5 minute read

Markt

Next Article
Albert Heijn

Albert Heijn

Het seizoensgebonden productiesysteem van de Ierse melkveehouderij levert de melkveehouders een relatief hoge marge op.

Ieren kunnen maar beter vasthouden aan bijzonder aanvoerpatroon ‘Afvlakken Ierse melkaanvoer zou ongunstig uitpakken’

De Ierse zuivelsector kent een bijzonder aanvoerpatroon: in het voorjaar wordt er zesmaal zo veel melk aangeleverd bij de fabrieken dan in de wintermaanden. Het gevolg is een matige benutting van de productiecapaciteit door het jaar heen. De voordelen van een vlakker aanvoerpatroon blijken echter beperkt.

Tekst: Sjoerd Hofstee

Geen land waar de melkproductie na de afschaffing van het Europese melkquotum zo fors groeide als Ierland (op Cyprus na). Tussen 2014 en 2019 groeide de melkaanvoer en totale verwerking in Ierland met ruim 41 procent naar bijna 9 miljard kilo op jaarbasis. Ter vergelijking: In Nederland groeide de melkaanvoer in die periode iets meer dan 10 procent en in de EU-28 gemiddeld 7 procent. In diezelfde periode bungelden de Ierse zuivelfabrieken Kelly, Glanbia en Dairygold jaarlijks onderaan in de internationale LTO-Melkprijsvergelijking. Dat gegeven was voor de Munster Technological University (MTU) in Cork en voor de Ierse onderzoeks- en adviesdienst Teagasc aanleiding om de analyse ‘Irish Dairy post quota’ op te stellen. Hierin vergeleken zij de resultaten van Ierse melkveebedrijven en Ierse zuivelondernemingen met die van bedrijven in Denemarken, Nederland, Duitsland, Verenigd Koningrijk en Frankrijk. De vraag was of de matige Ierse melkprijzen zich ook vertaalden in matige marges.

Hoge marges

Dat blijkt niet het geval. Integendeel: de vergelijking op boerderijniveau toont dat Ierse melkveehouders tussen 2014 en 2017 met 8 cent per kilo melk duidelijk de hoogste marge scoorden per kilo melk. Nederlandse melkveehouders kwamen over dezelfde periode tot gemiddeld 3,6 cent marge. Dat de Ierse melkveehouders meer melk produceerden en toch de hoogste marges wisten te behalen, heeft alles te maken met hun kostprijs. Die ligt duidelijk lager vanwege het grass-based system waar zo’n beetje de hele Ierse melkveehouderij op drijft. Veruit de

meeste koeien staan in de winter droog en produceren de meeste melk in de maanden mei en juni. Dat heeft logischerwijs ook invloed op de Ierse zuivelindustrie. De gemiddelde benutting van de verwerkingscapaciteit ligt in de Ierse zuivelfabrieken door het jaar heen op 62 procent, terwijl dit in de andere EU-landen gemiddeld 92 procent is.

Commodity’s

De onderzoekers berekenden dat de lagere benutting van de capaciteit gemiddeld € 1,30 per 100 kilo melkgeld kost voor de Ierse melkveehouder. Het gat met de andere landen wordt vergroot doordat Ierse zuivelfabrieken relatief laag slecht scoren op het aandeel toegevoegde waarde producten. De beperkte thuismarkt en de ligging als eiland spelen daarin een belangrijke rol. De Ierse zuivelfabrieken dus sterker gericht op commodity’s als boter, melkpoeder en kaas. De onderzoekers analyseerden ook hoe de Ierse zuivelindustrie presteert op deze producten. Daaruit komt naar voren dat ook op dit front de Ieren achterblijven ten opzichte van de andere landen, al is het verschil relatief klein. Dat de Ieren ook met commodity’s niet helemaal mee kunnen komen, schrijven de onderzoekers voornamelijk toe aan het eerder beschreven seizoenseffect van melkaanvoer. In 2019 verwerkten de Ierse zuivelfabrieken zo’n 8 miljard kilo melk aangevoerd door Ierse veehouders. Hiernaast werd in dat jaar nog eens 710 miljoen kilo melk geïmporteerd. In de maand mei ligt de Ierse melkproductie op z’n top en komt er ruim een miljard kilo Ierse melk naar de fabrieken. Als deze productie elke maand werd gerealiseerd zouden de Ieren bijna 13 miljard kilo produceren op jaarbasis en de fabrieken 100 procent capaciteit draaien op basis van melkaanvoer uit eigen land. Gesteld kan worden dat de Ierse zuivelindustrie voor de toekomst, gezien de sterke stijging van de melkproductie, met dit aantal kilo’s melk moest rekenen als totale aanvoer op jaarbasis.

Stimuleren

Bij behoud van een seizoensgebonden melkaanvoer vraagt uitbreiding van de capaciteit fors hogere investeringen dan bij een vlakke melkcurve. Immers, meer melk in totaal betekent vooral meer melk in de periode waar nu al de meeste melk aangevoerd wordt en de capaciteit nu op gerekend is. Rond 2014, toen de Ierse melkveehouderij haar groeispurt inzette, werd dan ook al veel gesproken over inzet op afvlakken van de melkaanvoercurve. Boeren zouden actief gestimuleerd moeten worden om ofwel het afkalven van de veestapel te verdelen over het voor- en najaar of het hele jaar door de koeien te laten afkalven. De capaciteit zou dan beter kunnen worden benut; het zou de Ierse zuivelsector competitiever maken. Althans, dat was de hypothese. Uit verschillende onderzoeken, opgenomen en verder uitgewerkt in deze analyse van MTU en Teagasc, blijkt dat dit niet zo uitpakt. Allereerst de overstap naar een systeem van 50 procent afkalvingen in het voorjaar en 50 procent in het najaar. Dit resulteert op een gemiddeld Iers voorbeeldbedrijf in een verslechtering van de marge van gemiddeld € 76 per koe. Maar dat het niet alleen, het verhoogt de gemiddelde capaciteit van de zuivelfabrieken maar in beperkte mate: tot ruim 69 procent. Een percentage dat hen nog steeds ver achterhoudt op het gemiddelde van 92 procent in andere Europese landen en daarmee dus amper helpt in de concurrentiestrijd. Daarvoor zou een veel sterkere afvlakking van de melkaanvoer over het jaar nodig zijn. Het voordeel van een betere benutting van de verwerkingscapaciteit blijkt niet op te wegen tegen het margeniveau dat er op boerderijniveau mee te niet zou worden gedaan. Aan alle kanten blijkt uit de analyse dat het opgeven van het grass-based system de Ierse melkveehouders ruim meer dan 5 cent marge per kilo melk kost. Dat verschil kunnen de Ierse melkfabrieken, ondanks lagere investeringen in extra capaciteit en een bredere productportfolio, nooit goed maken via een hogere melkprijs. De onderzoekers analyseren dat aanpassing van het systeem de zuivelfabrieken hooguit een voordeel oplevert dat gelijk staat aan tot 2 cent meer melkgeld. Daarbij komt ook nog dat de Ierse melkveehouders duidelijk hebben laten blijken te hechten aan hun ‘vrije maanden’ rond december en januari als hun koeien in het huidige systeem droogstaan. Deze melkveehouders willen helemaal niet in groten getale van hun seizoengebonden patroon afstappen. Als belangrijke conclusie en aanbeveling schrijven de onderzoekers in deze uitgebreide analyse dan ook: ‘In het belang van de Ierse melkveesector als geheel is de beste strategie voor de Ierse zuivelbedrijven daarom: vasthouden aan de huidige systematiek’.

This article is from: