vieren in een kleine gemeenschap
Elementen voor een woord- en gebedsviering met Maria Magdalena
De tijd vlak na Pasen is een geschikte periode om een viering te houden ter ere van Maria Magdalena. Maria is de eerste aan wie Jezus na zijn verrijzenis verschijnt. Maria is de eerste die de opdracht krijgt om aan de apostelen te verkondigen dat hij niet dood is, maar verrezen. Haar bijzondere positie is al vroeg in de geschiedenis erkend: vanaf de vroege middeleeuwen wordt Maria geëerd met de titel ‘apostel van de apostelen’. In het evangelie van Johannes dat op Paasmorgen wordt gelezen, wordt juist het gedeelte overgeslagen waarin Maria Magdalena de verrezen Heer ontmoet in de graftuin. Daarom is deze woorden gebedsviering geschikt voor bijvoorbeeld tweede Paasdag of een viering in de eerste week na Pasen. De elementen die hier volgen, zijn bedoeld voor een woord- en gebedsviering, maar kunnen natuurlijk ook gebruikt worden in andere typen vieringen. tekst en samenstelling Marian Geurtsen
Openingsritus Na de schuldbelijdenis of het kyriegebed kan een ritueel van een doopgedachtenis volgen: In het middenpad wordt op een standaard een wijwaterschaal of verplaatsbare doopvont neergezet. De kerkgangers worden uitgenodigd om naar voren te komen, zichzelf te bekruisen met water in deze doopvont en weer terug te lopen naar hun plaats. Een uitnodigingstekst die de voorganger hiervoor uitspreekt: Het is Pasen. Met het volk dat door de Rietzee is getrokken, mogen wij ons herinneren dat wij door het water zijn gered. Met Jezus die door de dood heen toch leeft, mogen wij vertrouwen dat ook ons leven is gegeven. Daaraan herinneren we ons als we een kruisteken maken met water dat gewijd is in de paasnacht. 08 |
Als het wenselijk is dat de kerkgangers op hun plaats blijven zitten, kan dit ritueel ook al bij binnenkomst plaatsvinden. In veel kerken zijn wijwaterbekkens bij de ingang niet meer in gebruik. Zet in dat geval een mooie schaal met wijwater op een standaard en nodig de kerkgangers bij binnenkomst uit om zichzelf te bekruisen met wijwater voordat ze hun zitplaats zoeken.
Lezingen Hooglied 3, 1-4a Johannes 20, 1.11-18 Evangelie van Maria 10 (zie hieronder) Petrus zei tegen Maria: ‘Zuster, wij weten dat de Verlosser meer van jou gehouden heeft dan van de andere vrouwen. Zeg ons de woorden van de Verlosser zoals