Contact Het magazine van
AxionContinu
Nummer
3
jaargang 11 | juli 2016
Het alzheimerkoor in het Concertgebouw Minister vraagt om actieplannen
Resistente micro-organismen Einde van een tijdperk
Tolsteeg dicht Multidisciplinaire incheck
‘Iedereen ziet de meerwaarde’ Contact | jaargang 11 | juli 2016
1
Contact Het magazine van AxionContinu | Nummer 3 | jaargang 11 | juli 2016
3
4
Op een mooie pinksterdag
Minister vraagt om actieplannen
Alzheimerkoor Axioncontinu in het Concertgebouw
Resistente micro-organismen
8
9
In één stap terug in de tijd
‘Hoe heet zo’n beest ook alweer?’
Herinneringen ophalen in reminicentieruimte Koningsbruggen
Sociëteit voor hoger opgeleiden
12
14
Einde van een tijdperk
Voordeel voor gast én medewerkers
Tolsteeg dicht
De multidisciplinaire incheck
Verder in dit nummer Mijn verhaal ‘We waren erg verliefd op elkaar’ 6 Functie Centraal Planner revalidatie en herstel 10 Column Verhuizen 15 Kort Contact Berichten vanuit AxionContinu 16
10 Functie Centraal
CultuurContact Het Rijdend Atelier 18 Vrijwillig in beeld Josien van Elswijk 20
lijk ontbreekt het 'lijflied' niet en staat ‘Op een mooie pinksterdag’ op het programma. Er is ruimte voor luchtige medleys, maar ook voor een serieuzer stuk als Mozarts ‘Ave Verum’. Zo gaat dat nu eenmaal bij het koor: de leden geven aan wat ze willen zingen. Door tijdgebrek sneuvelen de laatste paar liedjes, maar tijdens de onverwachte slotmedley met Amsterdamse evergreens, inclusief polonaise, gaat het dak er vanaf.
Genieten
Op een mooie pinksterdag in het Concertgebouw Zingen in het wereldberoemde Koninklijk Concertgebouw is niet voor velen weggelegd. Het alzheimerkoor Eigen Wijs van AxionContinu had die eer op 16 mei tijdens het Korenfestival 2016. Het koor verzorgde een spetterend optreden. Weliswaar niet in de grote zaal, maar het succes was er niet minder om.
D
e stemming zit er al snel goed in, op Tweede Pinksterdag, alsof het een schoolreisje is. De bus die Eigen Wijs naar Amsterdam brengt, moet de A2 nog opdraaien wanneer de koorleden, aangevuld met leden van Alzheimerkoor IJsselstein, al spontaan de kelen beginnen te smeren. "Gezellig mensen, wat een avontuur," zegt begeleider Jolien van Schaik.
Wil van Engelenburg zingt samen met haar moeder. "Vaak staat de zorg centraal, maar tijdens het zingen doe je samen echt iets leuks en dat vind ik heel fijn. Je ziet iedereen vandaag ook genieten, de reacties vind ik ontroerend." Dirigent Frederiek Kamphuis is na afloop supertrots op 'haar' zangers. "Het liep als een trein, het was alleen jammer dat we niet alle liedjes konden zingen. De organisatie had iets beter gekund, maar over het geheel ben ik zeer tevreden." Een volgende keer in de grote zaal misschien? "Dat zou natuurlijk een droom zijn die uitkomt!" Het uitstapje vraagt de nodige energie van de zangers, maar daar is tijdens de terugreis weinig van te merken. Zingen is vandaag voorgerecht, hoofdgerecht én toetje. Het allerlaatste liedje dat door de bus galmt is ‘Thank you for the music’ van Abba. Een passender slot van een geslaagde dag is niet denkbaar. (ES)
nodigde Eigen Wijs uit voor het programma 'bijzondere koren'. Andere deelnemers zijn onder meer het Nederlands Gebarenkoor, een afasiekoor en een koor voor mensen met een licht verstandelijke beperking. "Het is fantastisch dat we mogen meedoen, iedereen bij AxionContinu was ook direct enthousiast. Zingen in het Koninklijk Concertgebouw doe je misschien maar eens in je leven," zegt Jolien.
Eens in je leven Het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) Contact | jaargang 11 | juli 2016
Een halfuur lang is het podium in de solistenfoyer voor Eigen Wijs. Natuur-
3
Resistente micro-organismen
Minister vraagt om actieplannen Steeds meer bacteriën raken ongevoelig (resistent) voor antibiotica. Dat is een zorgwekkende ontwikkeling, omdat sommige infecties daardoor minder goed bestreden kunnen worden. Minister Schippers van Volksgezondheid heeft zorgorganisaties gevraagd met actieplannen te komen. “De laatste twintig jaar zijn er geen nieuwe antibiotica bijgekomen, terwijl er meer micro-organismen hardnekkig resistent zijn geworden. Dat is zorgelijk, omdat er heel wat vervelende ‘beestjes’ tussen zitten, die je behoorlijk ziek kunnen maken,” zegt Eliane Thewessen, bestuurder van AxionContinu. Vanwege haar achtergrond – ze was twintig jaar arts-microbioloog – zit ze namens zorgkoepel Actiz in landelijke werkgroepen over dit thema. “Het is niet zo dat hel en verdoemenis gelijk op ons afkomen,” benadrukt ze, “maar als we niets doen, gaat het geheid mis.”
Speerpunt Dat besef is zeker aanwezig bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Minister Schippers heeft ‘het dossier’ tot een speerpunt van
4
haar beleid gemaakt. Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie vraagt ze er ook internationaal aandacht voor. Eliane: “Microorganismen houden zich nu eenmaal niet aan landsgrenzen.” In Europa doen Nederland en Scandinavië het naar verhouding nog het best. In de landen rond de Middellandse Zee en ook in België is het resistentievraagstuk veel groter. “We zijn in Nederland terughoudender in het voorschrijven van antibiotica,” verklaart specialist ouderengeneeskunde Suzanne Lans een belangrijk deel van dat verschil. “Als je deze middelen te pas en te onpas inzet, vergroot je de kans op het ontstaan van ongevoeligheid bij bacteriën.” Suzanne zit in diverse regionale overlegorganen. “Naast zorgvuldig antibioticagebruik is het uitwisselen van informatie tussen zorgpartners van groot belang. Als in een ziekenhuis wordt vastgesteld dat een patiënt bijzonder resistente bacteriën bij zich draagt, zou die informatie gedeeld moeten worden wanneer zo iemand naar huis of naar een verpleeghuis gaat. Dan kunnen wij daar beter rekening mee houden. In die informatieoverdracht kan nog veel worden verbeterd en daar maken we nu afspraken over.”
Eliane Thewessen:
Drager
“Het is niet zo dat hel en verdoemenis gelijk op ons afkomen, maar als we niets doen gaat het geheid mis”
Iemand kan resistente bacteriën bij zich hebben zonder ziek te zijn. “Je kunt aan de buitenkant niet zien of iemand ‘drager’ is. Dat is alleen vast te stellen met een zogenaamde kweek. Maar zo’n laboratoriumtest is kostbaar, dus die laat je niet zomaar uitvoeren,” zegt Suzanne. Maar wordt iemand met een resistente
bacterie ziek, doordat de weerstand is verminderd of het lichaam op een andere wijze ontregeld is geraakt, dan is de infectie moeilijk te bestrijden. Bij ouderen gaat het vaak om een ontsteking aan blaas of longen. “Nu laat ik pas een kweek maken als een antibioticum niet blijkt aan te slaan. Vervolgens moet je naar een ander middel grijpen. In het uiterste geval gaat een cliënt naar het ziekenhuis om via een infuus zwaardere middelen toegediend te krijgen.”
regelen en richtlijnen komen, staat volgens Eliane vast. Inmiddels zijn er al miljoenen vrijgemaakt voor een groot landelijk onderzoek om de omvang van het probleem preciezer in kaart te brengen. “De uitdaging zal zijn hoe we die richtlijnen zó toepassen, dat de kwaliteit van leven voor de bewoners niet wordt aangetast en ons werk praktisch uitvoerbaar blijft. Kun je bijvoorbeeld een bewoner die drager is van zo’n bijzonder resistent micro-organisme verbieden contact te hebben met een kleinkind dat in een ziekenhuis werkt? Dat is zo’n dilemma dat we laatst in een werkgroep hebben besproken. Er zijn deskundigen die dat vanuit hun optiek een onaanvaardbaar risico vinden. Maar in de ouderenzorg denken we daar genuanceerder over. Bewoners moeten wel een gewoon leven kunnen leiden.”
Maatregelen
Suzanne Lans:
“Iedere medewerker weet hoe belangrijk het is om handen te wassen” Risico
Het is niet zo dat elk contact tot besmetting leidt. “Je moet uren intensief met elkaar omgaan of heel intiem, voordat het risico echt reëel wordt,” aldus Eliane. “Over het algemeen werken onze hygiënerichtlijnen afdoende,” zegt Suzanne. “Iedere medewerker weet hoe belangrijk het is om handen te wassen, en dat je geen ringen en dergelijke moet dragen. Met die basisregels ban je al tachtig procent van de overdracht van bacteriën uit. Maar het is weleens lastig dat de hele werktijd vol te houden. Vaak komt er iets onverwachts tussendoor. Het is daarom belangrijk te weten waarvoor je het doet. Die bewustwording moeten we blijven creëren en vasthouden.” “Het is goed dat Suzanne en ik in diverse overleggen meepraten over dit onderwerp,” vult Eliane aan. “Zo houden we de vinger aan de pols en zijn we straks niet verrast als er maatregelen komen. Ik loop al lang genoeg mee om te weten dat het Ministerie van VWS doorpakt als ze iets heel wezenlijk vinden. En het aanpakken van het probleem van de bijzonder resistente micro-organismen is echt een zaak van levensbelang. Als we niets doen dreigt een doemscenario.” (LN)
Aandacht voor bijzonder resistente micro-organismen is er van oudsher vooral in ziekenhuizen. Eliane: “Veel van de bestaande richtlijnen komen uit die koker, maar die zijn lang niet altijd toepasbaar in verpleeghuizen of in de thuiszorg. In een klinische omgeving als een ziekenhuis kun je iemand gemakkelijker een tijdje apart houden in een kamer. Maar hoe doe je dat bij ons, bijvoorbeeld in een huis met kleinschalige zorg, waar bewoners de huiskamer delen? Daarover wordt nu in diverse werkgroepen nagedacht.” Dat er binnen nu en pakweg twee jaar nieuwe maatContact | jaargang 11 | juli 2016
5
Kent u of bent u ook zo’n bewoner met een bijzonder verhaal? Mail de redactie van Contact en misschien staat uw verhaal de volgende keer hier. communicatie@axioncontinu.nl
Eén grote liefde, nooit geconsummeerd. En toch een vol en bewogen leven. Dat is het verhaal van Johanna Renskers, verpleegkundige en medeoprichter van een kinderhuis in Hoograven. “Ik kwam wel vaak leuke mannen tegen, sloot ook goede vriendschappen, maar het ging nooit verder.”
Johanna Renskers:
‘We waren erg verliefd op elkaar’ Johanna Renskers werd in 1923 in Delft geboren. “Daar komt vast mijn liefde voor oude steden vandaan.” Haar ouders kwamen oorspronkelijk uit De Graafschap, maar daar kon haar vader, een timmerman en restaurateur, geen werk vinden. Toen de crisisjaren aanbraken, toog het gezin weer naar Winterswijk. “Ik was als kind vroegwijs, ging op mijn vijfde al naar de lagere school. Maar ik kon erg slecht zien. Ze vonden me maar een vreemd kind, want ik voelde overal aan. Toen kwam er een ‘kwekeling met akte’ en die vroeg mijn moeder mij naar een oogarts te brengen. Ik kreeg een brilletje en werd erg gepest op school. Er was nóg een leerling met een bril, Gerard, die eerder ook werd gepest. Zijn moeder heeft hem toen opge-
De moeder en oom van Johanna Renskers, thuis in Winterwijk.
dragen mij voortaan te beschermen, en dat deed hij. Zo zijn we vriendjes geworden.”
Bombardement De liefde bloeide langzaam op, maar het contact bleek moeilijk in stand te houden. “We schreven brieven. Telefoon hadden we niet. In de oorlog kwam ik in Enschede terecht, waar ik als vrijwilliger aan de slag ging in het ziekenhuis, toen Enschede per ongeluk door de Engelsen was gebombardeerd. Ik bleef er werken en volgde een opleiding tot verpleegkundige. Door die afstand was het moeilijk Gerard te zien. Maar het gevoel was wel aanwezig. We waren erg verliefd op elkaar, dus het zou op den duur wel op een huwelijk zijn uitgedraaid.”
Zo ver kwam het echter niet. Gerard overleed tijdens een Duitse razzia. En Johanna bleef achter zonder vriendje, maar allerminst alleen. “Ik kwam soms wel leuke mannen tegen, sloot ook goede vriendschappen, maar het ging nooit verder. Ik had altijd leuke vriendinnen, zoals Hermijn, met wie ik vaak op vakantie ben geweest. Soms dachten mensen dat wij een lesbisch stel waren, maar dat was absoluut niet het geval. Ik denk dat het iets met mijn vader te maken heeft; hij was een stugge man, met wie ik amper contact had. Ik durfde hem ook nooit iets te vragen. Hij vond mij een lelijk kind. Mijn moeder heeft wel eens gezegd: je vader vindt dat je een zoon had moeten zijn.” Na de oorlog bleef Johanna in Enschede werken. “Op een gegeven moment zei de directrice: ‘Rens’ - zo noemde ze me - ‘wil je een staffunctie?’ Maar ik wilde liever in een grote stad wonen, zoals Utrecht. Ik kwam echter eerst in Den Dolder terecht, bij een psychiatrische instelling."
Schrijnende gevallen In Den Dolder leerde Johanna Hermijn de Graaf kennen, die haar levenslange hartsvriendin zou worden. “We gingen uiteindelijk beiden aan de slag bij het AZU, het academisch ziekenhuis van Utrecht. Op een gegeven moment
6
hadden we het over ons werk; we wilden beiden wat anders, maar geen staffunctie. Dan ben je vooral met administratie bezig en zie je amper nog patiënten. Er was in die tijd, de vroege jaren zestig, een grote behoefte aan opvang voor kinderen. Konden wij daar niets in doen? Via een bevriende wethouder kregen we een garantstelling van de gemeente en konden we in 1964 twee aan elkaar geschakelde woningen laten bouwen in Hoograven, aan de Wickenburglaan.” Johanna en Hermijn gingen er in eerste instantie wonen, met achttien kinderen in de leeftijd van nul tot twaalf. “We vingen allerlei kinderen op. Kinderen met aandoeningen, maar
ook gezonde kinderen, voor wie de ouders niet konden zorgen. Schrijnende gevallen, soms. Zoals een drieling van een echtpaar dat al twee tweelingen had gekregen en waarvan de moeder na de bevalling ziek werd.”
Groot gezin Het kinderhuis, dat De Basis werd genoemd, bleef een kwarteeuw bestaan. “Mensen uit de wijk wisten soms niet eens dat het een kinderhuis was. Dat was ook precies onze bedoeling, we bestierden het als een groot gezin. Het leek een normaal woonhuis met een tuintje. We hadden nooit leegstand, soms woonden er zelfs te veel kinderen, als het niet lukte tijdig een andere
plek te vinden. Je zet ze nu eenmaal niet op de stoep.” In die periode zette Johanna, die vanaf de oprichting in 1946 lid van de Partij van de Arbeid is, zich ook in voor de bouw van ‘t Huis aan de Vecht, waar ze nu woont. “We vonden dat er een ‘gewoon’ huis voor ouderen moest komen, dat niet aan een geloof was gebonden. Ik hield me bezig met fondsenwerving. Het was dubbeltjes- en kwartjeswerk, maar het huis is er in 1971 wel gekomen.” Toen de eisen aan kinderhuizen werden aangescherpt, besloten Johanna en Hermijn in 1989 het huis op te heffen. “Zonder één cent schuld,” zegt Johanna, nog altijd trots. Johanna ging met pensioen. “‘Tante Jo, je valt in een zwart gat,’ zei men tegen me. Maar dat liet ik niet gebeuren. Ik volgde een cursus bouwkunde, dat vond ik altijd al interessant.” Verder zette Johanna zich vrijwillig in voor de Bertha Muller School voor slechthorende kinderen, waar ze kinderen begeleidde die extra aandacht nodig hadden. Ze woonde inmiddels in de Vrouwjuttenstraat, vlak bij de Oudegracht. “Ik hou van oude steden, dus daar heb ik met ontzettend veel plezier gewoond, twintig jaar lang, tot het niet meer ging.” (KM)
Een cadeautje van medewerkers en kinderen van De Basis: een tekening van het strand en de vuurtoren bij Breskens. “Dit is een dierbare herinnering. We gingen elk jaar met de kinderen op vakantie naar Zoutelande en namen dan vaak het veer naar Breskens.”
Contact | jaargang 11 | juli 2016
7
In één stap terug in de tijd Als je de reminiscentieruimte van Koningsbruggen binnenstapt, beland je plotsklaps in een andere wereld. In de hoek staat een statige, manshoge klok, er brandt een knus elektrisch haardje, waarboven tal van ingelijste trouwfoto’s uit lang vervlogen tijden hangen. In een kast is een keur aan oude keukenspullen uitgestald.
A
nnemieke de Fuijk, EV-er bij Koningsbruggen, is jarenlang bezig geweest objecten voor ‘het oude kamertje’ te verzamelen. “Het is bijna een sport geworden om achter oude spullen aan te gaan.”
Annemieke de Fuijk
“Ik maakte al vaak sfeerhoekjes in de huiskamers,” vertelt Annemieke, “dus toen ik werd gevraagd deze ruimte in te richten, heb ik dat meteen opgepakt. Er waren al veel spullen uit andere reminiscentieruimtes, maar er ontbrak ook nog wel een en ander. Ik heb sommige spullen, zoals een wasbord en ijzeren kruiken, in een curiosawinkel gekocht. Waar ik echt lang naar heb gezocht, is een porseleinen wandkoffiemolen van Douwe Egberts. Ook collega’s hebben van alles meegebracht. Op veel van de trouwfoto’s die hier hangen, staan opa’s en oma’s van medewerkers.”
Vroege jaren vijftig Bij de inrichting heeft de echtgenoot van Annemieke,
8
De dames BoermanMarseille (links) en Vermeulen in de reminiscentieruimte. “Dit lijkt net het voorkamertje van mijn oma, in Hazerswoude,” zegt de 94-jarige mevrouw Boerman-Marseille. “Ik vind dit een fijne ruimte om te zijn als ik ergens op moet wachten. Ik herken alle spullen hier van vroeger. Ze hangen ook gewoon aan spijkers, dat was vroeger ook niet anders.”
Peter Sturkenboom, veel geholpen. Hij bouwde van oude veilingkistjes een grote kast en hing ook het ‘konijnenhokje’ aan de buitenmuur op. “Ook hangen hier spullen uit het huis van mijn moeder, die bovendien nog spullen van mijn grootmoeder had.” Annemieke pakt een ouderwets zwemvestje van de wand. “Dit is een geliefd voorwerp voor mij: mijn broer heeft dit in 1956 nog gedragen, toen hij zwemles kreeg.” Zij heeft geprobeerd met de spullen zoveel mogelijk het tijdvak van de vroege jaren vijftig te benaderen. “Ik pas geregeld dingen aan, probeer ook met de seizoenen mee te gaan. Ook voor Kerstmis, Pasen en Koningsdag verander ik de inrichting een beetje.” De deur van de ruimte is altijd open, zodat bewoners er binnen kunnen lopen, om er even tot rust te komen of herinneringen op te halen. Maar de ruimte wordt ook gebruikt voor kleinschalige activiteiten en de kennismakingsgesprekken met familieleden. “En soms, als een bewoner boos of verdrietig is, nemen we hem of haar even mee naar deze kamer,” vertelt Annemieke. “Voor iemand met dementie is deze omgeving telkens nieuw, maar toch heel vertrouwd.” (KM)
Een donderdagochtend in een huiskamer in Koningsbruggen. De gordijnen zijn dicht, een beamer projecteert een stilleven van de Vlaamse barokschilder Alexander Coosemans op een scherm. “Wat zien we zoal op dit schilderij?”, vraagt kunstzinnig therapeute Janneke Steentjes. “Fruit. Appels. Druiven,” zegt een van de deelnemers. “En zo’n beest, hoe het dat ook alweer?” “Een kreeft,” valt een ander bij.
Sociëteit voor hoger opgeleiden:
‘Zo’n beest, hoe heet dat ook alweer?’
Z
o gaat het eraan toe in de sociëteit voor hoger opgeleiden, die sinds 1 april van start is gegaan. Vorige week liet Janneke deze groep van vijf ‘waarnemend tekenen’, nu is het tijd voor kunstbeschouwing. Janneke legt vervolgens uit dat zo’n stilleven voor een kunstschilder een soort curriculum vitae was, een proeve van bekwaamheid, waarin hij liet zien hoe goed hij verschillende kleuren en texturen kon vastleggen. “Maar het werk laat ook overvloed zien, en vruchtbaarheid. Veel van de soorten fruit hadden vroeger een betekenis, het stond symbool voor iets,” vertelt Janneke. Kritisch zijn de deelnemers zeker. “Dit is typisch van die moet-je-mij-zien-schilderkunst,” zegt Gilles Hennus, een gewezen psycholoog die sinds het begin deelneemt aan deze groep. “Hij etaleert zijn vaardigheden, meer niet.” Gilles, die als amateurkunstenaar zeefdrukken maakt, collageachtige werken die hij ‘druksels’ noemt, is sceptisch. “Ik hou meer van gevoel, van verwondering. Van werken waar je niet meteen iets van moet vinden.”
logisch gevolg van haar ervaringen als casemanager dementie. “Utrecht is de stad met de meeste hoog opgeleiden. Ik kwam bij mensen thuis die ondersteuning nodig hadden, maar die zich niet senang voelen in een gemiddelde groep. Ze hebben een andere, bredere belangstelling. Ze raken onderprikkeld als iets niet bij hun interesses aansluit.” Dus besloot Jeannette, na ruggespraak met een psycholoog en een specialist ouderengeneeskunde, de speciale groep voor hoger opgeleiden in het leven te roepen. De groep komt twee keer per week bijeen. Op dinsdagochtend is er cardiofitness. “Hoger opgeleiden houden van bewegen; ze hebben vaak zelf gesport.” Op de middag en op donderdag worden allerlei prikkelende activiteiten gehouden, waarachter Gerry Rijser de drijvende kracht is. “Zoals de zes bijeenkomsten kunstzinnige therapie. Ook houden we een gespreksgroep, geleid door een psycholoog. En twee HKU-studenten hebben een workshop ‘luisteren naar muziek’ gegeven. Verder hebben we contact gezocht met het Gilde Utrecht, om samen een project over de stad te doen. Ook denken we eraan om met deze groep een theaterstuk te maken, en op te voeren.”
Een schot in de roos De eerste reacties op de groep zijn positief. “Een familielid dat een dag meeliep, noemde het ‘een schot in de roos’,” vertelt Jeannette. “De komst van de sociëteit betekent overigens geen uitbreiding van het aantal plaatsen op de dagbehandeling. We bedienen nu wel een heel andere groep. We krijgen ook steeds meer vragen over deze sociëteit. Hoewel het voor ons nog wel pionieren is, zie ik wel degelijk groei in de toekomst.” (KM)
Senang “We noemen het een sociëteit, geen dagbehandeling,” zegt Jeannette Blok, afdelingsmanager van de dagbehandeling in Koningsbruggen. Het instellen van deze groep voor hoger opgeleiden was een Contact | jaargang 11 | juli 2016
9
Lukas van de Lugt is planner bij De Parkgraaf, het centrum voor revalidatie en herstel. Hij zorgt dat de agenda’s van de revalidanten en behandelaars optimaal op elkaar zijn afgestemd, waarbij rekening is gehouden met persoonlijke voorkeuren, belastbaarheid, vakanties en wat al niet meer. “Het is hier soms hectisch,” zegt Lukas in de werkruimte waar vier bureaus in carrévorm staan opgesteld. Op elke werkplek staan twee grote beeldschermen die ingewikkelde spreadsheets laten zien. “De eerste dagen van de week is het meestal nog rustig, maar op woensdag begint de drukte al toe te nemen. Op vrijdag moeten de behandelagenda’s klaarliggen, zodat de revalidanten en de behandelaars weten wat ze de komende week moeten doen. Je werkt natuurlijk vanuit een basisrooster, maar daar kunnen talrijke wijzigingen op komen. Een cliënt kan bijvoorbeeld een afspraak in een ziekenhuis hebben, zodat hij hier die ochtend of middag geen behandelingen kan ondergaan.” Lukas is planner voor twee afdelingen van De Parkgraaf, met in totaal zo’n zestig revalidanten. Hij is begonnen bij woonzorgcentrum Voorhoeve, waar hij receptiediensten draaide. In die tijd was de revalidatieafdeling nog klein en werden de agenda’s voor de revalidanten afzonderlijk gemaakt. “Zo’n drie jaar geleden vroegen ze me of ik dat kon doen. Met de opening van De Parkgraaf en Zorghotel De Wartburg is de revalidatieafdeling inmiddels omvangrijk geworden en gaat alles meer gestroomlijnd en geautomatiseerd.” Via een interne vacature werd hij
planner voor 28 uur. “Je komt er snel achter of je geschikt bent voor dit werk of niet. Je moet heel goed kunnen puzzelen en onder tijdsdruk kunnen werken. Als je een grote fout hebt gemaakt, krijg je dat meteen te horen.” Hij scrolt even door zijn overvolle mailbox. “De meeste communicatie gaat bij ons via de e-mail. Elke dag ben je bezig die te verwerken. Daarbij moet je snel kunnen inschatten of je iets meteen moet oppakken of dat je het nog even kunt laten liggen.” Een werkdag kan er steeds anders uitzien. “Natuurlijk zijn er vaste momenten. Zo zijn er de afstemmingsoverleggen waarin de behandelaars, de specialist ouderengeneeskunde en de zorgmedewerkers revalidanten bespreken en wordt bepaald wat iemand nodig heeft en welk zorgpad daarbij hoort. Ik voer zo veel mogelijk gegevens ter plekke in op de computer. Ik ben de planner voor cliënten met COPD, mensen met zware ademhalingsproblemen, en dan heb je te maken met vrij complexe revalidaties. Er zijn veel disciplines bij betrokken en de belastbaarheid van de cliënten is vaak gering. Je moet er rekening mee houden dat er voldoende spreiding in de dagschema’s zit. In weken met veel wisselingen ben ik extreem druk. Dan moet ik voor alle nieuwe cliënten hun behandelproducten aanmaken. En de eindstreep blijft altijd gewoon op de vrijdagmiddag liggen. Dan moeten de behandelagenda’s klaar zijn, anders staan ze hier bij wijze van spreken op de ramen te bonken. We hebben afgesproken dat de behandelaars en de zorg vóór donderdag twaalf uur alle wensen en aanpassingen aan ons
Functie: Planner revalidatie en herstel Functiedoel: Verzorgt de planning van de therapie voor revalidanten, door middel van weekagenda’s. Heeft frequent overleg met artsen, behandelaars en medewerkers van de revalidatieafdeling. Benodigde opleiding: Relevante beroepsopleiding op hbo-niveau, goede computervaardigheden met kennis van Excel en Word. Enige kennis van plansystemen en het Elektronisch Zorg Dossier. Aantal: 4 personen. Aantal fte: 2,8 fte.
10
AxionContinu heeft 2.000 medewerkers en circa 140 verschillende functies. Bij sommige functies denkt iedereen zich een voorstelling te kunnen maken. Andere functies zijn minder bekend.
Functie In deze rubriek iedere keer een andere functie in de schijnwerpers. Deze keer:
doorgeven. Want als ze dat pas op vrijdag doen, krijgen we het niet meer rond. Er zijn genoeg vrijdagen dat we niet voor zevenen de deur achter ons dichttrekken, al kiezen we daar soms zelf voor. Na een paar uur achter de beeldschermen ben je wel gaar. Dan is het beter even een stukje door het park te wandelen, om er daarna weer vol tegenaan te gaan.”
Vakmanschap “Voor deze functie is vooral nodig dat je goed kunt puzzelen en overzicht kunt houden. Je moet zorgvuldig kunnen werken en tegelijkertijd stressbestendig zijn, omdat je soms heel veel moet doen in heel korte tijd.”
Aandacht “De cliënten ken ik eigenlijk alleen van naam. Mijn focus ligt op het maken van de agenda’s. Het contact met de zorg en de behandelaars verloopt vooral via e-mail en telefoon. Ons eigen team is hecht, we ervaren allemaal dezelfde druk.”
Plezier “In deze functie is het: geen nieuws is goed nieuws. Als je niks hoort, heb je het goed gedaan. Je moet af en toe jezelf een schouderklopje geven, maar het geeft wel degelijk voldoening als je de schema’s weer kloppend hebt gekregen.” (LN)
Planner revalidatie en herstel Lukas van der Lugt
11
“Verdrietig? Nee, ik voel me eerder weemoedig,” zegt Stienie de Jong. “Het doet me wel wat hoor, dat Tolsteeg dichtgaat. Maar de grootste klap was drie jaar geleden, toen duidelijk werd dat we hier weg zouden gaan.”
Tolsteeg dicht
Einde van een tijdperk V
ijf medewerkers zitten om de tafel geschaard in een kantoortje dat betere tijden heeft gekend. Over drie weken gaan de deuren definitief dicht. Het einde van een tijdperk. Tineke Proper, die net als Stienie de Jong op Tolsteeg als afdelingsmanager zorg was, vertelt dat ook zijn het afscheid nemen van cliënten en medewerkers het lastigst vond. “Daar heb ik best last van gehad. Nu is het toch een beetje een afgebrand dorp. Er zijn haast geen bewoners meer. Eigenlijk is het Tolsteeg bijna niet meer.” Er zijn nog diverse afscheidsbijeenkomsten gepland. Een optreden van zanger en cabaretier Harald Veenstra voor (oud-)bewoners, wijkbewoners en mensen uit de serviceappartementen en mantelzorgers Dat wordt een echte hapening volgens welzijnsmedewerker Eva Boele. “Want Harald is een grote naam in deze scene.” Een week later volgt een groot feest voor alle medewerkers en vrijwilligers. “Maar het is pas echt afgesloten als we ‘de sleutel’ symbolisch teruggeven aan de verhuurder,” zegt teammanager Welzijn Marjolein van der Meer. “Dat wordt gedaan door Zus, een vrouw van 99 die meer dan veertig jaar vrijwilligster is geweest.” Iedereen reageert enthousiast. “Dat is leuk.” Zus is een markante figuur die jarenlang met haar brommertje naar Tolsteeg kwam.
12
Als het glad was bond ze schuursponzen onder haar zolen.
Saamhorigheid Gisteravond was de laatste bingoavond in een bomvolle Vredenburgzaal. “Er waren ook heel veel mensen uit de wijk gekomen en veel familieleden”, zegt welzijnsmedewerker Sanne Sanders. “De stemmig was heel uitgelaten, het leek wel vakantie. Mensen wilden van alles meenemen, zoals het kleedje waarop de prijzen altijd stonden. Ze wilden een souvenir, zeiden ze.” Zus, meer dan veertig jaar vrijwilliger in Tolsteeg.
Marjolein van der Meer (links) en Sanne Sanders.
“Dat is wel heel typisch Tolsteeg”, merkt Stienie op. “De mensen waren altijd enthousiast. Bij een grote activiteit zoals het kerstdiner stonden ze in rijen te wachten tot de deuren opengingen.” “Dan moest je uitkijken dat er geen rollator over je tenen reed als je de deuren opendeed”, lacht Marjolein. “En als het kerstdiner volgens traditie met een kort gebed was afgesloten, dan was het tijd voor de polonaise.” Eva: “Ja, die was hier populair.” Sanne: “Maar we hadden bijvoorbeeld ook een heel actieve schildersgroep. Bewoners wilden ook best nog leren en zich ontwikkelen.” Stienie: “Eigenlijk was het net een dorp waar iedereen kende iedereen.” “Die saamhorigheid was er ook onder medewerkers”, vult Tineke aan. “Je kon altijd een beroep op mensen doen. Schoonmakers waren in december zwarte piet, het management hielp mee met het aanbrengen van kerstversiering. En als de nood aan de man kwam, sprong iedereen spontaan bij. Ik kan me een grote stroomstoring herinneren waarbij we alle serviceappartementen langs moesten om te vragen of het goed ging. Het alarmeringssysteem was uitgevallen. Daar kwamen medewerkers voor terug. En daarna gingen we op de gasfornuizen die er waren koken voor alle bewoners die alleen elektriciteit hadden. Zo losten we het op.”
Buurt “De band met de buurt is altijd sterk geweest”, zegt Sanne, die zich voor het afscheidsfeest verdiepte in de geschiedenis van Tolsteeg. Op het afscheidsfeest voor de medewerkers zal het gebouw zijn aangekleed met oude foto’s. “Het was een van de eerste ver-
zorgingshuizen voor ouderen in de jaren zestig. De eerste generaties bewoners waren nog relatief jong – vijftigers en zestigers – die veel ondernamen.” In de vleugel met de serviceappartementen was een bewonersvereniging die zich inzette voor de bewoners van de verzorgingsafdelingen in de andere vleugel. “Veel bewoners uit ‘de aanleun’ stroomden later door naar ‘de zorg’ als ze zich niet meer zelfstandig konden redden. Daardoor bleef het heel vertrouwd”, zegt Stienie. Op Bevrijdingsdag kwam ieder jaar een veertig man sterke fanfare uit de wijk een aubade brengen. Er waren nauwe contacten met de Oranjevereniging en carnavalsvereniging D’Opsnaaiers. “Er waren vaak mensen van buiten over de vloer en dat is goed. Zo versterk je de band met de buurt en je houdt leven in de brouwerij”, zegt Marjolein. Tineke kan zich een bijzonder voorval herinneren. “Zo’n twaalf jaar geleden hadden we door kortsluiting bij een bewoner een grote brand op de derde etage van de zorgafdeling. Midden in de nacht, dus grote paniek. Een aantal medewerkers heeft daar nog lang last van gehad, maar dat terzijde. In allerijl moesten we bewoners evacueren. Ik zal nooit vergeten dat buurtbewoners met complete bedden en matrassen op straat stonden om ons te ondersteunen. Bij alle ellende vond ik dat zo mooi.” (LN)
Eva Boele:
“Ja, de polonaise was hier populair”
Ook op de afscheidsavond kwam de polonaise voorbij.
Het gevoel van thuiskomen Mevrouw Woudenberg (74) en mevrouw Van der Scheur (95) kwamen nog geregeld met de Regiotaxi naar Tolsteeg, nadat ze half maart naar De Bijnkershoek waren verhuisd. “Vandaag misschien wel voor de laatste keer,” merkt mevrouw Woudenberg op. Want na vanavond rollen de balletjes van de vaste bingoavond op Tolsteeg niet meer. In de laatste weken voor de definitieve sluiting worden de Contact | jaargang 11 | juli 2016
activiteiten afgebouwd. Het voorheen zo bruisende restaurant is vrijwel uitgestorven. De dames zijn al vroeg in de middag gekomen. Ze hebben meegedaan met het Oudhollandse spel vlotbruggen en na het eten gaan ze naar de bingo. “Tolsteeg bleef toch trekken,” zegt mevrouw Van der Scheur. “Je hebt hier het gevoel van thuiskomen. Het voelt zo vertrouwd.”
“De mensen in De Bijnkershoek zijn anders,” verklaart mevrouw Woudenberg. “Je komt er niet zo gemakkelijk tussen.” Ze moet toegeven dat ze ook moest wennen toen ze hier zo’n drie jaar geleden kwam wonen. Ze trof in mevrouw Van der Scheur een maatje met wie ze gezellig kon kletsen. “We hebben hier een heel fijne tijd gehad.” In De Bijnkershoek zijn ze nu gelukkig wel naaste buren. (LN)
13
In Zorghotel De Wartburg is medio mei een proef gestart, waarbij de gast op de dag van aankomst alle behandelende disciplines in één korte inchecksessie te zien krijgt. Doel is de afstemming tussen de verschillende disciplines te verbeteren. “Maar het is ook minder vermoeiend voor de gast,” zegt kwaliteitsmedewerker Ineke Hiemstra. “De gast krijgt op zo’n eerste dag een hoop indrukken te verwerken, terwijl wij onze gasten juist een ‘zachte landing’ willen bieden.”
Multidisciplinaire incheck:
voordeel voor gast én medewerkers
D
irecte aanleiding voor deze proef was een artikel in een vakblad, dat verpleegkundige Karina Tolsma las. Het ging over het ‘opnamestraatje’ van Vitalis, een organisatie voor ouderenzorg in Eindhoven. “Dat vond ik een goed idee, en ik mocht op onderzoek uit. Met drie medewerkers zijn we gaan kijken bij Vitalis. Daarna hebben we deze proef opgezet, aangemeld bij het innovatieproject ‘Wij doen ‘t’ van AxionContinu en kregen we groen licht.”
Scherp zijn In de oude situatie werd een gast van het zorghotel opgevangen door een verpleegkundige, vervolgens kwam de arts langs, later gevolgd door een fysiotherapeut en, veelal later in de week, een ergotherapeut. De gast moest daardoor informatie soms twee of drie keer geven. In de nieuwe situatie wordt een gast opgevangen door een verpleegkundige, die hem of haar wegwijs maakt en de kamer laat zien. In dat uurtje lezen de verschillende disciplines de overdrachtsformulieren. Daarna volgt meteen de multidisciplinaire
14
incheck (MDI): een gesprek van slechts dertig minuten waarbij een arts, fysiotherapeut, ergotherapeut en verpleegkundige aanwezig zijn. “Die tijd moet ook nauwkeurig worden bewaakt. Iedereen moet scherp zijn,” zegt Karina.
Samen doelen formuleren Tijdens de MDI inventariseert de arts de klachten en de voorgeschiedenis, en formuleert samen met de gast de doelen. De fysiotherapeut stelt vragen om te kijken wat wel en wat niet kan qua mobiliseren – de anamnese – en maakt een bewegingsprotocol. “Daarmee is het aantal contactmomenten van de fysiotherapeut in dit traject van twee naar één gegaan,
Karina Tolsma:
“Er kan dus meteen met de revalidatie worden begonnen”
Ineke Hiemstra (links) en Karina Tolsma.
want in de oude situatie volgde die anamnese soms pas de volgende dag,” vertelt Karina. “Er kan dus meteen met de revalidatie worden begonnen.” Vervolgens komt de ergotherapeut aan bod, die de thuissituatie inventariseert en adviezen voor aanpassingen of hulpmiddelen doet. Inmiddels is er al een streefdatum bepaald waarop de gast mogelijkerwijs naar huis kan gaan, dus kunnen de eventueel aanwezige mantelzorgers meteen met die aanpassingen aan de slag. Daarna vraagt een verpleegkundige wat praktische zaken, over voeding of activiteiten, en legt de filosofie van het zorghotel uit. Die komt neer op: alles is revalidatie. “Er is nóg een voordeel,” vertelt Karina. “Na de incheck gaat de fysiotherapeut even lopen met de gast. Als dat goed genoeg gaat, verstrekken we geen rolstoel. Als mensen een rolstoel krijgen, gaan ze er ook in zitten en dat vertraagt het revalidatieproces.”
Meerwaarde De proef loopt tot eind augustus, waarna op basis van een enquête onder gasten wordt besloten de proef uit te breiden of niet. Tot dusver vindt de MDI nog op twee dagdelen van de week plaats. Het is de bedoeling dat de CVA-afdeling (voor mensen die een beroerte hebben gehad, red.) van centrum voor revalidatie en herstel De Parkgraaf in september ook met de MDI gaat werken. “Tot dusver is iedereen enthousiast,” vertelt Ineke. “Van oudsher werken alle disciplines in de zorg taakgericht, op hun eigen stukje. Maar als je revalidatie aanbiedt vanuit een multidisciplinaire aanpak, moet je ook echt samenwerken. De tijd is rijp hiervoor, want iedereen ziet de meerwaarde.” (KM) Contact | jaargang 11 | juli 2016
Eliane Thewessen, bestuurder van AxionContinu, is de nieuwe columniste van Contact. Ze schrijft over wat haar bezighoudt en opvalt.
Verhuizen Zes keer. Ik moest even tellen, maar ik ben in mijn leven zes keer verhuisd. Redelijk honkvast dus, gelet op mijn nu niet nader te vermelden leeftijd. Zelfs in mijn studententijd ben ik maar één keer van kamer veranderd. Verhuizen is wat er de afgelopen en komende periode binnen AxionContinu veel is gebeurd en gaat gebeuren. We hebben nu helemaal afscheid genomen van woonzorgcentrum Tolsteeg. Door de nieuwe regelgeving kunnen mensen die lichte zorg nodig hebben niet meer in een verzorgingshuis komen wonen. Meer dan honderd van deze plaatsen zijn daardoor opgeheven in dit gebouw. Alle bewoners zijn naar andere locaties van AxionContinu verhuisd.
van ‘t Huis aan de Vecht naar onze nieuwe, voor mensen met dementie geschikte, locatie Voorveldse Hof verhuisd. Bewoners van Voorhoeve hebben plaatsgemaakt voor een verbouwing tot kleinschalige woonvormen aldaar, door hun verhuizing naar het fraai verbouwde De Bijnkershoek. Al deze veranderingen vragen om heldere en eenduidige communicatie. Daar is de afgelopen maanden veel aandacht naar uitgegaan met, dat zal niemand zijn ontgaan, wisselend effect. Bij knelpunten in communicatie grijp ik graag terug naar een prachtig gedicht hierover van Erik van Os, dat mijns inziens meer zegt dan lange zinnen hierover.
Naast deze, door politieke besluiten ingegeven veranderingen, hebben we ook onze eigen visie op zorg aan de behoeften van de tijd aangepast. Was ‘Huize Avondrood’ vroeger nog een gebruikelijke naam voor een rusthuis voor ouderen, in de tegenwoordige tijd zijn verpleeghuizen professionele organisaties, waar wonen en zorg of revalidatie zeer op de doelgroep zijn toegespitst. Langdurende zorg voor mensen met dementie of mensen met somatische aandoeningen, vragen elk hun eigen inrichting van het gebouw, deskundigheid van medewerkers en dagbestedingsaanbod. De transitie om hier te komen, heeft verregaande consequenties (gehad) voor cliënten en medewerkers. Zo zijn recent ook bewoners en medewerkers
Dag papegaai, zei de pinguïn. Dag papegaai, zei de papegaai. Nee, zei de pinguïn, jij moet dag pinguïn zeggen. Nee, zei de papegaai, jij moet dag pinguïn zeggen. Nee, zei de pinguïn, ik ben een pinguïn. Nee, zei de papegaai, ik ben een pinguïn. Jij bent een papegaai, zei de pinguïn. Jij bent een papegaai, zei de papegaai. Stomme papegaai, zei de pinguïn. Stomme pinguïn, zei de papegaai.
15
Hospice blij met aanhaakbed Hospice IJsselstein heeft sinds kort een aanhaakbed. Dit speciale bed kan eenvoudig aan het hoog-laagbed van de gast worden gehaakt, zodat een comfortabel tweepersoonsbed ontstaat. Verzorgende Gerina den Houdijker kwam op het idee en haar man Jeroen, vrijwilliger in de hospice, voerde het
uit. Gerina: “Het gebeurde wel dat de partner bij een gast in bed kroop. Heel begrijpelijk dat je dicht bij elkaar wilt zijn. Maar het is natuurlijk heel krap. Dat moet anders kunnen, vond ik.” Jeroen bouwde een bestaand opklapbed om, zodat het aan het hooglaagbed kan worden vastgemaakt. Een speciaal gemaakt matras zorgt dat het allemaal mooi aansluit.
Gerina vertelt dat er tweepersoons hoog-laagbedden op de markt zijn. Maar die zijn te groot voor de kamers in de hospice. En ook is zo’n bed niet handig als de verzorging erg intensief is. “Bovendien heeft lang niet iedereen er behoefte aan. Maar het is heel prettig dat er nu een mogelijkheid is om fijn bij elkaar te liggen. Het kan gaan om partners, maar ook kinderen hebben soms behoefte om dicht bij hun ouder te zijn.” (BS)
Berichten vanuit AxionContinu
‘Muis Jantje’ biedt houvast en troost Ze bieden mensen met dementie houvast en troost, de kleine gehaakte muisjes met vier staartjes. ‘Muis Jantje’ past in de hand en dat geeft iemand steun. Friemelen met de staartjes maakt rustig. Zorgbemiddelaar Maria Bongers is een van de vrijwilligers in Nederland die ‘Jantjes’ haakt. “Ik ben lid van een Facebookgroep ‘Muis Jantje’,” zegt zij. “Om officieel ‘Jantjes’ te mogen haken, gaat een keumeester ze beoordelen. De eerste twee die ik maakte, waren niet goed. De volgende gelukkig wel.” De vrolijk gekleurde muisjes zijn gemaakt van honderd procent zuiver katoen, dat zacht is en op 95 graden kan worden gewassen. Maria is inmiddels ‘huismuis’ van AxionContinu. Zo wordt dat genoemd bij de facebookgroep ‘Muis Jantje’. Op verschillende locaties zijn haar ‘Jantjes’ al verspreid. Zoals in De Bijnkershoek,
16
waar een mevrouw haar muisje de hele dag bij zich heeft. Zij houdt hem stevig vast en speelt met een staartje. Maria maakt er ongeveer twee per week. “Voor de muisjes mogen wij geen geld vragen. Om toch uit de kosten te komen, maak ik ook sleutelhangers met kleine muisjes. Afdelings-
managers kunnen een sleutelhanger kopen voor 3 euro per stuk. Zij krijgen daar ‘Jantjes’ voor terug om uit te delen aan bewoners die onrustig zijn.” Wie belangstelling heeft voor ‘Jantjes’ kan Maria Bongers mailen, mbongers@ axioncontinu.nl. Meehaken kan via de Facebookpagina ‘Muis Jantje’. (BS)
Verjaardagskalender ’t Huis aan de Vecht heeft een bijzondere verjaardagskalender uitgebracht met gedichten van de ‘Schrijfclub’. Kunstenaar Lois Stolwijk maakte de
tekeningen en deed de vormgeving. De ‘Schrijfclub’, die wordt gevormd door bewoners van deze locatie, komt elke veertien dagen bij elkaar in de woning van een van de leden. Zij bedenken een onderwerp waar ze samen over praten en daar komt een gedicht uit voort. Medewerker welzijn Roos Berkvens ondersteunt
Ergo battle
VAP-tour Dat AxionContinu een nieuw motto en nieuwe kernwaarden heeft, kan medewerkers niet zijn ontgaan. Het VAP-team – waarbij VAP staat voor de kernwaarden Vakmanschap, Aandacht en Plezier – organiseerde de afgelopen periode een VAP-tour langs de locaties, waarbij het nieuwe motto en kernwaarden werden toegelicht. Via een AxionContinu-quiz – met Eliane Thewessen als heuse quizmaster –
“Die pretlichtjes in haar ogen, dáár doe ik het voor!” AxionContinu. Optimisten in de zorg.
Contact | jaargang 11 | juli 2016
de ‘Schrijfclub’. Vorig jaar brachten zij al een boekje uit. Bewoners Ali Mascini, Joop van Daalen, Ineke Eeldering, Imma Clements, Clara de Grave en Thea Querngester schreven mee aan de gedichten die op de kalender staan. De verjaardagskalender is te koop voor F10,-. Bestellen kan via Roos Berkvens, rberkvens@axioncontinu.nl. (BS)
werd meteen getest hoe goed medewerkers de organisatie kennen. Deze ludieke introductie krijgt in het najaar een serieuzer vervolg. Dan gaat het VAP-team, bestaande uit medewerkers van verschillende locaties, afdelingen helpen de kernwaarden in de dagelijkse praktijk toe te passen. (AB) Meer informatie is te vinden op www.axioncontinu.nl/optimsten.
Hoe kun je een cliënt zo verplaatsen dat het voor hem of haar comfortabel is én dat jij je eigen lichaam op de juiste manier belast? En helpen steunkousen aantrekken zonder een zere rug te krijgen van het bukken? Bij AxionContinu is veel aandacht voor wat wordt genoemd de fysieke belasting van medewerkers. Vanuit de arbowet is dat ook verplicht. Om eens op een andere manier bezig te zijn met dit onderwerp, organiseerde ’t Huis aan de Vecht op 7 juni een ‘ergo battle’. Teams van verschillende afdelingen streden tegen elkaar op verschillende onderdelen. Zoals een gevallen persoon van de grond helpen met de tillift en iemand die niet goed kan staan van de bank in een rolstoel helpen. Medewerkers speelden de cliënten. De jury bestond uit een ergotherapeut, fysiotherapeut en de projectleider arbo en preventie. Het winnende team won strandtennissetjes om sportief de zomer in te gaan. (BS)
17
Met vele kunst & cultuur projecten wil AxionContinu haar bewoners in contact brengen met poëzie, muziek, dans, toneel en beeldende kunst.
‘Het Rijdend Atelier’ dit jaar vanuit Atelier TOP Bewoners van De Ingelanden beten de spits af van een nieuwe reeks kunstworkshops van AxionContinu. De eerste editie stond in het teken van het Hollands landschap.
De kunstworkshops zijn onderdeel van ‘Het Rijdend Atelier’, een programma dat al een aantal jaar bestaat binnen AxionContinu. Dit jaar gaat het atelier echter niet langs de woonzorgcentra, maar heeft het een vaste plek gevonden in Atelier TOP, het nieuwe, ruime atelier op de bovenste verdieping van ’t Huis aan de Vecht. De bewoners gaan daar vanuit hun eigen woonzorgcentrum naartoe. Net als voorgaande jaren is iedereen welkom, van ervaren creatieveling tot nieuwsgierige nieuwkomer. Een workshop duurt een dag: het begint in de ochtend en duurt tot ongeveer drie uur ’s middags (inclusief lunch). De kunsttherapeuten Janneke Steentjes en Lilly van Persie geven les over thema’s als het Hollands landschap, ‘De zee & William Turner’ en het kleurrijke impressionisme. Per les wordt een thema behandeld. De workshops zijn gericht op persoonlijke ontwikkeling, verdieping van kennis, creativiteit en uiteraard plezier beleven. Ook komen in de workshops nieuwe technieken aan bod. Natuurlijk gaat iedereen naar huis met een eigen werk. (JV)
Heeft u interesse, of wilt u zich aanmelden? Neem dan contact op met Joyce Vlaming, projectleider Kunst en Cultuur. Meer weten over Atelier TOP? Volg ons dan op Facebook: https://www.facebook.com/atelierTOP.
18
Colofon
Woonzorgcentra Koningsbruggen Beneluxlaan 924 3526 KJ Utrecht tel. (030) 282 23 00 koningsbruggen@axioncontinu.nl
’t Huis aan de Vecht Costa Ricadreef 9 3563 TA Utrecht tel. (030) 264 66 68 hadv@axioncontinu.nl
De Schutse Anna van Burenstraat 40 3411 AK Lopik tel. (0348) 55 17 24 schutse@axioncontinu.nl
De Bijnkershoek Van Bijnkershoeklaan 250 3527 XL Utrecht tel. (030) 296 85 00 bijnkershoek@axioncontinu.nl
De Ingelanden Louis Armstronglaan 800 3543 EB Utrecht tel. (030) 686 78 00 ingelanden@axioncontinu.nl
Voorhoeve Van Heuven Goedhartlaan 3 3527 CE Utrecht tel. (030) 295 38 53 voorhoeve@axioncontinu.nl
De Componist Georg Jarnostraat 14-20 3543 BX Utrecht tel. (030) 686 63 30 componist@axioncontinu.nl
Isselwaerde Kronenburgplantsoen 3 3401 BN IJsselstein tel. (030) 688 19 14 isselwaerde@axioncontinu.nl
Voorveldse hof Blaarkopstraat 1 3573 SH Utrecht tel. (030) 282 24 40 voorveldsehof@axioncontinu.nl
De Drie Ringen Kandinskystraat 40 3544 NW Utrecht tel. (030) 686 69 50 drieringen@axioncontinu.nl
Mariënstein Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 marienstein@axioncontinu.nl
De Wartburg Kennedylaan 16 3533 KJ Utrecht tel. (030) 294 00 41 wartburg@axioncontinu.nl
Serviceappartementen en thuiszorg De Bijnkershoek Van Bijnkershoeklaan 250 3527 XL Utrecht tel. (030) 296 85 00 bijnkershoek@axioncontinu.nl
Schutseplein Anna van Burenstraat 40 3411 AK Lopik tel. (0348) 55 17 24 schutse@axioncontinu.nl
De Hooghe Camp Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 marienstein@axioncontinu.nl
De Wartburg Kennedylaan 16 3533 KJ Utrecht tel. (030) 294 00 41 wartburg@axioncontinu.nl
Thuiszorg Teams in Utrecht en de Lekstreek (IJsselstein en Lopik). Bereikbaar via Servicebureau AxionContinu.
Contact is het magazine van AxionContinu. AxionContinu levert wonen, zorg en revalidatie, in Utrecht, IJsselstein en Lopik. Contact wordt vijf keer per jaar verspreid in een oplage van 7.000 exemplaren, onder cliënten, cliënten op de wachtlijst, bewoners van serviceappartementen, vrijwilligers, medewerkers en relaties van AxionContinu. Wij bedanken iedereen die heeft meegewerkt aan dit nummer hartelijk voor hun bijdrage. Vragen of opmerkingen Het is mogelijk dat u naar aanleiding van Contact vragen heeft. Wij helpen u graag verder. Bel (030) 282 22 00, mail: communicatie@axioncontinu.nl of kijk op www.axioncontinu.nl Redactieadres AxionContinu Afdeling Communicatie & PR Postbus 2251, 3500 GG Utrecht communicatie@axioncontinu.nl Redactie Ans Boere (AB) Maaike Hoogland (MH) René Leideritz (RL) Kees Mollema (KM) Petra van der Sanden (PS) Berber Schrijver (BS) Willem de Bruijn Tekstbijdrage Louis Nouws (LN) Eddy Steenvoorden (ES) Joyce Vlaming (JV)
Revalidatie
En verder
De Parkgraaf Beneluxlaan 926 3526 KJ Utrecht tel. (030) 282 23 11 parkgraaf@axioncontinu.nl
Centraal Bureau Postbus 2251 3500 GG Utrecht tel. (030) 282 22 00 info@axioncontinu.nl
Marhaban De Gasperilaan 116-118 3527 GH Utrecht tel. (030) 293 45 81
Zorghotel De Wartburg Kennedylaan 300 3533 KN Utrecht tel. (030) 295 86 60 info@zorghoteldewartburg.nl
Hospice IJsselstein Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 hospiceijsselstein@axioncontinu.nl
Servicebureau AxionContinu tussen 9.00 - 17.00 uur op werkdagen (030) 282 22 77 servicebureau@axioncontinu.nl
Fotografie Willem Mes Kees Mollema Eddy Steenvoorden en anderen Vormgeving BLADEN&CO/Willem de Bruijn Druk Drukkerij Hendrix Volg ons ook op:
19
Vrijwilligers zijn onmisbaar voor AxionContinu. Daarom staat achterop elk nummer van Contact een vrijwilliger van AxionContinu in de schijnwerpers. Wilt u ook vrijwilliger worden? Mail dan naar communicatie@axioncontinu.nl
Josien van Elswijk:
‘Wat bewoners zelf nog kunnen, moet je hen niet uit handen nemen’ Josien van Elswijk is bijna dagelijks te vinden in De Ingelanden. De onvermoeibare vrijwilligster begeleidt allerlei activiteiten, wandelt met bewoners en helpt mee bij het volksdansen. “Vooral bewoners met dementie hebben de leuke activiteiten het hardst nodig. Je zíet ze ook genieten,” vertelt Josien.
Josien is al bijna vier jaar actief in De Ingelanden. De Limburgse verhuisde een paar jaar geleden met haar echtgenoot naar Leidsche Rijn, om dichter bij haar twee kinderen te kunnen zijn. “Ik wilde hier iets doen, iets voor ouderen, en ik wilde nieuwe contacten leggen. Ik heb in het verleden als vrijwilligster taalles aan Marokkanen gegeven, dus toen mijn dochter de advertentie zag waarin De Ingelanden vrijwilligers vroeg, tipte ze mij.” Nu helpt Josien van maandagavond tot en met donderdagmiddag bij het rummikuppen, tijdens de creatieve activiteit, de spelmiddag, bij ‘naald en draad’, de lunchclub en het volksdansen. “Veel bewoners herkennen me zodra ze me zien en reageren met een grote glimlach. Maar als ze niet meer weten wie ik ben, accepteer ik dat ook gewoon.”
Workshops Door het dementeren van haar schoonouders heeft Josien wel wat ervaring met de doelgroep van het zorgcentrum. “Sommige bewoners hebben een agressieve vorm van dementie; dan is het zaak vooral rustig te blijven. De mensen kunnen er immers niets aan doen. En als ik er niet uitkom, kan ik
20
Josien van Elswijk helpt bij het volksdansen.
altijd raad vragen aan mijn begeleidster, of aan de psycholoog.” Josien heeft inmiddels via AxionContinu een aantal workshops gevolgd, iets waaraan ze naar eigen zeggen veel heeft gehad. “Ik heb bijvoorbeeld een workshop Gastvrijheid gevolgd. Ook heb ik geleerd - met een speciale bril op - hoe het is om beperkt zicht te hebben. Of hoe het is om aan een rolstoel gekluisterd te zijn. Als je zelf
in een rolstoel wordt gezet, kun je je beter verplaatsen in iemand die er permanent op aangewezen is. Dan voel je hoe vreselijk het is om afhankelijk te zijn, begrijp je de weerstand ook beter. Nee, die workshops moeten blijven, ook voor de nieuwkomers. Ik heb vooral ook geleerd om mensen in hun waarde te laten. Wat ze zelf nog kunnen, moet je hen niet uit handen nemen.” (KM)