4 minute read

Visie

Next Article
Henk Hogeveen

Henk Hogeveen

Roald van Noort, interim-directeur bij ZuivelNL: ‘ZuivelNL opereert daar waar synergie is te behalen’

ZuivelNL is het nieuwe jaar ingegaan met een fors afgeslankte begroting. Waarnemend directeur Roald van Noort legt uit waar de prioriteiten van de ketenorganisatie liggen.

Tekst: René van Buitenen

De algemene ledenvergadering van ZuivelNL keurde vorige maand de begroting voor 2021 goed. Die is gebaseerd op het principe dat de ketenorganisatie zowel voor de melkveehouder als de zuivelonderneming meerwaarde moet opleveren. Ook besloten de leden de reserves op peil te brengen zonder de contributie te verhogen. Met een afgeslankte begroting van € 8,7 miljoen kunnen de reserves weer op het gewenste niveau komen, stelt interim-directeur Roald van Noort van ZuivelNL. Dat betekent dat er dit jaar € 3 miljoen minder uitgegeven kan worden vergeleken met vorig jaar. Er wordt dus flink bezuinigd. “De dragende partijen hebben keuzes gemaakt op welke punten zij een gezamenlijk belang hebben. De activiteiten waarop synergie is te behalen, die pakt ZuivelNL op”, vertelt Van Noort. De prioriteiten liggen bij de kernthema’s Voedselveiligheid, Diergezondheid, Duurzaamheid, Onderzoek & Innovatie, Data en Export. Dat betekent dat bijvoorbeeld arbeidsvraagstukken niet langer tot de kernactiviteiten van ZuivelNL behoren. “Arbeid is belangrijk, maar er zijn nu eenmaal thema’s die zowel de primaire producenten als de zuivelondernemingen belangrijker vinden.” Van Noort benadrukt dat de leden van ZuivelNL (LTO Nederland, de Nederlandse Melkveehouders Vakbond en de Nederlandse Zuivel Organisatie) bij het opstellen van de begroting nadrukkelijk hebben gekeken naar waar voor beide partijen meerwaarde ligt.

Roald van Noort: “ZuivelNL creëert meerwaarde voor melkveehouder en zuivelonderneming.”

Voedselveiligheid

Voor de zuivelindustrie ligt de meerwaarde volgens Van Noort daar waar het onderscheidend vermogen tussen ondernemingen nihil is. “Op die thema’s kan ZuivelNL instrumenten ontwikkelen waarmee zuivelondernemingen aan bepaalde eisen en voorwaarden kunnen voldoen. Zodra er concurrentie op een thema ontstaat, moet ZuivelNL er wegblijven. Wij zijn er echt alleen om meerwaarde te creëren, synergie te realiseren, activiteiten en instrumenten te ontwikkelen die voor alle partijen dezelfde toegevoegde waarde hebben.” Een duidelijk voorbeeld vindt hij voedselveiligheid. “Daarvan hebben zuivelondernemingen aangeven het zo belangrijk te vinden dat ze elkaar daar niet op willen beconcurreren. Als ze dat wel zouden willen, dan moet je zo’n thema vooral niet bij ZuivelNL neerleggen.”

Innovatief blijven

Naar verwachting is er na dit jaar enige ruimte om nieuwe activiteiten te ontwikkelen. Als interim-directeur wil Van Noort zich daar niet over uitlaten. Hij vindt het aan zijn opvolger om de toekomstige route van de ketenorganisatie uit te stippelen. Al heeft hij er persoonlijk wel ideeën over. Wat hem betreft zouden eventuele nieuwe activiteiten zich moeten toespitsen op het gebruik van data. “Als we innovatief willen blijven als Nederlandse zuivelketen, zullen we steeds meer gebruik moeten maken van data en data-analyses. ZuivelNL zou zich kunnen ontwikkelen tot een juridisch en technisch expert van data op het snijvlak van melkveehouderij en industrie. Een soort programma- en instrumentenontwikkelaar waar iedereen van kan zeggen, net als bij Intel: als het certificaat van ZuivelNL er op staat, dan is het instrument van onbesproken gedrag. Dan kunnen we volop vertrouwen op de kwaliteit van het instrument. Maar als je daarna ZuivelNL om een

Het beheer en de analyse van data in de zuivelketen gaan een steeds grotere rol spelen, voorziet Roald van Noort. (Foto: NZO)

oordeel gaat vragen over de uitkomsten van die instrumenten, dan ben je aan het verkeerde adres. Dan moet je bij de gebruikers zijn.”

Discussie

Van Noort doelt daarmee op de discussie die hij heeft zien ontstaan over door instrumenten als KringloopWijzer en KoeMonitor die ZuivelNL beheert. Die discussie is op de bestuurstafel van ZuivelNL beland en dat is naar zijn mening niet de juiste plek. “De partijen die de instrumenten samen hebben ontwikkeld zouden dat onderling moeten bediscussiëren; niet aan de bestuurstafel van ZuivelNL. Ik wil niet het gras voor de voeten van mijn opvolger wegmaaien, maar dat zou mijn aanbeveling aan het bestuur zijn.” De noodzaak van het verzamelen en analyseren van data komt volgens Van Noort voort uit de eisen die de maatschappij aan de sector stelt. “Er worden meer steeds meer eisen gesteld aan hoe we omgaan met dieren, hoe we voedsel produceren en aan de emissies die we uitstoten. Het is heel belangrijk om onze ‘license to produce’ en ‘license to operate’ te behouden. Niet alleen voor veehouders, maar ook voor zuivelondernemingen. Er is een toenemende behoefte aan tracking en tracing van kwaliteit. Je hebt daardoor meer data nodig om te kunnen certificeren, om te kunnen exporteren en dus om geld te kunnen verdienen.”

Gezondheidspreventie

Volgens van Noort staat de zuivelsector aan de vooravond van een herinrichting, omdat er anders tegen voedselproductie wordt aangekeken. “Voedsel wordt steeds meer gezien als gezondheidspreventie. De consument kijkt hoe hij voedsel kan inzetten om niet ziek te worden. Dat is een hele andere benadering.” Dat die verandering vervolgens tot spanningen leidt op bepaalde dossiers in de voedselketen, zegt Van Noort goed te begrijpen. “Ik weet dat dit voor de meeste boeren niet altijd even vriendelijk klinkt, maar we moeten ondernemen binnen de regels die we als maatschappij stellen. Dat is overigens een thema dat boeren en industrie beste eens mogen aankaarten. Want als sector houden we houden ons aan de regels die de maatschappij aan ons stelt, maar wat krijgen wij daar voor terug? Die vraag stel ik als burger ook. Ik betaal belasting en dan wil ik ook weten wat ik daar voor terugkrijg. Wat de kwaliteit is van de zorg of van de wegen. Ik vind dat die discussie best wat strakker gevoerd mag worden.” Overigens vindt Van Noort dat de Nederlandse zuivelketen er internationaal gezien uitstekend voor staat. “Dat geldt niet alleen voor het vakmanschap en de efficiëntie van de melkveehouderij, maar ook voor de zuivelindustrie. Zoals er in het buitenland over onze zuivelsector wordt gesproken, dat is een grote lofzang.”

‘De consument kijkt hoe hij voedsel kan inzetten om niet ziek te worden’

This article is from: