7 minute read

Brexit

Next Article
Klaver Kaas

Klaver Kaas

Brexitdeal zorgt voor opluchting Britse zuivelindustrie heeft lastige jaren achter de rug

De zuivelindustrie in het Verenigd Koninkrijk bereidde zich de afgelopen jaren intensief voor op de brexit. De vraag is hoe de bedrijven er voor staan, nu het koninkrijk de EU daadwerkelijk heeft verlaten. Een overzicht van de situatie bij de grootste bedrijven aan de hand van de laatst bekende jaarresultaten.

Tekst: Hermann-Josef Martin

Door verder toename van de omzet verwacht de Britse dochter van Arla betere resultaten te boeken. (Foto: Shutterstock).

Arla: herstel zet door

Arla UK, de dochteronderneming van Arla Foods, geldt als de belangrijkste zuivelverwerker van het Verenigd Koninkrijk. Het in Leeds gevestigde bedrijf boekte over 2019 een omzet van omgerekend ruim € 2,7 miljard, een verlies van 5,8 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Opvallend detail is de exportdaling naar andere Europese landen van 85,5 procent. Ondanks de negatieve omzetontwikkeling in binnen- en buitenland wist de Britse Arla-dochter in het boekjaar 2019 een nettowinst te behalen van bijna € 32 miljoen. Een ommekeer ten opzichte van het verliesgevende boekjaar daarvoor, dankzij bezuinigingen op onder meer productiekosten, personeelskosten en administratieve kosten. Ook werden gebouwen verkocht. Het concernbreed doorgevoerde kostenbesparingsprogramma ‘Calcium’ loopt nog door: Arla zegt dat het productielijnen gaat samenvoegen en dat er nog circa 170 banen komen te vervallen. Naast besparingen zorgde ook een sterke omzetgroei bij enkele strategisch belangrijke merken voor verbetering. Die omzetgroei heeft zich inde eerste helft van 2020 voortgezet. Ondanks de coronacrisis zag Arla UK de omzet bij de merken Cravendale, Lurpak en Anchor flink toenemen.

Müller: zwarte cijfers?

De zuivelholding Müller UK & Ireland Group had het in het boekjaar 2019 niet makkelijk. De omzet daalde ten opzichte van 2018 met 1,7 procent tot € 2,1 miljard. Het concern bestaat uit drie aparte divisies: Müller Milk & Ingredients (MMI), Müller Yoghurt & Desserts (MYD) en de melkbezorgdienst Milk & More. De divisie Müller Milk & Ingredients is de grootste Britse producent van onder meer verse melk en zuiveldranken room en boter. Juist deze divisie was – samen met de bezorgdienst Milk & More – verantwoordelijk voor de verliescijfers. Dit speelde ook in 2018 al. Ook de divisie die yoghurt en desserts produceert deed het in 2019 niet goed met een omzetdaling van 6,3 procent. Al met al reden genoeg voor het management om te reorganiseren. Het saneringsprogramma Darwin moet een resultaatsverbetering van minimaal £ 100 miljoen (€ 111 miljoen) opleveren. Müller verwacht dan ook zwarte cijfers te kunnen schrijven over boekjaar 2020.

Dale Farm: winstval

Het Noord-Ierse zuivelbedrijf Dale Farm Co-operative, met hoofdkantoor in Belfast, realiseerde in het boekjaar 2019/20 een omzet van ongeveer € 560 miljoen. Dat is bijna 1 procent lager dan de omzet in het vorige boekjaar. De nettowinst daalde met bijna 20 procent tot een bedrag van € 10,9 miljoen. In de afgelopen vijf boekjaren investeerde de zuivelverwerker in totaal € 45 miljoen in zijn zuivelfabrieken en andere vestigingen. Het coöperatieve bedrijf telt momenteel ongeveer 1.300 melkleveranciers uit Noord-Ierland en het Verenigd Koninkrijk. Een belangrijk product is de cheddarkaas, die men in het Noord-Ierse Dunmanbridge produceert. De productiecapaciteit is geschikt voor ongeveer 50.000 ton cheddar en andere harde kazen per jaar.

Meadow Foods: overnames

Het Britse Meadow Foods Limited realiseerde in het boekjaar 2018/19 (tot en met 31 maart) een recordomzet van circa € 508 miljoen. Dat is een verbetering van bijna 7 procent in vergelijking met het voorgaande boekjaar. De nettowinst steeg met bijna een kwart tot € 24,7 miljoen. Volgens het zuivelbedrijf zijn de gunstige resultaten vooral te danken aan de succesvolle introductie van nieuwe zuivelproducten. Ook spelen twee grote overnames een rol. Meadow Foods kreeg zowel zuivelverwerker Fayrefield Liquids Limited als ook vetfabrikant Roil Foods in handen. Dit maakte het mogelijk het assortiment uit te breiden met onder andere verse melk, ongehydrateerd biologisch melkvet en diverse boterproducten. Om door te groeien, investeert het bedrijf onder meer in de fabriek in Chester (Noordwest-Engeland), waar men ook voor de veganmarkt wil gaan produceren.

Ornua: wisselend beeld

De grote Ierse exportcoöperatie Ornua Co-operative werkt in het Verenigd Koninkrijk via drie dochterondernemingen: Ornua Foods UK, Ornua Ingredients UK en Ornua Butter Trading UK. Samen zijn ze goed voor een jaaromzet ter waarde van ongeveer € 500 miljoen (boekjaar 2019). De grootste divisie is Ornua Foods, een belangrijke speler op de Britse markt voor cheddar en de onbetwiste marktleider wat betreft de verkoop van harde en gesneden kaas aan de Britse retailsector. In dit segment heeft het meer dan 40 procent van de markt in handen. Dat succes is voor een belangrijk deel te danken aan strategische partnerschappen met de drie Britse bedrijven First Milk, Parkham Farms en Belton Cheese. Zij produceren, Ornua Foods verkoopt het daarna. Het bedrijf realiseerde in 2019 een omzet van € 393 miljoen, bijna 10 procent meer dan in 2018. Marktanalisten verklaren de groei door te wijzen op een goedkopere productmix en het succes van twee belangrijke merken: Pilgrims Choice (kaas) en Kerrygold (boter en gemengde vetten). Terwijl de binnenlandse omzet fors steeg, daalde de verkoop naar de rest van Europa met meer dan 45 procent. Ook de nettowinst van Ornua Foods daalde: -36,6 procent. Volgens analisten vooral het gevolg van hoge investeringen om de brexitgevolgen op te vangen. Ornua Ingredients realiseerde in het boekjaar 2019 een omzet ter waarde van € 114,6 miljoen, 3,3 procent minder dan in 2018. De exportopbrengsten stegen met 7,1 procent. De binnenlandse omzet daalde juist: -6,2 procent. Uiteindelijk bedroeg het nettoverlies iets meer dan € 1,3 miljoen. In 2018 was nog € 1,1 miljoen winst bijgeschreven. Ook Ornua Butter Trading UK deelde in de malaise. De omzet daalde met bijna

24 procent. Vooral de aanhoudende daling van de boterprijzen zat het concern dwars.

Saputo Dairy UK: tegenvaller

De dochteronderneming van de Canadese zuivelmultinational Saputo realiseerde in het Verenigd Koninkrijk in het boekjaar 2019/20 (tot en met 31 maart) een omzet van circa € 494 miljoen. Dat betekende een verlies van 7 procent in vergelijking met het voorgaande jaar. Een flinke tegenvaller voor het moederbedrijf in Canada, dat in 2019 voor honderden miljoenen de Britse Dairy Crest Group overnam, maar er nog geen vruchten van kan plukken. Saputo Dairy UK beschikt over vijf zuivelfabrieken, een innovatiecentrum en het hoofdkantoor in Surrey. De grootste fabriek staat in het graafschap Cornwall, waar onder meer het kaasmerk Cathedral City wordt geproduceerd. Hiermee is Saputo de nationale marktleider in het segment harde kazen. De onderneming investeert momenteel ongeveer € 84 miljoen in de uitbreiding van de kaasfabriek in Cornwall. Men wil de productiecapaciteit verhogen van circa 54.000 naar 77.000 ton kaas in 2022.

Glanbia Cheese: omzetrecord

Kaasproducent Glanbia Cheese realiseerde in het boekjaar 2019 een omzetrecord ter waarde van € 326 miljoen. Dat overtreft de omzet over 2018 met 9,1 procent. De nettowinst steeg nog harder met 16,4 procent tot ruim € 28 miljoen. Een groot deel van de groei (en winstmarge) is te danken aan de fors gestegen verkoop van mozzarella. Dit ondanks een iets ingezakte marktprijs voor deze kaassoort. Glanbia Cheese is een van de grootste mozzarellaproducenten van Europa. Het bedrijf is ook de belangrijkste kaasexporteur van het Verenigd Koninkrijk. Het levert bijvoorbeeld mozzarella aan meer dan twintig landen, voornamelijk in Europa. Het bedrijf genereerde in 2019 iets meer dan 37 procent van zijn totale omzet in het buitenland (omzetwaarde € 121 mil- joen). Geen wonder dat de brexitdeal hier met grote opluchting is begroet.

Investeringen in de afzet van kaasmerk Cathedral City moet Saputo Dairy UK aan betere resultaten gaan helpen. (Foto: Saputo)

First Milk: investeringen

Het Schotse First Milk boekte in de jaargang 2019-2020 (tot 31 maart) een nettowinst van € 4,9 miljoen, ruim twee derde meer dan in het jaar daarvoor. De omzet steeg met bijna 4 procent tot € 310 miljoen. De exportactiviteiten van First Milk richting het Europese vasteland leverden het bedrijf een kleine € 50 miljoen op, een verbetering van ruim 14 procent. Het bedrijf rekent op een verdere stijging van de vraag naar kaas en melk, ongeacht de coronapandemie. Daarom investeert het in de twee grootste fabrieken die het bezit. Een daarvan staat in Wales, de andere in het Engelse Lake District.

Volac: boekwinst

Weiverwerker Volac International wist in 2019 voor een spectaculaire winststijging te zorgen: waar in 2018 nog een verlies van € 2,8 miljoen werd genoteerd, kon het over 2019 recordwinst van € 35,2 miljoen bijschrijven. Dat had voor een belangrijk deel te maken met de verkoop van het belang in de joint-venture met DOC Kaas aan de Duitse DMK Group. Dat leverde € 27,2 miljoen aan extra inkomsten op.

Lactalis McLelland: winstval

Lactalis McLelland, de Schotse kaasproducent van het Franse Lactalis liet volgende de laatste bekende jaarcijfers (2019) een grote winstdaling zien: -90 procent tot nog € 600.000. De omzet bleef vrijwel stabiel op € 248 mil- joen. Het teleurstellende resultaat zou alles te maken met sterk gestegen verkoopkosten. Lactalis McLelland is gespecialiseerd in de productie en verkoop van kaas op de Britse markt. Die bedrijfstak liep slecht, terwijl de export het veel beter deed: de verkoop naar het Europese vasteland steeg met ruim 40 procent. Het concern vermarkt steeds vaker geïmporteerde kazen van het Franse moederbedrijf Lactalis en zijn Italiaanse dochteronderneming Galbani.

This article is from: