Bouverne Magazine herfst-winter 2023

Page 1

MAGAZINE | NUMMER 12 | 2023


Further together. THE NEW CAYENNE TURBO E-HYBRID COUPÉ WITH GT PACK AGE.

Brandstofverbruik gecombineerd in l/100 km: 1,9-1,8 (WLTP, gewogen) CO₂-emissies gecombineerd in g/km: 43-40 (WLTP, gewogen) Gecombineerd elektriciteitsverbruik in kWh/100 km: 31,1-30,2 (WLTP, gewogen) Elektrische actieradius volgens WLTP in km: 71-72 (EAER) - 79-82 (EAER stad) Status: 08/2023

Porsche Centre East-Flanders Kortrijksesteenweg 11 9830 Sint-Martens-Latem +32 9 282 24 22 porsche@carreramotors.be www.carreramotors.be



PENELOPE CRUZ


CHANEL.COM

IT’S ALL ABOUT SECONDS


JENNIFER LAWRENCE

MINI

DOLCEVITA


EDITO

Magazine Ӏ Verschijnt 2x per jaar Ӏ Nummer 12 Ӏ Najaar 2023 Regie, productie en contact: Patrick Van Loo – +32 (0)474 824 500 – patrick.vanloo@outlook.com Opmaak en Layout: Graphius Gent - www.graphius.com Verantwoordelijke uitgever: Antony Bouverne, Kortedagsteeg 37-39, 9000 Gent www.facebook.com/bouvernejewellers - www.instagram.com/bouverne_jewellers Bouverne Magazine is een private productie die niet bestemd is voor de verkoop. De distributie geschiedt enkel op privéadres en via deelnemende partners en gelieerde merken. Bouverne Magazine wordt met zorg gedrukt door Graphius.

KORTEDAGSTEEG 37-39, 9000 GENT



BOUVERNE MAGAZINE | ELLEN DANNEELS

‘ALS IK THUIS EEN BIJENZWERM HEB, BEN IK MEER BEZIG MET DE BUREN DAN MET DE ZWERM.’

E

LLEN DANNEELS (°1985) DRAAGT DE WELLUIDENDE TITEL VAN IMKERCONSERVATOR BIJ HONEYBEE VALLEY. ZE IS GEFASCINEERD DOOR DE HONINGBIJ, PERSOONLIJK EN ALS WETENSCHAPPER.

VIJF JAAR GELEDEN STARTTE ZE ZELF ALS IMKER. HELAAS ZIJN DE OMSTANDIGHEDEN VOOR DE WONDERLIJKE SOCIALE INSECTEN NIET TE BEST. ‘WE HEBBEN NIET TE WEINIG HONINGBIJEN, MAAR ZE ZIJN TE ZWAK.’

T ekst : Bert Voet F otografie : Thomas De Boever

‘Gewoon niet voor de kast gaan staan – ze zijn rustig, ze zullen niks doen.’ Nadat Ellen Danneels ons op Campus Sterre door de pas aangelegde bijentuin met veel open, stuifmeelrijke bloemen zoals ijzerhart en verbena heeft geleid, opent ze zonder handschoenen een bijenkast. Bijen kúnnen agressief zijn, maar Danneels gebruikt koude houtrook om haar volken rustig te maken. ‘Dat werkt op hun instinct: ze denken dat er bosbrand is, pompen hun maag vol met honing en vluchten’, legt ze uit. ‘Dan zijn ze daarmee bezig, en niet met de imker.’ Het neemt niet weg dat ze dagelijks wel een twintigtal keer gestoken wordt als ze met bijen werkt. ‘Dat hoort bij het imkeren’, zegt ze. ‘Normaal bescherm ik wel mijn hoofd. Maar steken in mijn handen: dat valt wel mee.’ Danneels is nochtans niet de klassieke imker die erin rolde doordat vader of opa imkerde. Vanuit Kortrijk ging ze biologie studeren aan de KULeuven, waarna ze lesgaf aan het Technisch Instituut De Maricolen in Brugge. ‘Dat was ook het plan: lesgeven is mijn lang leven. Maar een vacature als assistent waar ook een ­doctoraat én een lesopdracht aan verbonden was, bracht me in 2008 naar de UGent. Bij de bijenprof Frans Jacobs en zijn assistent Dirk De Graaf. Ik ­doctoreerde niet op bijen maar op de eiwitten in het gif van de sluipwesp. Maar

de groep was wel intensief bezig met bijen: de trigger voor wat een passie is geworden.’ Haar uitleg over de sociale aspecten van een honing­bijenvolk is ronduit intrigerend. ‘Dat is een gemeenschap met een hele hiërarchie’, vertelt ze. ‘Er is één koningin – een vrouw aan het hoofd, dat is al vrij ongewoon. Zij legt alle eitjes. Daarnaast telt een volk in de zomer een 500-tal darren – mannetjes – en 50.000 werksters. De darren komen uit onbevruchte, de vrouwelijke bijen uit bevruchte eitjes. Afhankelijk van welke voeding ze krijgt, wordt de vrouwelijke bij een koningin of een werkster: een koningin krijgt als larve voort­ durend koninginnenbrij, een zeer rijk papje. Iedere werkster heeft een eigen taak. Na de geboorte start ze als kuisvrouw: ze moet binnenblijven en de kast schoonhouden. Een paar dagen later begint ze was te zweten om te bouwen, zodat het volk kan uitbreiden. Daarna volgt de verdedigingsopdracht: ze staat aan de opening om andere volken buiten te houden. En na ongeveer achttien dagen mag ze voor het eerst uit de kast. Eerst voor een verkenningsvlucht, daarna om boodschappen te doen: stuifmeel en nectar verzamelen. Het is echt een gemeenschap die moet samenwerken. Anders overleeft een honingbij niet. Je mag ze niet als individuen zien. Het volk is een individu.’

BOUVERNE MAGAZINE B 9


BOUVERNE MAGAZINE | ELLEN DANNEELS

‘Maar de honingbij is slechts een van de 350 bijensoorten in Vlaanderen’, benadrukt ze. ‘Er zijn ook klimopbijen, zijdebijen, zandbijen,… Die wilde bijen kunnen wél solitair leven, ook al komen ze in groep voor. De ­hommel is een uitzondering: die wordt onder de wilde bijen ­gerekend maar vormen ook kolonies.’ AI

Honeybee Valley werd in 2016 opgericht door professor Dirk De Graaf, die toen Frans Jacobs al had opgevolgd. ‘Er was een hiaat tussen het wetenschappelijk onderzoek in het labo en de imkers, die er amper van op de hoogte waren’, vertelt Danneels. ‘Het werd een platform voor al wie met imkeren bezig is, ook op beleidsniveau – de politiek, dus. Voornaamste opdracht: oplossingen

10

B

BOUVERNE MAGAZINE

zoeken voor wintersterfte van de honingbij. Na mijn doctoraat kon ik blijven. Ik ging aan de slag binnen het Vlaams Bijenteeltprogramma, dat wordt gefinancierd vanuit de Vlaamse en de Europese overheid. Van daaruit werden er honinganalyses opgestart en kwam er steun voor imkers, bijvoorbeeld in de strijd tegen de varroamijt, een parasiet die zich enkel kan voortplanten op het broed van honingbijen. Daardoor had ik veel contact met imkers. Er dan zelf niks over weten ging natuurlijk niet. Dus heb ik thuis zelf vier kasten gezet. Nadien hoorde ik dat ik wel voorouders had die imkerden. Zoals iedere boer vroeger bijenkorven had staan. Toen was het eenvoudig en ­makkelijk. Ze stonden op je hof en eens per jaar haalde je er honing af. In de jaren 80 veranderde dat door die ­varroamijt. Zeker mensen die er niet veel kennis van hadden, verloren hun volken. Ze stierven gewoon.’ Vorig jaar verhuisde Danneels van het labo naar de bijenstanden. ‘Hier ben ik nu imkerconservator’, lacht ze. ‘Ik heb geen museum waarop ik moet toezien maar ­bijenstanden, samen met twee andere imkers. We hebben 80 volken, waarvan 25 hier op de campus. Omdat hier onvoldoende eten is hebben we er onder andere ook in Merelbeke en Merendree.’ Voor de kast die Danneels ons toont, staat een monitoring tool. Een camera filmt bijen die in- en uitvliegen. ‘Om te kijken hoeveel stuifmeel er wordt binnengebracht’, legt ze uit. ‘Artificiële intelligentie helpt ons te achterhalen of er genoeg eten binnenkomt. Het maakt deel uit van het Europese project Betterbee: digitale toestellen die we aan een bijenkast koppelen, zodat we minimaal in de kast te moeten zitten doordat we op afstand zien of er iets scheelt met het volk. Daarvan exploreren we volop de mogelijkheden. In het begin bleef het beperkt tot een weegschaal en een temperatuursensor voor het broednest. Nu gaan we al veel verder. Met een accelerometer meten we bijvoorbeeld trillingen van het bijenvolk. Afwijkingen wijzen er dan op dat er iets aan de hand is. Of we zetten een knocker op de kast: een klein toestelletje dat geregeld een klop geeft, waarna de bijen reageren en we aan de hand van hun gezoem iets kunnen afleiden over hun toestand. In de kasten hangen ook camera’s die mijten op de bijen detecteren. Zo volgen we via innovatieve hightech de gezondheidsstatus van volken op in een sector die gebruik maakt van een wild natuurorganisme. We gebruiken ook toonhoogtemeters om de invasieve Aziatische hoornaar te onderscheiden aan de hand van zijn frequentie. Er zijn apps voor de smartphone die de imker dan waarschuwen als er hoornaars aan een kast hangen.’


LEKKER Gestoord bier met liefde gebrouwen, drink je met verstand

WWW.DELIRIUM.BE


BOUVERNE MAGAZINE | ELLEN DANNEELS

BIG BUSINESS

Met haar kasten thuis is ze in de zomer hele weekends in de weer. ‘Het is veel meer dan rond 21 juli honing afhalen en verwerken’, legt ze uit. ‘De hele periode daarvoor ben ik bezig met de volken ruimte te geven. Zo’n volk groeit uit van zowat 10.000 bijen in de winter tot 50.000 in de zomer. In tussentijd moet je goed observeren of ze plaats en eten genoeg hebben. En in mei of juni: voorkomen dat ze gaan zwermen. In normale omstandigheden voelt de koningin op een bepaald moment dat de ruimte te klein is, waarna ze met een half volk vertrekt. De rest blijft dan achter, en er wordt een nieuwe koningin geboren. Dat zwermen is een natuurlijk proces, maar de meeste klassieke imkers willen niet dat een volk zwermt, want dan moeten ze het nieuwe volk ergens in een boom gaan zoeken en vangen, wat veel werk is. En dus moet je de kast geleidelijk groter maken, zodat ze warm blijft maar het bijenvolk ook kan groeien. Wat ook speelt, en ik kan het weten want ik woon in een wijk: een half bijenvolk dat vertrekt is best indrukwekkend. Ze zullen niet steken: ze zijn bezig met het zoeken naar een nieuwe plek. Normaal gezien kan je onbeschermd in zo’n zwerm lopen. Maar mensen hebben er schrik van. Als ik thuis een zwerm heb, ben ik meer bezig met de buren dan met de zwerm.’ (Lacht) ‘Om imker te worden moet je af en toe eens panikeren’, zegt ze. ‘En vervolgens: beslissingen nemen. Bijvoorbeeld als er plots geen koningin is. Dan heb je een moerloos bijenvolk en worden er geen eitjes meer gelegd. Dan moet je ofwel ingrijpen, ofwel zoekt het volk zelf een oplossing.

12

B

BOUVERNE MAGAZINE

Je kan zeggen: ik laat de natuur z’n plan trekken. Maar dat kunnen onze bijen niet meer. We hebben ze te veel gedomesticeerd. We willen daar wel naar terug: de kast zoveel mogelijk gerust laten en alleen ingrijpen als het nodig is. Maar dat is moeilijk: van buiten zie je niet niet wat er binnen gebeurt, en de meeste volken hebben een imker nodig om te overleven. Bijenvolken die in het wild leven zijn zeer zeldzaam geworden.’ ‘Dat komt doordat wij ze zo gekweekt hebben’, gaat ze door. ‘Het is een economisch dier geworden. Imkers kunnen een schone frank bijverdienen met hun honing, maar ook met bestuiving: veel imkers reizen met hun bijenvolken naar de fruitteelt. In Vlaanderen zijn de meesten hobbyisten maar in het Oostblok en de Verenigde Staten is het big business. Zo worden honderden bijenkasten op vrachtwagens van Californië naar Florida gebracht om de amandelteelt te bestuiven. En daarvoor moeten de bijen manageable zijn. Hanteerbaar. Vroeger zaten ze in een holle boom. Je kon de koningin niet zoeken en bleef eraf. In een kast moet je ze op elk moment kunnen zien en proberen we het broednest te scheiden van de honing die je op een bepaald moment wil wegnemen. Bovendien houden we nu ook bijen in verstedelijkt gebied. In Vlaanderen zijn er zowat 5000 imkers met gemiddeld zeven volken. Dat zijn er zeer veel. Maar bij het ene volk kan je in korte broek werken, terwijl je bij het andere meteen gestoken wordt. En dus hebben we ze gekweekt van vrij pittige volken tot zeer makke lammetjes, door selectie op zachtaardigheid – naast een hoge honingopbrengst. Daardoor zijn ze andere eigenschappen kwijtgeraakt, zoals sterkte en veerkracht ten overstaan van ziekten – bijvoorbeeld tegen die varroamijt. Die kruipt in de broedcel waarin een eitje wordt gelegd dat een larve wordt; de mijt zuigt bloed en draagt virussen over. De bij in wording gaat niet dood maar krijgt bijvoorbeeld wel verschrompelde vleugels.’ ‘We zitten dus met een soort gedomesticeerd maar ook verzwakt dier’, besluit ze. ‘Wetenschappelijk bekeken zouden we het eigenlijk terug aan de natuur moeten laten. Maar het economische houdt dat tegen, en ze kunnen er sowieso niet meer overleven.’ GROOMING

Eerder dit jaar waren er dramatische berichten na de grote bijensterfte van vorige winter. ‘Er zijn niet te weinig honingbijen maar ze zijn te zwak en komen minder makkelijk de winter door’, aldus Danneels. ‘Een wintersterfte van één op tien volken is normaal. Wij monitoren wintersterfte in België. In sommige jaren zitten we aan 35 procent. Een op drie! Er is niet één


BOUVERNE MAGAZINE | ELLEN DANNEELS

oorzaak, het is een complex samenspel, maar de varroamijt is wat mij betreft de belangrijkste factor. Veel van ons onderzoek gaat erover. Ze is in 1984 binnengekomen en zoals gewoonlijk was bestrijden met geneesmiddelen en pesticiden de eerste reflex. En al even vaak bleek dat na tien jaar niet goed te werken. Nu gooit men het over een andere boeg en zoekt men meer natuurlijke methoden om tot resistentie te komen. Bijen kunnen strategieën ontwikkelen om met die mijt om te gaan. Grooming, bijvoorbeeld: net zoals apen elkaar ontluizen poetsen ook bijen elkaar om zich te ontdoen van die mijt. Je kan volken selecteren die dat gedrag sterk vertonen. Het is maar één voorbeeld. Er zijn ook bijen die in staat zijn om aan bepaalde feromonen te ruiken of er een mijt in een broedcel zit, waarna ze er de pop uit halen en hem opeten. Verschillende onderzoeksgroepen gaan na welke geuren dat zijn en wat er precies gebeurt. Nu pakken we het dus op een zeer genetische manier aan. We zoeken welke mutaties in het genoom die gedragingen veroorzaken. Als je dan alle bijenvolken in Vlaanderen kan screenen en je weet welke mutaties je nodig hebt, kan je erop selecteren om verder te kweken. Marker assistent selection, heet dat. We bekijken ook of we specifieke kruisingen kunnen maken. Daarin halen we mooie internationale publicaties. Daarnaast hebben we ook een project waarin we onderzoeken hoe we de bijen met de CRISPR-Castechniek genetisch kunnen aanpassen. Bij planten is dat al zeer gebruikelijk.’ ‘Een tweede oorzaak van de bijensterfte is de Aziatische hoornaar die zich razendsnel heeft verspreid en dit jaar zeer aanwezig is’, zegt ze, en neemt ons weer mee naar een kast. ‘Waar zit er hier een Aziaat? Daar!’ Ze wijst meteen. De hoornaar, een vleeseter, hangt voor de kast, met z’n kop ervan weg. Wanneer een bij moe terugkeert plukt hij ze gewoon uit de lucht en eet ze op. ‘Naar ons toe zijn ze niet agressief – dat worden ze pas als je bij hun nest komt’, aldus Danneels. ‘Door de Aziatische hoornaar verwachten we nu nog een stijging van de wintersterfte’, zegt ze. ‘En van nature ben ik een optimistisch mens, maar omtrent de hoornaar ben ik het niet. In Frankrijk is hij met aardewerk vanuit Japan binnengekomen. Toen hij een vijftal jaar geleden z’n entree deed in West-Vlaanderen, begonnen we met het meldpunt Vespawatch, gefinancierd door de Vlaamse overheid. Een jaar later zat hij al in Limburg. Nu valt hij niet meer te controleren. Hij is hier gevestigd en zal blijven. Voor de honingbijen is het een serieuze bedreiging. Ze durven niet meer uitvliegen om eten te halen. Hij kan ook de kast binnendringen en een heel bijenvolk opeten.

BOUVERNE MAGAZINE B 13


BOUVERNE MAGAZINE | ELLEN DANNEELS

Het zijn vooral de grote schommelingen waardoor ze in de problemen komen. Of het zeer natte voorjaar dat we hebben gekend. Het regende voortdurend, waardoor ze niet konden uitvliegen om eten te halen. Dan zou de imker moeten ingrijpen met suikerdeeg, anders kan zijn volk verhongeren.’ ‘Een imker moet weten waar hij mee bezig is’, zegt ze. ‘Met Honeybee Valley proberen we hen te gidsen, onder meer met nieuwsbrieven die inspelen op het moment.’ TONGEN

Over wat dat met onze volken zal doen, ben ik ronduit pessimistisch.’ Ook de klimaatverandering draagt hij tot de bijensterfte. ‘Niet zozeer op zich’, zegt Danneels. ‘Met de hete zomers kan een gezond bijenvolk om: het kan het nest ventileren. Maar als het wat verzwakt is wordt dat moeilijker. En vooral: een onrechtstreeks gevolg van de klimaatverandering is dat planten anders bloeien, waardoor het moment van voeding verandert. Zo zijn wilgen vaak vroeg in bloei. De bijen halen dan stuifmeel, waarna de koningin in actie schiet door heel veel eitjes te leggen. En dan volgt vaak nog een koudedrop in februarimaart. Die vergt een grote inspanning van het volk om het broed warm te houden. Ook met zeer strenge winters kunnen ze om. Die zijn zelfs goed voor een bijenvolk.

14

B

BOUVERNE MAGAZINE

Net als de bijen vormen ook die imkers een apart volkje. ‘Sterk geïnteresseerde, leergierige natuurmensen die veel opzoeken’, typeert ze hen. ‘Ze zijn letterlijk gebeten. Doorgaans hebben ze dus veel kennis. Van bijen, maar ook van planten. Ze hebben een zekere ervaring opgebouwd en delen die graag. Maar iedere imker heeft ook zijn eigen gedacht. Er zijn heel veel verschillende meningen. Dan wordt er al eens gediscussieerd. (Lacht) Nog steeds wordt het imkeren doorgegeven van vader op zoon – of dochter. ‘Al zit het in de lift en zie je nu wel een heel nieuwe generatie’, aldus Danneels. ‘De imkerverenigingen worden overspoeld door jonge gasten, begaan met de natuur, die beslissen om een cursus te volgen. Ook bekende koppen zoals de Brugse chocolatier Dominique Persoone hebben het hot gemaakt. Wij proberen hen theoretische en praktische kennis mee te geven maar zijn wel wat afgestapt van de gedachte: als je iets voor de natuur wil doen, plaats een bijenkast. Het is niet dat we te weinig bijen hebben. We hebben er véél, maar ze hebben te weinig eten. Dat komt door de aard van onze landbouw. Aan gigantische maïs- of een bietenvelden hebben ze bijna niks. Wij noemen dat groene woestijnen. Vroeger hadden we bermen vol madelieven en paardenbloemen, maar net als ze in bloei stonden, werden ze gemaaid. Nu verandert dat stilaan, ook onder impuls van de Vlaamse overheid: bermen mogen niet gemaaid worden voor 15 juni, tenzij op gevaarlijke kruispunten. Ook de campagne ‘Maai mei niet’ naar de brede bevolking is zeer zinvol. Een maandje volstaat niet, maar er mag bewustwording zijn dat niet alles er afgelikt moet bijliggen. Op ronde punten zie je nu wildgroei, maar dan moet er een bordje bij: wij stimuleren biodiversiteit. Anders vinden veel mensen het niet mooi. En dat is dus niet om meer bijen te hebben, wel om meer eten te hebben voor de bijen die er zijn.’ ‘Dan gaat het vooral over de wilde bijen’, preciseert ze. ‘Het aantal soorten is drastisch gedaald doordat ze zo weinig voeding hebben. Onze honingbij heeft eten


mattioli.it

����-����������


BOUVERNE MAGAZINE | ELLEN DANNEELS

gaat men nu vaak hommelkolonies plaatsen, onder meer omdat hun specifieke tong zorgt voor efficiënte bestuiving van de aardbeienbloemen.’ GIF SPUITEN

genoeg, of er wordt voor gezorgd. Maar een solitaire bij die binnen een straal van honderd meter niets vindt, is gedoemd om te sterven. Voor de bestuiving zijn die wilde bijen overigens belangrijker dan we lang dachten, zo blijkt uit veel wetenschappelijk onderzoek. Ook de diversiteit aan bijen is dat, want ze hebben allemaal een verschillende manier van bestuiven. Een korte of een lange tong bijvoorbeeld, die ingesteld is op specifieke bloemen en planten. In de buurt van aardbeienteelt

Dr. bee

Maar ook daar richt de invasie van de Aziatische hoornaar een ravage aan. ‘Naast honingbijen eet hij ook andere insecten, waardoor hij enorme schade veroorzaakt aan ons insectenbestand en aan de wilde bijen, die het al zo moeilijk hebben’, zegt Danneels. ‘En naast vlees hebben hoornaars ook suikers nodig. Die halen ze uit druiven, peren, appels, enzovoort. Dat zal problemen geven voor onze fruitteelt. In Frankrijk is dat al zo. In Portugal zijn ze radeloos.’ ‘Het zijn agressieve beesten, een zeer invasieve soort’, besluit ze. ‘De Europese hoornaar moeten we kost wat kost in leven houden: het is de enige concurrent qua voeding en nestplaatsen. De Aziatische hoornaar krijgen we niet meer weg, denk ik. Het doel moet zijn: een soort evenwicht bekomen. Dat kan, als we zoveel mogelijk nesten blijven verdelgen. Maar dat vraagt geld en inspanningen. De verdelging van een hoornaarsnest verloopt heel anders: hij steekt niet alleen, hij spuit ook gif in je ogen, wat een speciale opleiding en dito pak vereist. Bovendien zitten de nesten dertig, veertig meter hoog in de bomen. Als de bladeren vallen worden ze zichtbaar, maar dan is het te laat want alle koninginnen zijn al uitgevlogen. En in één nest kunnen 500 nieuwe koninginnen worden geboren. Spreek dus gerust van kweken zoals de hoornaars in plaats van kweken zoals de konijnen.’ B

Wie aan het ontbijt in een goed hotel ooit honing vers uit een raat lepelde, weet wat voor een luxeproduct het is. Maar honing heeft ook medicinale toepassingen. ‘Naar apitherapie is er veel interesse’, zegt Ellen Danneels. ‘Voor de antibacteriële werking van honing is er veel wetenschappelijk bewijs. In de geneeskunde is het vaak een laatste redmiddel om wonden zuiver te krijgen. Er is ook kankeronderzoek naar stoffen uit bijengif zoals het eiwit melitine, dat zeer specifiek op bepaalde receptoren inwerkt. En naar propolis, een stof die bijen uit hars halen om kieren te dichten. In de geneeskunde hebben bijen veel potentieel. Nu is er al immunotherapie, om mensen te immuniseren voor bijenstekenallergie. Allergische reacties kunnen zeer verschillen: van jeuk over een serieuze zwelling tot ademhalingsproblemen of zelfs een hartaanval. Behandelen met immunotherapie komt erop neer dat je gif in lage doses injecteert om de persoon er geleidelijk aan te laten wennen. UZ Gent en UZ Gasthuisberg zijn daar mee bezig. Ook voor imkers is dat zinvol. Sommigen beginnen als hobby maar worden later allergisch. Terwijl het risico dat je gestoken wordt natuurlijk veel groter is. Doorgaans wordt dan aangeraden om te stoppen, maar veel imkers zijn nogal koppige mensen.’ (Lacht)

16

B

BOUVERNE MAGAZINE


Wij renoveren uw woning met passie Dakwerken en isolatie Gevelrenovatie en verbouwingen Schilderwerken Gyproc en bepleistering

Ramen en schrijnwerk Vloeren en tegels Keukens en sanitair Totaalrenovatie… Op zoek naar een ervaren en betrouwbaar polyvalent team vakmannen met maar één gesprekspartner? Contacteer ons vrijblijvend om uw project te bespreken.

Vars Company BV | Vredestraat 23, 9050 Gentbrugge Tel. 0473 22 52 39 | varsisava@telenet.be | www.vars.be

© Shutterstock

© Shutterstock


THE NEW

i5 100% ELECTRIC

#bornelectric G EEF VOORRANG AAN VEILIGHEID.

Milieu-informatie (KB 19/03/04): bmw.be

15,9-20,6 KWH/100 KM • 0 G/KM CO2 (WLTP)

www.gregoir.bmw.be

Gregoir Sint-Martens-Latem

Gregoir Oudenaarde

Gregoir Dendermonde

Xavier de Cocklaan 48-50

Westerring 27b

Bevrijdingslaan 199

9831 Sint-Martens-Latem

9700 Oudenaarde

9200 Dendermonde



BOUVERNE MAGAZINE | ROLEX

PERPETUAL 1908 Het esthetische erfgoed van Rolex en de exclu‑ sieve innovaties in de horlogerie komen naad‑ loos samen in de elegante Perpetual 1908. Dit prachtige voorbeeld van Rolex’ meesterlijke vakmanschap is een klassieker in een modern jasje. Rolex herdacht het jaar van zijn oprichting met een nieuw model, waarin naar ervaring de stoutmoedige oorsprong en de vaardigheden van het merk samenkomen. Deze kijk in het ver‑ leden is niet alleen een eerbetoon, maar ook de onthulling van een nieuwe uitingswijze voor

de horlogemaker, die al meer dan een eeuw op jacht is naar uitmuntendheid. De 1908 laat zien hoe Rolex zijn prestaties uit het verleden voort‑ durend herijkt en zo traditie in beweging zet. De revolutionaire innovaties van Hans Wildorf hadden vooral te maken met de technische functies van het polshorloge, maar waren ook het resultaat van een sterke esthetische visie. Het silhouet van de 18 kt gouden kast en het ontwerp van de wijzerplaat van de 1908 doen denken aan de klassieke Oyster Perpetual hor‑ loges uit 1931.

39 mm, 18 kt geelgoud, gepolijste afwerking


BOUVERNE MAGAZINE B 21


Op de wijzerplaat zijn de Arabische cijfers 3, 9 en 12 weergegeven, en op 6 uur is een kleine secondewijzer aangebracht. Bovendien passen de afgekante 18 kt gouden uur‑markeringen perfect bij de verschillende stijlen van de wij‑ zers: de minuutwijzer heeft de vorm van een zwaard en in de uurwijzer is een cirkel aan­ gebracht. De 1908 is voorzien van een alligator lederen band met groene voering, afgewerkt met een Dualclasp.

“In de 1908 leeft de aloude stoutmoedigheid van Rolex voort.”

22

B

BOUVERNE MAGAZINE


Oyster, 42 mm, witgoud, Oystersteel en witgoud, Everose goud

OYSTER PERPETUAL SKY‑DWELLER De Oyster Perpetual Sky‑Dweller groeide na zijn introductie in 2012 snel uit tot het horloge voor wereldreizigers. De drager kan met dit model, voorzien van de Saros‑jaarkalender en het Ring Command‑systeem, met een simpele beweging van tijdzone wisselen. Het horloge geeft twee tijdszones tegelijkertijd weer. De referentietijd kan worden afgelezen via een rode driehoek die een excentrische schijf aanwijst. Dankzij de 24‑uurs graadverdeling van de schijf kunnen reizigers zien of het in de zone met de referentietijd dag of nacht is. De lokale tijd wordt aangegeven door de traditionele, gecentreerde uur-, minuut- en seconde‑ wijzers. Deze kan ingesteld worden door middel van een mechanisme waarmee de uurwijzer onafhankelijk voor- en achteruit kan worden bijgesteld, in stappen van één uur.

BOUVERNE MAGAZINE B 23


24

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | ROLEX

OYSTER PERPETUAL YACHT-MASTER 42 De Oyster Perpetual Yacht-Master 42, het iconische horloge van de zeilwereld, is nu beschikbaar in RLX-titanium. Dit is een nieuw, robuust en licht materiaal waarvoor bijzondere industriële technieken zijn ontwikkeld. Titanium is een metaal met verrassende eigenschappen. Het is lichter dan staal en heeft een grotere dichtheid dan aluminium. Het is eveneens veel sterker dan deze twee metalen. Door RLX‑titanium te gebruiken voor de kast en band wordt bovendien het gewicht van de horloge verlaagd met een derde ten opzichte van hetzelfde horloge in Oystersteel. Dankzij zijn onvergelijkbare lichtheid biedt het horloge weergaloze bewegingsvrijheid, zowel op het land als op zee.

Oyster, 42 mm, RLX titanium

BOUVERNE MAGAZINE B 25


BOUVERNE MAGAZINE | FRANÇOIS JUNOD

EEN KNUTSELAAR MET GENIALE KANTJES

F

RANÇOIS JUNOD MAG DAN GEEN HORLOGER ZIJN, TOCH IS HIJ VERTROUWD MET DE SUBTIELE INTIMITEIT VAN UURWERKEN. HIJ IS NIET ALLEEN DE BESTE AUTOMATENBOUWER TER WERELD, HIJ STEEKT

OOK DE HORLOGEWERELD EEN HANDJE TOE. WE GINGEN OP BEZOEK IN ZIJN CHAOTISCHE ATELIER EN KEERDEN VERRUKT TERUG.

T ekst en F oto ’ s : Pierre Darge

Junod woont en werkt in het Zwitserse stadje Sainte‑Croix, in de Jura, op een boogscheut van de Franse grens. Wie er op bezoek gaat, kijkt zich de ogen uit. Overal hangen ledematen, rompen en handen. Er rusten bevreemdende koppen en er zitten figuren met open rug die de passant een blik gunnen in hun intimiteit. Die bestaat uit een ongeëvenaard doolhof van radertjes, tandwielen, hefbomen, schijven, nokkenassen, draden en verbindingen – ze drijven de bewegingen aan van automaten die kunnen glimlachen, stappen zetten,

26

B

BOUVERNE MAGAZINE

gedichten schrijven, of met de ogen lonken. Onnodig te zeggen dat de ontwerper ervan een fanatieke solitair is, een eigenzinnige doorzetter wiens producten bij de rijkste mensen ter wereld in huis staan. “Die karaktertrek is er altijd geweest”, zegt de man met de baard van drie dagen en de verwarde haren bij wijze van welkom. “Al van kindsbeen af wilde ik in de sporen van mijn vader treden, ik droomde van mechanica en die mocht best zo subtiel mogelijk uitvallen. Ook mijn grootvader en diens vader zaten in dezelfde branche. Sainte‑Croix was niet


BOUVERNE MAGAZINE | FRANÇOIS JUNOD

toevallig de bakermat van de fijnere mechanica, én de wereldhoofdstad van de muziekdozen: er werd gesneden, geschuurd, verpakt. Om die reden ben ik dan ook micromechanica gaan studeren, een studie die naar de fijnste vormen van de mechaniek leidde. Hier waren huizen als Paillard Bolex International gevestigd, die 16 mm camera’s produceerde, of het bedrijf Thorens dat betere fonografen ineen knutselde, hier werden eveneens de revolutionaire draagbare Hermes schrijfmachines geproduceerd. Aan het begin van de jaren vijftig werkten hier zo’n 8000 werknemers in de branche van de fijnere mechaniek. Velen kwamen uit het district Yverdon. Het gebied was het tweede grootste industrieel centrum van Romandië.” ARTISTIEKE ROEPING

Toch stak er ook artistiek talent in de familie: Junod’s beide grootvaders waren ervaren tekenaars, zijn vader eveneens en ook nog een broer. Alleen de zussen bleven van dat talent verstoken. “Om die reden ging ik ook aan de ‘beaux arts’ studeren in Lausanne en tijdens die jaren ontmoette ik voor het eerst Michel Bertrand bij wie ik twee jaar in de leer ging. In 1983 – ‘huitante trois’ – ben ik hier teruggekeerd en ontdekte bij Bernard de eerste automaten uit 1880 die in Parijs, Caen of Vichy geproduceerd waren. De grootste verzamelaar ervan was een Belg, ene meneer Moeyersson, die in Lasne vlakbij Brussel woonde. Die had in zijn collectie ook veel oudere

stukken, figuren uit de ‘commedia dell’arte’, harlekijnen en circusfiguren zoals clowns, trapezisten en evenwichtskunstenaars. Michel Bertrand maakte er replica’s van, vaak in reeksen van tien stuks. Maar ook schrijvende harlekijnen die voor de Japanse of Amerikaanse markt bestemd waren. Die markt is bijna volkomen verdwenen, oudere automaten hebben hun waarde verloren omdat klanten tegenwoordig voor nieuwe spullen ­kiezen. Hetzelfde zie je gebeuren in het design, meubels uit 1860 zijn geen cent meer waard.” PD: WAT HEBT U BIJ MICHEL BERTRAND OPGESTOKEN?

“Oude technieken, vooral lichamen vormgeven met karton, hoofden construeren uit staff, een materiaal waaraan zowel plaaster, katoen als lijm van konijnenvacht te pas komt. Een mix waarmee ook plafonddecoraties van ­kastelen gerestaureerd worden. Het was toentertijd een heus beroep. Maar bijvoorbeeld ook technieken om wimpers te maken, allemaal ambachten die tegenwoordig verdwenen zijn. Ik gebruik ze nog wel als ik opdrachten uitvoer voor de horloger Van Cleef & Arpels. Kortom, ik heb me die hele basis van de kennis bij hem eigengemaakt. Maar ook de louter technische aspecten ervan zoals motortjes die door een veer werden aangedreven, naast de kennis omtrent nokkenassen en hef­bomen. Nadien ben ik verder in de geschiedenis gedoken, nl. in de

BOUVERNE MAGAZINE B 27


BOUVERNE MAGAZINE | FRANÇOIS JUNOD

achttiende eeuw toen schrijvers en tekenaars gebouwd werden door Jacquet Droz. De automaten uit die periode waren ­overigens nog stukken ingewikkelder dan die uit de jaren 1900. Op mijn vierentwintigste, met de ‘beaux arts’ achter de rug, ben ik als zelfstandige begonnen. Ik was nog een beetje wild, en ik wilde boven alles alleen werken. Een moeilijke periode omdat de klanten niet voor het grijpen lagen. Een van mijn eerste bestellingen kwam van meneer Marchal, de fabrikant van de gelijknamige ­koplampen voor auto’s. Hij was naar Zwitserland verkast toen president Mitterand verkondigde dat de regering het geld bij de rijken zou gaan halen. Hij leefde een beetje in de schaduw in Sainte-Croix en verzamelde muziek­dozen die in zekere zin de voorlopers waren van de auto­maten. Omdat hij vernam dat ik naar klanten op zoek was, bestelde hij meteen drie automaten. Ik heb twee jaar voor hem gewerkt en in die periode leerde Jean‑Claude Biver mijn werk kennen, de man die Blancpain en later Hublot weer tot leven bracht. Hij bestelde mijn eerste auto­maten die qua kwaliteit konden wedijveren met de betere mechanische horloges. Met de hulp van sommige van zijn werknemers heb ik me verder bekwaamd in binnenwerken van horloges die ik als dichtbije verwanten van de automaten beschouwde. Er groeide een soort wederzijds respect: we waren ons beide bewust van de moeilijk­ heden die zo’n klus inhield. SELFMADE KLUS

Bezoekers uit Parijs vragen me wel vaker waar ik het vak heb geleerd en dan moet ik toegeven dat er geen school voor bestaat – alleen selfmade kerels wagen zich eraan. Met vallen en opstaan, welteverstaan. Nu duiken er plots

28

B

BOUVERNE MAGAZINE

enthousiaste jongeren op, jonge twintigers die het vak willen leren en die ik met graagte begeleid. Ze zijn uitermate gemotiveerd en ik beleef er plezier aan als ik ze zie openbloeien. Het betreft ook afwisselend werk omdat we telkens opnieuw voor unieke spektakelstukken gaan. Eens die klaar zijn, trekken we ermee naar Genève, Peking, Londen of Parijs. En telkens opnieuw zie ik hoeveel plezier ze de mensen bezorgen. Er is volop afwisseling en dat loont, van de man op het ‘vliegend tapijt’ naar de fee Ondine en haar waterlelies. Maar makkelijk is het nooit, maar dat deert me niet: ik ervaar elk vraagstuk als een nieuwe uitdaging. Maar eerlijk is eerlijk, het is ook geen rocket science. Als ik terugdenk aan Poesjkin is het bijna kinderspel, maar toch. Recent hebben we ons nog over een fontein met twee vogels gebogen. Ze kijken mekaar aan, gaan bewegen, trippelen naar elkaar toe. Het mannetje voert een verleidingritueel uit, het vrouwtje komt naar hem toe, trekt zich dan weer terug, komt uiteindelijk toch. Op het einde kussen ze mekaar. Even dacht ik dat het onmogelijk was, maar uiteindelijk lukte het toch en mét succes. De mensen vallen achterover van het potenwerk – zoiets hadden ze nog nooit gezien. Verwondering bij de kijker, voldoening bij de makers.” PD: BEGRIJP IK DAT POESJKIN HET ABSOLUTE HOOGTEPUNT WAS?

“Dat zeg je goed, ik ben er zeven jaar mee bezig geweest. Onderweg ben ik wel twee jaar gestopt, ik zat compleet vast, het was tijd om mijn aandacht even te verleggen. Ik verhuisde naar Leganés in Spanje, bouwde er een grote ruiter, een grote Goyesca, een soort van carrousel voor het stadhuis van Madrid. Twee keer per dag treden er de heraut, de Spaanse danseres, het paard, de twee kinderen die met de bal spelen en de grootmoeder op, in een soort


BOUVERNE MAGAZINE | FRANÇOIS JUNOD

processie. Die verandering van horizon heeft me zuurstof gegeven, mijn aandacht wat afgeleid. Daar heb ik genoeg energie opgedaan om me opnieuw met Poesjkin bezig te houden. Het is een beetje zoals met schilderen: op een bepaald moment moet je het laten rusten, je gedachten verzetten. De oplossingen en de inspiratie keren dan vanzelf wel weer terug. Maar de opdrachtgever bleef maar pushen en geld overmaken. Hij is een bekendheid uit de Silicon Valley, wiens Armeense vrouw Joanna, de rechter­ hand was van Steve Jobs en zij heeft het thema gekozen. Ze spreekt vijf talen, en was een van de eerste vrouwen die een diploma haalde aan het M.I.T. in Boston. Een heel eenvoudige vrouw die voor het ­poëtische ging terwijl ikzelf vooral oog had voor een soort mechanische ­creativiteit in die pop. Als je het mechanisme aanzet, beslist de pop zelf welk gedicht hij gaat schrijven met de woorden die hem ter beschikking staan: zes ­substantieven, zes werkwoorden, zes adjectieven en zes bijwoorden. Daarmee kan je maximaal 1458 verschillende gedichten schrijven. Maar zelf kan je niet raden wat eruit komt, het is volkomen ad random. Jammer dat de pop nooit meer in het openbaar te zien is, hij staat bij de eigenaars thuis, is er enkel voor vrienden te zien.” PD: WAAR KOMEN DE IDEEËN VANDAAN?

“Er zijn zovele aanzetten. Ik hou veel van het werk van Magritte, en dan vooral van zijn titels ‘’Ceci n’est pas une pipe’. Ik hou van zijn manier van denken, de werken zien eruit als geanimeerde schilderijen – alleen de mechaniek ontbreekt. Ik heb enkele automaten gemaakt in die zin, een beetje surrealistisch. Ook het werk van Jacquet Droz, van Williamson, van de Oostenrijker von Knaus. Maar ook de Japanse tradities werken inspirerend omdat Japanners dol zijn op het zoeken naar de perfectie. Buiten Europa heb ik nergens zo’n aandacht voor detail gezien als bij hen. In de Edo-periode, op het einde van de achttiende eeuw, maakten ze al automaten die helemaal van hout waren, ook de tandwielen, het hoofd en de handen van de figuranten. Voor de theeceremonie ontwierpen ze een automaat van misschien veertig centimeter hoog, die met de thee tot bij de gast kwam om dan weer te ­verdwijnen. Elke Japanner kent ze, vergelijk het een beetje met wat de Zwitserse koekoeksklok voor ons betekent. Niet toevallig staat Japan samen met de Verenigde Staten aan de top wat robotica betreft. Alleen zijn de Amerikanen voor oorlogstuig gegaan terwijl de Japanners voor de poëzie hebben gekozen. Ik heb in Japan ook een nationaal monument ontmoet, iemand van de negende generatie van automatenbouwers, helemaal Japan.

BOUVERNE MAGAZINE B 29


BOUVERNE MAGAZINE | FRANÇOIS JUNOD

Maar ik versmaad ook de moderne wereld niet, ben een bewonderaar van het werk van Alexander Calder, van zijn circus en zijn planetarium. Maar ‘La Machine van Tinguely’ laat me ook niet onberoerd.”

30

B

zelf oplossingen aan. Het verschil is dat ik ze nu meteen oplossingen kan aanreiken voor problemen waarover ik vroeger maanden mijn kop heb gebroken.”

PD: WELKE KWALITEITEN HEBBEN U ZO VER GEBRACHT?

PD: BLIJVEN ER NOG DROMEN OVER VOOR EEN AUTOMATENBOUWER DIE ZOWAT ALLES HEEFT BEREIKT?

“In het begin moet je vooral naïef zijn, want ­makkelijk wordt het nooit. En nieuwsgierig. Soms ging ik een horloger opzoeken, later stak ik mijn licht op bij ­ingenieurs, bij mensen uit de robotica. Want uiteraard ben ik een bewonderaar van de robotica, van de wereld van de satellieten waar ze kabels maken die dunner zijn dan een mensen­haar, bestand tegen temperaturen van min 100 tot plus 200 graden. Alles is op een onwaarschijnlijke manier geëvolueerd. Denk aan 3D‑printing, aan de simulaties per computer waar ik overigens ook flink gebruik van maak omdat het je toelaat om sneller te zien of iets werkt. Maar het blijft een ‘métier de ­tordus’, een beroep voor lui met een raar kantje, op het ­masochistische af. Je moet altijd nieuwe oplossingen verzinnen. Met Poesjkin was ik vaak de wanhoop nabij en er was de druk vanwege mijn opdrachtgever die er al zoveel geld in had geïnvesteerd. Dan ben je tot slagen veroordeeld. Een zware verantwoordelijkheid. Nu voel ik nog maar weinig druk, we zijn nu met zeven hier en ik merk dat ik niet langer alleen wil wroeten. Noem me meer een dirigent, al brengen de jongeren ook

“Een vliegende man zoals da Vinci die tekende, blijft en van mijn mooiste dromen. Ook Jean-Michel Folon bracht vliegende figuren vaak in beeld. Maar de toekomst zal vooral gericht zijn op de overdracht, het ­doorgeven van mijn kennis en ervaring aan de jongeren. Er is werk genoeg en veel vraag ook. In de jaren negentig was de sultan van Brunei een goede klant maar dat kanaal is opgedroogd. Het was de grote periode, het kon niet op, ze kochten alles. Ik geloof dat 70% van de juwelen erheen ging. Tegenwoordig is er meer belangstelling voor elektrische automaten, met afstandsbediening. We ­hebben vier jaar geleden een automaat gemaakt voor de ­sultan van Oman. Hij zou tachtig worden, vijftig jaar op de troon zitten. Hij had me een paar projecten gevraagd met paarden maar uiteindelijk is het een soort grote taart geworden met wel 50 personages: de fanfare van Oman, trompettisten en klarinetspelers, een dirigent… allen aangekleed in de lokale klederdracht. Daarbij nog een muziekdoos met Omani muziek, alles verguld, zeer Arabisch. Vier maanden voor het werk klaar was, stierf de sultan”. B

BOUVERNE MAGAZINE


magnitude.be

Kortrijksesteenweg 1212 Sint-Denijs-Westrem twaalf-twaalf.be



BOUVERNE MAGAZINE | POMELL ATO

COLOUR BLAZES IN ICONICA’S DISTINCTIVE DESIGNS THAT HONOUR MILAN’S RICH HERITAGE OF JEWELLERY MAKING The open chain of the lariat-style necklace is held together with an adjustable gold slider covered in colourful gems. This innovative sliding system has a versatile all-gold mechanism that glides over the delicate chain allowing different ways to wear the necklace. The earrings hug the lobes and six gemstones are set around the entire sweep of gold. Iconica presents exciting ways to wear precious jewels with elegant informality. Worn on their own, the new jewels bring an injection of colour to an outfit, but are equally appealing in a stack of classic gold Iconica rings or mixed and matched with diamond pavé versions. The highly successful Iconica family adds another dimension to its range with three new rings, earrings and necklaces. The sculptural silhouette of Iconica, synonymous with traditional goldsmithing techniques, meets with the opulence of the Byzantine era, reminiscent of Pomellato’s early Bisanzio collections.

The combination of flawlessly smooth gold with the vivid colours of gemstones is only possible thanks to Pomellato’s mastery in both design and craftsmanship. Casa Pomellato’s artisans work closely with the design team to create jewels that celebrate traditional handmade skills while looking to the future.

Ever exploring novel ways to bring colour into jewellery, Pomellato has focused on refining both the cut of the stones and setting techniques. The result is a stunning contrast between the geometry of the coloursaturated gemstones and the voluptuous and smooth curves of Iconica. The choice of red garnet, London blue topaz and green peridot is significant as these three gemstone colours are particularly dear to Pomellato and, over the years, have appeared in many precious jewellery collections. To achieve a clean, timeless look, Pomellato has revived and refined the historical English flush-setting technique. Experience and know-how are key. Excess gold is removed to create a perfectly sized hollow into which the custom-cut baguette-shape stones are embedded. The gold is then firmly pushed back against the gem to hold it in place.

BOUVERNE MAGAZINE B 33


BOUVERNE MAGAZINE | POMELL ATO

POMELLATO’S NEW LUXURIOUS SABBIA JEWELS SHOWCASE THE FINEST MILANESE CRAFTSMANSHIP Pomellato presents new Sabbia jewels, each adorned with the distinctive irregular diamond pavé characteristic of the collection. These striking new jewels display Pomellato’s superior skills in diamond setting as well as its rich heritage of chain making. Minimalist in its style yet complex to produce, the new Sabbia designs bring an elegant informality to the most precious jewels.

Necklace and earrings in rose gold with white and brown diamonds

Star of the collection is the necklace that embodies Pomellato’s confident approach to even the most precious jewels. Despite its high value and impeccable craftsmanship, the six-chain necklace with a pendant set with white and brown diamonds and a T-bar clasp is easy to wear either day or night. Smooth on the skin and versatile, the necklace can be

34

B

BOUVERNE MAGAZINE

doubled around the neck or worn long, thanks to the sliding pendant. The earrings feature a pavé of brown diamonds set into a disc surrounded by a halo of white diamonds. Five delicate gold chains with diamond tips are suspended from each disc for added night-time glamour.


BOUVERNE MAGAZINE | POMELL ATO

POMELLATO UNVEILS FOUR TRENDY NEW SABBIA JEWELS THAT BREAK THE RULES The allure of the irregular Sabbia diamond pavé meet the glamour of diamond solitaires Sabbia presents a fresh new way to wear precious diamond jewels every day, challenging women to dare to be different and wear jewels whichever way they want. With versatility at the heart of Sabbia’s unconventional personality, the two rings and two halfpair earrings will appeal to eclectic women looking to mix it up with stackable rings and mismatched studs and drops. The introduction of solitaire diamonds combined with Sabbia’s characteristic irregular pavé brings an exciting buzz to this icon of Casa Pomellato. The rings can be stacked together or spread across the fingers from pinkie to thumb, worn halfway up a finger or as a signet ring. They happily sit alongside existing Sabbia rings to create your very own style of clusters of pavé and solitaire diamonds. An open ring in rose gold features the traditional irregular Sabbia pavé in white diamonds that contrasts with a single brown diamond solitaire in a smooth bezel setting. The double ring is formed of two bands joined by a gold bridge on the underside and embellished with a pavé of brown diamonds and a white diamond solitaire.

The earrings are an open invitation to experiment. Each earring is sold individually and there are no rules about how to style them. The interchangeable diamond or pavé disc can be worn at the front of the lobe as a single stud, with or without the drop that fastens behind the lobe. Women with multiple piercings have the option of mixing these new designs with their existing Sabbia studs, chandeliers and drops. The earrings offer a choice of diamond studs with one brown diamond solitaire or white combined with pavé discs in white or brown diamonds. Like every Pomellato jewel, these new arrivals are painstakingly made by hand by master goldsmiths and diamond setters in the firm’s Milan workshop. The smoothness of the pavé and perfection of the bezel settings is testament to amount of care taken in the crafting of every jewel to bear the Pomellato hallmark. Light on the skin and shimmering with diamonds, the new designs are a seamless fusion of traditional jewellery making skills and contemporary design.

BOUVERNE MAGAZINE B 35


www.becaus.be


BECAUS TUINEN & ZWEMBADEN

VANTEGEMSTRAAT 33 - 9230 WETTEREN T 09 363 09 63 | INFO@BECAUS.BE


En 2023, le Studio de Création Horlogerie de CHANEL présente la J12 Calibre 12.1, parée pour la première fois d’or jaune 18 carats, sublimant le style à la fois masculin et féminin de cette icône horlogère, déclinée en céramique noire ou blanche. La lunette et la couronne sont toutes deux en or jaune 18 carats et le cadran se pare de délicates touches d’or jaune avec les aiguilles, les index et le biseau en plaqué or jaune. Pour la première fois depuis la présentation du Calibre 12.1 par Arnaud Chastaingt, Directeur du Studio de Création Horlogerie de CHANEL, la masse oscillante, visible au dos de la montre à travers un verre saphir, est en plaqué or jaune, signature de l’Horlogerie de CHANEL.


BOUVERNE MAGAZINE | CHANEL HAUTE HORLOGERIE

DESCRIPTIF Boîte en céramique haute résistance noire et or jaune 18 carats Fond en saphir Lunette tournante unidirectionnelle en or jaune 18 carats Cadran laqué noir avec index, biseau et aiguilles en plaqué or Couronne vissée en or jaune 18 carats avec cabochon en céramique haute résistance noire Bracelet en céramique haute résistance noire et boucle triple déployante en acier Calibre 12.1 : mouvement Manufacture à remontage automatique, certifié chronomètre par le Contrôle Officiel Suisse des Chronomètres Masse oscillante dorée par traitement galvanique Réserve de marche : ~70 heures Fonctions : heures, minutes, secondes Étanchéité : 200 mètres Poids d’or : 10,10 g Diamètre : 38 mm

Boîte en céramique haute résistance blanche et or jaune 18 carats Fond en saphir Lunette tournante unidirectionnelle en or jaune 18 carats Cadran laqué blanc avec index, biseau et aiguilles en plaqué or Couronne vissée en or jaune 18 carats avec cabochon en céramique haute résistance blanche Bracelet en céramique haute résistance blanche et boucle triple déployante en acier Calibre 12.1 : mouvement Manufacture à remontage automatique, certifié chronomètre par le Contrôle Officiel Suisse des Chronomètres Masse oscillante dorée réalisée par traitement galvanique Réserve de marche : ~70 heures Fonctions : heures, minutes, secondes Étanchéité : 200 mètres Poids d’or : 10,10 g Diamètre : 38 mm BOUVERNE MAGAZINE B 39


BOUVERNE MAGAZINE | CHANEL HAUTE HORLOGERIE

En 1987, CHANEL présente sa première création horlogère, la montre Première, conçue pour les femmes par son Directeur Artistique de l’époque, Jacques Helleu. Choisissant l’octogone du bouchon du parfum N°5 pour cadran en le laquant de noir, empruntant au légendaire sac matelassé sa chaîne entrelacée de cuir pour en faire son bracelet, Première crée la surprise dans un univers régi jusqu’alors par les codes de l’horlogerie traditionnelle. En 2019, CHANEL imagine pour la première fois le bracelet de la montre Première dans une version toucher velours, dont la souplesse rappelle celle d’un ruban. Inspiré du vestiaire CHANEL, il signe une allure couture. En 2023, CHANEL présente la montre Première Ruban en acier sertie de diamants. Tout en soulignant le noir intense du cadran, cette touche précieuse sur la lunette affirme son design sophistiqué et féminin.

DESCRIPTIF

Boîte en acier sertie de 52 diamants taille brillant (~0,17 carat) Fond en acier Cadran laqué noir Bracelet en caoutchouc noir toucher velours et boucle ardillon en acier Mouvement quartz de haute précision Fonctions : heures et minutes Etanchéité : 30 mètres Dimensions : 19,7 x 15,2 mm Diamants : 52 diamants taille brillant (~0,17 carat)

40

B

BOUVERNE MAGAZINE


CELEBRATING 120 YEARS OF THE FINEST SLEEP Sinds het in 1901 de eerste pocketveren matras ter wereld op de markt bracht, maakt VISPRING luxebedden op maat. De meest verfi jnde duurzame en natuurlijke materialen die in elk bed worden gebruikt, worden vakkundig geselecteerd en gemengd voor een ultieme zachtheid en comfort.

Kortrijksesteenweg 1212, 9051 Sint-Denijs-Westrem T. 09 221 58 28 | www.twaalftwaalf.be

Echte Shetland-wol, Britse fl eece-wol, paardenhaar, zijde, kasjmier, mohair, bamboe vormen een palet van ongeëvenaarde verfi jning en bieden een rijke verscheidenheid aan sensaties, waardoor VISPRING een matras kan maken die bij elke smaak past.


BOUVERNE MAGAZINE | L ABAERE TAILORS

Labaere of 160 jaar passie voor herenmode

Soms loop je mensen tegen het lijf van wie je instant weet dat ze met een stevige geut passie op de wereld gezet zijn. Neem nu Olivier Labaere, zaakvoerder van Labaere Tailors, die als zesde generatie de kledingzaak van zijn vader en grootvader met kordate, maar fluwelen hand de toekomst in leidt. Labaere Tailors is wat high-end kleding­ zaken betreft een naam met faam. Al ruim 160 jaar lang vinden mensen hun weg naar de Zottegemse zaak en weten ze zich door een

gepassioneerde familie perfect begeleid in hun zoektocht naar hoogkwalitatieve, hedendaagse mode. Wij gingen er op een druilerige en kille oktoberochtend heen, en werden warm verwelkomd door Olivier Labaere (26), de jongste telg van de familiezaak. De ochtend is druk en nat. Op het marktplein van Zottegem stappen moedige shoppers door de striemende regen. Het is marktdag en ondanks het sombere herfstweer is het er redelijk druk. Marchands staan er met luide stem hun waar aan te prijzen. Het contrast met Labaere kan niet groter zijn. Vanaf het moment dat we de kledingzaak binnenstappen, wanen we ons in een andere wereld. Stijlvol, hedendaags-meteen-klassieke twist en heel ruim. Het eerste wat ons opvalt, is het grote aanbod.

1946

42

B

BOUVERNE MAGAZINE


“We hebben de winkel onlangs helemaal verbouwd”, vertelt Olivier Labaere, wanneer hij ons als attente gastheer een kopje koffie aanbiedt. “Vandaag bieden we casual chic confectie, tailor made kleding, handgemaakte schoenen én een mooie wijnselectie aan. Dat laatste is een uitloper van een andere passie. Het idee om in de winkel een wijnboetiek te integreren, kwam er na een heel mooie avond in Italië. Toen ik kort daarop Gianluca Di Taranto ontmoette, voor mij de beste sommelier van België, heb ik hem gevraagd of hij me wilde helpen bij het selecteren van de wijnen. Hij bleek enthousiast en was het idee van ‘wijnboetiek in de herenkledingwinkel’ meteen genegen. Vandaag vinden klanten en wijnliefhebbers hier een uitgelezen selectie aan kwaliteitswijnen, hoofdzakelijk wit en rood, met in de zomer een aantal rosés. Zelf ben ik grote fan van de Franse Pomerol, Château Seraphine, een nogal krachtige rode, en de erg lekkere witte Batar.” KLEREN MAKEN DE MAN

160 jaar. Zo lang vind je Labaere Tailors al in de Hoogstraat in Zottegem. “De zaak zit al sinds het prille begin op dezelfde plek,” aldus Olivier. “160 jaar is lang, ja. Ik ken geen enkele andere zaak die het al zo lang uitzingt. Het bewijs dat we het goed doen, zeker? Het is alleszins zo dat de passie voor het vak in mijn bloed zit. Ik doe dit met hart en ziel, en wil elke dag de

1966

familiewaarden uitdragen. Service, kwaliteit, zorg … zijn voor Labaere erg belangrijk. Klanten voelen het als je met hen begaan bent, en als je tijd vrijmaakt. Ongeacht wat een klant nodig heeft, we zullen iedereen altijd behandelen met dezelfde egards. Ik hoorde een vaste klant onlangs nog vertellen waarom hij hier zo graag kwam: ‘Weet je waarom ik telkens weer naar hier kom? Ik ga maar twee keer per jaar kleren shoppen, en ik weet dat ik na een paar uur bij Labaere terug naar huis ga met een nieuwe garderobe. Het aanbod is er groot, de service onberispelijk en de zorg na verkoop kent zijn gelijke niet.’ Mooie woorden, maar ze kloppen wel: ik heb door de jaren heen ervaren dat de meeste mannen niet graag elke week shoppen, maar nieuwe kleren kopen als ze iets nodig hebben. En onze klanten vinden hier vrijwel altijd hun gading. Wij kunnen als het ware elke man kleden tussen de 17 en 77, tot 4 XL.

BOUVERNE MAGAZINE B 43


BOUVERNE MAGAZINE | L ABAERE TAILORS

We hebben de winkel ook ingedeeld met de verschillende services in gedachten: vooraan vind je het meer casual-chic gedeelte, achteraan – in wat we de Gentlemen’s Club gedoopt hebben – kunnen mensen terug voor een heel persoonlijke custom made ervaring. Stapt iemand binnen met de vraag om een nieuw maatpak, dan reserveren we een paar uur om een personal tailored maatpak samen te stellen, from scratch. We kiezen samen de stoffen, zoeken naar een stijl, selecteren knopen etc. Laat je je vandaag een pak aanmeten, dan stap je hier zes tot acht weken later helemaal onberispelijk buiten. En mocht er toch nog een retouche nodig zijn, dan doen we dat free of charge. Wat ik zelf een grote troef vind, is dat we niet enkel chino’s of jeans, vesten of hemden op maat maken, maar dat klanten hier evengoed terechtkunnen voor een op maat gemaakte trui. Truien in standaardmaten hebben niet voor iedereen de ideale pasvorm: de ene man heeft langere arme dan de andere of een bredere torso en een smalle taille. Het is dan heel fijn om te weten dat je hier een trui kan kopen die je, met wat aanpassingen, zit als gegoten.” ITALIAANSE, ENGELS, ZWEEDS … GEKLEED DOOR EUROPA

“Mijn hart ligt bij het maatpak”, vertelt Olivier. “Ik ben zelf geen kleermaker, maar een tailor en heb wel verschillende opleidingen gevolgd, onder andere in Savile Row, het Londense mekka van bespoke tailoring. Indrukwekkend, dat is het minste wat je ervan kunt zeggen, want alles wordt er nog helemaal met de hand gemaakt. Door zelf al zo lang te bestaan, hebben we een uitstekende relatie opgebouwd met onze leveranciers, vaak ook familiebedrijven. Zoals met het Belgische Scabal, bijvoorbeeld. Het is een van onze langstlopende relaties. Scabal is echt een grote speler in de wereld van stoffen, en maar weinig mensen weten dat het een Belgisch bedrijf is. Ik vind dat we daar wat trotser op mogen zijn.” “Vandaag vind je bij Labaere een mooie, evenwichtige mix tussen tailor-made, confectie-kostuums van Lattore, Emporio Armani, Scabal en hoogstaande merken als Ralph Lauren, Paul Smith, Parajumpers, Emporio Armani, Jacob Cohen … Pret-à-porter, dus, maar wel met de mogelijk om alles aan te passen in ons eigen atelier. Zowel mannen die enkel een jeans en een blazer nodig hebben als mannen die op zoek zijn naar een volledig op maat gemaakt pak, een trouwkostuum of een smoking vinden hier hun gading. En voor mannen die nauwelijks tijd hebben om zelf naar de winkel te komen, bieden we de traveling tailor-service aan: ik ga met een selectie kostuumstoffen bij de klant thuis of op kantoor, neem de maten en stel samen met de klant een gepersonaliseerd maatpak samen. Ik werk daarvoor alleen met de mooiste stoffen, onder andere van Scabal en Loro Piana.

44

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | L ABAERE TAILORS

EEN RONDJE DOOR DE ZAAK

Wanneer we Olivier vragen naar zijn persoonlijke favorieten, neemt hij ons enthousiast mee door de zaak. “Beginnen we bij de schoenen? Het Italiaanse Santoni is mijn absolute nummer één, omdat het merk erin slaagt hoogkwalitatieve schoenen te produceren die, eens je je voet erin steekt, aanvoelen als een lichte pantoffel. Heel aangenaam, neutraal en met subtiele details. Verder ben ik fan van Van Bommel of het iets minder bekende Magnani, en wat prijs-kwaliteit betreft een absolute topper. Gaan we over naar sokken, dan kies ik voor – alweer – het Italiaanse Marcoliani, een merk dat uitsluitend sokken produceert. Wol, cashmere, katoen … je vindt het hier allemaal. Een vestje? Circolo, jazeker! Italiaans, met flair en dankzij de soft shoulders vallen ze een beetje als een hemd. Ik vind het een absolute aanrader. Ook mooi om samen te dragen met een jeans, waar ik nogal fan ben van het Italiaanse Jacob Cohen, dat een heel ruim aanbod heeft in verschillende washings, pasvormen en afwerkingen. Misschien nog een trui? Paul Smith

of het Zweedse Stenströms – de Zweedse hofleverancier – doet het altijd goed, en heeft voor ieder wat wils. En wat jassen betreft, ga ik voor Herno. Italiaans, sober en stijlvol.”

Hoogstraat 7 t.e.m. 17 | 9620 Zottegem | T 09 360 02 47 info@labaere.be | NEW webshop: www.labaere.shop WWW.LABAERE.BE

BOUVERNE MAGAZINE B 45


BOUVERNE MAGAZINE | LOFOTEN

LES ÎLES LOFOTEN, JOYAUX DE LA MER DE NORVÈGE UN BOUT DE PARADIS SUR TERRE, OÙ VOUS POURREZ ADMIRER LES AURORES BORÉALES. SITUÉ AU-DESSUS DU CERCLE POL AIRE ARCTIQUE, À PLUS DE 900 KMS AU NORD D‘OSLO, CETTE PORTE DES FJORDS EST L’ENDROIT RÊVÉ POUR LES AMOUREUX DE L A NATURE ET DE L A PÊCHE. TERRE DES VIKINGS, LES ÎLES LOFOTEN VOUS OFFRIRONT DES PAYSAGES MINÉRAUX FAIT DE PIERRE ET D’EAU, ET QUI AURONT SU FORGER DES HOMMES À L A FOIS RUDES ET GÉNÉREUX.

46

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | LOFOTEN

BOUVERNE MAGAZINE B 47


BOUVERNE MAGAZINE | LOFOTEN

Comme un mur imposant, les Lofoten s’élèvent de la mer pour créer un paysage impressionnant de variété ainsi qu’un jeu de contrastes exceptionnels qui font de cet archipel un réel joyau au large du continent norvégien. Les îles que composent les Lofoten sont situées au nord du cercle polaire nord et s’étendent sur 200 km entre le 67e et 68° parallèle nord à partir des îles Vesterålen. L’océan Atlantique y crée un impressionnant littoral d’îles séparées de la terre ferme par le célèbre Vestfjord, un bras de mer poissonneux long de près de 155 km. Les cinq îles les plus importantes sont reliées par des tunnels et des ponts. Sinon, ce sont des ferries pour piétons ou voitures qui vous amèneront d’île en île, soit des services de bateaux rapides. Sur une superficie de près de 1 227 kilomètres carrés, les Lofoten comptent environ 24 000 habitants, la partie orientale de l’archipel étant la plus peuplée. Malgré des conditions météorologiques parfois instables, l’archipel se présente au printemps avec un climat assez doux grâce à l’influence du Gulf Stream. L’été, la température moyenne

« L’archipel des Lofoten est célèbre pour les aurores boréales, le soleil de minuit et ses petits villages de pêcheurs » 48

B

BOUVERNE MAGAZINE

tourne autour des 15° Celsius mais peut monter jusqu’à près de 30°. Pendant l’hiver, il fait froid comme c’est le cas partout en Norvège bien que la température ne descende jamais sous les moins 15°, grâce à nouveau au Gulf Stream. Ce sont leurs paysages impressionnants qui font des Lofoten une destination touristique à ne pas manquer. Aujourd’hui encore, les visiteurs y rencontrent une nature au caractère original et unique. Sur chacune des îles l’on trouve plusieurs villes et villages de pêcheurs idylliques aux maisons en bois colorées. Côté jardin, elles sont entourées de montagnes imposantes et de fjords tout aussi magnifiques.


BOUVERNE MAGAZINE | LOFOTEN

LES LIEUX À VOIR

C’est principalement en photos que nous vous présentons ces quelques joyaux que sont la côte de Vareid, les plages sauvages et rocheuses d’Unstad, Haukland et Lodingen, le Mount Hoven et les petits villages de pêcheurs typiques de Reine et de Nustfjord. Ce dernier ressemble à un livre d’histoire sur les Lofoten, tellement il est resté authentique. Autre destination spéciale est le village de Leknes et principalement son musée consacré à la vie des pêcheurs au fil des ans. La petite ville d’Andenes (Iles Vesterålen) est la case départ rêvée pour les amateurs de safaris marins désirant partir à la découverte des mammifères marins que sont les baleines, orques et dauphins. L’île de Vaeroy, à

l’extrême sud des Lofoten, est le lieu idéal pour découvrir les macareux ou perroquets de mer aux couleurs vives. A Trollfjord, ce seront les aigles de mer que l’on découvrira à bord de zodiacs. Kabelvag est l’un des plus importants villages de pêcheurs des iles Lofoten. Vous y trouverez une église historique à colombages que les habitants appellent affectueusement la cathédrale des Lofoten. En été, le West Flakstadoya mérite le détour, car cette région propose les plus belles plages de sable des Lofoten. L’on n’oubliera pas le passage par la ‘capitale’ Svolvaer, le plus important carrefour de l’archipel et le seul village possédant des droits de ville

BOUVERNE MAGAZINE B 49


norvégienne depuis 1996. Bien sûr, ce seront surtout les petits villages de pêche, fidèles à leur tradition, qui font le charme des Lofoten. L A VIE DANS LES ÎLES

Malgré la croissance importante du tourisme, la vie ­quotidienne est restée caractérisée par une certaine ­simplicité, la pêche étant restée la principale source de revenus pour les îles. Pour le touriste, l’on peut recommander deux périodes de voyage en particulier : soit la période du soleil de minuit (de la fin mai à la mi-juillet) lorsque les nuits sont aussi claires que le jour, soit de septembre à avril où vous découvrirez le spectacle fascinant des aurores boréales. INFORMATIONS PRATIQUES

L’on rejoint l’archipel des Lofoten par les airs via Oslo ou Bodo, ensuite par vol intérieur pour les aéroports

50

B

BOUVERNE MAGAZINE

locaux de Svolvaer, Leknes ou Evenes. Si vous ­voyagez avec votre propre véhicule (un camping-car de ­préférence) ou en voiture de location, vous pourrez rejoindre les Lofoten grâce aux lignes de ferries, au départ de Bodo ou de Skutvik. Il y a bien sûr plusieurs lignes ferroviaires à partir d’Oslo ou d’autres villes ­norvégiennes. D’ailleurs, certaines lignes sont parmi les plus belles au monde à l’exemple des tracés Flamsbana, Nordlandsbanen et Bergensbanen. Rien que les huit grandes lignes de chemins de fer norvégiennes valent à elles-seules le détour. Finalement, nous ne recommanderons pas les Lofoten aux amateurs de bons vins ou de pressions ­rafraîchissantes car les alcools y sont hors de prix, ni aux automobilistes au pied lourd car les excès de vitesse (de 60 à 90 km/h max.) vous coûteront une petite fortune. B


W E S P R OJECT S . BE

"WE BRENGEN MODERNE TECHNIEKEN, SFEER EN WELBEHAGEN SAMEN_" Duurzame technieken, mooier leven.

totaalprojecten • slimme elektriciteit • warmtepompen • ventilatie • duurzame energie Wij leveren technieken en producten voor uw nieuwbouw of vernieuwbouw die bijdragen tot een ecologisch en duurzaam wooncomfort. Met oog voor dat tikkeltje meer, brengt WESprojects_ uw nieuwe thuis naar een hoger level. WESprojects_ is een familiebedrijf ontstaan vanuit de passie voor “thuis”. Thuis staat bij ons synoniem voor een geborgen sfeer, een goed gevoel en genieten. Maar uw “ thuis” moet vandaag ook aan veel meer voldoen. Ecologisch, duurzaam en rationeel zijn parameters die soms ten koste gaan van deze waarden wanneer ze niet goed gecombineerd worden. En dat is wat wij nu wel belangrijk vinden, hedendaags wonen in een warme sfeer, een juiste balans tussen rationaliteit en dit warm en huiselijk gevoel.

WESPROJECTS.BE ____________ 0494 93 15 59 ____________DESTELBERGEN, GENT ___________


BOUVERNE MAGAZINE | BREGUET

BREGUET TYPE XX

EEN STERKE COMEBACK HET JAAR 2023 BRENGT EEN NIEUWE TYPE XX, EEN NIEUW MOMENTUM, EEN NIEUWE GENERATIE EN EEN COMPLEET NIEUW KALIBER. OM AAN ALLE BEHOEFTEN TE VOLDOEN WORDEN DEZE KEER WORDEN TWEE VERSIES UITGEBRACHT: ÉÉN MILITAIR GEÏNSPIREERD EN EEN ANDERE, GEBASEERD OP DE BESTE CIVIELE MODELLEN. TERUGKIJKEND NAAR DE EMBLEMATISCHE MODELLEN VAN DE EERSTE GENERATIE, HEEFT BREGUET DEZE HORLOGES EEN EIGENTIJDSE, DYNAMISCHE EN TECHNOLOGISCHE SPIRIT MEEGEGEVEN.

52

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | BREGUET

Bij het creëren van de nieuwe Type XX, was het voor Breguet vanzelfsprekend om te putten uit het onuitputtelijke erfgoed het merk. In die context is het goed eraan te herinneren dat Breguet aan het begin van de jaren 1950 wist te voldoen aan de eisen van de Franse luchtmacht die op zoek was naar een robuuste pols­ chronograaf met enkele welbepaalde kenmerken. Voor piloten, en meer in het algemeen voor vliegtuigbemanningsleden, is het bijhouden van de tijd aan boord – dat wil zeggen het registreren van tijdreferenties in een omgeving die wordt gekenmerkt door intense activiteit en stress – van levensbelang. Voor handelingen zoals het meten van de totale vluchttijd of die van deeltrajecten, het controleren van het brandstofverbruik, het oriënteren en het uitvoeren van manoeuvres, waren instrumenten nodig die in de loop der jaren door horlogemakers steeds nauwkeuriger en eenvoudiger hanteerbaar werden gemaakt: eerst boordchronografen en spoedig daarna ook chronografen voor aan de pols. Uit onderzoek van de bedrijfsarchieven blijkt dat vanaf de jaren 1930 talrijke ‘speciale’ producten werden

geïntroduceerd, d.w.z. producten die waren afgestemd op de bijzondere vereisten van de luchtvaart. Deze uiterst technische tijdsinstrumenten werden zowel aan de militaire luchtvaart als aan de pas opgerichte Franse nationale luchtvaartmaatschappij Air France geleverd. De levering van horloges voor de instrumentenborden van vliegtuigen nam vanaf het begin van de jaren 1950 een verdere vlucht en was 30 jaar lang een van de erkende specialiteiten van Breguet. De meest wijdverspreide modellen waren de Type 11, 11/1 en 12, die te vinden waren op de instrumentenpanelen van talrijke vlieg­tuigen, waaronder met name de onvergetelijke super­sonische Concorde. Naast de chronograaf op het instrumentenbord bleek nog een tweede chronograaf noodzakelijk en wel om de pols van de piloot – bovendien niet zomaar een willekeurig model. Mocht de ene onbruikbaar worden, dan nam de ander het over. Dit was het hele punt van de tijdsinstrumenten waarin Breguet een specialist zou worden, meer bepaald met name de legendarische Type XX.

BOUVERNE MAGAZINE B 53

T Y P E X X


BOUVERNE MAGAZINE | BREGUET

TYPE 20 CHRONOGRAPHE 2057

HET MILITAIRE ERFGOED

Dit tijdsinstrument is geïnspireerd op de 1100 exem­ plaren die aan de Franse luchtmacht werd geleverd tussen 1955 en 1959, en waarvan de naam in Arabische cijfers werd weergeven als Type 20. Dit in tegenstelling tot alle andere modellen, waaronder die van de Aéronautique Navale, waarvan de naam Type XX in Romeinse cijfers werd geschreven. De zwarte wijzerplaat is gemoder­ niseerd, maar blijft trouw aan de identiteit van de Type 20. De Arabische cijfers en de driehoek op de glasrand zijn lichtgevend en hebben een muntgroene tint, net als alle wijzers. De 30‑minutentotalisator op 3 uur is nu groter dan de 60‑secondentotalisator op 9 uur, terwijl een datumvenster is toegevoegd tussen 4 en 5 uur.

T Y P E 2 0

De 42 mm stalen kast is voorzien van een niet-gegradueerde doch wel gecanneleerde bi‑directionele glasrand, net als bij de modellen die in het verleden aan de militaire luchtmacht werden geleverd. De kroon in peervorm,

54

B

BOUVERNE MAGAZINE

zoals in het begin, is in drie standen verstelbaar: 1 neutraal, 2 datumcorrectie, 3 tijdinstelling. De drukknop op 2 uur dient om de chronograaf te activeren en de drukknop op 4 uur voor de “flyback” functie. De eerste wordt gebruikt om de stopwatch te starten en te stoppen, de tweede dient om de chronograaf en de minuten­ totalisator terug op nul te zetten.


BOUVERNE MAGAZINE | BREGUET

TYPE XX CHRONOGRAPHE 2067

DE LIJN VAN DE ‘BURGERLIJKE’ VERSIES

Dit tweede tijdsinstrument met zijn avontuurlijke uitstraling is een directe afstammeling van de beste civiele Type XX‑modellen uit de jaren 1950 en 1960, en dan met name een model uit 1957 met individueel nummer 2988. De wijzerplaat van deze civiele versie is evenzeer zwart, maar vertoont significante verschillen. Allereerst het display: de 15‑minutentotalisator staat op 3 uur, de 12‑urentotalisatorop 6 uur en de secondewijzer op 9 uur. Net als bij de militair geïnspireerde versie, heeft de totalisator een ander formaat om de wijzerplaat zowel dynamischer als beter afleesbaar te maken. De Arabische cijfers, de wijzers en het driehoekje op de glasrand zijn voorzien van een ivoorkleurige lichtgevende coating. Het datumvenster wordt weergegeven tussen 4 en 5 uur. De 42 mm stalen kast is voorzien van een gecanneleerde bi-directionele gegradueerde glasrand. De klassieke rechte kroon kan in drie standen worden

ingesteld: 1) neutraal, 2) datumcorrectie, 3) tijdinstelling. De drukknop op 2 uur start en stopt de chronograaffuncties, terwijl de drukknop op 4 uur de chronograaf onmiddellijk op nul terugzet en opnieuw start, op basis van het beroemde “flyback” principe. Deze twee nieuwe telgen in de courante Breguet collectie worden geleverd in een havanna-kleurige lederen doos die doet denken aan een vliegtuigvleugel. De chronograaf is voorzien van een kalfslederen armband, met een zwarte NATO-band extra in de doos. Zo kunnen eigenaars wisselen naargelang het humeur van de dag. van 45 tot 60 graden. Vastzetten gebeurt met een vergrendelings­systeem. Het kost slechts enkele seconden om een kalfslederen armband om te wisselen voor een andere lederen variant, terwijl de zwarte NATOband tussen de twee staafjes wordt gestoken en onder de kast wordt geleid.

BOUVERNE MAGAZINE B 55

T Y P E X X


BOUVERNE MAGAZINE | BREGUET

INTRODUCTIE VAN HET NIEUWE KALIBER 728 EN 7281

B R E G U E T

56

B

Na vier jaar ontwikkeling op de Manufacture Breguet, presenteert het merk met trots het nieuwe zelfopwindende kaliber 728 voor de burgerlijke versie en het kaliber 7281 voor de militaire versie. Dit gangwerk en zijn variant, die robuustheid en innovatie combineren, worden beschermd door diverse patenten en bevat alle kenmerken die van een moderne chronograaf verwacht mogen worden, zoals een kolom rad, verticale koppeling, frequentie van 5 Hz en een innovatief activeringssysteem voor terugzetten naar nul. Naast deze elementen profiteert het vooral ook van de laatste technische innovaties op het gebied van chronometrie (precisietijdmeting). De spiraal, het echappement en

Beide modellen zijn voorzien van een “flyback” ­functie. Deze functie is een kostbare aanwinst voor piloten: waar eerder drie handelingen nodig waren, is nu één handeling genoeg. Dankzij de “flyback functie” is het evalueren van verschillende tijden en richtingen bijzonder eenvoudig.

Type XX Chronographe 2067 2067ST/92/3WU – Kaliber: 728

Type 20 Chronographe 2057 2057ST/92/3WU – Kaliber: 7281

BOUVERNE MAGAZINE

de hoornen van het anker zijn gemaakt van silicium. Silicium is niet alleen bestand tegen corrosie en slijtage, maar is ook ongevoelig voor de invloed van magnetische velden en verhoogt de nauwkeurigheid van het tijdsinstrument. Bovendien heeft deze zelfopwindende chronograaf een gangreserve van 60 uur.


Wealth Solutions for Generations Reeds 275 jaar de partner in het beheer, opbouw en bescherming van familievermogen van generatie op generatie. Of het nu om uw gezin, uw vermogen of uw onderneming gaat – u draagt er de grootste zorg voor. Daarbij kunt u rekenen op de steun van Bank Nagelmackers. Met meer dan 275 jaar ervaring in het beheer, opbouw en bescherming van familievermogens staan we voor u klaar, in iedere fase van het leven. Gemoedsrust bij iedere bekommernis staat daarbij centraal, zowel vandaag als morgen! Wat is voor u belangrijk? Bespreek het met onze experten. Samen stellen we een strategie op die u naadloos naar uw bestemming brengt. Ontdek wat we voor u en de volgende generaties kunnen betekenen.

www.nagelmackers.be



BOUVERNE MAGAZINE | LONGINES

MINI DOLCEVITA

L’élégance se trouve dans les plus petits détails LA NOUVELLE MINI DOLCEVITA EST ARRIVÉE. AVEC SON PROFIL DISCRET, SON STYLE CLASSIQUE ET SES VARIATIONS ESTHÉTIQUES AUSSI MODERNES QU’INTEMPORELLES, CE GARDE-TEMPS, PETIT MAIS PUISSANT, REFLÈTE PARFAITEMENT LE « LUXE DISCRET » ET L’ÉLÉGANCE CONTEMPORAINE DE LONGINES.

Bien que de petite taille, la Mini DolceVita fait une arrivée remarquée. Cette montre-bijou résolument contem­poraine affiche un style intemporel jusque dans les moindres détails. Avec son boîtier épuré, ses lignes adoucies et son nouveau bracelet en acier inoxydable, ce ­classique moderne arbore une allure aussi chic ­qu’élégante. Issue d’une longue lignée, la Mini DolceVita s’inspire d’une pièce mythique Longines déjà créée en 1927. Tous les modèles de la collection Mini DolceVita se présentent dans un boîtier rectangulaire en acier inoxydable, équipé d’un mouvement à quartz L178 de haute précision. Leur étanchéité est garantie jusqu’à 3 bars (30 mètres). La pièce maîtresse de cette nouvelle ligne éblouit par son boîtier rectangulaire habillé de 38 diamants Top Wesselton IF-VVS. Son nouveau cadran circulaire Cosmo attire le regard par une élégante sobriété. Visible grâce à une glace saphir résistante aux rayures, il se caractérise par des contrastes subtils. Son fond est argenté soleillé, ­l’indicateur des heures blanc mat, un cercle intérieur aussi

argenté et un sous-cadran rond de petite seconde blanc mat. Des heures en chiffres romains peints et les aiguilles en acier bleui contrastent avec les teintes claires du cadran pour une plus grande facilité de lecture. Les montres Mini DolceVita se déclinent en un éventail impressionnant de coloris et de configurations. Six des nouvelles références affichent un boîtier orné de diamants. Quatre d’entre elles se parent de couleurs ori­ ginales: blanc ivoire, vert menthe, rose fleuri et bleu serein. Leur bracelet s’accorde à merveille avec l’extérieur du cadran romain, tandis que le carré intérieur à effet ­guilloché du boîtier apporte un contraste saisissant. La nouvelle ligne compte également cinq références avec boîtiers non sertis, discrets et tout autant éclatants. Les modèles à cadran romain côtoient ceux à cadran Cosmo à finition argenté sablé. Chacune de ces pièces est proposée sur le nouveau bracelet en acier inoxydable ou un élégant bracelet en cuir noir. La montre à cadran romain existe également sur bracelet cuir rouge.

BOUVERNE MAGAZINE B 59



BOUVERNE MAGAZINE | LONGINES

LONGINES RÉINTERPRÈTE LA ‘DOLCE VITA’

Depuis sa création en 1997, Longines DolceVita est un hymne à la douceur de vivre à l’italienne. Suave et ensoleillée, chaleureuse et glamour. Comme un abandon ­songeur sur la terrasse d’une place de village ou une balade dans les ruelles de Rome, comme un délicieux délassement en bord de mer. Inspirée d’un modèle des années 20 et caractérisée par son boîtier rectangulaire, la ligne Longines DolceVita s’est étoffée au fil des ans sans jamais perdre son identité, ni démentir le large succès qu’elle a rencontré depuis son lancement en 1997. La collection s’est il y a peu enrichi d’un nouveau cadran sectorisé caractéristique du style Art Déco. Affichant un subtil équilibre de tons argentés, il se démarque par un tour d’heures orné de chiffres arabes et de longs index fins, ainsi que d’une mire en son centre. La DolceVita reste l’une des meilleures ventes de la marque, choisie par les femmes qui accordent de l’importance au style et à la fonctionnalité. Et ce, à l’image de l’actrice américaine Jennifer Lawrence, l’égérie et ambassadrice de l’élégance de la Maison Horlogère suisse Longines.

Aujourd’hui, Longines DolceVita élargit son offre de bracelets interchangeables en proposant de nouvelles déclinaisons en cuir de couleur blanche, bleue, noire et gold. Véritables accessoires permettant de personnaliser sa montre au gré de ses envies, ils sont disponibles en deux tailles, S et M. La gamme Longines DolceVita ne cesse de développer sa palette de déclinaisons, comme autant de manières de vivre et d’exprimer la ‘dolce vita’. Mariant subtilement les lignes géométriques et la douceur des courbes, la collection Longines DolceVita se caractérise par son boîtier rectangulaire inspiré d’un modèle des années 1920. Ciselé dans l’acier et agrémenté de diamants, ce modèle de 23.30 x 37.00 mm arbore un cadran argenté « flinqué » orné de chiffres romains peints. Entraînées par un mouvement à quartz, les heures et les minutes tournent au gré de fines aiguilles en acier bleui. Ce garde-temps s’habille au choix d’un bracelet en cuir blanc, bleu ou noir interchangeable.

BOUVERNE MAGAZINE B 61



BOUVERNE MAGAZINE | SOFIE SPRUY T

FLORAL DESIGN: VERWONDERING VOOR VERSTILDE PRACHT

A

LS ER AL EEN HEMEL OP AARDE BESTAAT, DAN BEVINDT DIE ZICH ERGENS AAN HET VOORPORTAAL VAN DE VLAAMSE ARDENNEN. SCHURKEND TEGEN DE SIERLIJKE GLOOIINGEN VAN EEUWENOUDE

HEUVELS, LIGT HET PITTORESKE WANNEGEM-LEDE, EEN DORP WAAR DE TIJD ZICH NOG NIET HEEFT OVERGEGEVEN AAN DE SNELLE WAAN VAN DE DAG EN WAAR DE DINGEN GEWOON NOG DE DINGEN MOGEN ZIJN. EEN OUDE TRACTOR TUFT OP ER OP EEN NEVELIGE SEPTEMBEROCHTEND DOOR DE VELDEN, EEN MAN TUURT NAAR DE HORIZON, KAUWEN ZITTEN ER LUI OP STRAAT EN IN DE TUIN VAN SOFIE SPRUYT, FLORISTE EN EPICURIST, HANGT EEN NAZOMERSE VREDE DIE BEZOEKERS INSTANT ZEN MAAKT. WIJ GINGEN LANGS VOOR EEN GESPREK OVER – AMONGST OTHERS – DE NOBELE KUNST VAN HET BLOEMSCHIKKEN, EN ZOVEEL MEER.

T ekst : Sven De Potter

De Duitse dichteres Getraude Beese zei het ooit eens als volgt: “Een leven zonder dromen is als een tuin zonder bloemen.” En ze had overschot aan gelijk. Maar kunnen we zonder bloemen überhaupt leven? Stel de vraag aan Sofie Spruyt en ze zal je volmondig “Neen, natuurlijk niet”, antwoorden. Voor Sofie Spruyt start en eindigt de dag met bloemen, in verschillende vormen.

Summer-middag door haar kleurrijke tuin wandelen. Indische kers. Echinacea. Cosmos. Dahlia’s. Het is een shot kleurrijke liefde. “Ik ben afgestudeerd als interieurarchitectuur, en heb een diploma kunstwetenschappen. Ik heb altijd al een grote liefde gehad voor gebouwen en materialen, voor de tactiliteit van dingen en de schoonheid die ze uitstralen. Het was mijn idee om na mijn studies bij een bureau te werken waar ik mijn liefde voor kunst kon combineren met modernere visies op (interieur) architectuur, maar zover is het dus nooit gekomen. Ik merkt na mijn afstuderen en het zoeken naar een job dat ik een richting werd uitgestuurd die ik niet zag wilde. Ik zag het niet zitten om elke dag met een computer keukens uit te tekenen. De keuze om iets anders te doen, was vrij snel gemaakt. Maar het leven had blijkbaar een ander plan: ik leerde mijn echtgenoot kennen, en was snel zwanger, van een tweeling notabene (lacht).

“De verwondering die ik als kind voor de natuur had, heb ik nog steeds.”

Met haar zaak Floral Design zorgt ze er al jaren voor dat events – van jubileums, trouwe­ rijen, begrafenissen, lentefeesten, liefdesfeesten, communies en dies meer – net iets meer verdieping krijgen. Ze voegt met haar met zorg samengestelde bloemstukken- en installaties niet enkel een vleugje persoonlijkheid toe aan events, maar meteen ook een extra dimensie, een natuurlijke touch.

“En toch was floriste worden niet mijn grote roeping,” vertelt ze wanneer we op een warme Indian

BOUVERNE MAGAZINE B 63


BOUVERNE MAGAZINE | SOFIE SPRUY T

Ik heb die dromen even opgeborgen, en ben mijn mama gaan helpen in haar immobiliënkantoor, want zij zocht net een extra stel handen. Voor mij was die job, zeker in combinatie met de zorg voor twee jonge kinderen, echt heel welkom. Ik heb dat met heel veel liefde en plezier gedaan.” Liefde voor leven Dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Tijdens lange wandelingen met de kinderen, voelde Sofie dat de liefde voor schoonheid, voor de natuur haar influisterde om toch iets met haar creatieve dadendrang te doen. “De kinderen vielen tijdens het wandelen in slaap, wat me tijd gaf om wat wilde bloemen te plukken en die achteraf te drogen. Zo is het een paar jaar geleden allemaal begonnen. Ik kreeg al snel van een aantal pasgehuwde koppels de vraag of ik hun trouwboeket wilde persen en inkaderen, en zo is het via mond-tot-mondreclame heel organisch gegroeid. Ik had het geluk dat er in die periode een steeds grotere belangstelling ontstond voor droogbloemen. Het werd een hype, en aangezien mensen wisten dat ik ermee bezig was, kreeg ik ineens heel veel opdrachten. Je zou kunnen zeggen dat de passie voor het metier zich op mijn dorpel heeft gepresenteerd.”

64

B

BOUVERNE MAGAZINE

Floral Design bestaat nog niet zo heel erg lang. Jij bent een van de weinige mensen die de coronacrisis wisten om te buigen tot een succesverhaal. “Ja, eigenlijk wel. Toen ik er na de geboorte van ons derde kindje voor koos om niet meer terug te gaan ­werken en volop voor mijn droom te gaan, was dat in een periode waarin heel de maatschappij op slot ging. Alles viel stil. Het gevolg daarvan was dat heel veel mensen thuis zaten, maar toch ergens een houvast zochten in schoonheid, in iets waar ze blij van werden of hun ­interieur mee konen opleuken en verfraaien. Voor mij was die corona­periode, ondanks het feit dat alle feesten en events on hold stonden, een drukke ­periode. En langzamerhand is het gegroeid tot wat het vandaag is.” Een succesvol bedrijf, gerund door een vrouw die weet wat ze wil. “(lacht) Zo kun je het wel stellen, ja. En weet je, het hoefde voor mij niet per se over het medium ‘bloem’ gaan. Ik denk dat, mocht er iets anders creatiefs op mijn pad gekomen zijn, het evengoed ook dat kon geweest zijn. Het gaat me om het feit dat ik de wensen van ­klanten een invulling kan geven, dat ik hun vragen op een creatieve manier kan uitwerken, met bloemen.”


BOUVERNE MAGAZINE | SOFIE SPRUY T

“Als het gaat over mijn favoriete bloemen, dan kom ik steeds weer terecht bij de bloemen die ik ook als kind al graag rook.” Je werk is verfijnd, mooi en elegant. Er zit een ­kunstige rand aan. “Misschien wel, maar dat komt doordat de opdrachten die ik de laatste tijd krijg meer die richting uitgaan. De vraag naar installaties of stukken waar bloemen, architectuur en kunst samenkomen, is groter geworden. Ik maak stukken die aansluiting vinden bij een

wel­bepaalde ruimte. Ik koester het verlangen om het materiaal waarmee ik werk meer en meer te laten spreken, uit zichzelf. Ik word daarin vooral geïnspireerd door wat ik in de natuur zie: als je kijkt naar een vogelnestje of naar de mooie natuurlijke vormen van planten en bloemen, dan zit daar een intrinsieke schoonheid in, iets wat zo natuurlijk is en zo los staat van een esthetisch doel dat

BOUVERNE MAGAZINE B 65


BOUVERNE MAGAZINE | SOFIE SPRUY T

het elke grens van schoonheid overstijgt. Er zit geen plan achter en toch is het helemaal af. Ik vond onlangs de cocon van een tijgerspin… en was daar oprecht door geëmotioneerd, om de eenvoud en de schoonheid ervan. En dat lijkt dan weer op de cocon van juffertjes-in-hetgroen … wat net dezelfde uitstraling heeft.” Het kind en de bloem “Als ik er zowat over nadenk, dan heb ik altijd al een grote liefde gehad voor bloemen. Ook als kind zocht ik al bloempjes om te persen of om er parfum van te maken. Als het gaat over mijn favoriete bloemen, dan kom ik steeds weer terecht bij de bloemen die ik ook als kind al graag rook. Meiklokjes. Rozen. Hyacinten. Lelies. Mimosa, omdat het de nakende lente aankondigt. Geuren brengen me terug naar plekken van vroeger. De verwondering die ik als kind voor de natuur had, heb ik nog steeds. En ik denk dat het vooral dat is wat ik wil bewaren of vastleggen. Hoe mooi de natuur kan zijn. Al voelt het soms wel wat tegenstrijdig, omdat ik net dingen wegneem uit de natuur en ze uit hun context haal.” Als we het even over droogbloemen hebben: ze doen de tijd toch een beetje stilstaan en vangen de schoonheid van het moment. “Ja, maar het blijft heel fragiel en niets is voor eeuwig. Na een tijdje worden droogbloemen weer stof.

66

B

BOUVERNE MAGAZINE

In ver­gelijking met verse bloemen kun je ze wel langer bewaren en kan je er langer van genieten, maar na een paar jaar worden ze heel broos en verpulveren ze als je ze aanraakt. Al klinkt dat een beetje alsof ik tegen mijn eigen winkel spreek (lacht). Voor klanten is de keuze voor droog­bloemen vaak een kwestie van budget: je kunt erin investeren en jaren van genieten, terwijl je bij een vers boeket al blij mag zijn dat je het twee weken kunt bewaren. Wat events betreft, is het dan weer anders, want die zijn beperkt in tijd. Daar kunnen installaties met verse bloemen perfect. En tegenwoordig vind je prachtige zijdebloemen, die vaak kunstwerkjes op zich zijn. Dat is dan weer een ideale keuze voor de horeca.” De bloemensector lijkt in heel het ecologische verhaal een beetje buiten schot te blijven, ook al is het een miljarden­ industrie. Dagelijks importeren we tonnen bloemen uit Afrika, Zuid-Amerika … en vraagt de kweek bloemen enorm veel water. Ben je daarmee bezig? “Ik probeer erop te letten. Ik weet dat de industrie nog veel werk heeft om alles ecologischer te laten verlopen. Ik kies er zelf alvast voor om mijn bloemen lokaal te kopen of om niet verder te gaan dan Nederland. En als klanten die trouwen op zoek zijn naar een teler voor verse bloemen, dan zal ik ze in de richting van een Belgische teler sturen. Verder heb ik ervoor gekozen om


BOUVERNE MAGAZINE | SOFIE SPRUY T

klanten de keuze te laten tussen biologische of gangbaar geteelde bloemen. Ik beschouw het niet als mijn taak om de industrie te veranderen, maar ik kan wel meehelpen om het bewustzijn errond te verspreiden. Nu, veel biologische telers zijn er niet in België. Bloemen kweken en onderhouden, is een heel arbeidsintensieve job. Hier in de buurt heb je bijvoorbeeld wel Fleur Couleur, Het Wijveld in Bloei, Rijk Bos Bloemen, Lent, Herenthoeve … Of Blomm, een van de pioniers wat betreft het aanbieden van biologische bloemen en zaden. Het bougeert wel, al gaat het traag.” De bloem als foto “Ik zie verder nog een raakvlak tussen gedroogde bloemen en fotografie”, gaat Sofie verder. “Als je bloemen droogt en perst, veranderen ze van een driedimensioneel gegeven naar een twee-dimensioneel beeld. Als je ze inkadert, krijg je iets wat op een foto lijkt, iets wat een moment vangt. Het is een vraag die ik vaak krijg en die telkens weer terugkomt. Mensen hebben een mooi moment beleefd en willen daar een blijvende herinnering aan. Er is altijd een mooie emotionele connectie tussen mensen en bloemen, en het is dat wat mensen proberen vast te leggen. Of het nu gaat om iets vrolijks of iets triests, mensen vinden troost in iets waar een herinnering aan hangt. Een foto, een ingekaderd bloemstukje … in principe maakt dat niet veel uit.” Het kan niet anders of je vindt inspiratie in de kunst. “Jazeker, maar ik denk dat dat voor iedereen geldt die creatief is. Een van mijn grote voorbeelden is de Duitse kunstenaar Wolfgang Laib, maar hij is minder bekend bij het grote publiek. Jammer eigenlijk, omdat hij bijzonder indrukwekkend dingen doet. Laib trekt bijvoorbeeld met een borsteltje en een opvangbakje een veld vol paardenbloemen in, waar hij dan het stuifmeel van verzamelt. Dat is een ontzettend tijdrovend en secuur werk. Met dat verzamelde stuifmeel, maakt hij een soort van tapijt … en de kleur die daarvan afspat, de intensiteit daarvan, daar word ik telkens weer stil van. De overgave, de traagheid van het proces, het resultaat en het contrast dat hij maakt met de ondergrond … ik vind dat adembenemend mooi. Het repetitieve in zijn werk inspireert me. En eigenlijk ervaar ik soms een beetje hetzelfde als ik een werk maak met de bloemenpers. Dan moet ik elk bloemblaadje

apart op een heel voorzichtige manier op de juiste plek leggen, elke blaadje lijmen … het is heel meditatief, een beetje zoals monniken deden bij het kopiëren van middeleeuwse teksten. Of als iemand me vraagt om een heel uitgepuurd werk te maken, in de stijl van de Japanse ikebana. Ik kan uren laten verglijden met het juist schikken van een paar takken. Als ik aan zo’n werk begin, kom ik echt heel dicht bij mezelf.” B

fotografie : by nouchka BV

| Lieselot de Stoop | Studio Leau | Lux Visual Storytellers

BOUVERNE MAGAZINE B 67


SMARTIES COLLECTION Patterns of light and colored gemstones.

Smarties high jewelry collection is a celebration of elegance and refinement, drawing inspiration from the designs of cathedral glasses. Each piece is a work of art, crafted with meticulous attention to detail and showcasing the natural beauty of topazes, amethysts and prasiolites.

Necklace in 18k rose gold and champagne topazes

The subtle shimmer of the precious stones catches the light and sets your heart ablaze, while the intricate designs of the delicate rose gold create a sense of movement. The delicate chain and intricate design make this piece a true work of art. The topazes catch the light and dance gracefully with every movement, creating a truly enchanting sight. Smarties now include three precious parures in 18k rose gold with earrings (short and log pendants), rings, bracelets and necklaces. The collection includes the variants with light blue topazes, prasiolites, amethysts and onyx. Every jewel is 100% handcrafted in Italy.

68

B

BOUVERNE MAGAZINE

Earrings and ring in 18k rose gold and light blue topazes


HIROKO COLLECTION

Bound by beauty: the new jewels include now embedded rings, chains and earrings.

Necklace in 18k rose gold, with 18k white gold and white diamonds hook

Hiroko – Mattioli’s exquisite line of handcrafted jewelry inspired by the shapes of sakura’s flowers – is now enriched with new jewels expertly crafted in Italy and embedded with the utmost attention to details. A whole new design for the rings, available in 18k rose gold, embedded with white or brown diamonds. Customers can choose between bold statement models and delicate wrapped around shapes. The earrings are now available also in 18k white gold with white diamond, to perfectly match the modern and captivating chains.

Rings in 18k rose gold, white diamonds. Earrings in 18k rose gold, white gold and white diamonds.

BOUVERNE MAGAZINE B 69



BOUVERNE MAGAZINE | BREGUET REINE DE NAPLES

REINE DE NAPLES 8918 EMBLÈME ABSOLU DE L’HORLOGERIE FÉMININE, LA COLLECTION REINE DE NAPLES PUISE SON INSPIRATION DANS LA PREMIÈRE MONTRE BRACELET DE L’HISTOIRE, CRÉÉE EN 1812 POUR LA SŒUR DE NAPOLÉON, CAROLINE MURAT, REINE DE NAPLES. LA VARIÉTÉ DES MODÈLES, ALLANT DU RAFFINEMENT DÉCONTRACTÉ DES MONTRES «PRINCESSE» À L’ÉLÉGANCE DES PIÈCES PAVÉES DE DIAMANT, PERMET DE RÉPONDRE À TOUTES LES DEMANDES DE NOTRE CLIENTÈLE DANS UN STYLE PARFAITEMENT INIMITABLE.

L’émail est composé d’un mélange de silice et d’oxydes permettant d’obtenir une vaste palette de couleurs. Il est déposé sur le cadran et le tout est passé au four à très haute température. Au contact de la chaleur, l’émail s’enflamme et fond pour créer la première couche. L’opération est répétée le nombre de fois nécessaire à l’obtention de la teinte souhaitée. Aujourd’hui, les artisans suisses capables de maitriser ce savoir-faire ne sont plus qu’une poignée. La signature secrète, également réalisée en émail, apparait entre le centre et 3h.

AUTRES CACATÉRISTIQUES:

• Les chiffres arabes Breguet sur le cadran sont mis en valeur avec un coloris blanc & noir (décalque). • Un diamant poire de 0.08 ct est serti à 6h • Lunette et réhaut sertis de 117 diamants (~0.876ct). Couronne sertie d’un diamant (~0.28ct). • Boucle déployante triple lames polie en or rose et sertie de 28 diamants (~0.164ct). • Le mouvement à remontage automatique est équipé d’un échappement silicium et d’une masse oscillante en platine guillochée à la main.

Modèle illustré, Reine de Naples 8918 réf. 8918BR/2A/364 D0 à cadran émail gris Grand Feu. BOUVERNE MAGAZINE B 71


BOUVERNE MAGAZINE | TUDOR

72

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | TUDOR

TUDOR BLACK BAY TUDOR Black Bay: 60 jaar duikervaring samengebracht in één iconisch horloge. TUDOR introduceert de nieuwe Black Bay nu opnieuw met een bordeauxrode bezel en met nieuwe ontwikkelingen op het gebied van technologie en esthetiek. De originele Black Bay werd in 2012 voor het eerst voorzien van een bordeauxrode bezel. In 2016 kreeg hij een Manufactuur Kaliber. Vandaag ondergaat hij een derde evolutie die het uiterlijk en de techniek van de toekomstige horloges van deze lijn aankondigt. Dit emblematisch ontwerp in de collectie is opnieuw een voorbeeld van TUDOR’s vakkundige beheersing van een van de meest veeleisende normen op het gebied van tijdmeting en magnetische weerstand. De Black Bay is getest door het Federal Institute of Metrology (METAs), en verenigt de m ­ odernste horlogetechnologie met een ontwerp dat is

geïnspireerd op TUDOR’s bijna 70 jaar ervaring in het maken van robuuste professionele duikhorloges. De METAS‑certificering is een omvangrijke test waar‑ bij de belangrijkste functies van een horloge worden gecontroleerd. Deze zijn de precisie, de weerstand tegen magnetische velden, de waterdichtheid en de gangreserve. Daarbij beantwoordt de Black Bay aan nog twee andere basisvoorwaarden: het horloge moet in Zwitserland worden vervaardigd en voldoen aan het criterium ‘Swiss Made’ en het uurwerk moet zijn gecertificeerd door het officiële Zwitserse testinstituut voor chronometers COSC.

Original Black Bay proportions of a 41mm case in stainless steel with a 60-minute unidirectional burgundy bezel - Subtly domed satin radial-brushed black dial - “Snowflake” hands, a hallmark of TUDOR divers’ watches introduced in 1969, with Grade A Swiss Super-LumiNova® luminescent material - Manufacture Calibre MT5602-U, with a silicon hairspring and a 70-hour power reserve - A choice of stainless steel three-link “rivet-style” or five-link bracelets or rubber strap, all with TUDOR “T-fit” rapid adjustment clasp – 5 year guarantee

BOUVERNE MAGAZINE B 73


BOUVERNE MAGAZINE | TUDOR

TUDOR BLACK BAY 31/36/39/41 De modellen van de Black Bay 31, 36, 39 en 41 vormen met hun unieke uiterlijk een bijzonder toevoeging aan de Black Bay lijn. Met hun afgeronde kasten omarmen ze een elegante, veelzijdige, uniseks stijl.

74

B

BOUVERNE MAGAZINE


TUDOR presenteert voor 2023 een nieuwe stalen versie van zijn Black Bay met een vaste bezel. Deze modellen zijn beschikbaar in vier maten, uitgerust met Manufactuur Kalibers en met een vijfdelige schakelarmband alsook een sluiting die snel kan worden versteld dankzij het TUDOR ‘T-fit’‑systeem voor snelle lengte‑ aanpassing (tot 8 mm). De kast van de Black Bay 31, 36, 39 en 41 geeft een elegante ronding aan het beroemde uiterlijk van de Black Bay. Met zijn gepolijste en gewelfde zijdes wordt het zachte silhouet geaccentueerd door een nieuwe gewelfde opwindkroon en een gepolijste bezel. Deze horloges zijn verkrijgbaar met antraciet‑ zwarte, blauwe en licht-champagne kleurige wijzerplaten met een gesatineerde gezonne­ straalde afwerking. De kenmerkende hoe‑ kige wijzers, die verzamelaars ‘Snowflakes’ ­noemen, zijn ontleend aan de modellen die in 1969 in de catalogus van het merk versche‑ nen. De onbeschermde opwindkroon en de ­typische kenmerken van de kast herinneren aan de eerste generaties TUDOR-duikhorloges. Het ontwerp van deze Black Bay‑lijn mag dan wel neo-vintage zijn, de fabricageprocessen, betrouwbaarheid, robuustheid en kwaliteit van de afwerking voldoen aan de huidige strengere eisen van het merk. Satin-brushed and polished case, 31, 36, 39 or 41mm in diameter, in 316L stainless steel - Blue, anthracite or light champagne-coloured dial with or without diamond setting - “Snowflake” hands, a hallmark of TUDOR divers’ watches introduced in 1969, with Grade A Swiss Super-LumiNova® luminescent material - Manufacture Calibres MT5201 (31mm), MT5400 (36mm), MT5602 (39mm) MT5601 (41mm), COSC-certified with silicon balance spring - Five-link bracelet in 316L stainless steel with TUDOR “T-fit” clasp with rapid adjustment – 5 year guarantee


BOUVERNE MAGAZINE | TUDOR

TUDOR ROYAL Met zijn geïntegreerde metalen band, gekerfde of met diamanten bezette ­ bezel en automatisch uurwerk is de TUDOR Royal-lijn de ­ belichaming van veelzijdige, betaalbare, sportief-chique elegantie.

76

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | TUDOR

TUDOR heeft de keuze aan wijzerplaten uitgebreid met straalsgewijs geborstelde zalmkleurige en choco­ ladebruine wijzerplaten die voor een verrassend en prachtig uiterlijk zorgen. Met zijn technische presta‑ ties en elegante uiterlijk is de Royal‑lijn een kruising tussen een klassiek en een sportief horloge. De naam ‘Royal’ werd voor het eerst gebruikt door TUDOR in de jaren ’50 om de uitstekende kwaliteit van zijn horloges te benadrukken. En dit geldt nog steeds. De Royal is beschikbaar in edelstaal of in goud en staal, en wordt aangeboden in 4 maten met 13 verschillende wijzerplaten voor iedere smaak, en zowel voor dames als heren. De wijzerplaten van de TUDOR Royal-collectie zijn nu verkrijgbaar met het gezonnestraalde motief, in zwart, zilver, champagnekleur, blauw, chocolade‑ bruin of zalm. Het motief straalt vanuit het midden, en zorgt voor elegante lichteffecten en reflectie die het chique karakter van de Royal benadrukken. Een met diamanten bezette parelmoeren versie voor de klein‑ ste diameter maakt de lijn compleet. Alle wijzer­platen zijn voorzien van opgelegde uurmarkeringen met Romeinse cijfers alleen, of van een combinatie van opgelegde uurmarkeringen en acht met diamanten bezette uurmarkeringen.

Four satin-brushed and polished case diameters in 316L stainless steel or 316L stainless steel and yellow gold: 28mm, 34mm, 38mm and 41mm - Signature notched bezel in 316L stainless steel or yellow gold, and diamond-set bezel for the 28mm version - Variety of sunray satin finishes including two brand new colours: salmon and chocolate brown, and mother-of-pearl dials with applied or diamond Roman numerals - Baton hands with Grade A Swiss SuperLumiNova® luminescent material - Integrated five-link satinbrushed and polished bracelet in 316L stainless steel or yellow gold and 316L stainless steel – 5 year guarantee

BOUVERNE MAGAZINE B 77



BOUVERNE MAGAZINE | FREDDY DE KERPEL

BOKSLEGENDE FREDDY DE KERPEL (75)

‘IK DOE 200 PULL-UPS IN NEGENTIEN MINUTEN’

D

IT JAAR WERD DE LEGENDARISCHE BOKSKAMPIOEN FREDDY DE KERPEL 75. NOG STEEDS IS HIJ EEN TOONBEELD VAN VITALITEIT. IN DE SPORTCLUB WAAR HIJ DAGELIJKS TRAINT ALS EEN BEEST

ZOCHTEN WE HEM OP VOOR EEN GESPREK OVER GOEDHARTIGE PATERS, BELLEN MET ELVIS EN DE GEMISTE EUROPESE TITEL. ‘DE HELFT KWAM OM ME TE ZIEN WINNEN, DE ANDERE HELFT OM ME TE ZIEN VERLIEZEN – MAAR DE ZAAL ZAT ALTIJD VOL.’

T ekst : Bert Voet F otografie : Thomas De Boever

‘Uit Overbeke? Echt waar?’ Freddy De Kerpel is verrast. We komen uit dezelfde arbeiderswijk in Wetteren, waar zijn ouders een zaak hadden in caféspelen en biljarttafels produceerden. Ondergetekende was twaalf toen hij op de parking van het gemeentelijk recreatiedomein De Warande door het raampje van een donkerblauwe Ferrari Testarossa stond te staren. Met een badhanddoek om de schouders zat de eigenaar ervan in een ligstoel op het dakterras van het bijbehorende kasteeltje, uitkijkend op het grasplein en de buitenzwembaden. De honderden jongeren die er kwamen zwemmen, staarden naar het imposante lijf van hun beroemde streekgenoot. De Kerpel kan hartelijk lachen om mijn herinnering. ‘De Ferrari was mijn laatste sportwagen’, vertelt hij. ‘Eerder had ik ook een De Tomaso Pantera – een monster! – en twee Lotussen. Maar dat heb ik gehad. Zulke dingen moet je kopen als je jong bent. Het is niet dat ik me nu oud voel. Maar het interesseert me niet meer. Nu rij ik met een Hyundai Tucson. Die ontdekte ik toen ik in Brazilië woonde. Superfijne auto.’ Hij heeft ons ontboden in Fit-out Sports & Health Center in Destelbergen, niet ver van waar hij woont – en óók gerund door een Overbekenaar. En ook hier verschijnt hij in halfblote bast en met een handdoek om de schouders in de cafetaria. Op z’n 75ste is hij een toonbeeld van vitaliteit. ‘Dat cijfer zegt me niets’, zegt hij. ‘Ik heb daar geen last van – al ga ik ook niet luid roepen. Ik weeg 78 kilogram, net als vijftig jaar geleden. Ik train elke dag, waar ik ook ben, al is het op een klein kamertje.

Overal kan je buikspieroefeningen doen of pompen. Velen stoppen daar na hun carrière mee, ik niet. Als het een dag niet kan, voel ik me ziek.’ ‘Ik heb nog steeds de mentale sterkte om zeer hard te trainen’, gaat hij door. ‘Ik doe elke dag andere oefeningen, maar altijd op tijd, vandaag was het 60 minuten. Ik doe 200 pull‑ups in negentien minuten. Of springen op boxen van 60 centimeter hoog: dertig reeksen van acht sprongen per minuut, zonder stoppen, met de chrono in de hand. Dan drúípt het zweet van me af. En niemand moet dan een woord tegen me zeggen. Iedereen weet dat hier. Ik ben supergeconcentreerd. Ik zie dan af, ja. Natuurlijk. Maar na afloop voel ik me goed, zoals nu. Het is mijn drug, mijn verslaving. Daarom vroeg ik ook om ná de training te komen. Anders wil ik het gesprek zo snel mogelijk afwerken. Omdat ik wil trainen. Ik rook niet, drink enkel koffie en water, en eet gezond. Maar ik mis niets, hoef me niets te ontzeggen. Alles is gewoonte.’ ‘Ik loop ook elke dag vijf tot kilometer aan 12 kilometer per uur’, voegt hij er nog aan toe. ‘Ik heb het geluk dat ik de sportkinesist Lieven Maesschalck goed ken. Hij helpt me heel goed om quasi blessurevrij te blijven. Een kwetsuur is een ramp. Dan voel ik me depressief.’ FATHER HENRY

Het boksen begon in zijn tienerjaren in een club in Kalken, een deelgemeente van Laarne. ‘Zonder dat mijn vader het wist’, vertelt hij. ‘Hij was resoluut tegen. En dus moest ik ervoor zorgen dat ik nooit een blauw oog had.

BOUVERNE MAGAZINE B 79


BOUVERNE MAGAZINE | FREDDY DE KERPEL

© Sebastian Steveniers

Hij was een tiranniek man, dat is juist. Ik kreeg geregeld een pak slaag. En toen ik acht was, zat ik al in de kostschool in Ledeberg. Om de drie weken mocht ik van zondagochtend tot zondagavond naar huis. Dat was verschrikkelijk. Daarna volgde de kostschool in Aalst. Als ze me pestten, liet ik me niet doen. Ook aan kinderen die veel ouder waren dan ik deelde ik dan meppen uit. Maar dat heeft met het boksen niets te maken.’ ‘Uiteindelijk trok ik naar de Lindenlei in Gent, waar ik een diploma verkoop en distributie behaalde. In die tijd was de combinatie van studeren en boksen zeldzaam. De helft van mijn maten was op hun veertiende in de fabriek gaan werken. Dat wilde ik ook liever, maar ik moest studeren van vader. Daar ben ik uiteindelijk wel blij om.’ ‘Mijn vader is overleden aan kanker toen ik zeventien was. Dat was een ramp voor mij. Maar ik bleef boksen. Op dat

80

B

BOUVERNE MAGAZINE

moment dacht ik er niet aan om wedstrijden te doen: het was zuiver amusement. Toen ik twintig was, veranderde dat. Ik kon naar een club in Schaarbeek, waar ik een tijdje had gewoond. Daar was Victor D’Haes een zeer goede trainer. Een jaar later won ik mijn eerste grote titel. Bij de amateurs werd ik Belgisch kampioen zwaargewichten. Maar ik was geen zwaargewicht. Ik woog slechts 80 kilogram. Mijn tegenstander 94 kilogram.’ In het najaar van 1970 maakte hij een grote sprong: hij trok naar Los Angeles. ‘Nu doet iedereen dergelijke dingen, toen was Blankenberge het verste waar veel mensen al waren geweest. Of met de ziekenbond naar Zwitserland. Een goedhartige, sportieve pater van de Jozefieten op het college van Melle die ik kende via mijn ouders gaf er les op een high school. Daar kon ik gratis slapen. Father Henry, noemden ze hem daar. Zijn echte naam was Maurice. Hij nam me mee. Zodra ik er arriveerde, ging ik op zoek naar een boksclub. Ik had gelezen over Jerry Quarry, een van de beste zwaargewichten ter wereld en een superster. Ik wilde met hem in contact komen, wat eigenlijk een nogal naïef idee was. Op de tweede dag zag ik een motorbende. “Die weten alles”, dacht ik, en ik sprak hen aan. Zijn adres kenden ze niet, maar ze wisten wel waar zijn moeder woonde. Op dat moment had ik nog geen vervoermiddel. Maurice voerde me ernaartoe. Ik belde aan en de dame deed open. In slecht Engels stelde me ik voor. Je moet je dat inbeelden: niemand wist waar België lag.’ ‘Jerry was aan het trainen in “the camp” 200 kilometer verderop, zo bleek. De moeder wilde me afwimpelen maar wat toen gebeurde, vergeet ik nooit. Net toen ze de deur wilde dicht doen, verscheen haar dochter in de achtergrond, de zus van Jerry. “Mom, what are you doing”, zei ze. Zij vond me “a good looking guy” en liet me binnen. De volgende dag stond ik weer aan die deur, met al mijn boksgerief. Ze zouden Jerry bezoeken. En ik mocht mee.’ SAY HELLO TO ELVIS

‘Dat ik binnen geraakte in zijn trainingscentrum was eigenlijk een mirakel. Het was een snikhete zondagnamiddag. In de buurt was een golfterrein. Ik had dat nog nooit gezien. Het trainingscentrum zelf was een houten huis. De parking stond vol met gigantische Amerikaanse auto’s. De deur ging vanzelf open. In de cafetaria werd cola ingeschonken uit een slang, zoals benzine. Heel raar, allemaal.’ (Lacht) ‘Jerry zat op een wipstoel met allemaal mensen rond zich. Hij was vriendelijk, maar ik interesseerde hem natuurlijk niet.



BOUVERNE MAGAZINE | FREDDY DE KERPEL

Hij zat met zijn hoofd elders. Het was de periode van de terugkeer van Muhammad Ali, na zijn schorsing. Iedereen sprak daarover. Ze hadden al zijn titels afgepakt omdat hij weigerde te dienen in Vietnam. Maar hij had zijn licentie teruggekregen en zijn eerste wedstrijd was tegen Jerry: de nummer twee na Joe Frazier, tegen wie hij the fight of the year had verloren. Nu zijn er talloze neptitels, toen was er slechts één wereldkampioen.’ ‘Mike, de broer van Jerry, was ook toptien, maar leefde wat in zijn schaduw. Tussen ons klikte het meteen. De training begon om vier uur. Daar kwamen drie-, vierhonderd mensen naar kijken. Ik trok mijn bokskleding aan. Jerry trainde eerst met Eddie Bossman Jones, de voormalige sparringpartner van George Foreman en Muhammad Ali die ook zelf voor de wereldtitel had gebokst. “Godverdomme, wat is me dat hier?”, dacht ik. Ze boksten totaal anders dan ik gewend was. Ze kwamen naar het midden en zetten geen stap achteruit. Klets! Klets! De vaseline en het zweet vlogen in het rond. Daarna trainde hij met Mike. En daarna klonk het plots bij monde van hun trainer: “Get him ready.” Als in: verzet die stoel eens. Ik zou sparren met Mike. Met knikkende knieën ging ik in de ring. Een jaar later zou hij voor de wereldtitel boksen tegen Bob Foster. En hij kende me niet – hij zou me niet sparen. We sparden een eerste ronde. “Time!”, riep de trainer. Een tweede ronde. Boem! Boem! “Time!” Waarna die trainer me aankeek. “You can stay”, zei hij.’

82

B

BOUVERNE MAGAZINE

‘Ik was toen 22. Ik heb dan in L.A. vier amateurkampen gebokst, en vervolgens mijn eerste profkamp, die ik won op punten. Jack Quarry, de vader van Jerry en Mike, was er mijn manager. Een speciaal figuur. Hij had acht kinderen, vier jongens en vier meisjes. Op beide handen had hij een tattoo: ‘Hard’ en ‘Luck’. Die familie had in tenten gewoond. Ze hadden zich echt uit de armoede gebokst. Daar zouden ze uiteindelijk naar terugkeren, maar op dat moment waren ze zeer rijk. Tegen Ali bedroeg de beurs van Jerry 200.000 dollar. In 1970! Dat waren tien huizen. Frank Sinatra en Elvis Presley waren persoonlijke vrienden van Jerry. Op een dag gaf hij me de telefoon door. “Say hello to Elvis”, zei hij. Ik wist natuurlijk niet wat zeggen.’ (Lacht.) En dat allemaal dankzij een priester uit Wanzele. ‘Dat Maurice me steunde was niet zó ongewoon’, aldus De Kerpel. ‘De grote kampioen Sonny Liston was een gangster die niet kon lezen of schrijven. Toen hij uit de gevangenis kwam, was zijn begeleider een jezuïet. Dat was de enige die hij vertrouwde. Ook hij kwam in die zaal trainen maar hem heb ik niet ontmoet. Sugar Ray Robinson wel, de grootste bokser aller tijden. Ik ging ook mee naar Atlanta en Georgia, waar we trainden in dezelfde zaal als Ali. Hij om twaalf uur, wij om vier uur. Samen met Mike ging ik dan kijken. Zij kenden elkaar. En ook al zaten ze in het andere kamp: Ali was altijd rustig, benaderbaar en vriendelijk. Ongelooflijk voor zo’n ster. Ik ging toen ook naar de première van de film A.K.A. Cassius Clay.’ EUROPESE NUMMER ÉÉN

Na enkele wonderlijke maanden moest De Kerpel voor zijn legerdienst terugkeren naar België. ‘Hier bokste ik enkele amateurkampen’, vertelt hij. ‘Bij het leger kreeg ik wel faciliteiten om te trainen, maar een toekomst als profbokser zag ik niet. Een bokscarrière moet je opbouwen. Je moet erin investeren. En de begeleiding,


BOUVERNE MAGAZINE | FREDDY DE KERPEL

zowel mentaal als fysiek, is iets zeer delicaat. Soms win je maar laat de jury je verliezen. Dan verdwijnt al je moraal. Ik was eigenlijk van plan om te stoppen. Of moest ik toch terug naar L.A.? “Daar moet je niet vechten, kom maar terug”, had Jack gezegd. Hij wilde me echt begeleiden voor de wereldtitel.’ Het draaide anders uit. ‘In Gent kwam ik Raymond Noé tegen, de eigenaar van de legendarische snackbar Martino’, vertelt De Kerpel. ‘Hij was in de jaren 60 manager geweest en had een geweldige visie op het boksen. Een speciale mens, wel. Zeer nors. Zijn zaak was dag en nacht open en een trekpleister voor straatvechters. Ik werkte toen in een discotheek en ging er na afloop vaak eten. Hijzelf stond altijd op om kwart over vier. Op zo’n ochtend kwam hij bij mij. “Gij hebt nog goesting om te boksen, hé” zei hij in plat Gents. Ik knikte. “Maak dat ge hier morgen om vijf uur zijt”, klonk het. De volgende ochtend waren we al aan het trainen aan de Watersportbaan. En wat later in een zaal. Zo ben ik weer begonnen. In december 1972 was dat. Daarna ging mijn carrière zó snel dat het niet meer nodig was om terug te keren naar de States.’ ‘Eerst bokste ik amateurwedstrijden. Ik won telkens met KO in de eerste ronde. In september 1973 werd ik prof bij Noé. Mijn eerste wedstrijd won ik tegen Gilbert Monteyne, de Belgisch kampioen. De revanchewedstrijd won ik ook, net als de volgende negen wedstrijden. De laatste daarvan was in april 1974 tegen Jan Lubbers. Daardoor zat ik in enkele maanden bij de Europese toptien halfzwaargewichten. Toen ik het jaar erna voor de Belgische titel wilde boksen, wilde niemand het tegen me opnemen. Daardoor bokste ik tegen Jean Tschikuna, de Congolese kampioen die met een Belgische licentie bokste. Ik won. Daarna won ik nog vier wedstrijden na elkaar. De derde was tegen de Britse kampioen Johnny Frankham, The Gypsy King. Hij stond nummer vijf in de wereld. Door die overwinning stond ik op nummer één in Europa.’

alles of niets, en ik had mezelf geforceerd en uitgeput, waardoor ik totaal onder stress zat. Ik verloor met een kwetsuur in de elfde ronde, toen Raymond de handdoek in de ring gooide. Met het klassieke fenomeen als gevolg: we kregen we ruzie.’ ‘Ik was een controversieel figuur’, legt hij uit. ‘Bij journalisten en bij het publiek: als ik bokste kwam de helft om me te zien winnen, de andere helft om me te zien verliezen – maar de zaal zat altijd vol. Dat ik veel kritiek kreeg, gaf wel stress. En in de weken voor die Europese titelkamp heeft de druk me genekt. Mentaal voelde ik me zwak. Ik was te nerveus. Normaal bokste ik de eerste vijf, zes ronden weloverwogen, daarna ging ik volle bak. Tijdens die wedstrijd heb ik meteen al mijn pijlen verschoten. Hoewel Adinolfi er ook doorheen zat. Hij was goed, maar ik kón hem verslaan. Toen ik hem na de wedstrijd ging feliciteren, lag hij totaal uitgeteld op de massagetafel. Na de twaalfde ronde zou hij zijn gestopt, zo bleek.’ ‘Ik heb dan nog vijf wedstrijden gebokst en gewonnen. Op een bepaald moment had ik 20 wins op 21 wedstrijden. Vooral in Wallonië was ik superpopulair. Naar die Europese titelkamp stuurde La Dernière Heure vier journalisten. De kranten schreven pagina’s vol. Het was het hoofdpunt in Sportweekend en Weekend Sportif op RTBF.’ In 1976 zou hij in Luik een gewone wedstrijd boksen tegen Emile Griffith, vijfvoudig wereldkampioen

CONTROVERSIEEL

Op 19 april 1975 bokste hij in Wieze als uitdager tegen de Italiaan Domenico Adinolfi, die zijn Europese titel verdedigde. ‘Die titel was toen echt heel groot. Hem betaalden ze 1,2 miljoen frank. Mijn beurs als uitdager bedroeg 400.000 frank.’ Of dat de wedstrijd is die hij zou willen herdoen? ‘Zo denk ik niet’, klinkt het. ‘Dat is een nutteloze vraag. Alea iacta est. Wat gebeurd is, is gebeurd. Die wedstrijd heb ik tactisch niet verstandig aangepakt. Het was

BOUVERNE MAGAZINE B 83


BOUVERNE MAGAZINE | FREDDY DE KERPEL

middelgewichten. ‘Ik was 28, hij 38. Tegen hem kon ik nooit verliezen. De gewichtslimiet bij de halfzwaargewichten was 175 pond of 79,300 kilogram. Daar zat ik altijd net onder. Maar hij wilde boksen aan 76 kilogram. Dat was een zware inspanning maar het was mogelijk. Als ik er net boven zat, kon ik nog een boete betalen. De contracten waren getekend maar een week voor de kamp kreeg ik een telegram: hij kon niet komen. De inrichters zochten een vervanger. Dat was niet eenvoudig maar uiteindelijk kwamen ze bij Kevin Finnegan in Engeland, ex-Europees kampioen middelgewichten en de nummer drie van de wereld op de WBC-lijst. Hij wilde wel boksen tegen mij, maar aan minder dan 73 kilogram. Ik aanvaardde. Op één week moest ik drie kilogram kwijtspelen. Dat lukte. Hoe? Niet eten en verder trainen. Zelfs weinig water drinken. Ik kwam totaal verzwakt in de ring maar bokste misschien wel mijn beste wedstrijd ooit. In de negende ronde stond ik twee punten voor, waarna ik uitgeput neerging. De enige keer in mijn hele carrière. Ik stond weer op maar mijn coach Jef Van Driessche gooide de handdoek in de ring.’ ‘In 1977 heb ik nog de halve finale voor de Europese titel gewonnen tegen de Franse kampioen Robert Amory, maar wat volgde waren enkel wedstrijden om bezig te zijn. In de kamp tegen de Italiaan Cristiano Cavina kreeg ik in de tweede ronde een onvrijwillige kopstoot. Gevolg: een jukbeenbreuk en oogkasbreuk. In de achtste ronde stonden de kwetsuren zeer gezwollen, waarna de dokter de wedstrijd stopzette. Zo verloor ik mijn Europese leidersplaats.’ ‘Die breuk moest genezen. Ik ging op vakantie naar Brazilië en ben er twee jaar gebleven. Gebokst heb ik niet meer.’ BESTOLEN

‘Ik had veel geld verdiend om te leven, maar niet om binnen te zijn’, lacht hij. ‘Ik moest nog werken, ja. Tuurlijk. De zaak in caféspelen bestond nog maar lag zowat stil. Ik heb in Lokeren een nieuwe fabriek gebouwd en ben er twintig jaar mee bezig geweest, waarna ik ze in 2002 verkocht. Ik was ook nog actief als manager, onder andere van Jean-Marc Renard, die Europees kampioen werd bij de supervedergewichten, en van Afrikaanse boksers die ik naar hier bracht.’ In Brazilië kwam hij twee keer de liefde tegen. Met zijn eerste vrouw Cleide kreeg hij twee dochters. ‘Christina ontwerpt juwelen voor eigen rekening en werkt daarnaast bij Prosper, een horloge- en juwelenzaak in

84

B

BOUVERNE MAGAZINE

Brussel. Claudia woont in Londen. Haar man is een Italiaanse plastisch chirurg, zij blijft thuis bij hun twee kinderen, Cesar en Stella. Voor mijn dochters ben ik er altijd geweest. Ze mochten doen wat ze graag deden. Ik liet hen niet helemaal los, maar ze zijn totaal anders opgevoed dan wat ik heb meegemaakt. Ze hebben allebei wel veel doorzettingsvermogen.’ ‘Mijn tweede vrouw Fernanda werkte in Brazilië voor het Belgische bedrijf TVH. Ze werd er baas voor heel Zuid‑Amerika. In die periode was ik er meer dan de helft van het jaar. Maar ik had een huis in Rio, zij woonde in São Paulo. We zagen elkaar weinig. Op een bepaald moment was ik dat heen en weer reizen wat beu en zijn we naar hier gekomen. Nu werkt ze voor Volvo. Ze spreekt zes talen: Portugees, Spaans, Engels, Nederlands, Frans en Italiaans. We zijn twintig jaar getrouwd. Naar Brazilië gaan we nog regelmatig.’ Mevrouw De Kerpel is 43. Dat haar man jong van geest en leden is, lijdt geen twijfel. Maar dat de aftakeling zál intreden, is een zekerheid. Is hij daar angstig voor? ‘Daar mag je niet aan denken’, zegt hij. ‘Dan kan je niet meer leven. Dat is de truc, ja. Tuurlijk. Uiteraard zijn er vrienden die al ziek of gestorven zijn. Maar daar mag een mens niet mee bezig zijn. Ik ben een dag ouder dan gisteren, that’s it.’ Op het Gents boksgala is hij elk jaar co-commentator. Voor een buitenstaander oogt het soms een tikje amateuristisch, maar hijzelf benadrukt het succes van het evenement. ‘Er is altijd veel volk. De organisatie doet haar best om een goed programma te brengen. Maar financieel is het niet altijd makkelijk.’ Of het niet triest is dat iemand zoals Delfine Persoon er niet kan van leven? ‘Dat is een beetje haar eigen schuld’, zegt De Kerpel. ‘Ze heeft twee keer tegen Katie Taylor gebokst, die per wedstrijd een miljoen pond verdient. En Delfine heeft twee keer gewonnen maar werd twee keer bestolen. Het zijn mijn zaken niet en ik wil er niet veel over zeggen, maar als ik haar manager was, sloot ik een deal met de promotors in Engeland, want hier kunnen ze haar niet betalen. Ze heeft daar twee keer gebokst, en twee keer veel geld verdiend. Ze kan dat. Ook met Oshin Derieuw, Victor Schelstraete en Vasile Usturoi hebben we grote talenten. Maar er zijn momenteel zeventien boksbonden. En binnen bepaalde bonden zijn er vier wereldkampioenen. De reden heet geld. Maar het is belachelijk. Stel je eens zeventien Olympiades voor. Dat er geen wereldstructuur is, is nefast voor de bokssport. Nu, daar kan ik niets aan veranderen. Mijn commentaar is nutteloos.’ B


Be d ankt voor 1 0 0 j aa r ver tro uwen.

TOYOTA

MULTIBRAND MOBILITY

WWW.CIAC. B E


BOUVERNE MAGAZINE | VOYAGE UNIQUE

Pedro Verfaille aan boord van het schip Seabourn Venture. 29 mei – 04 juni 2023 cruise Shetland-eilanden & IJsland

Pedro Verfaille, zaakvoerder bij Voyage Unique werd onlangs uitgenodigd om een expeditie cruise te ervaren met de luxerederij Seabourn. Hij mocht mee aan boord van de ‘Venture’, hun nieuwste hoogtechnologische en milieuvriendelijke schip dat speciaal gebouwd werd om in verschillende vaargebieden in overeenstemming van de PC6 Polar Class-normen te mogen varen zoals in koud watergebieden in de poolzone alsook in warm watergebieden zoals de Amazone. Het is werkelijk een combinatie van Ultra luxe en avontuur op het hoogste niveau. Dus als je graag een unieke expeditie wenst, maar de luxe wilt blijven ervaren van een kleinschalig boutique schip, dan zijn de ‘Venture’ en de ‘Pursuit’ van Seabourn dé perfecte keuze! Pedro’s fantastische ervaring ging van start in Lerwick (Shetland Eilanden). Daar ging hij aan boord en werd onmiddellijk ondergedompeld in het luxueuze kader van het schip, dit in combinatie met de zeer professionele aanpak van het personeel en het expeditie team. Men nam iedereen mee voor een rondleiding doorheen het schip waarbij alle praktische informatie werd gegeven van hoe de “once in a lifetime experience” ging verlopen. Dit begon met een uitgebreide uitleg over de route, vervolgens over de waarden & normen van Seabourn op de bestemmingen, gevolgd door een pasbeurt van de parka en laarzen. Eens vertrokken ervaarde hij meteen de gemoedelijke sfeer aan boord, onvergelijkbaar met enig andere cruise. Alle passagiers gaan allemaal voor éénzelfde doel, nl. het actief ontdekken en één worden met de natuur. Het uitstekende expeditie team aan boord maakte dit allemaal zo bijzonder mede door hun talrijke lezingen en infosessies over de fauna & flora op de verschillende bestemmingen. De ‘landingen’ met de zodiac waren in IJsland spectaculair en gebeurden op afgelegen plaatsen die voor anderen onbereikbaar zijn. Heerlijk desolaat, spannend en ongezien mooi! Eén daarvan was de watervallen van Seydisfjörður, waar onze verslaggever vanaf het uitstappen tot helemaal bij de watervallen kon wandelen. Een ongelooflijke ervaring!

86

B

BOUVERNE MAGAZINE


Seabourn is ook culinair zeer hoogstaand en wist Pedro en zijn collega’s iedere dag weer opnieuw te verrassen met heerlijke à la carte menu’s. En ja, hier was tafelen best spannend én anders! Het expeditie team blijft dag en nacht speuren naar wat in en rond de zee te zien is. Plots kregen ze een melding via de intercom dat er een school walvissen rondom de boot gespot was. Zonder twijfelen liet iedereen zijn mes en vork vallen en liepen ze gedisciplineerd naar buiten om het onwaarschijnlijk schouwspel te kunnen bewonderen. Daaraan merkten ze meteen dat iedereen met dezelfde missie deze reis maakte, nl. unieke ervaringen opdoen en positief “geraakt” naar huis gaan. Alsof het allemaal nog niet spectaculair genoeg kon zijn, mocht hij ook een duik maken met een van hun ultra gesofisticeerde duikboten. Pure adrenaline en een nooit te vergeten ervaring! Alles samengevat is een expeditie cruise met de rederij Seabourn tot in de puntjes af en een grote aanrader. Het is alvast onmogelijk om ontgoocheld naar huis terug te keren. De belevingsfactor alsook de professionaliteit waren top!

Kortrijksesteenweg 62 9830 Sint-Martens-Latem 09 296 40 40 info@voyage-unique.be voyage-unique.be



LUXUEUZE EXPEDITIES NAAR GROENLAND EN IJSLAND EN IJSLAND NAAR GROENLAND LUXUEUZE EXPEDITIES IJsberen. Bultrugwalvissen. Luisteren naar afkalvende gletsjers in de ijzige stilte van een fjord. De middernacht­ zon. Huizenhoge ijsbergen. Groenland is een fantastische bestemming maar heeft amper hotels. Het land heeft het grootste natuurreservaat ter wereld en toch is het bijna onmogelijk om er te geraken, behalve per schip. Het nieuwste expeditie-schip, Seabourn Venture, heeft de oplossing. In de zomer van 2024, laveert Seabourn Venture tussen IJsland en Groenland. Deze periode is ideaal, omwille van de middernachtzon. Expeditie-schepen zijn een aparte categorie in de cruisewereld, met twee hoofdkenmerken: de scheepsromp is extra stevig, om risicoloos in ijsrijke gebieden te varen. Met een expeditie-schip kom je in de meest extreme polaire bestemmingen, waar meestal geen havens zijn. Daarom zijn zodiacs onmisbaar. Het zijn extreem sterke rubberboten waarmee passagiers veilig aan wal kunnen gaan, zelfs in de rauwe natuur van Groenland. Bij Seabourn voegt men aan het avontuur een flinke dosis luxe toe. Seabourn Venture is een volbloed expeditieschip én een ultra-luxueus boetiekschip. De luxe vind je terug in het design, de uitzonderlijke service, de prachtige suites met veranda, de restaurants, etc. De designers hebben het schip zo ontworpen dat je aan boord maximaal kan genieten van de fenomenale landschappen. Ramen zijn extra groot, van de observatie­ lounge en de suites tot en met de sauna. De buitendekken zijn ruim, om elke ijsbeer, elke walvis, optimaal te kunnen zien. In de suites liggen verrekijkers van Swarovski Optik, en elke passagier krijgt een Helly Hansen parka.

Seabourn Venture beschikt over 24 zodiacs, 10 kajaks en twee duikboten. De luxe wordt ook gemaakt door het expeditie‑team. Specialisten en wetenschappers zorgen ervoor dat de passagiers intens de bestemming beleven en erover leren. GROENL AND & IJSL AND

Met Reykjavik als zomerbasis wordt koers gezet naar Groenland. De oostkust is ruw, en minder bewoond omwille van de polaire stromingen. Die bepalen ook de navigatie. Naarmate het seizoen vordert kan meer noordelijk gevaren worden, tot het Skjoldungen Fjord, nederzettingen als Tasiilaq en Ittoqqortoormiit, de Scoresby Sund en het King Oscar Fjord in het grootste natuurpark ter wereld. Op dat moment, te midden van ronddrijvend ijs, besef je dat enkel speciaal gebouwde schepen als Seabourn Venture hier kunnen varen. Prijzen p/p vanaf 9.199 €. In augustus wordt de Oostkust van Groenland ook gecombineerd met een cruise rondom IJsland. “Kunnen varen in deze landschappen van bergen, fjorden, ijs en vuur kent zijn gelijke niet. Dit zijn once-in-a-lifetime reizen om nooit te vergeten.”

Meer info en reisprogramma’s vindt u op: WWW.SEABOURN.COM - Voyage Unique Sint-Martens-Latem – 09 296 40 40 info@voyage-unique.be – voyage-unique.be

BOUVERNE MAGAZINE B 89



BOUVERNE MAGAZINE | ISABELLEFA

Chapeau No. 4 Eternelle

“Chapeau” (French: hats off) is an expression of admiration and respect. A perfect name for the new imagery by IsabelleFa, a heartfelt tribute to the brand’s enduring jewellery icons and the traditional craftsmanship of their master goldsmiths. The image “Chapeau No. 4” features the magnificent Eternelle 22 & Eternelle 18 necklaces, Rotonde stacking rings and Cercle 26 ear clips. The Eternelle chain is a round profiled, bold anchor chain design, that remains a timeless classic.

Cercle 28 clips earrings rose gold

Eternelle 18 necklace rose gold

Rotonde 6 rings Eternelle 22 pavé necklace rose gold

Traditional chain making

IsabelleFa establishes world standards for the art of chain-goldsmithing. To the present day, traditional craftsmanship techniques are consistently used in the atelier in Eisingen (D) for the creation o chains, collars and bangles. During several weeks, sometimes even months, the scrupulous handwork is carried step by step by skillful masters to produce just one piece of jewelry. The handcraft that almost drifted into oblivion is incomparable with mass production in terms of beauty and quality.

BOUVERNE MAGAZINE B 91


www.Is�belleF�.com



BOUVERNE MAGAZINE | BOUVERNE EXCLUSIVE

BOUVERNE EXCLUSIVE Juwelen Ole Lynggaard: Ring BoHo gezet met rutiel kwarts en groene Toermalijn: €9.300.Armbanden Love €5.700.- en €9.000.-

Ring in witgoud gezet met 1,92ct natuurlijke briljanten Rivière halssnoer gezet met in totaal 8,02ct briljanten Oorringen met smaragdslijp diamanten van elk 0,33ct D/VS1 en fijne entourage-briljanten Rivière armband gezet met 4,18ct briljanten Rivière armband gezet met 2,49ct zwarte diamanten


BOUVERNE MAGAZINE | BOUVERNE EXCLUSIVE


BOUVERNE MAGAZINE | BOUVERNE EXCLUSIVE

Ring in witgoud gezet met een peervormige Ceylon saffier van 1,92ct Solitaire gezet met een ‘cut-corned rectangular’ diamant van 1,51ct, D/VS1

96

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | BOUVERNE EXCLUSIVE

Ring in witgoud gezet met blauwe zirkoon ‘cushion cut’ van 8,40ct en omringd met briljanten van 1,81ct BOUVERNE MAGAZINE B 97



BOUVERNE MAGAZINE | BOUVERNE EXCLUSIVE

Juwelen Pomellato: Iconica oorringen met een London blauwe topaas €7.700.-, bijpassende halssnoer €8.200.-, bijpassende ring €3.400.- en €3.500.met groene Peridoot

Alliance gezet met natuurlijke ovale diamanten, totaal €2,15ct, samen met een ring gezet in zijn midden met een ovale, ‘light yellow’ diamant van 2,20ct en een fijne entourage briljanten

Juwelen Mattioli: oorringen Hiroko €2.750.-, samen met een Puzzle ring met witte parelmoer en bruine diamanten €3.540.en een sautoir Navettes €4.650.Juwelen Pomellato: Iconica oorringen gezet met bruine diamanten €10.600.Sabbia ringen met bruine diamanten €1.500.-, witte briljanten €5.200.-, zwarte diamanten €2.500.Armband Sabbia met witte, bruine en zwarte diamanten: €17.000.Juwelen Ole Lynggaard: ring Snakes gezet met 239 briljanten, totaal 1,38ct: €12.900.Oorring Love Bands gezet met 124 diamanten, totaal 1,22ct: €9.100.Juwelen Ole Lynggaard: oorringen Funky Stars, ring Medusa €7.000.-

BOUVERNE MAGAZINE B 99


BOUVERNE MAGAZINE | BOUVERNE EXCLUSIVE

Oorringen in roze goud gezet met in totaal 0,93ct diamanten €4.130.-, samen met een roze gouden ring met in totaal 0,57ct briljanten €3.060.-, armband in roze goud gezet met in totaal 3,90ct briljanten

Halssnoer IsabelleFa versierd met een schakel gezet met 1,50ct briljanten 100

B

BOUVERNE MAGAZINE


Fotografie: Zaza Bertrand en team – Mannequin: Nathalie – Kleding MarcCain Gent. Alle afgebeelde juwelen zijn enkel gezet met natuurlijke diamanten. Prijzen onder voorbehoud van eventuele prijsstijgingen.

BOUVERNE MAGAZINE | BOUVERNE EXCLUSIVE

Juwelen Ole Lynggaard: pendentief Elephant €8.100.-, samen met een halssnoer Shooting Stars €4.100.Ringen Shooting Stars €2.000.-, €2.300.- en €3.700.-

Juwelen in geelgoud: oorringen met briljanten €1.100.-, samen met een ring gezet met een centrale, lichtbruine diamant in smaragd slijp van 1,10ct + 0,18ct, en fijne entourage briljanten €6.480.Ring gezet met centrale briljant van 0,42ct E/VS2 met entourage briljanten van in totaal 0,37ct, samen met een alliance ring voor de helft gezet met briljanten €1.820.Rivière armband gezet met 3,18ct briljanten BOUVERNE MAGAZINE B 101



PANERAI RADIOMIR QUARANTA STEEL, ENTRE MODERNITÉ ET TRADITION Les modèles Steel (acier) réinterprètent la collection Radiomir Quaranta sous un jour décontracté, tout en faisant régner le temps universel pour les passionnés d’horlogerie des temps modernes. Hommage fidèle à l’endroit où tout a commencé, la Radiomir Quaranta est l’interprétation contemporaine de la toute première montre de la Maison, ce qui permet aux amateurs de montres d’aujourd’hui de faire revivre le look des plongeurs légendaires de la marine des années 1940. À la fois sobre et imposante, la Radiomir Quaranta ­présente des éléments résolument liés à ses origines et séduit les connaisseurs qui s’identifient à l’histoire et au savoir-faire de la marque. Les détails iconiques et la précision sont réinventés dans une collection qui reflète l’élégance italienne des racines de la Maison, où la culture rencontre le savoir-faire technique prestigieux de la fabrication d’instruments.

Les nouveaux modèles Radiomir Quaranta Steel se déclinent en trois versions: avec un cadran blanc revêtu de Super‑LumiNova® beige et un bracelet brun (PAM01292), avec un cadran bleu revêtu de Super‑LumiNova® blanc et un bracelet bleu foncé (PAM01293) et avec un cadran anthracite foncé revêtu de Super‑LuminNova® beige et un bracelet noir (PAM01294). Reprenant les détails signature de la collection Radiomir Quaranta, les montres Steel présentent un cadran sandwich satiné soleil qui comporte des index et des chiffres uniquement à 12 et 6 heures et reflète les rayons lumineux du mouvement du poignet, ­tandis que le Super‑LumiNova® s’illumine en vert dans ­l’obscurité. Les bracelets sont également interchangeables avec une sélection de modèles Panerai déclinés dans un éventail de couleurs.

BOUVERNE MAGAZINE B 103


Quaranta, qui signifie quarante en italien, désigne la taille du boîtier de 40 mm qui constitue ­l’essence de la collection. Il s’agit d’une adaptation contemporaine de la taille de 47 mm de l’édition originale de Radiomir réalisée il y a près de 80 ans. Doté d’une épaisseur de 10,15 mm, le boîtier de la montre est le plus fin de toute la gamme Panerai, ce qui permet de proposer une silhouette poly­ valente ­adaptée à toutes les occasions et pour tous. Associée à un bracelet en alligator mat, sa couronne conique, élément caractéristique de la collection Radiomir, incarne le luxe minimaliste et décontracté qui correspond aux styles de vie modernes. Les détails techniques comprennent le calibre P.900, un mouvement automatique de nouvelle génération de 4,2 mm d’épaisseur, le premier de cette taille chez Panerai à comprendre la date et trois jours de réserve de marche, et une étanchéité à 5 bar (~50 mètres).

104

B

BOUVERNE MAGAZINE


Welcome to Alpine A sport specialty brand, born from racing, made by racers, for racers at heart

Zeeschipstraat 107 9000 Gent 09/216 66 89 www.alpinecentre.be


NAGELMACKERS

EEN NAAM MET TRADITIE SINDS 1747 DE ZORGVOLMACHT: UW PERSOONLIJKE PARACHUTE Zolang u gezond van geest bent, kunt u zelf uw vermogen beheren zoals u dat wenst. Maar uw mentale gezondheid kan ook achteruitgaan. In het ergste geval wordt u via de Vrederechter onder bewind geplaatst, waardoor kostbare tijd verloren gaat en u in een administratief ­labyrint kunt terechtkomen. U kunt dat echter voor­ komen door vooraf al een zorgvolmacht op te stellen. Pieter Haine, teamleader Estate Planning bij Nagelmackers, geeft meer uitleg. WAT IS EEN ZORGVOLMACHT?

Een zorgvolmacht is een overeenkomst waarbij u (lastgever) aan een of meer personen (last­ hebbers) een volmacht geeft om uw vermogen te beheren wanneer u dat niet meer kunt. 8 tips om uw zorgvolmacht maximaal te benutten 1. BESPAAR KOSTEN MET EEN GEMEENSCHAPPELIJKE ZORGVOLMACHT

Partners kunnen elk een afzonderlijke zorgvol­ macht laten opstellen, maar aangezien ze vaak elkaar aanstellen als lasthebber en vervolgens de kinderen, is één gemeenschappelijke zorg­ volmacht goedkoper. Uw notaris kan u daarover verder informeren. 2. BESLIS ZELF WANNEER EN ONDER WELKE VOORWAARDEN UW ZORGVOLMACHT INGAAT

U beslist zelf wanneer de zorgvolmacht ingaat: onmiddellijk wanneer u nog wilsbekwaam bent, maar bijvoorbeeld enkel slecht ter been of op een later tijdstip wanneer u mentaal of fysiek niet meer in staat bent om bepaalde handelingen te stellen. In de meeste zorgvolmachten voorziet men dat de lasthebber ten aanzien van derden (zoals de bank) en tussenkomende notarissen geen enkel bewijs moet leveren dat aan de vereisten van

inwerkingtreding is voldaan. Het optreden van de lasthebber en de aanbieding van de zorg­ volmacht is daar op zich voldoende bewijs voor. 3. VOORZIE EEN WATERVALPRINCIPE VOOR CONTINUÏTEIT

Voorzie in de zorgvolmacht indien mogelijk meerdere lasthebbers. Als de eerst aangeduide lasthebber later zelf niet meer in staat is om voor u op te treden vanwege ziekte, overlijden of het beëindigen van het mandaat, zal de volgende lasthebber het overnemen. 4. VOORKOM BELANGENCONFLICTEN

Soms kunnen er belangenconflicten ontstaan tussen de lastgever en de lasthebber. Om dat te voorkomen, kunt u van tevoren een lasthebber ad hoc aanstellen. Die persoon zal dan optreden in plaats van de oorspronkelijke lasthebber. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan dat een lastheb­ ber een schenking aan zichzelf doet.

www.nagelmackers.be


5. GA VOOR EEN NOTARIËLE AKTE

Een zorgvolmacht kan zowel notarieel als onder­ hands worden opgesteld, maar zo goed als alle zorgvolmachten worden notarieel opgemaakt. Een notariële akte is immers verplicht wanneer de zorgvolmacht zal worden aangewend in het kader van een toekomstige schenking of de ver­ koop van vastgoed. Een belangrijke voorwaarde om de zorgvol­ macht uitwerking te geven, is dat die gere­ gistreerd werd in het Centraal Register van Lastgevingsovereenkomsten. De notaris zal voor die registratie zorgen. 6. BEPAAL DE INHOUD VAN UW ZORGVOLMACHT

In de zorgvolmacht ligt de klemtoon op het beheer van uw vermogen, zoals de regeling van uw bankzaken, het uitvoeren van schenkingen, de aan- een verkoop van vastgoed of het wijzigen van uw huwelijkscontract. Daarnaast kunt u wat uw persoon betreft bijvoor­ beeld vastleggen in welke rust- of verzorgings­ instelling u wilt verblijven, door welke arts u behandeld wilt worden, welke patiëntenrechten uw lasthebber mag uitoefenen …

roerende goederen (in het Vlaams Gewest 3% of 7%) is immers veel voordeliger dan de oplo­ pende tarieven van erfbelasting. 8. DE ZORGVOLMACHT IN DE PRAKTIJK

Wanneer de notaris een ontwerp voor uw zorg­ volmacht heeft opgemaakt, is het steeds verstan­ dig om die tekst ook voor te leggen aan uw finan­ cieel adviseur. Die kijkt met een pragmatische blik naar het juridische document en kan eventu­ eel nog praktische verfijningen toevoegen. U bent ondernemer met een eigen bedrijf? Leg de inhoud van uw zorgvolmacht dan zeker naast de statuten van uw vennootschap en de opvolgings­ regeling die daarin werd uitgestippeld bij overlij­ den of wilsonbekwaamheid. Het is nooit te laat om al aan later te denken! Kom langs voor een gesprek met een van onze estate planners bij Nagelmackers voor een ken­ nismakingsgesprek. Zij helpen u op weg met uw vermogens- en successieplanning. Maak een afspraak met een van onze estate planners

7. HOU REKENING MET UW VERMOGENSPLANNING

U kunt voorzien dat de lasthebber nog schenkin­ gen kan uitvoeren naar vooraf aangeduide perso­ nen met eventuele invoeging van bepaalde voor­ waarden om uzelf te beschermen, bijvoorbeeld een schenking met voorbehoud van vruchtge­ bruik, opname van een financiële rentelast, een onderhoudsverplichting … Een lasthebber kan echter geen testament opstellen aangezien dat een strikt persoonlijk document is. Op die manier kan de lasthebber indien nodig ook roerende schenkingen uitvoeren en die laten registeren. De vlakke schenkbelasting op

Schrijf u in op onze news­ letter Estate Planning en blijf op de hoogte van de laatste fiscaal-juridische actualiteit.

Op onze website nagelmackers.be vindt u meer informatie over de aanpak en diensten van Nagelmackers. U kunt er een afspraak maken met een van onze adviseurs in uw buurt voor een kennismakingsgesprek. Graag tot binnenkort!



BOUVERNE MAGAZINE | HERBESTEMMING KERKEN

VAN GOD LOS... DE STAD GENT TELT TE MOOIE PAROCHIEKERKEN EN GEBEDSHUIZEN OM ER NIET EENS EENTJE BINNEN TE STAPPEN. WANT EEN KERK IS CULTUREEL ERFGOED DAT DE AANBLIK EN DE SFEER VAN DE STAD MEE BEPAALT, OF MEN GELOVIG IS OF NIET. MAAR VANDAAG VIND JE IN DE STAD NAAST OOIT ACTIEVE KERKEN, OOK KLOOSTERS EN ANDERE HEILIGE GEBOUWEN, DIE SEDERT KORT EEN NIEUWE BESTEMMING KREGEN. VAN CIRCUSSCHOOL OF TENTOONSTELLINGSRUIMTE OVER CHARMEHOTEL EN KUNSTGALERIJ TOT ZELFS... SUPERMARKT. WIJ BESCHRIJVEN IN DIT ARTIKEL EEN AANTAL VERRASSENDE HERBESTEMMINGEN VOOR VERLATEN EN ONTWIJDE GEBEDS- EN GODSHUIZEN.

GALERIE ST-JOHN – NIEUWPOORT 2

Hou je van antiek of ben je op zoek naar een oude schilderij, een zeldzaam oud boek of een kunstvoorwerp voor je interieur? Dan is deze fraaie Gentse barokkapel, in de schaduw van de Sint-Jacobskerk, dé plek waar je het zal vinden. Al meer dan 30 jaar reizen de eigenaars heel Europa rond op zoek naar zeldzame collectiestukken. En wat dit oplevert, getuigt van een diepe passie voor kunst en antiek. Het gebouw heeft een geschiedenis die bijna een millennium teruggaat. In haar huidige staat werd ze in 1748 ontworpen en gebouwd door de bouwmeester Bernard De Wilde, met een typische Gentse barokgevel. Maar voor deze heropbouw was het een godshuis en hospitaal. Hier werden sinds de 12de eeuw armen en zwakzinnigen verzorgd. In de 19de eeuw werd de kapel een gebedshuis voor de Gentse Anglicaanse gemeenschap, en werd ze aldus omgedoopt tot St-John’s Church. Hier haalde de kunstgalerie haar naam. KAPEL NORBERTIJNEN – DRONGENHOF 2 (PATERSHOL)

Na de vernieling van hun abdij in Drongen in de 16de eeuw bouwden de Norbertijnen deze laatgotische kapel, die tot dan als refuge fungeerde, uit tot een voorlopige abdij tot het einde van de 17de eeuw. Onder de Franse bezetting werd het opslagplaats. Vandaag heeft het een mooiere bestemming gekregen binnen het kader van het project ‘Drongenhofkapel’, waarbij een aantal kunstwerken van drie bekende Gentse kunstenaars – Dirk Braeckman, Berlinde De Bruyckere en Wim Delvoye – naast andere kunstvormen worden samengebracht. Dit project wil kunstvormen uitnodigen tot een dialoog die de bezoeker in deze verstilde ruimte op een intense manier moet beroeren.

BOUVERNE MAGAZINE B 109


BOUVERNE MAGAZINE | HERBESTEMMING KERKEN

KUNSTHAL GENT – L ANGE STEENSTRAAT 14

Tussen de dertiende-eeuwse muren van het voormalig Caermersklooster in het hartje van het Patershol, vind je Kunsthal Gent: een internationaal ontwikkelings- en presentatieplatform voor hedendaagse kunst. In het weekend is Kunsthal Gent een toonplek voor beeldende kunst, in de week een werkplek voor kunstenaars en artistieke organisaties. Opkomende, gevestigde, lokale en internationale namen zijn er te gast. Zij presenteren er hun werk in tentoonstellingen of ontwikkelen er hun artistieke praktijk. Het programma vind je op de site visit.gent.be RESTAURANT PARNASSUS – OUDE HOUTLEI 122

In de Franciskanenkerk aan de Oude Houtlei biedt Parnassus een gezonde lunch, lekker en niet duur. Parnassus is een sociaal tewerkstellingsproject van vzw Ateljee. Mensen met een verminderde kans op de arbeidsmarkt worden er tewerkgesteld. Je kunt kiezen uit een dagschotel, een vegetarische schotel of zelf je maaltijd samenstellen aan het buffet. Donderdag is steeds een veggiedag. Je bent gewaarschuwd! SINT-MACHARIUSKERK – PROOSTSTRAAT

Deze kerk bevindt zich aan de samenvloeiing van de Leie en Schelde in de wijk Macharius-Heirnis aan de Sint-Baafsabdij en niet ver van de passantenhaven Portus Ganda. Het is een neogotische kruisbasiliek opgetrokken in hardsteen en rode baksteen. In 2014 werd de kerk aangepast aan de noden van de moderne tijd. In de kerk vinden vandaag in overleg met plaatselijke verenigingen zoals de Buren van de Abdij o.m. concerten, lezingen, tentoonstellingen en voordrachten plaats. Er worden in de kerk geen misvieringen meer gehouden sedert 2017. MONASTERIUM POORTACKERE – OUDE HOUTLEI 56

Slapen als een monnik in een middeleeuws klooster? Het kan: boek gewoon je verblijf in Monasterium PoortAckere als alternatief voor een klassieke hotel of B&B. Het monasterium is een echte oase van stilte, verloren in de draaikolk van de rumoerige stad! De historiek van het intieme monasterium gaat terug tot het jaar 1278. Wat eeuwenlang een verborgen klooster was, geeft vandaag zijn geheimen prijs. De sfeer is charmant, passend binnen de eenvoud van een neogotisch gebouw... maar is wel voorzien van een oplaadpunt voor

110

B

BOUVERNE MAGAZINE


ARTEVELDE ZWART OP WIT WIJS

GENTS BIER

In de Gentse stadsbrouwerij Artevelde ben je welkom om nieuwe bieren te proeven die ter plaatse worden gebrouwen en om er dagelijks te lunchen. Bier met liefde gebrouwen , drink je met verstand. Je kan ook terecht in de gloednieuwe vergaderruimte. Bier met liefde gebrouwen, drink je met verstand. Drink responsibly

ONTDEK DE ARTEVELDE GENTSE STADSBROUWERIJ


BOUVERNE MAGAZINE | HERBESTEMMING KERKEN

elektrische wagens! Een kamer in Hotel Monasterium PoortAckere reserveer je online op de site visit.gent.be of via www.monasterium.be. CIRCUSKERK MALEM – OUD-STRIJDERSLAAN 1

De kerk van Malem werd halverwege de jaren ’50 gebouwd in het midden van de sociale woonwijk Malem. Deze kerk en het aangrenzende schooltje waren er het hart van het katholieke verenigingsleven. Een merkwaardig gegeven omdat Malem ooit een krottenwijk was, waar hoofdzakelijk arbeiders en socialistische werkmensen woonden. De parochiekerk genaamd Onze-Lieve-Vrouw Koningin van de Vrede, gebouwd in een typische landelijke neo‑romaanse stijl, kreeg in 2014 een nieuwe bestemming van de stad Gent. De vzw Circusplaneet kocht de kerk in 2015 en toverde die om tot een ‘community circus’,

112

B

BOUVERNE MAGAZINE

mede met de steun van de Vlaamse Gemeenschap en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. De circuskerk van Malem werd een plek waar mensen samenwerken met circus als drijfveer. Een plek die aanzet tot dialoog en ontmoeting in deze buurt, en waar jong en oud circuskunsten kunnen aanleren en trainen. In de foyer van de kerk is iedereen welkom voor een drank, een babbel of met een idee. De circuskerk wordt tevens verhuurd voor diverse activiteiten (geen privéaangelegenheden) zoals workshops, lezingen, voorstellingen of aan vennootschappen.

“Gent telt 51 kerken, maar in meer dan 20 vinden geen christelijke erediensten meer plaats. Er wordt ijverig gezocht naar een nieuwe functie.”


SINT-ANNAKERK – SINT-ANNAPLEIN 46A

De Sint-Annakerk is het belangrijkste gebouw in Gent in Rundbogenstijl, een eclectische stijl met romaanse, byzantijnse en gotische elementen. Zowel het interieur als de omgeving van de kerk zijn beschermend als monument. In 2018 werd gezocht naar een zinvolle, economische bestemming voor de Sint-Annakerk. Een jaar later werd beslist dat het nieuwe stadsproject een veelzijdige invulling zou krijgen met een markthal, een restaurant en een winebar. De buitenruimtes zouden een publieke buurttuin en een natuur- en moestuin omvatten. Het voorste deel van de kerk zou toegankelijk zijn voor iedereen. Na een jarenlange procedure werd in 2023 de nieuwe rechtmatige eigenaar voor een periode van 99 jaar bekendgemaakt. De supermarktketen Delhaize kreeg de kerk in erfpacht van de stad Gent, maar moest in ruil flink investeren in de restauratie van het gebouw en 99 jaar lang als een goede huisvader voor de kerk zorgen. Uiteraard liggen de miljoenensubsidies klaar voor dit beschermd monument en moeten alle betrokken partijen de historische waarde van het pand in ere houden en de restauratie uitvoeren met respect voor de cultuurhistorische elementen. De plannen met de Sint-Annakerk zijn omstreden en kwamen de stad op veel kritiek te staan, maar Delhaize was de enige kandidaat en het bisdom had er geen bezwaar tegen. De vergunning voor Delhaize werd op allerlei manieren aangevochten, maar hield stand wegens... juridisch in orde! Vermoedelijk gaat deze originele Delhaize-vestiging open in de loop van 2025, mogelijks begin 2026. De supermarktketen bevestigt dat dit project de kerk in alle grandeur opnieuw haar plaats zal geven in de

binnenstad. Uiteindelijk wordt het gebouw volgens het bedrijf een ontmoetingsplaats: niet als kerk, maar als supermarktwinkel, restaurant en bar! MAAR OOK...

In Gent en voorstad liggen momenteel diverse herbestemmingsprojecten op tafel. Zo moesten eind 2022 nog 18 ontwijde Gentse kerken nieuwe ‘uitbaters’ vinden: o.m. de kerken Sint-Antonius van Padua (Gentbrugge), Sint-Elisabeth (Groot Begijnhof), Sint-Jan-Baptist (Brugsepoort), Sint‑Jozef (Wondelgemstraat), Theresia van Avila (Muide), Christus Koning (Nieuw Gent), Sint-Therezia van het Kind Jezus (Boomstraat) en Sint-Coleta (Heuvelpoort). Vervolgens de Heilige Hartkerken (Sint-Amandsberg en Mariakerke), Onze-Lieve-Vrouwkerk (Drongen), Sint‑Antonius Abtkerk (Meulestede) en tenslotte de Heilig Kruiskerk (Sint-Amandsberg). Ondertussen zou de Sint-Coletakerk onderdak bieden aan het Theater- en Filminstituut Stijn Brouns en de Sint-Elisabethkerk in het Groot Begijnhof naar de Anglicaanse kerk zijn gegaan. Voor de andere kerken zijn er plannen als cultureel centrum, als plek met een gemeenschapsfunctie (zoals bv. cohousing) of als turnzaal voor een aanpalende school. B bronnen visit.gent.be – dienst toerisme Gent, Michiel De Cleene,

Monasterium PoortAckere, Wannes Nimmegeers, Delhaize.

BOUVERNE MAGAZINE B 113


Classo staat voor sterke, sobere interieurs, meer dan 40 jaar ervaring en een dynamisch, jong & allround team. In onze inspirerende showroom - 1000 m 2 groot! - vindt u een uitgelezen selectie designmeubelen, tapijten, verlichting, kunst en unieke objecten. Laat u inspireren door een selectie top merken waaronder Minotti, Molteni&C, Flexform, Edra, B&B Italia, Maxalto, Knoll, ... Typerend voor de huisstijl van Classo is dat deze exclusieve merken worden aangevuld met enkele hoogwaardige meubelen en objecten van artisans – absoluut het ontdekken waard. Sof ie en Colette Bruggeman en het Classo-team bestaande uit creatieve interieurarchitecten helpen u graag verder zowel bij Antwerpsesteenweg 97, 9080 Lochristi

Gemakkelijk bereikbaar, af rit autostrade op 1km en parking voor de deur.

de zoektocht naar één welbepaald object als bij uw totaalproject. Met een persoonlijke aanpak bekijken we de verschillende mogelijkheden en creëren we een plan op maat. Wij begeleiden u bij de keuze van kleuren en materialen en komen bij u aan huis om tot een knap resultaat te komen.

T. 32 (0)9 353 73 60 info@classo.be

Classo werkt, indien gewenst, ook nauw samen met uw architect of interieurarchitect. Zo wordt los meubilair en

WWW.CLASSO.BE

Koop een Eames Lounge Chair & Ottoman en krijg een upgrade van het houtf ineer

maatwerk perfect op elkaar afgestemd.


© cafeine


BOUVERNE MAGAZINE | ROLEX

OYSTER PERPETUAL DAY‑DATE 36

116

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | ROLEX

De gekristalliseerde effecten of aderen, die typerend zijn voor de sierstenen maken van elke wijzerplaat van de Day‑Date 36 een uniek kunstwerk. De stenen onthullen hun ken‑ merkende eigenschappen pas nadat ze zijn geslepen. Vervolgens wordt elke wijzerplaat afgewerkt om te kunnen voldoen aan hoge kwaliteitseisen van het merk. De eerste variant is gemaakt van 18 kt Everose goud en heeft een wijzerplaat van groen aven‑ turijn, een steen met een fijn gekristalliseerd oppervlak. De tweede is van 18 kt geelgoud en heeft een wijzerplaat van kornalijn, een steen met een kunstige oranje cameo van lijnen en patronen. De derde, een 18 kt witgouden vari‑ ant is afgewerkt met een turkooizen wijzerplaat met natuurlijke adertekening. De Oyster Perpetual Day‑Date 36 is voorzien van een President-band met driedelige scha‑ kels gemaakt van 18 kt goud of 950 platina, een band die is voorbehouden aan de DayDate en Datejust horloges van edelmetaal. De President-band is uitgerust met een blinde Crownclasp die wordt geopend door middel van een hendeltje in de vorm van de Rolexkroon. Een blinde bevestiging zorgt voor een ogenschijnlijke naadloze overgang van de hor‑ logeband naar de kast. Oyster 36 mm, geelgoud, everose goud, witgoud

BOUVERNE MAGAZINE B 117


BOUVERNE MAGAZINE | PORSCHE 911 S/T

DE NIEUWE PORSCHE 911 S/T, EXCLUSIEF VOOR DE 60e VERJAARDAG VAN EEN LEGENDARISCHE WAGEN PORSCHE VIERT DE 60E VERJAARDAG VAN DE 911 MET EEN SPECIALE EDITIE, TOEGESPITST OP MAXIMAAL RIJPLEZIER: IN EEN BEPERKTE OPLAGE VAN 1.963 EXEMPLAREN ZET DE PORSCHE 911 S/T IN OP EEN LICHTGEWICHT DESIGN EN EEN PURISTISCHE RIJERVARING. VOOR HET EERST BRENGT DE 386 KW (525 PK) STERKE HOOGTOERIGE MOTOR UIT DE 911 GT3 RS ZIJN VERMOGEN OVER VIA EEN HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK EN EEN LICHTGEWICHT KOPPELING.

118

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | PORSCHE 911 S/T

Sinds de eerste Type 901 uit 1963 volgden acht generaties 911 elkaar op en zijn ze de passie, het plezier en de prestaties van hun voorganger blijven belichamen. Om de zestigste verjaardag van zijn legendarische sportwagen in stijl te vieren, biedt Porsche een gelimiteerde en radicale editie aan: de 911 S/T. De naam is niet zomaar gekozen: het is een eerbetoon aan de 911 S uit 1969 (intern bekend als de S/T), een speciaal model dat destijds werd geproduceerd voor races en topprestaties. Ook de opvolger kan zich vandaag in deze filosofie vinden: de ingenieurs hebben het chassis, het koetswerk, de motor en de versnellingsbak onder handen genomen om hem nog scherper te maken dan de productie van de Type 992. Hij verzoent daarom het koetswerk van de 911 GT3 Touring met de aandrijflijn van de 911 GT3 RS. Dit resulteert in een exclusief model met waanzinnige pres­ taties, dat zijn temperament sluw verbergt onder een uitgepuurd uiterlijk... De krachtige 4.0 liter boxermotor produceert 525 pk en verleent de sportwagen een topsnelheid van 300 km/h en een acceleratie van 0 naar 100 km/h in amper 3,7 seconden. Voor het eerst brengt deze 911 zijn vermogen over via een manuele versnellingsbak, zoals de traditie van puur rijplezier dat wil.

De 911 S/T wordt aangeboden met een exclusief Heritage Design Pack als optie. De nieuwe exterieurkleur Shoreblue Metallic en de velgkleur Ceramica zijn exclusief verkrijgbaar voor deze bijzonder elegante ­variant. Op de deuren kan op verzoek een ­startnummer van 0 tot 99 en een decoratieve folie worden ­aangebracht. Het klassieke Porsche-embleem in het design van de originele 911, dat prijkt op de neus, de wiel­doppen, het stuurwiel, de hoofdsteunen en de autosleutel, onderstreept de historische roots van de 911 S/T. Binnenin zijn stoelen gekenmerkt door stoffen middenpanelen in Classic Cognac met zwarte streepjes, alweer als eerbetoon aan het erfgoed. Een tweekleurige ­semi‑aniline lederen bekleding in Black/Classic Cognac met uit­ gebreide lederen oppervlakken, een dak‑hemel in geperforeerd Dinamica-microvezel en andere elementen van Porsche Exclusive Manufaktur maken het plaatje compleet. Het Porsche-logo en de 911 S/T‑typeaanduiding op de achterkant van de auto zijn goudkleurig. In België is de nieuwe Porsche 911 S/T vanaf nu te bestellen voor 327.743,04 euro inclusief btw.

BOUVERNE MAGAZINE B 119


De relatie tussen de mens en het paard is al heel oud en ook heel bijzonder. Geen enkel ander dier heeft de geschiedenis van de mensheid zo beïnvloed als het paard. Waar de oermens het paard eerst als voedselbron beschouwde, ontdekte hij weldra zijn kracht en snelheid en adopteerde hem als nutsdier. Meer nog, als een emotionele metgezel.

PAARDENTHERAPIE: SPIEGELEN VAN EMOTIES B ronnen : horseandhealth.be, ugent.be, hippocampus.nl, manege Dennenhof Landegem

Net als de hond heeft het paard zich steeds meer aan­ gepast aan de mens, of werd het aangepast door ­selectieve fokkerij. Het paard hielp in de landbouw, was een ­lastdier voor nomade volkeren en stelde zijn snelheid in dienst van de jacht. Maar het paard was ook een ­symbool van macht en werd ingezet in menige veldslagen. Gelukkig benaderen de meeste mensen paarden als een gelijkwaardige partner en stellen zich open voor het dier. Het dier is mooi, groot, sterk gespierd en esthetisch, en dwingt respect af. Maar dat zijn niet zijn enige troeven. Zonder paarden te willen vermenselijken, kan men met wetenschappelijk onderbouwde zekerheid stellen dat zij, net als andere sociale diersoorten, in staat zijn ‘relaties’ aan te gaan, gevoelens te ervaren en zelfs, in het kader van sociale interactie, een altruïstisch gedrag laten zien. Ook met niet-soortgenoten zoals de mens! Deze drang tot binding, het gekoppelde vertrouwens­ band en het typische kuddegedrag (beschermen van de veulens en de zwakkere dieren binnen een

120

B

BOUVERNE MAGAZINE

“Een paard ziet, hoort, voelt alles... het dier houdt je meteen een spiegel voor. Deze interactie werkt bevrijdend” familiestructuur) verklaart waarom vele paarden aan­ voelen hoe ze moeten omgaan met kinderen, mensen met een beperking of kwetsbare personen. Dit leidt ons tot de essentie van dit artikel dat zal ­handelen over een bijzondere, dankbare relatie tussen mens en paard (of pony) via hippotherapie en/of ­equitherapie. Het verschil tussen beide therapieën heeft te maken met hoe men het paard wenst te gebruiken, zijn inbreng en met welke therapeutische bedoelingen, lichamelijk of zowel fysisch als psychisch.


BOUVERNE MAGAZINE | PAARDENTHERAPIE

Hippotherapie is een therapievorm waarbij men het paard gebruikt als een middel – een medium – om de fysieke en mentale gezondheid van de persoon te bevorderen of te herstellen, bv. bij een revalidatie of een aangeboren beperking, bij de eerste ernstige tekenen van dementie, of als men geestelijk in de knoop zit. Hierbij staat het paard centraal tussen de ‘patiënt’ en de ­therapeut, als in een soort driehoeksrelatie. Ongeacht of het om fysieke of een mentale therapeutische aanpak gaat, men gaat ervan uit dat een paard alles ziet, hoort en voelt. En meteen hierop reageert. Het dier houdt je als het ware een spiegel voor, of het gaat om gevoelens van angst, onzekerheid, pijn of verbazing. De interactie met het paard werkt bevrijdend en stimuleert het gebruik van alle zintuigen waardoor je bewust wordt van het hier en het nu. Als het gaat om mensen met een beperking, wordt weleens de term ‘snoezelen’ of zintuigactivering gebruikt. Zowel verbale als niet-verbale communicatie spelen hierbij een belangrijke rol. Mensen met sociale of psychische problemen kunnen, door met het paard te communiceren, werken aan de opbouw van hun zelfvertrouwen, het kanaliseren van hun emoties en het aanpassen van hun gedragspatroon. Het dier wordt een metgezel, het vangt je emoties op en steunt je zonder te oordelen bij het nemen van beslissingen. Paarden beschikken over een speciaal en uitgebreid bewegingsaanbod. De ritmische bewegingen in combinatie met de warmte en de geur die een paard afgeeft, ontspannen het lichaam. De reflex-remmende houding op een paard zorgt onder meer voor vermindering van spasmen en spanningen. Het verbetert het evenwicht en de stabiliteit van de onderrug, de heup, het bekken en de romp. Hippotherapie kan ook ingezet worden als (re)­creatieve activiteit ter ontspanning, in groepsverband of indi­ vidueel, en voor ruiters met of zonder beperking. Door de interactie met het paard of pony leer je je eigen mogelijkheden en grenzen inschatten en bouw je zelfvertrouwen op, alsook rekening houden met een ander levend wezen. Equitherapie wordt ondersteund door therapeutische, niet-conventionele en complementaire ­medische zorg. Het wordt toegepast voor zowel fysieke als psycho­logische behandelingen en gebruikt het paard als ­bemiddelaar en therapeutische partner. Ook hier gaat het om het spiegelen van emoties door met het paard te communiceren. Een therapie met paarden is zodoende een alternatief

voor, of een aanvulling op, gespreks­therapieën. Het helpt bij allerhande psychologische klachten zoals verslaving, depressie, eetstoornissen, f­ aalangst en zo meer. HOE HET ALLEMAAL BEGON

Bepaalde therapeutische handelingen met paarden zijn sinds de oudheid bekend, vooral bij de Grieken. Helende praktijken met paarden werden ietwat vergeten in de Middeleeuwen, maar herontdekt in de Renaissance onder impuls van geleerden zoals Mercuriale, Fuller en Vescosi die het vanaf de 15e-eeuw hadden over het belang van paardrijden in de traditionele en moderne geneeskunde. In de 18e-eeuw zou de Duitse pedagoog Christian Jahn het paardrijden aanbevelen voor ­mensen die leden aan hypochondrie. Ook de Franse filosoof Diderot beschreef de heilzame aspecten van het paardrijden in zijn Encyclopedia (1751). De eerste echte studies over therapeutisch paardrijden dateren van 1870 in Parijs als onderdeel van een proefschrift. Hierin concludeerde ene dokter Chassaigne dat paardrijden vele voordelen had bij de behandeling van hemiplegie, dwarslaesie en diverse neurologische aandoeningen. Iedereen werd in die tijd geleidelijk overtuigd dat deze eerste vormen van equitherapie heilzaam waren voor

BOUVERNE MAGAZINE B 121


BOUVERNE MAGAZINE | PAARDENTHERAPIE

“Paarden voelen niet alleen hun soortgenoten aan, maar detecteren ook feilloos de signalen die wij als mensen uitsturen” aanwezig zijn die de patiënt kan helpen om deze gevoelens te verwerken. De taak van de therapeut is om het gedrag van het paard, waarmee de patiënt in interactie gaat, te observeren. Hij of zij zal vervolgens deze observaties communiceren aan de patiënt en ­vragen stellen. Het doel is om het gedrag van de patiënt te kunnen ­veranderen zodat conflicten, met zichzelf en met anderen, in de toekomst kunnen vermeden worden. Doorgaans wordt er steeds naast het paard gewerkt. Enkel als het in het therapieproces past, kan de patiënt het paard bestijgen. De regio Groot‑Gent telt een aantal centra (mogelijks ook zorgboerderij en manege) die zich professioneel inzetten in het therapeutisch paardrijden voor de ­revalidatie en rehabilitatie van personen (volwassenen en kinderen) met een beperking, fysisch of psycho­sociaal. Als voorbeelden citeren wij vrijblijvend Equidream in Beervelde, I For Horse in Gottem, Equivalencia - De Paardentuin in Destelbergen, Caballo in Zottegem en Manege Dennenhof in Landegem waar wij even te gast waren. B

het menselijk lichaam, met name de bloedsomloop, de luchtwegen, het spierstelsel en het hart. Maar de grote doorbraak danken wij aan een Deense amazone – Lis Hartel – die een zilveren medaille haalde op de Olympische Spelen van Helsinki in 1952, nadat ze haar polio had overwonnen door doelgericht en intensief de paardensport te beoefenen. HOE GAAT HET IN ZIJN WERK?

Om veilig en effectief te zijn, verloopt psychotherapie met paarden onder begeleiding van een gediplomeerde therapeut. Als er namelijk emoties of pijngevoelens naar boven komen, moet er een professionele begeleider

122

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | PAARDENTHERAPIE

MANEGE DENNENHOF Dennenhof vzw is een hippisch therapeutisch centrum voor volwassenen en kinderen met en zonder beperkingen. Het team therapeuten, bijgestaan door instructeurs en vrijwilligers(met en zonder beperking), biedt voor elke ruiter met of ­zonder beperking inclusielessen, hippotherapie, aangepast paardrijden en paardenkampen, voor zover er geen medische tegenindicaties zijn. Zij staan voor ontmoeting en integratie zowel op als naast het paard, binnen een respectvolle setting. De manege telt 13

therapiepaarden en 2 knuffelpony’s, allen inzetbaar voor invalide en valide werking. Alles startte in 1973 toen een aantal retorica­leerlingen een paard schonken aan het MPI (nu MFC) Ten Dries, een voorziening voor kinderen met een ­motorische beperking hartje Landegem. Er volgden gauw nog drie nieuwe paarden. De Ronde Tafel van Gent, en wat later de Lions Club Gent, sprongen bij om voor de vzw Manege Dennenhof

BOUVERNE MAGAZINE B 123


BOUVERNE MAGAZINE | PAARDENTHERAPIE

een volwaardige infrastructuur neer te zetten, zoals de bouw van een overdekte rijbaan en stallingen, een zadelruimte, een buitenpiste, een ontmoetingsruimte en een parking. Dit alles dankzij deze steunende serviceclubs en een financiële bijdrage van de provincie Oost-Vlaanderen en het Sinterklaasfonds. De belangrijkste activiteit van de vzw is ambulante hippotherapie: het inzetten van het paard of pony als medium om therapeutische doelstellingen na te streven. Door de unieke ritmische bewegingen van het paard kunnen kinderen met een motorische beperking beter ontspannen, ontwikkelen ze hun evenwicht en coördinatie en winnen ze kracht bij in de romp­spieren waardoor ze een beter symmetrische ­houding leren ervaren. Het paard maakt integraal deel uit

124

B

BOUVERNE MAGAZINE

van een (be)handelingsproces met als doel een verbetering op fysiek, p ­ sychologisch, emotioneel en cognitief vlak. Hippotherapie kan voor sommige ruiters met een beperking opgevat worden als ‘aangepast paardrijden’. Dus bedoeld als vrijetijdsbestending of als sport.

“Wij geven voor 70% hippotherapie aan bewoners van zorginstellingen, 20% ambulante werking en 10% inclusiewerking.”


BOUVERNE MAGAZINE | PAARDENTHERAPIE

Alle therapiepaarden van de vzw werken ook tijdens de inclusielessen. De vzw Manege Dennenhof organiseert ook kampen voor zelfstandige ruiters vanaf 8 jaar uit het gewone onderwijs of ruiters met leerstoornissen met een betere motoriek. Voor kinderen met een meervoudige beperking zijn er hippo-kampen voorzien van een 1 op 1 begeleiding. Als een volwaardige manege kunnen zowel de buitenpiste als de overdekte binnenpiste door groepen of individuele ruiters worden gehuurd, maar wel met eigen paard en op afspraak. Kim, Orphee en Laurens zijn de vaste medewerkers van de vzw. Het is een full time uitdaging om de werking

van de manege draaiende te houden. Zij kunnen gelukkig rekenen op de hulp van vrijwilligers. Voel je je ­aan­gesproken om het team begeleid werkers, vrijwilligers en stagiaires te komen versterken, neem dan contact op met de manege. Je kan ook de vzw financiële hulp bieden. Zij dankt haar bestaan en ­werking aan haar sponsors. De organisatie ontvangt namelijk geen overheidssubsidies. Voor meer info: Vzw Manege Dennenhof Dennendreef 94 9850 Landegem (Deinze) 09 371 94 47 info@manegedennenhof.be www.manegedennenhof.be

BOUVERNE MAGAZINE B 125


OLE LYNGGAARD

126

B

BOUVERNE MAGAZINE

60 JAAR BRILJANT VAKMANSCHAP


HET 60-JARIGE JUBILEUM VORMT EEN MIJLPAAL DIE DE ERFENIS VAN VAKMANSCHAP EN CREATIVITEIT VAN HET DEENSE JUWELENMERK OLE LYNGAARD VIERT. HET MARKEERT OOK DE START VAN EEN JAAR VOL PRACHTIGE GEBEURTENISSEN EN VIERINGEN.

Ole Lynggaard viert zijn 60‑jarig bestaan. De festiviteiten worden gekenmerkt door een ongeëvenaarde viering van kunst en mode. Zo is er de introductie van nieuwe sieraden in de Wild Rose en Love Band Collection, zijn er elegante vieringen gepland binnen het familie­ domein Hellerupvej nabij Kopenhagen, zal er een tentoonstelling komen rond hun familieverhaal, en als hoogtepunt van dit buitengewoon jubileum­ jaar lanceren Charlotte Lynggaard en haar dochter Sofia een collectie couturejurken. WERELDWIJD OP KAART In 1963 richtte Ole Lynggaard het bedrijf op, nadat hij samen als afgestudeerde goudsmid met zijn vrouw Karin – die hij in Parijs ontmoette – naar Denemarken terugkeerde van een wereldreis met honderden handgemaakte schetsen en bruisende ideeën. Hun liefde bleek zo sterk dat zijn besloten zich te vestigen in Hellerup op het Deense platteland. Hier startte Ole Lynggaard onder eigen naam zijn eerste atelier waarin hij op ambachtelijke wijze de mooiste sieraden wist te vervaardigen.

Keer op keer geïnspireerd door zijn muze en inmiddels zijn echtgenote Karin. Sindsdien heeft het juwelenhuis een verscheidenheid aan tijdloze ontwerpen tot leven gebracht. Het hart van het merk wordt sedertdien gevormd door deze passionele familie die toegewijd is aan creativiteit, vakmanschap en het ontwerpen van juwelen. Ole’s dochter, Charlotte Lynggaard, is ontwerpster en creatief directeur van het merk, terwijl zijn zoon, Soren Lynggaard, de rol van CEO op zich heeft genomen. Samen zetten zij de Deense ontwerptraditie voort, samen met de derde generatie Lynggaard. Ondertussen wordt het merk met succes wereld‑ wijd verdeeld en zijn er buiten het vaderland ­verschillende flagshipstores geopend, o.a. in Parijs en Sydney. ‘Het is bijzonder om het merk zo te zien transformeren en evolueren’, stelt Charlotte. ‘Sinds mijn vader het bedrijf in 1963 begon, nemen nu 60 jaar later drie generaties samen deel aan opnieuw een wereldreis van het merk. “Ik word door veel dingen uit mijn dagelijks leven geïnspireerd: de natuur, kunst en de mensen rond me heen. De natuur is heel belangrijk voor mij. Als ik in het bos vlak voor mijn huis loop, kom ik helemaal tot rust – en het is de plek waar ik me op mijn best voel. Ik ben ook geïnspireerd door ­vrouwen – alle vrouwen, jong en oud. Tegenwoordig gaat alles zo snel. Daarom is het zo belangrijk om een balans te vinden, om prioriteit te geven aan tijd en ideeën. Net zoals mijn vader ooit begon: met een koffer vol ideeën, en kijk... ze bleken stuk voor stuk van goud!’ Charlotte Lynggaard


BOUVERNE MAGAZINE | OLE LYNGGAARD

Wij willen doorgaan op de ingeslagen weg en Ole Lynggaard volgens ons eigen tempo verder ontwikkelen. En ik hoop dat we in deze vreemde wereld de mooie vormen van ambacht kunnen doorzetten en het doorgeven aan de volgende generatie.’ GEÏNSPIREERD DOOR FAUNA EN FLORA Elk juweel is ontworpen door Ole en Charlotte, is steeds geïnspireerd door de natuur, en vervolgens met de hand vervaardigd door meester-goudsmeden in Ole Lynggaard’s eigen Deense ateliers. De meest bekende en gegeerde collecties zijn o.a. de Shooting Star collection, de Lotus collection, de BoHo collection, de Elephant collection en de Snakes collection. Stuk voor stuk een eerbetoon aan de schoonheid van de natuur. Het begon dus 60 jaar geleden, na een reis naar Caïro. Geïnspireerd door het oude Egypte ontwerpt Ole Lynggaard een slangenjuweel

128

B

BOUVERNE MAGAZINE

voor zijn vrouw Karin. Het zou tot 2012 duren vooraleer een volledige Snakes collectie wordt uitgerold, maar met dit gebaar werd het startsein gegeven. Een andere mijlpaal is het jaar 1991 en een reis naar Tanzania. Hier schenkt Ole zijn vrouw het eerste olifantenontwerp met de handgemaakte verwisselbare sieradensluiting, dat later zijn uitgroeien tot een klassieker in de permanente Elephant collection. Vier jaar eerder was dochter Charlotte officieel mee in het bedrijf gestart. Haar stijl en elegantie bleken de perfecte toegevoegde waarde om het juwelenhuis wereldwijd op de kaart te zetten. Vormen, kleuren en materialen uit de natuur, alsook organische lijnen zijn steeds de inspiratie geweest voor alle collecties van het huis: Leaves, BoHo, Nature of Lotus...alles is van de hand van Charlotte. De ringen, oorbellen en hangers uit de Leaves collectie bestaan uit fijne ‘bladeren’ van 18 kt goud. Deze herkenbare en


BOUVERNE MAGAZINE | OLE LYNGGAARD

iconische collectie kwam voor het eerst uit in 2009 en is geïnspireerd op de ‘Midnight Tiara’, een pronkstuk binnen de collecties van Ole Lynggaard, dat speciaal voor prinses Mary van Denemarken werd ontworpen. Sinds 2008 is het merk trouwens officieel hofleverancier van het Deense koningshuis. EEN KIJK OP DE COLLECTIE Dichter bij huis ontdek je de magie van de Ole Lynggaard sieraden met hun verhaal bij juwelier Bouverne. Je vindt er een brede scala open ringen, oorbellen, hangers en armbanden in 18 kt goud, waarin vaak edelstenen en halfedelstenen met rustige kleuren zijn verwerkt. Voor dit eindejaar introduceert Ole Lyngaard nieuwe sieraden uit de Wild Rose Collection, bestaande uit sieraden van rozenblaadjes en diamanten, en de Love Bands Collection. WILD ROSE De nieuwe Wild Rose oorringen zijn vervaardigd uit 18 kt geelgoud en bezet met 44 witte diamanten (0,44 kt) – 5.400 €. Zoals steeds bij Ole Lynggaard zijn de juwelen geïnspireerd door de natuur, in dit geval de flora nl. geelgouden rozenblaadjes. De uiterst gedetailleerde oorringen beelden de meeldraden van de wilde roos uit, met in het hart 44 witte diamanten als symbool voor een nieuw begin.

‘This playful yet elegant design is a wonder of charming details inspired by nature.’

BOUVERNE MAGAZINE B 129


LOVE BANDS Met de nieuwste Love Bands ring speelt Charlotte Lynggaard met verschillende diamantgroottes en creëerde als dusdanig een fijn sieraad dat subtiel rond je vinger draait. Uit elke hoek danst en speelt de 18 kt gouden ring met het licht, dankzij de wil‑ lekeurige weerkaatsing van 33 verschillende witte diamantedelstenen (0,90 – 1,00 kt). Deze Love Bands ring is verkrijgbaar in 18 kt geelgoud, roze goud en witgoud – 6.800 €

130

B

BOUVERNE MAGAZINE


Een nieuwe exclusieve keukenstudio in Gent Sinds 1968, toen de Deense ontwerper Arne Munch de originele

Een uno form keuken staat garant voor het fijnste schrijnwerk

Classic keuken ontwierp, heeft uno form zich toegelegd op het

vervaardigd door gepassioneerde vakmensen naar aloude

vervaardigen van keukens op maat. Al meer dan 50 jaar staat

traditie. Kom het zelf ervaren in de nieuwe uno form studio in

uno form voor vernieuwend en compromisloos Deens keuken-

Gent (Nazareth).

design, keukens die nu tot de echte klassiekers behoren.

uno form studio Gent | Drapstraat 21 | BE-9810 Nazareth


132

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | L A CASA DEL HABANO

ROKEN MET SMAAK

D

OMINIQUE GYSELINCK STARTTE 22 JAAR GELEDEN HAAR EERSTE SIGARENZAAK OP IN SINT-MARTENS-LATEM. INMIDDELS RUNT ZE 30 VESTINGEN IN BELGIË, GROOT-BRITTANNIË, ZWITSERLAND EN

OP TENERIFE. PORTRET VAN EEN DOORZETTER MET SMAAK.

T ekst : Pierre Darge F oto ’ s : Pierre Darge, Halfwheel

De rasechte Gentse was als kind bezeten door de ruimte­ vaart, las boeken over planeten en wilde uiteindelijk astronaute worden. Ze kon goed tekenen maar was nergens in wiskunde en studeerde uiteindelijk binnenhuisarchitectuur in Sint Lucas. “Alles wat creatief is, spreekt me aan. Schetsen, werken met waterverf, en ook nu nog ben ik daarmee bezig, ik teken mijn eigen sigarenbandjes. Maar ik wilde ook de wereld ontdekken en belandde uiteindelijk bij Cross, specialist in schrijfgerei, waar ik verantwoordelijke werd voor de Benelux. In Ukkel bezocht ik een kleine klant, een oudere dame in de Parvis Saint-Pierre. Haar winkeltje was niet groter dan mijn keuken. Ze verkocht er Montblanc, Cartier en ze …bezat een humidor. Ik had nog nooit gerookt, maar raakte geïntrigeerd. Ze gaf me drie sigaren mee, toonde hoe die te knippen en aan te steken. In het weekend aan zee, nam ik Frédéric, mijn man en sigarenliefhebber, mee en het avontuur kon beginnen. De ervaring beviel me, een robusto van Hoyo de Monterrey bleek de allerbeste. Ik keerde terug naar Ukkel, ging al eens piepen bij Caron in Gent en besloot toen mijn eigen sigarenwinkel op te starten. Philippe verklaarde me gek, maar ik had wat eigen geld en waagde de sprong: Plumes et Cigares in Sint-Martens-Latem werd mijn doop.”

“Al snel begon ik een tweede zaak in Knokke waar ik voor het eerst moest opboksen tegen de concurrentie: als jonge ondernemer ging dat met vallen en opstaan. En maak je geen illusies, luxe is duur om op te starten. Een humidor die naam waardig vullen, kost al snel handen vol geld. Kortom, de eerste tien jaar zou ik er geld blijven in stoppen. Omdat ik al mijn energie in Knokke stak, doekte ik de winkel in Latem op, volgde een opleiding in Cuba en werd in 2016 zelfs Hombre del Habano – ik ontving er mijn diploma uit de handen van de president van Habanos S.A. Ik was niet weinig fier tussen al die alfamannetjes en wordt er sindsdien met alle égards ontvangen. Telkens als ik er heen ga, word ik er verwelkomd met een ”welkom dochter, terug in uw land.”

“Cubaanse sigaren zullen altijd top blijven, net zoals Franse wijnen.”

PD: Toch legde Dominique niet al haar eieren in eenzelfde maand. Ze bleef doorwerken bij Cross, stond in het weekend in de zaak en ontdekte er een publiek van wandelaars. Maar ze besefte ook dat meer mensen naar zee trekken …

PD: Datzelfde jaar opende Dominique een winkel in Ukkel en stond de teller op 6 winkels, na Knokke, Gent, Hasselt, Kortrijk en Brugge. Inmiddels is ze de grootste klant wereldwijd van Habanos S.A. en staat aan het hoofd van 30 winkels in België, Groot-Brittannië, Zwitserland en op Tenerife. Ze mag dan geen astronaut geworden zijn, ze is als een raket omhooggeschoten. En toch is Cuba de wereld niet … “Cubaanse sigaren zullen altijd top blijven, net zoals Franse wijnen. Maar er bestaan ook lekkere wereldwijnen en om die andere sigaren te ontdekken reisde ik daarom Midden‑Amerika rond. Daar leven veel Cubaanse uitwijkelingen met een gedegen kennis van het product. Cuba wordt vaak door orkanen geteisterd, vorig jaar werden de droogschuren van Vegas Robaina zomaar van de kaart geveegd. Om maar te zeggen dat schaarste elk jaar om de hoek loert. Davidoff zelf week

BOUVERNE MAGAZINE B 133


BOUVERNE MAGAZINE | L A CASA DEL HABANO

uit naar de Dominicaanse Republiek, naam zaadjes mee om die ter plaatse te planten. Jongeren weken uit naar Nicaragua en begonnen er Plasencia. Uiteraard bestaan er verschillen omdat je de terroir niet kunt meenemen en dat verklaart dat de Nicaraguaanse tabak meer naar peper en leer smaakt, iets smoother uitvalt. Ook Brazilië, Costa Rica, Ecuador, Mexico en Honduras produceren fraaie sigaren. Elk land legt zo zijn eigen accent: Braziliaanse tabak is iets zoeter, Ecuadoriaanse en Costa Ricaanse tabak valt erg zwaar uit, en dat heeft alles te maken met de grote hoogte waarop geteeld wordt. Plasencia levert dan weer veel donkerdere sigaren waardoor de mensen ten onrechte denken dat hij veel zwaarder is. Alleen vergeten ze dat het buitenblad, dat voor de kleur zorgt, maar voor 3 procent de smaak bepaalt. Cuba blijft de top maar de Dominicaanse Republiek en Nicaragua volgen van nabij. Frederik en Guido Vandemarliere hebben in Nicaragua in 2016 de plan­ tages van Oliva overgenomen en de zaak nieuw leven in geblazen. Het is een bijzonder bedrijf geworden dat de filosofie from crop to shop huldigt: ze bouwen er scholen en crèches voor de kinderen van de werknemers en zelfs een hospitaal. Uiteraard mocht een kerkje, niet ontbreken voor de zeer gelovige populatie. Er worden veelkleurige Amerikaanse schoolbussen ingezet voor de verbindingen met de regio’s, alles is efficiënter georganiseerd ten huize Vandemarliere. Mijn zoektocht in andere landen verontrustte aanvankelijk de Cubanen. Ik heb hen moeten uitleggen dat ik ook die producten op de kaart wilde zetten omdat ik 200 man in dienst heb en mijn business draaiende moet houden.” PD: Er wordt weleens geopperd dat sigaretten gerookt worden maar sigaren gedegusteerd. Er zou geen vergelijking mogelijk zijn. “Het betreft in beide gevallen tabakswaren, maar daar houdt de vergelijking ook op. Zowel het productie­proces als de consumptie ervan liggen ver uiteen. In sigaretten wordt verhakselde tabak in een omhulsel van papier verpakt, dat gewoon opbrandt. Sigaren zijn daaren­tegen een natuurlijk product, zonder sausing, gewoon vijf tabaksbladeren: binnenin een seco, daarrond het omblad en aan de buitenzijde de volado – voor brandbaarheid, smaak en continuïteit. Drie tabaksbladeren staan in voor de smaak en daarvoor worden de bladeren gebruikt die het dichtst bij de top van de plant staan en het meeste zonlicht ontvangen. Ze worden op

134

B

BOUVERNE MAGAZINE


BOUVERNE MAGAZINE | L A CASA DEL HABANO

verschillende momenten geplukt en daarna veertig dagen in de droogschuren opgehangen. Daar worden ze een beetje bevochtigd en evolueren van groen naar geel, goudgeel, beige en bruin. Daarna worden ze in palmtakken gewikkeld of in jute zakken bewaard en kan de fermentatie beginnen. Die worden in lagen op pilons gelegd en regelmatig ‘gekeerd’. Dat proces kan je zelf sturen – al naar gelang je voor heel intens of zacht kiest. De tijd van de fermentatie bepaalt ook de prijs. In een volgend stadium wordt de middennerf verwijderd en worden de beide helften geselecteerd op kleur en kwaliteit. Een master blender bepaalt wat en wanneer, maar van die samenstelling weet de roller niets af. Hij kent enkel het formaat en de diameter – hij rolt enkel, tot 120 stuks per dag. Een lastige karwei omdat de omgevingstemperatuur 39 graden bedraagt, bij 88 % vochtigheid. Het proces wordt afgerond met het rollen van het topblad waarna achteraan het keppeltje met Arabische gom wordt bevestigd.” PD: De rest is in handen van de koper … “Zeker weten. Belangrijk daarbij is dat een long filler in de juiste omgeving bewaard wordt, want die heeft vocht nodig. Bij te lage vochtigheid verdwijnen de etherische oliën en daarmee de smaak van de sigaar. Een sigaret ‘trek’ je tot in je tenen en je wordt verslaafd

aan de sausing, terwijl een sigaar de smaak afgeeft van de tabaksmengeling – zonder toevoegingen en zonder dat je de rook hoeft te inhaleren. Daar moet je de tijd voor nemen, het ritueel van kiezen, aansteken, degusteren doorlopen. Een sigaar roken, oogt als een moment van reflectie en aandacht, ik vergelijk het soms met een vrouw – ge moet ermee bezig zijn.” PD: Cubaanse sigaren mogen dan top zijn, er hoort een stevig prijskaartje bij. “Dat wil ik relativeren. Een tof Cubaans sigaartje als ontspanning zoals een Quintero of een José L. Piedra,

“Mijn zoektocht in andere landen verontrustte aanvankelijk de Cubanen. Ik heb hen moeten uitleggen dat ik 200 man in dienst heb en mijn business draaiende moet houden.” BOUVERNE MAGAZINE B 135


BOUVERNE MAGAZINE | L A CASA DEL HABANO

verpakt in een bundel en machinaal gemaakt maar met een omblad en een dekblad dat met de hand werd gerold kost misschien 2 à 3 euro. Ik verkoop die om nieuwsgierigen die sigarenwereld te laten ontdekken. Want ons publiek is erg breed, van jong tot oud, en bij wijze van spreken van arm tot rijk. Onze zaak in Gent ligt centraal aan de Gentse Sint-Baafs kathedraal, en de jongste jaren zien we steeds meer jongeren langs komen voor pijpen en die beginnen aan 40 euro. Of ze willen meteen een sigaar proberen en daarbij begeleiden wij ze graag. Vaak adviseren we een Romeo y Julieta No. 2 of een Epicure No. 2 van Hoyo de Monterrey – lichte en toegankelijke sigaren. Dan kopen ze samen met een vriend enkele sigaren, leren de verschillen kennen en

136

B

BOUVERNE MAGAZINE

“Ga niet af op het model van de sigaar, wel op wat je verlangt: krachtig, medium of licht. De kleur ervan speelt geen rol…” vooral de smaak en de aard die bij hen past. Want ze gaan niet voor brol, ze gaan voor een kwaliteitsproduct en kijken uit naar het genotsmoment. En het is een plezier om ze te zien evolueren. Om maar te zeggen dat een sigaar niet enkel bedoeld is voor een oudere man.”


www.rabotvins.com – tel. 09 225 89 86


BOUVERNE MAGAZINE | L A CASA DEL HABANO

PD: Wat is het betere werk? Topmerken bij de Cubaanse sigaren zijn Cohiba en Trinidad. Die ondergaan een speciale fermentatie en de gebruikte bladeren komen enkel van de hoogste kwaliteit van planten. La Corona, in het centrum van Havana produceert Montecristo, Cuaba en Bolivar. Het merk met de krachtigste smaak is Partagas maar ook Bolivar levert stevige knaapjes af. Montecristo en H. Upmann zijn dan meer medium van smaak. Een vuistregel is dat hoe groter de diameter van de sigaar, hoe zachter. Hoe dunner, hoe intenser – omdat het rookkanaal veel smaller is. Een dun sigaartje is dan ook geen vrouwensigaartje zoals vaak gedacht wordt. Ga niet af op het model van de sigaar, wel op wat je verlangt: krachtig, medium of licht. De kleur ervan speelt geen rol…” PD: De goegemeente staat anders wel almaar kritischer tegenover roken. “Dat klopt en bovendien mogen we geen reclame maken en mogen rokers niet langer in de buurt komen van anderen. In Zwitserland kan dat nog wel, in Bazel run ik een zaak met een fumoir, voorzien van degelijke afzuigapparatuur. In eigen land zien we rokers enkel nog op het terras. La Terrasse du Zoute in Knokke heeft sinds kort een sigarenterras. Gasthof Halifax in Astene is klant, net als de Nénuphar in Afsnee en sterrenchef Danny Horseele in de Ghelamco arena. Persoonlijk vind ik de hele situatie wat overtrokken voor sigaren want er zijn veel meer ongelukken bij het gokken of het misbruik bij het drinken van alcohol.”

138

B

BOUVERNE MAGAZINE

PD: Intussen is bekend dat U niet enkel sigaren verkoopt… “Drie jaar geleden nam ik enkele Engelse collega’s over en startte Dominique London. In het pakket stak ook een ­distillerie in Wales, Snowdonia, waar we onze eigen whisky, gin, wodka en rum maken. Voor de gin gebruiken wij enkel vruchten van eigen velden rond de distillerie. We zijn ook onafhankelijk bottelaar van single malt whisky’s en creëerden ons eigen merk – Ron Morrison. Overigens zijn we er niet weinig fier op dat onze gin Foragers de huisgin is geworden van het Hof van Cleve terwijl onze whisky’s her en der diverse prijzen hebben gewonnen.” PD: Tegen het einde van het jaar verschijnt ook nog een boek over sigaren van Dominique Gyselinck. B


C O P E N H A G E N

P A R I S

M U N I C H

S T O C K H O L M

S Y D N E Y


breguet.com

Reine de Naples

8918

The Queen of Naples, Caroline Bonaparte Murat, owned thirty-four Breguet watches. Start with one. Make History with us.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.