5 minute read

Bedrijf

Next Article
Granarolo

Granarolo

Een eeuw ontwikkeling bij Buisman in Zwolle Van opslagbedrijf naar specialist in zuigelingenvoeding

De ondernemende familie Buisman bouwde in een eeuw een florerende onderneming op met een unieke dienstverlenende positie in zuigelingenvoeding. Naast het mengen en verpakken van diverse melkpoeders is dat het specifieke marktsegment waarin het bedrijf zich onderscheidt.

Tekst: Jeen Akkerman

Stel: je ziet kansen om babymelkpoeder te verkopen in een Aziatisch land. Uit marktonderzoek blijkt dat er goede kansen zijn voor een product met een specifieke samenstelling in een bijzondere verpakking, mits het voldoet aan de vergaande kwaliteits- en controle-eisen van de betreffende overheid. Waar ga je dan naartoe om jouw specifieke product te laten samenstellen? Goede kans dat je uitkomt aan de noordkant van Zwolle. Daar, op het bedrijventerrein Hessenpoort, is Buisman gevestigd. Je wordt er vriendelijk ontvangen door eigenaar André Buisman, de derde generatie die de onderneming bestiert. Hij is niet verbaasd over je wensenlijstje, want zijn bedrijf is een van de weinige die dit soort vragen aankunnen. “Wij hebben veel tijd en geld geïnvesteerd om zuigelingenvoeding in elke gewenste specificatie en verpakking te kunnen leveren – van louter product in bigbag tot consumentenverpakkingen in bijvoorbeeld blik of sachets. In feite is dit een niche van een niche.”

Bedrijfsnaam Bij het grote publiek is de naam Buisman vooral bekend van de vroeger veel gebruikte surrogaatkoffie van gebrande glucosestroop. Die onderneming bestaat nog steeds en maakt allerlei toevoegingen voor de voedselindustrie op basis van caramel. Geen familie van André. In de zuivelsector zal de naam Buisman niet alleen worden geassocieerd met het mengen en verpakken van melkpoederproducten, maar ook met de boterproducent VIV Buisman. Ook dit is geen familie. André Buisman gaat niet gebukt onder de relatief geringe bekendheid van zijn onderneming. De partijen in de wereld van zuigelingenvoeding en melkpoeders weten hem te vinden, daar draait het om. In 2022 hoopt hij het honderdjarig bestaan van de onderneming te vieren, die naar alle waarschijnlijkheid in de familie blijft. Zoon Almar (28 jaar) is al werkzaam in de zaak. Diens overgrootvader Andries was schipper op het Zwarte Water in de Kop van Overijssel. Hij exploiteerde meerdere schepen die onder andere agrarische producten vervoerden, zoals kunstmest en granen. Zijn klanten, handelaren in bulk- en zakgoed, hadden behoefte aan een opslaglocatie; Buisman speelde hierop in en startte in 1922 een veembedrijf. Dit inmiddels wat verouderde woord is nog steeds onderdeel van de juridische naam van de firma.

Denatureren De volgende generatie, onder wie André’s vader, profiteerde in de jaren zestig en zeventig van de sterk groeiende melkproductie in Nederland en Europa. Die ging al snel de Europese humane consumptie te boven, waarop ‘Brussel’ besloot om het zogenoemde ‘denatureren’ van melkpoeder te ondersteunen met subsidie. Aan poeder voor menselijke consumptie werden bestanddelen toegevoegd, bijvoorbeeld visolie, die het product alleen nog geschikt maakten voor veevoer. Deze regeling had tot doel om de melkprijs te ondersteunen. Diverse Nederlandse melkpoederhandelaren maakten er gebruik van en hadden behoefte aan steeds meer opslagruimte en menginstallaties om het denatureren uit te voeren.

Val van de muur Buisman groeide in die tijd uit tot een steeds groter bedrijf, vooral als dienstverlener bij het denatureren. Dat ging geweldig, totdat in 1983 de melkquotering werd ingevoerd. De mengapparatuur ging de mottenballen in, Buisman moest op zoek naar andere bezigheden om zijn mensen aan het werk te houden. Die werden gevonden in het opnieuw uitbreiden van de opslagfaciliteiten. “We hadden in die tijd al zuivelproducten voor alle Nederlandse producenten in opslag”, vertelt André Buisman. “Dat is destijds uitgebreid naar andere sectoren, zoals opslag van specerijen en zeepproducten. Ik herinner me dat we een tijd lang ook allerlei spellen zoals Rummikub in opslag hadden.” Buisman kwam zelf in 1987 aan het roer van het familiebedrijf. Al snel deed zich een kans voor om het mengen van

André Buisman (rechts) met zijn zoon Almar: “We hadden in de jaren tachtig al zuivelproducten voor alle Nederlandse producenten in opslag.”

melkpoeders toch weer op te pakken. Na de val van de muur in 1989 kwam er namelijk veel melkpoeder uit OostEuropese landen naar Nederland. Die poeder, uit bijvoorbeeld Polen, WitRusland en de Baltische staten, was lang niet altijd van de juiste kwaliteit en vaak was ook de verpakking niet optimaal. Buisman ging, opnieuw in opdracht van diverse poederhandelaren, weer mengen en verpakken. Enkele oude machines werden uit de mottenballen gehaald en de onderneming investeerde flink in nieuwe apparatuur. Gaandeweg werd dienstverlening in melkpoeder zo weer de hoofdactiviteit van Buisman. In het eerste decennium van deze eeuw werd afscheid genomen van de opslagactiviteiten van alle niet-zuivelproducten. Ook de spellen gingen de deur uit. Het bedrijf verhuisde in die tijd naar de huidige locatie en Buisman besloot zich verder te specialiseren. Ook het mengen van melkpoeders voor de veevoerindustrie werd afgestoten. Sindsdien levert Buisman alleen diensten aan de zuivelindustrie en -handel op het terrein van melkpoeders voor humane consumptie.

Zuigelingenvoeding Geheel in lijn met deze ontwikkeling startte Buisman in 2006 met het mengen en verpakken van zuigelingenvoeding op basis van melkpoeder. Daarbij zijn niet alleen de samenstelling en de juiste machines van belang, maar vooral ook kennis van de soms vergaande en lastig te doorgronden regelgeving op internationale markten. China is wat dit betreft een bekend voorbeeld met zeer strenge regelgeving waaraan Buisman weet te voldoen. Hiervoor is een aantal Chinese medewerkers aangetrokken. Om de unieke positie in deze markt verder te versterken, vernieuwde de onderneming vijf jaar geleden de gehele productie-installatie voor het mengen en verpakken van zuigelingenvoeding. “Het is een interessant marktsegment, dat ook hoge investeringen vergt”, vat Buisman de situatie samen. Tot nu toe werpen die investeringen vruchten af, ook omdat er niet snel concurrenten toetreden die de kennis, het geld en het geduld hebben om een vergelijkbare positie op te bouwen.

‘We kunnen alles aanbieden behalve de productie van de zuigelingenvoeding zelf’

Voor Buisman is dat enerzijds een geruststelling, maar de geschiedenis van het familiebedrijf leert dat je je steeds moet aanpassen aan nieuwe marktomstandigheden en dito klantwensen. Daarom verbreedt Buisman zijn dienstverlening op het terrein van zuigelingenvoeding, bijvoorbeeld naar meer kennis over samenstelling en functionaliteit, inkoop van grondstoffen en het exportwaardig verpakken van het product. “We kunnen inmiddels alles aanbieden behalve de productie van het poeder zelf. Zo ontzorgen we onze klanten steeds meer, ze betalen dan in feite een vast bedrag per blik babymelkpoeder voor onze diensten.” Het continu zoeken naar en verzilveren van marktkansen heeft geresulteerd in een mooi, sterk en onafhankelijk bedrijf, waar een familie trots op mag zijn. Jaarlijks mengt en verpakt Buisman meer dan 100.000 ton aan (melk)poeder en realiseert daarmee een omzet van ruim € 20 miljoen. Dit alles met een team van ruim zeventig vaste medewerkers. Het kost enige moeite om de getallen aan de directeur-eigenaar te ontfutselen. Buisman is er de man niet naar om het van de daken te schreeuwen; hij vindt het veel belangrijker om een partner te zijn voor zijn klanten, die de weg naar zijn bedrijf in Zwolle weten te vinden.

This article is from: