PATENTWAGEN ONTMOET E-CELL
OR DE O D
J
N
T
H
KS
A CO
UR
TE
U had dit blad nooit gelezen als Carl Benz 125 jaar geleden niet de auto had uitgevonden. Daarom arrangeerden we een rendez-vous tussen de allereerste en allerlaatste Benz.
K
JD TI
REIS
REPORTAGE
BI
JL
SM
A F EN O T O GR A F I E H
AN KV
DE
SCAN DE QR-CODE OF GA SNEL NAAR AUTOVISIE.NL
60
WWW.AUTOVISIE.NL
WWW.AUTOVISIE.NL
61
REPORTAGE
PATENTWAGEN ONTMOET E-CELL
ELEKTRISCHE AANDRIJVING EN HYBRIDES
Waarschijnlijk was de eerste elektrische auto een schaalmodel, gemaakt door de Nederlander Sibrandus Stratingh. Hij baseerde zijn auto op berekeningen van Michael Faraday. Robert Anderson construeerde een koets met door batterijen gevoede elektrische aandrijving. Aan het eind van de 19e eeuw werd de verbrandingsmotor steeds beter, waardoor de elektromotor het uiteindelijk verloor. De fundamentele problemen voor de elektrische auto waren de zware batterijen en de kleine actieradius. Er werden toen al auto’s op de markt gebracht die dit probleem omzeilden door twee motoren te gebruiken, een benzine- en een elektrische motor. Hoewel ingenieus, waren deze hybride auto’s fragiel en erg duur. Mede hierdoor verloren in de jaren tien de elektrische en hybride auto aan betekenis. De elektrische auto werd honderd jaar geleden gezien als een damesauto; een wagen met een kleine actieradius en lage topsnelheid. Geschikt voor dames want die bleven in de stad om met de auto te winkelen. En een elektrische auto hoefde niet aangeslingerd te worden!
ZO’N REIS DOOR DE TIJD START NIET ZOMAAR. Het zou een absolute doodzonde zijn om zonder historisch besef op de bok van de automobielgeschiedenis te klimmen. En de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat mijn beeld van eind 19e eeuw eigenlijk te veel detail ontbeerde. Ik kon wel wat geschiedenisles gebruiken. Gelukkig bestaan er mensen als Mercedes-Benz-ambassadeur Robert Scheerboom die hun kennis delen op een manier zoals mijn favoriete geschiedenisleraar dat vroeg deed. Die wist ook dat hij niet als een wijze vanaf een ivoren toren feiten moest declameren, maar dat verhalen vertellen beter werkte. Aan tafel in een historische deutsche Stube weet ‘meester’ Scheerboom vijf autokenners sprakeloos te maken. Vijf volwassen kerels zitten weer vrijwillig in de schoolbanken en luisteren geboeid naar het verhaal over het ontstaan van de auto. Mijn historisch besef groeit per zin en ik zie het vuur van de fascinatie ook ontsteken in de ogen van mijn ‘klasgenoten’. We zijn in Ladenburg, een stadje onder de rook van Mannheim, een stukje Duitsland dat de boeken is ingegaan als de bakermat van de automobielgeschiedenis. Nog voordat het stadje ontwaakt, lopen we met ons geschiedenisklasje door de stille straten. Niet om ons als toeristen te vergapen aan de historische geveltjes, maar om fotolocaties te ontdekken voor deze reportage. Het wordt een bijna plechtige wandeling over het eeuwenoude keienplaveisel. Elke stap lijkt er eentje terug 62
WWW.AUTOVISIE.NL
Slechts één bougie heeft de Patentwagen en die is gewoon aan de elementen blootgesteld.
‘Een stuur lijkt te ontbreken, maar bij nadere beschouwing zie je een STUURSTANG midden voor het tweezitsbankje staan’
in de tijd te zijn. Een paar straten verder zie ik Carl Benz door dezelfde straten lopen in het tijdsgewricht van toen. De tijd waarin hij een van de spannendste uitvindingen ooit deed: de automobiel. Die nog altijd fascinerende vinding patenteerde hij in 1886 en daarmee was officieel de auto geboren. Om de hoek van ons hotel staan we weer met beide benen in 2011. Op een moderne Mercedes-Benz autotransporter staat een legergroene aanhanger met daarop iets wat op een snel voorbijrijdende automobilist zou overkomen als een rijtuigje. Wij weten beter en kijken vol ontzag naar de eerste auto, de Benz Patent Motorwagen Eins. Inderdaad meer een rijtuig dan een auto zoals we die nu kennen. Het is een driewielig voertuig met twee grote spaakwielen achter en één kleiner exemplaar voor. Een stuur lijkt te ontbreken, maar bij nadere beschouwing zie je een stuurstang staan midden voor het tweezitsbankje. We duwen de nog geen driehonderd kilo wegende Patent Motorwagen de stille straten door om de polizei nog even te laten slapen en parkeren de eerste auto op een pleintje naast de kerk. In 1886 was dat overigens geen goed plan geweest, want toen werd een auto gezien als hekserij. Een beetje tovenarij van nu is de plotselinge aanwezigheid van een Mercedes-Benz A-Klasse E-cell die uit het niets opeens ook op datzelfde pleintje staat. Die heeft ’s nachts in Ladenburg (what’s in a name) de accu’s opgeladen en is ons stilletjes gevolgd.
DE PATENTWAGEN
Ter gelegenheid van 100 jaar Mercedes-Benz werd er een serie replica’s gebouwd. Helemaal naar het patent van toen. Een aantal van deze replica’s heeft een thuis gevonden in Nederland. Autoliefhebber en Mercedes-Benz dealer George Wüst heeft er een en stelde die ter beschikking voor dit verhaal, waarvoor we hem eeuwig dank verschuldigd zijn. SPECIFICATIES
MOTOR
Het Museum Carl Benz bevindt zich in de oude Benz-fabriek en herbergt een fraaie collectie vroege Benzen. Hier stond de wieg van de auto.
BORING X SLAG MAX. VERMOGEN TOPSNELHEID GEM. VERBRUIK
BENZ ‘PATENT MOTORWAGEN’ watergekoelde ééncilinder viertaktmotor 90 x 150 mm 0,9 pk (0,66 kW) 16 km/h 1 op 11 WWW.AUTOVISIE.NL
63
REPORTAGE
PATENTWAGEN ONTMOET E-CELL
Als de cameramensen deze unieke ontmoeting hebben vastgelegd, volgt een spannend moment. Want zo noem je het starten van zo’n pioniersauto, ook al is het een exacte replica. De sleutel tot de start van het wonder is ook nu weer kennis. Daarom ligt er een checklist op de bok: waterpeil controleren – oliehuisjes vol – ring draaien om te vullen – vleugelknop onder bank uitdraaien voor vonk – benzinekraan open – etcetera. Eigenaar George Wüst gaat vervolgens wijdbeens achter de Patentwagen staan en pakt met beide handen (“Niet met de duimen eromheen, anders ben je ze kwijt”) het grote, liggende vliegwiel vast en geeft er met kracht een ruk aan in de richting van de klok. Na een paar pogingen komt de oeroude Benz als een kleine stoommachine tot leven. Je kunt de slagen van de liggende cilinder bijna tellen. De eencilinder tweetaktmotor was nog geen pk sterk en is het ultieme lesinstrument om de werking van een verbrandingsmotor inzichtelijk te maken. Je ziet niet alleen duidelijk de cilinder liggen, maar ook de drijfstang en de open krukas bewegen. Boven op de cilinder torenen de brandstoftank en carburateur, in het andere koperen vaatje zit een ander cruciaal vocht: koelwater. Op de motor, assen en bij de tandwielen van de overbrenging zie je de smeerpotjes zitten, waarbij je door het aandraaien van de doppen de smering regelt. Aan de overbrengingsas zit een poelie waarover een spanband naar de achteras loopt. En daar kan die band vrij draaien tot je hem met de grote ‘ver-
snellingspook’ links van de bok op een andere poelie dwingt. Dan wordt je automatisch mobiel en zet de wonderwagen zichzelf in beweging en haalt hij de toch best aanzienlijke snelheid van zo’n 16 kilometer per uur. Na het stadswerk en een bezoek aan het Carl Benz-museum, dat in de prachtige oude Benz-fabriek is gevestigd, rijden we met de A-Klasse E-Cell en de Patentwagen nog even naar het woonhuis van Benz, dat ook in Ladenburg staat. Na een kort bezoek verlaten we de villatuin aan de rivier de Neckar stilletjes met de A-Klasse E-Cell. We rijden naar een punt op de route die geldt als de eerste langeafstandsrit die ooit met een automobiel is gereden (zie kader). De A-Klasse E-Cell die in een serie van 500 stuks (100 voor Nederland) op de wereld is gezet om het elektrische praktijkpad te verkennen, is een geweldige vertegenwoordiger van de laatste stand van zaken in autoland. En denk nu niet dat de elektrische of hybride auto zo nieuw is. Nee, het bizarre is dat men eind 19e eeuw met precies hetzelfde vraagstuk worstelde: wat is de
Bij de apotheken haalde Bertha Benz de brandstof voor de Patentwagen.
64
WWW.AUTOVISIE.NL
‘Het bizarre is dat men eind 19e eeuw met HETZELFDE
VRAAGSTUK WORSTELDE: wat is
de aandrijflijn van de toekomst?’
Na wat voorbereidende handelingen start je door een paar slingers aan het vliegwiel te geven (denk om je duimen!)
GASMOTOR
We mogen best trots zijn dat de Nederlander Christiaan Huygens tot een van de toonaangevende geleerden behoorde, die door de Franse koning Lodewijk XIV was ontboden om in Parijs onderzoek te verrichten. Huygens was een genie die als uitvinder van de astronomische telescoop, het pendeluurwerk en de lichtgolventheorie de geschiedenis is ingegaan. De oerknal van de verbrandingsmotor produceerde Huygens in het jaar 1673. Hij introduceerde zijn kruitmachine, bestemd als pompwerk voor de fonteinen van Versailles. Onder de zuiger in de cilinder ontstak hij met een lont een hoeveelheid buskruit en de gassen baanden zich een uitweg door pijpen. Het principe van een verbrandingsmotor was uitgevonden. Met de gasmotor boekten pioniers stap voor stap vooruitgang, maar geen van hen slaagde erin het stadium van een overtuigende industriële toepassing te bereiken. De Oostenrijker Siegfried Marcus en de Fransman Delamarre waren actief in de ontwikkeling van een gasmotor, maar na een aantal onfortuinlijke proeven staakten zij ook hun project. Twee andere onderzoekers hadden meer succes. Zij ontwikkelden de eerste viertaktmotor. Het was de geniale Jean-Etienne Lenoir, die met zijn dubbelwerkende Lenoir-motor met elektrische ontsteking opzien baarde, en Nikolaus August Otto die de Lenoir-motor ombouwde voor vloeibare brandstof. In 1864 richtte Otto samen met Eugen Langen de firma N.A. Otto & Cie. in Deutz op voor de productie van industriële aandrijvingen. Op de ontwikkelingsafdeling werkte Gottlieb Daimler, die later, onafhankelijk van die andere uitvinder Carl Benz, geschiedenis zou schrijven. Met de ontwikkeling van de Lenoir-motor werd een serieuze stap gezet naar de productie van een bruikbare gasmotor.
WWW.AUTOVISIE.NL
65
PATENTWAGEN ONTMOET E-CELL aandrijflijn van de toekomst? Er bestonden toen al elektrische auto’s en zelfs hybrides kenden ze al (zie kaders). De A-Klasse E-Cell heeft met zijn lithium-ion batterijen en een actieradius van meer dan tweehonderd kilometer hoe dan ook de bakens verzet. Het is bovendien in alle opzichten een normaal uitziende, volledig bruikbare auto. Zijn dubbele bodem was juist bedoeld voor deze elektrische missie. Dat voel je aan alles, want de vooruitgang is stil en probleemloos. In bochten blijft hij prachtig vlak liggen en zeker aanvoelen dankzij het in de bodem geplaatste accupakket en daardoor lage zwaartepunt. Voor we het weten, ontmoeten we de P atentwagen weer, nu op een zonnig heuvelachtig landweggetje tussen de druiven ranken. Zo tussen de wijngaarden, weg van de tijdsbepalende bebouwing, staat de Patentwagen klaar voor mijn reis door
de tijd. Na een slinger start de ééncilinder puffend maar bereidwillig. Ik zit gespannener op de bok voor deze rit met maximaal 16 km/h dan voor een rit in een Ferrari. In mijn linkerhand heb ik de grote metalen versnellingspook die menig wisselwachter bekend zal voorkomen. Ik moet de hendel langzaam vooruit bewegen om de aandrijfriem de tijd te geven van poelie te wisselen, maar dan gebeurt het. Langzaam, soepel, maar heel beslist zet de Patentwagen zichzelf in beweging. Sturen is zoeken met de draaihendel in mijn rechterhand. Heel even zoeken mijn ogen naar een rem, maar die zit er niet op, evenmin als andere meters en knoppen. Om enigszins af te remmen moet je de versnellingshendel naar achteren bewegen. Om die slag te kunnen maken moet je je bovenlijf meebewegen; de slag tussen de uiterste standen is wel een meter. Maar dat verhoogt de spanning juist, maakt
‘Heel even zoeken mijn ogen een rem
rijden met 16 km/h zelfs opwindend. Zeker als het enigszins heuvelaf gaat en je misschien wel 25 km/h haalt. Zo hoog op de bok, tussen de trillende wielen en met het stokje van het stuur in de hand, weet je dat je geen abrupte stuurbewegingen wilt maken. Als ik aan het eind van het weggetje wil keren, duw ik de hendel naar achteren en langzaam komt de Patent Motorwagen tot stilstand. Ik spring even van de bok om hem iets naar achteren de duwen, te keren en daarna licht heuvelop weer terug te sturen. Met alle kracht die in de eencilinder zit, komt het vehikel langzaam op gang. Het is alsof ik met de hoogbejaarde Bertha zelf aan de wandel ben. De versnellingpook lijkt haar broze pols, waarin ik haar hartslag voel. De motor hijgt en het toerental neemt af, ik kies een iets andere overbrenging door de pook iets naar achteren te bewegen en voel hoe de hartslag zich herstelt. Het wandeltempo is
2 5
4
6 40
39 38 8 37 9
36
35
10
34 33
TERUGREIS PFORZHEIM NAAR MANNHEIM, CIRCA 90 KM 25. Pforzheim, 26. Bauschlott, 27. Bretten, 28. Gondelsheim, 29. Helmsheim, 30. Heidelsheim, 15. Bruchsal, 31. Forst, 32. Hambrücken, 33. Wiesental, 34. Kirrlach, 35. Reilingen, 36. Hockenheim, 37. Talhaus, 38. Ketsch, 39. Schwetzingen, 40. Mannheim-Friedrichsfeld, 41. Mannheim-Seckenheim, 1. Mannheim
11 12 32
13 14 31
15
30 16
29
De eerste autorit ooit gereden loopt door een van de meest schilderachtige regio’s in Duitsland, het wijnbouwgebied Baden. De weg die Bertha met de Patent Motorwagen reed, is sinds 2007 te volgen als toeristische route.
28
17
27
18
Je voelt aan alles dat de A-Klasse is ontwikkeld voor elektrische aandrijving. De dubbele bodem herbergt de accu’s, wat het zwartepunt laag maakt.
HEENREIS MANNHEIM NAAR PFORZHEIM, CIRCA 104 KM 1. Mannheim, 2. Mannheim-Feudenheim, 3. Ilvesheim, 4. Ladenburg, 5. Schriesheim, 6. Dossenheim, 7. Heidelberg, 8. Leimen, 9. Nußloch, 10. Wiesloch, 11. Mingolsheim, 12. Langenbrücken, 13. Stettfeld, 14. Ubstadt, 15. Bruchsal, 16. Untergrombach, 17. Weingarten, 18. KarlsruheGrötzingen, 19. Berghausen, 20. Söllingen, 21. Kleinsteinbach, 22. Wilferdingen, 23. Königsbach-Stein, 24. Eisingen, 25. Pforzheim
7
spanning, maakt rijden met 16 km/h zelfs opwindend’
Die paar honderd meter waren spannend genoeg om me de omvang van het avontuur van Bertha Benz en haar zonen te doen realiseren. Een paar honderd kilometer in een auto als deze moet een wereldreis zijn geweest. De daadkrachtige echtgenote van Carl Benz had niet alleen prgeschiedenis geschreven, maar had bij terugkomst ook de nodige testnotities voor haar man. Zo moest er volgens haar een versnelling bij komen en ook waren vier wielen in die tijd van karrensporen meer dan gewenst. Ik ben weliswaar 125 jaar te laat, maar kan niet anders dan het hartgrondig met haar eens zijn.
De route van Bertha Benz met haar twee zonen op de Benz Patent Motorwagen nummer 3 (1888):
41
MAAR DIE ZIT ER NIET OP. Het verhoogt de
gedaald tot een stap per minuut en twintig meter verder kom ik op het keerpunt tot stilstand zonder te hoeven remmen. De motor smoort en blaast zijn – voorlopig – laatste adem uit.
DE MEEST LEGENDARISCHE RIT OOIT
1 MANNHEIM 3
REPORTAGE
19 20 26
21
23 22
Een rit met maximaal 16 km/h in de Patentwagen verhoogt je hartslag meer dan een rit in een hedendaagse Ferrari, vooral door de afwijkende bediening. 66
WWW.AUTOVISIE.NL
24
25 PFORZHEIM Tekst kaders Robert Scheerboom WWW.AUTOVISIE.NL
67