Ons Begijnhof
Maria en de zeven weeën In ons begijnhof schuilen vele symbolen en tekens, die we wel zien, … maar niet altijd begrijpen. In de christelijke traditie wordt zo nogal wat aandacht besteed aan Maria en de zeven weeën, maar waar gaat dit eigenlijk om en waar vinden we dit in ons begijnhof? Maria, als de moeder van Jezus, wordt beschreven en afgebeeld als een bijna bovenmenselijke vrouw en moeder. Maar net als iedere moeder kende zij hoogtes en laagtes tijdens haar leven. We kennen haar zeven weeën en zeven vreugdes toe. Niet toevallig zeven, een heilig getal. Die vreugdemomenten laten we even voor wat ze zijn en we richten onze aandacht hier op de weeën: de hart verschroeiende, verscheurende momenten uit Maria’s leven.
Tekst & Foto’s: Marc
Zoals op veel plaatsen heeft ons begijnhof iets met deze symboliek: rond de begijnhofkerk zijn 7 beeltenissen te zien, die de zeven weeën een voor een uitbeelden. Let wel op: een goede teller ziet er inderdaad acht, maar het eerste, links als eerste op de zijgevel, verwijst niet naar een van de weeën (A). Het is een afbeelding van de doodstrijd, de agonie, van Jezus in de hof van olijven, de avond van zijn gevangenneming, de dag voor zijn dood. We zien de drie apostelen die hem nog vergezellen na het laatste avondmaal. Ze slapen. Petrus heeft zijn zwaard omgord: hij zal even later een oor afhakken van Malchus, tijdens de arrestatie. God de Vader toont Jezus het kruis en de kelk. Jezus smeekt om deze lijdensdagen toch aan hem voorbij te laten gaan. Nalezen van dit verhaal kan bij evangelist Mattheus, hoofdstuk 26, vers 36 en volgende.
Het verhaal van de weeën begint al als Jezus nog klein is. Het is een Joodse traditie om een mannelijk kind (hoe discriminerend!) aan God toe te heiligen in de tempel, de zogenaamde opdracht. Goedwil wordt afgesmeekt middels (de betaling van) een offerdier. Als Jozef en Maria dit met Jezus doen, ontmoeten zij de oude Simeon en Hannah. Als in een visioen vertelt Simeon wat Jezus nog te wachten staat in zijn verdere leven. Het kind zal droefenis brengen aan de moeder en haar hart met een zwaard doorsteken (1). Voor een mama is dat geen opwekkend toekomstbeeld. We kunnen hier verwijzen naar de tekst van het Lucas evangelie, hoofdstuk 2, vers 22 – 40. De volgende beproeving gebeurt als blijkt dat de Joodse koning Herodes het gemunt heeft op Jezus, omdat hij denkt een toekomstige rivaal te herkennen. Herodes vaardigt een gebod uit waarbij alle kleine kinderen vermoord moeten worden (jaarlijks nog herdacht op 28 december: dag van de onnozele, lees onschuldige, kinderen). Jozef en Maria vluchten met Jezus weg naar Egypte (2) en wachten rustiger tijden af alvorens terug te keren naar Nazareth. Verwijzen we naar het Mattheus evangelie, hoofdstuk 2, vers 13 -15. Met kleine kinderen heb je altijd miserie… welke ouder is al niet eens een kind even kwijt geraakt. Ze ontsnappen aan je aandacht voor je het weet (en halen dan nog veelal kattenkwaad uit ook). (3) Jezus is niet anders, hij ontsnapt aan de aandacht van zijn ouders en gaat doodleuk als kleine gast dagenlang debatteren in de tempel met de schriftgeleerden. De schrik zit er goed in, maar papa en mama vinden Jezus terug. Hun gekijf wordt serieus tegengesproken door hun zoon, inmiddels 12, die het beter weet. Zie maar bij evangelist Lucas, hoofdstuk 2, vers 41 – 51.
wordt tot de doodstraf aan het kruis (4). Hij had zijn familie uitgebreid met apostelen en leerlingen, ook een paar vrouwen, waaronder zijn moeder, die rotsvast in hem geloofde.
1. Maria’s lijden voorspeld.
2. Vlucht naar Egypte.
Maar eens Jezus volwassen is, begint de echte miserie… Hij is een goed mens met een goed idee over mensen en samenleving, maar dat wordt niet zo geapprecieerd. Amper drie jaren kan hij zijn verhaal verkondigen voor hij gevangen genomen en gevonnist
4
A. De doodstrijd.
3. Maria op zoek naar Jezus.