Q Magazine 4, 2010

Page 1

Kwartaalmagazine over financiÍle ­d ienstverlening en de toekomst

november 2010

10

Bestuursvoorzitter Niek Hoek over optimisme

een betere wereld 18 32 Schrijnend geluk op de foto's van Richard Renaldi

Een mooie toekomst voor Nashaira, Cliff, Christine en Mabel


´Toen ik een student was in de jaren 70, was de toekomst van de wereld somber. De bevolkingsexplosie was niet te stuiten en wereldwijde hongersnood onvermijdelijk. Een kankerepidemie veroorzaakt door chemische stoffen in het milieu ging ons leven verkorten. Zure regen viel op de bossen. De woestijn rukte een mijl of twee per jaar op. De olie raakte op. En een nucleaire winter zou ons definitieve einde inluiden. Maar geen van die dingen is gebeurd. Integendeel: het gemiddelde inkomen op aarde is verdrievoudigd. De levensduur steeg met 30 procent. Kindersterfte daalde met twee derde. De voedselproductie is met een derde gestegen. En dit alles terwijl de bevolking is verdub2

Q magazine


beld. Hoe we dat voor elkaar hebben gekregen? Doordat mensen erin sla­ gen hun hersenen samen te brengen en daardoor hun ideeën te combine­ ren en recombineren. We hebben een collectief brein gecreëerd, dat ons onvoorstelbaar ver uit doet stijgen boven de capaciteit van het mense­ lijke verstand. Het is die uitwisseling van ideeën die zorgt voor techno­ logische vooruitgang, beetje bij beetje. Natuurlijk zullen er nog vre­ selijke dingen gebeuren in deze eeuw. Maar alle verbintenissen tussen men­ sen nu, in deze tijd, zorgen ervoor dat ideeën met elkaar kunnen paren als nooit tevoren. En daarmee zal het leven van mensen steeds beter worden.´ Matt Ridley, schrijver van De Rationele Optimist, aan het woord op TEDGlobal 2010 (When Ideas Have Sex, www.ted.com) november 2010

3


Voorwoord

10 Interview

De macht van het getal Als verzekeraars weten wij maar al te goed hoe belangrijk aantallen zijn. Grote aantallen maken het mogelijk om vele mensen zekerheid te bieden, nu en in de toekomst. Hoe meer mensen zich verzekeren, hoe beter we ook in staat zijn om het solidariteitsprincipe hoog te houden: als groep zorg je ervoor dat de weinigen die ziek worden, ongelukken krijgen of schade lijden geholpen worden. Het zijn ook die grote getallen die vandaag de dag alle reden geven tot optimisme over de wereld. Nooit eerder waren zoveel mensen op zoveel manieren met elkaar verbonden als nu. Dat zorgt voor nieuwe vormen van betrokkenheid – de wereld lijkt soms een dorp te worden – maar ook voor voorheen ongekende mogelijkheden om samen te werken aan oplossingen voor problemen. En kijkend naar de aantallen initiatieven zijn het niet alleen de met internet opgegroeide jongeren die gebruik maken van de vele informele netwerken om veranderingen teweeg te brengen. Neem bijvoorbeeld de groei van microfinanciering, dat individuen in staat stelt direct geld uit te lenen aan kleine ondernemers in arme landen. We schreven er al eerder over (in Q magazine 2 2009). Een netwerkorganisatie als Kiva kende toen zo’n 270.000 geldschieters, die samen 27 miljoen dollar aan leningen verschaften, aan ongeveer 40.000 mensen. Nu, anderhalf jaar later, is er bijna 165 miljoen dollar uitgeleend door zo’n 490.000 mensen aan bijna 427.000 kleine ondernemers. Dat is een geweldige en exponentiele groei.

met Niek Hoek, bestuursvoorzitter van Delta Lloyd Groep.

‘Vooruitgang komt bijna altijd van optimisme, nooit van pessimisme’

18

Ontmoetingen met vreemden Het schrijnend geluk op de foto’s van Richard Renaldi.

24 Een goed verhaal Over creatief kapitalisme, nieuwe filantropie, en duurzaamheid als businesscase.

Dit magazine verkent veel van dit soort positieve ontwikkelingen. En we realiseren ons dat die niet alleen het gevolg zijn van de eveneens exponentieel groeiende technologie die nu zoveel mogelijk maakt. Uiteindelijk gaat het erom dat mensen ervoor kiezen te werken aan de wereld die ze willen. Zoals bijvoorbeeld de vele vrijwilligers onder onze medewerkers die zich inzetten voor de projecten die worden gesteund door de Delta Lloyd Groep Foundation, waarover ook meer in dit blad. Maar ook als organisatie, als financiële dienstverlener, willen we daaraan werken: door het belang van onze klanten boven alles te stellen en onze belofte ‘Toekomst Verzekerd’ steeds te blijven waarmaken. We hopen dat we met onze verhalen en ons optimisme u als lezer ook kunnen inspireren op weg naar een mooie toekomst.

28 GOED SPUL!

Veel kijk- en leesplezier gewenst met dit Q magazine. En laat ons vooral weten wat u ervan vindt, op www.qblog.deltalloydgroep.com of Q@deltalloyd.nl.

38 Een mooie toekomst

Henk Raué, lid Raad van Bestuur Delta Lloyd Groep 4

Q magazine

Producten waar iedereen beter van wordt.

Delta Lloyd Groep Foundation draagt bij aan kennis en kansen. Ook bij Nashaira, Cliff, Christine en Mabel.


In dit nummer

een betere wereld?

We leven in een geweldige tijd, toch? Kijk om je heen: er is alle reden tot optimisme. Er is samenhang door wereldwijde verbintenis­ sen, technologie belooft steeds meer op te lossen, de consument is machtiger dan ooit, een revolutie in duurzaamheid komt op gang, alles kan! Natuurlijk gaat er ook veel niet goed. Maar wie alleen naar slechte dingen kijkt, wordt blind voor de kansen op vooruit­ gang. En die zijn er, heus, ze liggen recht voor ons.

02 Rationeel optimisme 06 Beroemdheden met een missie 07 Baas over eigen brein 08 Hoezo, de onverschillige generatie? 08 Hoera, ik zie een vreemde! 09 Eindelijk merken om van te houden

Zelfsturende samenlevingen 14 Leuk verdienen 15 Pensioen voor ontwikkelingslanden 16 Eten voor een betere wereld 17 Financieel wijzer worden 33 Mijn andere vaatwasser is een hybride 14

34 Out of Office/ Twitter/Facebook/ RSS/Buzz/reply 35 My cause, of de individualisering van het geven 36 De geboorte van The Next Big Thing 37 Welkom in Babyboomerville (teksten door Alastair Bruce)

Q

toont waar Delta Lloyd Groep voor staat en hoe wij de wereld om ons heen zien. Wil je meer weten over onze onderneming, onze merken en onze producten, kijk dan op www.deltalloydgroep.com.

Meer over financiële dienstverlening en de toekomst op ons blog www.qblog.deltalloydgroep.com

november 2010

5


Maar diezelfde Jamie Oliver heeft – zonder dat zijn vrouw het wist – een hypotheek op zijn huis genomen om de Fifteen Foundation te kunnen oprichten, een stichting die achterstandsjongeren opleidt voor een baan in een restaurant. En hij heeft ook zoveel stennis gemaakt over de abominabele kwaliteit van de Engelse schoolmaaltijden dat de Britse regering zich genoodzaakt zag maatregelen te nemen om het eten op scholen gezonder te maken. Het onderwerp van Dave Eggers, schrij-

n een wereld die bol staat van de celebrity’s die vooral geïnteresseerd zijn in hun eigen roem, laten bestsellerauteur Dave Eggers en superkok Jamie Oliver op een verfrissende en inspirerende manier zien dat het ook anders kan – zij gebruiken hun beroemdheid weloverwogen om zaken die ze belangrijk vinden voor elkaar te krijgen. Jamie Oliver werd in Engeland in één klap beroemd met de tv-serie The Naked Chef. Daarna volgden kookboeken, een reclamecontract met supermarktketen Sainsbury’s en met Tefal, een eigen kruiden-en-specerijenlijn en reclamespots op de Australische televisie voor Yalumba-wijnen. Niets bijzonders dus.

I

Beroemdheden met een missie ver van onder andere Een hartverscheurend verhaal van duizelingwekkende genialiteit, Wat is de Wat en Zeitoun, is het bevorderen van lees- en schrijfvaardigheid. Hij is een van de oprichters van de 826 Foundation, een stichting die nonprofitcentra beheert waar kinderen tussen de zes en achttien jaar leren schrijven en huiswerkbegeleiding krijgen. Er zijn er inmiddels acht in de VS en er komen er ook in Europa, Oost-Azië, ZuidAmerika en Afrika. Het idee achter de 826 Foundation is tweeledig: kinderen beter leren schrijven en docenten leren kinderen enthousiast te maken voor het schrijven. Eggers blijft actief betrokken bij de promotie en uitbouw van de stichting. Zo deed hij in 2006 mee met de fondsenwervingstournee Revenge of the Book Eaters en was hij in 2008 een van de drie winnaars van de TED Prize (onder de eerdere winnaars zijn Bill Clinton en Bono, Jamie Oliver is een van de winnaars van 2010). Het geld van de prijs heeft hij gebruikt om onceuponaschool. org op te zetten, een website die ‘burgers wil aanzetten tot betrokkenheid bij hun plaatselijke openbare scholen en dan hun verhalen wil verzamelen om anderen te inspireren’.

inspiratie

in het kort: Zij maken zonder aarzelingen gebruik van de celebrity culture om hartstochtelijk het leven van anderen te verbeteren.

© Hollandse Hoogte


D verzoeningspogingen in het hele land doorgeven en zo konden deze precies in kaart worden gebracht. Sindsdien heeft Ushahidi het gratis platform ook opengesteld voor burgers, ngo’s en maatschappelijke organisaties in andere landen in Afrika, en ook voor die in India, de VS, Mexico, Brazilië en vele andere landen. Het wordt inmiddels voor de meest uiteenlopende doelen gebruikt: om geweld tegen buitenlanders in Zuid-Afrika te monitoren of de effecten van de olieramp in de Golf van Mexico, gevaarlijke verkeerssituaties voor fietsers in Los Angeles, onregelmatigheden bij de Mexicaanse verkiezingen en de misdaad in Atlanta. ‘Ons doel’, zo stelt Ushahidi, ‘is een platform waarop elk individu en iedere organisatie op zijn of haar eigen manier informatie kan verzamelen en in beeld brengen.’ Ushahidi is natuurlijk ieders favoriete voorbeeld. Niet alle sociale media zijn zo relevant. Maar volgens Shirky biedt zelfs een site als Lolcats (snoezige kattenfoto’s) aan iedereen gelijke mogelijkheden om te consumeren, creatief te zijn en zaken uit te wisselen. En dat is iets wat de op ‘zenden’ gerichte traditionele media gewoon niet kunnen. Het zijn die verbondenheid en communicatie over en weer, in combinatie met schaalgrootte, die sociale media zo revolutionair maken, zegt Shirky. En die hen in potentie tot een enorme positieve kracht maken. De schaduwzijden – de scheldpartijen, de stalkers – zijn van alle tijden, met als enige verschil dat ze nu niet langer verborgen blijven. Maar met twee miljard mensen online en meer dan drie miljard mobieletelefoongebruikers ‘leven we voor het eerst in de geschiedenis in een wereld waarin het voor de meeste mensen normaal is deel uit te maken van een groep die op wereldschaal verbonden is’. Shirky wijst erop dat onze wereldwijde voorraad aan ongebruikte denkkracht nu al voor allerlei positieve veranderingen wordt ingezet. Van een simpel concept als couchsurfing – een internationaal net van mensen die medecouchsurfers bij hen thuis op de bank laten slapen, onder het motto Participate in Creating a Better World, One Couch At A Time – tot ingrijpende vormen van open-sourceprogrammeren. En het feestje, zo zegt hij, is nog maar net begonnen.

Baas over eigen brein feest

Shirky wijst op de website Ushahidi (‘getuigenis’ in het Swahili). Die werd ontwikkeld om zicht te krijgen op de gewelddadigheden na de Keniaanse verkiezingen van 2007. Een mooi voorbeeld van crowdsourcing: samenwerkende ‘burgerjournalisten’ konden via het web en hun mobiele telefoon geweldsincidenten en

Volgens Shirky is dat niet hoe wij van nature zijn. De opkomst van sociale media toont aan dat mensen creatiever en vrijgeviger zijn – dat wil zeggen: bereid om goed te doen zonder dat daar een geldelijke beloning tegenover staat – dan cynici ons willen doen geloven. Door de ‘gratis reproductie’ die dankzij het internet mogelijk is, bestaat er geen belemmering meer om met iedereen alles uit te wisselen en te delen, zo verklaarde Shirky tegenover de Britse krant The Guardian. En dat uitwisselen en delen doen mensen liever, als zij de kans krijgen, dan kijken naar de zoveelste herhaling van Friends. Natuurlijk, vaak gaat dat uitwisselen dan in de vorm van onnozele tweets en suffe websites, maar de medaille heeft twee kanten. Twitter wordt óók gebruikt om heet van de naald verslag te doen van politieke gebeurtenissen, zoals in Iran in 2009. En dankzij sociale media kunnen spontaan campagnes worden georganiseerd en wordt snel en effectief actievoeren mogelijk.

Deze wenkende utopie wordt beschreven in het nieuwe boek van internetgoeroe Clay Shirky, Cognitive Surplus: Creativity and Generosity in a Connected Age. Daarin stelt hij dat de mensheid in totaal meer dan 1 miljard uur per jaar televisie kijkt en dat dit er in feite op neerkomt dat we met ons allen onze hersens in de wc-pot steken en doorspoelen. Tv is ongelooflijk goed in het doden van vrije tijd, met de nadruk op doden: er komt zelden iets tastbaars uit voort. Het is een verspilling van ons potentieel aan denkkracht.

e snelle opkomst van sociale media is een revolutie. Niet alleen omdat mensen nu op allerlei nieuwe manieren met elkaar zijn verbonden, maar ook omdat sociale media je helpen weer baas over je eigen hersenen te worden. Kijk maar wat er gebeurt: er wordt steeds minder passief gekeken naar tv, omdat er steeds meer tijd wordt besteed aan het actieve gebruik van sociale media.

Een betere wereld in het kort: Mensen willen uitwisselen en delen, en dat is een positieve kracht met enorme potentie.

november 2010

7


8

Q magazine

Z

Gelukkig hebben veel jongeren volgens Platteel juist genoeg van al dat egoïsme. En door vertrouwdheid met het gebruik van digitale media ontwikkelen ze een besef van samenhang dat in de samenleving nu nog nauwelijks wordt aangesproken. Ze weten dat ze gezamenlijk meerwaarde kunnen creëren.

aan visie tonen, migranten winst moeten opleveren en wereldvreemde politici alleen nog elkaar vliegen afvangen, dan zou je vanzelf gaan denken dat het zo moet. Jongeren groeien op in een maatschappij waarin volwassenen het voorbeeld geven. Jongeren weg te zetten als maatschappelijke tijdbommen omdat niets hen lijkt te interesseren, is net zo onzinnig als kritiek op een oorlogsfotograaf over de beelden die hij schiet.’

Ze zijn ook vaak praktisch ingesteld en begrijpen dat de wereld te ingewikkeld in elkaar zit voor radicale standpunten. Dat is geen onverschilligheid, maar simpelweg een andere kijk op de wereld. Die mogelijk nog relevanter is ook. Platteel: ‘Het strikte onderscheid tussen producenten en consumenten, tussen machthebbers en burgers verdwijnt. Processen als co-creatie en open-sourceontwikkeling zijn gebaseerd op connectedness. Ze maken deel uit van de nieuwe dynamische maatschappij, en die zal enorme machtsverschuivingen veroorzaken.’ Dit leidt tot de erkenning dat oplossingen alleen mogelijk zijn als we daar als één wereld aan werken. En juist daardoor zal het volgens Platteel mogelijk worden de vele crises waar de wereld mee kampt het hoofd te bieden.

in het kort: De jongste generaties groeien op met een nooit eerder vertoond besef van samenhang. Waarmee we vele problemen kunnen oplossen.

ijn de twintigers en dertigers van nu narcistisch en onverschillig of juist positief ingesteld en benaderbaar? Er is geen gebrek aan artikelen, boeken en programma’s die het eerste beweren, maar klopt het ook? André Platteel stelt in zijn boek Our World (gebaseerd onder meer op zijn werk met jongeren gedurende het jaar dat Rotterdam de Europese Jongerenhoofdstad was) dat, als er al sprake is van zelfzuchtigheid en onverschilligheid, die het gevolg zijn van een door volwassenen gemaakte vercommercialiseerde samenleving. ‘Als je opgroeit in een wereld waarin narcisme en hebberigheid lonen, oorlog en misdaad in de vorm van religie, politiek en vooral economie zijn toegestaan, zwakke leiders louter gebrek

Hoezo, de onverschillige generatie?

samen

I

‘Mensen doen aan mass mingling omdat het kan’, aldus Trendwatching.com. ‘Er drijft nu een allesomvattende laag informatie boven op het dagelijks leven in de “echte” wereld. In die laag is een ruimte ontstaan waarin het gemakkelijk, automatisch, instinctief, handig en zelfs natuurlijk is om interessante bekenden en onbekenden in de echte wereld te volgen, te vinden, te tracken, contact met hen te maken en hen uiteindelijk ook (spontaan) te ontmoeten. Zo wordt contact maken met “vreemden” voor veel mensen een tweede natuur.’

Miljoenen mensen leven inmiddels een groot deel van hun leven online. Maar anders dan alom werd gevreesd, zijn we niet in kluizenaars veranderd. We lopen gewoon buiten op straat, voorzien van een GPS-locatiedienst die een verbinding legt met onze sociale netwerken, en we krijgen en geven precies door wat er om ons heen gebeurt en of er iemand in de buurt is die we kennen of willen leren kennen. Volgens Trendwatching.com is dit mass mingling een blijvertje. Omgang met mensen, bekenden en vreemden, is een oeroude menselijke behoefte, waaraan we met onze uitgebreide en relevante persoonlijke netwerken een geheel nieuwe en spannende invulling kunnen geven.

emand maakte ooit de grap dat ze aan haar kinderen moest uitleggen dat telefoons niet altijd mobiel zijn geweest. ‘Wat, moest je dan vroeger een gebouw bellen?’ Er lijkt nu opnieuw zo’n ‘ja, duh’-moment aan te komen, en wel over de manier waarop we – wel tien jaar geleden! – contact met mensen maakten: ‘Wat, moest je dan vroeger op een speciaal stuk papier schrijven, dat in een ander stuk papier vouwen, daarop een klein stukje papier plakken en naar een bus lopen en het erin gooien?’ of: ‘Hoe bedoel je, je kwam toevallig iemand tegen terwijl je wat anders aan het doen was?’

Hoera, ik zie een vreemde!

contact in het kort: We leven steeds meer online. Maar dat maakt ons geen kluizenaars. We zoeken elkaar juist op!


O

november 2010

Belangrijker is dat het bedrijf ook doet wat het zegt. Zo-

Zappos heeft het soort authentieke ‘merkpersoonlijkheid’ dat volgens Michael Margolis van Get Storied – een communicatieplatform op het snijvlak van branding, cultuurverandering en innovatie – onontbeerlijk is in een wereld vol sociale media, waarin consumenten verwachten als bewuste mensen behandeld te worden.

Hoewel Zappos in wezen hetzelfde zegt en belooft als andere merken, doet het dat niet in de typische ‘corporate-speak’. De website is eerder functioneel dan overrompelend, op het lelijke af zelfs. En als Zappos op Facebook rondstruint, dan is dat omdat het hip ís – en niet omdat het dat wanhopig probeert te zijn. Zoals Margolis het formuleert op PSFK.com: ‘De merken die we in ons hart sluiten zijn altijd authentiek, hebben persoonlijkheid en een geheel eigen visie.’ In de wereld van het web 2.0 is hoe je iets zegt net zo belangrijk als wat je zegt, en wat je zegt kan maar beter werkelijk interessant zijn. De persoonlijkheid van Zappos is die van de mensen die er werken en er laaiend enthousiast over zijn. Even belangrijk is dat het verhaal van Zappos de moeite waard is om naar te luisteren, een verhaal is dat de tienduizenden fans/klanten van het bedrijf willen horen en meebeleven. En het bedrijf laat het zijn medewerkers in hun eigen woorden zeggen. Margolis: ‘Merken redden het gewoon niet meer als ze met de nieuwe tools hun oude verhaal blijven vertellen.’

zappiness

Ze wekken een glimlach op, dit soort onverwachte ervaringen, en ze zijn kenmerkend voor de persoonlijke, eigenzinnige uitstraling van het merk Zappos. Een ander voorbeeld zijn de Zappos Family Core Values. Naast de gebruikelijke kost ( ‘sta open voor verandering’ of ‘toon passie en vastberadenheid’) stuit je opeens op ‘zorg dat onze service “WOW” oplevert’, ‘doe eens leuk en raar’, ‘wees bescheiden’ en ‘bouw open en eerlijke relaties op door te communiceren’. Weer eens wat anders dan de gebruikelijke blabla over ‘de klant is koning’ en ‘creëer toegevoegde waarde’.

p de site van de Amerikaanse schoenenverkoper Zappos.com staat onderaan op de homepagina het kopje About. Tussen de links naar informatie over het bedrijf, vacatures, de magazijnen en aanbevelingen van klanten staat een button met het opschrift Don’t Ever Click Here. Wat iedereen natuurlijk prompt doet. Wat je naar een een YouTube-filmpje van de Muppets brengt.

Tony Hsieh, CEO van Zappos © Brad Swonetz/Hollandse Hoogte

als open communiceren. Topman Tony Hsieh is te volgen op Twitter, net als zijn medewerkers. Er is een blog. Zappos TV op YouTube neemt je mee in een eigen versie van ‘good, bad and ugly’. Het gratis (!) nummer van de klantenservice probeert klanten niet zo snel mogelijk af te poeieren (het langste gesprek tot nu toe duurde vijfenhalf uur). En het mooie is dat het ook nog allemaal heel natuurlijk en echt overkomt en niet alsof het door een marketingstrateeg is bedacht en door tekstschrijvers uitgewerkt. In de kille wereld van e-mailcontactformulieren en zoek-het-zelf-maar-uitwebpagina’s met veelgestelde vragen doet Zappos er alles aan om via kledingaanbod, klantenservice en bedrijfscultuur ook online menselijk contact mogelijk te maken en een beetje happiness (‘Zappiness’) te verspreiden.

Eindelijk merken om van te houden

Een betere wereld in het kort: Consumenten nemen geen genoegen meer met mooie praatjes; ze willen een goed verhaal.

9


10

Q3magazine Q juli 2010


Tekst : Hanneke Savenije Fotografie: Peter van Breukelen

‘Vooruitgang komt bijna altijd van optimisten, nooit van pessimisten’ Met het vertrouwen van consumenten in financiële dienstverleners is het niet best gesteld. De financiële markt staat onder druk. En klanten nemen steeds meer de touwtjes in handen. Reden tot zorg? Niek Hoek, bestuursvoorzitter van Delta Lloyd Groep, ziet vooral mogelijkheden om het steeds beter te doen. ‘Na een crisis heb je altijd het risico op overreactie. Je ziet dan dat heel erg wordt gezocht naar alles wat negatief is. Kijken naar waar het nog fout kan gaan. Niet willen kijken naar wat er allemaal goed gaat. Zeker de laatste maanden merk ik dat op. Neem de financiële markten. Men zegt: ja, ach, het gaat wel beter, maar stel dat het nu terugvalt… Een sfeer van: laten we de kat nog even uit de boom kijken. Men is bang voor het double-dipmodel. Denkt: het ergste moet nog komen. Maar kijk nou eens goed om je heen. We zijn hier in Nederland heel behoorlijk door de eerste dip heen gekomen. De werkeloosheid is eigenlijk niet erg opgelopen. De economie trekt weer wat aan. Het valt hier allemaal wel mee, zeker in vergelijking met de Verenigde Staten. Daar is het probleem zoveel groter: een werkeloosheid van 10 procent, slechte sociale zekerheid, een paar miljoen mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt. Voor de zwakkeren is daar het gat heel diep. Ik kijk liever naar de positieve dingen, niet naar de negatieve. We doen het hier helemaal niet zo slecht. Als je ziet wat zich in de Verenigde Staten afspeelt, doet Nederland het zelfs heel erg

beschaafd. De meeste bestuurders van ondernemingen waarbij het is misgegaan, zijn ondertussen wel vervangen, weinigen van die oude garde zitten nog op hun plek. Ook van de beloningsdiscussie zijn de scherpe kantjes af. En terecht: in Nederland is het beloningsbeleid vergeleken met de internationale context ongelooflijk ingeperkt. Wij zijn hier wat dat betreft een toonbeeld van rust en zorgvuldigheid. Een eiland in de wereld. Ook onze politieke situatie geeft me weinig reden tot zorg. Welke kleur het kabinet ook heeft, uiteindelijk zijn de verschillen klein. In de toekomstscenario’s die wij regelmatig ontwikkelen, om ons voor te bereiden op verschillende mogelijke toekomsten, voorzagen we een paar jaar geleden al in één variant de opkomst van iemand als Wilders. In dat scenario, ‘Scheidslijnen’ hebben we dat genoemd, signaleerden we de ontwikkeling naar dat introverte waar Wilders een exponent van is. Maar zijn feitelijke invloed valt natuurlijk te overzien. Ik heb dus niet het idee dat we in een diepverdeelde samenleving zitten. Zeker niet. Er is een bepaalde mate van onvrede en die krijgt met Wilders een stem. Dat

zag je al bij Fortuyn: hij kanaliseerde het onbehagen. Maar ik vind het niet alarmerend. Het kan morgen weer weg zijn. Nederland is een bijzonder stabiel land, met heel behoorlijke tegenkrachten.’

‘Ondertussen ligt het hoogtepunt van de crisis alweer twee jaar achter ons en is iedereen weer een beetje terug op aarde. En zo moet het ook. We hebben, om met de filosoof Karl Popper te spreken, de plicht om optimistisch te zijn. Je moet geloven dat onze hedendaagse wereld niet de beste aller werelden is en dat er dus altijd ruimte is om zaken te verbeteren. Dus niet blijven kijken naar alles wat misgaat, maar je bezighouden met wat een betere toekomst oplevert. Vooruitgang komt bijna altijd van optimisten, nooit van pessimisten. Maar de krediet- en bankencrisis heeft onze sector geen goed gedaan. Het sentiment over verzekeraars is ronduit negatief. Er is publieke verontwaardiging ten aanzien van de staatssteun die een aantal andere banken en verzekeraars ontving en er is verontwaardiging november 2010

11


over bonussen binnen de sector. En dan speelde specifiek ten aanzien van verzekeraars ook nog die zogenaamde ‘woekerpolisaffaire’. Ook al was Delta Lloyd Groep de eerste verzekeraar die met een oplossing kwam, een tegemoetkoming naar klanten, de ophef heeft alle aanbieders geraakt, dus ook ons. We worden nu geconfronteerd met het stevig afgenomen vertrouwen in banken en verzekeraars. Ter illustratie: in 2004 was ruim 80 procent van de bevolking redelijk positief over verzekeraars, maar begin 2009 bleek dat nog maar 34 procent te zijn. Ondertussen is dat percentage weer wat hoger, maar het zal ons nog veel inspanning kosten om dat vertrouwen weer terug te winnen. Daar komt bij dat onze klanten zijn veranderd. Nu er minder vertrouwen is, wil een klant transparantie en eenvoud. Hij wil precies begrijpen hoe een product in elkaar zit. Hoe een verzekering is opgebouwd, wat er wordt vergoed, onder welke voorwaarden. En hij wil ook een heldere prijs. Wat betaal ik precies? Waarvoor? En wat zijn de kosten? Klanten wéten ook veel meer dan vroeger. Op internet vinden ze alle informatie over financiële producten, kunnen ze aanbieders met elkaar vergelijken. Door social media kunnen ze gemakkelijk met elkaar in contact komen, ervaringen uitwisselen, zich verenigen. Dat maakt de consument veel machtiger dan voorheen. Zelfstandiger ook: ze willen zelf aan het stuur zitten. Zelf beslissen op basis van goede informatie. De bal ligt bij de consument. Van ons verwacht men eenvoudige producten tegen heldere kosten. En verder vooral zekerheid, gemak en ondersteuning. Waarbij klanten zelf bepalen op welke manier ze in contact willen treden met een verzekeraar. Soms via een adviseur of intermediair als het wat ingewikkelder is en soms direct via het internet als het om eenvoudige producten gaat. Kortom, via het kanaal en op het tijdstip dat hen het beste uitkomt.’

‘Ja, gevestigde machtsblokken leveren in door dat consumentisme, en dat is goed voor de klant. Absoluut. Dat is echte vooruitgang: de wereld wordt voor de consument steeds beter. De zorg wordt beter, er is meer 12

Q3magazine Q juli 2010

aandacht voor klanten, producten worden transparanter en goedkoper, financiële instellingen worden gedwongen efficiënter en beter te werken; dat zijn heel goede, positieve ontwikkelingen. Wat je ook ziet: klanten vormen steeds minder een homogene groep. Je ziet een steeds grotere diversiteit aan klantgroepen ontstaan. Internet versnelt dat proces. Groepen mensen vormen eigen community’s op basis van gemeenschappelijke kenmerken als interesses, leefstijl, politieke overtuiging, noem maar op. En al die groepen hebben hun eigen specifieke eisen en wensen, en ze verwachten van ons verzekeraars dat we daarop aansluiten. Het solidariteitsprincipe staat daarbij behoorlijk onder druk. Vroeger was het idee van verzekeren dat iedereen een bepaald bedrag betaalt voor de pech van enkelen. Maar de klant van nu voelt zich een individu. Hij wil een polis die bij zijn individuele eigenschappen aansluit. Ouderen willen geen kraamzorgdekking en jongeren geen polis die een rollator vergoedt. Men wil maatwerk. Maar wel tegen zo laag mogelijke kosten, anders gaan ze naar de concurrent. Dat alles verandert de markt voor ons enorm. Tel daar nog bij dat we goedkope en simpele nieuwe distributiekanalen zien opdoemen; ook de HEMA en het Kruidvat verkopen verzekeringen tegenwoordig. En vergelijkende websites als Independer hebben grote invloed. Dan kun je wel 200 jaar zekerheid bieden, zoals wij dat doen, maar dat is toch niet het enige wat telt voor consumenten. Ze kiezen dan vanwege de prijs voor kleine partijen zonder staat van dienst. Al zien we de laatste tijd ook wel weer een trend dat consumenten zekerheid zoeken bij grote, betrouwbare partijen, zoals Delta Lloyd. Als sector zijn we de laatste jaren de klant te veel uit het oog verloren. We hebben te weinig ingezet op dat veranderende gedrag. Ik ben ervan overtuigd dat de winnaars van morgen degenen zijn die het beste in kunnen spelen op die nieuwe omstandigheden, op die nieuwe eisen en behoeftes van klanten. En daar gaan wij bij horen, dat weet ik zeker. Maar daarvoor moeten wij zelf ook veranderen. Meer werkelijke aandacht voor onze klanten. Dat lijkt een dooddoener, maar we hebben nog een hele weg te gaan. En heel belangrijk daarin: we moeten als organisatie radicaal vereenvoudigen. Wij hebben hier de neiging

alles vreselijk ingewikkeld te maken. Dat komt voort uit ons perfectionisme, uit de behoefte alles heel breed aan te pakken. Toen we naar de beurs gingen vorig jaar november, gaven begeleidende banken aan dat wij een ongekend complexe organisatie waren. Veel lagen, onduidelijke verantwoordelijkheden, een groot aantal businessmodellen en een zeer groot aantal juridische entiteiten. Een dergelijke complexiteit bevordert niet onze snelheid en ons vermogen tot innovatie. Dus moet onze organisatie slimmer worden. Smart en dedicated. Daar zijn we nu mee bezig: een simpele organisatie, met duidelijke verantwoordelijkheden, minder bedrijven en minder directeuren. Onze strategie verandert niet, het is geen schip dat ineens de andere kant op vaart, maar we scherpen hem aan. We willen een besluitvaardige onderneming.’

‘Nee, die aanscherping van onze strategie is niet het gevolg van onze beursgang of van de druk van aandeelhouders. Sterker: door de beursgang is de aanscherping een jaar vertraagd. We waren er al mee bezig, maar het leek ons geen goede zaak te veel tegelijk te veranderen. Het executierisico werd daarmee te groot, vonden we. Een beursgang vraagt veel van het topkader van een bedrijf. De beursgang heeft ons bedrijf niet dramatisch veranderd. Natuurlijk niet: we hebben heel goed op ons netvlies dat ons vermogen voor zo’n 5 miljard euro van aandeelhouders komt en voor 65 miljard van onze klanten. Dan weet je toch waar je je vooral mee bezig moet houden? Dat is toch simpel? We zijn ons zeer bewust van de maatschappelijke relevantie van ons werk. Pensioenen, schadeverzekeringen, sparen, beleggen, dat moet gewoon allemaal op orde zijn. We moeten zekerheid bieden, ook over tientallen jaren. Risico’s beheersen. Duurzaamheid nastreven. Onze business zit in de langtermijn en we moeten ons bedrijf zo goed mogelijk daarop inrichten. Dat is wat anders dan uit zijn op pure winstmaximalisatie. Wat de beursgang wel heeft veranderd is ons gevoel voor urgentie. Onze tolerantie voor fouten is minder. Er is meer discipline. Dat is een goede zaak. Laat


Interview

‘We hebben heel goed op ons netvlies dat ons vermogen voor zo’n 5 miljard euro van aandeelhouders komt en voor 65 miljard van onze klanten’

ik een voorbeeld geven. Vroeger was het een heel gedoe om de halfjaarcijfers op tijd beschikbaar te hebben. Nu zeggen we: het moet gewoon binnen tien dagen af zijn. Iedereen riep eerst dat dat niet kan. Maar het kan wél. We doen het nu sneller, in één keer goed, en eigenlijk veel beter dan op onze oude, complexere manier. Als je kijkt naar onze financiële resultaten van het laatste jaar, hebben we het helemaal niet slecht gedaan. We zijn op eigen kracht door de crisis heen gekomen. We zijn heel solide. Het wordt nu belangrijk voor ons om echt een trackrecord op te bouwen op de beurs. Je bent een tijdje the new kid on the block als nieuwkomer op de beurs, maar ik zie nu wel dat we enigszins door onze honeymoon-periode heen zijn. We worden steeds kritischer gevolgd. Toen we vorig jaar november naar de beurs gingen, was het beursklimaat uitzonderlijk slecht. Maar het ging goed met ons. Alles werd positief uitgelegd, de koers ging maandenlang omhoog. Analisten, pers, de markt: iedereen zag alleen maar goede berichten. Nu zeggen ze: jullie hadden heel goede halfjaarresultaten, maar jullie hadden de markt mee. We hebben zeer goed verdiend dat eerste halfjaar, meer dan een miljard vóór belastingen, vooral door onze beleggingen. Maar men zegt: dat is eenmalig, dat gaat zich vast niet in de toekomst herhalen. En omdat ons operationeel resultaat iets minder was dan verwacht, 167 miljoen in plaats van onze ambitie van 180 miljoen, een kleine tegenvaller dus, ging er zo 5 procent van de shareprice af. Tja, dat was wel even wennen voor ons. We worden er nu dus mee geconfronteerd dat een beursnotering niet altijd even gemakkelijk is. Een heel kleine

afwijking zorgt ervoor dat de bijzonder goede resultaten op een ander gebied niet meer tellen. De beurs focust, zeker nu, eerder op het negatieve dan het positieve. Dat vind ik wel heel hard. Maar het hoort er gewoon bij. Dat is de wereld van beursgenoteerde bedrijven. Er is overigens geen enkele reden tot zorg. Onze strategie staat stevig en dat wordt onderkend, onze focus op kostenbesparingen wordt goed ontvangen, de vereenvoudiging van de organisatie valt goed. Onze marktpositie is uitstekend. Enige complicatie, en dat hebben we niet helemaal in de hand: financiële markten houden niet van verzekeraars in tijden van lage rentestanden. Verzekeraars zijn complexe bedrijven die niet goed worden begrepen door aandeelhouders en analisten.’

‘Het financiële klimaat is guur. We varen in slecht weer. De rentestand is extreem laag, de verplichtingen op lange termijn nemen daardoor enorm toe. Er is onzekerheid in de economie, die angst voor een dubbele dip, de aandelenmarkten kwakkelen. En dat blijft nog wel even zo, denk ik. Financiële markten hebben namelijk altijd de neiging te overdrijven. Maar er zijn voor ons ook veel positieve zaken aan te wijzen. We doen het bijvoorbeeld heel goed in pensioenen. Die problemen rond de pensioenfondsen, daar hebben wij een antwoord op. We hebben echt een heel goed verhaal. Onze dekkingsgraad behoort tot de allerbeste op de markt. Het model van de pensioenfondsen is heel erg gericht op rendement en weinig op de risico’s die daarbij horen. Terwijl het juist daar verschrikkelijk fout is gegaan. Wij hebben altijd

sterk gestuurd op risicobeheersing. En dat is niet alleen een kwestie van een adequaat risicomanagementsysteem, dat is niet genoeg. Het gaat niet over meer regels. Het gaat om overtuigingen, om cultuur: de juiste cultuur in de bestuurskamer en in de rest van de organisatie. Ervoor zorgen dat mensen het juiste doen op het juiste moment in plaats van alleen op regels te vertrouwen. Kijk naar de Titanic: een perfect voorbeeld van een ramp die ontstond door op regels en techniek te vertrouwen, in plaats van op cultuur en menselijke instincten. Wij zijn al jaren bezig met die cultuur, met onze kernwaarden. Onder andere vanuit de overtuiging dat we weliswaar de toekomst niet kunnen voorspellen, maar ons er wel op kunnen voorbereiden. Dat we ervoor kunnen zorgen dat de mindset van de organisatie klaar is voor de toekomst. Dat we weten dat mensen het juiste zullen doen. Natuurlijk, fouten zullen er altijd worden gemaakt, maar onze kernwaarden zorgen voor een houding die absoluut toekomstbestendig is.’ november 2010

13


14

Q magazine

D

e massa’s zijn in beweging. Voor elitaire liberalen en de gemiddelde conservatief is dat geen fraaie aanblik. Nu we met iedereen overal in contact kunnen komen, heeft ook iedereen overal een stem gekregen. En mijn god, wat wordt die gebruikt! En dan vooral om te klagen, te schelden en te dreigen, lijkt het wel. Niemand is gelukkig, iedereen is ontevreden. En het is altijd de schuld van een ander. Er wordt onmiddellijk gereageerd en immer woedend. De maatschappij valt uiteen. De toekomst ziet er somber uit. O ja? Is dat zo? Of zijn we slechts getuige van de groeipijnen van een nieuwe maatschappelijke, politieke en economische structuur die de oude structuren vervangt? Het ontstaan van een structuur van zelfsturende samenlevingen zonder maatschappelijke elite? Hans Boutellier, bijzonder hoogleraar Veiligheid en burgerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam, wijst er in een interview in de Volkskrant van 29 mei 2010 op dat begrippen die in Nederland ‘Eerlijk gezegd denk ik niet dat de democratie het moet hebben van hervormingen binnen het oude bestel. [...] Ik denk dat we moeten zoeken naar nieuwe democratische vormen, hoe moeilijk dat ook zal zijn. Ik ben ervan overtuigd geraakt dat we naar een samenleving gaan van netwerken. [...] Dat kan van alles zijn, zangverenigingen, buurtcomités, scholen, de horeca, overal waar op een of andere manier aan samenhang wordt gedaan.’ Volgens Boutellier gaat het er niet om de veelbesproken kloof tussen burger en overheid te dichten. ‘Nieuwe vormen van democratie zitten naar mijn mening veel meer in die netwerken die met elkaar afspraken gaan maken, elkaar gaan helpen.’ Een nieuwe ordening dus. ‘Wat moet gebeuren, wat ik ook eerlijk zie gebeuren, is dat gemeenschappelijke verhalen worden ontwikkeld, nieuwe gemeenschappelijke verhalen die je het gevoel geven: ik ben hier thuis, ik maak hier deel van uit.’

groeipijn

Toch, ondanks al zijn pessimisme, ziet zelfs Boutellier iets goeds ontstaan. En dat is gebaseerd op juist die open netwerken die de oude orde ondermijnen.

ooit een positieve lading hadden, een nieuwe, negatieve klank dreigen te krijgen. Zo wordt, bleek uit een onderzoekje, solidariteit door de aanhangers van Wilders beschouwd als een vorm van diefstal: ik moet betalen voor hen. Vooruitgang is er nog zo een. ‘Het woord vooruitgang lijkt tegenwoordig vooral geassocieerd te worden met chaos. Vooruitgang? Liever niet zeg. Waar moet dat in godsnaam naartoe. Laten we houden wat we hebben.’ De maatschappij wordt steeds grover, het vertrouwen in politici en de politiek verdwijnt en traditionele gemeenschappen kwijnen weg, aldus Boutellier. In zo’n gefragmenteerde wereld wordt het steeds moeilijker om je identiteit te formuleren. Wie of wat ben je nog? ‘Naar mijn idee is dat de diepe crisis. Ik kan tegenwoordig alles worden. Maar wat moet ik zijn? Dat is een enorme opgave geworden.’

Zelfsturende samenlevingen

in het kort: Iedereen kan altijd en overal met elkaar in contact komen, en dat verschuift de verhoudingen tussen bedrijven en consumenten.

e Nederlandse site Trendwatching.com wijst er in zijn overzicht Innovation Insanity op dat in de beleveniseconomie een innovatieve manier van iets aan de man brengen minstens even belangrijk is als technische innovatie. Dat iedereen overal en altijd met elkaar in contact kan komen, biedt ondernemers geweldige mogelijkheden om direct contact te leggen met de consument én om contacten tussen consumenten onderling te bevorderen. Neem het in Israël gevestigde Fiverr. Dat laat iedereen die dat wil elke dienst die men maar kan bedenken verkopen voor vijf dollar. Veel aangeboden diensten zijn puur praktisch, zoals het schrijven van positieve productrecensies voor een website of het ontwerpen van een logo. Andere zijn ronduit bizar, zoals het leveren van een aantal uren aan stofzuigergeluiden. Maar in wezen biedt Fiverr geldbewuste consumenten een snelle, gestandaardiseerde manier om hun kennis of vaardigheden op de markt te zetten – wat die ook mogen zijn. Ook SyncFu is gericht op nieuwe mogelijkheden voor gewone consumenten, in dit geval door gezamenlijk in te kopen. SyncFu is een gratis widget waarmee klanten zich aaneensluiten om kwantumkorting te bedingen. De verkoper zet SyncFu op zijn website en stelt voor een mandje producten vast wat ze in bepaalde aantallen moeten kosten. Wie belangstelling heeft, kan zich bij een groep kopers aansluiten door op een button te klikken. Hoe groter de groep, hoe lager de prijs. De widget houdt alle veranderingen bij en klanten kunnen de prijs verder omlaag brengen door meer mensen voor de groep kopers te werven. Als de verkooptermijn om is, betaalt iedereen de laatst vastgestelde prijs. Met deze dienst haalt SyncFu de tussenhandel uit het verkoopkanaal en geeft zo meer macht aan zowel verkopers als kopers.

D

Leuk verdienen

macht

in het kort: De wereld lijkt in diepe crisis. Maar zijn we niet juist op weg naar een nieuwe ordening die vooruitgang brengt?


I

Het idee is bruggen te slaan tussen pensioendeskundigen in Nederland en potentiële pensioenaanbieders in ontwikkelingslanden, zoals microkredietinstellingen, onderlinge waarborgmaatschappijen, pensioenmaatschappijen, banken en verzekeraars. Door de krachten te bundelen kan het pensioennetwerk kennis en ervaring aanbieden op gebieden als risicobeheer, vermogensbeheer, governance, projectmanagement, projectfinanciering, IT, toezicht en regelgeving. Er wordt samengewerkt met lokale organisaties bij de ontwikkeling van databases en een financiële infrastructuur, actuariële kennis, herverzekeringsstelsels en wat er verder zoal komt kijken bij het opzetten van een pensioenstelsel. Voor het eerste project wordt samengewerkt met de Indiase DHAN Foundation voor microfinanciering. Het doel is binnen vijf jaar 25.000 losse arbeiders van een pensioen te voorzien.

zekerheid

Net als wij hebben mensen in ontwikkelingslanden een zeker pensioen nodig. En daar helpt WorldGranny: een Nederlandse hulporganisatie die ontwikkelingsprojecten steunt die het

n de westerse wereld klagen we over kariger pensioenen en langer doorwerken. Voor de meeste mensen in de ontwikkelingslanden zijn dat ongekende luxeproblemen. Iets als AOW bestaat er niet en als het wel bestaat, lijdt het stelsel vaak onder corruptie. Terwijl de grote familienetwerken die vroeger de zorg voor ouderen op zich namen, ook nog eens afbrokkelen door de trek naar de stad, emigratie en aids (waarbij aids dubbele ellende veroorzaakt: niet alleen berooft het ouderen van hun kinderen, ze krijgen bovendien de zorg op zich voor hun verweesde kleinkinderen). Mensen zien de dag dat ze te oud zijn om te werken dus met angst en beven tegemoet, en die dag komt voor hen waarschijnlijk eerder dan in het westen. De gemiddelde levensverwachting in de ontwikkelingslanden is 67 jaar, maar bij mensen die zwaar lichamelijk werk doen om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen, kan die leeftijd veel lager liggen.

leven van ouderen, vooral vrouwen, helpen verbeteren. Samen met Nederlandse financiële dienstverleners en het ministerie van Buitenlandse Zaken werkt WorldGranny nu aan het opzetten van een pensioennetwerk.

Pensioen voor ontwik­kelings­landen

Een betere wereld in het kort: WorldGranny helpt mensen in ontwikkelingslanden aan een zekere oude dag.

november 2010

15


16

Q magazine

J

e moet het de Youth Food Move­ ment nagegeven, hun slogans klin­ ken goed: ‘Eten is ook politiek: drie keer per dag’ of ‘Een organisatie zonder jongeren is een organisatie zonder toe­ komst.’ Gemakkelijk te onthouden, wijs en een aardige samenvatting van de twee bestaansredenen van de Youth Food Movement (YFM). YFM is in 2007 voortgekomen uit Slow Food en probeert de opvattingen over eten en de eetgewoonten van jongeren te veranderen. Het is geen traditionele pro­ testbeweging die de barricaden opgaat tegen de grote boze agro-industrie. Maar YFM wil wel verandering. En het wil jon­ geren de ogen openen voor het feit dat ook bij voedsel alles een prijs heeft en dat de enorme keus, gemakkelijke verkrijg­ baarheid en lage prijs voor de consument

ten koste gaat van de boeren, het milieu en de duurzaamheid op lange termijn. Dat doet YFM door de druk van onderaf op te voeren en evenementen te organiseren waarbij jongeren kunnen proeven wat ze missen bij eten uit de bio-industrie en de massaproductie: de smaken en de kwaliteit van de traditionele landbouw, gewassen en variëteiten. Oprichter van YFM Nederland Samuel Levie in NRC Next: ‘Ik geloof meer in zelf nadenken en je eigen keuzes maken dan in dogma’s. Daarom wil ik het ge­ sprek met mensen aangaan. Met z’n allen aan tafel, lekker eten en dan bedenken hoe je dingen kunt verbeteren. Een debat beginnen, zeg maar.’ Maag voor maag de boodschap verspreiden dus.

Eten voor een betere wereld lekker

in het kort: Hoe verander je de eetgewoonten van jongeren en stimuleer je een duurzame voedselindustrie? Door samen aan tafel te gaan.


H ypotheken, pensioenen, levensverzekeringen... het zijn de belangrijkste geldzaken waarmee we in ons leven te maken krijgen, maar we besteden er vaak minder tijd aan dan aan de keuze van een nieuwe auto. Dat is toch merkwaardig? Misschien ook niet. Auto’s vergelijken is niet zo moeilijk. Bovendien zijn we allemaal met auto’s opgegroeid. We hebben ermee gespeeld, erin gereden, ze bekeken, uitgebreid besproken en er een mening over gevormd. Met hypotheken is dat anders. We groeien er niet mee op en ernaar kijken of ermee spelen doen we ook niet, laat staan dat we erover dromen. Bovendien is erg veel kennis en inzicht nodig om hypotheken te kunnen vergelijken of de waarde van pensioenen over 25 jaar. Ons daarin verdiepen kunnen of willen we helemaal niet. Daarom is het idee van voormalig financieel adviseur Rob Goedhart voor een keten van ‘geldwinkels’ zo gek nog niet. Die geldwinkels zouden moeten worden gesteund door financiële dienstverleners, maar wel onafhankelijk moeten opereren. Anders dan de huidige financiële adviseurs zouden Goedharts geldwinkels hun klanten geen producten verkopen, maar ze alleen adviseren. Over alle zaken waarmee klanten in hun specifieke situatie rekening moeten houden, over welke factoren ze tegen elkaar moeten afwegen en over welke keuzes ze hebben, eigenlijk over alles dat ervoor zorgt dat ze goed beslagen ten ijs komen als ze een gesprek aangaan met hun bank of financieel adviseur. Misschien dat we op een mooie dag dan ook nog eens gaan dromen over een mooie hypotheek. Van geld hebben de meesten van ons dus geen kaas gegeten. We laten ons geld op een spaarrekening met een veel te lage rente verkommeren. We laten onszelf polissen, beleggingen en verplichtingen aanpraten die overbodig, ongeschikt of ronduit afzetterij zijn. We betalen te veel provisie. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Daarom heeft de Vereniging van Effectenbezitters nu een lijst opgesteld met financiële begrippen die iedereen zou moeten kennen en begrijpen voordat hij of zij zich in het financiële mijnenveld waagt. Een financiële

geld 1

‘KENNiS VRiJGEVEN iS GoEd VooR dE wERELd. ALS iEdEREEN toEGANG KRiJGt tot ALLE KENNiS diE ER iS, KAN dEzE EEUw dE EEUw VAN dE oPLoSSiNGEN woRdEN.’

Eben Moglen, hoogleraar in de rechten Columbia University en oprichter Software Freedom Law Center

Financieel wijzer worden

canon dus. Rendement en risico staan erop, maar ook turbo’s en putopties. Volgens de VEB kunnen de banken en andere financiële instellingen wel beweren dat ze de belangen van de klant vooropstellen, ze blijven ook vaak overbodige producten te duur verkopen en weinig informatie verstrekken. Daarom: maak mensen financieel wijzer. En liefst door hen, zoals ook de Delta Lloyd Groep Foundation doet, vaardigheden te laten ontwikkelen waarmee problemen niet eens een kans krijgen. Lang leve la financial revolución!

Een betere wereld

geld 2 in het kort: Twee initiatieven die mensen helpen beter beslagen ten ijs te komen als ze hun financiële zaken moeten regelen.

november 2010

17


rechts: Madison, Pat and Conor, Milford, PA 2010 onder: Charles and Manuel Concho, County, TX 2007

De fotograaf zet steeds twee of meer vreemden bij elkaar en kijk: we zien een oneindige reeks mogelijkheden tot nieuwe relaties. De wereld ligt voor ons open, we kunnen van iedereen houden, we kunnen ons met iedereen verbinden. Hoe verlegen en ongemakkelijk we er misschien ook van worden: het kan. Want die ander voelt het ook. Je ziet het toch: die is net zoals wij. Alles is mogelijk. Touching Strangers, van Richard Renaldi, New York, www.renaldi.com 18

Q magazine


Ontmoet Me

Carlos and Alex, New York, NY 2007

november 2010

19


20

Q magazine


Ontmoet me

boven: Cheikh, Alioun, Gracy, Terry and Pape, New York, NY 2007 links: Maria and V, New York, NY 2009 linkerpagina: William and Melissa, Saugatuck, MI 2007

november 2010

21


links, met de klok mee: Zachary and Susan, New York, NY 2007; Mark and Eric, Miami, FL 2008; Santiago and Peter, New York, NY 2008; Ahmed, Assa, Stefano, and Tiffany, New York, NY 2010 rechterpagina: Lindsay and Mark New York, NY 2007

22

Q magazine


Ontmoet me

november 2010

23


Tekst: Hanneke Savenije

Een goed Noem het spirituele bewustwording, goed burgerschap, welbegrepen eigenbelang of gewoon fatsoenlijk zakendoen: bedrijven kiezen massaal voor duurzaam ondernemen. De wereld wordt er in ieder geval beter van. Bill Gates noemt zichzelf een optimist. De oprichter van Microsoft en een van de rijkste mannen ter wereld vindt dat er heel veel goed gaat in de wereld. Dat de wereld een betere plaats is om in te leven dan ooit eerder. Kijk maar, zegt hij, naar de verbeterde positie van vrouwen, naar de levensverwachting die de laatste honderd jaar bijna is verdubbeld, naar de grote aantallen mensen die vandaag de dag kunnen stemmen, hun meningen kunnen uiten en economische vrijheid genieten. Er is vooruitgang in wetenschap, technologie, geneeskunde. En we staan nog maar aan het begin: dankzij de technologische revolutie zullen we in de komende jaren verbazingwekkende nieuwe diagnostische kennis ontwikkelen, ziekten kunnen genezen, de kinderen van deze wereld scholen, mogelijkheden creëren voor de armen. Ja, Gates is een optimist. Maar hij is wel een ongeduldige optimist. ‘The world is getting better, but it’s not getting better fast enough, and it is not getting better for everyone.’

Creative Capitalism De speech die Bill Gates in 2008 afstak op het World Economic Forum in Davos was op zijn minst opmerkelijk. Want een van de allergrootste kapitalisten van de wereld stond daar toch maar te beweren dat kapitalisme niet werkt. Althans, niet voor iedereen. Gates stelde dat de vooruitgang in feite alleen ten goede kwam aan de mensen die dat het minst nodig hebben, dat vooruitgang gezorgd had voor nog meer ongelijkheid en dat er voor ruim één miljard 24

Q magazine

mensen in de wereld te weinig te eten is, geen schoon drinkwater en geen elektriciteit. Onacceptabel. Niet dat hij zijn geloof in de heilzaamheid van het kapitalisme had verloren. Alleen, zo constateerde hij, werkt het gewoon niet goed voor zo ongeveer de helft van de wereldbevolking. Dus stelde hij deze vraag: hoe kun je de voordelen van het kapitalisme en de enorme verbetering in kwaliteit van leven die kapitalisme met zich mee kan brengen, eerlijk verdelen over de hele wereld? De oplossing van Bill Gates is er een die in al zijn simpelheid geloof vereist: laat het eigenbelang dat als motor werkt voor het kapitalisme, werken in het algemeen belang. Creative Capitalism noemt hij dat. Je helpt als onderneming de achtergestelden in onze wereld, terwijl je toch nog steeds mooie winsten maakt. Voorbeelden had hij ook. Zoals de klassieker voor bedrijven die de wereld beter willen maken: de (RED)-producten. Bedacht door Bono, zanger van U2, die zich inzet voor de hiv- en aidsbestrijding in Afrika. Door iconische merken als Apple, Nike en Gap te vragen de omzet van een deel van hun producten hiervoor af te staan, werd kopen voor het goede doel in één klap hip. Inmiddels zijn er rode camera's, laptops, vitaminedrankjes, kranten, creditcards en Penguin Classics verschenen. De opbrengst: geld voor Afrika én goodwill voor de bedrijven – die daardoor weer meer omzetten.

Corporate liefdadigheid Geen revolutie, maar evolutie. Aardig

kapitalisme. Je neemt wat en je geeft wat. Of gaat het hier meer over het afkopen van schuldgevoelens? Of over het bespelen van de oprechte bezorgdheid bij consumenten ter meerdere eer en glorie van jezelf, of dat nou neerkomt op het oppoetsen van je persoonlijke imago als popstar of miljardair of je reputatie als onderneming? Misschien geldt dat laatste voor (RED), maar het zou een beetje flauw zijn het Creative Capitalism van Bill Gates af te doen als alleen een moderne vorm van corporate liefdadigheid. Als overtuigd kapitalist staat Gates pal voor de vrije handel en open markten die Adam Smith bepleit in zijn The Wealth of Nations (1776). Maar hij citeert ook regelmatig uit dat andere werk van Smith: The Theory of Moral Sentiments, dat in feite het ethische kader schept voor het najagen van het eigenbelang dat volgens Smith tot welvaart leidt. Het gaat ook om verantwoordelijkheden van burgers voor elkaar, om vriendschap, empathie, liefde, behoefte aan sociale erkenning en een verlangen de ander te helpen. Om zorg voor anderen, maar wel vanuit een goed begrip van de eigen positie. Dat is feitelijk wat Gates wil: zorg als een motor die in potentie net zo machtig kan zijn als het eigenbelang dat zorgt voor groeiende winsten. Hij noemt naast (RED) voorbeelden, waarbij de inspanningen van het bedrijfsleven net iets anders liggen dan alleen liefdadigheid en leiden tot wederzijds voordeel. Zoals de Britse chocoladefabrikant Cadbury, die miljoenen investeert in kleine agrarische gemeen-


verhaal Een revolutie in wording Wereldwijd spreken steeds meer CEO’s zich uit voor duurzaam ondernemen, zo blijkt uit een onderzoek van UN Global Compact in 2010. In het belang van de wereld en in het belang van hun eigen onderneming. Ze komen aan het woord in het rapport A New Era of Sustainability. Geluiden die alle reden geven tot optimisme over de toestand van de wereld.

schappen in Ghana en daarmee de cacaoboeren aan inkomen helpt én Cadbury verzekert van superieure cacaobonen. De Japanse chemiereus Sumitomo Chemical, die een groot aandeel verwierf in een Tanzaniaanse textielonderneming en zo de productie kon opzetten van zo’n 10 miljoen – door Sumitomo – geïmpregneerde klamboes per jaar, belangrijk onderdeel van malariabestrijding. Of Vodaphone, dat zich inkocht in een Keniaans telecombedrijf en door het aanbieden van goedkope prepaidtelefoons een enorme bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de achtergestelde bevolking én zichzelf van een onwaarschijnlijk geachte grote afzetmarkt voorzag. Weldoen dus als een geïntegreerd onderdeel van ondernemen. Waarbij welbegrepen eigenbelang en moral sentiments hand in hand gaan. En dat dan met de focus niet meer zoals vroeger alleen op je directe omgeving, maar – met erkenning van de globalisering – wereldwijd. De cynici onder ons ligt natuurlijk meteen de vraag op de lippen wat Microsoft zelf dan wel doet. Waarom omhelst de softwarereus niet dat andere idee dat uitstekend lijkt te passen in Creative Capitalism: opensourcesoftware? Je kunt immers degenen die het zich kunnen veroorloven laten betalen voor diensten en ondersteuning, terwijl degenen die dat niet kunnen betalen enorm geholpen zouden zijn met gratis software die ze kunnen toepassen en verder ontwikkelen. Natuurlijk, Microsoft heeft goedkopere versies van zijn software ter beschikking gesteld aan

ontwikkelingslanden, en ook wordt steeds meer expertise ingezet om programma’s te ontwikkelen die specifieke problemen oplossen in ontwikkelingslanden, zoals een interface waarmee ongeletterden heel snel het gebruik van een pc onder de knie kunnen krijgen. Maar omdat Gates zich nooit tot voorstander heeft verklaard van het opensourcemodel, bekruipt je toch het gevoel dat het eigenbelang altijd nog wat hoger in het vaandel staat dan het lot van de ander.

Winstmaximalisatie Zoals er wel meer beroemdheden pleiten voor vergelijkbare vormen van corporate philantropy, waaronder bijvoorbeeld Bill Clinton, zijn er natuurlijk ook genoeg economen te vinden die dat Creative Capitalism van Gates, met zijn idealistische, marktgedreven sociale visie, onzinnig vinden. Die stellen dat ondernemingen niet de nieuwe wereldleiders moeten zijn die bepalen in welke mooie doelen het geld van consumenten wordt gestopt en dat het absurd is dat managers de taak op zich krijgen om namens ons allen de wereld te verbeteren. Waarom zouden we überhaupt aannemen dat ze daarvoor de juiste vaardigheden bezitten? Politiek commentator Declan McCullagh wijst er op CNET News.com nog eens op dat ondernemingen ook zonder Gates’ Creative Capitalism geld aanleveren voor de gemeenschap en goede doelen. ‘Ze betalen immers werknemers en managers, en die kunnen zelf geld overmaken naar elk gewenst goed doel. Ze

Andrew Witty, GlaxoSmithKline:

‘ Om duurzaam en succesvol zaken te doen, moeten we onze sociale verant­ woor­delijk­heden nakomen en vertrouwen opbouwen bij onze stakeholders.’ Kaspar Villiger, UBS AG:

‘ We zijn het vertrouwen dat men in ons stelde kwijtgeraakt en we moeten het terugwinnen met een cultuur van verantwoordelijk gedrag.’ Mark Parker, Nike:

‘ We zagen dat kiezen voor het juiste ook goed was voor onze business – en dat het een motor zou worden voor onze groei in de nabije toekomst.’

november 2010

25


Ursula Burns, Xerox:

‘Wij liepen voorop in de duurzaamheid­ beweging, omdat we meenden dat dat was wat we moesten doen voor het milieu. Maar we ontdekten al doende nog iets anders. Al onze innovaties bleken ons uiteindelijk geld te besparen of ze zorgden voor nieuwe markten en nieuwe inkomsten. We hoeven dus niet te kiezen tussen milieu en winst. We kunnen allebei doen.’

26

Q magazine

betalen leveranciers, die dat ook kunnen doen. En het belangrijkste: ze maken winst voor de aandeelhouder, die vervolgens kan kiezen waarvoor hij die winst wil inzetten.’ Maar vooral wordt er – politiek correct of niet – gewezen op de Milton Friedman-doctrine dat winstmaximalisatie het enige doel moet zijn van een onderneming. Want winsten betekenen dat je de markt en dus de maatschappij goed hebt bediend en daarmee creëer je vanzelf welvaart voor aandeelhouders, werknemers en klanten, zoals Nobelprijswinnaar Friedman stelde in zijn beroemde essay uit 1970 ‘The Social Responsibility of Business Is to Increase Its Profits’.

Bestaansreden De discussies over doel en raison d’être en bestaansrecht van ondernemingen worden al gevoerd sinds Adam Smith het latere kapitalisme van een theoretisch fundament voorzag. Hoe zorg je goed voor jezelf en maak je ondertussen van de wereld een betere plaats? ‘Ik denk dat veel mensen er, onterecht, van uitgaan dat een onderneming alleen bestaat om geld te maken. Dat is een belangrijk resultaat van het bestaan van een onderneming, maar we moeten dieper gaan en op zoek gaan naar de werkelijke redenen voor ons bestaan. Dan komen we onherroepelijk tot de conclusie dat een groep mensen bij elkaar komt en samen bestaat als een instituut – een instituut dat we bedrijf noemen – om samen iets voor elkaar te krijgen dat hen afzonderlijk niet zou lukken: ze leveren een bijdrage aan de samenleving. Dat klinkt banaal, maar het is fundamenteel.’ Deze beroemde woorden, vrij vertaald, zijn van David Packard, medeoprichter van Hewlett Packard, en hij sprak ze uit in 1960. Met zijn opvatting dat bedrijven waarde creëren voor de samenleving was

hij zijn tijd ver vooruit. Juist nu zijn ontwikkelingen aan te wijzen die een ideale voedingsbodem vormen voor een zachte revolutie naar een duurzame wereld. In een artikel op creativecapitalismblog.com (ondertussen gesloten) beschrijft historica Nancy Koehn van Harvard Business School vijf belangrijke drijvende krachten in het wereldwijde kapitalistische systeem van vandaag die volgens haar vragen om een hernieuwde kijk op de rol van ondernemingen. Zo is er het gegeven dat een groot deel van de bronnen (mensen, kennis, kapitaal, grondstoffen) in handen is van grote bedrijven. Ten tweede verwachten afnemers wereldwijd steeds vaker ook een sociale bijdrage van deze bedrijven. Daarnaast transformeert de traditionele organisatievorm van bedrijven zeer snel naar opennetwerkstructuren van een wereldwijde schaal. Door alle media wordt wat bedrijven doen en niet doen in toenemende mate transparant. En steeds meer mensen (werknemers in het bijzonder) realiseren zich dat er meer in het leven is dan geld verdienen. Vraag het een manager: als je toptalent wil binnenhalen, moet je tegenwoordig kunnen uitleggen wat je bedrijf doet om de wereld vooruit te helpen en wat zij als werknemer daar straks aan bij gaan dragen.

Duurzaamheid als businesscase Meer en meer worden bedrijven dus aangesproken op hun ‘goede’ gedrag. En ondernemingen doen in toenemende mate hun best om hun omgeving op dit gebied tevreden te stellen, al dan niet uit diepgevoelde verantwoordelijkheid, en tegelijkertijd toch hun winsten zeker te stellen. Bijvoorbeeld door in het beleid maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen naar alle stakeholders – en niet alleen naar aandeelhouders. Of door bewust welbegrepen eigenbelang in te zetten, zodat hulp aan achter-


Een goed verhaal

Hans Vestberg, LM Ericsson:

‘ We zijn ervan overtuigd dat niet alleen de economi­sche prestaties het succes van een onder­neming bepalen, maar ook het succesvol combineren daarvan met actief manage­ment over de impact van de business op de sociale omgeving en het milieu.’ gestelde medemensen uiteindelijk zorgt voor nieuwe afzetgebieden. Door hippe goededoelenmarketing, waarbij met de uitgaven die klanten doen voor hun leefstijl ook die van anderen beter wordt gemaakt. Door met goed gedrag de reputatie te versterken en goodwill op te bouwen, die de winsten doen groeien. Linksom of rechtsom: er valt wel duidelijk een verandering in denken waar te nemen. Ondernemingen zien duurzaamheid steeds meer als een onlosmakelijk onderdeel van hun business. Ook ná de financiële crisis. Je zou aannemen dat bedrijven zich in deze zware tijden juist gewoon op de business willen focussen en duurzaamheid zien als een luxe waarop bezuinigd kan worden, maar niets blijkt minder waar. Uit wereldwijd onderzoek van het platform UN Global Compact onder honderden aangesloten CEO’s van grote ondernemingen (‘A New Era of Sustainability’, 2010) blijkt dat de overgrote meerderheid van topmanagers ondertussen volledig overtuigd is van het belang van duurzaam ondernemen. Duurzaamheid is mainstream geworden. Maar liefst 93 procent van de ondervraagde CEO’s ziet duurzaamheid als belangrijk voor succes in de toekomst en 96 procent van de CEO’s gelooft dat duurzaamheid volledig geïntegreerd moet zijn in de strategie en operaties van de onderneming – en dat is veel meer dan de 72 procent van vóór de crisis. Dat ook een steeds groter deel van de consumenten zijn morele en ecologische overtuigingen omzet in bestedingen, zelfs in crisistijd, versterkt bij de CEO’s nog eens de keuze voor duurzaamheid. Ze zien een nieuw tijdperk voor zich, waarin marktkrachten hand in hand gaan met duurzaamheiddoelen, op het gebied van milieu, maatschappij en governance. Het grootste verschil met vroeger: duurzaamheid is niet lan-

Muhtar Kent, Coca-Cola Company:

ger vooral een morele zaak, maar een hardcore businesscase.

Mooie woorden Een kanttekening valt er echter wel te maken. Ruim 70 procent van de CEO’s geeft aan dat het versterken van hun brand, vertrouwen en reputatie voor hen de voornaamste drijfveren zijn voor duurzaam ondernemen. Slechts de helft van de CEO’s wil duurzaam ondernemen voor standaardbedrijfsdoelstellingen als hogere opbrengsten, motivatie van medewerkers en eisen van de consument. Maar je hoeft geen topeconoom te zijn om te begrijpen dat bedrijven de komende tijd niet meer zullen wegkomen met duurzaam ondernemen als een prsausje, dat alleen interessant is tot er weer wat anders voorbijkomt. Zo’n opstelling gaat uit van een wereldbeeld waarin er nog geen sprake was van wereldwijd toegankelijke informatiestromen, sociale netwerken en de macht van kritische en veeleisende consumenten. Alleen met mooie woorden kun je als onderneming het publieke debat niet meer controleren. Welke opvatting je ook hebt over duurzaam ondernemen, je moet bereid zijn elke discussie open aan te gaan en transparant te zijn over je succes en je falen. De wereld is 24 uur per dag wereldwijd met elkaar in gesprek. Het lijkt dus gezond economisch verstand om je daar als onderneming middenin te plaatsen, en er misschien zelfs de leiding in te nemen, door simpelweg een goed verhaal te vertellen.

‘ Dat we ons midden in een wereldwijde financiële terugval bevinden, maakt de economische, sociale en milieu-implicaties van ondernemen belangrijker dan ooit. Zonder enige twijfel is de wereld nu bezig met een omvangrijke herijking van prioriteiten, waarden en verwachtingen.’ Sung-Joo Kim, Sungjoo Group:

‘ Duurzaam ondernemen begon als een morele verplichting, maar is ondertussen een van de belangrijkste onderscheidende factoren geworden voor consumenten.’ november 2010

27


Goed spul! Tekst : Dido Michielsen

28

Q magazine

Kijk om je heen en je ziet overal inspirerende voorbeelden van producten waar de wereld beter en aangenamer van wordt. Die bewijzen dat er nu eindelijk eens echt naar klanten wordt geluisterd. Die zelfs samen met klanten zijn gemaakt. En die ook nog eens de wereld van de ander beter maken.


Dubbele koopkracht Zuinig en gul Leren geven met een jurkje We kunnen het onze kinderen niet vroeg genoeg leren, dat ‘buyone-give-one’-principe. Het merk Whitten Grey vindt dat meisjes in arme landen er net zo snoezig bij moeten kunnen lopen als meisjes in het welvarende westen en dat het belangrijk is dat de kleine consumenten dat beseffen. Dus mag elke eigenaresse van een nieuw jurkje met behulp van een speciale code een jurkje uitzoeken en dat aan een meisje in een derdewereldland naar keuze doneren, inclusief een paar persoonlijke woorden. www.whittengrey.com

De Sunnan-lamp van IKEA combineert energiezuinige led-technologie met zonnepanelen. Dubbel zo goed voor het milieu dus. Deze lamp kan overal worden gebruikt, ook op plaatsen waar geen stopcontact is: na een dag in de zon geeft de lamp vier uur licht. Wat dit lampje van 19,95 euro echt dubbel goed maakt, is de wetenschap dat IKEA voor elke wereldwijd verkochte lamp één Sunnan aan Unicef cadeau doet. En die geeft ’m weer aan kinderen die thuis geen elektriciteit hebben. De eerste lading Sunnans is naar kinderen in Pakistaanse vluchtelingenkampen gegaan. www.ikea.nl

Een lepeltje hoop ‘People care – we care’ luidt het motto van het Deense mooiespullenmerk Rice en met deze lepel wordt extra opgeschept. Want bij de aankoop van elke lepel zorgt Rice er samen met een Deense vluchtelingenorganisatie voor dat er 24 porties soep worden uitgedeeld aan Somalische families die in Mogadishu voor de oorlog op de vlucht zijn. www.rice.dk november 2010

29


Klantgerichte verzekeringen

Precies wat we willen Luxe eenvoud Jonge reizigers willen eenvoudige, no-nonsense, betaalbare hotelkamers, liefst een beetje centraal gelegen. Maar ook met het design dat het verblijf in zo’n kamer zo aangenaam maakt. De hippe Qbic Hotels (onder andere in Amsterdam en Antwerpen) voldoen met hun Cubi’s precies aan die vraag. Geen Spartaans ingerichte Japanse capsuleslaapplaatsen, maar een rustgevende ruimte met een Philippe Starck-badkamer, een Hästens-bed (extra lang), een lcd-tv en internet. Zelfs het licht kun je van kleur veranderen. Verder is het cheap chic & no frills alom, de kamers zijn niet groter dan strikt noodzakelijk en de gast sjouwt zelf z’n koffers en checkt zichzelf in. Wie vroeg boekt, heeft al een kamer voor 39 euro. www.qbichotels.com

Wat willen consumenten als het gaat om verzekeringen? Gewoon goede producten. Die doen wat ze beloven. Die helder en transparant zijn. Eenvoudig te begrijpen. Van verzekeraars die voor hen klaar staan als het nodig is. Om ervoor te zorgen dat klanten die producten en dienstverlening ook echt krijgen, is het Keurmerk Klantgericht Verzekeren in het leven geroepen. Een keurmerk dat hoge eisen stelt aan de klantgerichtheid van verzekeraars en de kwaliteit van verzekeringsproducten waarborgt. Dat houdt bijvoorbeeld in dat alle communicatie helder en begrijpelijk is, de informatie over producten eerlijk en duidelijk, en de bereikbaarheid voor klanten groot. Ook worden verzekeraars geacht regelmatig klanttevredenheids­ onderzoek te doen en een ambitieus kwaliteitsbeleid te voeren. Met zo’n keurmerk wordt klanten door de verzekeraars een sterk middel in handen gegeven: de kwaliteit van dienstverlening wordt zichtbaar en controleerbaar gemaakt en verzekeraars worden onderling vergelijkbaar. Dat zal er ongetwijfeld ook voor zorgen dat verzekeraars het steeds beter (lees: klantgerichter) zullen gaan doen met hun producten en dienstverlening. In alle opzichten winst voor de consument dus. Onlangs werden de eerste keurmerken uitgereikt aan verzekeraars die voldoen aan de hoge kwaliteitseisen. Ook de merken van Delta Lloyd Groep (Delta Lloyd, OHRA en ABN AMRO Verzeke­ ringen) kregen het stempel. www.klantgerichtverzekeren.nl

Goed eten voor een redelijke prijs Als genoeg klanten het willen, kom je er ook als grote supermarktketen niet onderuit. Albert Heijn voelt zijn klanten en de tijdgeest goed aan en begrijpt dat veel Nederlandse huishoudens genoeg krijgen van de kiloknallers uit de bio-industrie. De supermarktketen ontving al in 2009 het Beter Leven-kenmerk van de dierenbeschermers, omdat de winkelier diervriendelijke (lees: vlees afkomstig van dieren die onder redelijk goede omstandigheden hebben geleefd) producten in de schappen legde. En omdat de klanten AH’s gebaar belonen met een behoorlijk goede omzet van het iets duurdere vlees, verdwijnt binnenkort al het andere varkensvlees uit het assortiment. Dat is dus ook goed nieuws voor de varkens. Ook andere eetbare dieren mogen op Albert Heijns daadkracht rekenen. www.ah.nl

30

Q magazine


Goed spul!

Duurzaam, eerlijk en beter dan ooit

© Nicklas Palmklint

vaN WiEG TOT WiEG De Mirra-stoel is een bureaustoel die geen toxische onderdelen bevat en die in 30 seconden gesloopt kan worden in herbruikbare onderdelen. Dat past uitstekend bij de steeds meer ondersteunde cradle-to-cradle-beweging, die staat voor het zoveel mogelijk (proberen te) produceren van dingen die, net als in de natuur, later weer als compost voor onze aarde kunnen dienen. Dat heeft niets te maken met consuminderen of oud papier inzamelen: het eerste heeft na al die jaren nog niets opgeleverd en het tweede gaat vaak gepaard met meer verontreiniging dan we beseffen (en is bovendien een doodlopende weg doordat de bruikbaarheid van gerecycled papier eindig is). De Mirra-stoel is voor 96 % te recyclen zonder het milieu te vervuilen en komt daarmee een heel eind met de ‘van-wieg-tot-wieg’-gedachte. Er bestaat ook al een uitstekende concurrent: de bureaustoel ‘Think’ van fabrikant Steelcase is zelfs voor 99% recyclebaar! Ondertussen wordt het gedachtegoed in heel Nederland omarmd: van de Floriade 2012 tot Dessotapijt en de Gemeente Almere, iedereen vraagt zich af hoe ze C2C kunnen implementeren. www.cradletocradle.nl, www.steelcase.com www.hermanmiller.com/Products/Mirra-Chairs

PEEPOOBaG: GOED GEDaaN Het lijkt het ei van Columbus, hoewel ei … Dit Zweedse peepoozakje tovert menselijke behoeftes (ja, klopt, dit gaat over poo en pee) om in hoogwaardige mest! De voordelen zijn groot: het water uit de omgeving blijft schoon en het zakje met inhoud draagt dankzij een speciale bewerking na twee weken bij aan een vruchtbaar land. De peepoo wordt uiteraard alleen verspreid in landen waar geen sanitaire voorzieningen zijn en pas sinds deze zomer. Als dit een succes blijkt, zijn dus in een klap twee grote problemen de (derde) wereld uit geholpen. www.peepoople.com

ONTMOET DE MakER Ieder weldenkend bedrijf is tegen kinderarbeid en wee het bedrijf dat toch door de mand valt: dat wordt meteen afgestraft door zijn klanten. Het kledingmerk Studio Jux gaat nog een stapje verder en laat zien dat het echte, volwassen mensen zijn die de kleren maken. Aan de binnenkant van de kleding staat een nummer dat correspondeert met de kleermaker die het kledingstuk in elkaar heeft gestikt. Op de website staat wie die persoon is (het zijn bijna allemaal mannen uit Nepal). Dat maakt het ook nog een stuk persoonlijker en minder anoniem: fair trade met een gezicht. www.studiojux.com, klik op handshake. november 2010

31


Goed spul!

Creatieve samenwerking Doe-het-zelf op bestelling

© Peter Würmli

De community maakt de collectie We beat the mountain (te weten: de afvalberg) noemt zichzelf geen bedrijf of organisatie, maar een beweging. Alle producten zijn gemaakt van afval en ook weer 100% recyclebaar. De ontwerpen komen onder andere tot stand via 99designs.com (zie aldaar). Maar het is de Facebook-community die bepaalt wat er in productie wordt genomen. De financiering geschiedt vooraf: je bestelt bijvoorbeeld deze laptopsleeve en ontvangt die enkele weken later – of je koopt een tegoedbon en wacht af wat er uit de berg voortkomt. www.webeatthemountain.com

Customizen is in de modewereld een gewoon werkwoord geworden. Omdat niet iedereen even handig is met naald en draad of een creatieve geest bezit, geven steeds meer merken hun klanten de kans om ook een persoonlijke noot toe te voegen aan hun product. Zo worden de weerbestendige hippe tassen van Freitag bijvoorbeeld gemaakt van oude zeildoeken van vrachtwagens. En met de F-cut-tool op de website kan nu iedereen z’n eigen Freitag-tas ontwerpen – de mooiste stukken zeildoek worden hier speciaal voor gereserveerd. www.freitag.ch

Denken voor het bedrijfsleven Goede producten zijn niet langer het resultaat van één meesterbrein, maar worden bedacht met behulp van de gebruikers zelf. Het is natuurlijk ook mogelijk om mensen uit te dagen die zelf misschien geen gebruik zullen maken van het nieuwe product, maar wel de expertise en ideeën bezitten om iets nieuws te verzinnen. En jong, dus fris zijn. Dat is in het kort de gedachte achter de Battle of Concepts. Hun oproep klinkt wat goedkoop: ‘Denk mee met het bedrijfsleven. Win geld en word ontdekt!’ Maar toch hebben gerenommeerde bedrijven zoals ProRail, TNO en de provincie Utrecht al een battle uitgeschreven om hbo'ers en young professionals tot dertig jaar te enthousiasmeren om hun oplossingen voor een probleem aan te leveren. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft zelfs 25.000 euro over voor een innovatief concept voor biobased bouwmaterialen. Ook Delta Lloyd Groep doet trouwens steeds meer aan challenges en co-creatie. www.battleofconcepts.nl

32

Q magazine

Duizenden ontwerpers Ook crowdsourcing heeft inmiddels varianten voortgebracht: de crowd hoeft niet langer te bestaan uit een leger consumenten. Bij 99designs zijn het bijvoorbeeld duizenden vormgevers uit alle delen van de wereld. En die doen maar al te graag mee aan de wedstrijd die jij uitschrijft, bijvoorbeeld voor een nieuw logo of een nieuwe huisstijl. Je betaalt uiteindelijk de winnaar van de challenge voor je favoriete ontwerp, ongeacht zijn reputatie, woonplaats of omvang van zijn bureau. www.99designs.com


I

, met s t atu s le ia c omt u eit (so yo r s , k ectivit a n M n o e r je c aan pen : r squa tleend e ko e : Fo u g den on n e en gr oen e onlin r o m zich no a w ). n n k en die n, a a r vo r e an oo k n e ia r k e d a e ig s e r n u d m e h t r t r sta ma a vo o f een r, gro a ar dig heid o schap at iet p me e r ve n v d alleen d ig n o o o t v n g o n n e w a n r e e b g d t e k ij la e v De at a l t b e te i A8 s a an vr r al r ich d a d , o rD n u e n o e . e st z A a v t v .. ij e d n r t e s erk lux r dt l de leef w n kla g me s te e d al net w l diver ser wo anisaa is de ga sne wijl hu ia r e : it voer in c e n u ig t o e d r s e . d u e n Chin l d e vo in org ve nen taa t vin snell de e en gba a r sfeer ” rv e r ke n ke n e n ressan de ver k r ij “s t atu t s vo o te m e r sis, om er inte ” eens e s ie r a e d e e n va n e r lb m e e .’ a fe n a ie m n s e d a u w t e t d h d e a ie r t r ic d d n s e r a g “ e e n a len lm eree denk oe op die w va n d e mer k a t je be dat ied ot nu t n. ls e t r e n a o r o h un e g o m h fe je d ic f d , in z t e t u r ties a ald ke n n dien En als m me t cha er bep s en er den be lpen o n e ich la a u e z t o e ie m t h n a t b lt t t e s n e n e s n d t u g m le s ee nk aar vijf n ku r ha nsu or dt st e ve n n ebiede klante e n - ve het co mt a n hun bolen tatus w ar bij je vijf g e je je Het str m ne e a c h te r a o S m o r er be h y n o .c t s e t t a g s o n d u in em n a tc h sume altijd ur, wa de ma ar e st at w n u g w n d o in lt o u e n c blijf t d u r te n va k n e ie c a e r ie n a r a nt en d aar T uivalen ing w tuur lijk W id r m t q a . e e , s e e ls n n h e e d e : d e e c e t n m n n k s u a r r tis de ve r ode pron het m len, in helpe e -sle sitieve aan m se sy m b o er (wie s t atu s pijen Po r s c h een po s t atu s r, snell oef te is nchalant je : Chine por tie tschap e e h n a t z e a e r n b e m o tie an ter, sum o no en in nsump aard v het gr o ur st ka n con het o z n. d e’ c o n ); gev re ig u u u ll d s u d e a n l legge t d t z s o f e r fe c p o ‘ve en h eer op t a n en hier o m e , n . s is e e r t o n e r s e d ij erg va n Er is tenmin l consument Audi-r f veer. men ; v pla ats ee va n n e ige dr ij oen in ensen n s d m t e n a r e e o la ‘Voor v d o n p r tv e te t lange respec ren ; w uwige der nie minde o o g e n n va n h e t e e r e ” e e m uw de s te e d s nde pa oekeren. “Nie geba a gt u r e die de d dan-jij” “meer-

Mijn andere vaatwasser is een hybride

Een betere wereld

status in he t ko rt : M er ke n m oe t zic h be te r ga an ve rd ie pe n wa t m en se n te ge nwoo rd st atus ve rle en t. En da t is ni e gr oter, sn el le r, du ur de

november 2010

33


34

Q magazine

Het meest voor de hand liggende antwoord is alle sociale netwerken uit te zetten of het helemaal radicaal aan te pakken en de ‘zelfmoordmachine’ zijn werk te laten doen: weg met alle energieslurpende netwerkprofielen, help al je virtuele ‘vrienden’ om zeep en neem afscheid van je web 2.0 alter ego. Maar dat veronderstelt dat ‘echte’ relaties belangrijker zijn dan virtuele of dat je weer ouderwets brieven gaat schrijven om in contact te blijven met anderen. Er wordt zo de indruk gewekt dat er maar twee keuzes zijn: een leven als een techkrijger in de digitale fast lane of je terugtrekken in een klooster. Maar steeds meer mensen willen beide kunnen combineren.

Het probleem is eenvoudig: bedolven onder een stortvloed van informatie hebben steeds meer mensen het gevoel dat het leven te snel gaat. In plaats van na te denken, te dagdromen of domweg iets bevredigenders te doen, verkeren we in een toestand die schrijver en adviseur Linda Stone ‘continuous partial attention’ noemt. We zijn, kortom, voortdurend half afgeleid.

Z

et je RSS-feed uit. En je Facebook- en Twitterupdates. Sluit je e-mail af en je browser. Schakel Latitude, Buzz en Foursquare uit. Geen sms’jes meer lezen nu. En leg je iPad/netbook/ smartphone in een la. Alles uitgeschakeld? Dan ben je nu klaar om eens na te denken over een nieuw ‘hot topic’ onder de IT’ers van Silicon Valley: hoe kun je technologie omarmen en toch nog een zinvol en aandachtig leven leiden?

Wat nu? De oplossing zou wel eens kunnen liggen in het bewust langzamer met technologie omgaan. Neurowetenschapper Philippe Goldin van Stanford University stelt voor dat we ‘bewust gaan ademen’. Door beter op onze ademhaling te letten en onszelf te oefenen dieper en gelijkmatiger te ademen, schijnen we minder geneigd te zijn meteen op de eerste piep van onze apparaten te reageren en meer geneigd ze met beleid te gebruiken. Kortom, we moeten actief onze eigen systemen vertragen en zo de techniek in het juiste perspectief leren zien. Zullen we dat even tweeten?

OUT OF OFFICE/ TWITTER/ FACEBOOK/ RSS/BUZZ REPLY

zinvol in het kort: Technologie brengt vooruitgang, maar bedreigt ook onze geestelijke gezondheid. Wetenschappers denken na over beter omgaan met technologie.

‘ PESSIMISME IS EEn LuxE DIE WE onS aLLEEn In GoEDE TIjDEn kunnEn PErMITTErEn. In MoEILIjkE TIjDEn WorDT HET EEn onvErMIjDELIjkE DooDSTraf DIE WE onSzELf oPLEGGEn.’

Evelin Lindner, voorzitter Human dignity and Humiliation Studies


Maar organisaties die het nieuwe activisme weten te benutten, kunnen juist door de in­ dividualisering nauwere banden met hun sponsoren opbouwen. Ze kunnen het bereik van hun eigen projecten vergroten door die doe-het-zelvers hartelijk welkom te heten in hun gelederen. Bij Oxfam Novib kunnen die sponsoren inmiddels geld geven aan speci­ fieke projecten en de organisatie werkt sa­ men met de 1%CLUB, die mensen direct aan ontwikkelingprojecten koppelt. Ook moedigt de organisatie doe-het-zelvers die in het­ zelfde land een soortgelijk project willen doen als Oxfam Novib, aan om lid te worden van hun netwerk, zodat ze een beroep kun­ nen doen op de professionele kennis, erva­ ring en deskundigheid van Oxfam Novib. Mensen hebben misschien minder vertrou­ wen in de traditionele goede doelen en ma­ nieren van geven dan voorheen, het betekent duidelijk niet dat ze ook minder hart voor goede doelen hebben. My cause, your cause of their cause: er is steeds méér persoon­ lijke betrokkenheid.

geld naartoe gaat en ook steeds vaker zélf actie ondernemen. En wat ze beslist níét willen, is dat hun donatie in een of andere grote pot verdwijnt. Het verklaart de opkomst van onlinecommu­ nity’s als MyCause, YourCause en Pifworld, die op hun sites betrokken mensen de mid­ delen bieden om goede doelen onder de aan­ dacht te brengen, geld bij elkaar te brengen en vrijwilligerswerk aan te bieden en te zoe­ ken. Dat is een mooie ontwikkeling, maar het maakt het leven er voor de traditionele hulporganisaties bepaald niet gemakkelijker op. Als donoren hun voorschrijven wat ze wel en niet met het donorgeld mogen doen en eigen projecten gaan opzetten, bestaat het risico dat de sector versplintert en dat de meerwaarde die een gevestigde organisatie kan hebben, verdwijnt.

hart

Maar net als elders veranderen de tijden ook in goededoelenland. En weer is het de consument die de verandering in gang zet. Vertrouwen en een tevreden passiviteit ma­ ken plaats voor activisme en persoonlijke controle. Gevers verwachten steeds vaker betrokken te worden bij de besteding van hun gift. Ze willen zelf bepalen waar hun

MyCause, of de individualisering van het geven

Bij de goede doelen heeft het er lang op geleken alsof alles gewoon zijn oude gangetje ging. Hier een in­ zamelings­ actie, daar een nieuws­ brief en intus­ sen ge­ woon doorgaan met het goede doel. Het publiek trok de porte­ monnee voor de kinderpost­ zegels en spon­ sorlopen, in de geluk­ kige wetenschap dat een kind in Afrika vijftig cent per week kreeg, of een school in Afrika – of was het misschien toch Azië of La­ tijns-Amerika? – een docent. Waar het geld precies aan werd uitgegeven? We wisten eerlijk gezegd niet eens óf het wel werd uitgegeven.

Een betere wereld

in het kort: De consument zit aan de knoppen en dat geldt ook als het om goede doelen gaat. Activisme en persoonlijke controle zorgen voor echte betrokkenheid.

november 2010

35


De geboorte van The Next Big Thing

E

36

Q magazine in het kort: Grote vernieuwingen kunnen zich in de huidige wereld in razendsnel tempo manifesteren. En komen vaak uit volkomen onverwachte hoek.

© Natalie Kucken

Niemand had verwacht dat de digitale fotografie het gebruik van film binnen tien jaar tot een marginaal verschijnsel zou maken, maar dat is wel gebeurd. En daarmee is een overvloed aan nieuwe mogelijkheden ontstaan – commercieel en sociaal – die met elkaar de basis vormen voor een nieuwe verbondenheid.

Een voorbeeld van hoe dat gaat. Neem de overgang naar digitaal, in combinatie met nieuwe apparatuur als mobieltjes met camera’s en nu ook smartphones, met snellere communicatienetwerken, en met de sociale media die daardoor mogelijk zijn geworden. Het heeft de weg gebaand voor websites waarop de hele wereld foto’s plaatst en uitwisselt, zoals Flickr. De beschikbaarheid van honderden miljoenen afbeeldingen online (en er komen er elke dag meer bij) haalt de beroepsfotografie onderuit en maakt traditionele fotoagentschappen overbodig. Maar sites als Flickr maken het ook mogelijk dat iedereen nu overal zijn of haar wereld kan vastleggen, bekijken, tonen, delen en van commentaar kan voorzien. En dit met een breedte en diepgang die voorheen onmogelijk waren. We leren zo meer over onze wereld dan ooit tevoren.

Zo is het altijd gegaan. Maar nu is het anders: de echt ontwrichtende vernieuwingen die altijd de voorbode zijn van fundamentele veranderingen kunnen overal opduiken en zich in enkele jaren over de hele wereld verspreiden. Het zijn niet langer de researchafdelingen van de Fortune 500-bedrijven die bepalen wat de volgende grote innovatie wordt: de Next Big Thing kan op dit moment al opborrelen in een slaapkamer in Taipei of op een campus in Israël.

en applausje voor de Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter. Zijn theorie van de creatieve vernietiging stamt al uit de jaren 1940, maar lijkt in de huidige geglobaliseerde wereld relevanter dan ooit. In Schumpeters kijk op het kapitalisme is vernieuwing de drijvende kracht achter economische groei op lange termijn. Sommige bedrijven passen zich aan, andere gaan failliet en nieuwe bedrijven, markten, technologieën en manieren van leven ontwikkelen zich.

nieuw


B

Maar dat is geen reden om bij de pakken neer te zitten, want u hebt nog steeds een heleboel mee. Uw aantal om te beginnen – u bent met velen – en u bent bovendien rijker en vitaler en hebt meer vrije tijd dan alle voorgaande generaties (zie hierboven waarom). En volgens architect Oresti Sarafopoulos wordt het alleen nog maar beter. U staat op het punt een nieuw tijdperk in stedelijk wonen te ontketenen, een nieuwe romantiek. We staan, zo zei hij in NRC Next, aan de vooravond van een Gouden Eeuw, alleen deze keer is hij zilver. En u gaat dat alles meemaken. Geen vooruitgang en rijkdom meer, maar

ent u een babyboomer? Dan bent u misschien een beetje aangeslagen. U en uw generatiegenoten hebben het de laatste tijd namelijk nogal voor de kiezen gekregen. U hebt onze natuurlijke hulpbronnen opgebruikt en het geld voor de toekomst van uw kinderen zelf alvast uitgegeven. U hebt de maatschappelijke ladder beklommen en hem vervolgens achter u omhooggehaald. U dacht het goede te doen en al die tijd deed u alles verkeerd. Volgens Sarafopoulos biedt een verouderende maatschappij juist allerlei kansen, zolang we de discussie maar breder trekken dan de dreigende financiële en economische teruggang en een moeizame herverdeling. ‘De erosie van de invloed die Rijk en instituties uitoefenen op particulieren schept nu nieuwe markten en nieuwe doelgroepen. Nog nooit was er zo'n grote groep kapitaalkrachtige, goed opgeleide, zelfbewuste oude mensen die de middelen en de tijd hebben om hun leven en hun omgeving naar de hand te zetten.’ Kop op dus.

zichtbaar. De schaal wordt kleiner, menselijker, maar zonder in provincialisme af te glijden. Uw typische babyboomers-zelfredzaamheidsfilosofie zal tot een vorm van gezamenlijkheid leiden die de invloed van overheid en officiële instanties snel zal doen afbrokkelen.

zilver

zelfredzaamheid en bestendiging; de door de zilveren generatie omarmde nieuwe waarden voor de derde levensfase zullen de markt en de norm op hun kop zetten. Neem de gezondheidszorg. Door meer marktwerking in de zorg en technologische vernieuwing wordt de ouderenzorg gedecentraliseerd en minder massaal, en komt daarmee veel dichter bij uzelf. Dat heeft gevolgen voor hoe u leeft. Anders dan uw ouders gaat u niet in een tehuis, maar woont u in een kleine, luxueuze ruimte in een gemeenschappelijk ‘lifestylecomplex’ midden in de stad. Alsof dat niet genoeg is, probeert u ook uw omgeving opnieuw in te richten door de levendige stadswijk of de dorpsbuurt die u jaren geleden bent ontvlucht weer tot leven te wekken. Dankzij u zullen de steden stoppen met sterven: de aandacht verschuift zich weer van de stadsranden naar het centrum. Door in de bestemmingsplannen en het stedenbouwkundig beleid mensen de ruimte te geven zelf dingen te doen in plaats van alleen beperkingen op te leggen, ontstaan nieuwe economische en maatschappelijke initiatieven. De invloed van het individu wordt weer

in Babyboomerville

Welkom

Een betere wereld

in het kort: Het is nog lang niet gedaan met de vermaledijde babyboomer. Integendeel: de babyboomer wacht nog een glorieuze toekomst.

november 2010

37


Tekst: Elaine Romein Fotografie: Jussi Puikkonen

Een mooie toekomst

Als je vooruit wilt komen in het leven, helpt het om jezelf en de wereld te kennen. Of het nou gaat om grip op je leven, een nieuw toekomstperspectief of het vervullen van een droom: kennis geeft macht. Delta Lloyd Groep Foundation ondersteunt projecten die mensen helpen baas te worden over hun eigen leven. 38

Q magazine


‘ Ik waarschuw steeds: blijf uit de schulden!’ Nashaira (20) ‘Vijftien- en zestienjarigen denken zo makkelijk; ze willen alles hebben, ze denken dat het zomaar kan. Maar ik waarschuw hen: blijf uit de schulden, neem een baantje! Wen er maar aan dat je moet werken. Dan lachen ze me uit, want ze denken dat het toch wel goed komt.’ Nashaira weet waar ze het over heeft. Net 17 raakte ze zwanger, werd ze de dupe van een fraudezaak en kwam diep in de schulden. MaDi Amsterdam-Zuidoost en Diemen, bureau voor maatschappelijke dienstverlening, bood haar een stageplaats aan en zo ontdekte ze hoe leuk ze jongerenwerk vond. En belangrijk: samen met Jomar, Richenel en Ashley, haar Cash Money Budget-team, geeft ze les op vmbo’s over hoe je uit de schulden moet blijven. Het helpt dat ze als jongeren elkaars taal spreken, dat ze haar ervaring in kan zetten en dat ze contact kan onderhouden via Hyves. Daar maakt ze trouwens wekelijks een videojournaal voor. Ondertussen, na een studie sociaaljuridische dienstverlening, weet ze wat ze kan en wil ze liefst een baan in de jeugdreclassering. ‘En huisjeboompje-beestje natuurlijk.’ november 2010

39


‘ Een droom: een eigen expositie’ Cliff (23) Eerst netjes een vmbodiploma halen en dan alles toch in de soep laten lopen. Geen enkele vervolgopleiding vond hij boeiend genoeg om af te maken. Uiteindelijk hing hij dagenlang thuis op de bank. ‘Ik deed niets meer. Het was chaos in mijn hoofd en ik hechtte nergens waarde aan.’ Scoren door Scholing, een project van de stich-

40

Q magazine

ting Vitesse Betrokken en roc Rijn IJssel Arnhem, dat met trainingen en stages schoolverlaters helpt perspectieven te ontwikkelen, leerde hem de dingen op een rijtje zetten. ‘Mensen bleken enthousiast over mijn schilderwerk, zeiden dat ik daar meer mee moest doen. Toen bedacht ik dat ik er misschien wel van zou kunnen leven.’ Nu geeft Cliff work-

shops schilderen en tekenen aan kinderen en jongeren, in buurthuizen en op scholen. Zijn droom: een expositie. Ook fijn: een eigen dak boven het hoofd, want nu logeert hij, tijdelijk natuurlijk, bij zijn vader. Die expositie is gelukt: bij OHRA in Arnhem, waar ze hem nog kenden van zijn stage. Dat dak boven zijn hoofd komt er vast ook.


Een mooie toekomst

‘ Er is weer rust en ruimte in mijn leven’ Christine (55) Vroeger deed haar vriend al het papierwerk, maar die is er niet meer. Het gevolg: tientallen ordners met papieren. Alles bewaarde ze voor de zekerheid, in een apart kamertje. Iets weggooien durfde ze niet. Post werd ongeopend opgeborgen, rekeningen niet betaald. Afspraken met de sociale dienst werden afgezegd omdat ze de juiste papieren niet kon vinden. Christine, alleenstaande moeder, werd onder curatele gesteld. ‘Ik ben volwassen, niet achterlijk, maar ik gedroeg me als een klein kind. Alles schoof ik voor me uit.’ Toen ze op tv een programma zag over Thuisadministratie, belde ze en vroeg om hulp. Zes keer, om de twee weken, kwam een mevrouw alles met haar doorspitten. De chaos te lijf, de paniek wegwerken. Helpen keuzes te maken. Nu is er weer licht aan het einde van de tunnel. ‘Ik voel me zoveel zekerder.’ Soms heeft ze nog wel moeite met de post. Maar ze maakt brieven nu open en rekeningen worden keurig betaald. En voor de ordners heeft ze tabbladen gekocht. Rust en ruimte, dat heeft ze ervoor teruggekregen. november 2010

41


‘ Heerlijk om op zondag naar school te gaan’ Mabel (22) Een gewoon Nederlands beroep, dat komt in haar Ghanese familie niet voor. En eigenlijk ook nauwelijks in haar omgeving, in Amsterdam-Zuidoost. Hoe moet je dan dromen over je toekomst? Door de IMC Weekend­school ging voor Mabel een totaal nieuwe wereld open. Daar maken jongeren zoals Mabel kennis met wat er nog meer op de wereld is en zo worden ze gesteund bij het ontwikkelen van hun (vaak onvermoede) talenten. Ze kreeg lessen over rechten, medicijnen, sterrenkunde, filosofie, gegeven door enthousiaste mensen uit het vak. Ze werd meegenomen naar plaatsen waar ze nooit was geweest, zoals een rechtbank, om te ervaren wat een vak betekende in de praktijk. ‘Ik vond het echt heerlijk om op zondag naar de Weekendschool te gaan. Er was zoveel te ontdekken.’ Al die nieuwe ervaringen gaven haar een geweldig gevoel: ‘Ik kreeg daar zelfvertrouwen!’ En nu begint ze – onvoorstelbaar eigenlijk – aan de studie Management, Economie & Recht aan de Hogeschool van Amsterdam. Liefst wil ze straks een eigen zaak. Maar eerst nu dat diploma halen, ze weet hoe belangrijk dat is. Meer over de Weekendschool op www.qblog.deltalloydgroep.com, onder Onderwijs.

42

Q magazine


Een mooie toekomst Colofon

Delta Lloyd Groep Foundation biedt kennis en kansen De gemiddelde financiële consument heeft weinig verstand van de financiële zaken waarover hij of zij moet beslissen in het leven. Gebrek aan opleiding (al zijn er ook verrassend veel hoogopgeleide financiële analfabeten), ongeïnformeerdheid, verkeerde verwachtingen, desinteresse; het zorgt voor irrationele keuzes als het over geld gaat. En vaak met grote gevolgen. Als financiële dienstverlener is Delta Lloyd Groep zich maar al te goed bewust van dit probleem. Een te hoge hypotheek, een lening met een woekerrente of een verkeerd gekozen levensverzekering kan mensen jarenlang gijzelen. En het zijn met name de toch al kwetsbare groepen in de samenleving die in de problemen komen. Met de Delta Lloyd Groep Foundation, opgericht in 2008, probeert Delta Lloyd Groep daar wat aan te doen, door financiële kennis en vaardigheden te bevorderen. Niet door het probleem van mensen over te nemen, maar door zelfredzaamheid te stimuleren en financiële problemen voor te zijn. De stichting ondersteunt daartoe initiatieven die kennis en kansen bieden. Een duwtje in de rug, zodat men zelf de volgende stap kan zetten. Delta Lloyd Groep Foundation werkt hiervoor samen met vele bestaande partijen. Van grote landelijke organisaties als het Nibud en CentiQ tot kleine, lokale buurtinitiatieven. Aan projecten wordt bijgedragen in de vorm van donaties, maar vooral ook met praktische ondersteuning. Medewerkers van Delta Lloyd Groep zetten zich in veel gevallen in als vrijwilliger; met hun specifieke kennis en deskundigheid helpen zij mensen bij financiële zaken, zoals bij het uitzoeken van hun administratie, de sanering van schulden en het slim aankopen doen met een minimaal budget. Zij geven cursussen en voorlichting: er wordt bijvoorbeeld lesgegeven over geld op de IMC Weekendschool en via de organisatie Resto vanHarte krijgen bewoners van achterstandswijken budgetcursussen. Ook worden onderzoeken over financiële vaardigheden verricht en verspreid.

Q magazine is een uitgave van Delta Lloyd Groep.

Hoofdredactie David Brilleslijper (Delta Lloyd Groep) Coördinatie Karin Kortekaas en Patrick Koimans (Delta Lloyd Groep) Concept & realisatie Proof Reputation | consultancy, concept & creation, www.proof.nl Artdirection en vormgeving Atelier van GOG, corporate, cultural & ­editorial design, www.ateliervangog.nl Aan dit nummer werkten mee Peter van Breukelen, Alastair Bruce, Hollandse Hoogte, Ritchard Kelliher, Natalie Kucken, Stefan Laberer, Martijn Steiner Lovisa, Dido Michielsen, Edith Plomp, Jussi Puikkonen, Richard Renaldi, Elaine Romein, Hanneke Savenije Lithografie Bloem digital imaging Drukwerk Marcomprint Drukwerkbegeleiding Printport Redactieadres cc@deltalloyd.nl Delta Lloyd Groep Corporate Communications

Voor meer informatie over de Foundation en de projecten die worden ondersteund, kijk op www.deltalloydgroepfoundation.nl.

november 2010

3


‘ Met z’n allen aan tafel, lekker eten en dan bedenken hoe je dingen kunt verbeteren’ (PAG. 16)

Op www.qblog.deltalloydgroep.com nog meer goed nieuws over de wereld. Lees over nieuwe ideeën, ontwikkelingen en ­innovaties, bekijk verrassende video’s, reageer, denk mee of deel je visie op de toekomst. Q is de naam waaronder Delta Lloyd Groep in dialoog gaat met haar stakeholders. Q wil inspireren en uitdagen mee te denken, over Delta Lloyd Groep, de wereld van de financiële dienstverlening en de toekomst. Met minstens vier keer per jaar een uitgave (Q staat voor quarterly), ook allemaal terug te vinden op het Q blog: www.qblog.deltalloydgroep.com.

Delta Lloyd Groep Toekomst verzekerd


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.