Onze toekomst is niet grijs Over wonen, revalideren en werken bij AxionContinu
Onze toekomst is niet grijs Over wonen, revalideren en werken bij AxionContinu
Inhoud 23
AxionContinu in beweging
Alles draait om mensen
7
Op weg naar de toekomst
13 Bouwen aan de toekomst
37
De kracht van kunst 2
Onze toekomst is niet grijs
43
Midden in de samenleving
53
Voorwoord
H
et zorglandschap is de afgelopen periode sterk veranderd en dat heeft een groot maatschappelijk effect. De veranderingen in de langdurige zorg, gericht op het uitstellen of voorkomen van langdurige opname, grijpen in op het leven van kwetsbare ouderen en hun mantelzorgers. De wijzigingen in de bekostiging hebben ook gevolgen voor organisaties als AxionContinu. AxionContinu beweegt voortdurend met ontwikkelingen mee en kijkt steeds hoe de cliënt in nieuwe omstandigheden het allerbeste kan worden geboden. AxionContinu is nu op een bijzonder punt gekomen. Een grote organisatieverandering is net voor het grootste deel afgerond. Wij bieden de juiste zorg op de juiste plaats en zijn ‘toekomstbestendig’. Daarnaast vindt er een bestuurswissel plaats. Lex Roseboom neemt afscheid en met Eliane Thewessen gaat de organisatie een nieuwe toekomst in. Een goed moment om te kijken hoe het staat met de zorg voor ouderen in het algemeen en bij AxionContinu in het bijzonder. Onze organisatie heeft de afgelopen jaren gebouwd aan een goede basis. Wij weten wat we doen en waar we voor staan. Medewerkers met passie, veel ruimte voor vernieuwde ideeën
en inspelen op wat er gebeurt in de wereld om ons heen. Daar zit onze kracht. Maar vooral kijken wij altijd wat onze cliënten nodig hebben en wat zij wensen. Waar nodig en mogelijk werken we samen met partners in het veld. Met zo’n stevig fundament kan AxionContinu vol vertrouwen de veranderende toekomst tegemoet treden. Want er komt veel op ons af. Hoe gaan wij werken in de wijken en bij mensen thuis? Hoe geven we vorm aan de gewenste kanteling van minder zorg en meer ondersteuning aan de cliënt die zelf de regie houdt? Hoe spelen we in op wensen van de ouderen van ‘straks’? Het zijn vragen waar wij met veel genoegen en energie de juiste antwoorden op gaan vinden. Het maakt dat AxionContinu steeds verandert, onze toekomst is niet grijs. Dit boek geeft een beeld van wie wij zijn en waar wij naartoe bewegen. Met trots en plezier is gewerkt aan dit boek, dat we ter ere van het afscheid van Lex Roseboom graag aan u presenteren. Dank ook aan allen die bijgedragen hebben aan deze uitgave. Rene Leideritz Secretaris Raad van Bestuur AxionContinu
3
Het is de eerste werkdag van Eliane Thewessen, die Lex Roseboom opvolgt als bestuurder van AxionContinu. We zitten op de kamer van Lex, correctie, kamer van Eliane. Haar schilderij hangt al aan de muur, de verhuisdozen staan nog ingepakt. “Ik ben nu ambteloos burger,” zegt hij. “Doe niet zo dramatisch,” lacht zij. De gaande man en komende vrouw reageren op vier stellingen.
Gaande man en komende vrouw
Meegaan in de verandering Organisaties voor ouderenzorg moeten zichzelf (deels) opnieuw uitvinden, want de nieuwe context is dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen en gebruik maken van hun sociale netwerk. Lex: We weten nog niet zo goed hoe mensen in de wijk reageren. De politiek zegt dat mensen langer thuis moeten blijven wonen, maar als je niet oppast wordt het iets van eigen schuld dikke bult. U wilde toch zo graag langer thuis blijven wonen? Nou dan moeten uw kinderen u maar helpen. Je ziet dat niet iedereen dat voor elkaar krijgt. En wat we zeker niet uit het oog mogen verliezen is het sociale isolement waarin mensen terecht kunnen komen. Het gaat niet alleen om gezellige dingen doen in de wijk, je moet blijven volgen wat mensen voor zorgvragen hebben. Neem de dagopvang. Het is maar de vraag of we die gefinancierd krijgen in de toekomst.
4
Onze toekomst is niet grijs
welzijnsorganisaties, bezig zijn met het opzetten van platforms. Hier worden vrijwilligers en mensen met een hulpvraag met elkaar in contact gebracht. Lex: Dat is het project SamenHoograven dat we hebben opgezet om actieve en kwetsbare wijkbewoners met elkaar in contact te brengen. Dat initiatief is door de gemeente omarmd.
Organisaties voor ouderenzorg moeten inspelen op de wensen en de behoeften van cliënten. Dat verlangt ondernemerschap en een open blik naar de samenleving. Dit jaar is het voor ons een experiment. We hebben gezegd: ook al kort de gemeente ons met 35%, we houden het in de lucht. Om ervaring op te doen, om te kijken of de vraag verandert. We verwachten dat de gemeente openstaat voor een inhoudelijke evaluatie. Als de gemeente zegt: we financieren het toch niet, dan kunnen wij niet anders dan ermee stoppen. Dan valt een belangrijke schakel weg tussen thuis en zwaardere zorg. Ik zie dat bestaande voorzieningen worden teruggebracht of afgebouwd, terwijl er nog onvoldoende nieuwe dingen voor in de plaats zijn gekomen. Eliane: Ik had verwacht dat er in januari al veel meer knelpunten zichtbaar zouden zijn geweest. Dat het lijkt mee te vallen komt doordat de zorg vaak is blijven zorgen. Die voelt zich lang verantwoordelijk. Aan de andere kant weten we inderdaad niet hoeveel mensen zich aanpassen aan de nieuwe omstandigheden en bijvoorbeeld nauwelijks nog buiten komen. Lex: Of zeven dagen in de week diepvriesspinazie eten. Niet omdat ze het zo lekker vinden, maar omdat ze zijn vergeten dat ze gisteren ook spinazie hebben gegeten. Onze inzet voor behoud van de dagopvang is echt om daar zicht op te krijgen en te houden. Een ander traject waar we op hebben ingezet is beeldzorg, waarmee je op afstand contact houdt met mensen thuis, zonder dat je er dagelijks langs hoeft te gaan. Eliane: Veel nieuwe ideeën zullen uit onze koker moeten komen. Ik zie dat gemeenten, in samenwerking met zorg- en
Lex: We zijn actief op het terrein van zorghotels en hebben recent revalidatiecentrum De Parkgraaf geopend. Dat zijn al enorme aanpassingen op vragen van de markt. We hebben de afgelopen jaren ook veel geïnvesteerd in goede huisvesting. In de praktijk is het vaak de oudste dochter die komt kijken. Die moet zeggen: hier mag pappa wel naar toe. Eliane: Mensen blijven langer thuis, maar als dat niet meer gaat dan moet je ze als organisatie iets kunnen bieden dat op zijn minst als thuis kan gaan voelen. Lex: Vroeger waren er aanleunwoningen, maar die hebben we niet meer. We spreken nu van serviceappartementen. Aanleunwoningen hadden een woonoppervlak van hooguit 50 m2, dan mocht je in je handen knijpen. In De Wartburg hebben we woningen gerealiseerd van tussen de 65 en 115 m2, gericht op verschillende inkomens. We zijn in Nederland altijd erg huiverig geweest over de tweedeling in de zorg. Maar in de samenleving bestaan er ook verschillen tussen inkomens en hoe mensen wonen. Doelstelling van de organisatie is dat we ons inzetten voor sociaal zwakkeren, dus we gaan geen serviceappartementen bouwen met een huur van F 4.000,- in de maand. Maar voor middeninkomens doen we wel iets meer. Er is vraag naar iets meer comfort en goede voorzieningen. Zeventig procent van onze woningen zit onder de huursubsidiegrens, dertig procent erboven. 5
Medewerkers in de ouderenzorg krijgen te maken met lastige dilemma’s en gevoeligheden. Zorg op maat betekent soms ook afwijken van regels.
Een belangrijk deel van het succes van een organisatie als AxionContinu hangt af van de innovatieve kracht, vindingrijkheid en inzet van de medewerkers in alle geledingen. Lex: Bij ons innovatieproject Wij doen ’t hadden we de laatste keer vijfentachtig voorstellen van medewerkers. Dat is heel veel. Waar ik het meest van heb geleerd, is dat medewerkers heel vaak goede ideeën hebben, maar het al heel wat vinden als ze om F 500,- moeten vragen om het te kunnen uitvoeren. Terwijl ik zeg: gelijk doen. Medewerkers die doorkrijgen dat ze zelf hun werk en omgeving kunnen beïnvloeden, dat is de grootste winst van dit soort projecten. Daardoor gaan ze anders in hun werk staan. Eliane: Het is mijn eerste dag hier, dus ik weet niet hoe het is geregeld. Maar ik kan me voorstellen dat medewerkers ook budgettaire ruimte krijgen, zodat niet alles via de innovatiepot hoeft te lopen. Lex: Dat kan ook.
6
Onze toekomst is niet grijs
Eliane: Medewerkers moeten net als bestuurders anders gaan denken dan tien jaar geleden. Daarin moeten we ze ondersteunen met het ontwikkelen van de juiste competenties. Er komen steeds meer hoger opgeleiden. Dat betekent niet per se dat ze ook de juiste competenties hebben. De aanpassing vraagt wel wat meer. Het heeft niet alleen te maken met regels. Sommige medewerkers horen nog altijd graag wat ze moeten doen. Zelf keuzes maken vindt men soms lastig. En ouderenzorg gaat steeds meer die kant op. Bij kleinschalige woongroepen met dementerenden moeten medewerkers veel zelf organiseren en beslissen. Lex: Het vraagt om een andere manier van denken. Stel een man komt in het verpleeghuis en zijn vrouw is gewend hem te wassen. Zij is heel kwetsbaar en frêle. Zegt een verzorgende dan: maar als meneer valt, breekt hij wat en dat willen we niet op ons geweten hebben? Of moeten we het dagelijkse patroon van dit stel ondersteunen en mogelijk maken? Wie zijn wij om hun leven te bepalen? En als het toch misgaat moeten we dat aanvaarden. Eliane: Het is erg belangrijk altijd de familie erbij te betrekken. Maar dan nog kan het zo zijn dat de inspectie iets vindt. Of dat een familielid die er een beetje buiten valt, er een zaak van maakt. Dat is dan maar zo. Dat is het risico. Zulke kwesties maak je nu ook al geregeld mee. Lex: Meestal zijn mensen reëel. Je moet wel de tijd nemen om met ze te overleggen, om dingen uit te leggen. Intern hebben we uitgemaakt dat we iedere vraag in principe met ‘ja’ beantwoorden. Maar als je ‘ja’ zegt en tegelijkertijd denkt: maar dat doen we hier nooit. Of: daar heb ik nu even geen zin in. Dat komt natuurlijk ook wel eens voor. Hoe onze medewerkers erin slagen daar steeds goed mee om te gaan, ik denk dat dat de grote uitdaging is.
Op weg naar de toekomst
De toekomst voorspellen is moeilijk. Zo dachten de meeste Nederlanders vijftien jaar geleden dat ze gemakkelijk zonder mobiele telefoon door het leven konden. Het apparaat bleek in een behoefte te voorzien waarvan ze zich toen niet bewust waren. Hoe lastig vooruitzien ook is, beleidsmakers ontkomen er niet aan. Zeker niet in de ouderenzorg, die – en dat is zeker – te maken krijgt met een grijze golf.
Op weg naar de toekomst
7
Dilemma’s, veranderingen, uitdagingen
Drie deskundigen laten hun licht te laten schijnen over de toekomst van de ouderenzorg. Michel van Schaik, directeur Gezondheidszorg van de Rabobank, Aad Koster, directeur van Actiz, de koepel van ondernemers in de sector, en Marco Meerdink, bestuursvoorzitter van Espria, een grote speler in de ouderenzorg. Welke ontwikkelingen zien zij? Hoe blijft de zorg betaalbaar? Wat wordt gevraagd van zorgorganisaties en hun medewerkers?
De toekomst van de ouderenzorg
M
ichel van Schaik legt zich bij de Rabobank toe op kennisontwikkeling en strategie op het gebied van gezondheidszorg en schreef samen met Philip Idenburg van adviesbureau BeBright het spraakmakende Diagnose 2025 (Scriptum 2010), waarin ze aan de hand van trends de contouren van de toekomstige zorg schetsen. Naast veel onzekerheden zijn er ook onontkoombare ontwikkelingen, zoals vergrijzing, individualisering en opkomst van digitale hulpmiddelen. De geboortegolf van na de Tweede Wereldoorlog zette eerst het schoolsysteem onder druk, daarna de huizenmarkt en stelt nu de ouderenzorg voor enorme uitdagingen. “Inmiddels zijn we ervan doordrongen dat we ons zorgsysteem, dat we hadden opgetuigd met collectieve arrangementen als de AWBZ, niet langer kunnen betalen. De nieuwe context is dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen en meer gebruikmaken van hun sociale netwerk en – laten we er geen doekjes om winden – ook meer zelf moeten betalen. Dat is op zich niet zo’n vreemde gedachte, want bij de oudere bevolkingsgroep zit vermogen. Veel mensen hebben een huis dat is afbetaald en ontvangen een pensioen. Uiteraard geldt dat niet voor iedereen, maar het idee dat de zorg kan worden uitbesteed aan de staat, gaat niet langer op. In de ons omringende landen betalen ouderen veel meer zelf aan zorgkosten. En als je ouderen zo lang mogelijk als gewone burgers wilt benaderen, is
8
Onze toekomst is niet grijs
Aantal (miljoen)
5 4 3 2 1
1950 1965 1980 1995 2010 2025 2040 2055
Aantal 65-plussers
en 80-plussers
in Nederland
het niet vreemd dat ze hun eigen woonlasten betalen en hun schoonmaakkosten. Dat doen andere burgers tenslotte ook.”
Ondernemerschap Volgens Van Schaik staan we voor een uitdaging die ook kansen biedt. “Want waar we in Nederland mee te maken hebben, daar hebben ze of krijgen ze in andere landen ook mee te kampen. Als wij erin slagen goede en betaalbare oplossingen
te vinden voor de ouderenzorg heeft dat exportpotentieel. Zoals we onze kennis en kunde in de strijd tegen het water ook over de hele wereld te gelde maken.” Van Schaik is een optimist. “Nu maken we een moeilijke periode door met bezuinigingen en het terugdraaien van de zorg die we gewend waren. Maar ik denk dat er nog veel rek zit in bijvoorbeeld technologische toepassingen. De zorg op afstand en het toepassen van handige apps staat nog in de kinderschoenen, maar die ontwikkelingen gaan razendsnel. Bij de banken zagen we hoe snel internetbankieren gemeengoed is geworden. De tijd dat je alleen op bepaalde uren geld kon opnemen in een bankfiliaal of postkantoor ligt nog niet eens zo heel ver achter ons. Nu kun je overal en te allen tijde betalen.”
zorg voor ouderen niet langer alleen neerleggen bij zorginstellingen. De hele maatschappij zal zich inspanningen moeten getroosten.”
Leefwereld De generatie die nu met pensioen gaat, is een andere dan de vooroorlogse. Waar die de stille generatie wordt genoemd, minder gewend om eisen te stellen, zijn de babyboomers hun leven lang gewend zaken ter discussie te stellen. Zij zullen zich ook als ouderen niet onbetuigd laten. De positieve kant is dat ze ook zelf met oplossingen en ideeën zullen komen. Aad Koster van Actiz wil graag die verandering in de zorg benadrukken. “Er is nu heel veel aandacht voor de veranderingen in wet- en regelgeving, de bezuinigingen en de overhevelin-
Al moet volgens Van Schaik de technologie niet bepalen wat er gaat gebeuren. “Het jongste deel in de reeks Diagnose publicaties hebben we ‘Innovatie’ genoemd, in plaats van ‘Technologie’ wat de werktitel was. Technologie moet innovatie dienen en innovatie is er om de problemen op te lossen. Technologische ontwikkelingen kunnen zorg ook duurder maken, bijvoorbeeld doordat je veel ingewikkeldere operaties kunt uitvoeren. Discussies over geld zullen we altijd houden. Maar vanuit de gedachte dat we de klant centraal stellen, zal de omzet-maximalisatie – om maar eens een economische term te gebruiken – erin moeten bestaan zo veel mogelijk mensen een kwalitatief goed leven te laten leiden.” Waar cliënten meer zelf moeten regelen en betalen, zullen ze ook meer willen bepalen. “We gaan van zorg die door het aanbod wordt bepaald naar zorg waar om wordt gevraagd. Organisaties voor ouderenzorg zullen moeten inspelen op de wensen en de behoeften van cliënten. Dat verlangt een zeker ondernemerschap en een open blik naar de samenleving. Meer dan ooit zullen organisaties verbindingen moeten leggen met de buitenwereld. En dat is goed, want de samenleving kan de Op weg naar de toekomst
9
Aantal (x 100.000)
10 8
gen. Die transitie geeft een hoop gedoe.” Hij laat een uitdraai zien die hij kreeg gepresenteerd van een zorgorganisatie. Door de afschaffing van de AWBZ hebben ze daar nu te maken met zo’n vijftien verschillende financieringsregelingen en een forse toename van administratieve handelingen. “Maar uiteindelijk is dat te overwinnen. Tegelijk voltrekt zich een transformatie in de zorg die erop neerkomt dat we de leefwereld weer boven de systeemwereld van administratie en andere regels moeten stellen.”
Participatie Het startpunt zal volgens Koster fundamenteel anders worden. “Nu spreken we in de ouderenzorg over familieparticipatie, maar in de nabije toekomst moeten we spreken van professionele participatie. De cliënt die hulp nodig heeft, brengt zijn leven en zijn sociale netwerk mee en professionele hulpverleners voegen in als dat wordt gevraagd en nodig blijkt. Dat kan in een verpleeghuissituatie zijn, maar ook in een thuissituatie of in verschillende tussenvormen die zullen gaan ontstaan. De diversiteit van zowel vraag als aanbod zal toenemen.” De meeste ouderen wonen thuis. Wat nu trouwens ook het geval is, nog geen tien procent verblijft in een zorglocatie. Het aantal plaatsen in verpleeg- en verzorgingshuizen is de afgelopen jaren gedaald van 225 duizend naar 160 duizend, terwijl het aantal 80-plussers steeg van 325 duizend naar 650 duizend. En dat aantal stijgt de komende jaren naar 1,3 miljoen. Of die zorg in verpleeghuizen of anderszins wordt aangeboden, de complexiteit van de zorg en ondersteuning zal toenemen. Ouderen kampen vaker met chronische ziekten zoals dementie en er wordt een groter beroep gedaan op de deskundigheid van professionals. Was ouderenzorg voorheen vooral zorgen, het wordt steeds meer organiseren en risico’s kunnen inschatten. Het opleidingsniveau van medewerkers in
10
Onze toekomst is niet grijs
6 4 2
1950 1965 1980 1995 2010 2025 2040 2055
Aantal plaatsen in verpleeg- en verzorgingshuizen Aantal 80-plussers
de ouderenzorg neemt toe. Er worden steeds meer verpleegkundigen met HBO-V gevraagd.”
Dilemma’s Medewerkers in de ouderenzorg krijgen te maken met lastige dilemma’s en gevoeligheden. De ophef over de moeder van staatssecretaris Martin van Rijn, bij wie urine langs haar benen liep, is nog slechts een voorbode. Koster: “Zoals Marco Wisse van zorggroep Vivium in Naarden laatst op televisie nuanceerde: het kan soms juist op goede zorg duiden als bij een cliënt de urine af en toe langs de benen loopt. Het gemakkelijkst is namelijk om iemand die dementeert een luier om te doen. Je kunt ook proberen haar langer in haar waarde te laten door haar geen luier om te doen en te aanvaarden dat het soms misgaat. Het vraagt om niet altijd even eenvoudige inschattingen en om goed overleg met familie en andere verzorgers.” Koster hoorde laatst bij een zorginstelling in Groningen het verhaal van een dementerende oud-postbode die iedere ochtend verlangend voor de deur stond. Hij wilde naar buiten om zijn ronde doen. De regels staan dat niet toe, maar na overleg met de familie viel het besluit hem zijn rondje te laten maken.
De eerste keren fietste iemand van het huis achter hem aan, hij bleek gewoon terug te keren. Later hielden een paar mensen in het dorp een oogje in het zeil. “Maar het risico bestaat dat het een keer misgaat en dan heb je de poppen aan dansen. Grote koppen in de krant, ophef in talkshows. Je hebt niet alleen medewerkers nodig die besluiten durven nemen en kunnen overleggen met de familie. Wat lastiger is dan het lijkt, want dé familie bestaat meestal niet. Het ene familielid kijkt er anders tegenaan dat het andere. Je hebt ook bestuurders nodig die hun medewerkers steunen. Het moet niet alleen met de mond worden beleden dat de leefwereld van een cliënt voorop staat en dat er ruimte is voor zorg op maat. Bestuurders moeten er echt voor staan, ook wanneer het dreigt mis te gaan. Ze moeten inspireren en bezielen en een goed verhaal hebben als de inspectie of de pers op de stoep staat.” Door de sociale media leeft en werkt iedereen steeds meer in een glazen huis. Klachten staan al op Twitter voordat ze goed en wel zijn gemeld. “De samenleving zal ook moeten inzien dat niet iedereen doodgaat met een glas prosecco in de hand. Het einde van het leven is niet altijd even mooi. Veel dementiepatiënten sterven in foetushouding. Als je de leefwereld boven de systeemwereld stelt, zul je moeten investeren in je verhaal, in deskundigheid en in voorlichting aan publiek en politiek.”
collectief schuldgevoel dat we hebben over ouderenzorg. “Als we onze ouders afstaan aan de zorg moet het op en top voor elkaar zijn. Mocht er thuis nog wel eens iets mis zijn gegaan, in de zorg mag dat niet gebeuren. Terwijl uit diverse onderzoeken blijkt dat de klanttevredenheid hoog is en dat onze ouderenzorg tot de beste in de wereld behoort, is de beeldvorming ontstaan dat er ontzettend veel mis is. Misschien zijn we een wat klagerig volk.” Espria hecht sterk aan de visie van ‘ouderenprofessor’ Jos Slaets, die als adviseur aan de organisatie is verbonden. “Jos Slaets heeft zich zeer ingezet voor een bredere kijk op de ouderenzorg. De grootste problemen in de laatste fase van het leven hebben eerder een sociale reden: eenzaamheid, verveling, gevoelens van onveiligheid en het idee er niet meer toe te doen. Ze laten zich gewillig vertalen in vragen naar zorg,
Kwaliteit Ook Marco Meerdink, bestuursvoorzitter van zorggroep Espria, kan zich storen aan het woud van regels in de zorg. “Natuurlijk zijn er regels nodig om professionals verantwoording te laten afleggen. Maar het overgrote deel is wat ik noem ‘gestold wantrouwen’. Er is een incident, dat wordt uitvergroot in de media, er komen Kamervragen en een roep om nieuwe regels.” Volgens hem is deze ‘door wantrouwen ingegeven controlekramp’ mogelijk terug te voeren op een soort Op weg naar de toekomst
11
maar het zijn vaak indirecte vragen naar iets anders. Ik wijs graag naar de film Intouchables, die iedereen inmiddels wel heeft gezien. De man met zijn dwarslaesie wordt technisch en medisch uitstekend verzorgd. Maar dat tovert geen glimlach op zijn gezicht. Die komt pas als hij met zijn verlangens als mens naar buiten kan treden. We moeten vooral naar de kwaliteit van leven gaan kijken. Onze blik moet breder zijn dan medisch en verpleegkundig. Er moet oog zijn voor het welzijn van de mens. Betrek mensen zo lang mogelijk bij het leven.”
Concurrentie Slaets heeft volgens Meerdink ook het begrip schadelijke ouderenzorg op de agenda gezet. “Technisch is steeds meer mogelijk, maar leidt dat altijd tot een prettiger leven? De standaardvraag zou niet moeten luiden: What is the matter with you?, maar: What matters you? Soms is het verstandig af te zien van een heupoperatie die een maandenlange revalidatie vergt. Misschien is iemand beter af als hij de laatste jaren van zijn leven andere dingen kan doen. Het is hoe dan ook belangrijk dat ouderen de kans krijgen zich hierover uit te spreken.” Geneeskunde en ouderengeneeskunde gaan elkaar steeds meer overlappen. Er komen meer ouderen en vooral meer hoogbejaarden. Mensen lijden vaker aan een chronische ziekte en soms aan tal van aandoeningen tegelijkertijd. “Dé opdracht van de ouderzorg is die levens zo aangenaam mogelijk te laten zijn. En als we het uitgangspunt nemen dat we er zijn voor de cliënt, betekent dat ook dat we soms moeten kiezen voor zorg die niet door onze eigen organisatie wordt gegeven. Daar hebben managers over het algemeen meer moeite mee dan de mensen op ‘de werkvloer’. We moeten over onze eigen schaduw heen kunnen springen.”
12
Onze toekomst is niet grijs
Michel van Schaik (1960) is directeur Gezondheidszorg bij de Rabobank. Hij is voorzitter van de Commissie Gezondheidszorg van de Nederlandse Vereniging van Banken en lid van de Commissie Gezondheidszorg van VNONCW. Hij vervult diverse gastdocentschappen op het gebied van gezondheidsfinanciering. Hij is mede-auteur van het boek Diagnose 2025. Van Schaik studeerde Tandheelkunde in Amsterdam en Public Health in Los Angeles.
Aad Koster (1960) is directeur van Actiz, de branchevereniging voor ondernemers in de zorg. In die hoedanigheid mag hij vaak komen opdraven als er een ‘misstand’ is gesignaleerd in een verpleeghuis. Maar Koster is met zijn organisatie ook graag aanjager van discussies over de ouderenzorg, met projecten als ‘Het nieuwe ouder worden’ en ‘Vitaal Journaal’. Koster studeerde Economie in Amsterdam.
Marco Meerdink (1957) is bestuursvoorzitter van zorgcluster Espria. Hij studeerde Geneeskunde in Groningen maar koos al vroeg voor management. Hij was bestuurder bij pensioenfonds PGGM en diverse GGZ-organisaties. Espria doet aan ouderenzorg, gehandicaptenzorg, psychiatrie, jeugdgezondheidszorg en thuiszorg. Kraamzorg en kinderopvang zijn recent afgestoten. Espria telt zo’n 10.000 medewerkers op basis van fulltimeeenheden en is vooral actief in Noord-Nederland.
AxionContinu in beweging
AxionContinu is voortdurend in beweging en speelt steeds in op veranderingen in de zorg. De inbreng van medewerkers is daarbij van vitaal belang. Het innovatieproject Wij doen ’t is een prachtig voorbeeld. Maar ook met goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers kan AxionContinu vooruit.
Op weg naar de toekomst
13
René Leideritz en Heleen Engbers:
“We maken onze plannen waar” René Leideritz is secretaris Raad van Bestuur en Heleen Engbers divisiemanager Revalidatie en Herstel. “Hoe lang kennen we elkaar?” vraagt ze bij aanvang van het gesprek. Het blijkt bijna twaalf en een halfjaar. “Het geeft aan dat we een stabiele organisatie zijn, dat medewerkers hier lang blijven.”
A
l is Heleen tussentijds kort bij AxionContinu weggeweest, beiden stellen vast dat een van de sterke punten van de organisatie is, dat ze medewerkers langdurig aan haar bindt door hen kansen te geven zich te ontwikkelen. “Voorwaarden is dat er een betrokken en gedreven bestuurder is, die mensen motiveert en de ruimte geeft om te groeien.” Heleen was betrokken bij de opzet van het nieuwe Zorghotel De Wartburg en bij de grote organisatieverandering die AxionContinu afgelopen jaar doormaakte: de verdeling in drie divisies. Was de organisatie voorheen opgedeeld in regio’s, nu richt ze zich ook in werkvorm sterk op haar doelgroepen. Verzorgd Wonen is er voor mensen die continu zware zorg vragen, Revalidatie en herstel voor wie tijdelijk intensieve zorg nodig heeft en Thuis verleent zorg en ondersteuning in de eigen omgeving. René: “Deze organisatiewijzigingen waren ingrijpend. Veel bewoners moesten verhuizen naar een andere locatie en ook nogal wat medewerkers werden voor een keuze gesteld: Waar wil ik werken? Waar ligt mijn kracht? Op een revalidatieafdeling worden andere dingen van je gevraagd dan op een verpleegafdeling. Volgens mij zijn we er goed in geslaagd
14
Onze toekomst is niet grijs
medewerkers op de plek te krijgen waar zij het best tot hun recht komen.”
Waarmaken Het eerste meerjarenbeleidsplan uit 2007, van de toen nog vrij jonge fusieorganisatie AxionContinu, is bij herlezing nog altijd verrassend actueel. Een zin als: ‘De nadruk wordt gelegd op de mogelijkheden van de zorgvrager in plaats van op het benadrukken van de ziekte’ zou ook nu weer leidend kunnen zijn in een beleidsstuk. “Van meet af aan hebben we de cliënt centraal gesteld,” zegt René. “Die moet zich bij ons thuis voelen. Veilig en vertrouwd. Op basis van dat plan hebben we volop geïnvesteerd in onze medewerkers en onze locaties. De kwaliteit van een dienstverlenende organisatie staat of valt met de deskundigheid en motivatie van de medewerkers. En onze huizen moeten prettige plekken zijn, waar de leefwereld centraal staat.” Heleen: “We hebben altijd durven uitspreken dat we bij de beste organisaties op het gebied van ouderenzorg willen horen. Ik denk dat die ambitie in de genen van onze medewerkers zit. En dat moet ook, want met gewoon zorg verlenen red je het niet meer. Je moet uitstekende zorg verlenen.” Ze benadrukt dat medewerkers hun werk ook leuk moeten vinden en dat lukt beter als de organisatie ambitie uitstraalt. “Waar je sommige collega-organisaties ziet worstelen om te overleven, huizen sluiten, afslanken of juist fuseren,
René Leideritz:
“Van meet af aan hebben we de cliënt centraal gesteld.”
bruisen wij van de plannen. We hebben veel mooie zorglocaties en zijn volop aan het bouwen en verbouwen. We hebben Zorghotel De Wartburg geopend, revalidatiecentrum De Parkgraaf opgezet.” “Natuurlijk ontkomen ook wij niet aan afbouw op sommige plekken,” vult René aan, “maar het is niet alleen krimp. Ons perspectief is heel goed. Dat hebben we te danken aan goed financieel beleid, ook met ons vastgoed. Maar vooral ook aan een consistente lijn. Het meerjarenplan uit 2012 gaat nog altijd voor een groot deel op. En wat belangrijker is: we maken onze voornemens waar. Als er een plan is, voeren we dat uit. Laatst sprak ik een collega van een andere organisatie die verzuchtte: ‘Ik wou dat ik bij jullie kon werken.’ Bij hen bleef het nogal eens bij goede bedoelingen.”
Kwaliteitsmerk ‘We werken in een complexe, dynamische en tamelijk onvoorspelbare omgeving’, was al te lezen in het eerste beleidsplan. Het is niet te verwachten dat het de komende tijd minder hectisch zal worden. Heleen: “Het betekent dat je er niet aan ontkomt de organisatie flexibel te houden, zodat je redelijk snel kunt inspelen op nieuwe ontwikkelingen en de zorg betaalbaar houdt. Onze verdeling in divisies volgt de andere financieringsvormen die zijn ontstaan door de afbouw van de AWBZ. Onze huizen zijn al grotendeels aangepast op de scheiding van wonen en zorg. We houden ook rekening met de uitbreiding van zwaardere zorg, want met het toenemen van de vergrijzing zal het aantal ouderen met ernstige dementie of andere chronische aandoeningen in absolute zin toenemen. Dat zal vooral gebeuren in kleinschalige woonvormen waar we vol op hebben ingezet. Met de versterking van de divisie Thuis spelen we beter in op de verwachting dat mensen langer in hun eigen omgeving blijven wonen. Mogelijk zal er in de toekomst ook meer zware verpleegzorg thuis worden verleend.” René: “De zorgvraag van ouderen zal heel divers zijn. Daar kunnen we met het brede palet dat we aanbieden heel goed
Heleen Engbers:
“We werken graag samen met andere zorgverleners.”
op inspelen. Dat hebben we de afgelopen jaren goed neergezet en vanuit ons ondernemerschap blijven we daarop gefocust. De klant heeft de keus. Maar ik kan me voorstellen dat iemand die bij ons in een serviceappartement woont en na een ongeval moet revalideren, dat graag ook op een revalidatieafdeling van ons doet, omdat hij weet dat we goede zorg leveren. AxionContinu als kwaliteitsmerk.” “Waar het kan, werken we graag samen met andere zorgverleners,” zegt Heleen. “Er bestaan al nauwe contacten met ziekenhuizen, woningbouwcorporaties en huisartsen. We zijn nu de mogelijkheden aan het onderzoeken om samen met enkele partners een laagdrempelige multidisciplinaire zorglocatie op te zetten. Zodat een cliënt in één keer zowel de huisarts kan bezoeken, een specialistisch onderzoek kan laten verrichten en fysiotherapie kan volgen. Zeker nu meer mensen met chronische aandoeningen langer thuis blijven wonen, is er behoefte aan toegankelijke, meeromvattende eerstelijnszorg. En er komen voorzieningen waar ouderen kunnen herstellen met iets meer luxe, zoals in ons zorghotel. Of waar AxionContinu in beweging
15
ze gewoon even op adem kunnen komen. Er zijn ouderen met geld die willen betalen voor iets extra’s.”
Werk en zorg Aan de andere kant krijgen veel ouderen – zeker dit jaar – te maken met krappere zorgbudgetten en scherpere indicaties. Vooral in de thuiszorg levert dat onvrede op. René: “Ook onze medewerkers krijgen ermee te maken. Het is nooit leuk als je tegen een cliënt moet zeggen dat er voortaan minder zorg kan worden verleend. Dat zet direct spanning op de relatie. We trainen onze medewerkers hoe ze daarmee kunnen omgaan. Ze moeten kunnen uitleggen waarom het gebeurt, hoe het zit met de regelgeving, en leren hoe ze daarover een constructief gesprek kunnen voeren. En ook leren ze, zoals dat heet, zorgen met de handen op de rug. Want dat is het beleid: eerst met de cliënt bekijken wat die zelf nog kan, met hulp van zijn omgeving, daarna pas professionele hulp inzetten.” Heleen: “De participatiemaatschappij. Die vraagt veel van mantelzorgers. Wij merken dat in onze organisatie op twee
A Perfect Day
manieren. Aan de ene kant ondersteunen en stimuleren we mantelzorg. In onze huizen staan de deuren altijd open, want mantelzorgers horen bij het leven van onze cliënten. Aan de andere kant merk ik als manager dat het soms lastig is. Veel van onze medewerkers verzorgen hun vader of moeder. Met hun achtergrond en vaardigheden zijn zij vaak de eerst aangewezenen in de familie. Ik zie en weet uit eigen ervaring hoeveel stress dat op kan leveren, die combinatie van werk en zorg. Natuurlijk wil je het mogelijk maken, maar je kunt als werkgever niet alle verantwoordelijkheid van je medewerkers overnemen en je wilt ook dat ze ‘er zijn’ als ze hun werk doen.” René: “De verantwoordelijkheid ligt bij de medewerkers, maar we laten ze natuurlijk niet zwemmen. Met de bedrijfsarts en een verzuimcoördinator zoeken we altijd naar oplossingen. En er is ook een vitaliteitsprogramma. We kunnen alleen goede zorg verlenen als onze mensen zich goed voelen. Het is zeker ook voor de toekomst belangrijk dat we medewerkers aan ons binden. En blijkbaar doen we al iets goed, want mensen werken hier lang.”
Hoe kijken medewerkers eigenlijk tegen de zorg van AxionContinu aan? Wat gaat goed, wat kan beter? Om daar achter te komen ging het managementteam een aantal jaren geleden met een eigen toneelvoorstelling op tournee langs vijf locaties. Het uitgangspunt was de vraag: ‘Hoe zou je later zelf verzorgd willen worden?’ In A Perfect Day speelde het managementteam een aantal oud-collega’s die bij elkaar komen tijdens het 89-ste verjaardagsfeest
16
Onze toekomst is niet grijs
van een van hen. De personages vertellen beurtelings in monologen over hun oude dag, hun leven, hun irritaties en ervaringen. Thema’s als: zelf de regie over je leven voeren, het terugvinden van je etnische achtergrond en de relatie tussen zorgsector en samenleving, kwamen aan de orde. Medewerkers konden aansluitend aan elke voorstelling reageren in een ‘napraatsessie’. De reacties leverden veel inspiratie op voor het meerjarenbeleidsplan 2012 tot en met 2015.
AxionContinu nieuwe stijl Sinds 1 januari 2015 is er veel veranderd in de zorg. De AWBZ is opgeheven en er zijn andere regelingen voor teruggekomen. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, blijven langer thuis wonen en er wordt meer dan voorheen gekeken wat mensen zelf nog kunnen, al dan niet met hulp van anderen uit de omgeving.
Oude situatie
Woonzorgcentra AxionContinu
voor 1-1-2015
Betaald vanuit
AWBZ
Transitie
Kosten ouderenzorg
Zorg anders organiseren
Maatregelen overheid
De juiste zorg op de juiste plaats
• Concentratie doelgroepen • Wonen centraal • Beste kwaliteit
Nieuwe situatie na 1-1-2015
Drie divisies
Vanaf 2015 betaald door
Revalidatie & herstel
Verzorgd wonen
Thuis
Kortdurend verblijf met zorg en therapie
Langdurige zorg in verschillende woonvormen
Zelfstandig wonen & thuiszorg
Zorgverzekeraar via Zorgverzekeringswet
Zorgkantoor via Wet langdurige zorg
Zorgverzekeraar via Zorgverzekeringswet en gemeente via Wmo
De veranderingen op een rij
De transitie van AxionContinu
Voor niet-medische ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp, dagbesteding en begeleiding, is de gemeente via de Wmo verantwoordelijk geworden. Verzorging en verpleging wordt nu door de wijkverpleegkundige geïndiceerd en geleverd en wordt vergoed via het basispakket van de ziektekostenverzekering. Langdurige zorg valt onder de nieuwe Wet langdurige zorg (Wlz) die in de plaats van de AWBZ is gekomen.
De overheidsmaatregelen in de zorg waren voor AxionContinu aanleiding om haar zorg- en dienstverlening op een andere, meer toekomstbestendige manier vorm te geven. Onder de noemer ‘De juiste zorg op de juiste plek’ is AxionContinu overgegaan naar een nieuwe organisatiestructuur met de drie divisies: Thuis, Verzorgd Wonen en Revalidatie en Herstel. Door de zorg beter rondom deze doelgroepen te organiseren, kan AxionContinu nog meer tegemoet komen aan de specifieke vraag en behoeften van haar cliënten. AxionContinu in beweging
17
Wij doen’t Het belang van Innovatie dankzij medewerkers met passie
vernieuwende ideeën
Hoe kunnen we de kwaliteit van onze zorg blijven verbeteren? Die vraag loopt als een rode draad door de werkdagen van Fanny Kerstens. De projectmanager Innovatie is superenthousiast over het innovatieproject Wij doen’t. Dankzij de betrokkenheid en vindingrijkheid van medewerkers leverde dat project prachtige resultaten op. Maar van achterover leunen kan volgens haar geen sprake zijn. Wie effectief wil vernieuwen, moet voortdurend scherp blijven.
F
anny bladert door de Wij doen’t-magazines, waarin de vele vernieuwingen van de afgelopen jaren in de schijnwerpers staan. Via Wij doen’t daagt AxionContinu medewerkers uit mee te denken over verbeteringen in de zorg
en dienstverlening. Wie een goed plan heeft, kan dat met een bijdrage uit het innovatiefonds ten uitvoer brengen. De ideeën lopen flink uiteen. Soms maken ze het werk efficiënter, andere keren verhogen ze de kwaliteit van de zorg. Het mooiste voorbeeld? Even is er twijfel. Lachend: “Dan moet ik kiezen tussen goed en goed... Nou vooruit.” Haar keuze valt op het Familienet, een soort Facebook voor cliënten en hun familie, in 2012 verkozen tot Innovatieproject van het Jaar. “Een perfect middel voor het delen van informatie. We krijgen er zeer veel goede reacties op, het wordt binnen de organisatie breed gedragen.”
Draagvlak Breed draagvlak is een van de eisen die de Stuurgroep Innovatie stelt aan vernieuwingsvoorstellen. “Een project moet het werk beter, makkelijker of efficiënter maken. Het is sinds de start in 2011 nog nooit voorgekomen dat een prima idee onvoldoende draagvlak had. Ik geloof meer in de kracht van initiatieven die worden gedragen door de betrokkenen, dan in plannen die van bovenaf worden opgelegd. Wij doen’t is blijkbaar een goed podium om onze medewerkers enthousiast te maken.” Het aantal gehonoreerde projecten liep in drie jaar tijd op van twintig tot een kleine vijftig per jaar. Een belangrijke sleutel tot
18
Onze toekomst is niet grijs
Fanny Kerstens:
“Dan moet ik kiezen tussen goed en goed... Nou vooruit, Familienet.”
het succes van Wij doen’t, was de wedstrijdvorm, waardoor het binnen de organisatie veel aandacht kreeg. Iemand die een collega in het zonnetje ziet staan, denkt onwillekeurig: ik heb ook nog wel een idee! “Zodra de nominaties bekend zijn, beginnen de kandidaten stemmen te ronselen en staat de hele organisatie op z’n kop. De servicemanager die een batterijkast voor accu’s bedacht, stuurde foto’s van zichzelf rond waarop hij was te zien als een soort Superman. Er gebeuren tijdens zo’n wedstrijd echt leuke dingen die de betrokkenheid van medewerkers laten zien.” Na afloop van de innovatieronde wordt voor alle medewerkers een speelse innovatiemiddag georganiseerd. “Niet als verplichting, maar om de medewerkers te bedanken voor het meedoen. Hun enthousiasme maakt immers dat onze cliënten een aangenamer leven kunnen krijgen.”
Beeldzorg Afgelopen jaar koos AxionContinu voor een ingrijpende reorganisatie om optimaal te kunnen inspelen op de veranderingen in de zorg. Wij doen ’t stond noodgedwongen op een wat lager pitje, maar de stuurgroep ging gewoon door op het innovatieve pad. “Niet al onze projecten ontstaan vanuit Wij doen’t. Zo implementeren we momenteel het project ‘Beeldzorg’, dat gebruikt maakt van iPads voor zorg op afstand. We zijn nieuwsgierig naar wat we daarmee kunnen. De eerste ervaringen zijn positief.” De stuurgroep houdt ontwikkelingen nauwgezet in de gaten, ook de landelijke, waarmee AxionContinu z’n voordeel zou kunnen doen. “We lezen alles over innovatie van de zorg, we doen ons huiswerk en zijn actief in vele netwerken. Zodra we denken dat iets bruikbaar is, gaan we er achteraan.” De bezuinigingen in de zorg maken alertheid meer dan ooit noodzakelijk. Waken voor verschraling, noemt Fanny dat. Ze is optimistisch en gelooft dat kwaliteitsverbeteringen mogelijk blijven, ondanks schaarser wordende middelen. “Het belang van vernieuwende ideeën die de zorgprocessen ondersteunen groeit hierdoor alleen maar.”
Familienet niet meer weg te denken Familienet, een soort Facebook, is niet meer weg te denken bij AxionContinu. De cliënt heeft een eigen, afgeschermde pagina. Alleen familie en zorgmedewerkers hebben toegang. Zij kunnen zo informatie uitwisselen, met berichten en foto’s. Het gaat niet alleen om algemene informatie over het woonzorgcentrum, maar vooral om wetenswaardigheden die de bewoner betreffen. Familie van dementerende bewoners hebben vaak geen idee wat vader of moeder overdag doet, omdat hij of zij het zelf niet kan vertellen. Als zij op een foto op Familienet zien dat moeder een appel schilt en daarbij lacht, of dat vader is meegeweest met een uitje, kunnen de kinderen met die mooie momenten meegenieten. Maar ook familie kan foto’s of berichten plaatsen. Van het nieuwe huis. Of vanaf het vakantieadres. Familienet is verder handig om kort met elkaar te overleggen. Zo kan een verzorgende een berichtje sturen en vragen of de dochter shampoo meeneemt. Die kan op haar beurt doorgeven wanneer de pedicure komt.
AxionContinu in beweging
19
Eigen opleidingscentrum is geen luxe
Groeiende vraag naar opleidingen en trainingen Een eigen opleidingscentrum luxe? Welnee, zelf je medewerkers scholen is pure noodzaak volgens Annet Dijksterhuis, eindverantwoordelijk voor het reilen en zeilen van opleidingscentrum De Verdieping. In de afgelopen jaren verdubbelde het aantal opleidingen en trainingen tot meer dan 75. Maar kwaliteit gaat boven kwantiteit, dus heeft ze volop ideeën voor vernieuwingen.
E
en vishandel uit Seattle als inspiratiebron voor medewerkers van de revalidatie? Waarom niet! Fish!-trainingen heten ze, en AxionContinu koos ervoor omdat ze op speelse wijze duidelijk maken hoe belangrijk het is om lol in je werk te hebben. “We hebben dat principe geadopteerd en proberen daar ook leuke werkvormen bij te bedenken,” zegt Annet vol overtuiging. “Als je lol hebt in je werk, straal je dat ook uit naar de cliënt en dat komt de zorg alleen maar ten goede.” Het opleidingscentrum is van alle markten thuis. Medewerkers kunnen er zorggerelateerde opleidingen volgen en er is volop ruimte voor maatwerk. Zelfs specifieke één-op-één-coaching is mogelijk, bijvoorbeeld wanneer het gaat om het vinden van een juiste balans tussen werk en privé. Gedrevenheid heeft soms namelijk zijn prijs. “Medewerkers kunnen hun grenzen uit het oog verliezen. De gevraagde zorg bieden en toch om vier uur naar huis gaan en niet pas om zes uur, dat is niet voor iedereen gemakkelijk. De reacties van deelnemers op deze coaching zijn enthousiast, dus daarmee zijn we op de goede weg.”
Bestaansrecht De vraag naar opleidingen en trainingen blijft maar groeien en De Verdieping heeft haar bestaansrecht inmiddels ruimschoots bewezen. Zeker het afgelopen jaar, toen de overgang naar een
20
Onze toekomst is niet grijs
nieuwe organisatie vorm kreeg, werd veelvuldig een beroep gedaan op het eigen opleidingscentrum. Onder meer voor de noodzakelijke team(buildings)trainingen. “Het was geen makkelijke periode en dan is het fijn om eigen mensen te kunnen inzetten. Zij snappen toch beter wat er in de organisatie leeft dan een externe trainer.” Trots noemt ze een andere loot aan de opleidingsboom: taallessen voor medewerkers uit andere culturen die het Neder-
Annet Dijksterhuis:
“Als je lol hebt in je werk, straal je dat ook uit naar de cliënt en dat komt de zorg alleen maar ten goede.” lands minder machtig zijn. “Dat is niet handig, zeker als je met dementerenden werkt. De taalklas is zo populair dat we inmiddels zijn begonnen met een tweede klas. We kregen een handgeschreven kaartje van een deelnemer die de training gaaf vond. Dat is natuurlijk wat je graag wilt bereiken door scholing: enthousiaste medewerkers.” Maatwerk zal de komende jaren het sleutelwoord zijn bij het opleiden. Het traditionele, klassikale onderwijs zal steeds meer naar de achtergrond verdwijnen. Kan een training op locatie? Graag! Hebben medewerkers behoefte aan specifieke cursussen? Kom met voorstellen! Kunnen we digitale hulpmiddelen inzetten, zoals apps voor het scholingsprogramma of het onlangs gestarte kennisportaal? Doen! “Vroeger zaten cursisten bedrijfshulpverlening een ochtend in een theorielokaal, nu bieden we de cursus aan op de computer. Na afloop krijgen ze nog wel een toets.”
Samenwerking Samenwerking is een ander sleutelwoord. Met andere zorgorganisaties en andere opleidingsinstituten. Als voorbeeld noemt ze de ziekenhuizen. “Wij zijn heel goed in het bieden van zorg voor ouderen, daar weten ziekenhuizen veel minder van. Maar zij hebben weer veel ervaring met technische handelingen, bijvoorbeeld het aanleggen van een infuus. Je zou zelfs personeel kunnen uitwisselen, dat past helemaal bij het flexibiliseren van de arbeidsmarkt.” Een bijzondere vorm van samenwerking heeft AxionContinu nu al met verpleegkundigen van Defensie. Ieder jaar komen er ongeveer vijf hun vaardigheden opfrissen. “Defensie is een heel andere wereld. Wij zijn wat resultaatgerichter, zij zijn heel doortastend, want ze kunnen in het veld ieder moment met een noodsituatie te maken krijgen. Ik vind het super dat we in de gelegenheid zijn deze manier ervaringen op te doen.
van vis een totaal andere beleving te maken. De FISH!-filosofie was geboren.
FISH! gaat over werken met passie, energie en plezier. Belangrijke pijlers, ook voor AxionContinu. Daarom maakt AxionContinu ook steeds meer gebruik van de FISH!-filosofie. De oorsprong van FISH! komt van een vismarkt in Seattle waar het saai werken was. Op een dag besloten de visverkopers het roer om te gooien en de sleur te doorbreken. Ze gingen spelen met hun producten, met het publiek en met elkaar. Ze maakten plezier en straalden dit ook uit. Door hun eigen houding te veranderen, wisten de medewerkers van het verkopen
“FISH! is makkelijk te begrijpen en toe te passen. Iedereen snapt hoe het werkt,” zegt Soraya Leffers, opleider en gecertificeerd FISH! trainer bij AxionContinu. “Ook is het voor verschillende doeleinden in te zetten. FISH! sluit bijvoorbeeld prima aan als methode om gastvrijheid binnen AxionContinu te verbeteren en van de week wilde iemand het gebruiken om zichzelf meer te profileren. Je valt nou eenmaal beter op wanneer je energie en positiviteit uitstraalt.” Scan de code om een inspirerend filmpje over de vismarkt in Seattle te zien.
Je moet voorkomen dat de blik verkokert. Door veel samen te werken kan de ouderenzorg een uitdagende combinatie van verschillende werelden worden.” AxionContinu in beweging
21
OR De Ondernemingsraad:
“Als mensen begrijpen wat er gebeurt en waarom, is het makkelijker meebewegen.”
Een actieve, meedenkende ondernemingsraad is onontbeerlijk wanneer een organisatie in verandering is. Ook bij AxionContinu neemt de ondernemingsraad die rol op zich.
AxionContinu is van een regio- naar een divisiestructuur overgegaan. Dat betekent een grote verandering voor de organisatie en dus ook voor de medewerkers. Heeft de OR ideeën over het verder vormgeven van deze organisatieverandering? De OR maakt geen beleid, maar bespreekt en bewaakt het. Wij hebben onze overlegstructuur wel aangepast aan de nieuwe divisievorm, zodat we op een zo efficiënt mogelijke manier in overleg met de managers kunnen blijven over zaken die de medewerker op de werkvloer direct aangaan. Wij volgen wat dat betreft de organisatiestructuur. Met alle veranderingen zit de OR gelukkig dicht bij het vuur. We hebben de informatie snel en schakelen voortdurend. Maar letten ook goed op hoe en wanneer de medewerker in al deze processen wordt meegenomen. Als mensen begrijpen wat er gebeurt en waarom, is het makkelijker meebewegen.
Hoe gaat de OR zelf om met de nieuwe divisiestructuur, waar het gaat om de vertegenwoordiging van medewerkers? De ondernemingsraad van AxionContinu heeft dertien leden. Er zijn vier divisiecommissies samengesteld. Elke locatie is met één persoon vertegenwoordigd in een divisiecommissie.
22
Onze toekomst is niet grijs
In deze divisiecommissie zitten één of twee OR-leden. Deze OR-leden zijn de linking pin naar de ondernemingsraad. De divisiecommissies hebben regelmatig overleg met de divisiemanager over aangelegenheden betreffende de eigen divisie.
Er komen meer hoog opgeleide medewerkers, scholing wordt steeds belangrijker. De medewerkers werken meer ‘van zorgen voor naar zorgen dat’. Hoe gaat de OR om met deze veranderingen? Wij begrijpen dat deze veranderingen voor een belangrijk deel het gevolg zijn van de veranderingen in de langdurige zorg. In het algemeen staat de OR daar positief tegenover. Maar wij letten er wel op dat elke medewerker de mogelijkheid krijgt om zich intern om te scholen naar een hoger niveau. Belangrijk hierin is dat de medewerker de opleiding aan kan en dat iedereen die hiervoor in aanmerking komt gelijke kansen krijgt.
Wat is de visie van de OR op de toekomst van AxionContinu? De OR ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet. We weten ook dat we ons zullen moeten blijven aanpassen aan de actuele ontwikkelingen. Dit vraagt om flexibiliteit van iedereen en tijdige betrokkenheid bij deze veranderingen. De OR blijft ervoor waken dat er juist nu voldoende wordt gecommuniceerd met medewerkers en dat de beloftes worden waargemaakt.
Alles draait om mensen
De cliĂŤnt bepaalt. Die blijft graag zo lang mogelijk in zijn eigen omgeving wonen en regelt dat met hulp van familie, buurtgenoten en vrijwilligers. En professionele hulp als het niet anders kan. Dat levert nieuwe bondgenootschappen op, maar ook vragen. Hoe verhouden professionele hulpverleners, mantelzorgers en cliĂŤnten zich tot elkaar?
Op weg naar de toekomst
23
Veranderingen in de thuiszorg
“Eitjes bakken doet de wijkverpleegkundige niet meer” Iedereen weet het: in de thuiszorg moet meer worden gedaan met minder inzet. Dat vraagt een cultuuromslag maar biedt ook kansen, vindt divisiemanager Thuis Henriet Groenendijk. “Inmiddels betrekken we hele buurten bij de zorg. Daardoor ziet de cliënt nu veel meer mensen dan alleen de wijkverpleegkundige.”
“Vroeger stond de wijkverpleegkundige nog wel eens een eitje te bakken voor een cliënt. Heel attent natuurlijk, maar een duur eitje was het wél. Inmiddels realiseren we ons dat het niet handig is om daarvoor een hoogopgeleide verpleegkundige in te zetten.” Tegenwoordig indiceert de wijkverpleegkundige welke zorg iemand nodig heeft en onderzoekt ze wat partner,
kinderen en buren daarin kunnen betekenen. De mantelzorger is daardoor de belangrijkste partner geworden van de wijkverpleegkundige, die zich veel meer toelegt op de complexe zorg waarvoor ze is opgeleid. Het betekent niet dat de wijkverpleegkundige zich verder afzijdig houdt, aldus Henriet. “Alleen zal ze proberen om iemand anders te zoeken die af en toe een eitje komt bakken. Of regelen dat de cliënt naar één van onze restaurants kan komen. Om iemand zo lang mogelijk thuis te laten wonen, moet dus een nieuwe balans worden gevonden tussen formele en informele zorg. Waarbij we alles doen om te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken. Want het is nogal wat om intensief voor een naaste te zorgen, terwijl je ook nog een eigen leven hebt.”
Wijkzorg Ontlasten van de mantelzorger staat hoog in het vaandel bij AxionContinu. Henriet noemt onder andere het Alzheimer Café, de introductie van een mantelzorgmaatje, korting op huishoudelijke hulp en de zogenaamde respijtzorg, om mantelzorgers de kans te geven even tot rust te komen. “Soms nemen mensen zelf het initiatief. Laatst hoorde ik over een meneer wiens vrouw dementeert. De man deed in de hele straat een briefje in de bus met hun verhaal én de vraag of buurtbewoners aan zijn vrouw wilden denken als ze een keer
24
Onze toekomst is niet grijs
Henriet Groenendijk:
“Lukt het niet met de buren, dan kunnen vrijwilligers ook helpen.” boodschappen deden of in de tuin gingen werken; zij deed dat namelijk ook zo graag. Wat denk je, het regende positieve reacties. Nu maakt híj makkelijker een praatje met mensen in de buurt en wordt zíj opgevangen als ze op een onbewaakt ogenblik op stap gaat.” Het verhaal bracht Henriet op het idee om een speciale kaart te gaan ontwikkelen voor mensen, die op een vergelijkbare manier hulp willen vragen in hun buurt. “En lukt het niet met de buren, dan kunnen vrijwilligers mogelijk helpen. Onze vrijwilligerscoördinatoren zijn al lang niet meer alleen gericht op de zorg in de de huizen van AxionContinu. Tegenwoordig zoeken ze vooral vrijwilligers die buiten de woonzorgcentra aan de slag willen.”
Huiskamers De inzet van buurtbewoners en vrijwilligers. De opbouw van een sociaal netwerk. Het kan werken, voor mensen die hulp durven vragen. Tegelijkertijd weet Henriet dat er een grote groep is die ze niet automatisch bereikt. “Als mensen onzeker worden en de rode draad in hun leven kwijtraken, blijven ze vaak liever op hun stoel zitten, zodat er maar niets fout kan gaan. Daar komt denk ik de uitdrukking ‘achter de geraniums’ vandaan. In het kader van de Wmo hebben gemeenten sociale buurtteams opgericht, maar daarmee bereiken we vooral jongere wijkbewoners. Speciaal voor ouderen hebben we daarom het senioren-netwerk SamenHoograven opgezet, waarbij actieve ouderen elkaar opzoeken en bijvoorbeeld samen koffiedrinken in de bibliotheek. Begin 2015 is SamenHoograven uitgegroeid tot Samen in de Stad. In negen Utrechtse wijken worden netwerken voor ouderen opgezet. Met steun van huis-
artsen, welzijnsorganisaties, scholen, bibliotheken en veel andere organisaties en met subsidie van de gemeente.” “Het idee achter Samen in de Stad is dat we ouderen in beeld krijgen én houden, ook als het op een gegeven moment slechter met ze gaat. Vanuit dezelfde gedachte hebben we via huisartsen aan oudere patiënten gevraagd of zij prijs stellen op bezoek van een vrijwilliger van het Rode Kruis of de Zonnebloem. Met die vrijwilliger kunnen ze bespreken waar ze behoefte aan hebben. Zo kunnen we bijvoorbeeld een sociale huiskamer bieden: een inloopplek op verschillende locaties in de stad, waar mensen samenkomen, ook diegenen die niet zo sterk in de samenleving staan. Zoiets als dagopvang, maar net iets lichter.” Ook bij AxionContinu zelf zijn Alles draait om mensen
25
nog altijd dagactiviteiten om thuiswonende ouderen gezelligheid, structuur en veiligheid te bieden. “Maar in plaats van vijf groepen op vier plekken zijn er nu vier groepen die allemaal naar De Bijnkershoek komen. Waarom? Om kosten te besparen vanzelfsprekend!”
Mantelzorgers Henriet kan er nog om lachen. Het is niet allemaal kommer en kwel. Welnee. In plaats van dat deze mensen op de huiskamer van de dagverzorging eten, gaan ze nu met hun eigen groepje lunchen in het restaurant van AxionContinu. Het is een soort uitje geworden. En efficiency is voor divisiemanager evenmin een lelijk woord. “Dan zitten de bezoekers maar even een half uurtje alleen. Dat gebeurt thuis ook en stimuleert de zelfredzaamheid. Bovendien scheelt het geld en doet het niet af aan het succes van de groepen.” Want succes is belangrijk voor de divisiemanager, ondanks alle kortingen. “Dus hebben we de huiskamers met een klein budget opnieuw ingericht, en zelfs een kleine verbouwing bekostigd. Zodat mensen zich echt welkom voelen. Dat geldt trouwens ook voor mantelzorgers, die we graag de gelegenheid bieden om samen met hun partner weer leuke dingen te doen. Dat schiet er weleens bij in door al dat zorgen. Terwijl je nog heel lang samen in een koor zou kunnen zingen, om maar wat te noemen.” Ze benadrukt: “Het is ook aan ons om ervoor te zorgen dat de mantelzorg zo haalbaar mogelijk blijft. Niemand heeft baat bij overbelaste partners of kinderen.”
Henriet Groenendijk:
Creatief De mantelzorger als partner in de zorg betekent een heel andere werkwijze voor de wijkverpleegkundige. Daarom hebben alle wijkverpleegkundigen van AxionContinu een scholing gedaan, ook leerden ze indiceren en gesprekken voeren met de mantelzorger erbij. Even wennen is die nieuwe aanpak
26
nog wel – voor alle partijen. Dat merkt Henriet elke dag weer. “Toch is het een ontwikkeling die past in een wereld waarin zorg een steeds groter deel van ons salaris opslokt en onbetaalbaar dreigt te worden. Dat het anders kan, zie je bijvoorbeeld in Duitsland. Daar ga je naar de Lidl voor een betaalbare rollator. En moet je je huis ‘opeten’ om de zorg te kunnen betalen die je op je oude dag nodig hebt. Ik zeg niet dat het op die manier beter is. Wel denk ik dat de vanzelfsprekendheid van goede en goedkope zorg in Nederland altijd heel groot was.” Maar dat betekent niet dat er straks niks meer kan. “We zullen alleen creatiever moeten zijn. Ik verwacht dat in de toekomst steeds meer ouderen zelfstandig zullen wonen met zorg. Dat kan in de eigen buurt met een sociaal netwerk, maar ook in een wooncentrum met medebewoners. Waar je de receptie ‘s avonds misschien gezamenlijk kunt bemannen. Of een bloemschikavond organiseert waaraan iedereen meebetaalt. Veel zaken die niet meer vanzelfsprekend zijn kun je blijven doen door het anders te regelen. Daar gaan we ons de komende tijd voor inzetten.”
Onze toekomst is niet grijs
“Of een bloemschikavond waar iedereen aan meebetaalt.”
Alles draait om mensen
Van SamenHoograven naar
Samen in de Stad Hoe zorg je dat ouderen daadwerkelijk langer én prettig zelfstandig kunnen blijven wonen in hun eigen wijk? Die vraag heeft AxionContinu zich in 2013 gesteld. Het antwoord is het succesvolle project SamenHoograven. SamenHoograven is een netwerk in de wijk Hoograven dat ervoor zorgt dat ouderen met elkaar in contact komen en aan activiteiten kunnen meedoen. Veertig organisaties hebben zich in deze wijk inmiddels aangesloten, zoals welzijnsorganisaties, bibliotheek, kinderboerderij, basisscholen en het Rode Kruis. Zij zorgen voor een gericht en laagdrempelig aanbod in de wijk. Zo zijn er nu koffieochtenden in de bibliotheek en lezen ouderen voor op een basisschool. Ook gaan senioren bij andere ouderen op bezoek om te vragen wat hun wensen
zijn. Iemand gaf bijvoorbeeld aan behoefte te hebben aan iPad-les. “Het hoeft helemaal niet zo ingewikkeld te zijn of veel tijd te kosten om iets voor elkaar te betekenen,” zegt Ingrid Bulsink, projectleider namens AxionContinu. “Eens een boodschap doen voor iemand of samen koffiedrinken is al fijn.” In samenwerking met U Centraal is het project uitgebreid naar andere wijken in de stad, onder de noemer ‘Samen in de Stad’. De wijken geven hun eigen invulling aan het sociale netwerk. Want iedere wijk is anders.
Ingrid Bulsink:
“Eens een boodschap doen voor iemand of samen koffiedrinken is al fijn.”
Stem van de oudere migrant De inzet van sleutelfiguren die de taal van oudere migranten spreken, blijkt daadwerkelijk effectief om te zorgen dat zij van voorzieningen op het gebied van zorg, wonen en welzijn gebruik maken.
‘De stem’ was een project van het NUZO (Netwerk Utrecht Zorg Ouderen) en het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMC Utrecht).
Het richtte zich onder andere op Marokkaanse migranten in Kanaleneiland. Veel ouderen hebben moeite met de Nederlandse taal en maken daarom niet gemakkelijk van voorzieningen gebruik. Zij weten ook slecht wat er te koop is en vertrouwen op familieleden die deze informatie wellicht wel hebben. Sleutelfiguren zijn belangrijk als tussenpersoon, zodat migrantenouderen voorzieningen weten te vinden. Als ouderen er eenmaal gebruik van maken, zijn zij er enthousiast over en voelen zich minder eenzaam. Wel kost het tijd om hun vertrouwen te winnen en hen over de streep te trekken.
Alles draait om mensen
27
Dat is de belangrijkste conclusie van het project ‘De stem van de oudere migrant’, waar AxionContinu aan heeft meegedaan. Het project is in december 2014 afgerond met een symposium.
Omgaan met dementie
Steeds weer de gordijnen opentrekken Wie hulp nodig heeft, accepteert die pas wanneer de aanbieder vertrouwen inboezemt. Casemanager dementie Hans van Viegen ziet het winnen van het vertrouwen als één van de belangrijkste uitdagingen in zijn werk. Soms betekent dat praten als Brugman met een overbelaste mantelzorger. En dat komt goed uit, want Hans is een echte verhalenverteller. Maar bij iemand die dementeert, schieten woorden makkelijk tekort en kan stilte juist een voorwaarde voor ‘succes’ zijn.
E
en ouder echtpaar woont nog thuis, maar dat loopt niet lekker. Het geheugen van de vrouw begint steeds meer mankementen te vertonen, de dagelijkse routines raken verstoord en het lukt haar man niet meer de leemten in het huishouden op te vangen. Wat moet er gebeuren? Het is een situatie waarin de casemanager uitkomst kan bieden. Hans bezoekt mensen thuis, stelt een zorgdiagnose en coördineert de benodigde vervolgstappen. Dat laatste doet hij in samenspraak met de ‘keten’: alle personen en (zorg)instanties die betrokken zijn bij een cliënt. “AxionContinu heeft vier casemanagers die met een specialist ouderengeneeskunde (verpleeghuisarts) en een psycholoog samen het Mobiel Geriatrisch Team vormen. Ons doel is mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen en de juiste ‘hulptroepen’ in te schakelen als dat niet langer zelfstandig lukt. Mensen waarderen onze expertise, we hebben inmiddels wachtlijsten.”
Delicaat proces Het opgeven van zelfstandigheid en het aanvaarden van de nieuwe werkelijkheid valt vaak niet mee. Hans haalt dan alles uit de kast om cliënten te verleiden de broodnodige zorg toch te accepteren. Een delicaat proces. “Het contact staat voor mij centraal. De zorg is traditioneel vooral actiegericht, maar actie
28
Onze toekomst is niet grijs
komt voor mij pas op de tweede plaats. Ik probeer allereerst iemands vertrouwen te winnen en wanneer het vervolgens lukt contact te krijgen, komt de hulpvraag meestal vanzelf boven tafel.” Hij wordt geraakt door de kwetsbaarheid van dementerenden, maar ook door de krachten die ze nog weten aan te spreken tijdens hun vaak ingewikkelde zoektocht naar een nieuwe balans. “Ik vind hun binnenwereld boeiend, ben nieuwsgierig naar hun drijfveren. Dementerenden hebben aan andere dingen behoefte dan wij. Ze ondergaan een rouwproces waarin stilte, aandacht en nabijheid minstens zo waardevol kunnen zijn als praten.”
De naasten ondergaan eveneens een rouwproces. En wanneer ze ook nog mantelzorger zijn, hebben ze vaak ondersteuning nodig. “Relaties veranderen ingrijpend. Ga er maar aan staan. Ik heb een opleiding geestelijke verzorging gevolgd en daar pluk ik in mijn werk absoluut de vruchten van.” Alleen al zorgvuldig uitleggen wat er met iemand gebeurt die dementeert, zowel aan de zieke als aan de betrokkenen, werkt volgens Hans verhelderend. “Hoe ga je om met een vader die steeds nukkiger wordt? Dan helpt het als je vertelt dat het verlies van waardigheid daarin een rol speelt. Begrip zorgt voor acceptatie en vergroting van iemands draagkracht.”
Uitgeput En wanneer mensen geen hulp willen, ook al is overduidelijk dat ze die wel nodig hebben? Hans vertelt het verhaal van een man die vijf jaar lang zijn dementerende vrouw verzorgde. Hij raakte fysiek en mentaal uitgeput, maar zijn vrouw wilde niet naar de dagverzorging. De man viel van de trap en kon daardoor niet langer zijn vrouw verzorgen, die vervolgens naar een verpleeghuis moest. Hans had de gebeurtenissen voorspeld. “Mensen vinden loslaten moeilijk, ze houden liever vast aan wat bekend is. Als ik mijn uiterste best heb gedaan, kan ik daar vrede mee hebben en dan mag het leven het vervolgens verder regelen.” Het is een verhaal dat zo in de bundel ‘Dag jongen, ben je daar weer?’ had kunnen staan. Het zijn de columns die hij schreef voor ContACt, het magazine van AxionContinu. Hij vindt schrijven leuk en wilde graag illustreren wat iemand die dementeert meemaakt. “Zichtbaar maken is mijn thema, in schrijven en in mijn werk. Dementie is voor veel mensen een taboe, want de ziekte confronteert ons met aftakeling, rouw en het niet-maakbare leven. Daar lopen we liever omheen, maar ik probeer steeds weer de gordijnen open te trekken.”
De Wartburg, band met de kerk Voor het geestelijke welbevinden van bewoners is ruim aandacht bij AxionContinu. Veel cliënten vinden een band met de kerk belangrijk. De Wartburg heeft daar een bijzondere vorm voor en werkt nauw samen met de EvangelischLutherse Gemeente. Dat is fijn want daarmee komt de buitenwereld binnen, vindt Kersten Storch. Zij is dominee en geestelijk verzorger in De Wartburg. De Wartburg is van oorsprong een Luthers huis. Toen het opging in AxionContinu en een ‘neutraal’ woonzorgcentrum werd, zijn afspraken gemaakt over de samenwerking met de Lutherse kerkgemeente in de toekomst. Zo blijven de kerkdiensten een verantwoordelijkheid van de Lutherse Gemeente, AxionContinu stelt de kapel ter beschikking. “Dat is een heel goede samenwerking,” zegt Kersten. “Er zijn elke zondag diensten voor onze bewoners én voor mensen uit de wijk.” Kersten gaat zelf vaak voor. De Lutherse Gemeente regelt ook gastpredikanten. De vieringen zijn oecumenisch, mensen van alle ge-
Alles draait om mensen
zindten zijn welkom. De zondagse dienst is met gemiddeld veertig bezoekers één van de drukstbezochte activiteiten in De Wartburg. Even belangrijk als de dienst vinden mensen het koffiedrinken na afloop, vertelt Kersten. “Daar praten ze na over de dienst, maar hebben het natuurlijk ook gezellig met elkaar. Bewoners met dementie of met lichamelijk problemen, mensen uit de serviceappartementen en wijkbewoners zijn er dan. Daar vinden de echte ontmoetingen plaats. Het zijn kostbare momenten.”
29
Bondgenootschap van cliënten, naasten en medewerkers
Wonen zoals je gewend bent Ook in het verpleeghuis bepaalt de zorg maar een klein deel van de dag. Wat doe je met de rest van de tijd? Hoe zorg je ervoor dat mensen zich thuis voelen? Hetti Willemse van Publicarea onderzocht het een paar jaar geleden voor de toen nieuwe kleinschalige woongroepen in Isselwaerde.
R
ond 2010 was Isselwaerde in IJsselstein nog een klassiek psychogeriatrisch verpleeghuis met grote afdelingen. “Familie was welkom, maar het was minstens zo prima als ze weer naar huis gingen. Dan konden medewerkers weer rustig aan het werk. Het idee dat het ook prettig kan zijn om meer samen te doen met naasten, waardoor het werk zelfs makkelijker wordt, leefde nauwelijks. En toch leert de ervaring dat bondgenootschappen tussen cliënten, naasten en medewerkers heel goed werken,” begint Hetti Willemse haar verhaal.
In gesprek Familie een rol geven in de huiskamers is de gewoonste zaak van de wereld voor Hetti Willemse. Met het project Houd de naaste vast werkt ze in zorglocaties met medewerkers en naasten aan een hogere levenskwaliteit voor cliënten. Tijdens gesprekken met eerst medewerkers, en daarna met naasten en cliënten als dat mogelijk is, komen alle aspecten van wonen in een verpleeghuis aan bod. “Wat er op een dag gebeurt, de maaltijden, de bejegening en het betrekken van naasten. Maar ook in een eerder stadium kan een zorglocatie al een goede band opbouwen. Denk aan de informatie vóór de opname en aan de manier waarop nieuwe bewoners en hun naasten
30
Onze toekomst is niet grijs
worden verwelkomd en wegwijs gemaakt. Zelfs het afscheid en de periode daarna nemen we mee in de gesprekken.”
Meehelpen “Van het gesprek met de medewerkers sturen we een verslag naar de naasten en andersom gebeurt dat ook. Want geheimen zijn er niet voor elkaar. En een klaagmuurtje mag het ook niet worden. De insteek van de gesprekken is: wat betekent thuis voor mij en wat kunnen we doen om dat te realiseren? Als we beide groepen vervolgens bij elkaar brengen, komen daar meestal mooie dingen uit,” vertelt Willemse. Ze denkt
Hetti Willemse:
“Als we beide groepen bij elkaar brengen, komen daar meestal mooie dingen uit.”
daarbij bijvoorbeeld aan het eten in de huiskamer. “Mensen hadden altijd de keuze uit twee gerechten, maar vaak koos iedereen voor hetzelfde. Waardoor er van dat gerecht nooit genoeg was. Resultaat: onbegrip aan tafel. ‘Waarom doen we dat eigenlijk zo?’ bedachten medewerkers zelf. ‘Thuis heb je ook geen keuze’. Daarom eet iedereen nu wat de pot schaft.” Ook hele persoonlijke veranderingen zijn mogelijk. Zo was er een mevrouw, die verwachtte dat haar man elke dag gedoucht zou worden. Toen medewerkers uitlegden waarom dat niet mogelijk was, vroeg ze of ze hem zelf voortaan kon douchen. “Dát bedoel ik met het voor iedereen prettig maken. Het is goed om dat gesprek open aan te gaan.” Dus als familie zich thuis voelt, kan er meer? “Inderdaad, maar dan wel met de talenten en hobby’s die zij zelf meebrengen – niet iedereen is gemaakt voor koffieschenken, om maar wat te noemen. Zo speelt een zoon piano in het grand café als hij bij zijn moeder op bezoek gaat. Een ander komt graag voorlezen, breien of zet zijn miniatuur spoorbaan op. Zo blijft het voor iedereen leuk.”
Verhuizing Wat Willemse betreft was Isselwaerde de ideale omgeving voor Houd de naaste vast. Met Publicarea kwam ze langs toen bewoners net na de verbouwing naar de eerste huiskamer waren verhuisd. “Met die ervaring op zak konden we in gesprek gaan met de huiskamers die het nog voor de boeg hadden. ‘Ik had best willen helpen inpakken’, zei een familielid. ‘Ik had moeder tijdens de verhuizing liever een dagje mee naar huis genomen’, zei een ander. Dat je dus niet alle verantwoordelijkheid uit handen hoeft te nemen, en naasten graag meedoen, is inmiddels bij iedereen tot in de haarvaten doorgedrongen. Het is mooi om te zien hoe medewerkers elkaar daarop aanspreken en hoe familie grenzen aan mogelijkheden respecteert. Dankzij deze bondgenootschappen kunnen cliënten in Isselwaerde leven in hun eigen waarde.”
Alles draait om mensen
31
Jacques en Jaap maken geen geheim van hun relatie
“We voelen ons vrij hier” Jacques van Workum (77) en Jaap Kooistra (75) zijn getrouwd en woonden dertien jaar samen in de Utrechtse wijk Lombok, totdat Jaap bijna vier jaar geleden werd opgenomen in De Componist. Daar maken ze geen geheim van hun liefde voor elkaar. “Als ik Jaap bezoek, dan kussen we elkaar altijd op de mond,” zegt Jacques. “Ook als hij in de huiskamer zit. Ze wennen er maar aan, denk ik altijd. Gelukkig reageert iedereen goed op ons, zeker het personeel. Eén keer maakte de echtgenoot van een bewoonster een vervelende opmerking, maar hij werd toen meteen gecorrigeerd door een medewerker. En er woont een mevrouw in de groep die er ook niet goed tegen kan. Maar een andere bewoonster vindt het juist heel mooi dat we een stel zijn. Zij heeft een kleinzoon die homo is.”
32
Onze toekomst is niet grijs
Jacques en Jaap zingen allebei in het Alzheimerkoor van Koningsbruggen, waar ze niet aarzelen een hand op elkaars knie te leggen. “Ik ben nog een beetje geremd, maar Jaap niet. Een koorlid zei ooit tegen ons: ‘De liefde straalt ervan af!’ En zo is het. We voelen ons vrij bij AxionContinu, hebben het goed samen. Het beleid is heel ruim. Het onderwerp ‘roze ouderen’ is de afgelopen jaren duidelijk bespreekbaar gemaakt binnen de organisatie. Dat er nu in alle panden een Roze Loper hangt, vind ik fantastisch, al moet je soms wel even zoeken naar dat bordje. Het liefst zou ik zien dat je er overal recht tegenaan zou lopen.”
oneel als hij denkt aan de homo’s en lesbiennes die niet voor hun geaardheid durven uit te komen. “Dan hebben ze bijvoorbeeld een mooie foto van hun geliefde op hun nachtkastje staan en zeggen ze dat het hun neef is. Dat maakt me echt verdrietig. Het is toch verschrikkelijk als mensen niet zichzelf durven te zijn en een dubbelleven leiden.”
Honderd Uitgaande van een gemiddelde van vijf procent zouden er bij AxionContinu zo’n honderd homoseksuele bewoners moeten zijn. Maar lang niet allemaal durven ze uit de kast te komen. Aan de ene kant begrijpt hij dat best. “Als je bang bent voor afwijzende reacties, of voor één persoon die de sfeer op een afdeling bepaalt, dan is dat gewoon moeilijk. Daarom is het zo belangrijk dat medewerkers duidelijk optreden als iemand iets vervelends zegt. Maar ook dat roze ouderen er zélf voor knokken. Zelf zou ik bijvoorbeeld nooit in een aparte woongroep voor homo’s gaan wonen. Dat wereldje zou ik te besloten vinden. Homo’s en lesbiennes horen er gewoon bij in de samenleving. Dus ook in een woongroep voor dementerende ouderen. De hele sfeer zou zo moeten zijn dat mensen er vrij voor durven uitkomen.” Jacques van Workum:
Dubbelleven Jacques, die al jaren actief is in de Werkgroep Roze Ouderen bij AxionContinu, wordt emoti-
“Ze wennen er maar aan, denk ik altijd.”
Roze Loper voor (roze) tolerantie Alle woonzorgcentra van AxionContinu hebben de Roze Loper, een kwaliteitskeurmerk voor (roze) tolerantie. Het betekent dat homoseksuele mannen en lesbische vrouwen veilig en prettig bij ons kunnen wonen. Ook de thuiszorg heeft de Roze Loper.
locaties volgden later. Tijdens de landelijke Roze Zaterdag op 29 juni 2013, die in Utrecht werd gehouden, zijn de Roze Lopers voor alle woonzorgcentra officieel uitgereikt op een podium op het Domplein. De thuiszorg kreeg de Roze Loper in 2014.
De acceptatie van homoseksualiteit is een actueel thema binnen de ouderenzorg. AxionContinu wil dat iedereen binnen de organisatie zichzelf kan zijn, ongeacht afkomst, geloof, seksuele geaardheid en dergelijke. Locatie Tolsteeg kreeg in 2009 als eerste de Roze Loper van het COC, een erkenning voor het feit dat Tolsteeg tolerant is op het gebied van seksuele diversiteit. De andere
Tolerantie heeft niet alleen betrekking op de mensen die wonen bij AxionContinu. Ook homoseksuele en lesbische medewerkers moeten kunnen zijn wie zij zijn. Het betekent dat medewerkers elkaar met respect bejegenen. En mocht het gebeuren dat bewoners aangeven moeite te hebben met de geaardheid van medewerkers die hen verzorgen, dan wordt het gesprek aangegaan.
Alles draait om mensen
Kennisreeks zelfs de grens over Kennis en ervaring die AxionContinu heeft op het gebied van wonen, zorg en revalidatie wordt sinds 2013 gedeeld in de Kennisreeks. Het gaat om onderwerpen die voor AxionContinu belangrijk zijn. De boekjes worden samen met de medewerkers gemaakt. De deskundigheid over een thema is altijd aanwezig in alle lagen van de organisatie, in verschillende locaties. Het eerste deel, ‘Roze ouderen, over een homovriendelijk beleid’,
verscheen in februari 2013. Dit boekje werd zelfs over de landsgrenzen gelezen, zoals in België. Er kwam een delegatie uit het Duitse Frankfurt op bezoek om over het roze beleid van AxionContinu te praten. Daarna verschenen: ‘Dementie, een wereld op zich’ (september 2013), ‘Kleurrijke zorg, intercultureel wonen en werken’ (maart 2014), ‘Mantelzorg, partners in zorg’ (oktober 2014) en ‘Revalidatie, samen werken aan herstel’ (mei 2015).
Alles draait om mensen
33
De toverwoorden volgens de Cliëntenraad:
Respect en communicatie Alles draait om mensen en de cliënt staat voorop. De cliëntenraad is daarom een belangrijk adviesorgaan binnen AxionContinu. Aan de hand van een aantal stellingen vertelt de cliëntenraad waar zij voor staat.
Naar aanleiding van alle landelijke veranderingen in de zorg is AxionContinu naar een divisiestructuur gegaan die zich op drie doelgroepen richt. Wat vindt de cliëntenraad van die ontwikkeling vanuit het perspectief van de cliënt? De divisiestructuur is vooral ontstaan als reactie op de verandering in de ‘geldstromen’ die naar zorgverleners toevloeien. Is de cliënt hierbij gebaat? Allereerst bestaat dé cliënt natuurlijk niet. Het antwoord is dus erg divers, al bestaat er wel onderscheid tussen groepen cliënten. Door de concentratie van de revalidatie kunnen revalidanten meer intensief behandeld en verzorgd worden en zo sneller tot resultaat komen. Dit is een win-win situatie voor zowel de cliënt, als de betalende instantie. Wanneer de revalidatiebehandeling niet tot het gewenste resultaat leidt, moet er andersoortige zorg voor in de plaats komen. Ook voor zorg in de verpleeghuizen kan de divisiestructuur een voordeel zijn. Voorwaarde is wel, dat er voldoende aandacht is voor mensen die zware lichamelijke zorg behoeven en niet alleen voor een ‘centre d’excellence’ voor revalidatie. In de verpleeghuizen moet excellente langdurige zorg geleverd worden. Deze cliënten mogen niet tussen wal en schip vallen.
34
Onze toekomst is niet grijs
Het streven is nog steeds ‘de juiste zorg op de juiste plaats’. Bij de transitie van AxionContinu is vooral van deze groep veel aanpassing en acceptatie gevraagd. De divisie Thuis (thuiszorg en zelfstandig wonen) is bij AxionContinu nog in ontwikkeling. Hoe dit gaat uitpakken, is nog onzeker. Maar het kan zeker voordelen hebben voor cliënten die niet meer in een woonzorgcentrum kunnen of mogen wonen.
Ouderen moeten langer thuis blijven wonen, meer de eigen regie nemen en gebruik maken van hun eigen netwerk. Wat vindt de cliëntenraad van die ontwikkeling en hoe zou AxionContinu naar uw mening hier het beste ondersteuning aan kunnen geven? Deze vraag sluit eigenlijk aan bij de vorige. Dit streven heeft een kostenbesparende achtergrond, opgelegd door de politiek en de verzekeraars. Maar veel ouderen hebben zo’n netwerk niet of niet meer. AxionContinu kan deze mensen helpen door te zorgen voor een effectieve divisie Thuis met goed opgeleide en gemotiveerde zorgmedewerkers. Medewerkers met oog en respect voor de mening en mogelijkheden van de cliënt. Hierbij is goede communicatie met zorg- en welzijnsorganisaties in de wijk noodzakelijk. Op deze punten moet AxionContinu zich in de toekomst richten.
De generatie die nu met pensioen gaat, is veel mondiger en gewend om zaken ter discussie te stellen dan de vooroorlogse generatie, die niet zo gewend is om eisen te stellen. Dat past ook goed bij meer eigen regie. Ouderenzorgorganisaties zullen nog meer moeten inspelen op de wensen en de behoeften van cliënten. Maar die generatie zal ook zelf met oplossingen en ideeën moeten komen. Hoe kan AxionContinu het beste inspelen op de ‘nieuwe’ generatie ouderen die eraan zit te komen? De generatie die nu met pensioen gaat, is van rond 1950. Zij zijn gewend geraakt aan een individualistische, soms zelfs egoïstische, benadering van allerlei zaken. Nu moet er opeens gemeenschapszin en participatie komen. Dit veronderstelt een mentaliteitsomslag, die alleen tot stand kan komen door een goede communicatie in wederzijds respect tussen zorgverleners en zorgbehoevenden. Zorgvragers zullen kenbaar moeten maken wat zij verwachten. Zorgverleners geven aan wat mogelijk is en wat niet. De toverwoorden liggen er: respect en communicatie. En ook: Zeg wat je doet en doe wat je zegt.
Cliëntenraad:
“Zeg wat je doet en doe wat je zegt.”
Voor ouderenzorgorganisaties is het soms balanceren tussen ingaan op de individuele wensen en behoeften van bewoners en risico’s die kunnen plaatsvinden. Hoe moet AxionContinu met dit dilemma omgaan? Mantelzorgers worden steeds meer betrokken als het gaat om de zorg en welzijn van de bewoners. Sommige zorgorganisaties stellen zelfs een aantal uren mantelzorg per week verplicht. Hoe ver moet de betrokkenheid van mantelzorgers gaan? Uitgangspunt moet zijn en blijven dat mantelzorg uitsluitend vrijwillig is; dwingend opleggen kan niet. De betrokkenheid van mantelzorgers is een individuele zaak, afhankelijk van ieders persoonlijke instelling. Voor de één weegt de morele verantwoordelijkheid zwaarder dan voor de ander. De vraag wie waar voor zorgt en waar de uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt, moet beantwoord worden in een gezamenlijk overleg. Voorwaarde is wel dat professionals goed zijn opgeleid en ook met een goede werkinstelling werken. Zorg is niet alleen maar een baantje. Dus wij pleiten ervoor om bij de opleiding ook blijvend aandacht aan mentaliteitsvorming te geven!
Ook hier moet het uitgangspunt zijn dat de autonomie van de cliënt voorop staat. Dat kan als consequentie hebben dat het ingaat tegen wat je ‘gezond verstand’ zou kunnen noemen. Het risico dat er iets mis gaat, of dat er soms vervelende situaties ontstaan (bijvoorbeeld dat er urine langs de enkels loopt) moet je dan op de koop toe nemen. Als de omgeving zich dat ook bewust is en er oog voor heeft, is de kans op risico op nare en onaangename situaties waarschijnlijk minimaal. Nogmaals, respect voor de gevoelens en verlangens van cliënten moet voorop staan. Het is een zich telkens herhalend afweegproces, met ‘autonomie’ als uitgangspunt.
Alles draait om mensen
35
Revalideren in Zorghotel De Wartburg Mevrouw Teegelbecker (80) herstelt van een heupoperatie. Het is de tweede keer dat ze die moest ondergaan. Over de vorige revalidatie in haar woonplaats Woerden was ze niet tevreden. “Iemand wees me op Zorghotel De Wartburg en hier is alles perfect. Dat meen ik echt.
36
Onze toekomst is niet grijs
De medewerkers zijn vriendelijk en professioneel, het eten is uitstekend, het gebouw sfeervol en de kamers ruim.” Vanochtend was de lift defect, zodat ze haar rollator op de begane grond moest laten staan en de trap moest nemen naar de eerste verdieping. “Dat is dan een minpuntje, maar gelukkig had ik net geleerd hoe ik nu trap moet lopen. Altijd eerst het goede been.” Zo werd het een goede oefening. “Alles staat in het teken van herstel.” Volgende week gaat ze naar huis, dan is ze hier volgens plan drie weken geweest.
Haar streven is dat ze weer kan fietsen, hoewel ze problemen met haar heup kreeg na een val met de elektrische fiets. “Die zijn veel zwaarder dan je denkt.” Ze weet zich gelukkig omringd door kinderen en kleinkinderen. “Gisteren kwam mijn zoon langs met zijn gezin om hun vakantieverhalen te vertellen. Ze waren naar een ver land geweest, ik ben even vergeten waarheen. We hebben gezellig in het restaurant gegeten. Je merkt dat het voor familie en vrienden geen straf is me hier op te zoeken.”
De Kracht van kunst
Tientallen kunstprojecten kwamen afgelopen jaren van de grond bij AxionContinu: van appeltaartconcerten tot museumbezoek, van rijdend atelier tot het muziekproject Mind the Music. Kunst verrijkt het dagelijks leven. En vaak heeft kunst een helende werking voor mensen in een moeilijke fase van hun leven.
Op weg naar de toekomst
37
Het Rijdend Atelier
Het belang van kunst
Bewoners van verschillende locaties kunnen onder professionele begeleiding aan de slag met het maken van een kunstwerk dat hun persoonlijke verhaal vertelt. Daarvoor is een mobiel atelier beschikbaar. De eerste workshop van Het Rijdend Atelier was ‘Moderne kunst; dat kan mijn kleinkind ook!’. De schilderijen waren in februari 2013 te zien in het Utrechtse stadhuis. De burgemeester opende de tentoonstelling.
voor ouderen
Even een museumpje pikken of naar een mooi concert gaan? Het lijkt zo vanzelfsprekend, maar voor veel ouderen met psychische of lichamelijke klachten zijn zulke uitstapjes onhaalbaar. Daardoor missen ze een belangrijke verrijking van hun dagelijkse leven, vindt Joyce Vlaming, projectleider kunst & cultuur bij AxionContinu.
38
Onze toekomst is niet grijs
H
et belang van kunst voor ouderen? Joyce, zelf beeldend kunstenaar, hoeft er geen seconde over na te denken. “Via kunst schenk je aandacht aan de mens achter de ‘patiënt’. Iemand die bijvoorbeeld een schilderij maakt, komt weer in contact met zichzelf, kan weer even zijn wie hij of zij was.” Tientallen kunstprojecten kwamen afgelopen jaren van de grond bij AxionContinu: van appel-
taartconcerten tot museumbezoek, van Rijdend Atelier tot het muziekproject Mind the Music. “Daar zijn we net mee begonnen. Conservatoriumstudenten van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht maken muziek met thuiswonende ouderen die (licht) dementeren. Niet per se om hen nog iets te leren, maar vooral om samen te genieten van wat nog wél kan.”
Foto: Ramond Mosterd
Community Compositie Voor bijzondere muziekprojecten werkt AxionContinu nauw samen met de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU). In het project Community Compositie maken studenten een lied speciaal voor een bewoner, waar zij een aantal gesprekken mee hebben gevoerd om elkaar te leren kennen. In het eigen appartement krijgt de bewoner een privéconcert, waar het lied wordt gezongen.
Diversiteit Diversiteit in het aanbod vindt Joyce belangrijk. Er is natuurlijk niks mis met een bingomiddag of meezingers van Frans Bauer, maar waarom zou je niet ook het Nederlands Philharmonisch Orkest in huis halen of cliënten na een workshop moderne kunst zelf aan de slag laten gaan? “Het eindresultaat is niet het belangrijkste. Het gaat er vooral om dat mensen creatief en intuïtief
bezig zijn en ervan genieten dat ze iets maken. Na afloop zie je hen vaak versteld staan van hun eigen kunnen en trots zijn. Eigenlijk zijn deelnemers aan onze projecten altijd enthousiast, dat is prachtig om te zien.” Ze is overtuigd van de helende werking van kunst. Die is extra waardevol voor mensen die in een moeilijke fase van hun leven zitten. “Het kan heel confronterend zijn wanneer je beseft dat
Joyce Vlaming:
“Na afloop zie je hen vaak versteld staan van hun eigen kunnen.”
De kracht van kunst
39
Alle tijd
Jeugdherinneringen van bewoners van De Bijnkershoek waren voor Alle tijd verwerkt in een toneelstuk, waarin een bewoner ook de hoofdrol speelde.
je nooit meer zult vertrekken uit één van onze locaties. Kunst biedt een uitlaatklep, troost en zingeving.” Ook op sociaal gebied kan kunst wat toevoegen. Zo biedt de klassieke muziekvereniging of fotografievereniging tegelijk een mooie gelegenheid om gelijkgestemden te ontmoeten. “Het gaat erom dat mensen zich prettig voelen. Alleen al het smaakvol inrichten van een ruimte kan
40
Onze toekomst is niet grijs
ervoor zorgen dat je dat bereikt. Een kleurrijke omgeving geeft positieve energie of biedt juist een rustpunt.”
Mondiger ouderen Langzaam, heel langzaam ontdekken zorgorganisaties het belang van kunst en cultuur in hun beleid. maar de projectleiders kunst & cultuur zijn nog steeds op de vingers van één hand te tellen.
Kunst als iets ‘voor erbij’ is een diepgeworteld idee. Joyce hoopt dat daar verandering in komt. “Ouderen worden mondiger en stellen steeds hogere eisen. Wij moeten daar op inspelen en ons aanbod absoluut blijven variëren.” Roepen is één, waarmaken is twee. Voor een goed aanbod heb je voldoende middelen én netwerken nodig. Ze wil de komende jaren veel energie steken in samenwerking met externe
Atelier 13 hoog
De bovenste etage in ’t Huis aan de Vecht is omgebouwd tot atelier. Hier kunnen cliënten schilderen, boetseren, of bijvoorbeeld hout bewerken. Binnen AxionContinu was behoefte aan een permanente ruimte waar mensen onder professionele begeleiding en in alle rust en vrijheid aan de slag kunnen. In het atelier komt veel daglicht binnen. En het uitzicht is ook nog eens fantastisch.
Belicht
Het kunstwerk ‘Belicht’ in De Drie Ringen is gebaseerd op levensverhalen van bewoners. Kunstenaar Marieke Meijer maakte tekeningen aan de hand van gesprekken en oude foto’s die mensen meebrachten naar open ateliersessies. ‘Belicht’ bestaat uit lichtbakken met pentekeningen van herkenbare taferelen van vroeger.
partners, zowel kunstenaars als mogelijke geldschieters. “Ideaal gezien bestaat de financiering van een kunstproject voor circa tachtig procent uit subsidiegeld, het is daarom van belang de contacten met fondsen goed te houden.” Inhoudelijk hoopt ze met nieuwe projecten nog meer aan te sluiten bij de culturele agenda van de stad, zoals dat al gebeurde bij de Vrede van Utrecht en de Tour de France.
Atelier Het kakelverse kunstatelier op de dertiende etage van ‘t Huis aan de Vecht biedt volop mogelijkheden voor een nauwere samenwerking met kunstenaars. “Het was een productiekeuken die we met minimale ingrepen hebben omgebouwd tot een ruimte waar we workshops voor onze cliënten kunnen organiseren. We zijn heel trots op de totstandkoming en inmiddels zijn we
bezig met het uitnodigen van kunstenaars om mee samen te werken.” Doelen genoeg. Bij de realisering zet ze voortdurend het belang van de cliënten voorop. “Ik ben kunstenaar én ik heb ervaring in het werken met dementerende ouderen. Daardoor kan ik een brug slaan tussen twee werelden en dat vind ik heel tof.”
De kracht van kunst
41
Appeltaartconcerten Musici van het Nederlands Philharmonisch Orkest gaan geregeld ‘op tournee’ bij AxionContinu. In locaties geven zij ‘appeltaartconcerten’ voor bewoners én mensen uit de buurt. In de pauze of na afloop is er koffie met appeltaart. In de zomer van 2014 zijn er ook ‘ijsconcerten’ gegeven. Daarbij werd niet op appeltaart, maar op Italiaans ijs getrakteerd.
42
Onze toekomst is niet grijs
Midden in de samenleving
Ouderen staan midden in de samenleving. Organisaties voor ouderenzorg gaan op zoek naar nieuwe zorgconcepten en samenwerkingsverbanden. Met ziekenhuizen bestaan afspraken over vervolgtrajecten voor revalidatie. Met gemeenten wordt gewerkt aan versteviging van sociale netwerken. Er zijn tal van activiteiten om bewoners van zorglocaties bij hun omgeving te betrekken.
Op weg naar de toekomst
43
Samenwerken samen in COPD-keten
Van benauwdheid naar een prettiger leven AxionContinu werkt nauw samen met het St. Antonius Ziekenhuis in diverse ketenprogramma’s rondom Dementie, CVA en COPD. In het COPD ketenprogramma worden (oudere) mensen met ernstig COPD weerbaarder gemaakt, zodat ze minder vaak een terugval hebben. Een tweegesprek met Hans van der Zeijden, longarts in het St. Antonius Ziekenhuis en Jisca Vrancken, specialist ouderengeneeskunde van AxionContinu.
H
ans van der Zeijden: “COPD is een invaliderende aandoening. Je wordt niet meer beter. En als je het in ernstige vorm hebt, is de kans groot dat je drie of vier keer per jaar in het ziekenhuis moet worden opgenomen bij een aanval van zware benauwdheid. De opname duurt meestal een week tot tien dagen, waarbij we de patiënt allereerst door de acute fase heen helpen met zuurstof en extra longmedicatie. In die eerste fase proberen we ook de stress en angst die bij zo’n acute longaanval hoort te bestrijden. Het is zaak de patiënt geleidelijk weer in balans te krijgen en een nieuwe afstemming te zoeken in de dagelijkse medicatie. Maar iemand met ernstig COPD heeft vaak te kampen met gewichts- en conditieverlies, afnemende spierkracht en psychische problemen. Als mensen in het ziekenhuis onvoldoende herstellen om weer naar huis te kunnen, vraag je je af wat je kunt doen om ze een zo goed mogelijk leven te laten leiden. Dan is fysiotherapie in de thuissetting en extra inhalatiemedicatie vaak niet genoeg. Zeker niet bij een oudere, kwetsbare patiënt die met meer aandoeningen te maken heeft.” Jisca Vrancken: “De samenwerking die we zo’n tien jaar geleden zijn aangegaan voor revalidatie van COPD-patiënten, blijkt heel goed te werken. Onderzoek toonde aan dat mensen die na ontslag uit het ziekenhuis bij ons revalideerden,
44
Onze toekomst is niet grijs
COPD aanmerkelijk minder vaak een terugval hadden in het jaar na opname en daardoor minder vaak weer in het ziekenhuis werden opgenomen met acute benauwdheid.”
COPD is de verzamelnaam van chronische aandoeningen aan longen en luchtwegen. Het is een ontstekingsreactie op schadelijke stoffen zoals sigarettenrook. Er is sprake van hoesten, slijm opgeven, kortademigheid en verlies van conditie en spiermassa. Vaak gaan deze klachten gepaard met gevoelens van angst en somberheid. Naast de ontstekingsreactie van de luchtwegen komen hart- en vaatziekten zeer frequent voor.
Vertrouwen De samenwerking tussen de longafdeling van het St. Antonius Ziekenhuis en AxionContinu begon in 2004 min of meer bij toeval. Van der Zeijden: “Onze locatie op Kanaleneiland in Utrecht, die inmiddels is gesloten, lag pal naast het woonzorgcentrum Voorhoeve, De fysiotherapeuten van het ziekenhuis werkten ook in Voorhoeve, dus er lagen al contacten. Jisca was net begonnen als enthousiast specialist ouderengeneeskunde en we zagen beiden mogelijkheden om hier iets in te doen.” Vrancken: “We begonnen heel kleinschalig, met drie plekken. De eerste patiënt, dat weet ik nog, was een broodmagere man die moest aansterken. Langzaam hebben we de samenwerking uitgebouwd, inmiddels hebben we op onze nieuwe locatie De Parkgraaf een longrevalidatieafdeling met dertig plaatsen.” Van der Zeijden: “Vanaf het begin hebben we heel veel energie gestoken in scholing en cursussen. COPD is complex vanwege de multiproblematiek. We lieten verzorgenden van Voorhoeve dagdelen meelopen in het ziekenhuis en andersom kwamen onze verpleegkundigen bij Voorhoeve over de vloer. Dat gaf niet alleen het inzicht in elkaars bezigheden, het vergrootte ook het onderlinge vertrouwen.”
Jisca Vancken:
“Het helpt dat mensen in een groep kunnen revalideren.”
Vrancken: “Dat geldt zeker voor de artsen. We hebben vaak overleg. Als ik Hans bel met een vraag of een verzoek dan weet hij dat hij me serieus kan nemen. Laatst was er een vrouw op onze afdeling van wie ik vermoedde dat het niet goed zat. ‘Hoezo niet goed?’ vroeg hij. Maar hij vertrouwde op mijn intuïtie en bij onderzoek bleek er inderdaad wat aan de hand te zijn en werd ze opnieuw opgenomen in het ziekenhuis.”
Leefstijl Van der Zeijden: “In het ziekenhuis kunnen we mensen heel goed helpen bij het bestrijden van hun acute benauwdheid. De grootste opgave waar mensen met ernstig COPD voor staan, is dat ze hun leven zo vormgeven dat ze zich niet overmatig inspannen of druk maken. Ze moeten voorkomen dat hun accu voortdurend zo leeg raakt dat ze bij een terugval door de ondergrens zakken. Als je hen mentaal en fysiek op een hoger niveau kunt brengen, voorkom je dat. Vaak moeten ze op een andere manier gaan denken en hun gedrag aanpassen. In het ziekenhuis zijn we daar niet zo goed op ingesteld. We zijn er ook te duur voor.”
Midden in de samenleving
45
Vrancken: “Wij zijn goed in het aanleren van een nieuwe leefstijl. Daarbij helpt het dat mensen hier in een groep kunnen revalideren, want daardoor ontstaat interactie. Ze monteren elkaar op als ze in de put zitten en ze corrigeren elkaar als ze te veel willen doen. Verder maken wij de mensen toch al gauw zo’n zes weken of meer mee, waardoor je meer te weten komt over hun persoonlijkheid en thuissituatie. Je kunt uitleg geven over de ziekte, zodat ze symptomen beter leren herkennen. Ze zijn zeer gebaat bij een multidisciplinaire aanpak. Als ze worstelen met hun conditie of voeding, als ze thuis zaken moeten laten aanpassen of familie of andere mantelzorgers moeten inschakelen, hebben wij de expertise in huis. Vaak hebben ze naast coaching ook psychische begeleiding nodig, want onderschat het rouwproces niet waarin mensen kunnen belanden als ze inzien dat ze sommige favoriete bezigheden nooit meer zullen kunnen doen.”
Van der Zeijden: “Als je mensen met ernstig COPD vanuit het ziekenhuis meteen naar huis zou sturen, komt dat allemaal op het bordje van mantelzorgers en huisarts te liggen. Deze begeleiding is zo veelomvattend dat een huisarts dat in onze ogen lastig kan organiseren. Daar moet je echt een multidisciplinair team op kunnen inzetten met een fysiotherapeut, ergotherapeut, longverpleegkundige, diëtist en psycholoog.” Vrancken: “We verkennen nu de mogelijkheden om een deel van de longrevalidatie poliklinisch uit te voeren. We zijn voortdurend gespitst op hoe we de zorg beter kunnen maken. Zo ontbreekt in het nazorgtraject bijvoorbeeld nog een casemanager met goede kennis van zaken. Maar het ontwikkelen van een dergelijke samenwerking kost veel tijd en die is er helaas niet altijd. Dat maakt onze spontaan tot stand gekomen samenwerking extra bijzonder.”
Hans van der Zeijden:
“Als je mensen met ernstige COPD meteen naar huis zou sturen komt dat allemaal op het bordje van de mantelzorgers en de huisarts te liggen.”
46
Onze toekomst is niet grijs
Midden in de samenleving
Zorg in samenhang
in een nieuw zorgconcept AxionContinu werkt met diverse andere zorgaanbieders ook samen aan nieuwe zorgconcepten. Voor het gebouw naast het Centraal Bureau, waar vroeger het reactiveringscentrum Albert van Koningsbruggen zat en waar nu buitenlandse studenten wonen, wordt een nieuw integraal zorgconcept ontwikkeld, bestaande uit een combinatie van een zorghotel, serviceappartementen en een
gezondheidscentrum met een polikliniek. Het concept wordt samen met de andere deelnemende partijen uitgewerkt. De bedoeling is dat het gezondheidscentrum basiszorg biedt aan een ieder die dat nodig heeft, maar ook specialistische multidisciplinaire zorg en behandeling op het gebied van COPD, CVA, orthopedie, oncologie
en hartfalen. Hiervoor worden programma’s ontwikkeld, zodat een samenhangend integraal zorgaanbod ontstaat en patiënten bijvoorbeeld in één ochtend onderzoeken, consulten en therapie kan worden aangeboden. Ook kan voor bepaalde doelgroepen een multidisciplinair spreekuur tot de mogelijkheden behoren. Zorg in samenhang dus. Het zorgaanbod in het centrum is Midden in de samenleving
gericht op de persoonlijke, unieke vraag van de cliënt. Volgens AxionContinu beantwoordt het centrum aan een behoefte aan toegankelijke specialistische eerstelijnszorg, zeker nu mensen met chronische aandoeningen langer thuis moeten blijven wonen.
47
Vrijdag museumdag Al een aantal jaren kunnen ouderen uit de Utrechtse woonzorgcentra kosteloos een bezoek brengen aan de Utrechtse musea.
Midden in de samenleving
AxionContinu fietst mee met Tour de France De groots gevierde start van de Tour de France in Utrecht laat AxionContinu niet onberoerd. Bewoners van de woonzorgcentra van AxionContinu vormen op duofietsen, rolstoelen en scootmobiels de staart van de optocht van de Caravane d’Utrecht - een cultureel alternatief op de commerciële karavaan die voorafgaat aan de echte tourstart.
Onze toekomst is niet grijs
den, onder andere met het Universiteitsmuseum, de Domtoren, het Spoorwegmuseum, het Centraal Museum en Museum Speelklok. Het museumprogramma is een groot succes. Er worden veel mensen bereikt die normaal gesproken niet meer zo vaak de musea kunnen bezoeken.
Foto: Paul Voorthuis/Highzone fotografie
48
Maar ook in de honderd dagen vóór de tourstart vinden er binnen AxionContinu allerlei activiteiten plaats die een link hebben met de wielerronde. Zo is er een project waarin Utrechters worden geportretteerd met hun fiets en kunnen bewoners die het leuk vinden om een deel van het parcours te rijden, meedoen met een fietstocht langs de route, waarbij oud-profwielrenner Bart Voskamp het startschot geeft. Verder is De Bijnkershoek eenmalig omgedoopt tot ‘Bikershoek’ met een heuse ‘bike repair shop’ en - zoals elk jaar - kunnen bewoners in de diverse locaties van AxionContinu op een hometrainer het ware tourgevoel meebeleven tijdens de touretappes.
AxionContinu is initiatiefnemer van dit succesvolle programma en werkt hiervoor samen met de Van Baarenstichting en de Utrechtse musea. Een keer in de twee weken kunnen de ouderen zich inschrijven op de steeds wisselende museumbezoeken. Het vervoer is geregeld, een rondleiding wordt verzorgd en het uitje wordt afgesloten met koffie en gebak. De bewoners krijgen een afwisselend programma aangebo-
Marhaban Voor Marokkaanse vrouwen heeft AxionContinu al meer dan tien jaar de Marhaban. In deze dagopvang, die is gevestigd in Kanaleneiland, komen zij een aantal dagen per week samen. Er bleek behoefte aan een intensieve opvang voor oudere vrouwen van Marokkaanse afkomst. Zij hebben vaak lichamelijke- en psychische problemen, komen nauwelijks de deur uit en vereenzamen. Marhaban, dat ‘welkom’ betekent, biedt de vrouwen een dagstructuur. Ook wordt bijvoorbeeld gekeken of zij hun medicijnen goed innemen
en of ze hulp nodig hebben bij het oplossen van problemen. Maar vooral vinden de vrouwen het prettig elkaar te ontmoeten. De warme maaltijd die zij samen gebruiken, is daarbij belangrijk. Het eten wordt in de Marhaban gekookt en vrouwen worden uitgenodigd mee te helpen de maaltijd te bereiden. Ook wordt er geregeld voorlichting gegeven over allerhande onderwerpen. Medewerkers onderhouden nauwe contacten met de mantelzorgers. Sinds een jaar of twee kunnen ook Turkse vrouwen een aantal dagdelen per week hier terecht .
Halal Met de komst van steeds meer bewoners met een islamitische achtergrond biedt AxionContinu ook halalmenu’s. Deze maaltijden zijn bereid met producten die voldoen aan de voorschriften van de Koran. Er is een leverancier die én halalgecertificeerd is én een certificaat heeft voor hygiënisch werken. In overleg met allochtone bewoners staan nu onder meer djaza tajine met couscous, kofta khodra en kip masala met kouseband op het menu.
Midden in de samenleving
49
De gemeente Utrecht is vol vertrouwen
Zoeken naar een
nieuwe (zorg)balans
De zorg staat sinds 1 januari 2015 op zijn kop. Gemeenten hebben er veel taken bij gekregen en dat heeft nogal wat gevolgen voor (oudere) inwoners. Wat vanzelfsprekend leek, is dat niet meer. Utrecht zoekt in een snelkookpan vol ontwikkelingen naar een nieuwe balans. Een uitdaging, vindt senior beleidsmedewerker Marianne van Dijk van de gemeentelijke afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Marianne van Dijk:
O
uderen die dicht bij huis gemakkelijk terecht kunnen voor alle voorzieningen die ze nodig hebben en zo langer zelfstandig blijven. Het idee is minder nieuw dan we mogelijk geneigd zijn te denken, weet de beleidsmedewerker. Al in 2001 startte Utrecht met Wonen, Welzijn, en Zorg, waarin gemeente én maatschappelijke partners in de wijken zich voor dat idee sterk maakten. “De insteek was niet alleen sociaal, maar ook fysiek: bouwen in samenhang met de benodigde voorzieningen en toegankelijke routes. Die oude thema’s keren terug, dat vind ik interessant om te zien. Je kunt ervan leren, we proberen dingen steeds beter te doen.” Maar de omslag van AWBZ naar de Wlz, ZVW en de Wmo is bijzonder complex. De ontwikkelfase is tegelijk uitvoeringsfase geworden, met de gesprekspartners van toen worden nu ook onderhandelingen over budgetten gevoerd. “We hadden geen directe subsidierelatie met zorgverleners, nu heeft de gemeente een deel van het geld in handen gekregen én een deel van de verantwoordelijkheid. Ons uitgangspunt is dat we samen een opdracht hebben: zorgen dat ouderen langer thuis wonen en het zo goed mogelijk hebben. We moeten daarvoor de voorwaarden scheppen.”
50
Onze toekomst is niet grijs
“Zie je de huishoudelijke hulp als zorg of als schoonmaken?” Van een spagaat vanwege de kloof tussen het geld dat je hebt en wat je daarmee wilt doen, is volgens Van Dijk geen sprake. “We moeten een nieuwe manier van denken aanleren, waarbij het niet alleen om ‘minder’ gaat. Beperkingen maken ook creativiteit los, kunnen stimuleren bij het kiezen van een nieuwe koers. Niet alles gaat steeds goed, het vinden van een nieuw evenwicht kost tijd. Maar problemen los je niet altijd op met meer geld.”
Inspirerend Nieuwe projecten die in de wijken ontstaan, vindt ze inspirerend. “Denk aan SamenHoograven waarvoor AxionContinu in 2013 het initiatief nam. Het is een sociaal netwerk dat
ouderen helpt via laagdrempelige activiteiten als koffieochtenden. Uit dit project zijn de Sociale Huiskamers in andere Utrechtse wijken voortgekomen. De gemeente heeft daarbij een faciliterende rol.” In de gesprekken met zorgverzekeraar Achmea over de gevolgen van het Utrechtse ouderenbeleid heeft de gemeente een actievere rol. “De samenhang tussen de Wlz, de ZVW en de Wmo moet nog verder uitkristalliseren. We zoeken samen naar wegen om de inzet zoveel mogelijk ten goede te laten komen aan de gemeenschap. Ook dat vind ik een winstpunt in de nieuwe ontwikkelingen.” Toch laten ouderen zich horen, bijvoorbeeld toen duidelijk werd dat Utrecht de vergoeding voor huishoudelijke hulp beperkte tot anderhalf uur per week. “Zie je de huishoudelijke hulp als zorg of als schoonmaken? De politieke bakens zijn op dit vlak verzet. De rechter keurde ons beleid niet af, maar vond wel dat we ons beter moesten verdiepen in de individuele situaties. Voor dat doel hebben we inmiddels huishoudcoaches aangesteld.” De budgetten zijn gekrompen onder de Wmo, maar de gemeente wil de kwaliteit en beschikbaarheid van voorzieningen wel overeind proberen te houden. Voor de dagondersteuning is bijvoorbeeld extra, laagdrempelig aanbod gecreëerd. De vernieuwing zit onder meer in de formule ‘Voor en door’: met inzet van nog vitale oudere vrijwilligers die het aanbod kunnen versterken. Door te investeren in de dagondersteuning verwacht de gemeente de groei van de vraag zo goed mogelijk op te vangen. “We betrekken instellingen, belangenorganisaties en cliënten nauw bij de verdere ontwikkeling.”
uitleggen. We doen dat al met stadsgesprekken, maar ik denk dat de dialoog over knelpunten en hobbels op wijkniveau nog beter vorm kan krijgen.” Ze hoopt dat de ouderenzorg-nieuwe-stijl, met veel ruimte voor bewonersinbreng, binnen tien jaar volledig gestalte heeft gekregen. “Je wilt voorkomen dat bureaucratie de gang van zaken beheerst. Ik hoop dat bewoners zich vrij voelen hun mening te geven en mee willen bepalen wat de speerpunten in ons beleid moeten zijn. Mijn ideaalbeeld is een stad waar oudere Utrechters prettig kunnen wonen, met alle voorzieningen waar ze prijs op stellen en die ze nodig hebben in hun eigen wijk.” Intussen gaat ook het overleg met AxionContinu door. Dat verloopt goed, volgens Van Dijk. Met de budgetten is het wel puzzelen. “De situatie is soms ingewikkeld, maar er is vertrouwen om samen de dingen voor elkaar te krijgen. Natuurlijk is AxionContinu het niet altijd met ons eens, maar we blijven in gesprek en daar ben ik heel blij om. Ik zie ook dat de organisatie inspeelt op ontwikkelingen in de samenleving. En ondanks de crisis is het ze gelukt nieuwe locaties te bouwen. Ik vind het knap dat ze dat voor elkaar hebben gekregen.”
Goede communicatie Ze kan wel begrijpen dat Utrechtse ouderen de Wmo-koers vooral als ‘verlies’ zien. “Bij dit soort grote operaties ontkom je daar niet aan. Ik zie het als onze taak de uitschieters te beperken en met goede communicatie weerstand weg te nemen. Ouderen hebben niet genoeg aan een folder of een informatiebijeenkomst, we moeten ons verhaal keer op keer Midden in de samenleving
51
Midden in de samenleving
Leven in de brouwerij
met de kinderen van de Fatimaschool AxionContinu midden in de maatschappij. Zo zien wij het graag en daarom zoeken we ook de samenwerking op met andere organisaties rondom onze woonzorgcentra. Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking met scholen uit de buurt. Het heeft geresulteerd in een aantal succesvolle projecten waarbij jong en oud samengebracht zijn. Kinderen en ouderen zijn een geweldige combinatie. Kinderen reageren vaak heel natuurlijk en onbevangen op ouderen. Ze praten en stellen vragen zonder oordeel. In Isselwaerde gaat de samenwerking met de naastgelegen Fatima-
52
Onze toekomst is niet grijs
school heel natuurlijk. Welzijnsmedewerker Kim van der Meer vertelt: “Elke klas heeft activiteiten samen met onze bewoners. Soms bij ons en soms bij hen. Zo doen de kinderen van groep 3 en 4 gewoon mee met de gym van de bewoners en lezen de kinderen uit groep 6 één keer per maand voor
aan de ouderen. Daarnaast hebben we de moestuin waar samen in wordt gewerkt. In augustus vieren we samen het oogstfeest. Binnenkort gaat een aantal bewoners naar de klas. En als er speciale gelegenheden zijn, zoals onze lentedag of de eindmusical op school, nodigen we elkaar over en weer uit. De kinderen groeien er mee op en vinden het heel normaal. Ze zijn inmiddels helemaal vrij binnen Isselwaerde en weten de weg. Ik was echt verbaasd hoe gemakkelijk de kinderen omgaan met de bewoners, die allemaal dementerend zijn. Wat ook meespeelt,” zegt Kim, “is dat IJsselstein natuurlijk een klein stadje is; bijna elk kind kent wel een opa of oma in Isselwaerde. In het begin hebben we de kinderen uitgelegd wat dementie inhoud en waarom mensen dan anders doen dan je verwacht. Ook leerden we ze hoe ze kunnen helpen. Nu pakken de leraren dit zelf op. De bewoners van Isselwaerde vinden het soms wel eens wat druk,
maar meestal vinden ze het juist heel erg gezellig. Laatst was er een mevrouw die zelfs moest huilen van geluk, zo leuk vond ze al die kinderen om haar heen.” De samenwerking is een win-win situatie voor zowel de school, als voor Isselwaerde. De kinderen leren omgaan met mensen die soms ‘anders’ zijn en de ouderen zelf hebben een schat aan kennis om over te dragen op de kinderen. En - nog belangrijker - de kinderen brengen veel positieve energie mee. Kim: “Er komt leven in de brouwerij en het is gewoon erg gezellig.”
Mengelmoes Een ander sprekend voorbeeld is het project Mengelmoes in De Ingelanden. In de buitentuin staat een rolstoeltoegankelijke kas en er is een moestuin waarin bewoners met kinderen van de naastgelegen basisschool gezellig samen tuinieren. Elke week komt er een groep kinderen die onder leiding van een tuinman in de kas en de moestuinen aan de slag gaat.
Bouwen aan de toekomst
De bouw en inrichting van zorglocaties heeft de afgelopen decennia een grote metamorfose ondergaan. Het traditionele verpleeghuis heeft zijn langste tijd gehad. Kleinschalig wonen is de toekomst en dat houdt meer in dan alleen minder bewoners op een groep. Het is een manier van werken, waarbij alles wordt gedaan om bewoners een thuis te geven.
Op weg naar de toekomst
53
AxionContinu in historisch perspectief Oudemannenhuis In de zestiende eeuw ontstond er in Nederland het zogenaamde ‘oudemannenhuis’, de eerste ouderenwoonvorm waarin de bewoners iets van zorg werd aangeboden. Al vanaf de dertiende eeuw bestonden er hofjes waar rijke regenten aan arme oude mensen een woonplek boden, al moesten deze ouderen wel voor zichzelf zorgen. De oudemannenhuizen waren specifiek voor mannen, omdat zij meestal minder in staat waren zichzelf te verzorgen op hun oude dag.
1898
De Wartburg In 1898 opende De Wartburg in de Lange Nieuwsstraat een tweede locatie, een huis speciaal voor ouderen. In het huis was plaats voor zeven vrouwen en vier mannen.
1650 1700 1750 1800 1850
1842 De Wartburg Streng toezicht Hoewel de hofjes bleven bestaan, ontstonden er ook oude vrouwenhuizen, die soms werden gecombineerd met de oudemannenhuizen. Er heerste een streng beleid in de hofjes, maar ook in de huizen: er was een vaste tijd om op te staan, te bidden, te eten en om naar bed te gaan. Dronkenschap, binnenkomen na de avondklok en vrouwenbezoek was, in het geval van het oudemannenhuis, verboden en werd streng gestraft. Men moest dan met een blok om het been lopen, kreeg geen ontbijt, moest aan de schandpaal staan of kreeg huisarrest.
54
Onze toekomst is niet grijs
Het ‘Wees-, Oude Mannen- en Vrouwenhuis’ De Wartburg, opent in 1842 aan het Domplein in Utrecht. De Lutherse dominee Zimmermann nam het voortouw bij de stichting van dit huis voor wezen en oude lieden.
Isselwaerde Het historische pand van Isselwaerde werd in 1927 in het centrum van IJsselstein geopend als het St. Joseph Gesticht. Het werd gerund door de Zusters van de Congregatie van St. Joseph en bestond uit een ziekenhuis, een zusterhuis en een pension voor ouderen.
Vernieuwde Armenwet 1900 1910 1920 1930 1940
1941 De Wartburg
De Wartburg
Dankzij giften van particulieren wordt in
1914 ‘Homeopathisch Ziekenhuis te Oudenrijn’ in Utrecht geopend. Het ziekenhuis speelde een rol in het opleiden van homeopathische artsen: één van die artsen was dr. Voorhoeve. Later wordt dit verpleeghuis Voorhoeve.
Rusthuis De Wartburg in Oog in Al, het witte gebouw waarin nu het zorghotel gevestigd is, was voor die tijd uiterst modern en diende als voorbeeld voor de daarna te bouwen rust- en verzorgingshuizen ‘nieuwe stijl’.
Bouwen aan de toekomst
55
De viering van het 25-jarig bestaan van het Voorhoevehuis viel samen met een nieuw gebouw in
1996.
1965 Huize Tolsteeg
Familiaire zorgplicht afgeschaft
AOW
1978 De Bijnkershoek
AWBZ
1950 1960 1970 1980 1990 Toen ’t Huis aan de Vecht in 1973 werd geopend door Wim Kok, was het in eerste instantie een ‘bejaardencentrum’ voor gepensioneerde leden van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen.
1971 De Schutse In januari 1962, nemen de eerste bewoners hun intrek in de zojuist gebouwde vleugel van het nieuwe zorgcentrum Mariënstein. In april en mei wordt de rest opgeleverd, waarna de officiële opening in juli 1962 plaatsvindt.
56
Onze toekomst is niet grijs
1972 Albert van Koningsbruggen
In het nieuwe stadsdeel van Utrecht, Leidsche Rijn worden in 2008 De Ingelanden en De Componist geopend. Beide zijn woonzorgcentra met kleinschalig woningen.
2012 Nieuwbouw en renovatie Isselwaerde 2015 De Parkgraaf
Van AWBZ naar WMO, Wlz en ZVW
Fusie Axion en Continu
2000 2005 2010 2015
In 2012 opent het nieuw gebouwde woonzorgcentrum De Wartburg naast het oude historische witte gebouw.
In 2016 opent het nieuwe woonzorgcentrum De Wijck haar deuren.
2009 CliĂŤnten van AxionContinu en van Reinaerde gaan gezamenlijk in het woonzorgcentrum De Drie Ringen wonen.
2013 Zorghotel De Wartburg
Bouwen aan de toekomst
57
Architectenbureau Wiegerinck ontwierp De Wijck
Kleinschalig wonen met allure “Ouderen respecteren om wie ze zijn en zijn geweest.” Dat was voor architecten Frank Pörtzgen en zijn collega Bastiaan Buurman van bureau Wiegerinck het belangrijkste leidmotief bij hun ontwerp van De Wijck, de nieuwe locatie van AxionContinu die wordt gebouwd op het voormalige Veemarktterrein in Utrecht.
V
anaf 2016 gaan er 56 mensen met psychogeriatrische problemen in De Wijck wonen, verdeeld over zeven kleinschalige woningen. Van buiten doet het gebouw denken aan een statig herenhuis. Niet zoals je die aan de Amsterdamse grachten ziet, maar met een moderne en eigentijdse look. “Waardigheid, respect, waardering: dát is wat De Wijck moet uitdragen,” licht Frank Pörtzgen het ontwerp toe. “Het gebouw weerspiegelt de grandeur van oude herenhuizen, zonder die letterlijk te kopiëren.”
Huiselijk Hoewel De Wijck een imposant gebouw wordt, met hoge gevels en vier woonlagen, hebben de
58
Onze toekomst is niet grijs
architecten er alles aan gedaan om de herinnering aan de verpleeghuizen van vroeger te doen vervagen. Huiselijkheid is het sleutelwoord. Elke woning krijgt een eigen huiskamer en keuken. De eigen kamers van de bewoners worden voorzien van een ruime badkamer. Aan het eind van elke gang komen ‘belevingsplekken’, waar bewoners zich in alle rust kunnen terugtrekken. Ook de tuin wordt zo ingericht dat iedereen zich er thuis voelt. “Het hele ontwerp is erop gericht bewoners zo veel mogelijk bewegingsruimte en keuzevrijheid te bieden, zonder hen te overprikkelen. In de tuin kunnen ze tuinieren in bakken die op tafelhoogte staan, maar ook stil wegdromen
in de zon. En vanuit de gezamenlijke keuken kunnen ze het balkon oplopen of -rijden, om te genieten van het uitzicht op de tuin. De hele indeling, de inrichting en het meubilair, hebben als doel de bewoners een gevoel van thuis te geven.”
Buurt Om het verblijf ook voor familieleden zo prettig mogelijk te maken, krijgt De Wijck onder andere een grand café naast de entree. De vloer van de woning op de begane grond ligt iets hoger dan het maaiveld, zodat voorbijgangers niet op de bewoners neerkijken. “De Veemarkt wordt een stadse, levendige woonwijk, waarin De Wijck
één van de grotere gebouwen zal zijn. Om aan te sluiten bij de kleinschaligheid van de buurt, hebben we de verschillende gevels van De Wijck telkens iets anders vormgegeven. Hierdoor oogt het pand niet als een massief geheel. Met andere subtiele details, bijvoorbeeld in de vorm van de kozijnen, willen we het gevoel van kleinschaligheid versterken en een goede verbinding met de buurt maken.” Frank Pörtzgen:
“Het gebouw weerspiegelt de grandeur van oude herenhuizen, zonder die letterlijk te kopiëren.”
Toekomst Ook wat duurzaamheid betreft sluit De Wijck aan bij het karakter van de Veemarkt, dat een van de groenste wijken van Utrecht moet worden. Zo krijgt De Wijck voorzieningen als warmteterugwinning, goede isolatie en een superzuinige installatietechniek. Bovendien kan de inrichting van De Wijck gemakkelijk worden aangepast. “Het gebouw wordt zo geconstrueerd dat het heel lang meekan, maar als het moet, snel anders kan worden ingedeeld,” zegt Pörtzgen. “Net als een herenhuis is het een tijdloos gebouw, dat ook geschikt kan worden gemaakt voor andere doeleinden.” Wanneer is het gebouw volgens Pörtzgen
geslaagd? “Als we aan de bewoners merken dat ze zich er thuis voelen. En als familieleden er ook graag komen en het gevoel hebben dat hun dierbare zich prettig voelt. Wat de beste omgeving is voor dementerende ouderen blijft een moeilijke vraag. Hoe treed je hen het beste tegemoet? Hoe creëer je een veilige en overzichtelijke omgeving, zonder betuttelend te worden? Voor die uitdaging staan álle architecten, want we kunnen het de bewoners zelf niet vragen. Maar als de bewoners zich straks op hun gemak voelen, hebben we zeker een stap in de goede richting gezet.”
Bouwen aan de toekomst
59
Zorglocaties worden pand voor pand aangepast
Kleinschalige zorg wérkt Zo’n vijftien jaar geleden begon AxionContinu aan een verandering die doorgaat tot op de dag van vandaag: het vervangen van de grote verpleeghuisafdelingen door veel kleinschaligere woningen. “We zijn bezig om het traditionele verpleeghuis gewoon op te heffen,” zegt Adriaan van der Werf, divisiemanager Verzorgd Wonen.
H
eel wat keren had Adriaan van der Werf zich erover verbaasd: het enthousiasme waarmee medewerkers vertelden over hun weekje vakantie met bewoners. Wat waren die ontspannen geweest in het vakantiehuisje, wat hadden ze het goed naar hun zin gehad. ‘Hoe kan dat toch?’ vroeg Adriaan zich af. “Waarom was het verschil in beleving zo groot? Nu snap ik dat de verklaring eigenlijk heel simpel is: wonen in een groep van dertig ouderen of in een groep van acht maakt een wereld van verschil. Wonen in een kleinere structuur komt de leefsfeer en het welbevinden van de bewoners sterk ten goede.”
Meer rust Dat merkte Adriaan zelf ook toen zijn moeder – die onlangs overleed – terechtkwam in De Ingelanden. “Mijn ouders woonden in Zeeland. Na vijf jaar mantelzorg was mijn vader uitgeput en ontstond een acute crisis. In een straal van zestig kilometer was echter niets geschikts voor haar te vinden. Gelukkig kon ze in de Mauritshof in Albert van Koningsbruggen in Utrecht terecht. Op die grote afdeling, met dertig bewoners, is ze uitstekend verzorgd. Maar toen ze daarna in De Ingelanden werd opgenomen, in een groep van acht, hoorde ik van de anderen: wat is het hier rustig en overzichtelijk! Ik merkte het ook aan mijn moeder. Ze pikte meer signalen op, keek vaker om zich heen. In een grote groep kan het soms
60
Onze toekomst is niet grijs
een snelkookpan worden: als één bewoner onrustig wordt, wordt een tweede dat snel ook. Voor de groepsdynamiek is het gewoon een groot verschil of je met acht of met dertig mensen samenleeft. In een kleine groep is er veel meer rust.” Een ander voordeel van kleinschalig wonen is dat er sprake is van kleinere teams, waardoor het personeel veel herkenbaarder is voor de bewoners. Bovendien is er intenser contact met
familieleden, die zelf koffie kunnen zetten of een maaltijd kunnen bereiden. Familieleden en verzorgend personeel gaan een bondgenootschap aan om de bewoner zo goed mogelijk te verzorgen. “Familieleden kennen als geen ander de behoeften, leefgewoonten en persoonlijke geschiedenis. Die kennis draagt er sterk toe bij dat wij een bewoner beter kunnen helpen en bijstaan. Kortom: kleinschaligheid zorgt voor een veel sterkere verbondenheid tussen bewoners, familie en personeel.”
Pand na pand De eerste stappen naar meer kleinschaligheid zette AxionContinu al meer dan tien jaar geleden met de bouwbesluiten voor een nieuw Isselwaerde en De Ingelanden. “Bij de opening van Isselwaerde vroegen veel gasten: is dit een verpleeghuis? Het verschil met een klassiek, institutioneel verpleeghuis zoals we dat al decennia kennen, werd als enorm ervaren. We passen het model van kleinschalig wonen in de context van een groter gebouw inmiddels vijf jaar toe en volgend jaar gaat onze nieuwe locatie De Wijck open. Koningsbruggen, Voorhoeve, ‘t Huis aan de Vecht en De Bijnkershoek gaan we ook anders inrichten. We zijn dus bezig met een systematisch proces, waarin we pand na pand aanpakken. En dat geldt niet alleen voor de afdelingen voor mensen met dementie, maar ook voor de afdelingen voor mensen die chronische lichamelijke zorg nodig hebben.”
Andere benadering Kleinschalig wonen betekent méér dan elke bewoner zijn eigen kamer geven. “Het hele werkproces moet anders. Het doel is om dementerende ouderen een huiselijke, prettige woonomgeving te bieden, waar het gewone dagelijkse leven zo
Adriaan van der Werf:
“Wonen in een kleinere structuur komt leefsfeer en welbevinden sterk ten goede.”
veel mogelijk doorgaat. We willen hen ondersteunen in hun afnemende zelfregie en stimuleren in wat nog wél mogelijk is. Om een voorbeeld te geven: na de koffie kan het personeel de lege kopjes afruimen, maar de bewoners kunnen het ook zelf doen. Het eerste is misschien het meest efficiënt, maar ook het tweede heeft grote voordelen. Want hierdoor houden bewoners vaardigheden intact, blijven ze actief, gebéurt er wat.” Als bewoners hun kamer willen volzetten met vertrouwde spullen, zoals elpees, vliegtuigmodellen of voetbalbekers, dan moet dat dus kunnen, bepleit Adriaan. “Alles waar die persoon zichzelf in herkent, is welkom. Ook parkietjes bijvoorbeeld. Voorheen zouden we daar vaak bezwaar tegen hebben gemaakt, omdat zo’n vogelkooi niet goed is voor de luchtkwaliteit. Maar de kwaliteit van leven gaat er wél op vooruit. En is dat niet veel belangrijker? Uiteindelijk zal in de praktijk vaak sprake zijn van compromissen: niet álles is mogelijk. Maar het is belangrijk dat we ons bewust zijn van compromissen en goed overleggen met bewoners en hun familie. Dat we niet zeggen: zó zijn de regels, maar dat we in gesprek gaan, uitleggen, samen zoeken naar een oplossing.”
Overgang Voor veel medewerkers is het best even wennen. “De rol van de familie hebben we lange tijd een beetje van ons afgeschoBouwen aan de toekomst
61
ven. Kort door de bocht gezegd waren familieleden altijd die mensen die kritisch over onze schouder meekeken of we het wel goed deden. Zo werd dat vaak beleefd. Nu is de houding veel meer: laat de familie helpen als ze dat willen. Natuurlijk leidt dat wel eens tot discussies over onze professionaliteit: is het wel of niet wenselijk dat familie een bewoner wast? Gaat dat wel goed, is het wel verantwoord? Aan de andere kant: waarom zou alles anders moeten na een opname? Het is belangrijk om dit soort zaken goed met familie te bespreken en samen te zoeken naar de beste balans. Sommige instellingen laten familieleden een vrijwilligerscontract tekenen: als uw dierbare hier wordt opgenomen, bent u verplicht om een aantal uren per maand te komen helpen. Zelf geloof ik meer in de langere weg van het goede voorbeeld: in de praktijk laten zien dat participatie er gewoon bij hoort.”
Toekomst Hoe ziet Adriaan de toekomst? “Ik zou het fantastisch vinden als over een jaar ál onze panden kleinschalig zijn ingericht en we zorginhoudelijk een aantal zaken hebben uitgediept. Van medewerkers vraagt kleinschalig werken veel. Ze staan vaker alleen op de groep en dragen meer verantwoordelijkheid. Kortom, kleinschalig werken doe je niet zó maar even, dat kost tijd. We zijn nog steeds op zoek naar de beste werkwijze, de beste benadering, en zullen dat de komende jaren blijven doen. Maar ons doel is duidelijk: bewoners waardige en liefdevolle zorg bieden in een zo kleinschalig mogelijke omgeving. Want kleinschaligheid wérkt. Als iemand zijn vertrouwde woonomgeving moet verlaten, omdat de mogelijkheden in de thuissituatie zijn uitgeput, is dat een hele ingrijpende stap. Kleinschaligheid helpt om die overgang zo klein mogelijk te maken.”
62
Onze toekomst is niet grijs
Adriaan van der Werf:
“Kleinschalig wonen betekent méér dan elke bewoner zijn eigen kamer geven.”
Bouwen aan de toekomst
Interieur
Kleurrijke wanden, behang met prints, grote foto’s aan de muur, kunst en vrolijke meubels. De locaties van AxionContinu worden met veel zorg ingericht. Want als de aankleding er goed uitziet, biedt dat comfort. Bewoners en familie voelen dat er aandacht is voor wie in het woonzorgcentrum woont of er op bezoek komt. En dat draagt bij aan een prettige sfeer. De inspiratiebron voor de interieurontwerpen is Healing Environment. Deze trend gaat uit van het idee dat het gebruik van kleur en visuele middelen de gemoedstoestand positief beïnvloedt. Steeds meer bewoners zijn niet (zo) mobiel en dementeren. Het is belangrijk dat zij de juiste ruimte weten te vinden in hun locatie en niet de weg
kwijt raken. Het gebruik van kleur en speelse elementen kan daarbij helpen. Veel ouderen gaan ook steeds slechter zien. Daarom wordt gekozen voor duidelijke contrasten in kleurgebruik. Bewoners kunnen zo goed zien waar bijvoorbeeld stoelen staan of waar de deur is. Verder worden zoveel mogelijk warme materialen gebruikt, zoals hout en stof. Die voelen als je ze aanraakt een stuk prettiger en comfortabeler dan bijvoorbeeld staal. Maar ook de sfeer is warmer, veiliger. Op deze wijze proberen we bij het inrichten van de woonzorgcentra zoveel mogelijk rekening te houden met de belevingswereld van de bewoners.
Op weg naar de toekomst
63
Colofon Uitgave van AxionContinu Auteurs Karin Bos Maaike Hoogland Louis Nouws (BLADEN&CO) Berber Schrijver Eddy Steenvoorden Koen-Machiel van de Wetering Coördinatie Maaike Hoogland Eindredactie AxionContinu Vormgeving Willem de Bruijn (BLADEN&CO) Fotografie Willem Mes Drukwerk Drukkerij Hendrix Oplage: 3.000 AxionContinu Postbus 2251 3500 GG Utrecht www.axioncontinu.nl communicatie@axioncontinu.nl Juni 2015
© AxionContinu Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van AxionContinu. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid getracht tot stand te komen. Het is evenwel niet geheel uitgesloten dat er deze uitgave desalniettemin en onbedoeld onjuistheden en/of onvolkomenheden bevat. AxionContinu aanvaardt geen aansprakelijkheid voor directe of indirecte schade ontstaan door eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden.