Contact Het magazine van
AxionContinu
Nummer
1
jaargang 14|februari 2019
Mannen in de zorg Samen werken aan kwaliteit van zorg
Intimiteit
Gevoelig onderwerp
‘Warme zorg’
in ’t Huis aan de Vecht Contact | jaargang 14 | februari 2019
1
Contact Het magazine van AxionContinu | Nummer 1 | jaargang 14 | februari 2019
4
3
Mannen in de zorg
Bingo bij de buren
Op deze dag voelt iedereen zich winnaar.
‘Kunt u ook haren wassen?’
8
9
Samen werken
‘Luis in de pels durven zijn’
aan kwaliteit van zorg.
8 april OR Verkiezingen.
12
14
Intimiteit
‘Warme zorg’
Gevoelig onderwerp.
in ’t Huis aan de Vecht.
Verder in dit nummer
10
Mijn verhaal
‘Dankbaar dat ik iets voor anderen kan betekenen’ 6 Functie Centraal
Maatschappelijk werker 10 Column
Schakel 15 Kort Contact
Berichten vanuit AxionContinu 16 CultuurContact
Kleur het leven 18
Functie Centraal
Vrijwillig in beeld
Fenny Duursema en Paul Philips 20
De Bijnkershoek en Holland Casino zijn bijna buren. Op zaterdag 12 januari gingen 65 bewoners en zo’n dertig begeleiders – medewerkers, mantelzorgers en vrijwilligers – naar het casino voor een ‘aangeklede’ bingo. Medewerkers van Holland Casino liepen zich het vuur uit de sloffen om het hun gasten bijzonder naar de zin te maken.
Bingo bij de buren
H
et weer was wat druilerig, maar dat kon de pret niet drukken. Veel bewoners legden de circa achthonderd meter die De Bijnkershoek en Holland Casino scheiden samen met hun begeleiders af achter hun rollator, op hun scootmobiel of in een rolstoel, gehuld in regenkleding. Anderen lieten zich brengen met een taxibusje. In het casino werden ze warm ontvangen. Een bingo organiseren doen ze er vaker, maar niet eerder voor bewoners van een woonzorgcentrum.
‘Gevonden geld’ De eerste contacten tussen Holland Casino en De Bijnkershoek dateren van vorig jaar. In het casino blijft na sluitingstijd, diep in de nacht, altijd
wel wat van waarde achter in de speelzalen, bijvoorbeeld fiches die op de grond zijn gevallen. Wanneer de eigenaar niet achterhaald kan worden, gaat dit ‘gevonden geld’ naar goede doelen, die door medewerkers kunnen worden voorgedragen. Vorig jaar kon De Bijnkershoek een cheque ophalen en bij die gelegenheid ontstond spontaan het idee een bingo te organiseren voor het hele woonzorgcentrum met alles erop en eraan. Dus met koffie en gebak, een lunch, drankjes en natuurlijk mooie prijzen. Allemaal aangeboden door Holland Casino. “Wij vinden dat we als bedrijf een maatschappelijke taak hebben, waarbij we rekening houden met de omgeving en het welzijn van anderen,” licht management-assistente Claudia toe. “De overheid schrijft ons sowieso voor dat we oog moeten hebben voor de risico’s die onze gasten lopen, zoals kansspelverslaving. Maar we kiezen er bewust voor om meer voor de maatschappij te doen, zoals deze middag organiseren, waarbij veel van onze medewerkers vrijwillig een handje toesteken.”
boekjes met de bingogetallen zijn uitgereikt, samen met handige viltstiften om de nummers af te vinken, zijn de bewoners en hun begeleiders een en al aandacht. Sommigen moeten wel drie kaarten tegelijk bijhouden. Het trekken van bingoballen met de getallen gebeurt geheel automatisch door een bingomachine. Ook het omroepen van de nummers is geautomatiseerd. De getrokken bingoballen zijn ook nog eens op een groot scherm te zien. “Gaat het niet te snel?” vraagt Pascal bezorgd. Gelukkig houdt het systeem ook bij wanneer er een rijtje vol moet zijn en er dus ‘bingo’ geroepen moet worden. Dat is doorgaans eerder dan de ‘winnaar’ het zelf doorheeft, maar aan de hand van nummers op de bingokaarten wordt vrij eenvoudig achterhaald waar de gelukkige zit. De gelukkigen zijn niet alleen zij die met chocolademanden, boodschappenpakketten, huidverzorgingsproducten, theepot of koffiezetmachine naar huis gaan. Op deze gezellige dag voelt iedereen zich een winnaar. (LN)
Bingomaster Ze weten in elk geval hoe ze een professionele bingo aanpakken. Bingomaster Pascal – gehuld in een feestelijk roze pak – houdt de stemming erin met zijn kwinkslagen. Wanneer de Contact | jaargang 14 | februari 2019
3
Mannen in de zorg
‘Kunt u ook haren wassen?’
Kamal Belkasmi en mevrouw Volkers
Mannen in de zorg, je moet ze bijna met een vergrootglas zoeken. Gemiddeld hebben negen vrouwen één mannelijke collega. Cliënten van AxionContinu krijgen dus ook veel minder te maken met mannen. Hoe is dat voor die mannen? En voor de cliënten? Drie mannen over hun ervaringen.
M
evrouw Volkers (90) vond het in het begin maar niks, zo’n jonge knul over de vloer. Maar haar overleden echtgenoot, die ook thuiszorg kreeg, dacht daar heel anders over. “Nel, niet zeuren. Wees blij dat ze kómen helpen,” zei hij. Daar zat wel wat in, vond mevrouw Volkers. En inmiddels vindt ze het de gewoonste zaak van de wereld wanneer Kamal Belkasmi aanbelt. Als helpende plus assisteert hij met dagelijkse bezigheden, dient medicijnen toe en doet de verzorging. “Er zijn soms cliënten die bezwaar maken. Iemand zei eens: maar u heeft de leeftijd van mijn kleinkind! Ik ga in die situaties altijd het gesprek aan en zeg bijvoorbeeld dat er in het ziekenhuis ook veel mannen werken. Dat werkt prima.” Eén keer lukte het niet. Het ging om een man die absoluut niet door een man geholpen wilde worden. “Het bleek iemand te zijn die vroeger was misbruikt, dus dat begrijp ik heel goed.” Een flinke toename van mannen in de zorg zou volgens Kamal een goede zaak zijn, ook vanwege de ‘mannelijke’ eigenschappen. “We zijn fysiek sterker
4
en dat is vaak handig, bijvoorbeeld met tillen. De zorg is nu eenmaal ook zwaar werk.” Kamal is geduldig, inlevend en beschikt over een luisterend hoor. “Die eigenschappen zijn belangrijk in mijn werk en niet alle mannen beschikken daarover. Vrouwen schamen zich misschien ook sneller voor hun lichaam wanneer ze twijfelen aan dat inlevingsvermogen.” Mevrouw Volkers onderbreekt hem lachend. “Liggend word je er niet mooier op, hoor!” Dan, op serieuze toon: “Ik vind het lastiger wanneer er steeds verschillende mensen komen, je bouwt immers een Mevrouw Volkers:
“Mannen doen het gewoon goed. Zusters zijn zakelijker, mannen zachter.” band op met degene die zorg verleent. En mannen doen het gewoon goed. Zusters zijn zakelijker, mannen zachter.”
Kunt u haren wassen? Robert Gieling volgde de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk en werkte onder meer in de gehandicaptenzorg, voordat hij parttime als helpende aan de slag ging om meer tijd voor zijn gezin te hebben. “Vanochtend vroeg iemand nog of ik wel haren kan wassen. Vaak verwachten mensen een
vrouw en denken soms dat ik langskom om een lamp te vervangen. Ze moeten dan even slikken als ik vertel dat ik van de thuiszorg ben.” Na die eerste verrassing is er doorgaans niks meer aan de hand.“Soms hebben ze er moeite mee, mannen vaker dan vrouwen, maar het lukt altijd om mensen te overtuigen van de noodzaak dat mannen in de zorg werken. Ik neem eventueel wantrouwen weg en leg uit dat collega’s harder moeten werken wanneer iemand mij niet wil. Ik vertel ook weleens dat het ouderwets is om alleen door een vrouw geholpen te willen worden, dat de tijden veranderd zijn. Daar zijn mensen ook gevoelig voor.” In de gehandicaptenzorg had Robert meer mannelijke collega’s. “Ik heb in een mannenteam gewerkt en dat was heel gezellig. Mannen onderling gaan toch anders met elkaar om, ik denk stoerder.” Lacht: “En over het algemeen roddelen vrouwen wat meer dan mannen, maar hier valt het enorm mee. De samenwerking in het team is ook heel goed, vind ik.”
Robert Gieling en mevrouw Cornelisse - Van de Velden
Prettig werken met vrouwen Aan het eind van de middag drinkt Raoul Sarfaty op een afdeling voor mensen met dementie in De Wartburg een kopje koffie met mevrouw Van Garderen. Hij is naast zijn studie zes uur per week woonzorgondersteuner op deze afdeling. Hij kwam hier terecht via een aantal vrouwelijke collega-studenten die al als gastvrouw werkten. “Ik heb het hier naar mijn zin, ik mag werken met een interessante, bijzondere doelgroep.”
Raoul Sarfaty en mevrouw Van Garderen
Contact | jaargang 14 | februari 2019
Hij heeft één mannelijke collega, in een team met meer dan dertig vrouwen. “Ik heb het gevoel dat ze ons hier koesteren omdat we maar met zo weinig zijn. Zelf vind ik het ook prettig om met vrouwen te werken. Ik voel me gelijkwaardig, ondanks dat ik een lagere functie heb. We overleggen goed en de samenwerking verloopt soepel.” Raoul Sarfaty:
“Ik heb het gevoel dat ze ons hier koesteren omdat we maar met zo weinig zijn.” Volgens Raoul maakt het de bewoners van een psychogeriatrische afdeling nauwelijks iets uit of een zorgmedewerker man of vrouw is. “De bewoners zijn vooral gevoelig voor sfeer en voor de manier waarop je toenadering zoekt. Zeg je van tevoren wat je gaat doen? Praat je hard of zacht? Ik heb een lage stem en dat ervaren mensen als rustgevend.” Hij kan zich wel voorstellen dat cliënten die niet dementeren bij een mannelijke zorgmedewerker even moeten slikken. “Die ouderen waren jong in een tijd met andere rolpatronen, dus voor hen is het uiteraard wennen. Ik heb maar één terugkerende discussie met een bewoonster: over mijn lange haren en oorbellen. We kunnen dan goedaardig bekvechten over wat wel of niet hoort.” Met mevrouw Van Garderen hoeft dat niet, ze vindt Raoul een schatje. Zou ze misschien op de foto willen? “Alleen met hem erbij!” (ES)
5
Kent u of bent u ook zo’n bewoner met een bijzonder verhaal? Mail de redactie van Contact en misschien staat uw verhaal de volgende keer hier. communicatie@axioncontinu.nl
Op haar achttiende stapte Frederika den Herder-Vriend binnen bij de Doopsgezinde Gemeente in Amsterdam. Het zou een beslissend moment in haar leven blijken. Niet alleen leerde ze via de predikante haar toekomstige man kennen, ook is ze haar hele volwassen leven actief geweest als vrijwilliger binnen deze kerk. Tot op de dag van vandaag werkt de 82-jarige als vertrouwenspersoon. “Men weet: wat je mij vertelt, blijft bij mij.”
Frederika den Herder-Vriend:
‘Dankbaar dat ik iets voor anderen kan betekenen’ Frederika, roepnaam Freddy, werd in augustus 1936 geboren in Amsterdam-Zuid, waar ze ook haar jeugd doorbracht. “Ik was nog jong toen de oorlog uitbrak en mijn ouders schermden mij daar zoveel mogelijk voor af. Ik wist bijvoorbeeld niet eens dat mijn vader in het verzet zat.” Lang zou de oorlog niet op afstand blijven. Het gezin, dat inmiddels in Castricum woonde, werd geëvacueerd naar Friesland, toen de Duitsers in 1942 begonnen met de bouw van de Atlantikwall. “We werden ingekwartierd bij een boer in Oppenhuizen, een dorpje bij Sneek.
Ik leerde schaatsen. Ik liep op klompen. Niet bepaald Amsterdams.”
‘Misdaden’ Niet lang nadat de oorlog was afgelopen, verliet haar vader het gezin. Freddy werd door haar moeder opgevoed. Die hield er op z’n zachtst gezegd nogal onorthodoxe opvoedmethodes op na. “Mijn moeder hield vanaf mijn tweede in schriftjes bij wat ik had misdaan. Maar welke misdaden pleegt een tweejarig kind nou helemaal?” vertelt Freddy lachend. “Op mijn vijftiende was er al een
hele stapel schriftjes met al mijn ‘misdaden’, en die gaf mijn moeder aan mijn leraar, om te laten zien dat ik een rot appeltje was. Ook toen ik zangles kreeg, nam ze die stapel mee.
Freddy op achttienjarige leeftijd.
Als jong meisje in Artis.
6
Ik kreeg daardoor wel het gevoel dat ik niet gewenst was. Ik ging op zoek naar steun, had behoefte om met iemand te praten, want ik hunkerde naar warmte en liefde. Zo kwam ik bij de Doopsgezinde Gemeente terecht. Mijn ouders waren doopsgezind, maar praktiseerden niet. Achteraf gezien heb ik wel een engeltje op mijn schouder gehad, want ik had ook in heel ver-
keerde handen kunnen vallen. Ik ben niet getraumatiseerd geraakt door mijn jeugd, hoewel ik nog altijd moeite heb met het woord ‘moeder’.” Freddy doorliep de MULO, gevolgd door de ‘vormschool’, waar ze werd opgeleid tot kleuterleidster. Daarna ging ze eerst twee jaar als au-pair aan de slag in Zürich. “Terug in Nederland werkte ik wel als kleuterleidster, maar het verdiende heel slecht. Ik had op de MULO vier talen leren spreken, dus kon ik als internationaal telefoniste aan de slag bij de PTT.”
Hartkliniek Via de kerk kwam Freddy ook haar echtgenoot tegen. “De predikante had een stiefzoon, die in Amsterdam studeerde en maar weinig mensen kende. Ik gaf een sinterklaasfeestje en ze vroeg me hem uit te nodigen. Het was vrij vlot duidelijk: een jaar later zijn we getrouwd.” Jaap den Herder werkte na zijn studie kort voor het FOM, de Stichting voor Fundamenteel Onderzoek der Materie, maar vertrok in 1964 naar CERN in Genève. “We hadden toen twee kinderen, Maarten en Anneloes. Ik vond het absoluut leuk om daar te wonen. We hadden veel vrienden en kennissen, het was een heel internationaal gezelschap, met Zweden, Engelsen, Fransen en Denen. Ik werd lid van de Nederlandse protestantse kerk, een verzameling van mensen met verschillende geloofsgezindten, en ging actief aan de slag in Contact | jaargang 14 | februari 2019
de kerkenraad. Ook ging ik als vrijwilliger aan het werk in een hartkliniek in Genolier, vlak bij Genève. Door de wachtlijsten voor hartoperaties in Nederland kwamen veel landgenoten naar deze kliniek. Ik haalde ze op, tolkte voor ze en bezocht ze tijdens hun herstelperiode.” Toen de kinderen naar de middelbare school gingen, zocht Freddy betaald werk en vond dat bij Hewlett-Packard, als receptioniste en secretaresse. Het stel liet in 1976 een chalet bouwen in Frankrijk, maar bleef wel in Zwitserland werken. “Vergeleken met Nederland is de manier waarop Fransen met elkaar omgaan heel afstandelijk. Je tutoyeert elkaar niet zomaar; eigenlijk bevalt mij dat wel. Je komt ook praktisch nooit bij mensen thuis en als je er dan komt, kom je vaak niet verder dan de keuken. Als je wilt afspreken, spreek je af in een restaurant en eet je samen.”
Freddy kon overgeplaatst worden naar de Nederlandse vestiging van HP in Eindhoven, waar ze tot 1989 werkte. Daarna ging ze aan de slag voor een bedrijf in Harmelen dat onderdelen van robots bouwde en verhuisde ze naar Lunetten. Omdat haar zoon in Frankrijk woont en haar dochter in de kop van Noord-Holland, verhuisde ze ruim zes jaar geleden naar een serviceappartement bij De Wartburg. “Ik wilde geborgenheid en zekerheid, voor áls er iets zou gebeuren.” “Ik ben mijn hele leven actief gebleven voor de Doopsgezinde Gemeente. Ik deed kerkenraadswerk en ging op ziekenbezoek. Ook nu nog ben ik voorzitter van de begeleidingscommissie. Die commissie fungeert als een klankbord voor de predikanten, zodat ze hun verhaal kwijt kunnen. Men weet: wat je mij vertelt, blijft bij mij. Dat stemt mij vaak dankbaar. Het is een heerlijk gevoel dat ik, ondanks de slechte start die ik in mijn leven heb gehad, toch iets voor anderen kan betekenen.” (KM)
Klankbord In 1982 besloot Freddy van haar man te scheiden. “Hij was geen slechte man hoor, en hij was een goede vader. Daarom noem ik me nog altijd mevrouw Den Herder-Vriend; ik had geen hekel aan hem. Maar hij had wel autistische trekjes. Nu kan ik het beredeneren, maar toen was daar nog weinig over bekend. Hij was een radioamateur en sloot zich graag op in zijn hobbykamer, zelfs als we bezoek hadden. Dat ging steeds meer wringen.”
Vorig jaar maakte Freddy nog een vlucht met een zweefvliegtuig. “Mijn zoon heeft een zweefvliegbrevet en vond dat ik het eens moest proberen.”
7
afgestemd. Dat is eerder een kwestie van goede afspraken maken en soms kijken hoe het op andere locaties gaat. We kunnen zeker nog slagen maken als het gaat om de dienstroosters. We zijn bezig meer verantwoordelijkheid neer te leggen in de teams en ondersteunen managers om hen daarin beter te faciliteren. We zetten sterk in op zij-instromers, opleiding en deskundigheidsbevordering. Daar gaan we ook in 2019 gewoon mee door.”
Samen werken aan kwaliteit van zorg
De kwaliteit van verpleeghuiszorg in Nederland is goed, maar kan nog beter. Daarvoor zijn vernieuwingen nodig in de ouderenzorg. Om die te realiseren kwam het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) afgelopen jaar met het programma ‘Thuis in het Verpleeghuis 2019-2021’. Hierin beschrijft VWS waar bewoners op mogen rekenen als zij verhuizen naar een verpleeghuis. Ook heeft het ministerie 2,1 miljard euro extra uitgetrokken om te zorgen dat er voldoende goed gekwalificeerde medewerkers zijn om deze plannen uit te voeren.
B
ij AxionContinu hebben vorig jaar bewoners, medewerkers, familie en cliëntenraden van de woonzorglocaties samen uitgebreid gebrainstormd om ideeën te verzamelen en plannen uit te werken hoe zij kunnen bijdragen aan het programma van VWS (kwaliteitskader). Adriaan van der Werf, divisiemanager Verzorgd wonen, is erg blij met de ideeën die naar voren zijn gekomen. “Met elkaar praten over hoe de zorg beter kan, is echt heel waardevol. Het opent de ogen voor een nieuwe aanpak van soms lastige problemen. En ik merk dat het energie geeft en enthousiasme opwekt.”
Brainstormsessies De resultaten uit de brainstormsessies van de locaties hebben geleid tot een
8
voorstel dat is opgenomen in het 56 pagina’s dikke ‘Kwaliteitsplan 2019 & Meerjarenbegroting 2019-2021’, dat AxionContinu heeft voorgelegd aan het Zorgkantoor. Adriaan: “We hebben de ideeën van de locaties dus ingebed in de strategie van onze organisatie voor de komende jaren. Er is sprake van een grote diversiteit aan plannen, die onderling in sterke samenhang staan. Zo willen wij de zorg voor de cliënt versterken door zorgmedewerkers te ‘ontzorgen’. Als die zich bijvoorbeeld minder hoeven te bekommeren om administratieve zaken, kunnen ze meer aandacht schenken aan de bewoners.” Niet voor alle verbeterprojecten is extra geld nodig. “De samenwerking tussen zorg en welzijn kan bijvoorbeeld op diverse locaties beter op elkaar worden
Grotere stappen De overheid wil zicht houden op wat er met het extra geld gebeurt. Om voor de extra gelden in aanmerking te komen, worden de plannen daarom door het Zorgkantoor beoordeeld. Adriaan: “We weten nog niet of, en voor welke ideeën we extra geld krijgen, maar we zijn niet voor niets optimisten in de zorg. We gaan hoe dan ook de zorgkwaliteit verbeteren en we willen een organisatie zijn waar het fijn werken is, met veel mogelijkheden voor medewerkers om zich te ontwikkelen. Dus we gaan in elk geval aan de slag met de middelen die we hebben. Komt er extra geld beschikbaar, dan nemen we wat grotere stappen. We blijven nadenken over hoe het beter kan, zodat we vooral ook met plezier kunnen werken.” (LN)
Adriaan van der Werf:
“Met elkaar praten over hoe de zorg beter kan, is echt heel waardevol.”
Binnenkort verstrijkt de zittingstermijn van de OR, daarom worden er op 8 april verkiezingen gehouden. Tijd voor een gesprek met Tilly Karremans, het langstzittende OR-lid en Hans Broksma, die vrij recentelijk bij de raad is gekomen. “Als je vindt dat iets anders moet, steek dan je handen uit de mouwen en word lid,” zegt Tilly. “Roepen vanaf de zijlijn kunnen we allemaal.”
8 april OR-verkiezingen
‘Luis in de pels durven zijn’ T
illy is met een respectabele vijftien jaar een oudgediende binnen de OR. Zij stelt zich niet meer verkiesbaar. De OR bestaat momenteel uit tien leden, terwijl er minstens zeventien nodig zijn, zodat elke locatie wordt vertegenwoordigd in de raad. Hans: “Het OR-werk is niet zo heel populair, dus we maken ons zorgen of er zich wel genoeg mensen aanmelden.” Medewerkers die lid zijn van een vakbond hebben zich al kunnen aanmelden. Niet-leden kunnen zich vanaf 25 februari aanmelden. Eén van de belangrijke punten van het afgelopen jaar was het nieuwe functiehuis. “De functie EV-er zou verdwijnen en vervangen worden door die van woonzorgbegeleider en -ondersteuner. Maar dat is niet op alle locaties doorgevoerd. Er is nu nog sprake van salarisverschillen tussen groepen medewerkers in deze functies,”zegt Tilly. “Dat vinden medewerkers vervelend. Het is ook niet uit te leggen,” vult Hans aan. “Dit probleem is bekend
Contact | jaargang 14 | februari 2019
bij de bestuurder, maar er is nog geen oplossing gevonden,” zegt Tilly. “Dat onderwerp zal ook voor dit jaar op de agenda van de OR blijven staan.”
Verrijkend Verder zal de OR zich dit jaar buigen over de uitvoering van het nieuwe meerjarenbeleidsplan en de werkkostenregeling. “Over de werkkostenregeling heeft de OR heeft een enquête
Tilly Karremans:
“Roepen vanaf de zijlijn kunnen we allemaal.” gehouden onder het personeel en daaruit kwam naar voren dat mensen meer regie willen hebben over de besteding van het geld,” zegt Hans. “Als je gaat fitnessen, kun je daarvoor een bijdrage van AxionContinu krijgen,
maar voor veel andere sporten niet, zoals voor yogalessen. De organisatie wil mensen stimuleren om fit te zijn, maar dat kan natuurlijk op meerdere manieren.” Het werk als OR-lid is verrijkend, vinden zowel Tilly als Hans. “Je mag meepraten over hoe we het als organisatie willen doen. Maar soms verlopen veranderingen langzaam. Je moet dus ook een luis in de pels durven zijn, dingen blijven aankaarten,” zegt Tilly. “Je krijgt een breder zicht op de organisatie; je komt er achter dat sommige problemen complexer zijn dan je denkt,” zegt Hans. “Het is geweldig als je merkt dat er iets met je inbreng wordt gedaan. Je komt niet alleen op voor de belangen van de medewerkers, maar voor die van de organisatie als geheel. De OR is immers niet een soort vakbond.” (KM)
9
Dré Peijmen is een van de twee maatschappelijk werkers bij de divisie Verzorgd wonen. “We houden ons bezig met de mensen rondom een bewoner, de familie en de mantelzorgers. Daar hebben verzorgenden, artsen en andere medewerkers natuurlijk ook mee te maken, maar wij worden ingeschakeld als er problemen of zelfs conflicten zijn. Zoals bij aanhoudende klachten over de verzorging. Je ziet nogal eens dat familieleden, van wie vader, moeder of partner net naar het verpleeghuis is gegaan, moeite hebben met de verwerking. Ze hebben jarenlang zelf gezorgd en in eerste instantie is er weinig vertrouwen in de zorg die hier wordt geboden. Dat uit zich dan in aanmerkingen. Voor zorgmedewerkers is dat moeilijk, want die doen hun uiterste best en hebben al zoveel aan hun hoofd. Wij kunnen een gesprek met familie met iets meer afstand aangaan. Vaak probeer ik het schuldgevoel dat erachter schuilgaat – uiteindelijk konden zij hem of haar niet meer verzorgen – weg te nemen. Dat, en dat je even wat extra aandacht geeft, is vaak al voldoende om de grootste hobbels weg te nemen.” “Maatschappelijk werk bestrijkt een breed aandachtsgebied. We helpen familie bijvoorbeeld ook als ze een andere zorgaanbieder zoeken, omdat vader of moeder dan dichterbij komt wonen. Maar doorgaans zijn we probleemoplossers. Bijvoorbeeld wanneer familieleden niet hetzelfde denken over de verzorging. Dan wil de ene dochter dit voor haar moeder en de ander dat en dan willen ze ook nog dat ze allebei worden gebeld als er
iets met moeder is. Voor onze medewerkers is dat onwerkbaar. Het zijn vaak lastige kwesties doordat er veel oud familiezeer bij komt kijken. Maar ik vind dat juist uitdagend. Hoe kan ik mensen die met hun hakken in de zand staan toch in beweging krijgen? Je moet tactisch te werk kunnen gaan en vriendelijk blijven, maar wel doortastend en duidelijk zijn.” “Lastig zijn ook vermoedens van financieel misbruik door familie of mantelzorgers en dat komt helaas vaker voor dan we zouden wensen. Zorgmedewerkers signaleren dan dat er iets speelt, doordat er bijvoorbeeld minder kleding of geen extra zakgeld meer is. Of doordat een medewerker valselijk wordt beschuldigd van diefstal. Bij zulke vermoedens probeer ik samen met de bewoner te achterhalen wat er aan de hand kan zijn. We bellen bijvoorbeeld samen naar de bank. Meestal voel je wel aan of er iets scheef zit. Dan is een familielid plotseling heel moeilijk bereikbaar. Wij hebben de plicht goed voor de bewoners te zorgen en dat leidt soms tot juridische stappen en de aanstelling van een bewindvoerder. Dat zijn wel procedures die veel tijd vergen.” “Het regelen van mentoraat is ook zo’n juridische procedure. Waar een bewindvoerder over geld en goederen gaat, gaat een mentor over zorg en welzijn. Sommige bewoners hebben zo’n afgebrokkeld sociaal netwerk dat er in hun omgeving niemand is die kan aangeven wat er moet gebeuren bij een grote medische ingreep, als de bewoner dat zelf niet meer goed kan. Als mensen zo eenzaam zijn,
Functie: Maatschappelijk werker Functiedoel: Is verantwoordelijk voor het bieden van hulp en begeleiding aan cliënten of hun naasten bij problemen die te maken hebben met de opname, het verblijf, het ontslag of de nazorg. Opleiding: HBO-niveau (Maatschappelijk werk en Dienstverlening/Social Work) Aantal medewerkers: 3 Aantal fte: 2
10
Functie In deze rubriek iedere keer een andere functie in de schijnwerpers. Deze keer:
AxionContinu heeft 2.000 medewerkers en circa 140 verschillende functies. Bij sommige functies denkt iedereen zich een voorstelling te kunnen maken. Andere functies zijn minder bekend.
worden we soms ook betrokken bij hun uitvaart en laatste wil. Niet iedere bewoner heeft dat vastgelegd. Soms willen ze op het sterfbed nog zaken bespreken.” “Ons werk is niet in strakke kantoortijden te doen. We hebben een kantoorruimte in Voorhoeve, maar mijn collega Anne Mousset en ik zijn vaak op pad. Ik weet welke afspraken ik heb op een dag, maar ik weet bijna nooit hoe de gesprekken gaan verlopen. Als ik kans zie een familieconflict in de avonduren te beslechten omdat mensen overdag niet kunnen, dan doe ik dat. En soms zit ik op mijn vrije vrijdag bij de rechtbank voor een bewindvoeringszaak. Maar als je je werk ziet als een betaalde hobby, zoals ik, dan is dat doorgaans geen enkel punt.” (LN)
Maatschappelijk werker
DrĂŠ Peijmen
11
Intimiteit Gevoelig onderwerp “Ik vond die vragen over seks soms ongemakkelijk. Het werd ook niet besproken, zelfs niet tijdens mijn intervisie.” “Het is niet aan de orde bij de instelling waar ik werk. Het hele onderwerp bestáát gewoon niet.” Zo reageerden twee leerling-verzorgenden van de Gooise Zorgacademie na een gastcollege over intimiteit door AxionContinu-medewerkers Ellen Mol en Helen den Hollander.
D
e behoefte aan intimiteit en seksualiteit is niet opeens verdwenen als je in een zorgcentrum terechtkomt. Toch rust er vaak een taboe op. Ellen Mol, afdelingsmanager in Isselwaerde, pleit er al langer voor om het onderwerp bespreekbaar te maken. Ze werd door de Gooise Zorgacademie gevraagd een gastcollege te verzorgen. Hoognodig, zo bleek, want in de opleiding wordt nauwelijks aandacht besteed aan hoe verzorgenden met bewoners moeten omgaan die behoefte hebben aan intimiteit of seks.
12
De vijftien leerlingen hebben al bijna hun tweeënhalf jaar durend werk-leertraject afgerond als ze het gastcollege bijwonen. De dag erop doen ze hun examen. Het gastcollege begint met een powerpointpresentatie, gevolgd door een filmpje van de Rutgersstichting, waarna de leerlingen in kleine groepen diverse stellingen bediscussiëren. Eén van die stellingen luidt: ‘Een opname in een zorginstelling maakt intimiteit tussen partners vrijwel onmogelijk’. “Het is niet onmogelijk, maar vaak wel lastig,” zegt leerlinge Tamara Willems. “Ik denk dat bewoners dat mee moeten laten spelen bij hun keuze voor een zorginstelling.” Michael Koçak denkt dat het wel mogelijk is. Hij kwam tijdens zijn werk op
Tamara Willems:
“Intimiteit in zorginstelling niet onmogelijk, maar vaak wel lastig.”
De Ingelanden eens een bordje met ‘niet storen’ tegen op een slaapkamerdeur. “Ik vroeg mijn collega waarom het er hing. Die zei: ‘Nou, wat denk je dat er achter die deur gebeurt?’ En daarmee was de kous af, er werd niet lacherig gedaan, er was geen gêne.” Op een andere stelling, ‘Partners zouden bij elkaar moeten kunnen blijven slapen als een van hen hulpbehoevend wordt’, wordt door een leerlinge gereageerd met: “Toch bizar dat het níét kan! Als je vijftig jaar in hetzelfde bed hebt geslapen... Maar er wordt gewoon niet over gesproken.”
‘Moppie’ Het is niet alleen de intimiteit tussen partners waarvoor weinig aandacht is in de opleiding. Ook hoe om te gaan met eventuele seksuele wensen van bewoners of seksuele intimidatie - verbaal dan wel fysiek - is nog een onderbelicht onderwerp. Een cursiste die in de thuiszorg werkt, vertelt over een ‘oversekste meneer’: “Het begon met ‘lieverd’ en ‘moppie’, maar toen hij me aanraakte heb ik meteen duidelijk gemaakt dat ik daar niet van gediend was. Ik heb gedreigd de zorg te beëindigen; daar schrok hij van. Ik kon er vervolgens wel met mijn collega’s over praten, maar niemand ging een gesprek met hém aan.” “In de thuiszorg ben je erg kwetsbaar, want je bevind je in iemands thuissituatie,” zegt Ellen Mol. “Je moet je cliënt aanraken, wassen, en dat kan wel iets triggeren. Dan kunnen benarde situaties ontstaan.”
Tijdens de evaluatie bleek dat de leerlingen het gastcollege ‘interessant’ en ‘boeiend’ vonden. “Maar er is ook nog een hoop werk aan de winkel,” verzuchtte een van de verzorgenden in spe.
Ook in zorgdossier De training over intimiteit is voor medewerkers op aanvraag te volgen binnen AxionContinu, vertelt opleider Helen den Hollander. “Maar het zou eigenlijk onderdeel van de opleiding moeten zijn.” In de opleiding die AxionContinu aan zij-instromers geeft, wordt wel aandacht aan intimiteit besteed. Ook zijn er plannen om de behoefte aan intimiteit meer in te bedden in het zorgplan. Helen: “We kijken nu hoe we het binnen AxionContinu kunnen opnemen in het elektronisch zorgdossier. Daarin wordt dan een vraag opgenomen, iets als: “Hebt u behoefte aan intimiteit?” En als het antwoord ja luidt, dan moet de vraag volgen: “Wat kunnen we daarin voor u betekenen?” “Nu wordt daar niet naar gevraagd,” vult Ellen aan. “Ook niet tijdens het invullen van de vragenlijst bij opname.” (KM)
Helen den Hollander:
Ellen Mol ontwikkelde een map met materiaal om het gesprek over intimiteit op gang te brengen.
“Het zou eigenlijk onderdeel van de opleiding moeten zijn.”
Tijdens het in groepjes bespreken van de stellingen. V.l.n.r.: Tamara Willems, Ellen Mol, Michael Koçak en Helen den Hollander.
Contact | jaargang 14 | februari 2019
13
Thea van de Vegte (links) en Nicolien van Veen
In ‘t Huis aan de Vecht kunnen bewoners in de laatste levensfase genieten van ‘warme zorg’; hand- of gezichtsmassages met etherische oliën, of gewoon praten, voorlezen, ‘er zijn’. Welzijnsmedewerkers Thea van de Vegte en Nicolien van Veen zijn de drijvende krachten achter deze extra zorg. “Het hoeft niet heel groot te zijn,” zegt Nicolien. “We willen warmte en aandacht geven. Ook aan de familie, want die heeft ook vaak behoefte aan een luisterend oor.”
‘Warme zorg’
in ’t Huis aan de Vecht
T
hea kreeg het idee om ‘iets meer’ te doen toen ze eens langs de kamer van een mevrouw liep. “Ze lag daar helemaal alleen, geen muziekje, in een halfduistere kamer. Toen dacht ik: Dit moet
De beste ideeën voor de beste zorg! Heb jij, net als Nicolien en Thea, ook een goed idee om je werk of de zorg beter te maken? Doe dan een aanvraag bij Wij doen ’t. Kijk voor meer info op intranet onder innovatiewerkplaats.
Idee? Doe er wat mee.
14
toch anders kunnen!” Thea en Nicolien dienden een plan in bij ‘Wij doen ’t’, het innovatieproject van AxionContinu. Dat werd vorig jaar februari goedgekeurd en de twee kregen een budget om etherische oliën, handdoeken, muziek, gedichtenbundels en een geurlamp aan te schaffen. Thea en Nicolien hebben inmiddels ongeveer zeven bewoners bijgestaan tijdens hun laatste maanden. “We krijgen van de afdelingsmanager of zorgmedewerkers te horen wie er mogelijk baat bij heeft. Dan lezen we het zorgdossier, gaan bij de bewoner langs om te peilen of diegene er behoefte aan heeft - eigenlijk altijd het geval - en bespreken we de bezoektijden,” vertelt Thea. “We nemen geen zorgtaken over, maar proberen wel te ontlasten. Ook is het mogelijk dat we
langskomen, als een bewoner onrustig is, voordat de dagelijkse verzorging begint. Bijvoorbeeld door zijn hand vast houden of een handmassage te geven. We gaan ook in overleg met de zorgmedewerkers, zodat we elkaar de ruimte kunnen geven. Maar als je een handje kunt helpen, doe je dat natuurlijk wel.”
Olievlek De warme zorg gaat weleens verder dan aandacht geven, massages of
Eliane Thewessen, bestuurder van AxionContinu, is de columniste van Contact. Ze schrijft over wat haar bezighoudt en opvalt.
voorlezen. Soms heeft een bewoner een laatste wens en proberen Thea en Nicolien die te realiseren. “Afgelopen zomer zijn we met een bewoner naar het Dolfinarium geweest, omdat hij daar nog graag eens heen wilde,” vertelt Nicolien. “En laatst was hier een Appeltaartconcert en hebben we een andere bewoner, die zijn leven lang als muzikant heeft gewerkt, met bed en al naar beneden gebracht.” Nicolien van Veen:
“Eigenlijk zou op elke locatie een duo actief moeten zijn om ‘warme zorg’ te geven.” Zowel Thea als Nicolien zijn ooit geschoold in complementaire zorg, waarin bijvoorbeeld ook aandacht wordt besteed aan het omgaan met levensvragen. “Maar complementaire zorg is meer gericht op dagelijkse verzorging, maar dan op een andere manier. Wij werken juist naast de zorg.” In juni volgt een tussenevaluatie van het project, in november de eindevaluatie. “We hopen dat het tegen die tijd helemaal is ingeburgerd,” zegt Thea. “We willen eigenlijk dat deze manier van extra zorg bieden ook op andere locaties wordt opgepikt,” vult Nicolien aan. “Het moet zich als een olievlek verspreiden. We staan ervoor open om hulp te bieden bij soortgelijke initiatieven. Eigenlijk zou op elke locatie een duo actief moeten zijn om ‘warme zorg’ te geven.” (KM)
Contact | jaargang 14 | februari 2019
Schakel Mijn moeder, die een aantal jaren geleden is overleden, had vanwege haar chronische ziekte een abonnement op ziekenhuisopnames. Ze had altijd zelfstandig gewoond en een goed voorbereide terugkeer naar huis na een opname was steeds heel belangrijk. Haar laatste ontslag uit het ziekenhuis herinner ik me nog tot op de dag van vandaag. Het is ook een moment waarover ik mijn enige klachtenbrief ooit aan een zorgorganisatie heb geschreven. U raadt het al, het ging niet goed! Mijn moeder was na die ziekenhuisopname geheel niet in staat om, zonder zorg in de directe nabijheid, de dag door te komen. Het argument voor ontslag uit het ziekenhuis luidde: ze kan zelfstandig naar het toilet. Afgezien van het gegeven dat dit zelfs feitelijk onjuist was, leek het me wel een erg krappe definitie voor de mogelijkheid om weer thuis te kunnen zijn. Ik denk dat de situatie van mijn moeder geen unieke was. Dat dit nog steeds te vaak voorkomt, is heel vervelend en onacceptabel, maar de werkelijkheid is vaak complex. Het gaat hierbij ook niet alleen over de overgang van ziekenhuis naar thuis, maar ook naar een woonzorgcentrum of een kortdurende verblijfsvoorziening en andersom. Ik ben ervan overtuigd dat alle zorgaanbieders zich bewust zijn van het belang van een soepele overgang, maar er blijven steeds ogenschijnlijk onoplosbare obstakels op die route liggen. Digitale gegevensuitwisseling tussen al die verschillende elektronische cliënten-/patiëntendos-
siers is technisch niet eenvoudig, een overzicht van de juiste medicatie is niet altijd voorhanden, er bestaat soms onduidelijkheid over wie de regie heeft, het is niet altijd makkelijk in te schatten hoe de thuissituatie is en of er mantelzorg is, en zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. We zullen echt ons stinkende best moeten blijven doen de cliënt/patiënt niet de dupe te laten worden van het systeem. En geloof mij, alle betrokken partijen zijn echt hard bezig dit te verbeteren. Zo is in onze regio een samenwerkingsverband van huisartsen, ziekenhuizen en zorgorganisaties actief, Trijn genaamd. In samenspraak met elkaar worden hier afspraken gemaakt rondom de zorg voor ouderen en chronisch zieken. Wat hierin altijd belangrijk is, is dat iedereen zich realiseert wat de volgende schakel in de keten nodig heeft. Dat is meestal een stap verder dan wat voor de vorige schakel belangrijk is. Zie het voorbeeld van mijn moeder. In het ziekenhuis met rollator en een beetje hulp heel wat mans, maar weer alleen thuis compleet onthand. AxionContinu heeft zich in het nieuwe meerjarenbeleid 2019-2021 dan ook uitgesproken om zich ervoor in te spannen dat de cliënt in de zorgverleningsketen geen obstakels ervaart. De toch vaak kwetsbare oudere wens ik toe dat de zorg en de behandeling altijd en overal passend en adequaat is, waar die oudere zich ook bevindt en wie die zorg en behandeling ook levert. Een belangrijke uitdaging voor ons allen!
15
Wijkverpleging naar Nieuw Plettenburgh Team Zuid van de wijkverpleging van AxionContinu werkt sinds december vanuit het nieuwe gezondheidscentrum Nieuw Plettenburgh aan de Rijnhuizen-
laan in Hoograven. In het prachtige gebouw heeft de wijkverpleging de beschikking over een eigen ruimte. In het gezondheidscentrum zijn de lijntjes kort met de huisartsen, de apotheek en andere zorgverleners die in hetzelfde gebouw zitten. Cliënten kunnen ook gemakkelijker bij de wijkverpleging binnenlopen als dat nodig is. Het wijkverpleegkundige team had daarvoor een kantoor aan de Saffierlaan, waar tot een paar jaar terug woonzorgcentrum Tolsteeg zat. Team Zuid levert zorg aan cliënten in onder meer Hoograven, Sterrenwijk, Wilhelminapark en de binnenstad. AxionContinu heeft negen wijkverpleegkundige teams. Behalve Team Zuid, werken de teams in Lunetten en Leidsche Rijn ook vanuit een gezondheidscentrum. (BS)
Berichten vanuit AxionContinu
Baas van Morgen Annastasia Torenga (12) en Otman Farsi (11), leerlingen van Openbare Basisschool Overvecht, waren 24 januari een dagje de ‘baas’ van AxionContinu en gingen met bestuurder Eliane Thewessen naar woonzorgcentrum Voorveldse Hof. Annastasia: “Ik dacht dat mensen in kleine kamers woonden, maar het is heel mooi en groot.” De vrolijkheid bij zowel bij de bewoners als de medewerkers viel haar op. En ook dat er veel leuke activiteiten zijn, zoals een optreden van een
16
band, carnaval en in maart weer een Talentenjacht met optredens van de bewoners én medewerkers. Otman en Annastasia gaven zelf een gymles aan de ouderen en deelden koffie en taart uit. Otman: “Als ik de mensen blij kan maken, dan word ik zelf ook blij!” Hoe het is om zelf oud te zijn, ervaarden zij in een ‘astronautenpak’ met zware benen en armen, trillende handen (ziekte van Parkinson), oordopjes (slechthorendheid) en speciale brillen (slechtzienheid). Taart eten zonder knoeien, dat valt zo nog niet mee. Tips hebben de ‘bazen’ ook. Meer mannen werven kan volgens Otman met moderne technologie. Filmpjes en vlogs op YouTube bijvoorbeeld. Annastasia wil later iets met games doen. Wellicht zijn dat de activiteiten in het verpleeghuis van de toekomst. Na de ochtend op Voorveldse Hof gingen zij door naar Amsterdam. Daar presenteerden zij samen met alle andere kinderen in Nederland die ergens voor een ochtend de baas mochten
zijn hun bevindingen aan niemand minder dan de Koning! ‘Baas van Morgen’ is een initiatief van JINC om kinderen te inspireren het beste uit zichzelf te halen door ze een dag de touwtjes in handen te geven. Elk jaar doen ruim 200 scholieren uit wijken met een sociaaleconomische achterstand mee aan het project.
Speeddaten op Valentijnsdag Valentijnsdag is dé dag om je geliefde te verrassen of om een mooie date te hebben. Maar ook een nieuwe werkgever kun je op deze dag leren kennen. Daarom organiseerde AxionContinu een Valentijnsspeeddate voor verzorgenden en verpleegkundigen die belangstelling hebben om hier te komen werken. In Zorghotel Domstate hadden ze korte gesprekjes met mogelijk toekomstige col-
lega’s en afdelingsmanagers. Op een matchkaartje konden zij hun gegevens achterlaten voor een ‘vervolgdate’. Wie niet ‘op date’ is geweest en toch belangstelling heeft voor een baan bij AxionContinu: de vacatures staan op www.mijnprachtbaan.nl. Bellen voor informatie over werken bij AxionContinu kan op 030 – 282 22 88. (BS)
Contact Jong + oud = goud Ouderen die wat extra hulp nodig hebben of gewoon wat gezelligheid zoeken, kunnen in contact gebracht worden met een student. De Stichting SeniorenStudent ‘koppelt’ senioren en studenten aan elkaar. De student gaat een jaar lang bij de oudere op bezoek om samen van alles te ondernemen. Of de student helpt bijvoorbeeld bij het computeren en kleine klusjes in huis. De ervaring leert dat er mooie vriendschappen uit kunnen voort-
Contact | jaargang 14 | februari 2019
komen. De stichting werkt in de regio’s Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. AxionContinu is een samenwerking aangegaan met de Stichting SeniorenStudent. Inmiddels zijn negentien ouderen gematcht met een student. Senioren betalen een eenmalige eigen bijdrage van zestig euro, maar voor cliënten van AxionContinu is het gratis. Aanmelden kan via de website www.stichtingseniorenstudent.nl of telefonisch op 020 – 308 09 16. (BS)
Kees Mollema
Afscheid Kees, komst Eddy Kees Mollema (KM), de bedrijfsjournalist van AxionContinu, is met vervroegd pensioen. In dit nummer van Contact staan daarom de laatste artikelen van zijn hand. Kees heeft vanaf het allereerste nummer meegewerkt aan het magazine. De rubriek ‘Levensverhaal’, waarin hij de levensloop optekende van bewoners of cliënten van AxionContinu, is veelgelezen. Freelancer Eddy Steenvoorden (ES) volgt hem op. Eddy kent de organisatie. Hij heeft meegewerkt aan verschillende publicaties. In dit nummer staat zijn eerste artikel. (BS)
17
Met vele kunst & cultuur projecten wil AxionContinu haar bewoners in contact brengen met poëzie, muziek, dans, toneel en beeldende kunst.
Kleur het leven
Hoe is het om het zonnetje op je gezicht te voelen? Of om te wandelen in de sneeuw? Gesprekken komen vanzelf op gang bij het project ‘Kleur het leven’. Tijdens het praten voorzien bewoners in de huiskamer een afbeelding van kleur. In een goede, ontspannen sfeer bezig zijn, dat is precies de bedoeling, zegt kunstzinnig therapeut Lilly van Persie. Zij bedacht het project voor mensen met dementie die niet gemakkelijk meer met activiteiten meedoen. Lilly stelde een set samen van kleurpotloden, wasco, pastelkrijt en aquarelverf én mooi stevig papier. Daarop kunnen afbeeldingen worden geprint die Lilly zelf maakte. Te vergelijken met een soort kleurplaten. “Het werkt eenvoudig. Je gaat met mensen in de woonkamer aan tafel zitten en legt alles neer. De afbeeldingen hebben bijvoorbeeld te maken met het jaargetijde en daar kun je over praten. Ondertussen gaan de bewoners zelf aan de gang om de afbeelding in te kleuren. Soms doe je het samen. Begin je zelf en dan doet de bewoner een stukje. Ik ben verbaasd dat mensen van wie je het niet verwacht, ineens ook meedoen. Er zijn ook mensen die er gewoon bij zitten, dat is prima. Zij voelen de sfeer aan en krijgen positieve prikkels. De mensen aan tafel kunnen zich soms wel een uur concentreren. Heel bijzonder.” Het gebruik van goede materialen is een voorwaarde, zegt Lilly. “Dat maakt het prettiger om mee te werken. Je kunt bijvoorbeeld de potloden beter vasthouden en het effect is mooier.” Medewerkers (welzijn) kunnen de sets zelf gebruiken in de woonkamers. (BS)
18
Colofon
Woonzorgcentra De Bijnkershoek Van Bijnkershoeklaan 250 3527 XL Utrecht tel. (030) 296 85 00 bijnkershoek@axioncontinu.nl
De Ingelanden Louis Armstronglaan 800 3543 EB Utrecht tel. (030) 686 78 00 ingelanden@axioncontinu.nl
De Schutse Anna van Burenstraat 40 3411 AK Lopik tel. (0348) 55 17 24 schutse@axioncontinu.nl
De Componist Georg Jarnostraat 14-20 3543 BX Utrecht tel. (030) 686 63 30 componist@axioncontinu.nl
Isselwaerde Kronenburgplantsoen 3 3401 BN IJsselstein tel. (030) 688 19 14 isselwaerde@axioncontinu.nl
Voorhoeve Trumanplein 1 3527 CX Utrecht tel. (030) 295 38 53 voorhoeve@axioncontinu.nl
De Drie Ringen Kandinskystraat 40 3544 NW Utrecht tel. (030) 686 69 50 drieringen@axioncontinu.nl
Koningsbruggen Beneluxlaan 924 3526 KJ Utrecht tel. (030) 282 23 00 koningsbruggen@axioncontinu.nl
Voorveldse Hof Blaarkopstraat 1 3573 SH Utrecht tel. (030) 282 24 40 voorveldsehof@axioncontinu.nl
’t Huis aan de Vecht Costa Ricadreef 9 3563 TA Utrecht tel. (030) 264 66 68 hadv@axioncontinu.nl
Mariënstein Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 marienstein@axioncontinu.nl
De Wartburg Kennedylaan 16 3533 KJ Utrecht tel. (030) 294 00 41 wartburg@axioncontinu.nl
Serviceappartementen
Revalidatie
De Bijnkershoek Van Bijnkershoeklaan 250 3527 XL Utrecht tel. (030) 296 85 00 bijnkershoek@axioncontinu.nl
Schutseplein Anna van Burenstraat 40 3411 AK Lopik tel. (0348) 55 17 24 schutse@axioncontinu.nl
Domstate Zorghotel Beneluxlaan 928 3526 KJ Utrecht tel. (030) 282 05 00 info@domstate.nl
De Hooghe Camp Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 marienstein@axioncontinu.nl
De Wartburg Kennedylaan 16 3533 KJ Utrecht tel. (030) 294 00 41 wartburg@axioncontinu.nl
De Parkgraaf Beneluxlaan 926 3526 KJ Utrecht tel. (030) 282 23 11 parkgraaf@axioncontinu.nl
En verder Centraal Bureau Postbus 2251 3500 GG Utrecht tel. (030) 282 22 00 info@axioncontinu.nl
Marhaban De Gasperilaan 116-118 3527 GH Utrecht tel. (030) 293 45 81
Hospice IJsselstein Benschopperweg 14 3401 BV IJsselstein tel. (030) 688 17 14 hospiceijsselstein@axioncontinu.nl
Servicebureau AxionContinu tussen 9.00 - 17.00 uur op werkdagen (030) 282 22 77 servicebureau@axioncontinu.nl
Zorghotel De Wartburg Kennedylaan 300 3533 KN Utrecht tel. (030) 295 86 60 info@zorghoteldewartburg.nl
ContACt is het magazine van AxionContinu. AxionContinu levert wonen, zorg en revalidatie, in Utrecht, IJsselstein en Lopik. ContACt wordt vijf keer per jaar verspreid in een oplage van 7.000 exemplaren, onder cliënten, cliënten op de wachtlijst, bewoners van serviceappartementen, vrijwilligers, medewerkers en relaties van AxionContinu. Wij bedanken iedereen die heeft meegewerkt aan dit nummer hartelijk voor hun bijdrage. Vragen of opmerkingen Het is mogelijk dat u naar aanleiding van ContACt vragen heeft. Wij helpen u graag verder. Bel (030) 282 22 00, mail: communicatie@axioncontinu.nl of kijk op www.axioncontinu.nl Redactieadres AxionContinu Afdeling Communicatie & PR Postbus 2251, 3500 GG Utrecht communicatie@axioncontinu.nl Redactie Maaike Hoogland (MH) Petra van der Sanden (PS) Berber Schrijver (BS) Kees Mollema (KM) Louis Nouws (LN) Eddy Steenvoorden (ES) Willem de Bruijn Fotografie Willem Mes Eddy Steenvoorden en anderen Vormgeving BLADEN&CO/Willem de Bruijn Druk Drukkerij Hendrix
Thuiszorg Teams in Utrecht, IJsselstein en Lopik. Bereikbaar via het Servicebureau: op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur, (030) 282 22 77 servicebureau@axioncontinu.nl
Volg ons ook op:
19
Vrijwilligers zijn onmisbaar voor AxionContinu. Daarom staat achterop elk nummer van Contact een vrijwilliger van AxionContinu in de schijnwerpers. Wilt u ook vrijwilliger worden? Mail dan naar communicatie@axioncontinu.nl
Vrijwilligers Paul en Fennie trouwen in Voorhoeve Op 23 februari trouwen Fennie Duursema en Paul Philips tijdens de kerkdienst in Voorhoeve. Beiden werken als vrijwilliger in dit woonzorgcentrum. “We vonden het een leuk idee om ons huwelijk samen met de bewoners te vieren. We hebben immers een sterke band met deze mensen,” vertelt Paul.
moment is het langzamerhand wat geworden tussen ons.”
Christelijk opgevoed Voordat Paul als vrijwilliger aan de slag ging, was hij zelf bewoner van Voorhoeve. In 2011 brak hij zijn bekkenkom en revalideerde hij er. “Ze hebben me keurig opgelapt en toen ik in 2012 weer naar huis kon, heb ik me meteen aangemeld als vrijwilliger.” Paul helpt mee bij de kerkdienst op zaterdag en gaat soms mee als begeleider bij museumbezoek. “Maar ik kan ook koken in de woningen, als dat nodig is.” In de tijd dat Paul in Voorhoeve woonde, kwam hij Fennie al wel eens tegen. “Maar voor mij was hij gewoon een van de bewoners,” zegt Fennie. “En ik keek niet naar andere vrouwen, want ik was getrouwd,” zegt Paul. Pas na het overlijden van zijn vrouw, in februari 2017, kreeg hij oog voor Fennie. “We hadden vaak gesprekken over spirituele onderwerpen en merkten dat we elkaar goed aanvoelden. We staan op dezelfde manier in het leven,” zegt Fennie. “We wisselden ook boeken uit,” zegt Paul. “Ik gaf haar bijbelboeken met niet-officiële teksten, zij maakte mij bekend met het gedachtengoed van Rudolf Steiner, grondlegger van de antroposofie. Ik nodigde haar uit voor koffie en later, met Pasen vorig jaar, voor een etentje. En vanaf dat
20
Fennie, die als archivaris voor de Gemeente Utrecht werkt, helpt eveneens als vrijwilliger bij de kerkdiensten in Voorhoeve. Ook verzorgt ze de liturgieën. “Ik zoek uit welke liederen passen bij het thema van de dienst. Ik ben zelf christelijk opgevoed; het zit er gewoon ingebakken dat je niet alleen maar werkt voor geld, maar ook iets voor anderen doet. Zelf vind ik het samenzijn tijdens die kerkdiensten ook
fijn en belangrijk. Ik ben geïnteresseerd in levensvragen en wat dat betreft kan ik nog wel wat leren van de mensen hier, hoewel spiritualiteit weinig met leeftijd of levenservaring te maken heeft.” Inmiddels hebben Paul en Fennie, in aanloop naar hun huwelijk, al een volgende belangrijke stap gezet. Ze hebben beiden hun huis verkocht en richten nu samen hun nieuwe huis in Assen in. Ze blijven wel als vrijwilliger actief in Voorhoeve. Paul: “Ook al wonen we op wat grotere afstand, ik heb toch een bijzondere band met dit huis.” (KM)