wullink
Binnen een circulaire economie bouwen vraagt om een totale omschakeling voor de sector. Architecten nemen een nieuwe rol en positie in, passen van andere ontwerpmethoden toe en leveren andere ontwerpproducten op. De experts op dit gebied hebben de stap naar circulair bouwen al gezet en zich deze benadering eigen gemaakt, maar het peloton van de architectenbranche is nog niet zover. Fieke Grooters sprak een aantal experts over de rol van de architect in een circulair bouwproject. Hoe kun je de filosofie van de circulaire economie vertalen naar je werk als architect? Tekst
Interview met Freek Wullink (32) van Arcadis
Daarnaast zijn we momenteel bezig
ook met de andere bouwfasen moet
beide uitgangspunten geldt dat het in
om ons eigen kantoor in Amersfoort
gaan bemoeien. In het ontwerp moet
alle gevallen financieel aantrekkelijk
circulair te verbouwen. Voor ons is het
al rekening gehouden worden met
moet zijn. Dit financiële voordeel is de
een voorbeeldproject om aan onze
de demontage van de verschillende
Arcadis is een toonaangevend
reden waarom de circulaire economie
klanten te laten zien hoe wij met vast-
lagen van het gebouw (de schil, de
Copper8 bouwt mee aan het
wereldwijd Design & Consultancy
werkt ten opzichte van andere duur-
goed willen omgaan. De eerste stap
structuur, inrichting et cetera). Hierin
creëren van een economie waarin
bedrijf voor de natuurlijke en ge-
zame initiatieven.
is het ontwikkelen van een visie van
kunnen functioneel specificeren en
het begrip ‘succes’ op een andere
bouwde omgeving. Ruim twee jaar
We moeten wel oppassen dat we het
waaruit je gaat werken. Vervolgens
bim een grote rol gaan spelen. Deze
manier wordt gedefinieerd. De
geleden namen enkele enthou-
begrip niet platslaan door er één
kijk je wat er qua materialen al aanwe-
manier van functioneel uitvragen
organisatie levert een bijdrage aan
siastelingen binnen Arcadis het
definitie of een label aan te willen
zig is. Vanuit daar werk je verder. Het
zorgt voor meer innovatiemogelijk-
de transitie naar een circulaire eco-
initiatief om zich te gaan verdiepen
koppelen. Met de ontwikkeling van
gaat daarbij ook om tijdig de dialoog
heden in de bouw. En het gebruik van
nomie door grensoverschrijdende
in de circulaire economie. Hun
labels kan een lijst ontstaan waarmee
aan gaan met leveranciers en de
bim zorgt voor een betere informatie-
samenwerking. Met hun aansteke-
eerste stap was het definiëren van
je de meeste punten probeert af te
producenten. Hoe gaan ze om met de
borging gedurende de gehele levens-
lijke passie voor circulariteit inspi-
het begrip voor de verschillende
vinken met de minste effort. Het gaat
materialen in het ontwerp, de produc-
cyclus van het gebouw.
reren zij organisaties om verbin-
‘business lines’ van Infrastructuur,
om co-creatie, anders samenwerken,
tie, het gebruik en na het gebruik? Dit
Water, Milieu en Gebouwen, met als
andere businessmodellen. Dat is niet
moet je weten om zo de juiste vraag
Welke stappen zijn voor een architect
en binnen ketens. Het bedrijf is
doel de principes van de circu-
in een label te vatten.
aan de markt te kunnen stellen.
het moeilijkst om te zetten?
ruim drie jaar oud en heeft nu al de
Om de stap te zetten moet je je
ambitie om misbaar te worden, het
laire economie toe te passen in de
dingen te leggen tussen disciplines
projecten van Arcadis. Een van de
Op welk ce-project waaraan je hebt
Wat zijn de grootste verschillen
verdiepen in de ideeën achter de
liefst zo snel mogelijk. Ze begelei-
initiatiefnemers was Freek Wullink
gewerkt ben je het meest trots?
tussen een architect in een lineaire
circulaire economie en daar vervol-
den bedrijven door middel van het
die klanten adviseert hoe ze in
Met de nieuwbouw van de kringloop-
economie en de architect in een
gens mee gaan experimenteren voor
principe: voordoen, nadoen, zelf
projecten circulair denken kunnen
winkel in Houten was Arcadis in 2012
circulaire economie, wat zijn positie
jezelf. Dat vraagt tijd. Grote bedrijven
doen. Copper8 wil bij de bedrijven
toepassen.
een van de voorlopers in circulair
en zijn producten betreft?
hebben vaak wel de tijd en ruimte om
een nieuwe mindset creëren, waar-
een project dat geheel is ontworpen
wikkelen dat energie- en budget-
denken. Een van onze architecten
Nu houdt de architect zich bezig met
zich te verdiepen in nieuwe thema’s
van de toegevoegde waarde zit in
met nieuwe, lokaal geproduceerde
neutraal is in het gehele proces van
Er zijn verschillende definities van
Jeroen Eulderink heeft in dit project
het ontwerpen van gebouwen. Hij
als circulaire economie. Veel kleine
het stellen van de juiste vraag, het
materialen die demontabel worden
sloop, bouw en gebruik. Om dit te
circulaire economie. Wat versta je
een voortrekkersrol gehad. Er zijn
houdt zich dus bezig met de eerste
bureaus zijn echter vooral bezig met
samenwerken en het hebben van
bevestigd? De definitie verschilt per
kunnen realiseren werd een inno-
eronder?
veel bestaande materialen zoals
fase van een gebouwencyclus; de
overleven. Dat geeft een drempel om
vertrouwen in de markt.
project en per opdrachtgever. Als
vatief aanbestedingsproces ontwik-
Voor mij is de definitie een combina-
pallethout en stelconplaten gebruikt
bouw. Maar in het gehele bouw-
je kennis en kunde te ontwikkelen. De
opdrachtgever moet je nagaan welke
keld waarin samenwerking tussen
tie van verschillende uitgangspunten.
in de gevelafwerking. Het toepassen
proces zijn meer fasen, om de cirkel
tijd vinden om voor je eigen bureau
Er zijn verschillende definities van
waarden jij belangrijk vindt en dat
de partijen één van de belangrijkste
Zowel het circulair denken in materi-
van deze materialen vraagt echter wel
compleet te maken komt er ook een
een plan op te stellen is een moeilijke
circulaire economie. Wat versta je
vertaal je naar hoe je circulariteit
kernwaarden was. Een groot deel van
aalstromen, als het circulair denken
om een bepaalde mate van sociale
tijd van renovatie en in veel gevallen
stap, maar wel de belangrijke eerste
eronder?
uitvraagt. Daar zoek je dan vervolgens
de vrijgekomen materialen uit de
in nieuwe businessmodellen is onder-
innovatie.
de sloop. Ik denk dat de architect zich
stap. Door de veranderende vraag
Circulaire economie is een breed
een geschikte partner bij, met wie er
sloop is hergebruikt in de nieuwbouw.
gaan circulaire principes een steeds
begrip waaronder veel verschillende
een klik is op gedeelde waarden en
Een ander bijzonder project is de
grotere rol spelen voor opdracht-
zaken vallen. Het hogere doel achter
visie.
duurzame herhuisvesting van Liander
gevers. Het is daarom wel essentieel
circulaire economie is waardebehoud.
om deze stap tijdig te zetten.
Landen, bedrijven en burgers besef-
Op welk ce-project waaraan jullie
opdrachtgever een nieuw Europees
fen steeds meer dat we momenteel
hebben gewerkt zijn jullie het meest
aanbestedingsproces hebben
Waar zitten de grootste kansen
veel waarde verkwisten, omdat
trots?
ontwikkeld om de nieuwe vraag in de
voor een architect?
we grondstoffen delven die we na
Ten eerste zijn we erg trots op een
markt te kunnen zetten. In dit nieuwe
Het wordt veel leuker! Omdat je als
eenmalig (en vaak ook kort) gebruik
sloop- en nieuwbouwproject in
proces was circulaire economie één
architect een veel grotere rol kan krij-
vernietigen of dumpen. Hergebruik
Amsterdam Nieuw-West: Co-green,
van de belangrijkste uitgangspunten.
gen gedurende het hele bouwproces,
is in de circulaire economie het be-
stadstuin Overtoom uit 2008 waarin
We hadden het bestaande ontwerp
dus ook na oplevering. Je rol kan veel
langrijkste middel om dat gewenste
Woningcorporatie Eigen Haard 350
losgelaten en we gingen terug naar
vloeibaarder en dynamischer worden.
waardebehoud te kunnen realiseren.
nieuwbouwwoningen heeft gereali-
de essentie van de vraag. We zochten
Je kan een meer inspirerende rol heb-
Een uitdagende zoektocht op dit mo-
seerd. In dit project is destijds al de
naar partijen die voor Liander binnen
ben in het project. Meer dialoog, meer
ment ligt op het vlak van het bepalen
filosofie van de circulaire economie
het financiële kader vier ambities
samenwerking met opdrachtgever,
van de mate van circulariteit. Want
toegepast, zonder dat het toen al die
konden realiseren. Namelijk: circulair
meer transparantie.
wat is nu meer circulair: een project
naam had gekregen. De vraag vanuit
gebouw en bouwproces, energie-
met veel hergebruikte materialen of
de markt was om een project te ont-
positief complex, het nieuwe werken
Fieke Grooters
Kringloopwinkel in Houten. De gevel is opgebouwd uit pallethout en stelcon. Foto Michel Kievits
34 | de Architect, juni 2016
Interview met Noor Huitema (36) van Copper8
deel van circulaire economie. Voor
Alliander in Duiven
in Duiven waarin wij samen met de
de Architect, juni 2016 | 35
Essays De stap naar circulair ontwerpen
Thema: Circulair bouwen Interview
‘Durf te doen’
‘Be the change you want to see in the world’
Noor Huitema
Niel Slob
toepassen en het project moest
en best passende oplossingen
een positieve impact hebben op
in circulariteit voor dit specifieke
de omgeving. Deze open vraag is
project door het consortium
aan de markt voorgelegd.
gevonden worden.
Interview met Niel Slob (29) en Saman Mohammadi (30) van re-born
een financieel gedreven milieu ‘in-
hier naar de bestaande materialen en
centive’; we zijn goed voor het milieu
hoe we deze opnieuw kunnen inzet-
en daar verdienen we allemaal geld
ten. Daarnaast onderzoeken we hoe
mee. Is in een project dit financiële
we het beste kunnen omgaan met
voordeel er niet, dan zijn de ideeën
de koop-terugkoop garantie en met
Saman Mohammadi
Wat zijn de grootste verschillen
Welke stappen zijn voor een
Niel Slob en Saman Mohammadi
van de circulaire economie niet vol-
slimme circulaire businessmodel-
tussen een architect in een line-
architect het moeilijkst om te
zijn ontwikkelaars en proces-
ledig verwerkt in het businessmodel
len voor leveranciers. Deze zelfde
aire economie en de architect in
zetten volgens jullie?
managers op het gebied van cir-
ervan. Een ‘Cradle to Cradle’ tapijt-
principes passen we ook toe in de
een circulaire economie, wat zijn
Om deze ontwikkeling te maken
culair vastgoed. re-born bv treedt
tegel, ontwikkeld vanuit de principes
ontwikkeling van een hotel in Best.
positie en producten betreft?
moet je de filosofie doorleven.
op als gedelegeerd opdrachtgever
van de circulaire economie, zal op de
Een architect in een circulaire
Je zult namelijk een heel andere
voor onderwijs- en zorginstellin-
lange termijn altijd voordeliger zijn
Wat zijn de grootste verschillen
economie zal, wellicht nog meer
ontwerpmethode moeten gaan
gen, maar ontwikkelt ook zelf in
dan een traditionele tapijttegel. Die
tussen een architect in een lineaire
dan in een lineaire economie, de
hanteren. Je maakt andere afspra-
samenwerking met privébeleggers.
is namelijk zo ontworpen dat hij in de
economie en de architect in een
spin in het web zijn tussen veel
ken met leveranciers, je ontwerpt
In beide gevallen spelen de prin-
toekomst hergebruikt kan worden. De
circulaire economie, wat zijn positie
verschillende partijen. Waarbij de
vanuit andere doelstellingen, je
cipes van de circulaire economie
waarde van het materiaal wordt dus
en zijn producten betreft?
partijen op basis van toegevoegde
voert heel andere gesprekken
een belangrijke rol. Deze principes
niet volledig afgeschreven.
In de nieuwe economie gaan we toe
waarde met elkaar gaan samen-
dan normaal en dat kan alleen
passen ze niet alleen toe vanuit
werken en langeretermijnverbin-
als je er echt in gelooft dat het
morele overwegingen, maar ook
Op welk ce-project waaraan jullie
en integratie tussen disciplines.
dingen met elkaar aangaan. Het
voor jou en de opdrachtgever
vanwege de financiële voordelen
hebben gewerkt zijn jullie het meest
In plaats van een ontwerp tot in
zal wellicht niet meer zo zijn dat
toegevoegde waarde heeft.
die ze met zich meebrengen voor
trots?
detail uit te werken, maken onze
je materialen en producten koopt
Het mooiste is als je als architect
zowel opdrachtgevers als
We werken vanuit twee verschillende
architecten een voorlopig ontwerp.
maar dat je ze vooral voor een
al voor de sloop van een bepaald
aannemende partijen.
rollen. Als gedelegeerd opdrachtgever
Vervolgens wordt dit voorlopig
bepaalde periode gebruikt en de
gebouw kan aangeven welke ma-
leiden, coachen en trainen we interne
ontwerp aan de aannemende partijen
architect dus zo moet ontwerpen
terialen je wilt hergebruiken. Dat
Er zijn verschillende definities
organisaties om circulaire projecten
en leveranciers voorgelegd, zodat
dat ze weer her te gebruiken zijn
je door het gebouw heenloopt
van circulaire economie.
te realiseren. Wanneer we in samen-
zij hun onderdelen verder kunnen
bedoelen? Een gebouw bestaat uit
Welke stappen zijn voor een
kunnen blijven voldoen aan de vraag
(met optimaal waardebehoud).
en je creativiteit de vrije loop laat
Wat verstaan jullie eronder?
werking met privébeleggers zelf ont-
uitwerken. Op deze manier kunnen zij
verschillende lagen (constructie,
architect volgens jullie het moeilijkst
moet je deze stap weten te zetten.
Of juist werken met materialen
gaan om nieuwe toepassingen
Iedereen praat over circulaire
wikkelen, kunnen we snellere stappen
de verantwoordelijkheid nemen voor
gevels, installaties, interieur) met
om te zetten?
Daarnaast kan deze circulaire manier
en producten die al een keer ge-
te bedenken voor bestaande
economie, maar niemand weet wat
zetten en innovaties realiseren die
de detaillering en uitvoering van hun
verschillende levenscycli. Deze lagen
Wij merken dat het uit handen geven
van ontwerpen voor de lange termijn
bruikt zijn en daarmee bepaalde
materialen.
het precies is. Afgelopen november
een voorbeeld zijn voor de markt.
circulaire producten op lange termijn.
moeten door de tijd heen los van el-
van het ontwerp in een vroeg stadium
relaties zorgen tussen de architect
hebben we onze definitie uiteengezet
Zo zijn we momenteel bezig met de
Onze architecten toetsen in deze fase
kaar kunnen evolueren. Als alle lagen
voor sommige architecten een moei-
en zijn opdrachtgever. Een evolu-
eigenschappen zoals afmetingen,
naar een vroegtijdige samenwerking
Visualisatie Kop Grasweg in Amsterdam-Noord
kleur en beschadigingen hebben.
Waar zitten de grootste kansen
samen met Matthijs Prins van de tu
circulaire gebiedsontwikkeling Kop
de uitwerkingen aan de hand van het
los van elkaar en met demontabele
lijke stap is. Functioneel, ruimtelijk en
tionair en circulair gebouw is een
Daarnaast zal je als architect geen
voor een architect?
Delft voor een internationaal congres
Grasweg in Amsterdam-Noord, in
opgestelde voorlopige ontwerp.
verbindingen zijn ontworpen, kunnen
esthetisch blijven architecten aan zet,
dynamisch gebouw dat je gemakkelijk
gesloten vraag meer krijgen met
Vaak wordt duurzaamheid al
in Londen. Deze uitgebreide definitie
samenwerking met Amvest en Hurks.
Behalve in de rol, zien wij ook een
materialen zonder waardeverlies
maar in de techniek is het een samen-
kunt aanpassen wanneer de wensen
een Programma van Eisen dat je
meegenomen in de weging bij de
is te lezen in onze paper Radical
In plaats van een los object circulair
verandering in het ontwerp zelf. Dit
worden hergebruikt. Op deze manier
werking met leveranciers.
van de gebruiker veranderen. Na de
moet volgen. Je zal de visie en de
gunningsprocessen. De uitdaging
Circular Economy.
te ontwikkelen wordt hier een heel
wordt evolutionair als fundament
zijn gebouwen in staat in te spelen op
Daarnaast denken we nog te veel
oplevering ren je niet meer weg. Na
wensen betreffende circulariteit
is om het goedkoper te maken
Voor ons is circulaire economie vooral
gebied circulair ontwikkeld. We kijken
voor circulair. Wat wij hiermee
een dynamische toekomst.
in nieuwe producten en nieuwe ge-
de oplevering ga je het gebouw mo-
moeten vertalen in een ontwerp
dan de traditionele aanpak. Als
bouwen. De denkwijze moet anders.
nitoren, analyseren en optimaliseren
dat binnen de gestelde kaders
je dat lukt, is een keuze door
Er moet vanuit het bestaande ont-
om zijn functioneren te handhaven
van de opdrachtgever past. Om
opdrachtgevers gemakkelijk
worpen worden, in plaats van op een
of te verbeteren. Hierin zal bim ook
die wensen zo goed mogelijk te
gemaakt. En daarnaast moet je
wit vel te beginnen. Denken vanuit
een belangrijke rol gaan spelen, als
begrijpen en het best passende
het gewoon doen! Soms denken
lagen en bestaande producten is een
dynamisch gebouwdossier en een
ontwerp te maken moet je niet
architecten: “Wat weet ik nou
andere manier van ontwerpen, een
koppeling met het gebouwbeheers-
gelijk in oplossingen gaan denken
van circulariteit, ik heb me er niet
ontwerpmethode veranderen is lastig.
systeem. Je kan ook zelf initiëren
en nog even wachten met teke-
in verdiept.” Maar als ze er even
nen. De opdrachtgever doet een
over nadenken, is het niet zo
Waar zitten de grootste kansen voor
bevordering van goed gebruik. Als
uitvraag voor een heel team, een
spannend. Het is gewoon doen.
een architect?
je het goed aanpakt, genereer je op
consortium, waar je als architect
En vooral in goede afstemming
De vraag vanuit opdrachtgevers zal
die manier prestatiegerichte lange-
deel van uitmaakt. Op deze ma-
met je opdrachtgever.
ook steeds meer gebaseerd zijn
termijnverdienmodellen als
op de circulaire economie, om te
architectenbureau.
nier zullen de meest innovatieve
36 | de Architect, juni 2016
wanneer een aanpassing nodig is ter
Visualisatie hotel in Best
de Architect, juni 2016 | 37
Ontmoeting Stadskantoor in Venlo
Thema: Circulair bouwen
Stadskantoor in Venlo Gesloten kringlopen en de mens centraal
Tekst
Harm Tilman
3
Bij het kiezen van een architect voor het nieuwe Stadskantoor van Venlo heeft de gemeente bewust naar een ontwerper gezocht die de principes van Cradle to Cradle als leidend uitgangspunt voor het gebouw zou nemen. Kraaijvanger architects heeft in nauwe samenwerking met opdrachtgever en toeleveranciers een inspirerende, comfortabele en gezonde werkomgeving ontworpen die het ziekteverzuim van de ambtenaren omlaag kan brengen. Opdrachtgever Michel Weijers
Architect Hans Goverde
Een circulair gebouw is bijzondere opgave
Een circulair gebouw is bijzondere opgave
Welke waarden vond jij als opdrachtgever belangrijk in de opgave van het stadskantoor? De gemeente Venlo heeft in 2007 de c2c-principes als uitgangspunt voor nieuw beleid gekozen. Vanaf dat moment wilden we kantoren gaan bouwen die meerwaarde creëren. Het is op dit moment weliswaar nog niet mogelijk om voor honderd procent met c2c-materialen een kantoor te bouwen, maar het moet beter en klaar zijn. Dat betekent dat een gebouw kringlopen moet sluiten, dus zo veel mogelijk materialen gebruiken die te re- of upcyclen zijn. Daarnaast moet het de lucht zuiveren, niet alleen voor de stad maar ook voor de mensen die in het gebouw werken. Verder vinden we dat een gebouw zo veel mogelijk zijn eigen energie moet opwekken en waterkringlopen sluiten. Minstens zo belangrijk is dat een gebouw ook het verhaal vertelt. Het gebouw moet een voorbeeld zijn voor de andere gebouwen in de stad maar ook daarbuiten. Circulariteit en c2c moeten behalve functioneel ook zichtbaar zijn. Alleen zo kun je gemakkelijker met het gebouw communiceren.
Als architect werd je gevraagd in Venlo een c2c-gebouw te maken. Hoe hebben jullie aan deze uitvraag naar circulariteit gewerkt? We hebben ons als eerste afgevraagd hoe je een c2c-gebouw maakt. We zijn niet direct gaan schetsen, maar begonnen met de processen in en rond het gebouw. Welke stromen gaan erin en eruit? Welke cyclussen kun je sluiten? C2c gaat over diversiteit creëren, over cirkels maken om afval te vermijden. We hebben onderzocht wat je kunt doen met de lucht die een gebouw inen uitgaat. Dezelfde vragen hebben we gesteld over water, energie en licht. Daarnaast hebben we gekeken naar de binding die het gebouw met de omgeving heeft. In de regio zijn partijen die van zo’n project kunnen profiteren. Daarbij kun je denken aan scholing, catering, levering van materialen.
Tot welke uitvraag naar circulariteit heeft dit geleid? De uitvraag aan de architect was een andere dan bij een standaard kantoorgebouw. In onze aanbestedingsprocedure lag de nadruk niet op de selectie van ontwerp, maar op de selectie van een visie. De architect moest ook laten zien wat c2c kon betekenen voor dit gebouw. Vervolgens hebben we een architect geselecteerd en samen met hem de rest van het ontwerpteam samengesteld.
Het Stadskantoor benut regenwater, maakt energie en zuivert de lucht. Foto Stijn Poelstra
38 | de Architect, juni 2016
Waarom kozen jullie voor een visieselectie? Als opdrachtgever willen we actief deel uitmaken van het ontwerpproces. In de traditionele manieren van aanbesteden zet je een programma van eisen op de markt en krijg je er vervolgens een kant en klaar ontwerp voor terug. Dat is niet meer van deze tijd. We vinden het belangrijk dat onze eigen organisatie in de praktijk
Waar kwamen jullie op uit? Tijdens een inspiratiesessie vroegen we Michael Braungart waar we het beste konden beginnen. Zijn antwoord was: begin met een gezond gebouw. Dat vormde voor ons het vertrekpunt van het ontwerp. Je kunt een gezond gebouw maken, door het verzuim omlaag te brengen. In het gebouw hebben we daarom een verticaal stelsel van vides met trappen gemaakt, waarin zich ook de hotspots bevinden. Hier drinken de medewerkers koffie, hebben ze een overleg of zien ze hun collega’s. Dat stelsel van vides functioneert tevens als het luchtcirculatie kanaal. In het gebouw zitten meer van dergelijke elementen die mensen gezonder en gelukkiger maken. De circulariteit van een gebouw zit dus niet alleen in het hergebruik van de materialen? Als je alleen op de materialen let, doe je te weinig. Het gaat naast gezonde materialen en upcycling ook om het creëren van diversiteit. Daarbij kun je denken aan biodiversiteit. Met de groene wand maken we een verticaal park in het gebouw. Daarnaast hebben we in de plint functies onderbracht die levendigheid brengen en het stedelijk leven activeren. Tot slot hebben we diversiteit gecreëerd door partners uit de regio bij het project te betrekken. Je kunt ook kijken naar scholing en het financiële systeem. Vorig jaar was ik
de Architect, juni 2016 | 39
Ontmoeting Stadskantoor in Venlo
Thema: Circulair bouwen
Geld stuurt de wereld Anne-Marie Rakhorst heeft een nieuw boek geschreven, getiteld Geld stuurt de wereld. Jij bepaalt de koers. Ze behandelt daarin het thema hoe we ons geld beter voor duurzame doelen kunnen laten werken. Ze vraagt zich daarbij af waarom we dat ondanks onze rijkdom niet doen. Rakhorst formuleert vervolgens een aantal randvoorwaarden, waaronder het ontwikkelen van een Code voor Duurzaam Ondernemerschap.
in aanraking komt met c2c. Van stedebouwkundige tot facilitaire beheerder diende iedereen een plek te krijgen in het ontwerpproces. Je hoort tegenwoordig veel over de circulaire economie. Is het Stadskantoor ook te begrijpen in dat licht? We willen meerwaarde creëren. Belangrijkste uitgangspunt bij het stadskantoor is dat we door het sluiten van kringlopen en het zuiveren van de lucht een positieve impact hebben. Het gebouw is zo ontworpen dat het voor een belangrijk deel ook demontabel is. Het stadskantoor staat voor een periode van veertig jaar in de boeken. Als we het daarna willen slopen, kunnen we het gebouw in onderdelen uit elkaar halen en hebben we een restwaarde van zeker tien procent. Dat past heel mooi in de circulaire gedachte. Daarbij moet je vooral in kringlopen denken en de mens centraal stellen. Het gebouw is een middel om de bedrijfsvoering van de gemeente Venlo te optimaliseren. Het gebouw kost vijftig miljoen, maar jaarlijks geeft de gemeente zestig miljoen uit aan personeel. Als je ergens geld kunt verdienen, is door te investeren in het menselijke kapitaal. Waar zit de belangrijkste prikkel en verantwoordelijkheid om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen? Ik zie dat als een gedeelde verantwoordelijkheid. De opdrachtgever heeft daarin wel een belangrijke rol. Ieder stap in het ontwerpproces is getoetst aan de ambities die we hadden vastgesteld met betrekking tot het stadskantoor. Maar uiteindelijk moet je als opdrachtgever worden ontzorgd door het ontwerpteam. Dus de architect, de technische adviseur, de constructeur moeten met voorstellen komen die deze ambities waarmaken. We hebben heel veel tijd besteed aan de manier waarop ze dat het beste konden doen. Welke innovaties waren daarvoor nodig? We hebben als gemeente samen met de specialisten dan ook veel marktconsultaties gedaan. Daarbij is nadrukkelijk getoetst of de ideeën die in het ontwerpproces naar voren kwamen, haalbaar of maakbaar zijn. We hebben de markt dus nadrukkelijk uitgenodigd te komen met voorstellen hoe je bijvoorbeeld een groene gevel maakt of met energie kunt omgaan. We wilden een realistisch gebouw maken, geen luchtkasteel. In welke fase gebeurde dit? We zijn hiermee al begonnen in de fase van het vo.
40 | de Architect, juni 2016
met de opdrachtgever in Luxemburg. Op uitnodiging van de eib vertelden we over het Stadskantoor als een proeve van circulair denken en bouwen. De eib ontwikkelt financiële modellen om van bovenaf het goede te doen en gebouwen te stimuleren die gezond zijn en niet uitgaan van eindige modellen. Dat is geen spielerei, de grote banken en pensioenfondsen zitten aan tafel. Waar zit de prikkel om grondstoffen meerdere technische levenscycli te laten doorlopen? De banken kijken inmiddels vooruit met een scope van tien tot twintig jaar. Beleggers zijn tot het inzicht gekomen dat veel van de huidige ontwikkelingsmodellen doodlopen. Je kunt beter investeren in bedrijven die het goede doen. C2c is het creëren van meerwaarde. Je hebt pas een plausibel businessmodel, als je een product niet hoeft weg te gooien en het een grondstof kan zijn voor nieuwe producten. Ons gebouw biedt plaats aan achthonderd werknemers. Het is behalve een gebouw ook een systeem dat de lucht aantoonbaar filtert. Zo ben ik ook verliefd op de houten binnenwanden achter de groene gevel. Deze wanden zijn zonder lijnverbinding gemaakt. Het is een product zonder vervelende stoffen, dat je op diverse manieren kunt hergebruiken. Deze zijn afkomstig van een c2c-gecertificeerd bedrijf. Ook dat heeft meerwaarde. Welke innovaties waren nodig op dit vlak? We hebben een flinke leercurve doorgemaakt. Zo hebben we geprobeerd om c2c-beton te maken, toen het niet lukte om het gebouw in hout te maken. Daarvoor hebben we Hicrete toegepast. In het overige beton is maximaal granulaat gebruikt. De groene longgevel die aantoonbaar lucht zuivert, is nog niet eerder gebouwd. Ook zitten er een aantal nieuwe c2c-producten in. In een overheidsgebouw dat wordt getenderd en met een bestek op de markt wordt gezet, is de grootste vraag hoe je deze producten goed kunt toepassen. Met een bestek bevries je alles. Gevolg is dat wanneer een gebouw wordt opgeleverd, al veel is verouderd. De grootste vraag is hoe je door kunt blijven ontwikkelen en innoveren. Hoe kun je er voor zorgen dat de vernieuwing niet wordt gestopt? We zijn optimistisch begonnen door te zeggen dat de aannemer met een alternatief voor een c2c-product mocht komen, als het goed zo niet beter was. Om dit te kunnen testen hebben we het instrument van de quick scan bedacht. Epea zou voor een relatief laag bedrag deze quick scans gaan doen. Dat is echter niet gelukt. Toen hebben we de materiaalpaspoorten ingevoerd. Daarin worden de opbouw en de samenstelling van de producten vastgelegd. Dat is niet ideaal, maar meer was op dat moment niet haalbaar. Veel bedrijven maken inmiddels de sprong naar certificering. Dat geldt bijvoorbeeld voor Mostert De Winter die de groene wand heeft geleverd, maar ook voor Interwand dat de glazen binnenwanden heeft geleverd.
Het verloop van de onderlinge samenwerking
Het verloop van de onderlinge samenwerking
Van c2c en ce wordt vaak gezegd dat dit alleen mogelijk is via co-creatie, door anders met elkaar samen te werken. Kun je vertellen hoe de samenwerking hier is verlopen? Samen met de architect hebben we snelkookpansessies georganiseerd. We hebben bewust gekozen voor een atelier waarin het gehele team bij elkaar kwam en waarbij steeds met alle disciplines in perioden van twee-drie dagen heel geconcentreerd en intensief een stap werd gezet. Dat herhaalden we enkele keren. Uiteindelijk heeft dat geleid tot een versnelling van het ontwerpproces.
Van ce wordt vaak gezegd dat het gaat om co-creatie en om anders samenwerken. Kun je vertellen hoe de samenwerking hier is verlopen? Dat is cruciaal. Met de leverancier van de groene wand hebben we intense gesprekken gevoerd om tot dat innovatieve luchtzuiveringssysteem te komen. Er zijn nogal wat eisen waaraan dit moet voldoen. Zo moet er een spouw achter zitten en moet de lucht er doorheen kunnen gaan. Maar ook moet de wand mooi groen blijven en meekleuren met de seizoenen. Verder moet hij technisch in orde zijn en de onderdelen moeten gemakkelijk te vervangen zijn. Het gesprek over deze zaken zijn we al in de tenderfase begonnen; het was overigens de reden dat we Venlo hebben gewonnen. We stelden de juiste vragen en dat heeft de opdrachtgever geraakt. In het vo spraken we met veel leveranciers over onze ambitie om een gebouw met een gezond binnenklimaat te maken. Uiteindelijk zijn de leveranciers de partijen die het gebouw maken. Daar ligt de basis en die moet je meekrijgen.
Hoe belangrijk is de dialoog met de toeleveranciers geweest? Bij de grote elementen van het gebouw, zoals de constructie, de groene gevels, de installaties en de inrichting, hebben we met toeleveranciers gesprekken gevoerd. Aanvankelijk waren ze terughoudend, want ze moesten kennis gaan delen. De concurrent kon zo de opdracht krijgen met kennis van een ander bedrijf. Aan andere kant hadden ze natuurlijk wel de mogelijkheid om een groot deel van het Stadskantoor te gaan leveren. Bij de grote jongens hebben we hiervoor een kleine vergoeding betaald. In welke fase hebben jullie deze gesprekken gedaan? In de fase van het bestek zijn we daar heel intensief mee bezig geweest. Daarbij hebben we flink gebruikgemaakt van de database van het c2c Expolab. We wilden bij voorkeur gecertificeerde materialen, maar het mochten ook vergelijkbare materialen zijn. We hebben de toeleveranciers steeds heel nadrukkelijk gevraagd aan te geven wat in hun producten zit. We wilden weten of hun producten giftig waren, of we ze konden recyclen, uit welke bronmaterialen ze bestaan. Zeker in het begin merkte je dat die vragen nauwelijks waren gesteld. Negen van de tien toeleveranciers wisten van toeten noch blazen.
Zijn dat de belangrijkste aanspreekpartners, meer dan de adviseurs en de aannemer? In dit ontwerpproces zeker. Haskoning had een belangrijke functie in het doorrekenen van de systemen, maar het zwaartepunt lag in mijn beleving bij de toeleveranciers. In Venlo kun je dan ook echt spreken van co-makership. De kas op het dak is bijvoorbeeld heel goed uitgepakt. Dat geldt ook voor de energiehuishouding en de groene wand. Van aannemers wil het cliché dat ze te laag inschrijven en dat dan in de bouw willen terugverdienen door het gebouw uit te kleden. Hier lijkt dat niet te zijn gebeurd. De stukken waren op orde en de directievoering van de gemeente was sterk. Het proces is stevig bewaakt. Bovendien was de aannemer kundig en had hij de wil mee te denken. Je moet niet tegenover maar naast elkaar staan. Alleen zo kun je de beste oplossingen verzinnen. We moesten bijvoorbeeld glijkisten maken voor de diepwanden. Aanvankelijk wilde de aannemer de naden tussen die wanden met kit dichtpurren. Dat hebben we niet geaccepteerd en is uiteindelijk met een soort modder gedaan. Zeker in het begin was er een goede flow. Uiteindelijk bleek het bouwproces weerbarstiger te zijn dan gedacht en is het wat meer traditioneel geworden. In Park22 in Hoofddorp zit de bouwer bijvoorbeeld in het consortium. Dat biedt misschien voordelen. Om te weten welke methodiek de voorkeur verdient, zul je moeten meten wat het gebouw doet met luchtkwaliteit en ziekteverzuim. Alleen als je dat weet, kun je serieus gaan rekenen. In Nederland realiseert men zich nog onvoldoende dat de totale bouwkosten in geen verhouding staan tot de kosten van bedrijfsvoering. Investeren in een goed gebouw loont.
de Architect, juni 2016 | 41
Ontmoeting Stadskantoor in Venlo
Thema: Circulair bouwen
In materiaalpaspoorten zijn de opbouw en de samenstelling van de toegepaste producten vastgelegd. Foto Stijn Poelstra
42 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 43
Ontmoeting Stadskantoor in Venlo
Thema: Circulair bouwen
Accoya-hout Duurzame materialen veroorzaken geen vervuiling en vernietigen geen kapitaal. Hout is een duurzame grondstof, omdat het zich eeuwig vernieuwd en biologisch afbreekbaar is. Accoya heeft zijn duurzaamheidskenmerken verkregen via acetylering. Hierdoor krijgt het hout kenmerken van tropisch hardhout.
Verschillen tussen normale en circulaire gebouwen
Verschillen tussen normale en circulaire gebouwen
Cruciale stappen in het proces
Cruciale stappen in het proces
Wat zijn de grootse verschillen tussen een opdrachtgever van een normaal gebouw en een circulair gebouw? Het belangrijkste verschil is toch wel dat voor ons het gebouw een middel is om de bedrijfsvoering van de gemeente Venlo te verbeteren. Het wordt van binnen naar buiten ontworpen. We hebben uiteindelijk heel erg gekeken naar het gebruik van dat gebouw. Bij de meer reguliere gebouwen is de stedebouwkundige context van groot belang. Hier hebben we vooral onderzocht hoe we een gebouw konden maken dat restwaarde heeft, waarbij kringlopen worden gesloten, de luchtkwaliteit optimaal is en het bedrijfsproces gunstig verloopt. Wat daarbij sterk heeft geholpen, is dat we de jaarlijkse kosten van het gebouw goed in kaart hebben gebracht. Die bestaan allereerst uit de hypotheekkosten die je jaarlijks moet afdragen voor het geld dat je hebt geleend. Maar naast deze kapitaalslast heb je ook de exploitatielast, dus de kosten die je maakt voor onderhoud en energie. Ten slotte ben je geld kwijt voor de bedrijfsvoering. We hebben deze drie geldstromen samengevoegd tot een budget en daaraan de opgave verbonden hierin het optimum te vinden. Dat is fundamenteel anders dan een standaard bouwbudget waarmee je een zo duurzaam mogelijk gebouw probeert te maken.
Wat zijn de grootse verschillen tussen het ontwerp van een normaal gebouw en een circulair gebouw? Bij een circulair gebouw is de gehele levenscyclus een issue. Daarin doe je investeringen die zich in vifjtien tot twintig jaar terugverdienen. Een circulair gebouw levert dus geld op. Bij een traditioneel gebouw kan dat niet. Dat wordt in tien jaar afgeschreven en wat daarna met het gebouw gebeurt, is geen issue. Vanuit deze manier van denken ga je anders naar producten kijken. Aan deze kun je een restwaarde toeschrijven waarmee je geheel anders kunt rekenen, maar dat staat nog in de kinderschoenen. Het interieur is zo aanbesteed dat de toeleveranciers producten met een bepaald restwaarde moesten leveren. Het is een totaal andere manier van redeneren. In de traditionele bouw ontvang je een programma van eisen en krijg je te horen wat de bouwtijd is en wat het mag kosten. Ook wordt de bruto-nettoverhouding aangegeven. Tegenwoordig gaat het over geheel andere dingen.
Wat zijn de meest cruciale / moeilijkste stappen geweest bij het maken van dit gebouw? Dat zijn volgens mij twee dingen. Het is ontzettend belangrijk dat de kwaliteit van het ontwerpteam goed is. Zowel opdrachtgever als opdrachtnemer moet de verantwoordelijkheid nemen om de ambities waar te maken. C2c was daarom ook leidend bij de keuze van de adviseurs. Daarnaast was essentieel dat we van de gemeenteraad toestemming kregen om op basis van Total Cost of Ownership de financiële keuzen te maken. Zo konden we meer investeren in het gebouw, terwijl de totale exploitatielast omlaagging. Om de mogelijkheden die dit bood uit te buiten hebben we een bespaar- en verdienmatrix opgesteld. We begonnen met een budget van 65 miljoen en ondanks de crisis en bezuinigingsdruk, konden we door 3,4 miljoen meer te investeren, de noodzakelijke bezuinigingen op langere termijn terugverdienen. Uiteindelijk ben ik blij dat we moesten gaan bezuinigen. Daardoor werden we gedwongen op een andere financiële manier naar het gebouw te gaan kijken. Dat was anders helemaal niet gebeurd.
Wat zijn de meest cruciale stappen geweest bij het maken van dit gebouw? Er zijn twee kantelmomenten in het proces geweest. In het begin hebben wij een week lang in een vakantiepark bij Venlo gezeten. We hebben bij de gemeente een atelier ingericht, waarbij iedereen was betrokken, van de brandweer tot de gebruikers en de toeleveranciers. Die week was achteraf gezien goud waard. De dynamiek die toen ontstond, plaveide de weg naar de oplossingen die in schetsvorm ontstonden en nu dit gebouw onderscheiden. Een ander kantelmoment was toen opdrachtgever Michel Weijers naar de gemeenteraad ging met een pakket maatregelen van drieënhalf miljoen euro en liet zien dat de gemeente met dit gebouw na zeventien jaar geld zou gaan verdienen. Dit maakte heel veel mogelijk. Het zorgde voor lage energielasten en het werd gemakkelijker geld te lenen. Het krediet kwam er en de gemeenteraad gaf aan dat alle gebouwen op deze manier moesten worden ontwikkeld.
Kun je een voorbeeld geven van de manier waarop dit gebouw helpt bedrijfsprocessen te optimaliseren? Venlo heeft een relatief hoog ziekteverzuim. We hebben uitgerekend wat het betekent als we één procent minder ziekteverzuim zouden hebben en daarmee één procent meer productiviteit. Het zou betekenen dat we jaarlijks een half miljoen euro minder kwijt zouden zijn. Daarnaast hebben we de ambitie om binnen de gemeentelijke organisatie intensiever met elkaar te gaan samenwerken. We willen verkokering tegengaan en dwarsverbanden tussen afdelingen bevorderen. Daarom hebben we gekozen voor een flexibel werkplaatsconcept en een zo transparant mogelijk gebouw gemaakt. Om de interactie tussen de verschillende bedrijfsvoeringsprocessen maximaal te faciliteren hebben we gezorgd voor optimale verbindingen.
Geld is dus een belangrijke factor geweest, het gaat niet om goede bedoelingen alleen? Je moet geld investeren in gebouwen die het aantoonbaar goed doen. Op dit moment stoppen we onvoldoende waarde in producten. Je kunt meerwaarde creëren vanuit financiële overwegen. Investeringen in de bouw hebben een hoge opbrengst in termen van energie en restwaarde van materialen. Al zul je dat laatste wel moeten kunnen hardmaken. Uiteindelijk zijn we als architect bezig gebouwen en omgevingen te maken die goed voelen en er goed uitzien. Een mooi gebouw waar mensen zich om bekommeren zal uiteindelijk beter overleven. Het stadskantoor is heel transparant geworden. Het licht komt van alle kanten binnen. Met de ruimtelijkheid ben ik heel blij. Het gebouw kent op sommige punt een rauwheid die mooi contrasteert met de strakheid van bijvoorbeeld glas. Het is geen gepolijst gebouw. Je kunt dit goed terugzien in de houten elementen en de verbindingen. Dat het gebouw demontabel is, is doorgezet in de esthetica. De duurzaamheid is zichtbaar gemaakt.
Welk aandeel heeft het gebouw daarin ? De gemeentelijke organisatie is tijdelijk verhuisd naar het kazerneterrein. Iedere afdeling kwam daarbij in een eigen gebouw te zitten. Daar hebben we enorm last van gehad, want de samenwerking en de dwarsverbanden werden door deze constellatie enorm bemoeilijkt. Dat willen we in het nieuwe stadskantoor voorkomen. Daarom hebben we grote vides gemaakt die onderdeel zijn van de luchtcirculatie in het gebouw maar die ook dienst doen in de communicatie tussen de afdelingen. De medewerkers hebben zelf natuurlijk ook een verantwoordelijkheid om optimaal gebruik te maken van de faciliteiten van het gebouw.
44 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 45
Ontmoeting Stadskantoor in Venlo
Thema: Circulair bouwen (zonne)schoorstenen ’s zomers natuurlijke luchtafvoer kas natuurlijke ventilatie
luchtaanvoer ’s winters via de kas, ’s zomers direct naar de lbh
groene gevel ’s winters lucht uitblazen door groene gevel, zuivert lucht gevel gaat hittestress tegen
individuele werkplekken te openen ramen groene gevel biodiversiteit warmwater zonnecollectoren
regenwateropvang besparende toiletten + kranen
keuken zuinige apparatuur
grijswatersysteem riool
gezamenlijke ruimten groene binnenwand bevordert gezond binnenklimaat
helofyten in patio waterzuivering biomassa producent grijs/-waterzuivering
plein groen eerste fijnstofzuivering die plein schoonhoudt parkeergarage geventileerd door vides
pv-panelen
natuurlijke ventilatie te openen delen daglichtoptimalisatie daglicht weerkaatst verder de ruimte in lichtwering
biofam Rc=5,0
groene gevel abs doeken verzinkt staal
drielaags glas
facilitaire hotspots bij trappenroute
gevel biocomposiet zink hout Mosa-tegels
wanden glas holz100 houtvezelplaten
afval wordt gescheiden
vloeren c2c-beton hout holz100 constructie beton kolommen bollen plastic
groen houtvezelplaten holz100 biocomposiet
46 | de Architect, juni 2016
glas triple stopray glas
papier papiergebruik minimaliseren c2c-papier gebruiken printer c2c-inkt knop voor print
de Architect, juni 2016 | 47
Ontmoeting Stadskantoor in Venlo
Thema: Circulair bouwen
Grill plafondsysteem Naar aanleiding van het streven naar Cradle to Cradle zijn in het stadskantoor de Grill plafondsystemen van Derako toegepast. De panelen zijn bevestigd met deuvelclips, waardoor ze later in hun geheel zijn te demonteren en opnieuw te gebruiken voor andere toepassingen. Daarnaast zijn de panelen van Accoya hout biocirculair en kunnen de materialen worden scheiden en gerecycled.
Wat volgende keer anders gaat
Wat volgende keer anders gaat
Wat heb je van dit proces geleerd en wat wil je de volgende keer anders doen? Ik zou het nu aandurven om een aannemer onderdeel te laten zijn van het hele ontwerptraject. In 2008 deden we het nog bewust zonder een aannemer. We waren bang dat die voortdurend op de rem zou gaan staan. Wat ik heb geleerd is dat je als opdrachtgever vooral je rug recht moet houden. Als je een c2c-gemeente wilt zijn, dan moet je dat allereerst aan je eigen gebouwen laten zien. We hebben dan ook veel geĂŻnvesteerd in het gesprek met onze belangrijkste stakeholders, waaronder de gemeenteraad. Wat daarbij telt, is dat het altijd uit te leggen moet zijn. Uiteindelijk gaat het om kwaliteit. Het stadskantoor wordt anderhalf jaar later opgeleverd dan de planning was. In Venlo is dit op geen enkel moment een probleem geweest. De mensen zagen dat hier iets heel bijzonders is ontstaan.
Wat heb je van dit proces geleerd? Ik heb veel geleerd. We staan aan het begin van een zoektocht naar gebouwen die de grondstof vormen voor een beter leven. Ik ben positief gestemd, want ik weet dat we die oplossingen gaan vinden. We hebben ontdekt dat je met gebouwen een meerwaarde kunt creĂŤren die je niet voor mogelijk had gehouden. Dat een gebouw water en lucht kan zuiveren, is eigenlijk iets ongelooflijks.
Welke expertise van de aannemer denk je in de ontwerpfase te kunnen inzetten? In het bestek boden we de mogelijkheid dat de aannemer gedurende de bouwfase alternatieve materialen zou aanbieden, indien nieuwe producten op de markt zouden komen. Het vaststellen van een bestek is een momentopname. De aannemer werd uitgedaagd bij de inkoop van materialen met alternatieven te komen. Dat is nu onvoldoende gebeurd. Daarom wil ik in een volgend project samen gaan onderzoeken hoe je dit goed in een bestek kunt verwerken, zodat ook tijdens de bouw nog productinnovatie kan plaatsvinden.
Wat zou je volgende keer anders doen? Problematisch is de cut met de aannemer. Hoewel een heel goed object is neergezet, was het proces niet helemaal optimaal. Je bedenkt iets en vervolgens gaat iemand anders het maken. Op dat moment houdt de discussie op. Ik vraag me af of we niet beter af waren geweest met een integraal team. Dat is natuurlijk ook een overweging voor de opdrachtgever. Waar ik ook spijt van heb, is dat we de hoogbouw niet in hout hebben gemaakt. Beton kun je weliswaar in stukken hakken, maar zonder kwaliteitsverlies is het niet opnieuw te gebruiken. Door dit proces heb ik leren nadenken over de gezondheid van de ons omringende leefwereld. Opeens valt me op dat een shampoo een c2c-label heeft. In ons vak zal het ook steeds meer gaan over de gezondheid van mensen in gebouwen en hoe je die kunt bevorderen en meten. Let maar op.
Voor dit artikel is gesproken met Michel Weijers van de gemeente Venlo en Hans Goverde van Kraaijvanger architects.
48 | de Architect, juni 2016
De trappen brengen medewerkers meer in beweging en stimuleren ontmoetingen in het gebouw. Foto Stijn Poelstra
de Architect, juni 2016 | 49
Spotlight
Thema: Circulair bouwen
Circulair wonen in de Tiny Tim Timber Independent Mobile door FARO Architecten
4
De Tiny Tim is een kleine wooneenheid die verplaatsbaar, duurzaam en autarkisch is. Het prototype dat nu klaar is en door studenten wordt bewoond, is een initiatief van Jurgen van der Ploeg van faro architecten en fotograaf Hans Peter Föllmi die huisvesting voor zijn zoon Dante wilde creëren. Met dit kleine huis kun je duurzaam wonen op plekken waar voorzieningen ontbreken. Maar woon je er ook prettig? Tekst
Harm Tilman Beeld
Hans Peter Föllmi
De volkshuisvestingsopgave is terug van weggeweest. Wat voor de crisis ondenkbaar was, behoort nu weer tot de mogelijkheden. Woningen van zestig vierkante meter die voor 2008 massaal werden afgebroken, zijn plotseling zeer gewild. Gezien het feit dat de komende jaren een toename van een miljoen eenpersoonshuishoudens is te verwachten, is dat niet verwonderlijk.
Kleine huizen
Opdrachtgever in eigen beheer
Ontwerp FARO Architecten Lisserbroek Projectarchitect Jurgen van der Ploeg Medewerkers Robert Adema
Adviseur constructie Constructiebureau Tentij bv, Heemskerk
Adviseur installaties Ton Ruiter, Heiloo; Triple Solar, Amsterdam; Our Green spine, Green Art Solutions
Aannemer C. van der Grift, Harmelen / in eigen beheer Toeleveranciers Zwarthout, Power Oak, Accoya, Morgo Bruto vloeroppervlakte 16 (+ 3 m2 waterzuiveringsmodule) Netto vloeroppervlakte 13,5 m2 Bruto inhoud 51 m3 (+ 8 m3 waterzuiveringsmodule) Netto inhoud 36,8 m3 Programma eenpersoonshuishouden Datum voorlopig ontwerp oktober 2015 Datum definitief ontwerp november 2015 Aanvang bouw december 2015 Oplevering maart 2016 Bouwsom inclusief installaties € 46.300,- excl. btw Bouwsom exclusief installaties € 25.300,- excl. btw Bouwsom inclusief installaties € 56.000,- incl. btw Bouwsom exclusief installaties € 30,600,- incl. btw
52 | de Architect, juni 2016
Klein en betaalbaar wonen is daarmee een thema geworden. Corporaties willen woningen bouwen met een huur die de vijfhonderd euro in de maand niet overschrijdt. Met woningen van negentig vierkante meter is dat onhaalbaar. In een woning van vijftig vierkante meter is het goed wonen, zeker als deze in de stad staat. Nog maar weinig bouwers richten zich op deze vraag. Uitzondering is Heijmans die veel succes heeft met de Heijmans One. Een een- of tweepersoonshuishouden kan daar prima in wonen. Bovendien is de woning gemakkelijk te verplaatsen. De Tiny Tim is een eigen initiatief van fotograaf Hans Peter Föllmi en architect Jurgen van der Ploeg van faro Architecten. Ze meet slechts dertien kubieke meter (tegen de One veertig) en is 2.55 meter breed, zodat ze zonder extra maatregelen over de weg kan worden vervoerd. De netto binnenmaat is 2.23 meter. Toch zijn de initiatiefnemers erin geslaagd binnen deze breedte een verrassend ruim ogende woning te maken. Dat laatste wordt ongetwijfeld veroorzaakt door de nokhoogte van drie meter. De Kleine Tim is een uitermate compact huisje. Zelf vergelijkt de architect het niet geheel ten onrechte met de kajuit van een zeiljacht. De bank is tegelijkertijd een bed en een opslagplaats, de tafel kan worden ingeklapt en de keukenkastjes doen dienst als trap. Daarnaast is alles zo veel mogelijk in elkaar gescho-
Kenmerkend voor het wonen in de Tiny Tim zijn het energiedak (waarmee zowel warmte als elektriciteit wordt opgewekt), de waterzuiverende groene wand (waarmee water en urine worden gezuiverd) en de trailer (waarmee het huis kan worden vervoerd).
de Architect, juni 2016 | 53
Spotlight Timber Independent Mobile
Thema: Circulair bouwen
Tiny Tim Het protype van de Tiny Tim staat tot 26 juni op de FabCity Campus in Amsterdam en verhuist daarna naar Texel om dienst te doen als recreatiehuisje. Bij beide gelegenheden worden de gekozen systemen en technieken getest en het woonconcept verrijkt. Tevens wordt gewerkt aan een businesscase waarbij de jaarlijkse huuropbrengst wordt gebruikt om de totale financiering in tien jaar af te lossen.
De Tiny Tim is bekleed met superdun gebrand hout om gewicht te besparen.
Fotov
he th oltaĂ?sc
ermisc
he pan
elen
opvang regen
verdamping
douche gootsteen urine accu
Dankzij de techniek van de Tiny Tim kun je wonen of verblijven op plekken waar de infrastructuur voor riolering, water en elektriciteit ontbreekt.
jaar
verbruiken
1665 kWh 4,5 kWh/dag
opwekken
4350 kWh 11,9 kWh/dag
1500 kWh verwarming 1500 kWh warm tapwater
665 kWh warmtepomp (COP>4,5)
250 kWh interne warmtebronnen
500 kWh groene wand
1500 kWh passieve zonne-ernergie
500 kWh groene wonen (koelkast/verlichting/opladen/koken e.d.
2000 kWh elektriciteit PV 500 kWh elektriciteit wind
2685 kWh speelruimte
Autarkie kun je realiseren door gedurende een jaar de juiste balans te vinden tussen opwekken, besparen en bewaren.
54 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 55
Spotlight Timber Independent Mobile
Thema: Circulair bouwen
FabCity Campus Nog tot 26 juni vindt op de Kop van het Java-Eiland te Amsterdam FabCity plaats. Deze stedelijke campus bestaat uit vijftig innovatieve paviljoens verdeeld over thema’s zoals mobiliteit, transport en water. Als duurzaam stedelijk gebied staat FabCity model voor een grootschalige stedelijke transitie naar een circulaire economie.
15
Interieur, v.l.n.r. slaapbank annex berging, opklapbare tafel, trap naar slaapverdieping annex keukenkastjes, aanrecht met kookplaat, doorgang naar wc/douce
12 Plattegrond en doorsnede
13
1 terras
11 14
2 slaapbank annex berging 3 opklapbare tafel 4 aanrecht met kookplaat 5 gootsteen 6 toilet 7 douche 8 accu’s 9 buffervat 10 warmtepomp 11 trap naar slaapverdieping 12 slaapplek
8 10
4 3
6
2
13 waterzuiverende tanks 14 groende wand 15 windmolen
5
7
9
1
ven. De slaapruimte is bijvoorbeeld aangebracht boven op de badkamer, onder het houten dak.
Autarkisch en circulair regen 1.000 liter/maand
verdamping 800 liter/maand
2.000 liter
CO2 opname 1500 gr/maand
BUFFER
De Tiny Tim start met tweeduizend liter in het buffervat. Tegenover het volume van achthonderd liter water dat maandelijks verdampt, staat echter een regenopname van gemiddeld duizend liter per maand.
56 | de Architect, juni 2016
Inkijkje vanaf het terras, met links de slaapbank annex berging en in het midden de opklapbare tafel
Het meest bijzonder van de Tiny Tim is dat ze volledig autarkisch en circulair is. In het oog springend is de groene gevel waarmee douche- en afwaswater en urine worden gezuiverd en als schoon drinkwater in de keuken worden afgeleverd. Andere ecologische maatregelen zijn het toilet waarin urine en poep gescheiden worden opgevangen, de windmolens op het dak en de pvt-zonnepanelen. De gewonnen energie wordt opgeslagen in een buffervat met een capaciteit van vijfhonderd liter. Dankzij de toegepaste bouwpanelen is het huisje bijzonder licht, wat bij vervoer over de weg gunstig is te noemen. De voorzieningen voor waterzuivering en energievoorziening nemen echter een grote hap uit het kleine volume en maken de Tiny
Tim onnodig zwaar. In de speurtocht naar oplossingen hiervoor is het idee geopperd om een centrale unit te maken voor de waterzuivering en daar vier verschillende Timmetjes aan te koppelen. De Tiny Tim is een interessante uitbreiding van het hedendaagse woonpalet. Ze lijkt vooral toegesneden op jonge mensen die in betrekkelijke vrijheid willen en kunnen wonen, op plekken waar dat wellicht niet zo voor de hand ligt, bijvoorbeeld omdat de infrastructuur voor water, stroom en riolering ontbreekt of als je die niet wilt aanleggen. Ook de combinatie van het energie oogsten uit wind en zon is slim; je hebt nooit een energietekort.
Leven in kleine ruimte Maar is het ook een prettige woning om in te leven? Om dit te testen bracht ik onlangs een nacht door in de Tiny Tim. Kirsten Hannema was me voorgegaan en bekende in de Volkskrant haar huidige
woonstijl gemakkelijk op te kunnen geven voor het eenvoudige, milieuvriendelijke leven dat de Tiny Tim propageert. Zo ver zou ik niet durven gaan. Licht en lucht zijn in de Tiny Tim in overvloed aanwezig. Het heeft veel weg van kamperen en is bijzonder aangenaam, zeker als je weinig spullen bezit. Minder te spreken ben ik over de slaapplaats. Vanwege een opkomend claustrofobisch gevoel besloot ik al snel beneden op de bank te gaan slapen. Ook miste ik een goede stoel aan tafel. De Tiny Tim is een aantrekkelijk woonproduct dat een welkome aanvulling is op het nog altijd eenzijdige woonaanbod in Nederland. Ze dankt dit aan haar milieuvriendelijke karakter maar evenzeer aan de eenvoud en uitstraling. In de Tiny Tim ga je een symbiotische relatie aan met de omgeving. Ook met de co2- en energiebesparing zit het goed. Ze heeft daardoor een betekenis die haar omvang vele malen overtreft.
de Architect, juni 2016 | 57
Spotlight Loft House I in Buiksloterham, Amsterdam
Thema: Circulair bouwen
Huis als filmscript Loft House I door Marc Koehler Architects in Buiksloterham, Amsterdam
De dragende zijwanden en het dak liggen vast, daarbinnen kan de indeling naar wens worden ingevuld.
De Buiksloterham is een oude inham in het IJ, die halverwege de negentiende eeuw werd ingedijkt en drooggemaakt en zich daarna ontwikkelde tot bedrijventerrein aan de rand van Amsterdam. Er kwam zware industrie en havengebonden bedrijvigheid. Het nu zwaar vervuilde gebied wordt stukje bij beetje getransformeerd tot een nieuwe stadswijk met uiteindelijk zo’n 4.500 woningen. Het uitgangspunt is de circulaire stad: deze gebiedsontwikkeling in Amsterdam-Noord is een laboratorium voor experimenten met energie en gesloten kringlopen van bouwmaterialen. In de Bosrankstraat zijn kavels uitgegeven waar bewoners zelf kunnen bouwen. Tekst
Jaap Evert Abrahamse Beeld
Filip Dujardin
Opdrachtgever Adrian en Simone, Amsterdam Ontwerp Lofthouse I, Amsterdam Projectarchitecten Marc Koehler + Chun Hin Leung Medewerkers Hugo Vermeer, Carlota Alvarado, Mariana Rebelo Fernandes, Marijn Luijmes Adviseur constructie Breed Integrated Design, Den Haag Adviseur installaties BouwAdviesNL, Amsterdam Adviseur akoestiek BouwAdviesNL, Amsterdam Aannemer J.S. Siemensma, Beverwijk Interieurarchitect Chun Hin Leung Bruto vloeroppervlakte 210 m2 Netto vloeroppervlakte 170 m2 Bruto inhoud 750 m2 Programma woning met drie slaapkamers, twee badkamers, atelier, keuken, eetkamer, woonkamer en ruime berging Datum voorlopig ontwerp juni 2014 Datum definitief ontwerp oktober 2014 Aanvang bouw januari 2015 Oplevering juli 2015
58 | de Architect, juni 2016
Op één van de hoekkavels staat Loft House 1, ontworpen door het Amsterdamse bureau Marc Koehler Architects. Dit is het eerste in een serie experimentele ‘town houses’ die het bureau momenteel realiseert. De beide dragende zijwanden en het dak liggen vast. Daarbinnen bevindt zich een continue open ruimte waar vloeren, splitlevels of vides in kunnen komen, geheel naar de wensen van de bewoners. Ook de volledig glazen voorgevel is vrij indeelbaar. Door de dragende wanden en de vrije indeelbaarheid lijkt het systeem nogal op de klassieke Hollandse stadshuizen. Dit bouwsysteem maakte oneindig veel varianten mogelijk. In de woning in Amsterdam-Noord hebben de eigenaren vanwege het uitzicht over de haven gekozen om boven te wonen en beneden te werken en te slapen. Het huis heeft een centrale vide over de gehele hoogte, waar een reeks schuin omhoog lopende trappen een spiralende ‘route architecturale’ vormt, die situaties verknoopt en zichtlijnen naar alle kanten biedt. De panoramaramen bieden nauwkeurig uitgekozen zichten op de omgeving en wolkenlucht, en vormen in combinatie met de verschillende vloervelden en trappen een geënsceneerde route door het huis. De slaapvertrekken zijn ontworpen als huisjes binnen het huis – een thema dat vaker voorkomt in het werk van Koehler – met ieder een eigen voordeur en ramen die uitzien over de vide met de trappen. Door de geschakelde splitlevels ontstaan zachte overgangen en visuele verbindingen tussen de slaap- en open woonruimten. De positionering en invulling van de verschillende vloervelden is ontworpen op basis van gesprekken met de bewoners
over hun leefstijl en de dagelijkse gang van zaken in het gezin. Het huis lijkt ontworpen als een filmscript; de verschillende niveaus vormen de ‘stagesets’ voor de opeenvolgende momenten op een dag.
Houtskeletbouw Het huis is in prefab houtskeletbouw uitgevoerd, met afgetimmerde I-profielen van Finnjoist en in de zichtbare vloeren gelamineerde Kerto balken van Metsäwood. De keuze voor houtskeletbouw komt voort uit de noodzaak om op de zelfbouwkavels huizen aan te bieden die gemakkelijk aanpasbaar zijn aan de individuele wensen van de bewoners, om de bouwtijd te verkorten tot zes maanden en de kosten te verlagen. Daarom maakt Marc Koehler Architects de ontwerpen in bim, waarbij het bureau uiteindelijk streeft naar een directe koppeling van een 3d-model met het productieproces in de fabriek om relatief eenvoudig originele en complexe constructies en plattegronden te maken. Technische standaardisatie in hout biedt veel meer ruimtelijke en architectonische vrijheid dan de klassieke betonbouw en is ook in een later stadium, als er bijvoorbeeld wanden, kabels en leidingen verplaatst moeten worden, veel gemakkelijker aanpasbaar. Houtskeletbouw is een manier om tegemoet te komen aan de grote ambities op het gebied van duurzaamheid die in het kader van Circulair Buiksloterham zijn geformuleerd. Het gaat om de toekomst- en restwaarde van een gebouw als het gebruik verandert of afloopt. Dan moet het huis zijn aan te passen aan nieuw gebruik, bijvoorbeeld
de Architect, juni 2016 | 59
Spotlight Loft House I in Buiksloterham, Amsterdam
Thema: Circulair bouwen
Een reeks schuin omhoog lopende trappen vromen een spiralende ‘route architecturale’.
7
10
Derde verdieping 1 entreehal 2 kantoor/atelier/werkruimte 3 berging woning + werkruimte 4 slaapkamer 5 keuken
10
6 woonkamer/eetkamer 7 woonkamer
5
8 balkon/terras 9 badkamer
8
6
10 vide Tweede verdieping
7 8 6
5
9 4
4 4
4
4 10
2 1
3
Eerste verdieping
3
2 1 Begane grond
60 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 61
Spotlight Loft House I in Buiksloterham, Amsterdam
Thema: Circulair bouwen Panoramaramen bieden rondom uitzicht.
Houtskeletbouw biedt veel vrijheid in de gewenste indeling.
Buiksloterham Buiksloterham is een droogmakerij in Amsterdam-Noord die in de negentiende eeuw werd aangelegd in het IJ ten westen van de Volewijckslanden. Economisch was de nieuwe polder aanvankelijk geen succes. De laatste jaren is de belangstelling voor het gebied sterk toegenomen, niet alleen om er te werken maar zeker ook als woonplek. Zie in dit verband ook het artikel ‘Cityplot Buiksloterham in Amsterdam’ in dit nummer.
door de bouw van een lift gericht op senioren, of door de begane grond te transformeren tot een bedrijfsruimte of Airbnb-studio. Een ander aspect is de materialencyclus. Lijmvrij hout is eenvoudig te demonteren, zodat het kan worden hergebruikt, bijvoorbeeld via online materialenbanken. In het Loft House in Amsterdam-Noord is geen lijm gebruikt, maar het skelet is in elkaar geschroefd. Bovendien is hout licht, zodat niet alleen de transportkosten maar ook de co2-uitstoot sterk omlaaggaan. Daarnaast kan de betonnen fundering lichter uitgevoerd worden. Doordat hout een lage thermische massa heeft en goed isoleert, blijven de stookkosten laag. Ook is de vocht- en temperatuurbalans in houtbouw beter en werkt het akoestisch beter dan beton. In het Loft House is voor de buitenkant gebruikgemaakt van thermisch verduurzaamd hout van Nobelwood. Dat heeft de eigenschappen van hardhout en hoeft niet te worden gelakt of gebeitst, maar wordt milieuvriendelijk geproduceerd door verhitting van vurenhout. Er zijn ook houten kozijnen toegepast. Door een dik isolatiepakket en een combinatie van stadsverwarming, zonnepanelen en vloerverwarming heeft de woning een epc van 0,3.
Vanwege het uitzicht wordt boven gewoond en beneden geslapen en gewerkt.
Rauw maar subtiel De gevels hebben een minimalistische uitstraling waarbij ieder onnodig detail lijkt te zijn vermeden. Deze eindigen in de lucht door de afwezigheid van zelfs maar de geringste daktrim, zodat het materiaal spreekt. Door zijn vorm en materialisering lijkt het huis van een afstand een zekere rauwheid te hebben, maar van dichtbij krijgt het gevelmateriaal een subtiele gelaagdheid en nuance. Zo neemt de nieuwbouw in Amsterdam-Noord niet alleen in de ruimtelijke opzet maar ook in zijn architectonische vormgeving de eigenschappen aan van de industriële omgeving waar het is ontstaan. De restanten van het industriële verleden zijn en blijven bepalend voor het karakter van de Buiksloterham.
62 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 63
Spotlight Cityplot Buiksloterham in Amsterdam
Thema: Circulair bouwen
Buiksloterham Circulair – ontwerpen aan de postindustriële stad In het onderzoek naar de circulaire stad wordt het begrip onderzocht en de veelzijdigheid ervan ontleed in thema’s. Naast casestudies uit Buiksloterham worden generieke uitdagingen en oplossingen gepresenteerd. Het open source onderzoek is online te bekijken en te downloaden: www.delva.la/nieuws/boek-buiksloterham-circulair/
du u -di rzam str ibu e ene tie rgi eop sla g
en
pwekkin wbare e nergieo
iteit
hernieu
collectiv
t itei
ener gieen s to uit a fwinnin fvalw g ater
l auto
besparing op drinkwater
duu
er
oe
n
mobiliteit
groen
en
energie
gr
gro
must-haves
ds
e mo bilite it
groen
nice-to-haves
sta
duu en herg rzame recyclin g ebruik materia len
la
t po de oort n ffe sp sto -pa d n en ro ir g
rzam
urt
cu
wijk
bu
cir
uwe
collectieve mobiliteit
lwat
me n he e l e pp afko
en
ell
d mo
s
es
in us
b ire a l cu cir
gebouw
Beeld © studioninedots
fun c en tiem fle en xib gin ilit g eit
ers
mobiliteit, biodiversiteit, materiaal, water en samenleving.
Ontwerpen aan condities In opdracht van corporatie de Alliantie werken beide bureaus momenteel samen aan een plan voor een langgerekt plot aan het Tolhuiskanaal. Het is geen klassiek stedebouwkundig plan met een vast eindbeeld maar een flexibel kader dat condities schept. Studioninedots ontwierp drie grote blokken van ongeveer negentig meter diep. Deze
div
Rechts Overzicht circulariteit in zes thema’s: energie,
echter groter en wordt door studioninedots samengevat in een schema met zes thema’s: energie, mobiliteit, biodiversiteit, materiaal, water en samenleving. Het schema helpt het effect van plannen weer te geven en te communiceren naar opdrachtgevers en andere belanghebbenden toe. In de planontwikkeling merkt Herder dat ontwerpers soms te idealistisch zijn en dat gemeenten terugvallen in oude patronen. Een constante dialoog is nodig om echt tot realisatie te komen. In de participerende samenleving komen steeds meer circulaire initiatieven naar boven. Een coöperatieve houding van de gemeente is echter essentieel. Als in de stedelijke ontwikkeling niet aan het begin van het proces wordt ingezet op circulariteit, is het vanwege de financiële risico’s vaak lastig dit later nog te veranderen. Samen met de gemeente Amsterdam is delva Landscape Architects nu op zoek naar manieren om circulariteit in reeds bestaande plannen te implementeren. Vanaf de eerste visie tot de uitgifte en alle stappen daartussen is het belangrijk te bekijken of circulariteit er inzit. Eén vergeten stap kan het hele proces onderuit halen, benadrukt Wijnakker.
iale
Willem Wopereis
In Buiksloterham zijn de afgelopen jaren verschillende circulaire ontwikkelingen in gang gezet. Zo bevindt De Ceuvel waarvan delva Landscape Architects één van de initiators is, zich in het gebied en vorderen plannen voor de duurzame drijvende wijk Schoon Schip. Op de iabr in Rotterdam werd onlangs het onderzoek Buiksloterham Circulair – ontwerpen aan de postindustriële stad gepresenteerd. Het boek bespreekt de uitdagingen, reflecteert op de bestaande ontwikkelingen en presenteert een set ruimtelijke bouwstenen die ook in andere voormalige industriegebieden toepasbaar is. Ik sprak Albert Herder van studioninedots en Rens Wijnakker van delva Landscape Architects over het onderzoek en hun rol in de ontwikkeling van Cityplot. “De circulaire stad ontwerp je niet, die laat je ontstaan.” Dit betekent volgens Wijnakker niet dat er geen rol is voor ontwerpers, maar dat je in alle lagen van de stedelijke ontwikkeling, van visie tot kaveluitgifte, ruimte moet laten voor circulariteit. De ontwikkeling van technieken gaat erg snel. In de stedebouw is ruimte nodig voor innovatie en experiment om deze te kunnen testen en tevens om bewezen technieken uit te rollen. Dit ontstaan van de circulaire stad vraagt volgens Herder om het creëren van een ideale voedingsbodem; een onderlaag die een veerkrachtige stad mogelijk maakt. De rol van ontwerpers is om met elkaar een systeem te bedenken dat zelflerend is en zich kan aanpassen aan de toekomst. Circulair bouwen focust vooral op kringlopen van materialen. De complexiteit van de circulaire stad is
soc
Tekst
g
Op vijf minuten fietsen van de pont naar Amsterdam-Noord ligt Buiksloterham. Dit binnenstedelijke industriegebied tussen Overhoeks en het ndsm-terrein wordt de komende jaren getransformeerd tot een buurt voor wonen en werken. Begin 2015 tekenden een groot aantal partijen een manifest met de ambitie om van Buiksloterham een ‘living lab’ voor circulaire stadsontwikkeling te maken. Delva Landscape Architects en studionindots zijn vanaf het begin actief betrokken bij dit proces en werken momenteel aan Cityplot Buiksloterham: een levendige stedelijke buurt die ruimte biedt aan diverse gebruikers en functies.
n cir ieuwe cul air duur e m za ate me ria / len
Laboratorium voor circulariteit Cityplot Buiksloterham in Amsterdam door studioninedots & delva Landscape Architects
materiaal
water
samenleving 15
64 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 65
Spotlight Cityplot Buiksloterham in Amsterdam
Thema: Circulair bouwen
Wisselspoor Utrecht
De Ceuvel
Studioninedots en delva Landscape Architects werken in Utrecht samen aan de herstructurering van de voormalige centrale werkplaats van de ns. In dit gebied staan verschillende panden die getransformeerd worden en vormt het Cityplot-concept zich om deze bestaande bebouwing.
ruimtelijke maat is de sleutel tot diversiteit. Elk blok heeft een hof en is verder opgedeeld in drie of vier kleinschalige zones voor bebouwing. Tussen deze zones liggen stegen die een openbare hof ontsluiten. Door de entrees aan het hof te leggen, worden collectiviteit en sociale controle gestimuleerd. Op plekken waar de randbebouwing hoog is, is de bebouwing aan de hofzijde lager. Hierdoor ontstaat zowel een groot- als kleinschalig woonmilieu. Vraaggestuurd en door middel van een aantal regels die een mix aan ontwikkelingen stimuleren, worden de zones in kleinere kavels opgedeeld. Het plan is zo flexibel en staat een grote variëteit aan gebouwen toe. In elk blok worden ten minste een rij po-woningen, een cpo-project en sociale huurwoningen ondergebracht. Ontwikkelingen die elders in Buiksloterham al gaande zijn, worden hier dus samengebracht. Ook geldt voor elke kavel dat minstens tien procent aan werkruimte wordt gerealiseerd. Het gebied wordt zo een levendige plek voor een diversiteit aan doelgroepen: gezinnen en alleenstaanden, jong en oud, arm en rijk, wonen en werken. Deze mix is essentieel om de samenleving veerkrachtig te maken. Het bouwen aan collectiviteit is volgens studioninedots essentieel. Bij de start van de ontwikkeling waarbij kaveleigenaren, ontwikkelaars, beleggers en corporaties bij elkaar komen, organiseren de ontwerpers meet-ups. Hier brengen ze zelf experts in op het gebied van duurzaam bouwen en circulariteit en ontmoeten de toekomstige gebruikers elkaar. Ook worden bewoners actief geworven. Zo maken de ontwerpers samen met makelaars de folder om de juiste mensen aan te trekken. In de kavelpaspoorten worden specifieke eisen aan duurzaamheid en circulaire ambities gesteld. Geïnteresseerden moeten betrokken zijn en lef hebben. Je weet immers niet wie je buurman wordt, dit kan ook een fietsenmaker zijn. Juist de mix aan doelgroepen is volgens Wijnakker interessant. Niet iedereen is van nature vooruitstrevend, maar de trekkers van het gebied op zowel sociaal als technisch niveau kunnen ervoor zorgen dat anderen gaan meedoen. Stap voor stap circulair De kleinschalige verkaveling kwam tijdens de crisis mede voort uit ideeën over de langzame stad. Lege kavels zouden dan bijvoorbeeld tijdelijk als park of moestuin kunnen worden ingericht. Nu is de druk
op de markt alweer zo groot dat de blokken in drie fasen compleet worden ontwikkeld. Vanwege de fasering kunnen lessen uit de eerste fase worden meegenomen in de volgende. Door parkeren op te lossen in collectieve garages wordt het gebied autoluw. De eerste garage heeft een capaciteit die voldoet aan de Amsterdamse normen. Blijkt dit overbodig, dan is de gemeente bereid in volgende fasen de norm te verlagen. Ook wordt geanticipeerd op mogelijkheden om garages te transformeren als carsharing de norm wordt. In de wijk zal zwart water (toiletafvoer) apart worden ingezameld om samen met keukenafval te worden vergist in een lokale kleinschalige biogascentrale. De beoogde diversiteit in bebouwing schept verschillende condities voor andere circulaire systemen. De hoge daken zijn het meest geschikt voor zonne- en windenergie, terwijl lage daken geschikter zijn als groen dakterras voor wateropvang. Weer een laag lager kunnen private en collectieve tuinen komen. De ontwerpers stimuleren uitwisseling tussen de kavels, zodat als niet iedereen op een eiland aan circulariteit werkt, het blok als geheel dit wel doet. Je hebt elkaars voorzieningen nodig om dingen op te lossen en dat bevordert de collectiviteit. Het watersysteem is door delva Landscape Architects slim uitgedacht tot een ‘rainproof’ stuk stad. Om het riool te ontlasten wordt hemelwater bovengronds naar wadi’s aan het Tolhuiskanaal afgevoerd. Groene daken kunnen water tijdelijk vasthouden, het hof gaat tevens fungeren als waterplein. Er wordt slim gebruikgemaakt van de leeflaag die nodig is vanwege de vervuilde grond. De ophoging zal niet gelijkmatig gebeuren, maar door middel van een bolling en plateaus aflopen richting het kanaal. De stadsstraten tussen de drie blokken zullen met een open goot in het midden van de weg de waterafvoer zichtbaar maken. De kadevernieuwing wordt gebruikt om het water beleefbaar te maken. In plaats van een harde lijn wordt in en langs het water een getrapte openbare ruimte gemaakt met vlonders en drijvende tuinen. De bureaus leren veel van Buiksloterham en passen hun kennis toe in andere projecten. In Utrecht werken ze bijvoorbeeld samen aan de herstructurering van de voormalige centrale werkplaats van de ns. Om tot een circulaire stad te komen merken ze dat hun rol als ontwerper breder wordt en ook na realisatie niet zal ophouden.
Bodemreinigende planten, droogcomposttoiletten, helofytenfilters, dit zijn zomaar wat voorbeelden van de circulaire systemen op broedplaats De Ceuvel. Hergebruikte woonboten op deze voormalige scheepswerf bieden momenteel plaats aan creatieve bedrijfjes. Het project staat tevens bekend als dé placemaker van Buiksloterham.
CIRCULAIRE VISIE TIMING Het opstarten van scenario’s waarbij ontwikkelingen gelijktijdig in elkaar opgaan in plaats van opvolgend.
LEARNING LAB Nu nog onbekende functies en vragen kunnnen later worden gefaciliteerd. Er is dan ook geen eindbeeld.
DIVERSITY Wanneer één systeem uitvalt, kunnen de andere blijven functioneren
SIZE Voor het opvangen van veranderingen en pieken in systemen, is het realiseren van net iets meer maat essentieel.
ZELF ORGANISATIE De samenwerking tussen grotere partijen en zelfstandige burgers wordt van meet af aan gestimuleerd LOOPING De focus ligt op kringloopsystemen die ons onafhankelijk maken van schaars wordende grondstoffen
Rechts Ruimtelijke en organisatorische uitgangspunten voor een zelflerende, circulaire stad Beeld © studioninedots
© STUDIONINEDOTS ˙
PRINCIPES ‘THE LEARNING CITY’
THE LEARNING CITY is een zelflerende stad die direct reageert op de voortdurende dialoog tussen mens, omgeving, samenleving en economie en die daardoor bijdraagt aan een hogere levenskwaliteit.
66 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 67
8
Issues
Wat komt kijken bij circulair bouwen
5
Het gebouw als product De huidige bouwwereld is een statische sector, waarin het gebouw altijd samengaat met de onderliggende grond. Na een korte gebruiksperiode zijn de gebouwen functioneel vaak afgeschreven, waardoor sprake is van flinke afvalstroom. Dit zorgt ervoor dat de bouwsector tot een van de meest vervuilende industrieën gerekend kan worden. Het benaderen van een gebouw als product maakt het mogelijk om gebouwen los te koppelen van de onderliggende grond en na te denken
De Tijdelijke Rechtbank in Amsterdam is na gebruik te demonteren en te hergebruiken
over de waarde van het gebouw zelf.
op een nieuwe locatie.
Op deze manier kunnen hoogwaardige gebouwen tijdelijk op interes-
Het gebouw is daarom in zijn geheel
die eveneens remontabel is.
sante locaties worden geplaatst. Dit
uit elkaar te halen en te verplaatsen
Van tevoren heeft het bureau na-
komt de gebiedsontwikkeling ten
naar een andere locatie. De afstand
gedacht over het hergebruik van alle
goede en maakt het tevens mogelijk
van deze nieuwe locatie speelt daarin
materialen. Deze zijn voorbereid op
om het gebouw later, op een andere
een belangrijke rol. Als deze dichtbij
toekomstige aanpassingen, zodat ze
locatie, weer te hergebruiken.
de huidige locatie ligt, komt dat de
in de toekomst nog steeds aan de
transportkosten, en de kosten voor
veranderende regelgeving voldoen.
Tijdelijke Rechtbank
de verplaatsing in het algemeen, ten
Tegelijkertijd is nagedacht over het
In het kader van het gebouw als
goede.
behoud van de materiaaleigenschappen, zodat deze daadwerkelijk
product ontwikkelde cepezedprojects
70 | de Architect, juni 2016
in samenwerking met Du Prie bouw &
Remontabele materialen
zijn te hergebruiken. Op deze manier
ontwikkeling de Tijdelijke Rechtbank
Voor de Tijdelijke Rechtbank ontwik-
kan de rechtbank later dienstdoen als
in Amsterdam. Hier worden gedu-
kelde cepezed een concept voor cir-
school of laboratorium.
rende de bouw van de nieuwe
culaire kanaalplaten. Hiervoor maakt
rechtbank aan de Parnassusweg alle
het bureau gebruik van standaard
zittingen gehouden. De Rijksoverheid
vloerplaten die aan de uiteinden zijn
• Het gebouw als product koppelt
gunde de opdracht aan het con-
voorzien van stalen schroefbussen.
het gebouw los van de onder-
sortium volgens een ‘Design, Build,
Deze zijn aan de stalen constructie
liggende grond om de waarde van
Maintain & Remove’ contract. De
gekoppeld, waardoor de platen
het gebouw in de toekomst te
Tijdelijke Rechtbank moet gedurende
demontabel en herbruikbaar zijn,
behouden.
de gebruiksperiode als een volwaar-
oftewel remontabel. Twee van de
• Bij een dbmr-contract staat
dig gebouw functioneren, waarbij
schroefbussen zijn aan de kopse kant
niet alleen de gebruiksperiode
onder andere de representatieve
aan een stalen balk bevestigd, de an-
centraal, maar ook het maximali-
uitstraling en de complexe logistiek
dere twee zijn naar beneden gebogen
seren van de restwaarde van een
een belangrijke rol spelen.
en aan de constructie bevestigd. Op
gebouw.
Na de gebruiksperiode van vier tot
deze manier ontstaat een stijve vloer,
• Door remontabele materialen
zes jaar wil de Rijksoverheid afval
die een gestorte dekvloer overbodig
toe te passen is het gebouw later
voorkomen om zo de restwaarde
maakt. In plaats daarvan past cepezed
te demonteren en hergebruiken.
van het gebouw te maximaliseren.
een verhoogde computervloer toe,
Marieke Giele
Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen
Dakakker op het Schieblock In 2012 ontwikkelde en ontwierp bureau zus (Zones Urbaines Sensibles) de eerste oogstbare dakakker op het Schieblock in Rotterdam. Er worden groenten, fruit en kruiden verbouwd en bijen gehouden. Het is een proefopstelling voor verschillende groene daken. De dakakker is een van de deelprojecten in het kader van het project De Luchtsingel.
Een kas op het dak
het voedsel vers blijft. Daarnaast kan
voor het stadslandbouwinitiatief van
geleid. Dit levert een enorme water-
het groen in de stad bijdragen aan
het Zwitserse UrbanFarmers en het
besparing op in het productieproces.
De afgelopen jaren is het Neder-
de vermindering van de vervuilende
Nederlandse space&matter. Dit leidde
landse landschap flink verstede-
uitlaatgassen, wat de leefkwaliteit ten
uiteindelijk tot de bouw van een kas
Voedselbewustzijn
lijkt. In 2025 zal naar verwachting
goede komt.
op het dak van De Schilde.
De vraag rijst of stadslandbouw een
De stadsboederij maakt in de voedsel-
groter aandeel kan gaan leveren aan
87 procent van de bevolking in de steden wonen. Dit levert nieuwe
De Schilde
productie gebruik van de recirculatie
de huidige en toekomstige voedsel-
ontwerpopgaven op rondom de
Sinds maart is op het dak van De
van Aquaponics. Dit betekent dat
productie. Het lijkt niet haalbaar om
geconcentreerde voedselvraag.
Schilde in Den Haag de grootste
de boerderij het kweken van vissen
de volledige vraag naar voeding in de
Verschillende steden proberen
stadsboerderij van Europa gehuisvest.
combineert met de verbouw van
steden te produceren. Bij een conse-
hierop in te spelen met initiatieven
Oorspronkelijk deed dit modernisti-
gewassen om op deze manier tot
quente toepassing van kassen op de
rondom stadslandbouw, waarbij
sche gebouw uit 1952, naar een ont-
een efficiëntere voedingsoplossing
daken kan slechts aan twintig procent
de productie, verwerking en het
werp van Dirk Roosenburg, dienst als
te komen. De Schilde bestaat uit een
van de voedselvraag worden voldaan.
transport van voedsel dichter naar
fabriek voor Philips Telecommunicatie.
dakkas van 1.200 vierkante meter voor
Daarnaast is stadslandbouw niet per
de stad wordt gebracht.
Later waren er verschillende kantoren
gespecialiseerde groenten, een over-
se duurzamer dan de traditionele
in het pand gevestigd, maar gedu-
dekte viskwekerij van 370 vierkante
landbouw. De kleine schaal brengt
Het verschuiven van de voedselpro-
rende de jaren nam de leegstand toe.
meter en een verwerkingsruimte
veel verliezen met zich mee, die niet
ductie naar de steden sluit aan bij het
In 2013 besloot de gemeente Den Haag
van 250 vierkante meter. Het water
altijd zijn te compenseren door het
idee om voedsel meer lokaal te pro-
het gebouw nieuw leven in te blazen.
met de afvalstoffen van de tilapiafilet
verminderde transport.
duceren. Er is minder transport nodig
Ruim zeventig initiatieven werden
dient als voedsel voor de planten, die
Toch lijkt stadslandbouw wel degelijk
om het voedsel van de producent naar
aangemeld voor dit project, waaruit
het vervolgens filteren waarna het
een bijdrage te leveren aan de maat-
de consument te brengen, waardoor
de gemeente onder andere koos
weer schoon naar het visbassin wordt
schappij. De productie van voedsel is door de industrialisatie steeds verder van ons af komen te staan, waardoor het voedselbewustzijn is verdwenen. Mensen hebben tegenwoordig steeds minder besef van de herkomst van het eten op hun bord. Stadsboederijen als De Schilde kunnen hier verandering in brengen door de voedselproductie weer dichter bij de stedelingen te brengen. Door mensen bewust te maken van dit hele proces gaan zij de waarde van hun eten weer inzien, waarmee stadslandbouw een belangrijke sociale bijdrage levert aan de maatschappij.
Marieke Giele
• De huidige voedselindustrie produceert veel voedsel ver van de consumenten. • Stedelingen hebben daardoor steeds minder bewustzijn over de herkomst van hun eten. • Stadslandbouw brengt voedsel weer dicht bij de consumenten door het lokaal te produceren. Stadsboerderij De Schilde levert het eten vanaf de kas op het dak in Den Haag. Foto Martijn Zegwaard
72 | de Architect, juni 2016
Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen
Gebouw als materialenbank
grondstoffen en technologie. Kortom,
producten en met een maat-schappij
Disassembly’ en ‘Reversibel Design’
gebouwen zijn niet ontworpen en
die zichzelf berooft van grondstoffen,
de kwaliteit en de waarde van een
De exponentiële bevolkingsgroei
uitgevoerd voor een continue up-
transformeren naar een meer circulair
gebouw in de toekomst bepalen. Op
en de modernisering van de
grading en aanpassing aan de nieuwe
denken, waar de productie van
basis van de drie dimensies die het
levensstandaard zorgen ervoor dat
behoeften, regels en trends. Daardoor
gebouwen en materialen gekoppeld
transformatievermogen van een ge-
de vraag naar noodzakelijke goe-
worden gebouwen gesloopt en wordt
is aan de continue opwaardering en
bouw bepalen, wordt een koppeling
deren en diensten in de komende
het materiaal met langere technische
aanvulling van grondstofbronnen?
met de toekomstwaarde van een ge-
decennia met ten minste een
levensduur als afval gezien.
Door gebouwen te ontwerpen die
bouw gemaakt. Een gebouw dat een
een circulaire waardeketen mogelijk
laag transformatievermogen heeft, is
factor twee zal toenemen. En terwijl er een exponentiële bevol-
Spaarrekening
maken krijgen gebouwen een
een gebouw dat geen aanpassings-
kingsgroei is, nemen wereldwijd
In Europa is de bouwindustrie verant-
continue opwaardering. Bovendien
vermogen kent. Dit resulteert in
de noodzakelijke grondstoffen om
woordelijk voor veertig procent van
behouden de materialen in de ge-
sloop, downcycling en afval.
deze groei te voeden af. Het World
de totale afvalproductie en veertig
bouwen hun waarde. Deze dynamisch
Duurzaam gebruik van het gebouw
Resource Institute verwacht dat
procent van de totale co2-uitstoot.
en flexibel ontworpen gebouwen
in de toekomst door verschillende
wanneer de wereldbevolking de
Vijftig procent van alle natuur-
vormen de sleutel tot een circulaire
generaties van gebruikers en zijn
komende vijftig jaar blijft groeien,
lijke grondstoffen wordt in de bouw
economie. Gebouwen zijn niet langer
aanpassingsvermogen aan klimaat
de behoefte aan grondstoffen met
gebruikt. Een lineair patroon van de
de afvalbergen van de toekomst,
en technische eisen wordt niet alleen
driehonderd procent zal toene-
bouwproductie dat het gebruik van
maar bewaarplaatsen van waardevolle
bepaald door de lijst van materialen,
men. Ruwe grondstoffen worden
grondstoffen koppelt aan sloop als
bouwmaterialen.
maar ook door de wijze waarop deze
steeds schaarser en duurder,
de enige ‘end of life optie’ van het
stortplaatsen raken vol waardoor
gebouw, resulteert in de verarming
Materialenbank
functionele, fysieke en esthetische
de stortprijs stijgt, wat uiteindelijk
van de maatschappij.
‘Gebouw als materialenbank’
samenhang. Een van belangrijkste
het afvalmanagement buiten alle
Het ‘environmental capital’ van de
introduceert hiermee fundamen-
taken van een architect in de
proporties duur maakt.
aarde is net als een bankrekening. De
tele vernieuwingen in de bouw. Een
toekomst is niet een gebouw te
uitdaging ligt in de vraag hoe we van
nieuwe ontwerpbenadering waar
ontwerpen voor een gebruik, vol-
De fysieke impact van de stijgende
dit ‘environmental capital’ een spaar-
transformatie en hergebruik garant
gens een vast maatstramien, maar
bouwmassa in industriële en ontwik-
rekening maken, zodat er genoeg
staan voor de toekomstwaarden van
scenario’s voor hergebruik en dus de
kelde delen van de wereld is onmis-
grondstoffen overblijven voor toe-
een gebouw en bouwmaterialen. Een
vitaliteit van een gebouw te kunnen
kenbaar. Daarnaast beantwoordt de
komstige generaties. Hoe kunnen we
benadering waar ‘Reversibel Design’
waarborgen. Het Programma van
kwaliteit van de bestaande gebouw-
het lineaire denken, uitgedrukt in de
en ‘Design voor Disassembly’ vanaf
Eisen integreren in de structuur en
voorraad niet aan de veranderende
korte levensduur van gebouwen en
het begin van het ontwikkelproces
opbouwsystematiek, met een hoog
eisen van de gebruikers, omdat de
aandacht krijgen om hoogwaardig
transformatiepotentiaal en aanpas-
meeste gebouwen in de afgelopen
gebouw- en materiaalgebruik op de
singsvermogen van de onderdelen.
materialen geïntegreerd zijn in een
zestig jaar zijn gebouwd met als
• De invloed van de bouwsector
lange termijn te bevorderen. Een
Niet slopen maar transformeren is
levenseinde de sloop en niet voor de
op de totale afvalproductie is
nieuwe ontwerpfilosofie, waarin het
een belangrijke slogan hiervan die
aanpasbaarheid aan veranderende
enorm.
slopen van een gebouw als een fout
moet zorgen voor de transitie van
behoeften door de tijd heen.
• ‘Gebouw als materialenbank’ is
in het ontwerp wordt gezien.
ontwerp voor sloop naar ontwerp
Projectontwikkelaars en vastgoed-
een nieuwe ontwerpbenadering
Om de waarde van gebouwen en
voor opwaardering van gebouwen en
makelaars waarschuwen dat er
waarbij vanaf het begin wordt
materialen op de lange termijn te
bouwmaterialen.
met betrekking tot het gebruik van
nagedacht over de opwaardering
garanderen moeten drie dimensies
De nieuwe generatie gebouwen
gebouwen grote verschillen zijn
potentiaal van een gebouw en het
van transformatie gewaarborgd
kenmerkt zich door de zeer
tussen de huidige gebouwvoorraad
bouwmateriaal.
worden: de gebouw-, de structuur-
karakteristieke en hoogwaardige
en de veranderende en dynamische
• Dit maakt het doorvoeren van
en de materiaaldimensie. Oftewel
bouwtechnische objecten en de
eisen van de gebruikers, nu en in de
transformaties eenvoudiger,
de functionele aanpasbaarheid, de
demonteerbaarheid. Dergelijke
toekomst.
waardoor de waarde van het
herbestemming van systemen en het
gebouwen zorgen voor de conti-
De bestaande bouwmethoden sluiten
gebouw en de materialen zo lang
hergebruik van materialen.
nuïteit in de waarde van het gebruik
niet aan bij de dynamiek van de
mogelijk binnen de economie
Naast de klassieke functionele, tech-
en de materialen van een gebouw.
markt en ontwikkelingen in de maat-
blijven.
nische en esthetische eisen zullen
schappij, demografie, schaarste aan
74 | de Architect, juni 2016
ook de eigenschappen ‘Design for
Elma Durmisevic
Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen
Thema: Circulair bouwen
Bestaande voorraad Er staan veel gebouwen leeg in Nederland. Om de potentie van bestaande gebouwen voor hergebruik of herbestemming in kaart te brengen, ontwikkelde abt een quickscan. Dit instrument herbestemming maakt voor opdrachtgevers inzichtelijk welke waarde bestaande gebouwen hebben voor de toekomst. Het streven is om de cirkel zo klein mogelijk te houden. Onder het motto ‘Repair, refurbush, remanufacture, recycle’ wordt eerst gekeken naar hergebruik van het bestaande gebouw, dan naar herbestemming, tot aan grootschalige renovatie.
Verder denken dan de oplevering
in te spannen voor zijn omgeving. Dit
goed te koppelen met de elementen
die het geitenwollensokkenimago van
toe te passen. Dat is een mooie uit-
is vergelijkbaar met energieneutraal
in een 3d-model.
zich af geschud hebben en die high-
daging die ook wij graag aangaan.
bouwen. Want hoewel het begrip
tech, comfortabel en duurzaam zijn.
Gyuszi Florian (bouwkundig adviseur),
• Het begrip circulair is bekend, maar wordt nog weinig toegepast
De circulaire economie is de
energieneutraal al meer dan twintig
Buildings as a service
Dit vereist dat je zelf actief de markt
nieuwste en tot nu toe meest
jaar boven de markt hangt, is de crisis,
In de it is het concept van ‘software
opgaat om samen met leveranciers te
omvattende benadering van mens-
samen met de aangescherpte regel-
as a service’ (saas) breed geaccep-
onderzoeken wat maakbaar is.
en omgevingsvriendelijk bouwen.
geving, de echte ‘incentive’ geweest
teerd. Hierbij huur je software, en
Ze gaat uit van een geheel nieuw
om het te doen dalen naar gebruiks-
hoef je niet zelf grote investeringen
Drempels op weg naar
economisch model, waarin grond-
niveau. Terwijl opdrachtgevers tot de
te doen voor bijvoorbeeld servers.
de circulaire economie
1. Architect Daan Bruggink wil dat materi-
• Om circulair bouwen echt te
stoffen continu in een bruikbare
crisis betaalbare gebouwen wilden die
In de bouw zie je deze ontwikkeling
Een lagere co2-uitstoot en minder
aalgebruik hoger wordt gewaardeerd in de
laten werken is een andere
vorm in het systeem blijven. Dit
precies aan de epc voldeden, vragen
ook. Zo heeft Philips het concept van
milieubelasting zijn bekende voorde-
breeam-score. Dat zal een goede ‘incentive’
mindset nodig, ook van opdracht-
staat in tegenstelling tot de line-
ze nu vooral om energieneutrale ge-
‘circular lighting’ geïntroduceerd. Je
len van circulair bouwen. Maar er is
zijn. Zie het interview in ‘Helden’, elders in
gevers.
aire economie, waarin een proces
bouwen. Want bijna energieneutraal
huurt de armaturen van Philips en
ook een groot economisch voordeel.
dit nummer.
van grondstofwinning, productie,
is ondertussen verplicht en volledig
als je andere wilt, ruil je ze in. Geen
McKinsey&Company2 voorspelt een
2. Zie www.mckinsey.com/business-
gebruik en wegwerpen wordt
energieneutraal is daarna maar een
hoge investeringskosten en maximale
economisch voordeel van 1,8 biljoen
functions/sustainability-and-resource-
doorlopen. De circulaire economie
klein stapje extra dat zichzelf terug-
Het gebouw van abt in Delft is een van de vroege voorbeelden van ifd-bouwen.
flexibiliteit.
euro voor Europa wanneer het de
productivity/our-insights/europes-circular-
vraagt om een fundamenteel
verdient.
Het twintig jaar oude gebouw wordt nog steeds als voorbeeldproject gebruikt.
Maar ook dbfmo-projecten waarbij
overstap maakt naar een circulaire
economy-opportunity.
andere benadering van het
Wij verwachten dat ook de circulaire
een consortium verantwoordelijk is
economie. Toch zijn er nog maar
productieproces, waarin herbruik-
economie pas echt zal losbarsten
wel het geval zou zijn geweest, had-
gebouw verlengt.
voor het hele proces van ontwerp,
weinig opdrachtgevers, architecten,
baarheid centraal staat.
als de wet- en regelgeving dat eist
den we dan andere keuzen gemaakt?
Een andere voorwaarde om écht
bouw en gebruik gedurende een
adviseurs en bouwers die echt cir-
of als het financiële winst oplevert.
Kunnen we eigenlijk wel voorzien of
flexibel en circulair te bouwen, is dat
bepaalde periode, sluiten hierbij aan.
culair willen bouwen. Waarom niet?
De vele vragen die het begrip cir-
Bijvoorbeeld door verplichte inname
een bouwkundig element voldoende
de bouwdelen zodanig zijn gedetail-
Het is dan namelijk in het belang
Een veelvoorkomend vooroordeel
culair oproept, kennen even zovele
van producten aan het eind van
herbruikbaar is? Denk alleen maar
leerd dat zij tot op grondstofniveau
van het consortium om een flexibel,
is dat circulair bouwen duur is. Het
antwoorden en leiden tot een brede
hun levensduur door leveranciers,
aan de ontwikkelingen in glas. Wat is
kunnen worden gedemonteerd en
energiezuinig en goed te onder-
vereist een andere manier van werken
definitie. Een feit is dat het begrip
eisen aan de milieubelasting van de
over ruwweg vijftig jaar de standaard?
op nieuwe wijzen hergebruikt. Want,
houden gebouw te ontwerpen, omdat
en bouwen, buiten de comfortzone
grote groepen mensen aanspreekt.
gebruikte materialen in een gebouw
Heeft ieder nieuw gebouw dan een
zoals Thomas Rau terecht zegt, wie
het consortium zelf verantwoorde-
van veel bedrijven. Nieuw is risicovol.
Misschien omdat circulair letterlijk
of het toepassen van een vorm van
PowerWindow of gaan we nog verder?
weet nu wat je over honderd jaar wilt
lijk is voor de exploitatie. Je wordt
En zolang de grondstofprijzen niet de
kringloop betekent: een natuurlijk
statiegeld.1
En wat doen we dan met het hr++
van een gebouw?
gedwongen verder te denken dan de
pan uitrijzen, is het weinig aantrekke-
glas of ‘triple’ glas dat op dit moment
Belangrijk lijkt voorts de verdere
oplevering.
lijk om te kiezen voor gerecyclede of
fenomeen dat herkenning oproept.
Eric Bouten (installatiedeskundige) en Annebeth Muntinga (bouwfysicus) Allen zijn werkzaam bij abt.
in de bouw. • Circulaire economie zal pas echt losbarsten als de wet- en regelgeving dat eist of als het financiële winst oplevert.
Misschien ook doordat de weg is
Vroege voorbeelden
de standaard is? Hergebruiken is dan
ontwikkeling van bim en daaraan
De volgende stap hierin is nog
hergebruikte materialen.
geëffend door het lange werken met
Twintig jaar geleden gaven isso en
niet meer interessant. Maar ook de
gekoppeld ‘the internet of things’.
een letter toe te voegen: de R van
Een andere drempel is die van
begrippen als duurzaamheid, energie-
sbr een jaar of vijf subsidies voor
specifieke maatvoering en estheti-
Informatie is namelijk cruciaal in
recycle. Hetzelfde consortium is dan
aansprakelijkheid. Als je een gebouw,
neutraal, en, iets korter, biologisch.
Industrieel, Flexibel en Demontabel
sche overwegingen maken opti-
de circulaire economie. Bim moet
verantwoordelijk voor de inname
element of materiaal hergebruikt, wie
Hoewel het gedachtegoed van
(ifd) bouwen. Een van de toen gere-
maal hergebruik van bouwkundige
verdergaan dan de perfect uitge-
van de materialen aan het einde van
is dan aansprakelijk voor de prestatie
eindeloze kringlopen voor de hand
aliseerde ifd-gebouwen is ons eigen
elementen lastig. Niet voor niets lijkt
werkte 3d-modellen die we nu maken.
de levensduur van het gebouw. Dan
daarvan? De producent? De vorige
liggend en aansprekend is en hoewel
kantoor in Delft (ontwerp Henket &
ook Cradle to Cradle niet echt van de
Want om elementen efficiënt te
wordt restwaarde opeens een stuk
eigenaar? Of de nieuwe gebruiker?
het begrip circulair al vijf jaar breed
partners). Dit voldoet nog prima en
grond te komen.
kunnen hergebruiken moet je weten
interessanter.
Tot slot hebben hergebruikte mate-
rondzingt in de markt, wordt tot nu
niemand heeft de aanvechting om
toe aan weinig circulaire gebouwen
het uit elkaar te schroeven. Maar
Voorwaarden voor circulariteit
verschillende materialen met elkaar
Nieuwe materialen
associëren tweedehands vaak met
gewerkt. Ook de vraag naar dit type
wat als we dat wel zouden doen?
De eerste stappen naar circulair
verbonden, hoe oud zijn ze, hoe zijn
Nederland groeit, en daarmee de
mindere kwaliteit. We vinden herge-
gebouwen is er nog nauwelijks. De op
Zijn de verschillende elementen dan
bouwen worden inmiddels gezet.
ze onderhouden? Door de aanwezige
vraag naar bouwmaterialen. Een vraag
bruikte vloerbedekking vies of goed-
dit vlak meest geroemde, vooruit-
herbruikbaar of verdwijnen ze alsnog
Door gebouwen een overcapaciteit
materialen in een gebouw goed te
die je niet alleen kunt invullen met
koop. Veel mensen prefereren een
strevende gebouwen in Nederland
naar de afvalberg? Gescheiden en
te geven kunnen ze in de toekomst
documenteren en terugvindbaar te
hergebruikte materialen uit sloop-
nieuwbouwwoning, bedrijven willen
zijn vaak slechts op kleine onderdelen
deels gerecycleerd, dat wel, maar niet
worden uitgebreid, of in de toekomst
maken, vergroot je de kans dat ze
projecten. Daarom moet je zoeken
een nieuw schitterend hoofdkantoor.
vooruitstrevend en voor meer dan
optimaal benut zoals dit in de circu-
worden opgesplitst in meerdere
kunnen worden hergebruikt.
naar nieuwe materialen, op basis van
Om circulair bouwen echt te laten
negentig procent standaard.
laire economie of bij Cradle to Cradle
verhuurbare units. Deze flexibiliteit
Het combineren van data van
hernieuwbare grondstoffen. In het
werken is een andere mindset nodig,
Dat zegt veel over de uitdaging die
is gewenst?
zorgt ervoor dat het gebouw zich kan
verschillende gebouwen geeft een
gebruik van ‘biobased’ composieten
ook van opdrachtgevers. Ondanks alle
circulair bouwen biedt. Maar ook over
Volledig hergebruik was niet het
aanpassen aan de wensen van de
beeld van de materiaalvoorraad in
in de bouw zit een grote potentie.
drempels zijn er voldoende mogelijk-
Hogeschool van Amsterdam, Conradhuis. In het bim-model van dit gebouw is al
de geneigdheid van de mens om zich
uitgangspunt van ifd, maar stel dat dit
gebruiker, wat de levensduur van het
gebouwen. Deze en andere data zijn
Daarmee krijg je duurzame gebouwen
heden om circulair bouwen vergaand
informatie over de materialen toegevoegd. De kleuren staan in de legenda.
76 | de Architect, juni 2016
hoe ze zijn samengesteld. Hoe zijn de
rialen ook een imagoprobleem. Wij
de Architect, juni 2016 | 77
Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen
Energiezuinig ontwerpen
van een ontwerp, dan maatregelen in
mulatieprogramma. In dit onderzoek
daglicht. In figuur 3 is te zien dat
een latere ontwerpfase of tijdens het
is gebruikgemaakt van Sefaira als
een correlatie bestaat tussen de
Ons dagelijks leven wordt steeds
bouwen. Daarom is het van belang
bouwfysisch simulatieprogramma.
score voor energievraag en het aantal
meer beïnvloed door digitalise-
dat architecten al in de eerste fase
Voor alle individuele ontwerpen maxi-
vierkante meters raamoppervlak. De
ring. De bouw vormt daarop geen
van het ontwerpproces aandacht
maal was zestig uur beschikbaar.
trendlijn kan verklaard worden door
uitzondering. Tekenen gebeurt met
besteden aan de energieprestatie van
Alle ontwerpen zijn onderling verge-
het verschil in isolatiewaarde. Ramen
3d-tekenprogramma’s en bereke-
de woningen.
leken op energievraag, daglicht en
hebben een slechtere isolatiewaarde
ningen worden gemaakt met simu-
De meeste architecten die energie-
architectuur, en vervolgens gesimu-
dan gesloten geveldelen, waardoor
laties. Worden de mogelijkheden
zuinige woningen ontwerpen,
leerd met behulp van Sefaira. Hierbij
meer transmissieverlies via de ramen
van deze instrumenten optimaal
maken gebruik van een bouwfysisch
is aangenomen dat ze gebouwd zijn
plaatsvindt. Daarnaast speelt de
gebruikt of zijn er meer voordelen
adviseur. Echter als alle architecten
op maaiveldniveau zonder omlig-
zonbijdrage in het warme klimaat van
te behalen? Kan het ontwerpproces
energiezuinige woningen moeten
gende gebouwen. Dit is gedaan om-
Shenzen een negatieve rol. In figuur
van architecten voor energiezui-
ontwerpen, zullen ze niet allemaal
dat de locatie afhankelijk was van de
4 is het aantal vierkante meter raam-
nige woningen worden verbeterd
een bouwfysisch adviseur inhuren. In
masterprojecten van de studenten.
oppervlak uitgezet tegen de score
als gebruik wordt gemaakt van een
dat geval kan de architect gebruik-
Naast de locatie zijn ook de u-waar-
voor daglicht. Hier is geen correlatie
bouwfysisch simulatieprogramma
maken van bouwfysische richtlijnen
den van de vloer, het dak en de gevels
te vinden. De score voor energievraag
tijdens de eerste fase van het
of van een bouwfysisch simulatie-
gelijkgetrokken. Het verbeteren van
kan worden verbeterd door minder
ontwerpproces?
programma. Recente ontwikkelingen
de u-waarde heeft veel invloed op de
raamoppervlak te gebruiken, terwijl
maken het gebruik van dergelijke
uiteindelijke score voor de energie-
voldoende daglicht in het gebouw
De energieprestatie van een woning
programma’s in de vroege ontwerp-
vraag. Zij kan normaal gesproken
komt. Deze keuze gaat wel voorbij aan
speelt een belangrijke rol tijdens het
fase steeds toegankelijker. Geeft het
worden verbeterd zonder afbreuk te
de mogelijke invloed van daglicht op
ontwerpproces. Dit is het gevolg van
gebruik van dergelijke programma’s
doen aan het ontwerpconcept. De
de architectonische kwaliteit.
strenge Europese richtlijnen, in de
een meerwaarde voor de energie-
energievraag van de individuele ont-
praktijk vaak gekoppeld aan de epc
neutraliteit? Wat is het effect op de
werpen en de hoeveelheid daglicht
Energievraag is belangrijk
(Energie Prestatie Coëfficiënt). Vanaf
architectuur? En hoe zit het met
in het ontwerp zijn uit de simulaties
Naast deze individuele scores zijn
2020 moeten alle nieuw te bouwen
andere aspecten zoals daglicht?
afgeleid. Daarnaast zijn de ontwerpen
de ontwerpen vergeleken met een
beoordeeld op architectuur.
totaalscore. Deze laatste is opge-
woningen in Nederland een epc-score van nul halen. Dit staat gelijk aan
Onderzoek in Shenzhen
Met alle scores voorhanden zijn de
bouwd uit de onderlinge scores voor
energieneutraal bouwen. Door deze
Voor het onderzoek zijn door
resultaten met elkaar vergeleken. In
energievraag, daglicht en architec-
lage epc-score worden architecten
26 masterstudenten architectuur van
figuur 2 is dit gedaan voor de drie indi-
tuur. De scores voor deze onderdelen
gedwongen om de focus van hun ont-
de tu/e ontwerpen gemaakt voor een
catoren, waarbij steeds een splitsing
zijn gerankt van 0 tot 10 en daarna
werpproces te verbreden en energie
energiezuinige gezinswoning van
is gemaakt tussen de ontwerpen op
verwerkt in de totaalscore. Hierbij is
hierin nadrukkelijker te betrekken. Dit
150 vierkante meter in het subtropi-
basis van de richtlijnen en die met
de keuze gemaakt om de energie-
geldt ook voor kleinschalige projec-
sche klimaat van Shenzhen (China).
behulp van Sefaira. De scores per
vraag voor veertig procent te laten
ten waarbij niet altijd een energie-
Dertien ontwerpen zijn gemaakt met
woning en indicator zijn steeds ge-
meewegen en daglicht en architec-
specialist is betrokken.
behulp van de richtlijnen van de Trias
schaald tussen 0 en 10. De minimum
tuur beide voor dertig procent. Deze
Uit onderzoek van Hensen (2004) blijkt
Energetica en op basis van de richtlij-
en maximumwaarden voor alle ont-
keuze is arbitrair, maar laat zien dat
dat beslissingen in de vroege fase van
nen volgens het passiefhuisconcept.
werpen tezamen zijn voor de schaling
de energievraag een belangrijke
het ontwerpproces een grotere im-
De overige ontwerpen zijn gemaakt
gebruikt. Het grootste onderlinge
component is.
pact hebben op de energieprestaties
met behulp van een bouwfysisch si-
verschil is gehaald bij de score voor
Of beide groepen ontwerpen significant van elkaar verschillen voor de totaalscore, is berekend met de Mann-Withney u-test en de t-test. Uit de analyse blijkt dat de twee gemiddelden verschillend zijn en dat de ontwerpen niet uit identieke populaties komen. Het gebruik van een bouwfysisch simulatie-
Twee voorbeelden van binnen het onderzoek gemaakte ontwerpen
78 | de Architect, juni 2016
programma in het ontwerpproces,
Issues Wat komt kijken bij circulair bouwen
Daylight
Links figuur 2. Genormaliseerde score
Energy demand
voor energievraag, architectuur & daglicht
10
10
9
9
9
8
8
8
De streep geeft de gemiddelde waarde
7
7
7
aan.
6
6
6
5 4
Total score
10
Total score
Total score
Architecture
5 4
4
3
3
2
2
2
1
1
1
0
0
0
1
2
Sefaira
Guidelines
3
0
1
2
Sefaira
Guidelines
richtlijnen en met gebruik van simulaties.
5
3
0
uitgesplitst naar ontwerpen op basis van
3
Onder figuur 5. Totaal score per ontwerp (gewogen gemiddelde voor energievraag 0
1 Sefaira
2 Guidelines
3
(40%), daglicht (30%) en architectuur (30%)). Total score 10
Figuur 3. Correlatie raamoppervlak/ energievraag
Figuur 4. Correlatie raamoppervlak/daglicht
8
Daylight/ Window area 10
7
8
8
6
6
6
4
Total score
10
Daylight
Passiv e energy use
Energy/ Window area
9
4
5 4 3
2
2
0
0 0
50
100
150
200
250
2
0
50
Window area (m²)
100
150
200
250
1 0
Window area (m²)
0
1
2
Sefaira
Guidelines
3
in dit geval Sefaira, kan dus een
kan men het verschil niet zien. Bij
latieprogramma tijdens de eerste
tu/e, Eindhoven 2015.
positieve bijdrage leveren aan het
slecht negen van de 26 ontwerpen is
fase van het ontwerpproces van
J.L.M. Hensen, Towards more effective use
ontwerp. Het leidt immers tot een
een duidelijke voorkeur voor één van
energiezuinige woningen dan ook
of building performance simulation
ontwerp dat gecombineerd op het
de ontwerpprocessen af te leiden.
een meerwaarde. De resultaten laten
in design, tu/e, Eindhoven 2004.
gebied van energievraag, daglicht en
Echter, bij drie van die negen ont-
ook zien dat daarmee de architectuur
http://sefaira.com/resources
architectuur beter scoort dan een
werpen hadden de respondenten een
niet per definitie verloren gaat.
ontwerp dat alleen is gebaseerd op
voorkeur voor het ontwerpproces dat
Bovenstaand artikel is gebaseerd op
standaardrichtlijnen.
niet was gebruikt.
een gecombineerd afstudeerproject
• Worden de mogelijkheden van
Tot slot is onderzocht of het ontwerp-
De conclusie luidt dat een significant
van de afdelingen Architectuur en
digitalisering in het ontwerpproces
proces (richtlijnen of gebouwsimu-
verschil bestaat tussen de totale
Bouwfysica & Installaties aan de
optimaal gebruikt of zijn er meer
latie) zichtbaar is in de gemaakte
score (energievraag, architectuur en
Technische Universiteit Eindhoven.
voordelen te behalen?
ontwerpen. Daarvoor zijn alle
daglicht) van ontwerpen die gemaakt
26 ontwerpen in een vragenlijst gezet
zijn met behulp van richtlijnen en
die is rondgestuurd naar architecten
ontwerpen die gemaakt zijn met
en bouwfysici. Bij elk ontwerp moes-
behulp van een simulatieprogramma.
ten de respondenten aangeven of zij
De laatste scoren gemiddeld beter.
Referenties
van de woningen.
dachten dat het ontwerp gemaakt
Voor architecten van kleinschalige
M.L. Bron, Energy efficient design.
• Ontwerpen die gemaakt zijn
was met behulp van een bouwfysisch
projecten waarbij geen energie-
Comparing energy efficient houses desig-
met behulp van een simulatiepro-
simulatieprogramma of met behulp
specialist is betrokken, biedt het
ned with or without the use of
gramma, scoren gemiddeld beter.
van richtlijnen. In de meeste gevallen
gebruik van een bouwfysisch simu-
a building energy simulation program,
80 | de Architect, juni 2016
M.L. Bron, M.G.L.C. Loomans,
• Het is van belang dat archi-
J.L.M. Hensen
tecten al in de eerste fase van
Technische Universiteit Eindhoven
het ontwerpproces aandacht besteden aan de energieprestatie
Cases ontwerp: Jean Nouvel Design
LessLess ontwerp: Jean Nouvel Design
Secretello ontwerp: Michele De Lucchi
UniFor Design protagonist en fabrikant Unifor uit ItaliĂŤ, ontwikkelt vanuit onderzoeks- en innovatiebronnen originele, esthetische en zeer ingenieuze meubelsystemen voor de hedendaagse werkomgeving.
Flipper ontwerp: Luciano Pagani, Angelo Perversi
PROOFF
UniFor
Iduna
Wagner
Stua
VerPan
De eigenzinnige collectie is vormgegeven door gerenommeerde internationale ontwerpers en architecten als Michele De Lucchi, Luca Meda, Hannes Wettstein, Jean Nouvel, Ă lvaro Siza, Fernando Urquijo, Pierluigi Cerri en Aldo Rossi en biedt mogelijkheden voor klantspecifiek maatwerk.
Orangebox
Ondarreta
Dietiker
Citterio
Het platdakraam
een NIEUWE DIMENSIE
met daglicht
Het FAKRO platdakraam combineert een uniek design met uitstekende producteigenschappen: • Tot 16% meer natuurlijk daglicht dankzij de unieke constructie met vlakke glasplaat. • Hoge isolatie tot wel Uw=0.76 W/m2K*, waardoor het product geschikt is voor passiefbouw. • Sterke geluidswering voor de onderliggende ruimte van 34dB. • Zorgvuldig geselecteerde materialen zorgen voor een lange levensduur en een minimale belasting van het milieu. *voor type D_F DU8 volgens EN 12567-2
Lees meer op www.fakro.nl
Designed to work for you
QuadroClad® Façade systemen, bekend door de extreem strakke en vlakke belijningen, kennen nu ook de mogelijkheid van een geventileerd, visueel gesloten gevelsysteem. QuadroClad® gevelpanelen beschermen het gebouw tegen atmosferische invloeden en verhogen hiermee de duurzame prestaties en het comfortniveau van het gebouw en haar gebruikers. www.hunterdouglas.nl
Project: Maastoren, Rotterdam - Architects: Dam & Partners / Studio Odile Decq ® Geregistreerd handelsmerk - een HunterDouglas® product. © Copyright Hunter Douglas 2016.
In su l ation
nieuw Met gemak naar EPC 0,4? UNIDEK SOLARPOWER
PREFAB
DAKISOLATIE
WATERDICHT
75% PV-MERKEN
www.kingspanunidek.nl @kingspanunidek
Verleg uw creatieve grenzen met SVK gevelplaten. Ook verkrijgbaar in zandkleur.
Klaar voor grenzeloze creativiteit? Onze vezelcementoplossingen geven uw project de juiste uitstraling met de gewenste kleur en vorm. Uw creaties ogen niet alleen tijdlozer dan ooit, ze overstijgen de tijd dankzij de ongeĂŤvenaarde kwaliteit van de SVK gevelplaten. Zo kennen uw ontwerpen geen grenzen meer en realiseert u de meest creatieve gevels.
Ga ook verder en laat u inspireren op
creatievegevels.be
Ornimat
Colormat
Puro Plus
Decoboard
Op maat verzaagd en afgewerkt in quasi elke RAL kleur
In de massa gekleurd, met of zonder structuur
Natuurgrijze onbehandelde gevelplaten met karakter
Tijdloze kleuren in standaard afmetingen
STRAK DESIGN MET DE JUISTE BEWEGING Rechte lijnen en scherpe kanten zijn futuristisch en tijdloos. Gecombineerd met gebogen glasrailings maakt u van uw project een afgeronde zaak. Met Q-railing’s Easy Glass® systemen kunt u dit eenvoudig realiseren. Deze kunnen als rechte en gebogen profielen geleverd worden. Kijk op www.q-railing.com voor een compleet systeemoverzicht, downloadbare BIM-objecten, inspirerende referentieprojecten en veel meer. Of bel of mail ons via +31 (0) 314 620 320 of sales.nl@q-railing.com.
BIM
THE PREMIUM BRAND IN RAILING SYSTEMS
WWW.Q-RAILING.COM
EEn DuurzamE CirCulairE EConomiE Natuurlijk met staal van Tata Steel
Staal is behalve flexibel en demontabel het meest gerecycled materiaal ter wereld. Bovendien is staal het enige bouwmateriaal waarvan door upcycling de eigenschappen zelfs kunnen worden verbeterd. In recente Breeam Excellent projecten, zoals Lely (Maassluis), Lidl (Heerenveen) en Nature’s Pride (Maasdijk), wordt staal van Tata Steel toegepast. Deze keuze onderstreept de duurzaamheid van onze producten. Kijk voor meer informatie op www.tatasteelbouw.nl of bel 02514 94500. Together we make the difference www.tatasteeleurope.com
Nature’s Pride (Maasdijk) in aanbouw. Architectenbureau Paul de Ruiter.
MAATWERK IN ALUMINIUM GEBOUWDETAILLERING Roval Aluminium
De meeste architecten die als
aluminium biedt. Daarnaast spelen
gebouwdetaillering kiezen voor
ook andere overwegingen een rol.
aluminium doen dat vanwege
Toegepast aluminium is duurzaam
de maximale ontwerpvrijheid die
en het laat zich als natuurlijk
Roval Aluminium is marktleider
materiaal uitstekend combineren
in de ontwikkeling, productie
met andere materialen, zoals hout
en levering van kwalitatieve
en steen. Roval Aluminium speelt
aluminium bouwproducten voor
met haar assortiment aluminium
daken, gevels en interieur. Tot het
gebouwdetailleringen in op de
uitgekiende assortiment behoren
wensen van de architect. Als
onder meer dakrandprofielen,
maatwerkspecialist is Roval in staat
waterslagen, muurafdek-
om vrijwel alles vorm te geven
systemen, balustersystemen,
wat de architect wenst in brute,
lamellenwanden, privacyschermen,
geanodiseerde en gemoffelde
doorvalbeveiliging en rand-
uitvoeringen en in vrijwel alle
beveiliging. Daarnaast biedt Roval
ralkleuren. Meerwaarde in maatwerk
Aluminium maatwerk in zetwerk.
voor een optimale gebouwesthetiek!
Mooi, functioneel en duurzaam.
Ga voor meer informatie naar www.roval.eu
Ik sI jullIe helemaal zItten.
BeIde.
Reflex sI
Voor SI zijn er twee schakelaarprogramma’s: Reflex SI en Busch-balance® SI, klassiek rond of evenwichtig rechtlijnig. uw klanten kunnen kiezen en krijgen SI – beide met hetzelfde veelzijdige assortiment. alles wat u over SI moet weten: busch-balancesI.nl
www.busch-jaeger.nl
Busch-balance® sI
Company Guide
In onderstaand overzicht vindt u een selectie van leveranciers met een bedrijfspresentatie en een productenoverzicht op www.nbd-online.nl.
Company Guide In onderstaand overzicht vindt u een selectie van leveranciers met een bedrijfspresentatie en een productenoverzicht op www.nbd-online.nl.
DAKMERK
Derako International BV
Reynaers B.V.
Rolflex Nederland bv
Het doel van DAKMERK is het continu verbeteren van de kwaliteit van het dakdekken van bitumineuze en kunststof daken (zogenaamde platte daken). Alle dakbedekkingbedrijven (certificaathouders) die het erkende kwaliteitskeurmerk willen voeren moeten voldoen aan strenge selectiecriteria die Stichting DAKMERK hanteert.
Derako International BV is fabrikant / leverancier van het DERAKO® massief houten verlaagd plafond- en wandsystemen. Het Derako® systeem is uniek in zijn soort door de vele voordelen die het systeem biedt, en is daarin de enige ter wereld. Het is verkrijgbaar in een lineair en in een grill uitvoering. Sinds januari 2003 ISO-gecertificeerd bij Lloyds.
Reynaers B.V. ontwikkelt en produceert aluminium systemen voor ramen, deuren, schuif- en vouwsystemen, vliesgevels, serres en zonwering. Systemen die de architecturale waarde van gebouwen vergroten en de leef- en werkomgeving verbeteren. Naast standaard oplossingen biedt Reynaers volop mogelijkheden tot het ontwikkelen en realiseren van maatwerk gevelsystemen.
Rolflex Nederland BV is al meer dan 30 jaar actief in de bedrijfsdeuren markt en heeft veel ervaring met de productie en montage van bedrijfsdeuren en laad- en lossystemen. Vanwege de veranderende vraag van ontwerpers, bouwers en eindgebruikers heeft Rolflex een nieuwe bedrijfsdeur ontwikkeld, de Compact Bedrijfsdeur.
www.nbd-online.nl/dakmerk
Gorter Luiken BV Gorter Luiken BV levert dakluiken, vloerluiken, wandluiken en plafondluiken. Een dakluik en vloerluik zijn veilig en compleet in combinatie met een bijbehorende ladder, trap of schaartrap. Dakluiken en vloerluiken kunnen worden geleverd met elektrische aandrijving.
www.nbd-online.nl/gorterluiken
www.nbd-online.nl/derako
www.nbd-online.nl/reynaers
www.nbd-online.nl/rolflex
Heruvent B.V. / Vlakkelichtkoepel.nl
Roval Aluminium B.V.
Schellekens & Schellekens B.V.
Heruvent B.V. levert de vlakkelichtkoepel. Een stijlvol daglichtelement voor op een plat of licht hellend dak. De vlakkelichtkoepel kenmerkt zich door een hoge isolatiewaarde en uitstekende geluidswerendheid. Heruvent B.V. produceert de vlakke lichtkoepels in haar eigen productiefaciliteit in Cuijk.
Roval Aluminium is toonaangevend totaalleverancier van aluminium bouwproducten voor toepassing in de woning- en utiliteitsbouw. Dit geldt voor zowel nieuwbouw als renovatieprojecten. Roval Aluminium maakt deel uit van de internationaal opererende Reynaers Groep.
Schellekens & Schellekens B.V. ontwerpt, verkoopt, produceert en monteert professionele zonwering. De manier van werken zorgt voor een grote mate van flexibiliteit bij het voldoen aan klanteisen en geeft een volledige controle over de kwaliteit en de levertijden van de gemonteerde producten.
www.nbd-online.nl/heruvent
www.nbd-online.nl/roval
www.nbd-online.nl/schellekens
Icopal bv
Kingspan Unidek B.V.
Somfy Nederland B.V.
Steni Benelux B.V.
De Icopal Groep is Europa’s toonaangevende producent van hoogwaardige producten voor daken en waterdichte oplossingen. Icopal is actief in Europa en Noord-Amerika met een netwerk van landelijke verkoop teams en productielocaties.
Kingspan Unidek is leverancier van innovatieve oplossingen voor snel en efficiënt bouwen en isoleren. Deze oplossingen leveren een actieve bijdrage aan energiebesparing en optimalisatie van het wooncomfort. Dankzij de voortdurende aandacht voor milieueffecten tijdens productontwikkeling, productie en recycling zijn de isolatieoplossingen bovendien duurzaam.
Somfy Nederland B.V. levert elektrische aandrijvingen en besturingsystemen voor o.a. buitenzonwering, rolluiken, binnenzonwering, gordijnen, ramen en (dak)koepels, voor woningbouw en utiliteitsbouw. Somfy is sinds 1977 uitgegroeid tot Nederlands grootste leverancier van producten en systemen voor het elektrisch bedienen en automatisch besturen van o.a. zonwering en rolluiken.
Steni is een internationaal concern met ongeveer 120 werknemers. Ons hoofdkantoor en fabriek vind u in Steinsholt in de provincie Vestfold, ongeveer anderhalf uur ten zuiden van Oslo. Hier worden de gevel- en interieurplaten voor de Noorse en de internationale markt geproduceerd. Daarnaast hebben we een fabriek in Wrexham, Wales.
www.nbd-online.nl/icopal
www.nbd-online.nl/kingspan-unidek
www.nbd-online.nl/somfy
www.nbd-online.nl/steni
Luxlight B.V.
Milin
Troelstra & de Vries BV
Vandersanden B.V.
Luxlight levert hét grootste platdakraam voor woningen. De producten van Luxlight zijn ontwikkeld om de grootst mogelijke hoeveelheid daglicht naar binnen te halen. Luxlight levert uit voorraad het grootste platdakraam dat momenteel op de markt verkrijgbaar is: een platdakraam van bijna 10m2!
Milin B.V. staat voor Miltenburg Industries en is opgericht in 2003. De afgelopen tien jaar is dit familiebedrijf uitgegroeid tot een betrouwbare expert en totaalleverancier van duurzame afbouwmaterialen en specialistische gevelbekleding. Milin biedt haar klanten optimale service en support.
Troelstra & de Vries BV, producent van bitumineuze dakbanen, is al 80 jaar een gedegen en betrouwbaar familiebedrijf. Juist hierdoor zijn onze afnemers verzekerd van de grootst mogelijke betrokkenheid bij elk facet in het bedrijf. Dit staat borg voor de kwaliteit van elk product dat het bedrijf verlaat. Nederlands beste dakrollen komen uit Friesland. Uit IJlst om precies te zijn.
Vandersanden is van oudsher een familiebedrijf en behoort tot de grotere baksteenfabrikanten in Nederland en België. Jaarlijks worden ruim 400 miljoen gevel- en straatbakstenen geproduceerd voor Noord en West Europa.
www.nbd-online.nl/luxlight
www.nbd-online.nl/milin
www.nbd-online.nl/troelstra-devries
www.nbd-online.nl/vandersanden
Nelskamp Dakpannen
Plooijer Zaandam B.V.
VELUX Nederland B.V.
Wienerberger B.V.
Dachziegelwerke Nelskamp GmbH is producent van keramische dakpannen en betondakpannen. Het bedrijf streeft naar een overzichtelijk aanbod aan modellen en kleuren die afgestemd zijn op de marktontwikkelingen en marktwensen.
Plooijer Zaandam B.V. is al meer dan 50 jaar ingericht op ontwikkeling en productie van maatwerk van toegangstechnologieën, die bescherming bieden tegen weersinvloeden, brand, geluid en criminaliteit. Bij de ontwikkeling van nieuwe producten staan altijd de laatstgeldende normen m.b.t. brand-, geluiden braakwering centraal.
VELUX Nederland B.V. is een dochtermaatschappij van de VELUX Groep in Denemarken en is de verkoopmaatschappij van VELUX daglichtsystemen, raamdecoratie en aanverwante producten in Nederland. VELUX daglichtsystemen kunnen in vrijwel elke dakhellingshoek in vlakke en hellende daken toegepast worden, maar ook in verticale gevels.
Wienerberger is internationaal producent van Porotherm keramische binnenmuurstenen, Terca gevelbakstenen, keramische raamdorpels en straatbakstenen en Koramic keramische dakpannen. Het bedrijf is één van de grootste en meest toonaangevende producenten in keramische bouwmaterialen in de wereld.
www.nbd-online.nl/nelskamp
www.nbd-online.nl/plooijer
www.nbd-online.nl/velux
www.nbd-online.nl/wienerberger
op onze rekentools kunt u bouwen
Probeer het nĂş gratis: eenvoudig bouwkosten berekenen U wilt een helder BIM-ready overzicht van uw kosten? Wij bieden cijfermatig gereedschap voor bouwkundige- en installatietechnische projecten. U rekent per bouwfase of kiest voor een slimme koppeling van handige tools voor het hele bouw- en onderhoudsproces. Daarbij kunt u vertrouwen op een maandelijkse prijsupdate door onze specialisten. Nieuwsgierig? Probeer het nu gratis een maand uit.
kosteninformatie.nl/bouw Daar rekent de bouw op.
Zalinggoot in lood.
3.251 keer bekeken.
NBD-Online.nl Bouwen aan uw verkoopkracht. Op NBD-Online.nl pakt u de voorsprong op uw concurrenten en krijgt u de aandacht die u verdient. Ons marketingplatform zorgt voor een goede vindbaarheid en verbindt klanten rechtstreeks met u door. Op deze manier versterkt NBD-Online.nl uw marketing. Bekijk welk pakket u helpt om uw doelstellingen te behalen op NBD-Online.nl/deelnemen.
Helden Daan Bruggink
Thema: Circulair bouwen
“Iedereen wil hetzelfde. Je hoeft dus niet tegenover elkaar te staan” Interview met Daan Bruggink
1
Waar de circulaire economie voor sommigen nog een vaag begrip is of de jongste kreet in een almaar uitdijende reeks sociale verplichtingen, is het voor Daan Bruggink (orga Architect) een manier van leven. Vanaf zijn jeugd was het Brugginks droom om te bouwen als de natuur. En nu die droom door een groeiende groep mensen wordt gedeeld, vormt hij steeds minder een uitzondering en wordt hij steeds meer een voortrekker.
Tekst
Maartje Henket Portret
Maarten Kools
Eigenlijk wilde Daan bioloog worden, maar dat zat er niet in wegens gebrek aan scheikundig talent. Maar goed ook, want negentig procent van de biologen slijt hun dagen in laboratoria en Bruggink loopt juist graag buiten, tussen schitterende bomen, ingenieuze torren en andere onnavolgbare systemen. Tenminste, onnavolgbaar? Says who, eigenlijk? In zijn eigen praktijk ontwerpt Bruggink ecologisch, met een hang naar biofiel, oftewel (in het Engels) biophylic. “Biophylic design is bouwen als de natuur”, legt hij uit, “en dat heeft vier aspecten. Je kunt de vorm kopiëren, zoals Santiago Calatrava doet; de techniek, zoals het zwart van de ijsbeerhuid of het materiaal. Als vierde vind ik dat biophilyc design moet zijn gericht op mensen. We zijn nu bezig om met een gezond-bouwen-club vast te leggen waar de winst van mensvriendelijke gebouwen in zit. De utiliteit staart zich blind op energiekosten, maar die maken slechts één procent uit van de operationele kosten van een bedrijf. Terwijl negentig procent opgaat aan personeel. Als wij kunnen aantonen dat een prettig gebouw tot minder ziekteverzuim leidt en daarmee geld oplevert, is dat een belangrijke motivator voor investeerders om het over een andere boeg te gooien.” Grote kansen in labelling Bruggink maakt zich geen illusies: de economie draait op geld en prestige en als je wilt dat investeerders een vernieuwing doorvoeren, heeft het
82 | de Architect, juni 2016
geen zin om te beweren dat het beter is voor het milieu of toekomstige generaties. Je kunt beter voorrekenen dat er winst te behalen valt, zorgen dat een bedrijf zich er positief mee kan profileren of maken dat de overheid het voorschrijft. Mede daarom is Bruggink sinds kort voorzitter van de adviesgroep nieuwbouw en renovatie van breeam nl. “Ik streef ernaar dat breeam materialen hoger gaat waarderen, zodat de grote bouwers en ontwikkelaars duurzamere materialen gaan gebruiken. Want dat is hard nodig. The Edge bijvoorbeeld, dat volgens de normen hét state of the art duurzaamste gebouw van dit moment is, herbergt nauwelijks natuurlijke of biobased materialen. Want dat helpt nu niet om goed te scoren op het puntenlijstje waarmee je in de branche indruk maakt.” Bruggink verwacht dat als duurzame materialen beter worden gewaardeerd, ontwikkelaars vanzelf naar boeren op Texel zullen bellen met de vraag of die nog voldoende schapenwol op voorraad hebben voor hun isolatie, met als gevolg dat de biobased productleveranciers gaan upgraden en het gebruik van biobased materialen normaal wordt. “Nu is het vaak nog een probleem dat biobased producten slecht leverbaar zijn, dat de kwaliteit niet constant is en dat ze niet zijn gecertificeerd. Maar als de markt naar grote hoeveelheden gaat vragen, dan komt de financiering op gang, dan kunnen de bedenkers gaan werken aan een hoogwaardig, constant product, en dan wordt het verwerkbaar voor iedereen die dat wil.” Een probleem daarbij is overigens dat je in Life Cycle Analysis alles kunt doodrekenen. “Hout komt er nu slechter uit dan beton. Dan is er in mijn ogen toch iets mis met de berekening. Of beter gezegd: met de aannamen die aan de berekening ten grondslag liggen. Want hoe objectief een berekening misschien ook lijkt, de uitkomst wordt geheel gestuurd door aannamen vooraf. Een bekend voorbeeld is de melkfles-melkpakdis-
DB “De grondstof voor een product moet hergroeibaar zijn in de levensduur van dat product”
cussie. De industrie onderzocht wat duurzamer was, een melkfles of een melkpak. Eerst ging men er vanuit dat de melkfles twintig keer kon worden hergebruikt voordat hij brak en was dit de duurzaamste optie. Maar toen zei de vertegenwoordiger van de supermarkten dat de klanten geen melkflessen willen die een beetje oud ogen en werd de aanname over het aantal keren dat een fles kan worden hergebruikt teruggeschroefd naar vijf. Toen won het melkpak. Zo arbitrair zijn al die berekeningen.” Een andere belangrijke trekkracht kan volgens Bruggink komen van de overheid. “Als die bepaalt dat een opdracht niet naar de goedkoopste aanbieder gaat, maar naar de aanbieder die de meeste biobased materialen toepast, kan een kleine revolutie ontstaan. De overheid probeert nu te sturen met stimuleringsmaatregelen, maar dat is moeilijk. Ik denk persoonlijk dat het meer effect heeft om harder te trekken.” Wat is circulair eigenlijk? De term ‘circulair’ hangt boven begrippen als duurzaam en ecologisch, in de vorm van twee gesloten cirkels, bekend van Cradle to Cradle. Het gaan over veel meer dan over materiaal en energie alleen. De technische cirkel bevat de technische, niet-composteerbare materialen, zoals kunststoffen en metalen. De biologische is bekend van termen als biobased, biodegradable en renewable. “Soms kun je dingen uit de technische cirkel verplaatsen naar de biologische. Biofoam is een goed voorbeeld. Deze schuimisolatie uit honderd procent hernieuwbaar materiaal is volledig afbreekbaar, terwijl je het schuim toch op dezelfde manier kunt verwerken als het chemische voorbeeld waarnaar het is gemaakt. Dat is een mooie ontwikkeling, omdat het voor bouwers vele malen gemakkelijker is om een biobased product toe te passen, als ze het op dezelfde wijze kunnen verwerken als het standaard product.” Een voorwaarde voor het biobased label is niet alleen dat het product biologisch afbreekbaar is, maar ook dat het kan hergroeien. “Wij hanteren de standaard dat de grondstof voor een product hergroeibaar moet zijn gedurende de levensduur van datzelfde product.” “Biobased materialen gaan ervoor zorgen dat we het fossiele tijdperk achter ons gaan laten. De bouwsector is verantwoordelijk voor de helft van
de Architect, juni 2016 | 83
Helden Daan Bruggink
Turntoo Thomas Rau startte het bedrijf Turntoo dat een product beschouwt als een grondstoffendepot dat terugkeert naar de fabrikant aan het einde van zijn levenscyclus. Op deze manier blijven componenten en materialen beschikbaar voor toekomstig gebruik en worden fabrikanten gestimuleerd om te kiezen voor betere ontwerp- en materiaalkeuzen.
DB “Je hebt de kennis van anderen nodig om op een innovatieve manier te leren bouwen” het energieverbruik, de helft van de co2-uitstoot, een kwart van de afvalproductie en een kwart van het weggebruik. Daardoor is de sector sterk afhankelijk van fossiele grondstoffen voor materialen en energie in bouw, exploitatie en vervoer. Dat is niet vol te houden. Biobased materialen maken dat we loskomen van langcyclische fossiele grondstoffen en daarvoor kortcyclische natuurlijke grondstoffen gaan toepassen.” Bruggink verwacht dat we in de toekomst de materialen die niet te vervangen zijn door materialen die we kunnen maken van restproducten uit de landbouw, zoals hoogwaardige metalen, steeds vaker zullen hergebruiken in hoogwaardige toepassingen. De rest maken we dan van natuurlijke grondstoffen. Voor dat hergebruik is het belangrijk dat de producten waar deze materialen in zijn verwerkt, demontabel zijn. Dus geen kit en pur. Bovendien moeten de bouwstenen zo klein mogelijk zijn. Je kunt eenvoudig niet weten wat we over honderd jaar nodig hebben. “Je moet verder denken dan de zogenoemde legolisering van de bouw. De bouwdelen moet je prefab in de fabriek monteren tot grotere delen, die op de bouwplaats weer worden samengesteld tot het gebouw. Dat gebouw moet zo gebruiksvriendelijk zijn als de auto, inclusief de afstandsbediening voor het slot. Bij sloop is het gebouw demontabel tot op het kleinste niveau. Je kunt toekomstige generaties namelijk niet opzadelen met complete bouwdelen waar ze geen behoefte aan hebben. De eisen veranderen, dus je weet niet welke eisen er straks aan bijvoorbeeld een venster worden gesteld. Het heeft in mijn ogen geen zin om te proberen dingen toekomstbestendig te maken. Wel is het belangrijk om goed te documenteren welke materialen er precies in het gebouw zitten, zoals bij het gebouwenpaspoort van Thomas Rau.” Overigens begint afval op dit moment snel aan
84 | de Architect, juni 2016
waarde te winnen. Chinezen kopen Europees schroot op per container, om het te verwerken tot nieuw staal. En in Duitsland worden afvalbergen alweer afgegraven. “Ze worden ontgonnen, als waren het mijnen. Men zoekt naar hoogwaardige metalen en hergebruikt die in bijvoorbeeld televisies.” Samenwerken met aannemers Samenwerking en horizontaliteit zijn volgens Bruggink kernbegrippen in de circulaire economie. Want alleen door samen te werken, kun je elkaar begrijpen en onderkennen dat je hetzelfde doel nastreeft. En dan lijkt een doel ineens haalbaar. Ook ontstaan innovaties vaak uit samenwerking. Een van de mooiste uitspraken die Bruggink doet tijdens het interview dat tot dit artikel heeft geleid luidt: “Iedereen wil hetzelfde. Je hoeft dus niet tegenover elkaar te staan.” Kijk. Dat zijn nog eens inzichten. Waar veel mensen het gevoel hebben ten strijde te moeten trekken tegen autoriteiten en instanties, betrekt Bruggink Monumentenzorg, Welstand en andere organisaties zo vroeg mogelijk bij zijn opgave, zodat ze samen naar een oplossing kunnen zoeken. Min of meer volgens hetzelfde principe heeft hij een aannemer in huis gehaald. “Ik ontwerp al vanaf het begin van mijn praktijk ecologisch. Maar daarbij liep ik steeds tegen dezelfde problemen aan: aanbestedingen worden gewonnen door de goedkoopste aanbieder, per definitie vaak de slechtste. Degene die niet doordenkt over de gevolgen op langere termijn, die geen vernieuwende ideeën aandraagt bij zijn opdrachtgever. En ik moest elke keer de basisbeginselen van het ecologisch bouwen verdedigen. Want elke keer had ik te maken met een nieuwe ploeg die het niet begreep en die onwillig stond tegenover mijn manier van bouwen.” “Toen hebben we het omgedraaid en de aannemerij naar ons toe gehaald. Ik had een aantal projecten gedaan met Patrick Schreven en die samenwerking verliep goed. Hij heeft min of meer dezelfde ideeën en dromen als ik. Toen heb ik gevraagd of hij zich wat vaster aan mij wilde verbinden. Daarmee ben ik van een hoop gezeur af. We bieden ons namelijk samen aan. Dus als de opdracht binnenkomt, zit hij meteen in het bouwteam.” Bruggink heeft zo geen gesteggel meer over materiaalkeuzen, maar Schreven wel. Die probeert
daarom op zijn beurt een netwerk op te bouwen met gelijkgestemde onderaannemers. Een uitdaging bij deze samenwerking is dat opdrachtgevers bang worden dat ze de hoofdprijs betalen. “Dat hebben we opgelost door transparant te zijn. Als we een offerte maken, tonen we de percentages die we verdienen en leggen we de offertes van de onderaannemers op tafel. Ook hebben we een oplossing bedacht voor meerwerk: we maken een pot waar het geld van de meevallers ingaat en dat bewaren we voor de tegenvallers. Als aan het einde van een traject geld over is, wordt dat verdeeld tussen opdrachtgever en aannemer.” Professionele partners vinden het volgens Bruggink geweldig, maar de particulier heeft er meer moeite mee. “Die zit op elk dubbeltje en snapt niet hoe lijntjes lopen.” Het ultieme gebouw Samenwerkingen zijn volgens Bruggink een voorwaarde voor innovatie. “Je hebt de kennis van anderen nodig om op een innovatieve manier te leren bouwen. Daarom ben ik net weer een nieuwe samenwerking aangegaan, met Daniël Vlasveld, een oud-studiegenoot van me die zich heeft gespecialiseerd in passiefbouwen. Wij zijn gefocust op materialen en de passiefbouwers zijn dat op energie. Nu willen we kijken of we beide passies kunnen verenigen tot ecologische passiefbouw. Het mooie is dat we meteen al een groot project hebben binnengehaald waar we dit kunnen uitproberen.” Vlasveld werkt met het PassiefHuis ProjectenrekenPakket (phppsysteem). Dit is een computerprogramma waarin je alle waarden van een gebouw invoert. “Letterlijk alles, inclusief de apparaten en bomen in de omgeving. Je moet het zien als een designtool: vanaf het begin weet je wat je gebouw energetisch doet en kun je daarop ontwerpen. En als het ons dan lukt om dat passieve gebouw de vier natuurlijke uitgangspunten van biophilic design mee te geven én dat allemaal als een mooi architectonisch geheel, dan hebben we wat mij betreft het ultieme gebouw ontworpen.”
Productinformatie
Daken en gevels
Energiebesparende, onderhoudsarme en esthetische producten trespa.com Spelen met licht
gevelnet.nl Onderhoudsarm
Trespa introduceert het Trespa®
Profort+ is een onderhoudsarme gevelbekleding gemaakt van 90%
Meteon® Lumen-assortiment.
gerecyclede kunststoffen. Profort+ is de opvolger van de Profort col-
Hiermee kunnen architecten en
lectie. Het belangrijkste verschil is de luxe afwerking van de panelen.
ontwerpers spelen met een com-
Het materiaal is voorzien van een matte uitstraling en een woodgrain
positie van lichtreflecties op
structuur waardoor het oogt als hout. Het assortiment bestaat uit
gevels en op creatieve wijze
enkelrabat panelen en aluminium afwerkingsprofielen in bijpassende
natuurlijk licht als ontwerp-
kleur. Profort+ heeft brandklasse b.
element introduceren. Het licht kan gereflecteerd, verspreid, versterkt of afgezwakt worden. Trespa® Meteon® is een hplcompact materiaal met een geintegreerd oppervlak. De mix van tot 70% hout gebaseerde vezels en thermohardende harsen, levert een zeer stabiele, onder hoge druk en hoge temperaturen vervaardigde, dichte plaat op met een uitzonderlijke maatvastheid en een goede sterkte-gewichtverhouding.
renson.nl In zuidelijke sferen
caparol.nl Milieuvriendelijk isoleren
Algarve ‘Classic Line’ van Renson is een terrasoverkapping met kantel-
Milieuvriendelijk isoleren van gevels is mogelijk met Capatect Natuur+.
bare aluminium lamellen in het dak waarmee men de lichtinval op het
De platen van het isolatiesysteem zijn vervaardigd op basis van hennep.
terras volledig zelf bepaalt. Door de klassieke afwerking met sierlijsten
Hennep isoleert niet alleen, maar draagt dankzij goede bouwfysische
en decoratieve lijnen in de kolommen is Algarve ‘Classic Line’ een
eigenschappen ook bij aan een aangenaam binnenklimaat. Verder is
duurzame en onderhoudsvriendelijke oplossing met een prachtige
hennep vriendelijk voor de huid en zorgt het voor een goede geluids-
klassieke uitstraling. De terrasoverkapping kan aan de gevel gemon-
isolatie. Na gebruik is het isolatiemateriaal ook volledig te recyclen.
teerd worden of losstaand. De zijden van Algarve ‘Classic Line’ kunnen afgesloten worden met Fixscreen doekzonwering voor extra bescherming tegen wind, zon en regen.
isobouw.nl Eenvoudige montage SlimFix RenoTwin van IsoBouw kan vrijdragend worden gemonteerd op vrijwel ieder onderdak dankzij het gebruik van stelschroeven. Met SlimFix RenoTwin kan een reeds aanwezige isolatielaag worden geïntegreerd in het nieuwe isolatiepakket. De isolatie is tweezijdig gecacheerd met een thermisch reflecterende alu-folie. De bovenzijde bevat drie ingelijmde houten regels die het element extra constructieve sterkte geven. De langszijden zijn voorzien van een messing-groefverbinding waardoor warmtelekken worden voorkomen. SlimFix RenoTwin is waterdicht, maar toch dampopen. SlimFix RenoTwin is leverbaar met een Rc-waarde tot 8.0.
88 | de Architect, juni 2016
Productinformatie Daken en gevels
mobilane.nl Groene wand in Hongkong
zinco.nl Van groen naar blauw Het AquaTec at 45 systeem van ZinCo bestaat uit een drainageplaat
aquaco.nl Schelpen slaan water op
Projectontwikkelaar Couture
met druppelslang die permanent water bergt onder de daktuin. De
Homes uit Hongkong heeft bij de
totale waterbuffering van het systeem op het dak varieert hierdoor van
vergroening van een nieuwbouw-
minimaal 65 liter/m² tot wel 225 liter/m². Door middel van dit systeem
project in Hongkong gekozen
kan overtollig water na reiniging weer worden hergebruikt in de dak-
voor het zogenoemde LivePanel-
tuin en kan in detail een enorme besparing doorgevoerd worden in de
systeem van Mobilane uit Leer-
opbouwhoogte en gewichten van het begroeide dak. Met de
sum. De plantenwand LivePanel
reguliere en afgekoppelde hemelwaterafvoeren wordt het systeem
is niet grondgebonden en
aangesloten op het reinigingssysteem.
bestaat uit een modulair systeem op basis van verwisselbare plantcassettes (40 x 40 cm). Elke rij met cassettes wordt in een alumi-
Met AquaStore van AquaCo wordt overtollig regenwater in een met
nium gootprofiel van ongeveer
schelpen gevulde buffer opgeslagen. Zuivering vindt plaats door
7 cm hoog geplaatst. Het goot-
dezelfde schelpen en een fijn mineraal filtermateriaal. Het regenwater
profiel dient tevens als water-
wordt zo geschikt gemaakt voor hergebruik in en rondom het pand.
buffer. De planten in de cassettes
Met deze verfijnde techniek ontstaat water wat voldoet aan het infil-
worden automatisch van water
tratiebesluit en kan hergebruikt worden als was-, blus- en spoelwater
voorzien door een innovatief
voor toiletten en water via watergeefinstallaties voor tuinen, gevels,
capillair watergeefsysteem.
vijvers en het begroeide dak. Toegepaste technieken die ook nog eens
Het watergeefsysteem wordt
extra beloond worden vanuit Breeam en gpr scores, Mia Vamil-
aangestuurd door sensoren in de
regelingen en gemeentelijke subsidies.
wand en is volledig vorstbestendig. Het LivePanel-systeem is onderhoudsarm, lekvrij en ongevoelig voor storingen. Bij ontmanteling is de plantenwand volledig recyclebaar.
hunterdouglascontract.com Beduidend lichter
brakelatmos.com Geen ontkomen aan
Hunter Douglas presenteert een vernieuwde versie van gevelbekle-
Brakel Atmos plaatste dit voorjaar de eerste Mediaglass® gevel. De
dingssysteem QuadroClad® 200 (qc200). Het frame in het paneel is
Mediaglass® gevel brengt reclameboodschappen de hele dag scherp in
aangepast: het onderprofiel heeft nu dezelfde uitsparingen als de zij-
beeld en is volledig transparant. Bovendien is deze mediaoplossing
profielen. Dit maakt het gehele paneel 10% lichter. Bijkomend voordeel
overal toepasbaar en kan die zowel in nieuwbouw als in bestaande
is dat de montage eenvoudiger wordt door de achterconstructie aan te
gevels worden geïntegreerd. De gevel maakt gebruik van ledtechniek.
passen. Dit bespaart arbeidstijd en -kosten. Ook is het mogelijk om de
Het aantal benodigde leds en de verdeling ervan over de beglazing is
voegstrip in hetzelfde materiaal als de qc200-panelen te leveren. Door
afhankelijk van de gebouworiëntatie. Gewerkt wordt met de aller-
de voeg optisch te sluiten, lijkt de gevel één geheel zonder onder-
nieuwste leds, die borg staan voor een laag energieverbruik en een
brekingen. qc200 is verkrijgbaar in zes verschillende kleuren zink en in
hoge lichtopbrengst. De Mediaglass® gevel kan in vrijwel elke gewenste
geanodiseerd zwart aluminium.
afmeting en in elke glassamenstelling uitgevoerd worden.
90 | de Architect, juni 2016
Productinformatie Daken en gevels
Ervaringen delen en ideeën uitwisselen Onder het motto ‘De kracht van keramiek, de wereld van Wienerberger’ laat de producent professionals in de bouw opnieuw kennismaken met een oer-Hollands en duurzaam materiaal: keramiek. Klanten – van ontwerper tot uitvoerder – vertellen in blogs en interviews over hun bouw- en bestratingsprojecten en leggen uit hoe keramische materialen toegepast kunnen worden. www.wienerberger.nl
sabprofiel.nl Snel gebouwd Langs de a13 bij Delft staat de nieuwe groothandel van Hanos prominent langs de snelweg. De groothandel met een oppervlakte van ruim 30.000 m² werd in slechts negen maanden gebouwd. Dit was mogelijk met de sab blinde wandpanelen (sab wb 120.1000 m8l) en warmdakprofielen (sab 135r/930). De warmdakprofielen zijn uitgevoerd in zuiverwit ral 9010, wat zorgt voor meer reflectie dan de standaard ral 9002. Deze kleur draagt bij aan een fris interieur waarin de horecaproducten goed uitkomen.
steni.nl Massief en licht Hoe gaat u de hoek om in de gevel? Wat is technisch en esthe-
rheinzink.nl Klassiek of modern?
tisch de meest fraaie oplossing? Steni-hoekoplossing in L- en U-vorm bieden uitkomst. Waar bij
Rheinzink is gewalst zink op blad of band dat al meer dan vijftig jaar
hoekoplossingen en aansluitin-
wordt geproduceerd. Er zijn veel opties: felsbanen, losanges, plank- en
gen twee losse panelen elkaar
rabatpanelen. De verschillende systemen kunnen een ontwerp zowel
ontmoeten, kan in een Steni-
een klassiek als modern uiterlijk geven. Alle gevelsystemen kunnen in
ontwerp één compleet element
de drie varianten van de patina line worden uitgevoerd. Naast het wals-
worden uitgetekend. Deze
blanke (bright-rolled) materiaal zijn er twee andere varianten met een
elementen worden custom made
natuurlijke voorgepatineerde oppervlaktelaag: blue-grey en graphite-
geprefabriceerd. Daardoor geven
grey. Rheinzink-prepatina blue-grey is voorgepatineerd rheinzink met
de elementen de gevel een mas-
een blauwgrijs uiterlijk. De patinalaag die normaal nog moet ontstaan
sief uiterlijk, terwijl het op een
op walsblank zink, is hier al fabrieksmatig opgewekt.
lichte manier wordt gebouwd.
isobouw.nl Slimme oplossing SlimFort van Isobouw is een isolatie- en tevens bevestigingssysteem voor gevels die met een esthetische schil worden afgewerkt. De geïntegreerde beugels in de plaat garanderen een doorlopende isolatielaag met een absoluut minimum aan thermische onderbrekingen en een gegarandeerde ventilatie tussen de eps-isolatie en de gevelbekleding. SlimFort is te krijgen in vijf standaarddikten afhankelijk van de gevraagde isolatiewaarde, van rc 2.5 tot en met rc 5.0. Op aanvraag kan men zelfs rc 7.0 isoleren in een tweelaagse oplossing.
alucobond.nl Duidelijk herkenbaar Het Fraunhofer Instituut voor Mariene Biotechnologie (emb) in Lübeck (d) is door Müller Reimann Architekten tot een duidelijk herkenbaar volume gereduceerd en neemt een opvallende plaats in op het grondstuk. Het complex rust op een massieve sokkel met openingen voor de in het gebouw aanwezige speciale nutsvoorzieningen. De felle bekleding van gevoegde stenen panelen geeft aan de sokkel zijn uniforme en massieve uitstraling. De gelijkmatige, modulaire structuur van verticale alucobond®-lisenen van de daarboven liggende bouwconstructie vormt het schakelelement met de vier zijden van de verdiepingen. De gevels krijgen een reliëfstructuur dankzij de diagonale plooien van de lisenen die aan de gevels hun ritme en dynamiek geven.
92 | de Architect, juni 2016
Productinformatie Daken en gevels
kalzip.com Voordelige renovatie
rockpanel.nl Ruime brandveilige keuze
Kalzip biedt met de profielen if 65/537 en wf 65/537 voordelige renovatieoplossingen. Kalzip if 65/537 is een industrieel daksysteem
Het onderhoudsarme plaat-
uitgevoerd in Stucco aluminium en Kalzip wf 65/537 is met zijn gladde
materiaal in fs-Xtra uitvoering
AluPlusPatina uitvoering de esthetische variant. Het Kalzip if 65/537
van rockpanel voorziet in een
industriedak is een duurzaam alternatief voor platte daken van indus-
breed assortiment dat bestaat uit
trie- en bedrijfshallen. Het daksysteem is ideaal wanneer extra waarde
de kleurrijke ‘Colours’, de extra-
wordt gehecht aan een minimale onderhoudsbehoefte, duurzaamheid
vagante ‘Chameleon’, de ele-
en de veiligheid van een ‘harde dakbedekking’.
foreco.nl Samen garant Foreco, Drywood Coatings, Lenferink mva en Arch Timber Protection slaan de handen ineen voor Plan@Wood, een totaaloplossing voor houten gevelprojecten. Huidige trends en regelgeving vragen om meer samenwerking en betere afstemming van onderdelen en technieken. Door betere afstemming is het mogelijk een grotere milieuwinst te realiseren met een fraaie uitstraling en garantie ten aanzien van
gante ‘Woods’ en de moderne
de brandveiligheid.
‘Metallics’. Het hele assortiment is kleurvast, niet richtingsgevoelig en onderhoudsarm. Alle
tomaello.nl Van idee naar uitvoering
kleuren en designs kunt u, met uitzondering van rockpanel Woods, in alle richtingen ver-
Tomaello maakt gevels op maat van hoogwaardig architectonisch
werken. Omdat rockpanel Woods
beton of terrazzo, in iedere denkbare uitvoering. Sinds 1924 produ-
ook in fs-Xtra uitvoering verkrijg-
ceerde en plaatste het bedrijf honderden prefab gevels. Van strakke
baar is, kunnen opdrachtgevers
basic designs tot prestigieuze maatprojecten zoals: Multifunctioneel
hun ontwerpen de ‘look’ van
Centrum Turfschip in Etten-Leur en g.s.c. Vindicat Atque Polit in
natuurlijk hout meegeven, zon-
Groningen. Tomaello werkt nauw samen met architecten en
der zich zorgen te hoeven maken
kunstenaars en vertaalt hun ideeën naar de tekentafel.
over de brandveiligheid. De fsXtra uitvoering voldoet aan de
deceuninck.be Energie besparen kan ook met mooie gevel Isofinish is een buitengevelsysteem dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan Nul-op-de-Meter (nom) en energetisch en esthetisch oplossingen biedt. Het concept combineert de Powerwall isolatieplaten van Recticel Insulation, de gevelschroeven van Borgh en de gevelafwerking van bijvoorbeeld Deceuninck. Door hun beperkte dikte zijn de Deceuninck gevelplanken uitermate geschikt als afwerking van een geïsoleerde buitenmuur. Het Isofinish-systeem dat aan de bestaande gevel bevestigd wordt, resulteert in een flinke energiebesparing. Afhankelijk van de, vrij te kiezen, isolatiewaarde zijn besparingen van tientallen procenten mogelijk.
94 | de Architect, juni 2016
Europese brandklasse A2-s1, d0.
de Architect bijeenkomsten Erasmus University College
Thema: Circulair bouwen
Verslag projectbezoek
Projectbezoek
Erasmus University College in Rotterdam
Op 12 mei 2016 organiseerde de redactie van de Architect in samenwerking met Derako een projectbezoek aan het Erasmus University College in Rotterdam. Het was de tweede in een reeks van zes bezoeken aan toonaangevende en inspirerende projecten in Nederland. Tijdens ieder projectbezoek informeren opdrachtgever en architect de bezoekers over alle ins & outs van het project en wordt de samenwerking met de toeleveranciers uit de doeken gedaan.
9 juni 2016 Stadskantoor Venlo
In 2014 transformeerde (designed
De belangstelling van opdrachtgevers
Belangrijk onderdelen van dit type
in de stad was verlopen. Deze werd
Steden concurreren steeds meer met
by) Erick van Egeraat de voorma-
voor circulair bouwen neemt toe. Als je
onderwijs zijn de internationale oriën-
voor een groot deel gevoed door het
elkaar; steden die het meest gevarieerd
lige stadsbibliotheek van Rotterdam,
je als architect hierop focust en dit goed
tatie en het residentiële karakter. Tot
dreigende vertrek van het University
en die grote en kleine schaal het beste
een ontwerp van stadsarchitect J.B.
weet uit te voeren, dan verwacht Van
de sterke punten van deze bachelor-
College naar Dordrecht. Rotterdam
weten te koppelen, hebben in deze
Logemann, tot een nieuwe faculteit
der Lugt dat architecten voor zichzelf
opleiding kunnen volgens Van Maurik
wil zich profileren als een woon- en
competitie een voordeel. De inzet van
voor de opleiding opleiding Liberal Arts
een betere positie in de markt creëren.
de kleinschaligheid en de gunstige ratio
werkstad voor jonge, hoogopgeleide
de expo is om ook in Rotterdam deze
& Sciences. De architect heeft allereerst
Als je start ‘from scratch’, is circulair
tussen docenten en studenten worden
mensen en daarvoor is het vasthouden
variëteit in activiteiten en schaal-
de oorspronkelijke elementen zichtbaar
bouwen goed te doen; ingewikkelder is
gerekend.
en aantrekken van studenten naar de
grootten te vergroten. Ze zal daarvoor
gemaakt, waardoor de rijkdom van
het als het gebouw er al staat, aldus Van
Hij vertelde dat ondanks de aanwezig-
binnenstad een belangrijk middel. Ook
moeten worden geherprogrammeerd.
het gebouw weer naar voren komt.
der Lugt. Hij liet zien hoe je met behulp
heid van duizenden studenten bijna
de zichtbaarheid van de studenten is
Daarna ging hij in op de transforma-
Daarna heeft hij aan dit bestaande, uit
van slimme transformaties en met
niemand Rotterdam als een studenten-
belangrijk.
tie van de voormalige bibliotheek
de slaap gekuste gebouw een nieuwe
gebruik van hout in de plafonds en de
stad ziet. Eerdere pogingen om de
In haar bidbook benadrukte de
tot Erasmus College, te zien als een
ontwerplaag toegevoegd, waardoor een
wanden kille, brutalistische gebouwen
universiteit naar het centrum te halen
gemeente de veelzijdigheid van de
prototype van bedoelde herprogram-
eigentijds gebouw is ontstaan.
uit de jaren zestig kunt transformeren
waren op niets uitgelopen. In 2010 be-
grote stad en de faciliteiten daarvan.
mering. Wat we moesten doen stond
tot aangename omgevingen. Hij pleitte
sloten stad en universiteit een nieuwe
Vervolgens bracht ze de beschik-
al snel redelijk vast, zei Van Egeraat,
Transformatie en materiaalgebruik
voor het veel meer gebruiken van
poging te wagen met het University
bare locaties met gebouwen in
we hebben vooral hard gewerkt aan de
Het stadskantoor van Venlo is onderdeel van een nieuwe generatie gebou-
Na de introductie door Harm Tilman,
biobased materialen zoals bamboe en
College. Afspraak was dat de gemeente
kaart om de universiteit te verleiden
uitwerking. Het gebouw zelf leende zich
wen die volledig circulair wordt gebouwd. Het gebouw is opgezet als een
hoofdredacteur de Architect, gaf Pablo
hout in de revitalisering van gebouwen.
het gebouw zou ontwikkelen, terwijl
alsnog in Rotterdam te blijven. De
heel goed voor de nieuwe bestemming,
grondstoffenbank die de lucht zuivert, energie opwekt en waterkringlopen
Tekst
van der Lugt, adviseur en docent van tu
Anders dan materialen uit de techni-
de universiteit het zou huren. Voorts
keuze viel uiteindelijk op de voormalige
het is hoger en ruimer, terwijl de muren
sluit. Blikvanger is de groende wand die opgezet is als een verticale tuin en
Harm Tilman
Delft, een presentatie over herbestem-
sche cyclus, zijn biobased materialen
besloot zowel de stad als de universiteit
Gemeentebibliotheek, op grond van
dikker en steviger zijn. Met een oud ge-
waar een glazen waterval doorheen loopt. Alle grondstoffen die het gebouw
men, circulaire economie en materiaal-
hernieuwbaar en verbruiken ze veel
dezelfde architect in te huren. Zowel
haar ligging, de sfeer en het voorzienin-
bouw is simpel veel meer mogelijk dan
ingaan worden zo veel mogelijk teruggegeven voor her-gebruik. Doelstelling
Beeld
gebruik. Herbestemmen betekent dat
minder energie. Maar belangrijker, ze
exterieur en casco als interieur zijn door
genniveau van het stadsdeel waarin ze
je ooit in nieuwbouw kunt bereiken. Dat
is een gezond en prettig gebouw, maar ook een gebouw waarvan de investe-
Kalynda Haaf
je minder grondstoffen moet gebruiken
brengen levenslust terug in gebouwen.
dezelfde partij ontworpen.
ligt, de bereikbaarheid en ten slotte de
is ook de waarde van transformatie en
ringen zich op den duur terugverdienen.
architectuur van het gebouw.
herbestemming. Erick van Egeraat: “We
Het projectbezoek biedt je exclusieve toegang tot dit spraakmakende
hebben al die spullen al, dus waarom
nieuwe architectuurproject. Tevens worden de bezoekers ingelicht over alle
zou je ze in godsnaam nieuw bouwen?”
ins & outs van dit bijzondere gebouw. Zowel opdrachtgever als architect
en dat je deze zo veel mogelijk in kringlopen moet zien onder te brengen,
Casco en interieur
Zoektocht naar locatie
aldus Van der Lugt. Het streven daarbij
Job van Maurik, zakelijk directeur van
Rein van der Sluijs, projectleider
Investeringen in architectuur
is grondstoffen even of meer hoogwaar-
het Erasmus College, ging in op het
gemeente Rotterdam, vertelde hoe de
In de discussie werd ingegaan op
dig opnieuw te kunnen toe te passen.
concept van het Erasmus College.
zoektocht naar een geschikte locatie
de investeringen die beide partijen
Rondleidingen door Erasmus
hebben gespeeld. Daarnaast laten de toeleveranciers zein welke innovaties
hebben gedaan in de architectuur van
University College
ze met het oog op de circulaire gedachte hebben ontwikkeld en hoe ze de
het gebouw. Job van Maurik gaf aan
Daarna kregen de aanwezigen de
businesscase van dit gebouw hebben weten te stimuleren. Na presentaties
dat de markt van University Colleges
kans om in drie groepen van vijftien
door de experts en de rondleiding heb je gelegenheid na te praten op de
zeer competitief is. De groeicijfers van
personen het Erasmus College met
afsluitende borrel.
twintig procent studenten per jaar voor
eigen ogen te aanschouwen. Ze raakten
Erasmus zijn volgens hem direct te
onder de indruk van de manier waarop
14.00 uur
Ontvangst
herleiden tot de architectuur van het
de architect aan de architectuur van het
14.30 uur
Welkom door
gebouw. Ook voor de stad is de aanwe-
gebouw heeft gewerkt. Veel aandacht is
Harm Tilman, hoofdredacteur de Architect
zigheid van het Erasmus een wezenlijke
besteed aan het versterken van de
14.45 uur
Presentatie opdrachtgever
verrijking. Haar investering van twintig
kwaliteiten die het gebouw bezit en
Michel Weijers, c2c Expolab
miljoen zal de gemeente in een periode
dat is aan de afwerking van het gebouw
15.00 uur
Presentatie architect
van veertig jaar terugverdienen.
goed af te zien. De nieuwe laag maakt
Hans Goverde, architect partner Kraaijvanger
daar op een vanzelfsprekende manier
15.15 uur
Presentatie materie partner Derako
Herprogrammering van Rotterdam
deel van uit. Resultaat is een gebouw
Peter van Laar
Erick van Egeraat ging eerst in op de
dat duurzaam en van waarde is. En
15.30 uur
Presentatie materie partner Mosa
expo die hij samen met een aantal
perfect lijkt toegesneden op de functie
Dorien van der Weele
medestanders organiseert voor
die het moet vervullen.
15.45 uur
Presentatie materie partner Tata Steel
Rotterdam. Een expo is een feestje voor
Bauke Hoekstra Bonnema
de industrie om te laten zien wat is ont-
16.00 uur
Rondleiding Stadskantoor Venlo
wikkeld. We hebben zoiets nodig, aldus
17.00 uur
Gemeenschappelijke borrel
Van Egeraat, omdat de Nederlandse
18.00 uur
Einde programma
laten hun licht schijnen op het circulaire bouwen en de rol die ze hierin
Delta hard toe is aan een vernieuwing.
96 | de Architect, juni 2016
de Architect, juni 2016 | 97