Ymere werkt nr15

Page 1

KWARTAALMAGAZINE OVER WONEN, LEVEN, GROEIEN

werkt

Wijkaanpak

Landlust ­aandachtswijk af Stadsvernieuwing

Weerstand, en dan?

Jeroen Heijdra (Dura Vermeer)

‘ Co-makership gaat een hoge vlucht nemen’

NR 15 | DECEMBER | 2011


voorwoord

Houdini H

arry Houdini, de legendarische goochelaar, slaagde erin zich te ­bevrijden uit politiecellen en politiehandboeien. Hij werd daarmee wereldberoemd. Nog steeds worden zijn acts door goochelaars en ­illusionisten in een of andere vorm uitgevoerd. Veel corporatiedirecteuren zouden tegenwoordig over het talent van Houdini willen beschikken. We staan voor een ingewikkelde act: terwijl we aan handen en voeten gebonden zijn, moeten we de vermogensheffing van minister ­Donner in 2014 opbrengen. Bij Ymere gaat het jaarlijks om 24 miljoen euro. Dat bedrag bereiken we niet eens als we alle huuropbrengsten maximaliseren. ­Weliswaar mogen we in de metropoolregio Amsterdam sinds 1 oktober vrij­ komende sociale huurwoningen duurder verhuren, maar we kiezen ervoor sociaal verantwoord om te gaan met de 15/25-puntenregeling van minister Donner. We willen dat er voldoende woningen beschikbaar blijven voor de lagere inkomens. We respecteren ons huurbeleid en voeren daarover goed overleg met onze huurdersverenigingen. Woningen verkopen dan? Het afgelopen jaar zijn we daarin succesvol geweest. Maar de verkoop staat onder druk. Verkopen heeft bovendien een vaak veron­ achtzaamd neveneffect: de voorraad betaalbare huurwoningen, zo belangrijk voor starters, wordt kleiner. We zullen dus iets moeten doen aan onze investe­ ringen en aan onze kosten. Minder investeren (minder nieuwbouw/herstruc­ turering/hoog niveau-renovatie) betekent minder geld lenen, en dus minder rente betalen die op de kasstroom drukt. Maar wat is het effect op de kwaliteit, de duurzaamheid en de leefbaarheid voor bewoners? Kosten besparen doen we door kritisch te kijken naar al onze uitgaven. Ymere gaat in 2012 13 miljoen euro bezuinigen. Daarnaast zoeken we naar manieren om sneller, beter en goedkoper te werken. Ons co-makership met geselecteerde bouwbedrijven is er een mooi voorbeeld van. U leest erover in deze Ymere werkt. Uiteindelijk zullen we er in slagen de vermogensheffing bij elkaar te harken. Maar deze financieel gestuurde oplossing is volkshuisvestelijk gezien armoe­ dig. Het moet anders. Nu zoeken we naar oplossingen terwijl we geketend zijn: inflatievolgend huurbeleid, met een systeem van woningwaardering dat geen relatie legt ­tussen kwaliteit, locatie, populariteit en prijs. Nog altijd kost een huurwoning van 75 vierkante meter in het centrum van Amsterdam of Utrecht net zoveel als in L ­ eeuwarden of Terneuzen – en dat wordt in stand gehouden. Pas als dat verandert, zoals in het Ymere-voorstel met een r­ egionale huursom­ benadering op basis van een reële prijs-kwaliteitverhouding, komt er écht ruimte voor vernieuwing en hoeft de corporatie­directeur niet meer te hopen dat hij op een ochtend wakker wordt als b ­ oeienkoning. Roel Steenbeek

2 | DECEMBER | 2011

“ Zoeken naar oplossingen terwijl we geketend zijn”


inhoud

Landlust Een wijk kan met een aantal ingrepen al snel positief veranderen. Van aandachtswijk naar wijk met aandacht.

08

Leefbare ­metropool Nathal van Rijn: “In Almere is het bedrijfsleven aan zet.”

20 Co-makers

En verder…

Het is beter, goedkoper, sneller en leuker. “ De openheid waarin we samenwerken is uniek.”

04 Mijn wereld

Welcome2Amsterdam 13 Podium

New Harloheim

14

18 De Zachte Atlas

Jan Rothuizen ­bezoekt een bouwkeet 24 Ontmoetingsplekken

Moestuinen in de stad

Gebiedsontwikkeling in Amsterdam Wat te doen met weerstand van bewoners? Anke Huntjens (Ymere): “Soms kunnen we niet anders.”

28

27 Werk in uitvoering

Groenoord 35 Wie is waar

Dag van de ­Huismeester

Coverfoto Jeroen Heijdra (Dura ­Vermeer) in de Vrolikstraat in Amsterdam-Centrum. werkt | 3


mijn wereld

Welcome2Amsterdam

Z

e maakt de bedden op, serveert het ontbijt en regelt de boekingen via de website. “Ik doe het allemaal met plezier, zelfs het poetsen van de kamers”, zegt Valerie Etnel (25). Voor een periode van zes maanden doet ze werkervaring op bij onder andere Welcome2Amsterdam, een bed & breakfast in Amsterdam-Noord. BSNWerkervarings­bedrijf en Ymere hebben daar vier arbeidershuisjes

4 | DECEMBER | 2011

omgebouwd tot frisse gastenverblijven in Hollandse stijl. Een groot succes, want de huisjes, die op vijf minuten van het centrum van Amsterdam liggen, zijn de meeste tijd goed bezet. Jongeren als Valerie krijgen er de kans zichzelf te ontwikkelen en te ontdekken waar hun interesses liggen. ­Valerie: “Ik heb een kappers­opleiding gedaan en een administratieve opleiding, maar mijn cv is nog maar kort.


Dat ik bij Welcome2Amsterdam ervaring kan opdoen, is goed voor mijn toekomst. Ik heb nu al gemerkt dat ik het contact met de gasten het allerleukst vind. Als ze aankomen, geef ik ze een rondleiding, en bij vertrek vraag ik hoe ze het vonden. Ik maak het mensen graag naar hun zin. Een vaste baan bij een klantenservice, dat lijkt me wel iets voor mij.”

werkt | 5


kort

Samen meer MBO Grote bedrijven gaan meer samenwerken op het gebied van maatschappelijk betrok­ ken ondernemen (MBO). Ook Ymere heeft daartoe een intentieverklaring onder­ tekend. Tijdens het eerste MBO-koplopers­ overleg van MVO Nederland hebben MBO-managers van dertig grote bedrijven, alle koplopers op het gebied van maatschappelijk betrokken ondernemen, onderzocht hoe ze hun krachten kunnen bundelen rond maatschappelijke vraagstukken. Willem Lageweg, directeur van MVO Nederland: “We ­willen het bedrijfsleven prikkelen en ondersteunen zich open te stellen voor samenwerking met partijen die misschien op commerciële markten hun concurrenten zijn. Voor economisch rendement is concurrentie nodig, voor maatschappelijk rendement is samenwerking de sleutel.”

Een boom om te wensen Bankjes en poefjes met mozaïeken, met in het midden een boom: zo ziet de nieuwe ontmoetingsplaats in Stedenwijk, midden in Almere-Stad, eruit. In de zogenaamde ‘Boom om te wensen’ mogen passanten hun wensen hangen. Deze wensen kunnen vervolgens aanleiding geven om met elkaar in gesprek te gaan, zo is de achterliggende gedachte van Etuconsult, dat het kunstpro­ ject in opdracht van Ymere heeft ontwik­ keld. Leerlingen van De Brede School Steden­

wijk, hun ouders en buurtbewoners heb­ ben samen de mozaïeken gemaakt tijdens workshops in activiteitencentrum Steden­ punt. In verschillende talen is het woord ‘wens’ erop te lezen. Tijdens de opening van de nieuwe ont­ moetingsplek hing ook Berdien Steunen­ berg, wethouder beheer, leefomgeving en cultuur in Almere, haar wens in de boom: “Ik richt me tot alle aanwezige kinderen en vraag hun om ieder jaar een wens van iemand anders te laten uitkomen.”

Bonte verzameling Mbo- en topsportstudenten, ouderen met dementie of een beperking, en bezoekers van het wijkrestaurant of het klimcentrum: maar weinig gebouwen in Nederland hebben zo’n bonte verzameling bewoners en gebruikers als De Tribune op Laan van Spartaan in Amsterdam-West. De Tribune herbergt onder andere studentenwoningen, seniorenwoningen en rolstoelwoningen, zorgwoningen van Cordaan, en meerdere sportfaciliteiten. Om de hoek komt bovendien een nieuwe vestiging van het ROC van Amsterdam. De Tribune is ontwikkeld door VOF De Stadstuinen, een samenwerkingsverband tussen Ymere en Bouwfonds Ontwikkeling. Onlangs is het complex opgeleverd.

6 | DECEMBER | 2011


Topsport­ woningen in­­ Haarlem Top-judoka’s Kitty Bravik en Jasper de Jong zijn de allereerste bewoners van zogenaamde Topsportwoningen in Haarlem. Zij nemen deel aan een pilotproject van Ymere, Stichting Topsport Kennemerland en de gemeente Haarlem, waarbij topsporters van buiten de regio voorrang krijgen op een woning in Haarlem. Als tegenprestatie gaan de topsporters zich inzetten voor hun nieuwe wijk in de vorm van sportclinics voor de jeugd, een presentatie over sporten en gezondheid op scholen, of door deelname aan een project over sport in de wijk.

Kappen met Klagen Vorig jaar hebben jongeren op IJburg zich regelmatig laten horen over het gebrek aan activiteiten en faciliteiten in hun woonomgeving. Dat heeft geleid tot het project ‘Kappen met Klagen, Wat ga jij doen voor IJburg?’ Initiatiefnemer Ymere wil jongeren onder die noemer helpen hun ideeën en dromen waar te maken. Dat gebeurt in de vorm van allerlei workshops, zodat zij hun talenten kunnen ontwikkelen. Behalve in IJburg is Ymere in meerdere wijken in Amsterdam-Oost bezig om jongerennetwerken op te zetten. Het doel daarvan is om jongeren te activeren die zich willen inzetten voor hun eigen leefomgeving. De jongeren die actief en gemotiveerd zijn, krijgen de mogelijkheid om aan activiteiten deel te nemen en worden uitgenodigd om hun mening te geven over maatschappelijke thema’s die hen aangaan.

STIMULANS VOOR MICRO-­ ECONOMIE ZP-NET Hoofddorp: dat is de naam van een nieuw, gratis netwerk voor zelfstandige ondernemers. De initiatiefnemers willen de bekendheid van kleine ondernemers vergroten bij bewoners in de Hoofddorpse wijken, zodat opdrachten eerder aan ondernemers om de hoek worden gegund. Ymere en Rabobank Regio Schiphol ondersteunen dit netwerk. Dit stimuleert immers de micro-economie binnen Hoofddorp en kan een grotere samenhang in de wijken creëren.

Y AM Home De verkoop van fase 3 van het project Y AM Home is gestart. In het Homeruskwartier in Almere Poort komen zestien grote eengezinswoningen met een riante tuin op het zuiden. De eerste woningen zijn inmiddels al in optie genomen. Y AM Home is een project van Y AM Home Ontwik­ keling, een combinatie die bestaat uit AM en Ymere, en wordt in fasen gebouwd. De wijk telt straks onge­ veer 200 woningen. Meer weten? Kijk op www.yamhome.nl werkt | 7


landlust

van

AANDACHTSWIJK naar wijk met aandacht

Landlust is binnenkort aandachtswijk af. “Het ­resultaat van goed ­kijken, interveniëren, verbinden en ­samenwerken”, stelt Henk Pauw, manager gebiedsbeheer van Ymere in Amsterdam-West. “We zijn hier nog niet klaar, maar Landlust kan wel van ons lijstje af.”

8 | DECEMBER | 2011

E

en groot deel van de woningen in Landlust, een jarendertigwijk in Bos en Lommer, is eigendom van Ymere. In 2007 kreeg de wijk het stempel ‘krachtwijk’. Er moest iets gebeuren. Pauw: “Samen met collega-corporatie Eigen Haard en het stadsdeel hebben we toen een wijkanalyse gemaakt. We heb­ ben doelen, ­kansen en bedreigingen gedefinieerd. Speerpunten waren: meer differentiatie, mooie woonomgeving, ­versterking van de wijkeconomie, ont­ moeten en talentontwikkeling. Vervol­ gens hebben we fysieke projecten benoemd en sociale inter­venties


Henk Pauw

“ Een aandachts­ wijk kan met een ­aantal ingrepen al snel positief ­veranderen” werkt | 9


landlust

‘ Leuke dingen ­organiseren’ Marius Heijn kocht tweeënhalf jaar geleden een appar­ tement in Landlust. Landlust betekende toen nog niets voor hem. “Maar door zelf leuke dingen te organiseren leer je een buurt kennen.” Weinig woonlagen, veel ruimte en licht en zorgvuldig gerestaureerde woonblokken. Dat waren de redenen voor Heijn om naar Landlust te komen. “Pas toen ik er woonde, kreeg de buurt meer betekenis voor me. En dat kwam vooral omdat ik leuke dingen ging organiseren.” Bijvoorbeeld een etentje met de kopers in zijn blok. Of binnen de Vereniging van Eigenaren een bewoners­ commissie oprichten die activiteiten organiseert. “Kerstbomen in de binnentuin versieren met een glaasje glühwein erbij. Deze zomer hebben we een barbecue georganiseerd.” Om het leuk te maken in de buurt moet je iets doen, vindt Heijn. “Voorheen woonde ik in de Baarsjes. Daar draai ik nog steeds met vrienden maandelijks films met de Cinebaars, een gratis ­bioscoopavond voor iedereen. Misschien gaan we in Lokaal Van de Buurt ook gratis films vertonen. De komst van het café heeft de buurt waanzinnig veel goeds gebracht.”

Spring­levend ­Landlust Onder de noemer Springlevende Wijken initieert en begeleidt de Academie van de Stad projecten die de bewonersparticipatie in Amsterdam een boost moeten geven. Hierbij zet de Academie, in ruil voor studiepunten of gratis huisvesting, studenten in van hbo- en universitaire opleidingen. Ook Ymere maakt gebruik van de creativiteit en kennis van deze studenten. Het eerste project dat de studenten in 2009 in Landlust hebben opgezet, is samen met basisschool Narcis Querido een brede school ontwikkelen. Merel Molenkamp, studentbegeleider namens de Academie van de Stad: “Pabo-studenten hebben een naschool­ programma opgezet. Van huiswerk­­begeleiding en dansles tot creatieve club. In ruil voor hun werkzaamheden, vaak meer dan de overeengekomen acht uur per week, betalen de studenten geen huur aan Ymere.” Inmiddels is een tweede project opgestart met studenten van onder meer de Pabo, communicatiewetenschappen, toegepaste psychologie en HRM. “Hun op­dracht is om de huiswerkbegeleiding voort te zetten en met de Buurt­bikkels, kinderen van acht tot twaalf jaar, de wijk te schouwen en schoon te houden. Daarnaast organiseren de studenten activiteiten in de onlangs geopende Woonkamer in de Bestevaerstraat. Het is de bedoeling dat bewoners die activiteiten op den duur zelf gaan organiseren.” 10 | DECEMBER | 2011


bedacht. Voor de sociale interventies zijn we op zoek gegaan naar partners, initia­ tiefrijke bewoners en ondernemers.” Die aanpak heeft ertoe geleid dat Land­ lust eind dit jaar van het lijstje ‘aan­ dachtswijken’ af kan. Pauw: “Een aandachtswijk kan met een aantal ingre­ pen al snel positief veranderen. Bijvoor­ beeld door goed en consequent beheer en onderhoud van de (semi-)openbare ruimte. In Landlust speelt het Klussen­ team een belangrijke rol. In opdracht van Ymere en het stadsdeel schouwt het portieken, straten en pleinen. Ymere en het stadsdeel komen direct in actie bij gebreken en vuil.”

Basis op orde Met woningverbetering en extra aandacht voor de openbare ruimte werd in Land­ lust relatief snel de ‘basis’ weer op orde gebracht. Maar de echte kracht van een wijk ligt, volgens Pauw, op drie niveaus: wijkeconomie, talentontwikkeling en ont­ moeten. “En daar zijn we vervolgens mee aan de slag gegaan. Uit onderzoek bleek bijvoorbeeld dat er relatief veel zzp’ers in Landlust wonen. Deze ondernemers wil­ den we ondersteunen en motiveren. Dat hebben we gedaan met het onlangs geopende bedrijfsverzamelgebouw De Coppel. Hier kunnen ondernemers samenkomen, netwerken en flexwerken.”

Loslaten Ook talentontwikkeling heeft in Landlust een impuls gekregen. Pauw: “Het verster­ ken van de basisschool, de ontmoetings­ functie op het plein en de concentratie van voorzieningen rondom dat plein, maakten een brede school mogelijk. Een deskundige uit ons netwerk heeft de mogelijkheden hiertoe verkend

Lokaal Van de Buurt Er was aanvankelijk weerstand. Mensen wilden geen café in de wijk. Inmiddels is Lokaal Van de Buurt een belangrijke ontmoetingsplaats in Landlust. Eigenaar en initiatiefnemer Arnoud van Rooij: “Wij zijn van en voor de buurt.” Uit zijn cv blijkt dat hij op veel plekken werkervaring heeft opgedaan: op de hotelschool, bij La Place, bij Amnesty International en als vrijwillig buurtwerker. “Bij de volgende stap wilde ik graag al mijn werkervaring bundelen: een café-restaurant met een ontmoetingsfunctie in de wijk”, vertelt Van Rooij. Hij probeerde het in de Chassébuurt. Daar was geen plek. Maar toen Ymere een nieuwe bestemming zocht voor de voormalige hengel- en matrassenzaak, dachten ze aan Van Rooij. Hij bekeek de plek en was om. “Veel licht, mogelijkheden voor een terras en ruimte voor een ­keuken, café en restaurant.” Zijn lokaal is nu zes maanden open. De wijnkeuze kwam tot stand na een proeverij met de buurt. Binnenkort keuren gasten de whisky. “We hebben al twee keer de Bos & Lommer Buurt Bingo georganiseerd. Iedereen neemt afdankertjes mee die de prijzen vormen. Laatst wilde een mevrouw sjoelen, en de eerste sjoelavond is reeds geweest. Met een buurtbewoner kijken we of we een filmavond kunnen organiseren. We willen echt van en voor de buurt zijn.” werkt | 11


landlust

en de vervolgstappen in kaart gebracht. Dat rapport hebben wij aangeboden aan de school en het stadsdeel. Daarnaast hebben wij Pabo-studenten gehuisvest in onze aangrenzende woningen en gekop­ peld aan deze school. De school en het stadsdeel gaan hiermee nu verder.” Elkaar ontmoeten kunnen de buurtbewo­ ners inmiddels op verschillende plekken: bij café-restaurant Lokaal Van de Buurt en in de Woonkamer. Pauw: “Lokaal Van de Buurt is een co-creatie. Dankzij de econo­ mische kansenzoneregeling, een extra subsidie vanuit de gemeente Amsterdam, een bescheiden huurgewenning van Ymere en natuurlijk een initiatiefrijke ondernemer, is het gelukt. Ymere is hier inmiddels nog slechts ‘verhuurder’. Bij de Woonkamer zijn we nog wel nauw betrokken. Samen met de Academie van de Stad draaien we hier sinds mei activi­ teiten, van huiswerkbegeleiding tot een fotografieclub. Het is de bedoeling dat de buurt de Woonkamer binnen een jaar zelf gaat dragen.”

Nog niet klaar Wat al deze initiatieven gemeen hebben, is dat Ymere en het stadsdeel ze samen hebben opgestart, en dat ze vervolgens zijn overgenomen door anderen. “Bedrij­ ven, ondernemers, buurtbewoners, scho­ len, instellingen: zij houden in Landlust bijna alle initiatieven draaiende. Dat betekent dat wij ons in deze voormalige aandachtswijk vooral kunnen toeleggen op onze kerntaak: het goed beheren, ver­ huren en verkopen van ons woningbezit. Landlust is voortaan voor ons geen aan­ dachtswijk meer, maar een wijk met aan­ dacht. We zijn hier nog niet klaar, maar 12 | DECEMBER | 2011

Van netwerken tot ­flexwerken De Coppel in de Coppelstockstraat is een bedrijfsverzamelgebouw. De negen units waren vrijwel direct verhuurd. Een van de huurders is ­creatief ondernemer Vera van Dun. Naast huurder is ze ook sleutel­beheerder en aanjager van het bruisende ondernemershuis. “Deze plek had meteen effect op de buurt.” Ymere verbouwde een oude garage tot bedrijfsverzamelgebouw. “Uit onderzoek bleek dat er veel eenmanszaken in de buurt waren gevestigd. Schrijvers, regisseurs, accountants. Allemaal eenlingen die af en toe een vergaderzaal nodig hebben. Of die willen sparren met een andere ondernemer. Ook bleek dat mensen uit de buurt op zoek waren naar kantoorruimte.” De negen units waren dan ook heel snel verhuurd, vertelt Van Dun. Naast huurder is ze aanjager van De Coppel als ondernemershuis. Ze regelt de verhuur van de vergaderzaal en het gebruik van de flexplekken. “Daarnaast organiseer ik vrijdagmiddagborrels. Gewoon leuk of om te netwerken. We willen ondernemersworkshops houden en speedmeets. De Coppel moet een plek worden waar ondernemers elkaar ontmoeten, zaken met elkaar doen of gewoon met elkaar in gesprek gaan. Vanuit huis werken kan soms eenzaam zijn. Even naar De Coppel en je ontmoet gelijkgestemden.”


podium

I

n het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) in ­Rotterdam is tot en met 18 maart 2012 een tentoonstelling over de winnaars van de Ymere NAi prijsvraag 2011 ‘New Harloheim’. Opdracht van de tweejaarlijkse prijsvraag was dit keer een visie te ont-

wikkelen voor Haarlem-Oost, en hoe dit gedeelte van de stad zich kan ontwikkelen tot een ­wezenlijk onderdeel van de metropool­regio Amsterdam. Het team van hoofdontwerpers Joep van der Veen en Tom ­Bokkers heeft dat in de ogen van de jury het beste gedaan.

In hun visie ­‘Kettingreactie’ krijgt Haarlem-Oost een parelketting van ‘verschillende ­kleine impulsen die uiteindelijk een kettingreactie veroorzaken’. De tentoonstelling is een ontwerplab waarin de ­winnaars hun plan verder ­uitwerken.

werkt | 13


co-makers Bart Maas (33) is bedrijfsleider van de vestiging Heemstede van Thunnissen, een ontwikkelende bouwer die voornamelijk in de Randstad actief is. Hij is teamleider co-makership voor twee projecten met Ymere: de ontwikkeling van de locatie Berlagelaan in Haarlem (106 woningen, te bouwen vanaf 2012) en van het Jansoniusterrein in Hoofddorp (circa 100 woningen, in uitvoering).

Beter, goed­ koper, “H sneller, leuker Niet meer elk project apart ­aanbesteden, maar langdurig ­samenwerken met een aantal bouwbedrijven van bewezen kwa­liteit. Doel: betere producten, gerealiseerd tegen lagere kosten, in minder tijd, met meer plezier. Dat zijn de uitgangspunten van de samenwerkingsovereenkomst die Ymere in juni 2011 formeel heeft gesloten met de bouwbedrijven ERA Contour, Dura Vermeer en Thunnissen. Co-makership, werkt het? Vier nauw betrokkenen maken een tussenbalans op. 14 | DECEMBER | 2011

et eindproduct ziet er hetzelfde uit, maar ver­ der is bij co-makership alles anders dan normaal. Het is eigen­ lijk raar zoals we altijd hebben gewerkt. Bij een aanbesteding probeert iedereen de laagste prijs op tafel te leggen. Ver­ volgens is iedereen zich vooral aan het indekken. Dat werkt niet meer. Bij co-makership gaat het er open en transparant aan toe. Ook financieel. Zo doen wij nu de kostenbewaking samen met Ymere. We hebben zelfs onze risicopotjes samengevoegd. Dat schept een band. Er is geen wan­ trouwen, en dat maakt het werk veel leuker. De energie gaat nu de goede kant op: hoe kan ik het beste product maken? Bij de Berlagelaan kiezen we nu voor producten die tijdens de reali­ satie duurder zijn, maar in de beheer­ fase juist niet. Dat is toch mooi? Uiteindelijk is de klant de winnaar. Je merkt het, ik ben laaiend enthou­ siast. Helemaal mooi is dat we nu met ERA en Dura Vermeer informatie ­uitwisselen over dingen waar we tegenaan zijn gelopen. Dat is nog nooit vertoond. Daardoor leren we nog sneller. Natuurlijk is het soms ingewikkeld. Het kost energie om de omslag te maken. Ik moet – ook naar onderaan­ nemers en leveranciers toe – veel ­zendingswerk doen. De valkuil is dat je weer in oud gedrag vervalt. Maar weet je, dit gaat het helemaal worden. ­Co-makership is een beetje een hype, maar dit waait echt niet meer over.”

Bart Maas

“ We leren nu nog sneller”


Henk Homberg (59) is directievoorzitter van ERA Contour. In co-makership met Ymere realiseert ERA ‘Buiten in Buiten’ in Almere (een appartementengebouw met veel aandacht voor duurzaamheid) en de renovatie en nieuwbouw van de Kraaipanschool en omgeving in de Transvaalbuurt in Amsterdam.

“W

Henk Homberg

“ De open­ heid is uniek”

ij zochten al langere tijd naar manieren om anders met onze opdrachtgevers samen te werken. We zagen de bouwkosten enorm oplopen. De markt kan dit niet op­ vangen, dachten wij. Bovendien waren we bezig met een cultuurverandering. We wilden anders gaan werken, de klant een beter product leveren. De crisis heeft voor een stroomversnelling gezorgd. Toen Ymere ons twee jaar geleden bena­ derde voor co-makership, was dat een ­geschenk uit de hemel. Als je de dingen ­anders wilt doen, moet je immers wel pro­ jecten hebben waarin je kunt laten zien dat het werkt. En ja, het werkt: de Kraaipan­ school wordt sneller gerealiseerd omdat we allerlei processen parallel uitvoeren en ­eerder weten wat er bij Ymere speelt. Voor ­‘Buiten in Buiten’ in Almere ligt er nu een haalbaar plan, dat we waarschijnlijk gaan ontwikkelen in de helft van de tijd. De openheid waarin we samenwerken, is uniek. Het gaat om een cultuuromslag die nog nooit is vertoond. De verhouding tussen bouwer en opdrachtgever is anders. Het gaat niet meer om macht, maar om vertrouwen. We willen nu vooral samen goede resultaten neerzetten. Dat maakt het werken veel ­leuker. Natuurlijk, het gaat met vallen en opstaan. We lopen tegen dingen aan, zoals een zekere stroperigheid bij Ymere – die ze overigens zelf heel goed zien! – en ook wijzelf moeten elke dag leren. Maar er is geen weg terug. Sterker nog, we gaan het méér doen, uit volle overtuiging. Ik draag dat ook uit. In 2014 wil­ len we helemaal zo werken. Dat moet ook wel, want voor onze medewerkers is het niet te volgen als je oud en nieuw naast elkaar laat bestaan.”

werkt | 15


co-makers Marlies Mulder (29) is projectontwikkelaar bij Ymere. Ze is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het project Berlagelaan in Haarlem en het Jansoniusterrein in Hoofddorp en werkt daarbij nauw samen met Bart Maas van co-maker Thunnissen.

“C

Marlies Mulder

“ Dit is iets van onze generatie” 16 | DECEMBER | 2011

o-makership, dat is echt iets van onze generatie, de gene­ ratie Y. Wij hebben geen zin meer in die oude vechtcultuur. Onderling vertrouwen past bij de manier waarop wij willen werken. Wat niet wil zeggen dat we niet scherp zijn. Met onze co-makers gaan we open en transparant om, maar we blijven kritisch. Misschien zelfs meer dan vroeger. Als je elkaar echt vertrouwt, kun je juist alles zeggen. Of het werkt? Ja. Voorbeeldje: de planning voor het bouwproject Berlagelaan is met 30 procent ingekort. In januari 2011 zijn we met de ontwikkeling begonnen, in november is de bouwaanvraag ingediend. Wat soms wel twee jaar duurt, ging hier dus in tien maan­ den. Dat komt puur door co-makership. We werken veel efficiënter, het proces is anders ingericht, de gebruikelijke fasering is losge­ laten en de afnemers van de woningen zitten ook meteen aan tafel. Omdat alle partijen worden betrokken bij het proces, gaat het allemaal veel sneller – en is het veel leuker. Het levert iedereen veel positieve energie op. Per vierkante meter is het ontwerp nu nog niet goedkoper dan aan het begin van het traject was geraamd. Om te kunnen vergelij­ ken is een nul-meting nodig, maar die is nu nog in ontwikkeling. Het ontwerp is nu vooral efficiënter. We hebben bijvoorbeeld zes woningen extra gecreëerd binnen dezelfde hoeveelheid vierkante meters. En mensen vinden het een ‘duur plan’. Daaruit blijkt dat we in elk geval meer kwaliteit heb­ ben gemaakt voor de standaardprijs. Intern vallen nog wel eens stiltes als het over co-makership gaat. ‘Leg jij je kaarten open op tafel voor de aannemer? Dat moet je toch nooit doen?’ Daar zie je de oude manier van denken terug. Die reserves kunnen we alleen wegnemen door goede zakelijke resultaten te laten zien.”


Jeroen Heijdra (39) is directeur bij Dura ­Vermeer. In co-makership met Ymere realiseert Dura ­Vermeer tweehonderd woningen in de nieuwbouwwijk Toolenburg-Zuid in Hoofddorp (start bouw 2012), en werkt aan de ontwikkeling van de zogenoemde Gele Panden in Amsterdam: sloop en vervangende nieuwbouw van vier panden aan de Vrolikstraat en twaalf panden aan de 3e Oosterparkstraat. Daarnaast is Dura Vermeer betrokken bij 92 woningen in de wijk Kadoelerbreek in Amsterdam en bij de ontwikkeling van de nieuwbouwwijk Nobelhorst in Almere.

“O

p dit moment doen wij zes tot zeven co-makertrajecten met woningcorporaties en zorginstel­ lingen. Een paar jaar geleden hadden wij daar nog geen enkele ervaring mee. Eerlijk gezegd heeft Ymere ons daarbij echt geïnspireerd. Wij zijn er in korte tijd van overtuigd geraakt dat dit tot betere prestaties leidt. We zitten nu gelijkwaardig met onze opdrachtgever aan tafel, en dat werkt prettig. We leren van wat we doen, en we delen kennis met anderen, ook met andere bouwbedrij­ ven. Dat is ongebruikelijk voor de branche. Het is ook wennen. We lopen tegen ingesleten werkwijzen aan. Die wil ik graag doorbreken. Bij mij aan de muur hangt een wandtegel: Als je doet wat je altijd gedaan hebt, krijg je wat je altijd gekregen hebt. Wij willen méér: sneller werken bij ontwikkeling en realisatie, lagere kosten en betere prestaties voor de klant. Bovendien is het leuker! Alleen zo krijg je namelijk mensen in beweging. Voor veel medewerkers is ‘beter, sneller en goed­ koper’ niet echt een drijfveer. Maar als je werk leuker en inspirerender wordt, dan bereik je de andere doelen ook. Bij de Gele Panden zien we dat al: daar gaan we sneller bouwen, tegen lagere kosten: tien procent onder het budget. Door ­co-creatie kunnen we hier ook tijdverlies goed­ maken; de panden waren namelijk gekraakt en zijn eind oktober ontruimd. Ik las laatst dat nog slechts vijftien procent van alle bouwgerelateerde bedrijven met co-maker­ ship bezig is. Dat heeft te maken met de weer­ barstigheid van de oude cultuur. Maar dat gaat veranderen. Veel jongeren, maar ook steeds meer ouderen, staan open voor vernieuwing. ­Co-makership gaat een hoge vlucht nemen.”

Jeroen Heijdra

“ We leren van wat we doen” werkt | 17


de zachte atlas

18 | DECEMBER | 2011


Waterlandplein Beeldend kunstenaar Jan ­Rothuizen ontmoet bekende en minder bekende mensen en schetst hun leef­ wereld. Dit keer neemt hij een kijkje op de werkplek van Wim Gastel, hoofdopzichter op Het Nieuw Waterlandplein in Amsterdam-Noord. Van Jan Rothuizen is onlangs De zachte Atlas van Nederland verschenen, waarin ook p ­ lattegronden zijn op­genomen die eerder in Ymere werkt zijn gepubliceerd. Meer informatie: www.janrothuizen.nl

werkt | 19


metropoolregio amsterdam

20 | DECEMBER | 2011


ALMERE KAN NOG BETER Almere vangt een groot deel van de groei van de Randstad op. De stad wordt een belangrijke en – als het goed is – vitale kern van de metropoolregio Amsterdam. Daarvoor is méér nodig dan alleen nieuwe woningen bouwen voor nieuwe ­inwoners, vindt Nathal van Rijn, directievoorzitter van de ­Rabobank Almere.

werkt | 21


metropoolregio amsterdam

DAG VAN DE ­DIALOOG

D

e steden in de Randstad oefenen een magnetische aantrekkings­ kracht uit op nieuwe bewoners. Almere laat dat zien: de stad is in de groei, al jaren. Bij die ontwikkeling zijn allerlei partijen betrokken. De gemeente speelt als vanouds een stevige rol. Dat past bij een stad die helemaal vanaf de tekentafel tot stand is gekomen. Ook woningcor­ poraties zoals Ymere dragen op allerlei manieren bij aan een bloeiend vestigingsen leef­klimaat. En het bedrijfsleven? Dat heeft een inhaalslag te maken, vindt Nathal van Rijn, sinds mei 2009 directie­ voorzitter van de Rabobank Almere, de grootste bank van de stad. “Almere kan nóg beter”, is zijn stelling. “Het gaat eigenlijk niet om die zestig­ duizend huizen die we willen bouwen. Die komen er heus wel. Nee, het gaat om ziel, om karakter. De stad heeft nu betrek­ kelijk weinig samenhang. Bij pogingen om dat te veranderen, is tot nu toe vooral de gemeente voortrekker geweest. Heel voortvarend, dat wel; beter dan ik elders heb gezien. Maar nu is het bedrijfsleven aan zet.”

Gebeurt dat dan nog niet? “Niet genoeg. Het midden- en kleinbedrijf is ruim vertegenwoordigd en lokaal goed geworteld. Maar er zijn hier intussen ook grote ondernemingen gevestigd die best nog een stapje zouden kunnen zetten. Typerend is dat het initiatief voor de Majors League, de club waarin die g ­ rotere bedrijven elkaar ontmoeten, is genomen 22 | DECEMBER | 2011

In november is op 67 plaatsen in Nederland de Dag van de Dialoog gehouden. In groepjes van zes tot acht personen gingen mensen met verschillende achtergronden met elkaar in gesprek over uiteenlopende onderwerpen. Het leidde tot inspirerende dialogen en beter begrip. In Almere gebeurde dat op 9 november (thema: ‘Op eigen kracht!’), in Amsterdam op 10 november (thema: ‘Jong en oud’). De landelijke aftrap was dit jaar op 2 november, in Almere, op het kantoor van co-sponsor Rabobank. Directievoorzitter Nathal van Rijn steunt het initiatief dan ook van harte: “Zeker in een stad als Almere, waar de sociale samenhang in opbouw is, is zo’n Dag van de Dialoog van groot belang.” In Almere stonden de tafels in buurtcentra, scholen, bedrijven, winkels, het stadhuis en op andere plaatsen, zoals de Rabobank-vestigingen. Van Rijn praatte uiteraard zelf ook mee. In Amsterdam opende burgemeester Van der Laan de dag in talentenhuis ‘Meer en Vaart’ in West. Het thema ‘Jong en oud’ speelde in op de dialoog tussen oude en jonge wijkbewoners. De bijeenkomst bracht die bewoners bij elkaar. Albert Heijn stelde gevulde boodschappentassen beschikbaar voor alle dialoogtafels in de stad. De Dag van de Dialoog wordt jaarlijks gesteund door een aantal woningcorporaties. Ymere is founding partner van de Nationale, Amsterdamse en Almeerse Dag van de Dialoog; bestuurder Pieter de Jong is er landelijk als ambassadeur aan verbonden. Daarnaast doen bedrijven, politiekorpsen, bewoners en andere maatschappelijke partners mee. De Dag van de Dialoog is van groot belang voor het creëren van onderling begrip. Tijdens de dialogen ontstaat ruimte voor nieuwe inzichten en het benoemen van persoonlijke actie, beide essentieel om samen aan sterke buurten te kunnen bouwen.


“ We zouden de Floriade in 2022 hierheen ­kunnen halen” door de burgemeester. Eigenlijk hadden ze dat zelf moeten doen.”

De Rabobank is ook zo’n grote onder­ neming. Wat doet u zelf? “Wij voelen ons verantwoordelijk voor wat er in Almere gebeurt. Niet alleen zakelijk, maar ook sociaal, maatschap­ pelijk en cultureel. Dat laten we zien door allerlei lokale initiatieven te ondersteu­ nen, maar we doen ook méér. Ik maak me momenteel sterk voor een krachten­ bundeling van die grotere ondernemin­ gen. Daarmee kun je méér bereiken. Bijvoorbeeld samen druk uitoefenen op Den Haag, om vaart te maken met de vurig gewenste nieuwe verbinding met Amsterdam, van groot belang voor de stad. We zouden de Floriade in 2022 hier­ heen kunnen halen. Of denk eens aan stageplaatsen voor studenten, gastcolle­ ges bij onderwijsinstellingen en studen­ tenhuisvesting. Ik heb allerlei ideeën op dat punt.” Dat kennen we: de Rabobank, een bank met ideeën. Maar dit soort initiatieven hangt toch vooral van geld af? “Natuurlijk. De Rabobank wil daarom – samen met Ymere – proberen de veertig grootste bedrijven zo ver te krijgen, dat ze deelnemen aan een nieuw Almere Fonds. Uit dat Fonds zouden we allerlei initiatie­ ven voor de verdere ontwikkeling van Almere kunnen financieren. Als iedereen 25 duizend euro per jaar doneert, zijn we al een heel eind. We kunnen er uiteen­ lopende initiatieven mee ondersteunen

op het gebied van kleinschalig onder­ nemerschap en combinaties van leren en werken. Daarmee kunnen we Almere sociaal en economisch versterken.”

Klinkt goed, maar wel wat abstract. Voorbeelden? “Meer sportmogelijkheden voor kinde­ ren. Sociale cohesie bevorderen door het ondersteunen van een buurtrestaurant. Kleinschalige combinaties van leren en werken steunen. Een lobbyist inhuren. Of onderzoek laten doen naar een feno­ meen dat me fascineert sinds ik hier werk: het forensengedrag. Wat blijkt: als grote bedrijven middenkader voor hun vestiging in Almere zoeken, zijn die ­mensen haast niet te vinden. Ook de Rabobank heeft daarmee te maken. Die mensen zitten blijkbaar liever dagelijks in de file naar hun werk in Amsterdam en omstreken, dan dat ze hier gaan werken. Terwijl ze hier wonen! Heel vreemd. Wat zit daarachter? Zoiets zou een Almere Fonds kunnen laten uitzoeken.” Is zo’n fonds wel een goed idee, in ­eco­nomisch moeilijke tijden? “Er zijn veel ondernemingen die helemaal niet zo slecht draaien, ook nu. Die hopen we voor ons idee te winnen. Voor de bedrijven is er ook gezond eigenbelang mee gemoeid.” Almere moet een volwaardig onderdeel worden van de metropoolregio. Toch blijven veel mensen de stad hardnekkig zien als een voorstad van Amsterdam.

“Almere heeft een imago dat niet klopt met de realiteit. Ik denk dat dat gaat ver­ anderen. Sterker, het verandert al. Ik zie wel een paradox: als Almere ook bestuur­ lijk een stadsdeel van Amsterdam was, zou zo’n goed ontwikkelde metropool­ regio misschien eerder tot stand komen. Dan zou je de RAI hierheen kunnen halen, in plaats van die te laten staan op de duurste vierkante meters van Amster­ dam. Dan was die goede oeververbinding er misschien al lang. Het is één economi­ sche regio, maar omdat het verschillende gemeenten zijn, praten we erover als aparte territoria.”

Almere is ook een stad op zichzelf. Hoe wordt het een vitaal onderdeel van de metropoolregio? “Ik zou zeggen: begin eens met verster­ king van de economische basis. Dan komt de rest vanzelf. Daaraan dragen wij zo goed mogelijk bij. Corporaties zoals Ymere en de Alliantie doen dat ook. Kijk maar naar Nobelhorst, de wijk voor initiatieven van Ymere, waar onderne­ merschap voorop staat. Voor de gemeente is er ook een taak. Zorg voor een duidelijk unique selling point, bijvoorbeeld ‘vrij­ heid van ondernemen’. Laat dingen eens los, durf het bestemmingsplan bijvoor­ beeld ruimer te interpreteren. Zorg ervoor dat ondernemers hier niet alleen ruimte vinden, maar ook de vrijheid krijgen om die ruimte te gebruiken. We zijn eigenlijk nog veel te veel aan het regelen.”

werkt | 23


ontmoetingsplekken

Moestuinen in de stad

Rob Kievits

“ Door dat ­samenwerken kennen we ­elkaar nu” 24 | DECEMBER | 2011

Sandra van der Poel

“ De sociale ­samenhang en controle is ­toegenomen”


“Bewoners leren ­elkaar kennen” Rob Kievits, moestuin de ­Spiegeltuin in Haarlem

“D

e Spiegelstraat was een van de beruchtste straten van Haarlem. Een kroeg aan de ene kant, een sexhuis aan de andere. Dat hield de bewoners binnen. Vooral de bezoekers van de kroeg veroorzaakten overlast. Wat nu moestuin is, was in 2009 nog een braak­ liggend stukje land. Een van de bewoners stelde voor om daarvan een moestuin te maken. Tegelijkertijd waren we met de kroegeigenaren in gesprek om de overlast aan te pakken. Omdat de ingang naar de moestuin direct naast de kroeg ligt, verliep het gesprek vanaf dat moment constructiever. De overlast is fors afgenomen. Met de hele straat hebben we de moestuin aangelegd. De grond was vervuild, dus we mochten niet te diep de bodem in. We hebben er lagen verse aarde op gegooid en veel oude stenen opgegraven en daar muurtjes van gemaakt. Zwaar werk. Door dat samenwerken kennen we elkaar nu. En groeten we elkaar. Drie mensen werken actief in de moestuin, waaronder ikzelf. De moestuin levert ons aardpeer, snijbonen, kapucijners, sla, andijvie en heel veel fruit op. Maar ook anderen maken er gebruik van: bij mooi weer vergadert het buurtcomité er, met Pasen zoeken kinderen hier eieren, en jaarlijks organiseren we een buurtbarbecue. Bovendien kunnen kinderen hier ­veilig spelen, want het terrein is redelijk goed afgesloten.”

Het groen in een wijk wordt meestal beheerd door stedelijke diensten of woning­ corporaties. Vaak zijn dat grasveldjes met bloemen of struiken eromheen. Niet zelden zijn ze volgepoept door honden. Zo’n grasveld dient nauwelijks nog als speelplaats. De aanleg van moestuinen is een van de initiatieven om de leefbaarheid van de wijk te vergroten, legt Marjan Kootwijk, groenadviseur bij Ymere, uit. “Door samen te werken in een gezamenlijke moestuin, of in moestuintjes die naast elkaar liggen, leren bewoners elkaar kennen. En naarmate mensen elkaar beter kennen, zal ook de ­sociale controle groeien. Een moestuin brengt ook omwonenden die niet actief zijn, met elkaar in c­ ontact.” Het liefst ziet Kootwijk dat buurtbewoners zelf met het idee voor een moestuin komen. Dat is de grootste garantie op succes. “Daarna draaien die moestuinen bijna vanzelf, leert onze ervaring.” werkt | 25


ontmoetingsplekken Sandra van der Poel, moestuin Wijsgerenbuurt in Amsterdam-West

“T

ussen de huizen hier lag een grasveld. Kinderen speelden daar nauwelijks. Op een tuininspiratiedag in 2007 werd duidelijk dat het grasveld moestuin zou worden. Daar kon je je voor inschrijven. Dat heb ik direct gedaan. Een half jaar later zijn we gaan planten. We hebben hier nu twaalf tuintjes van 20 tot 25 vierkante meter. Die worden beheerd door vooral Turkse en Nederlandse buurtbewoners. Er is een wachtlijst van vijftien personen. Twee keer per jaar hebben we een gezamenlijke opruimdag. Dan komt iedereen en wordt er samen gegeten. Maar ook doordeweeks drinken we soms samen thee bij de tuin. We hebben er buren ontvangen met een hapje en een drankje en zijn van plan er een buurtfeest te organiseren. Met het geld van de contributie hebben we picknicktafels gekocht om een zitje te maken. Zo bouw je contacten op, ook met de mensen die geen moestuintje hebben maar wel aan de tuin wonen. Omdat mensen elkaar nu beter kennen, is de sociale samenhang en sociale controle toegenomen. Zelf verbouw ik onder meer spinazie, sla, rucola en aardbeien, en er staat een maggiplant. Kinderen vinden het leuk om te helpen, en ze worden bewuster van wat ze eten. En het is gewoon veel lekkerder.”

26 | DECEMBER | 2011


werk in uitvoering

De stad Leiden is beroemd om haar historisch centrum met statige panden en fraaie grachten. Die sfeer hebben architecten proberen te vangen in hun ontwerp voor de nieuwbouwwijk Groenoord. Door stijlkenmerken van historische panden op te nemen in een eigentijds ontwerp, ontstaat straks een moderne maar toch typisch Leidse buurt. project Groenoord, van hallen naar huizen. wat In de eerste fase 241 koopwoningen, in de tweede fase 279 woningen waarvan

87 sociale huurwoningen. ­Daarnaast wordt er nog zo’n 5.000 m2 aan bedrijfsgebouwen en voorzieningen gerealiseerd. waar Op de plaats van de voormalige ­Groenoordhallen aan de noordelijke stadsrand van Leiden. ontwikkelaar Groenoord C.V. (Ymere en PFC²). architecten KOW, Mulleners + Mulleners, Architectenbureau Ritzen en landschaps­ architekt 1:1. bijzonder De wijk wordt gebouwd op de plaats waar vroeger de Groenoordhallen ­stonden, ooit aangelegd als veemarkt voor

boeren uit de wijde omtrek, later gebruikt voor sportevenementen, beurzen en concerten. Waar grote artiesten als U2 en The Police op het podium stonden, verrijst een sfeervolle buurt, met een gracht, stadsgroen en speelplekken. De herinnering aan de hallen, die eens zo belangrijk waren voor de Leidse ­economie, wordt niet helemaal uitgewist. In de straatjes van de nieuwe woonwijk liggen straks oude klinkers van de Groenoordhallen. wanneer De eerste bewoners van Groenoord krijgen in januari 2012 hun sleutel. Medio 2013 zijn de laatste woningen van fase 1 klaar. Daarna begint de bouw van fase 2.

werkt | 27


gebiedsontwikkeling in amsterdam

Renoveren, slopen en bouwen in de historische Amsterdamse binnenstad. In de visie van Ymere een absolute noodzaak. Maar op haar weg naar duurzame stadsvernieuwing stuit de corporatie ook op weerstand. Bewoners en politiek denken soms anders over de plannen. Ondanks de com­ plexiteit houdt Ymere vast aan haar lijn. “Dit is goed voor Amsterdam.”

28 | DECEMBER | 2011


“ De stad blijft niet vanzelf mooi” Renoveren, slopen en bouwen in de historische Amsterdamse binnenstad. In de visie van Ymere een absolute noodzaak. Maar op haar weg naar duurzame stadsvernieuwing stuit de corporatie ook op weerstand. Bewoners en politiek denken soms anders over de plannen. Ondanks de complexiteit houdt Ymere vast aan haar lijn. “Dit is goed voor Amsterdam.”

Y

mere streeft naar gemengde buurten, waar jong, oud, alleen­ staand en gezin, kopers en huur­ ders naast elkaar wonen. Tegelijkertijd wil Ymere het voor bewoners mogelijk maken wooncarrière te maken en hun keuzevrijheid bieden in hun eigen buurt. Om beide doelstellingen ook in oude wij­ ken te realiseren, zijn nieuwe woningty­ pen nodig. “We willen geen monocultuur of yuppen­buurten”, zegt Roel van Kampen, manager ­stedelijke vernieuwing werkt | 29


gebiedsontwikkeling in amsterdam

bij Ymere. “Het centrum moet ook bereik­ baar blijven voor mensen met een lager inkomen. Dat is de charme van de bin­ nenstad: ouderen – ook Amsterdam ver­ grijst – wonen er naast studenten en gezinnen met kinderen.” Daarnaast moet er ook binnen de stads­ ring plek zijn voor mensen met een mid­ deninkomen. Anke Huntjens, regiodirecteur Amsterdam-Centrum: “Als je niets doet, zeg je eigenlijk dat grotere gezinnen, mensen met een middeninko­ men en senioren naar andere wijken moeten verhuizen. Maar wij streven ook binnen de ring naar variatie en keuzemo­ gelijkheden voor deze bewonersgroepen. Dat hoort bij onze taak.”

Paula Kattenberg

“ Ik heb leuke contacten in de buurt”

De Pijp in de lift Ontwikkelen in de stad voor meer differentiatie: het kan. Het Hercules Segherskwartier in De Pijp is hiervan het levende bewijs. In twee jaar tijd zijn 112 verouderde woningen en bedrijfsruimten aangepakt. Daarvoor in de plaats is de buurt verrijkt met een gevarieerd woningaanbod voor senioren en studenten en ­ruimere woningen voor gezinnen. De architectuur sluit aan bij het 19e-eeuwse stadsbeeld. Een deel van de woningen kon worden gerenoveerd, een ander deel moest vanwege ernstige problemen met casco en fundering worden gesloopt. V ­ anwege de technische noodzaak en omdat er een integraal plan voor de hele buurt was gemaakt, was er begrip en acceptatie bij de bewoners. Zij zijn in goed overleg gehuisvest in andere woningen. Een deel van de nieuwbouw betreft seniorenwoningen. Ymere is daarvoor gericht op zoek gegaan naar kandidaten. Dit omdat ouderen vaak erg lang wachten om de stap te zetten naar

30 | DECEMBER | 2011

een geschiktere woning. Paula Kattenberg (70) ondernam wél zelf actie. Zij meldde zich aan voor een levensloop­bestendige woning aan de Govert Flinckstraat. “Ik had een oude, kleine woning aan de Jan Steenstraat. Ik wilde graag wat anders, maar alleen in De Pijp. Er heerst hier een sterke saamhorigheid, een echt buurtgevoel. Ik heb leuke ­contacten in de buurt, ook met jongeren en mensen uit andere culturen. Ik zag het niet zitten om nog een heel nieuw sociaal leven op te bouwen in een on­bekende wijk.” De bouwplannen voor seniorenwoningen aan de Govert Flinckstraat zag Kattenberg als de kans van haar leven. “Ik kon het haast niet geloven toen Ymere met het verlossende bericht kwam dat het doorging. Het appartement ligt op de vierde verdieping en koepels in de bad- en woonkamer maken het licht en zonnig. Het is ruim, goed geïsoleerd en in De Pijp. Een lot uit de loterij.”

Acupunctuur De uitvoering is nog niet zo eenvoudig; in de binnenstad zijn de mogelijkheden beperkt. “Het is bijna acupunctuur”, zegt Van Kampen. “Waar kunnen we nog wat doen in de stad? Zodra is bepaald waar noodzaak is of mogelijkheden zijn voor renovatie of nieuwbouw, vindt altijd eerst een verkenning plaats. Met een quick scan onderzoeken we de haalbaarheid.” Aanleiding voor stadsvernieuwing is vaak de slechte technische staat van wonin­ gen, zoals verzakking en scheurvorming door funderingsproblemen. Hoewel in de meeste gevallen gekozen wordt voor renovatie, is sloop soms onvermijdelijk, bijvoorbeeld om seniorenwoningen met een lift te kunnen realiseren. Geld blijven steken in te kleine woningen die in slechte staat verkeren, is dan water naar de zee dragen. Huntjens: “Onze investe­ ringen voor sociale huurwoningen zijn altijd onrendabel. Dus áls we dan investe­ ren, moet dat leiden tot duurzame pro­ ducten met toekomstwaarde. De nieuwe woning moet zeker weer vijftig jaar mee­ gaan.”


Recept voor duurzame stadsvernieuwing ingrediĂŤnten alle belangen

bewoners

stadsdeel (politiek)

randvoorwaarden

exploitatie

financiĂŤn

stakeholders

belangen analyse

afwegen

conclusies verwerken tot een plan

onderzoek

realisatie van het plan

resultaat

gemengde, vernieuwde buurt

werkt | 31


gebiedsontwikkeling in amsterdam

Daarom binnen­stedelijk ‘Wij zijn ervan overtuigd dat sociaal duurzame wijken ook gemengde wijken zijn. Niet alleen in de zin van een functionele mix van wonen, werken en voorzieningen, maar ook door een mix van mensen. Mensen met verschillende inko­ mens, achtergrond, levensovertui­ ging en woonwensen vormen onmisbare ingre­diënten voor een sociaal duurzame, leefbare wijk.’ Uit: Met ziel en zakelijkheid, ­onder­nemingsstrategie Ymere 2010-2015, pagina 14

Emoties

‘Ymere wil klanten de mogelijkheid bieden om te verhuizen naar een woning die beter aansluit bij hun wensen. Dit noemen wij: wooncar­ rière maken. Dit kan op allerlei manieren: van een kleine naar een grote huurwoning, van een goed­ kope huurwoning naar een duur­ dere en van de ene buurt naar de andere (…). In alle gevallen pro­ beert Ymere zo veel mogelijk reke­ ning te houden met wat klanten wensen.’ Uit: Met ziel en zakelijkheid, ­onder­nemingsstrategie Ymere 2010-2015, pagina 25 ‘Ymere kiest voor een profiel als conceptueel sterke, binnenstede­ lijke gebiedsontwikkelaar. In zes steden zal Ymere zich verder ont­ wikkelen als binnenstedelijke (her) ontwikkelaar met een accent op nieuwe wijk­concepten, verdichting, verdunning en sociale duurzaam­ heid.’ Uit: Met ziel en zakelijkheid, ­onder­nemingsstrategie Ymere 2010-2015, pagina 27

32 | DECEMBER | 2011

Anke Huntjes

“ Wij begrijpen dat verande­ ringen aan een woning ingrijpend ­kunnen zijn”

Ontwikkelen in de stad is meer dan een logische optelsom. Op de gekozen locaties wonen mensen, met hun wensen, levensgeschiedenis en emoties. Bij trans­ formatie weegt hun belang zwaar, en ze worden zo veel mogelijk bij de plannen betrokken. Daarover zijn duidelijke afspraken gemaakt, die vorig jaar zijn vastgelegd in een nieuwe samenwer­ kingsovereenkomst. Dit tot tevredenheid van Jan van der Roest, tweede voorzitter van de Stedelijke Bewonersorganisatie. De SBO is de koepel van bewoners­ commissies die de belangen van huurders van Ymere in Amsterdam behartigen. “In de samenwerkingsovereenkomst, gebaseerd op de overlegwet, staat helder beschreven wat de afspraken zijn bij ingrijpende veranderingen en hoe cor­ poraties met bewoners moeten omgaan. Binnenkort worden ook nieuwe Amster­ damse kaderafspraken bij vernieuwing en verbetering bekrachtigd. Daarin staat duidelijk dat bewoners vanaf het aller­ prilste begin, nog voor de besluitvorming, bij de plannen moeten worden betrok­ ken. Daar zijn we als SBO uitermate gelukkig mee.” Met het woord betrokkenheid bedoelt Van der Roest vooral zorg. “Zorg in de zin van ondersteuning bij ingewikkelde tech­ nische vraagstukken, maar ook zorg voor vervangende huisvesting. Ga naast de mensen staan. Het moet een zoektocht sámen met bewoners zijn.” Ymere neemt deze zorgtaak ook serieus. Huntjes noemt het ‘ontzorgen’. “Natuur­ lijk begrijpen wij dat veranderingen aan een woning ingrijpend kunnen zijn. Je vertrouwde plek is in gevaar, er is angst, rouw, en soms onbegrip om wat verloren gaat. Maar soms kunnen we echt niet anders. In die situaties willen we zorgen


wegnemen, bijvoorbeeld door een goede alternatieve woning aan te bieden.”

Palmstraat Door die betrokkenheid verlopen de meeste projecten redelijk geruisloos. Maar soms loopt het anders, zoals begin dit jaar in de Palmstraat in de Jordaan. Hier is een groep woningen vanwege een slechte fundering zo ernstig verzakt, dat de woningen gestut moeten worden. Ymere wilde daarom onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor sloop en vervan­ gende nieuwbouw. Dit sloot goed aan bij de ambitie van het stadsdeel om wonin­ gen met een lift te realiseren. Maar niet alle bewoners zijn ervan overtuigd dat sloop de enige optie is; funderingsherstel zou ook een mogelijkheid kunnen zijn. Ymere heeft daarop besloten een nieuwe analyse uit te voeren. Huntjens: “Het is van cruciaal belang dat je voldoende tijd neemt om met de bewoners de analyse en probleemstelling te delen. Dat blijkt ook uit evaluaties van andere projecten, en dat hebben we ook hier geleerd. Daarom doen we nu een stap terug en gaan we de analysefase mét de bewoners opnieuw doen.”

Kleine paleisjes Als het echt ingewikkeld wordt, grijpen mensen meestal naar wet- en regelgeving. Dat kan leiden tot lange juridische proce­ dures. Liever neemt Ymere de bewoners mee in het proces. Voor hen is het vaak moeilijk verder te kijken dan hun eigen woning, waar ze soms al hun leven in wonen. Van der Roest vraagt hiervoor begrip: “Kleine paleisjes zijn het soms. Deze mensen kiezen juist voor een kleine woning en willen niet weg. Die emoties zullen altijd blijven botsen met de ratio van de ontwikkeling van de stad. Een zoektocht blijft het, maar naarmate je

meer inzicht geeft, wordt het makkelijker.” Transparantie is dan ook volgens hem de crux. “Natuurlijk zijn er grenzen”, zegt Van der Roest. “De wet geeft ook aan wat nog redelijk en billijk is. Je kunt zeker in deze tijd niet verwachten dat Ymere tonnen per woning onrendabel investeert. Dat snappen bewoners ook wel. Ons betoog is: leg het uit. Laat zien welke afwegingen je maakt, laat je grenzen zien. Geef inzage in een conditiemeting of in je financiën en maak rapporten toegankelijk. We zien dat Ymere daarin stappen maakt en van goede wil is, maar soms bespeuren we een houding van: wij weten wat goed voor u is. Daarom hebben we erop aange­ drongen alle medewerkers hierin te trai­ nen.”

Levende stad Transparantie. Ontzorgen. Bewonerson­ dersteuning. Onrendabele investeringen. Hoe ver kun je als corporatie gaan? Hunt­ jens: “We gaan in overleg, zijn empa­ thisch en snappen heel goed hoe moeilijk het is voor bewoners. We volgen de pro­ cessen zorgvuldig, zijn transparant en willen bewoners ontzorgen. Maar we zijn ook duidelijk over wat wel en niet haal­ baar is. Dat is per situatie verschillend.” Geloof in de stad Amsterdam. Dat zorgt uiteindelijk voor het doorzettingsvermo­ gen. Van Kampen: “Ik ben ervan overtuigd dat stadsvernieuwing beter is voor Amsterdam. Het moet een levende stad zijn, geen stad met alleen mooie gevels en vervallen woningen erachter. Ik zou alle partijen willen vragen creatief te blijven denken en zich niet te verschuilen achter regels. Stilstand is niet goed. De stad blijft niet vanzelf mooi en kwalitatief op orde. We moeten de woningvoorraad blijven aanpassen en toekomstbestendig maken.”

Roel van Kampen

“ Stilstand is niet goed”

werkt | 33


service Colofon Ymere werkt is het magazine voor relaties van Ymere. Het verschijnt vier keer per jaar. Hoofdredactie Saskia Somberg Eindredactie Margot Franssen Coördinatie Onno Hogenaar

Hier zijn we te vinden

Aan dit nummer werkten mee Ilse Ariëns, Esther Barfoot, Helene de Bruin Ineke Brunt, Pieter Jan Datema, Jeroen ­Frissen, Conny Heemskerk, Edwin Lucas, Robin Ouwerkerk, Irene Ponec, Anje Romein, Margreet Steiner Fotografie René den Engelsman, Anneke Hymmen, Milan Vermeulen, Martin Waalboer, Edwin Walvisch, Edwin Weers Illustraties Bureau MET (Podium), Jan Rothuizen (De Zachte Atlas) Art direction en vormgeving Atelier van GOG Redactie en productie Eric Went, Went Werkt Journalistiek Druk Tussen de bedrijven door (TDBD), Nijkerk Redactieadres Ymere Postbus 2412 1000 CK Amsterdam ymerewerkt@ymere.nl Dit is een uitgave van Ymere. Dit magazine is met zorg samen­ gesteld. U kunt er geen rechten aan ontlenen. Kopiëren of overnemen van (delen van) de inhoud is toegestaan in overleg met Ymere. Abonneren Mail uw adres- en e-mailgegevens naar ymerewerkt@ymere.nl. Dan ontvangt u Ymere werkt en tevens de digitale nieuwsbrief.

34 | DECEMBER | 2011

Huys Azië Jollemanhof 8, 1019 GW Amsterdam Raad van Bestuur, Concernstaf en Waardesturing, Financiën & Ondersteuning Postbus 2412, 1000 CK Amsterdam Gebieds- en Projectontwikkeling Postbus 2961, 1000 CZ Amsterdam ontwikkeling@ymere.nl Wonen, Markten & Innovatie Postbus 94278, 1090 GG Amsterdam

Haarlem Oorkondelaan 65, 2033 MN Haarlem Postbus 2332, 2002 CH Haarlem

Almere

Haarlemmermeer

Rentmeesterstraat 32, 1315 JS Almere Postbus 10187, 1301 AD Almere

Burgemeester Pabstlaan 10 2131 XE Hoofddorp Postbus 197, 2130 AD Hoofddorp

Amsterdam-Noord Floraweg 200, 1032 ZG Amsterdam Postbus 37005, 1030 AA Amsterdam

Noord-Kennemerland Bovenweg 180A, 1834 CJ Sint Pancras

Amsterdam-Oost Muiderstraatweg 19, 1111 PS Diemen Postbus 12380, 1100 AJ Amsterdam

Amsterdam-West Anderlechtlaan 200, 1066 HL Amsterdam Postbus 90465, 1006 BL Amsterdam

Amsterdam-Centrum Mauritskade 17a, 1091 GC Amsterdam Postbus 94480, 1090 GL Amsterdam

Algemeen telefoonnummer 088 – 000 89 00 Via dit nummer verbinden onze mede­werkers u door naar de afdeling of persoon die u zoekt. Tenzij anders vermeld, kunt u ons mailen op klantenservice@ymere.nl (voor huurders) of info@ymere.nl (voor zakelijke relaties).


wie is waar 650 huismeesters in één ruimte 650 huismeesters, wijkbeheerders en managers, gretig om hun ervaringen uit te wisselen. Dat was het recept voor succes op de Dag van de Huismeester, die woensdag 28 september voor de derde keer werd gehouden. Deze keer in de Van Nelle Ontwerpfabriek in Rotterdam. Met speeddatesessies, workshops en rondleidingen.

Wie Danny Hendradhy. Is huismeester in Amsterdam-Oost, gede­ tacheerd bij Ymere door Zone 3. Aanwezig omdat “je gelijkgezinden treft. Het is fijn om collega’s te ontmoeten en kennis te delen.” Vindt het goed dat er zo’n dag is. “Ikzelf werk in een team, maar voor velen is huismeester zijn een solitaire functie, terwijl je veel verantwoordelijkheid draagt.”

Wie Peter Baetsen. Is programmamanager bij Futura, een samenwerkingsverband van vijf Brabantse woningcorporaties. Aanwezig omdat hij ook les geeft aan een opleiding voor huismeesters in Tilburg. Vindt huismeesters mensen met bijzondere talenten. “Het valt mij steeds weer op hoe groot hun kennis is van de wijken en hoe daadkrachtig ze zijn.”

Wie Karin Schnieders. Is huismeester in Haarlem, in loondienst bij Ymere. Aanwezig omdat “het vorig jaar heel gezellig was en je interessante ervaringen uit andere regio’s hoort.” Vindt dat als je je huurders respecteert en op basis van gelijkwaardigheid tegemoet treedt, zij jou ook zo behandelen.

Wie Diny Polwijk. Is teammanager Buurtbeheer Mitros. Aanwezig omdat ze bestuurslid is van de stichting Dag van de Huismeester. Vindt het goed dat er zo’n zestig managers van corporaties aanwezig waren. “In deze tijden van bezuinigingen krijgt de huismeester een steeds belangrijkere maatschappelijke rol.”

Wie Pieter de Jong. Is lid van de Raad van Bestuur van Ymere. Aanwezig omdat “ik wil laten zien hoe belangrijk Ymere de rol van de huismeester vindt. De huismeester is een mens van vlees en bloed, die weet wat er speelt in de wijk, problemen aanhoort en meteen antwoord geeft.”

Wie Sabine Smits Schouten. Is teamleider Wijkbeheer bij woningcorporatie Woonsteder in Rotterdam. Aanwezig omdat ze lid is van het platform Dag van de Huismeester en omdat de Rotterdamse corporaties het evenement dit jaar hebben georganiseerd. Vindt dat de Rotterdamse corporaties twee leuke excursies hebben toegevoegd aan het programma: naar Spangen en Bospolder ­Tussendijken.


Soms leveren we bij Ymere woningen leeg op. Zoals in het project ‘Een Blok Stad’ dat we samen met ERA Contour ontwikkelen. Cascorenovatie noemen we dat. Door alleen het casco te vernieuwen krijgen kopers maximale vrijheid hun woning volledig naar eigen smaak af te bouwen. Omdat we per woning minder hoeven te investeren, kunnen we veel meer woningen aanpakken. Daar wordt de buurt alleen maar beter van. Zo werken we samen met kopers en partners aan wijken met perspectief. En laat dat nou nèt onze missie zijn.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.