Bio Actief 25

Page 1

Bio Actief 25 Jouw ontmoeting met een dynamische sector

“Samenwerken betekent niet alleen aan je eigen belangen denken.� K O EN R A A D VA N EY K ER E N & L EEN D E C R A EKC ER

driemaandelijks tijdschrift verschijnt in maart

- juni - september - december


Bio Actief

Jouw ontmoeting met een dynamische sector SE P TE M B E R 2 0 1 4, EDI TIE 2 5 Bio Actief is een uitgave van BioForum Vlaanderen vzw. Bio Actief vind je vier keer per jaar in je brievenbus. BI O FOR U M V L AANDE R EN V Z W Quellinstraat 42 2018 Antwerpen T 03 286 92 78 E info@bioforumvl.be www.bioforumvlaanderen.be V.U . Kurt Sannen, Asdonkstraat 49, 3294 Molenstede HO O FDR EDAC T I E Tom Wouters

VOORWOORD

Bio werkt samen Beste lezer,

D

E I N D R E DAC T I E Petra Tas RE D A C T I ER AAD E N I NHOUD ELI JKE EXPERT ISE Bram Fronik (Verwerking & wetgeving), An Jamart (Landbouw), Marijke Van Ranst (Verkooppunten & foodservices), Esmeralda Borgo (Beleid), Paul Verbeke (Ketenmanager), Martine Van Schoorisse (Biogarantie, beurzen & export), Lieve Vercauteren (Directeur) FO T O G R AF I E KVL/Creative Nature, Lisa Develtere, Kjell Gryspeert, Joachim Dewilde, Frank Toussaint, Tim Vandewiele, Stefan Jacobs, Annelijn Steenbruggen CO VE R F OT O KVL/Creative Nature VO RM G EV I NG We Make Graphics ME T DANK AAN Pieter-jan Noë, Lieve Verhelst, Dirk Hennissen, Pieter Coopmans, Koen Vanroye, Koenraad Van Eykeren, Maureen Vande Cappelle, Geert Iserbyt en Tom Troonbeeckx. D RU K Drukkerij De Bie. Gedrukt op gerecycleerd papier met vegetale inkten, in een ecologisch geëngageerde drukkerij. VE RZ E NDI NG Annemie Lambert, De Brug vzw A BO N NER EN Belgische marktspelers krijgen een gratis abonnement. Ben je geen marktspeler, maar wel geïnteresseerd in een jaarabonne­ ment? Maak dan 25 euro over op bovenstaand rekeningnummer met de vermelding ‘Abonnement Bio Actief’. Buitenlandse abon­ nees betalen 30 euro (BIC: TRIOBEBB, IBAN: BE30523080125311). A D VE R T ER EN Wil je graag de publicitaire mogelijkheden van Bio Actief kennen? Neem contact op met Sabrina Proserpio, E sabrina.proserpio@bioforumvl.be, T 03 286 92 70. Deze publicatie kwam tot stand met de steun van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, van het Departement Landbouw en Visserij.

e Palestijnse schrijver Sayed Kashua heeft jarenlang geprobeerd Joden en Palestijnen met elkaar te ver­ zoenen. Hij deed dat door in het Hebreeuws te schrijven over zijn volk. Maar in een recente column gaf hij aan de strijd op te geven. Hij verhuist met zijn gezin naar de VS. Waarom lijkt de ander demoniseren toch steeds weer ­makkelijker dan er begrip voor tonen? Ook in ons land zijn onze Franstalige buren vaker de boeman dan landgenoten. Deze zomer had ik met Franstalige stagairs ­interessante gesprekken over de toekomst van ons landje. Wallonië lijkt steeds verder weg. Alleen stel ik als ondernemer vast dat Vlaanderen behoorlijk klein is. Grondstoffen, d ­ ieren en ­producten kopen we in Wallonië, onze producten gaan ook naar Brussel en het Franstalige landsgedeelte. Met onze vakbeurs Expo4Bio kiezen we vanuit die eco­ nomische realiteit resoluut voor een Belgische beurs, die bovendien ook de deuren openzet voor onze buur­ landen. Zo brengen we iedereen samen die in ons land actief is in de biosector en geven we een mooi beeld van wat bio in België betekent. Zoals je verderop in dit nummer kan lezen, probeer ik al jaren landbouw en natuurbehoud te verzoenen. Voor ik ­voltijds bioboer werd, gaf ik het natuurbeleid in Vlaanderen mee vorm. Ik pleit nog altijd voor wederzijds begrip voor landbouw én natuur. Er is toch niemand die wil schieten in de hand die hem voedt? Je lost problemen niet op door mensen tegenover elkaar te plaatsen, wel door samen te werken. In de biosector vertrekken we vanuit het geheel. Boeren, verwerkers, verkopers én consumenten dragen samen de ver­ antwoordelijkheid over hoe we met de aarde omspringen. Ik ben er dan ook van overtuigd dat onze voortrekkers­ rol ook in het natuurbeleid erkend zal ­worden. Die strijd geef ik nooit op. KURT SANNEN

Voorzitter BioForum Vlaanderen kurt.sannen@bioforumvl.be

02

Bio Actief

25


BIO ACTIEF 25

Inhoudstafel 10

12

Kennis delen over de grenzen

De Landgenoten

21

18

Over de nieuwe EU-wetgeving

Schone labels

06 LEKKERE SECTOR

LEVENDE SECTOR

Samenwerken aan bio

22

Veggie & Bio, hand in hand

15 EERLIJKE SECTOR

Natuur & Biolandbouw: concurrenten of partners

Bio Actief

25

03


Bio Flash Biolandbouw doet het goed Uit een Europees rapport blijkt dat de biolandbouw het goed doet, in tegenstelling tot de gangbare landbouw. Het aantal bioboeren in Europa is in tien jaar tijd ver­ dubbeld en in s ­ ommige landen zelfs verdrievoudigd. Bioboeren zijn jonger en bewerken steeds meer grond. Toch blijft de biosector maar goed voor 5 procent van de hele landbouwproductie in Europa. In Vlaanderen is dat zelfs minder dan één procent. BioForum Vlaanderen pleit voor een aanmoedigings­beleid vanuit de overheid.

fotografie

KVL/Creative Nature, Wijveld

Het volledige (Engelstalige) rapport vind je op www.bfvl.be/eurapport.

Toekomst zaaien – ­zondag 12 en ­­­­­­­­19 ­oktober 2014

Nieuwe website en vernieuwde ­Biobedrijvengids Na een nieuw logo heeft BioForum Vlaanderen nu ook een nieuwe website. Daarmee wil BioForum ondernemers uit de biosector alle informatie ­aan­reiken die ze nodig hebben om aan de slag te gaan. Ook de Biobedrijvengids zit in een nieuw jasje, waardoor het nog ­makkelijker wordt om eventuele ­partners of leveranciers terug te vinden. De nieuwe site vind je terug op het vertrouwde adres: www.bioforumvlaanderen.be. De Biobedrijvengids bezoek je op www.biobedrijvengids.be.

04

Bio Actief

25

Samen wintergranen zaaien heeft iets magisch. Bovendien kom je ermee in actie voor een biologische, ggo-vrije landbouw. In heel Europa is Toekomst Zaaien uitgegroeid tot een enorme ­campagne met duizenden mensen in 14 landen. In Vlaanderen zijn we toe aan de tweede editie. Op 12 en 19 oktober kun je terecht op een van de deel­ nemende biologische boerderijen, telkens van 14 tot 17 uur. Iedereen welkom, van jong tot oud. Maak het mee bekend! Alle details & zaailocaties vind je op www.toekomstzaaien.be


Overleg in fruitteelt BioForum en Bio zoekt Keten nodigden op 7 augustus biologische pitfruittelers, ­handel en retailers uit op het bedrijf van Yvan Verhemeldonck. Samen bespraken ze de oogst­ verwachting en het komende verkoops­seizoen. Daaruit bleek dat de appel- en perenoogst dit jaar wel eens de beste in jaren zou ­kunnen zijn, zowel in kwantiteit als in kwaliteit.

Je leest het volledige verslag op ­­ www.bfvl.be/boomgaard­overleg. ­­­­ Op zoek naar ­leveranciers van biologisch pitfruit? ­Neem een kijkje op ­­­­­­­­ www.biobedrijvengids.be

Netwerkdag ­samenwerken in de Korte Keten

Afhaalpunten in ­Biogenietengids We blijven bouwen aan onze Biogenietengids, dé biogids voor consumenten. Recent voegden we de afhaalpunten van bio-abonnementen toe. Consumenten vinden nu nog ­vlotter een adres in de buurt om ­groenten op te halen. De Biogenietengids ­verzamelt intussen meer dan 1.000 ­lekkere ­adressen in Vlaanderen en Brussel.

Met samenwerking bereik je soms veel meer, zeker in de korte keten. Alleen: hoe begin je eraan? Wat zijn de val­kuilen? En hoe maak je goede afspraken? Op deze netwerkdag komen al deze t­ hema’s aan bod en leren we uit elkaars e ­ rvaringen. De netwerkdag vindt plaats op 27 oktober.

Inschrijven voor deze n ­ etwerkdag kan via www.bfvl.be/ Netwerkdag_samenwerkingkorteketen. ­Voor vragen neem je contact op met ­­marijke.vanranst@bioforumvl.be

Je vindt alle informatie op www.biogenietengids.be. Voor vragen neem je contact op met marijke.vanranst@bioforumvl.be

Bio Actief

25

05


LEVENDE SECTOR

Samenwerken aan bio In de biosector duiken tal van samenwerkingsverbanden op. Het is duidelijk: bioboeren zitten niet alleen op een eiland. Deze drie portretten tonen dat samenwerken op alle mogelijke manieren kan: met andere boeren, met klanten of gewoon met de maatschappij.

LANGE INTERVIEWS ONLINE Voortaan vind je een uitgebreidere versie van deze interviews op onze website. www.bfvl.be/bedrijfindekijker 06

Bio Actief

25


LV Vanroye Koen Coopmans Pieter W AT ?

Samenwerking tussen 2 boeren WIE?

Pieter Coopmans & Koen Vanoye WANNEER?

Bio sinds 2010 WAAR?

Lummen en Herkenrode HOEVEEL?

85 ha natuurgebied, 5 ha landbouwgrond

O

nafhankelijk van elkaar en met maar één dag verschil schakelden Pieter Coopmans en Koen Vanroye in 2010 om naar bio. Pieter liet op dat moment al vijf jaar zijn schapen en koeien grazen in het natuurgebied rond de abdij Herkenrode, in samenwerking met Agentschap Natuur & Bos. Alleen was het ­terrein wel erg groot om met zijn dieren helemaal te onderhouden en had hij geen machines. Op datzelfde moment botste Koen met zijn geitenbedrijf op bepaalde grenzen. Hij begon in 2009 met 20 geitenlammeren op de groot­ ouderlijke hoeve met enkele ha grond. Omdat zijn bedrijf groeide, moest hij op zoek naar ruwvoer voor de geiten en afzet voor de mest. ­

Een samenwerking bleek de juiste oplossing: Koen had de machines die Pieter nodig had en Pieter het jonge gras voor de geiten van Koen. In 2012 voegden ze beide be­drijven samen onder één structuur: LV Vanroye Koen - Coopmans Pieter.

“We weten heel goed wie welke ­taken op zich neemt.” P I ETER C O O PM A N S & K O EN VA N R OY E

Onder die ene bedrijfsstructuur ­p assen twee merken: met Herkenrodeboer zorgt Pieter voor akkerbouw-­­en vleesproducten. Koen produceert onder het merk Goerenhof geitenmelk en verzorgt de administratie van de landbouwvennootschap. Waarom samenwerken onder één structuur? "Een informeel kader zou de intense samen­ werking niet makkelijker gemaakt hebben. De sterkte van een LV (Landbouwvennootschap) is net de stabiele structuur. Eigenlijk te stabiel, want wij werken met seizoens contracten. In elk geval zijn er goede af­­­­­spraken nodig. Wij weten heel goed wie welke taken op zich neemt, al blijven er in de ­praktijk ­uiteraard overlappingen. Dat zorgt soms wel voor kleine misverstanden," aldus Pieter. Eén ding is duidelijk: samenwerking vormt de basis van dit bedrijf.

Bovendien wordt die lijn doorgetrokken en zijn er intussen ­­ook heel wat nieuwe samenwerkin­ gen ontstaan. Zo werkt Herkenrodeboer samen met Jessenhofke en met Regionaal Landschap voor biomeel.

"Je mag nooit een samenwerking starten vanuit het idee: wat kan ik er uit halen? Je kan pas van een samenwerking spreken als je ook aan elkaars belangen denkt en je een win-winsituatie creëert. Haal je er niets uit, dan houdt de samenwerking ook geleidelijk op te bestaan. Pieter broedt op nog ideeën. "We werken aan een samenwerking met een kaasmakerij. Zo is de cirkel rond. Pieter teelt het voer, Koen houdt de geiten en Giedo De Snijder maakt kaas van de geitenmelk." MEER WETEN?

www.herkenrodeboer.be

fotografie

Tim Vandewiele

Bio Actief

25

07


Puur Natuur Melsele W AT ?

Bioboerderij met hoevewinkel WIE?

Rudi Hennissen en Lieve Verhelst WANNEER?

Bio sinds 2000 WAAR?

Melsele HOEVEEL?

2,5 hectare

Omdat er geen andere bioboeren in de buurt zitten, is er weinig samenwerking mogelijk. Toch zitten Rudi en Lieve niet op een eiland. Ze kopen producten aan van andere bio­ boeren en verkopen ook aan hen. Sinds jaar en dag komt een zorgvrager helpen op de boerderij en vinden Landwijzer-studenten er een aangename stageplek. Ook stellen ze hun boerderij regelmatig open voor scholen of verenigingen. Elke twee jaar organiseren ze tijdens de Bioweek een groots opgezette open dag, die altijd veel volk lokt. "Wij blijven uit­leggen wat we anders doen. Veel mensen zitten vastgeroest in oude gewoontes of hebben drempelvrees. Het vergt inspanning om iemand te overtuigen."

R

udi en Lieve baten al sinds 1986 een boerderij uit, al is er sindsdien heel wat veranderd. Rudi: "Ik heb destijds een gang­ baar veebedrijf overgenomen van mijn ouders. We verkochten in het begin alleen aan een lokale slager, maar moesten op een bepaald moment het reguliere verkoopscircuit in. "Dat Stilaan begint de vraag over opvolging te bleek een slechte ervaring "Het was nooit goed ­spelen. "De jongste zoon heeft wel interesse voor de veehandel: ofwel waren onze dieren om op lange termijn de boerderij over te te vet ofwel te mager. We nemen. Alleen: Rudi is zijn toen in het Vlaams naast de boerderij altijd Agrarisch Centrum een voltijds blijven w ­ erken. cursus biolandbouw Onze zoon doet dat nu gaan volgen. In 2000 ook en ziet hoe zwaar zijn we dan ­helemaal dat is. Hij wil dat niet. van nul begonnen met Onze andere kinderen biogroenten." hebben allemaal hun RU D I H EN N I S S EN & eigen job en willen die L I EVE VER H EL S T Door die negatieve erva­ niet ­c ombineren met ring kozen Rudi en Lieve een boerenleven. Toch ook resoluut voor de korte keten. In de wil niemand de b ­ oerderij verloren zien gaan. hoevewinkel vinden zowat 150 vaste k ­ lanten We hebben nog even tijd, maar we moeten niet alleen meer dan 60 verschillende soor­ erover waken dat we niet stil vallen." ten groenten van eigen kweek, maar ook een heel uitgebreid aanbod andere bio­ Aan stoppen denken Rudi en Lieve in elk producten. Lieve: "Het directe contact vind geval nog niet meteen. "We hebben pas een ik echt een meerwaarde. Je krijgt meer waar­ nieuw perceel omgeschakeld en een tractor dering voor je werk." Het is volgens Lieve gekocht. Het werken in en met de natuur en een wereld van verschil met de vroegmarkt, onze ­klanten zorgen ervoor dat we blijven waar ze soms hun meeropbrengsten aan genieten." verkopen en waar ze zelf ook producten aan­ kopen. "De feedback beperkt zich meestal M E E R W E T E N ? tot de boodschap dat onze peren te klein www.puurnatuurmelsele.be of onze bloemkolen niet wit genoeg zijn."­­­­

“Onze klanten zijn meer dan klanten.”

fotografie

Kobe Van Looveren

Rudi vult aan: "Onze klanten zijn meer dan klanten. Neem nu het restaurant dat hier zijn groenten aankoopt: de kok stelt zijn menu wekelijks samen op basis van ons aanbod. Een erg leuke samenwerking is dat." Naast de groenteteelt houdt Rudi ook kippen (voor eieren en vlees) en teelt hij fruit.

08

Bio Actief

25


Biologisch Fruitbedrijf Van Eykeren W AT ?

Biologische appelen en peren, appelsap WIE?

Koenraad Van Eykeren en Leen De Craecker WAAR?

Watervliet WANNEER?

Bio sinds 1999 HOEVEEL?

18 ha

K

oenraad Van Eykeren en zijn vrouw Leen startten eind jaren 1990 met hun bio­ logisch fruitbedrijf. In eerste instantie kozen ze voor geïntegreerde fruitteelt, dat zoveel mogelijk inzet op natuurlijke bestrijdings­ middelen. Alleen ging dat voor hen niet ver genoeg. Al snel be­­slisten ze de stap naar bio te zetten.

"De geïntegreerde teelt neemt geen enkel risico: van zodra er een plaag dreigt, wordt die ­(chemisch) bestreden. Er wordt ook gebruik gemaakt van kunst­ mest bijvoorbeeld. Wij werken liever met de natuur samen en laten vooral haar het werk doen." Koenraad en Leen weten heel goed wat er leeft in hun boomgaard

fotografie

Kobe Van Looveren

en zorgen voor genoeg natuurlijke elementen. "Die zorgen voor een grotere bio­diversiteit. De impact op het milieu is voor ons een belang­ rijke reden om voor bio te kiezen." Ongeveer 10 procent van de oogst wordt geperst tot sap, de rest wordt verkocht via verschillende kanalen. "Diversifiëren maakt ons minder afhankelijk en daardoor staan we sterker", aldus Koen. Hun grootste afzet verloopt via BelOrta, maar ze zijn ook aan­ gesloten bij Voedselteams en de coöperatie Mmm...eetjesland die streekproducten in de kijker zet. Af en toe verkopen ze ook fruit op het bedrijf zelf. Ze schatten dat 20 procent van hun verkoop via de korte keten verloopt. Koenraad en Leen kiezen voluit voor samen­ werking. "Samen sta je sterker. Dankzij een coöperatie bijvoorbeeld zorg je samen met andere bedrijven voor afzet. Die samen­ werking heeft soms ook een keerzijde: hoe groter de structuur, hoe ­minder je zelf de product­eisen kan bespreken met de uiteindelijke klant."

“Samenwerken ­betekent open staan voor de ander en niet alleen aan je eigen belan­ gen denken.” KOE N RA A D VA N E YKE REN & L E E N D E CRA E KCE R

zelfs een meerwaarde. Het persoonlijke c­ ontact speelt hier ook een grote rol. Elk jaar komen er teams op bedrijfsbezoek. Bovendien o ­ ntstaat er dankzij hen ook een samen­werking met andere producenten." Onder biologische pitfruittelers heerst een goede verstand­houding. ­­­­­­­­­­­­­­­­­­­­"We ­kunnen altijd bij elkaar terecht voor advies ­­­­­­­­­­­­­­en gaan samen op bedrijfsbezoek.­­­ Bovendien ­produceren we genoeg om van s ­ eptember tot april aan de vraag van de binnen­landse markt te voldoen. Dat geeft veel voldoening." Toch vraagt elke samenwerking een in­­spanning. "Samenwerken be­­tekent open staan voor de ander en niet alleen aan je eigen belangen denken. Een bekrompen houding of jaloezie staat een goede samenwerking in de weg." Koenraad en Leen durven nog hardop te ­dromen: "Het zou leuk zijn als er in de toekomst een regionale samenwerking met bioboeren ­mogelijk zou zijn. Iedereen heeft dan zijn eigen teelten, maar samen zorgen we voor afzet en kennisuitwisseling."

Daarom zijn ze blij dat Voedselteams steeds belangrijker worden voor hun afzet. "Voor hen maakt het formaat of de appelsoort niet uit. Ze vinden die af­­wisseling

Bio Actief

25

09


SECTOR IN BEWEGING

Kennis delen over de grenzen heen Sleutelbegrippen in het Europese Landbouwbeleid 2014-2020 zijn kennisoverdracht en innovatie. Een groep van 8 Europese boerenorganisaties overlegt regelmatig over deze thema’s. In juni waren ze op bezoek in Vlaanderen.

WIE?

8 Europese boerenorganisaties W AT ?

Bedrijfsbezoeken in Vlaanderen WAAROM?

Kennis uitwisselen

I

n het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), en dan met name in de plattelands­­­­­­ontwikkelings­­­­­­­­­­­­­­­programma’s (PDPO), staan het uitwisselen van kennis en innovatieoplossingen c ­ entraal. Hoewel ­b iologische boeren pioniers zijn op dat vlak, blijkt het niet altijd even eenvoudig om ­informatie te vinden over de steun­ maatregelen waarvoor ze in aanmerking komen ­dankzij het GLB. Om volop gebruik te maken van de nieuwe mogelijkheden komen acht Europese ­biologische boerenorganisaties, waar­onder BioForum, regelmatig samen om kennis en ervaringen uit te wisselen. Deze ­activiteiten maken deel uit van een Europees project over kennisontwikkeling voor duurzame landbouw: "Closing Knowledge Gaps and Improving skills and competence for Sustainable Farming Enterprise". De boerenorganisaties onderzoeken hoe kennis­uitwisseling, innovatie en samen­ werking ondersteund kunnen worden in het nieuwe plattelandsontwikkelingsbeleid. Tegelijkertijd worden ze ook zelf aan­gemoedigd om hun kennis met elkaar te delen. Daardoor krijgen boerenorganisaties en hun leiders een duidelijker zicht op de mogelijke steun voor samenwerking.

10

Bio Actief

25


Praktijkvoorbeelden Concreet gaan de boerenorganisaties vooral op bezoek bij bestaande samenwerkings­ initiatieven. Die leren hen immers het beste hoe relevante maatregelen precies toe­gepast worden in de verschillende lidstaten en regio’s. Die kennis nemen ze vervolgens mee naar huis om de praktijk en het beleid in hun eigen regio mee vorm te geven. Uiteindelijk moet het hele project leiden tot een handleiding voor adviseurs en organisaties. Daarin zullen de verschillende mogelijk­heden beschreven worden voor samenwerking ­tussen boeren, boerenorganisaties en andere stakeholders in het kader van het nieuwe plattelandsontwikkelingsprogramma.

Op bezoek in Vlaanderen Op 26 juni waren de partners in dit project te gast in Vlaanderen, waar ze op uitnodiging van BioForum een aantal samenwerkings­ initiatieven in onze regio kwamen bekijken. De bezochte bedrijven (ZIE ­K ADER) zijn goede voorbeelden van hoe je voor verwerking en/of afzet op een innovatieve manier kan samenwerken, al dan niet met steun vanuit plattelandsontwikkeling.

Leren van elkaar De bijeenkomst liet ruimte voor debat, meer bepaald over de uitvoering van de plattelands­ ontwikkelingsprogramma’s die zullen starten vanaf 2015. De deelnemers namen ook de tijd om de eerste resultaten van een behoefte­ analyse over samenwerking en kennisnoden uit het project te bekijken en ze overlegden over de stand van zaken van de uitvoering van het nieuwe Europese landbouwbeleid in hun landen en regio’s.

WAT IS KS C 4 FARMERS ? KSC4Farmers is een twee jaar durend Leonardo da Vinci Partnerschapproject dat onderdeel uitmaakt van het "Lifelong Learning Programme" van de E ­ uropese Unie. Het project heeft 8 partners, bioboerenorganisaties uit verschillende EU landen: Ierland (IOFGA), Nederland (Biohuis), Frankrijk (FNAB), Spanje (SEAE), Oostenrijk (Bio Austira), Zweden (Ekologiska Lantbrukarna) en België (BioForum) en IFOAM EU.

S A MEN WERKIN G IN ­V L A A MS E BEDRIJ VEN BioForum leidde de bezoekende ­organisaties rond bij volgende bedrijven: De Lochting in Roeselare: deze sociale boerderij biedt werk aan 20 mensen met een sociaal kwetsbare achtergrond. Er werd vooral gekeken naar de gebruikte technieken voor gewasbescherming en het composteersysteem. ’t Vier Uiterstenhof en ’t Dischhof in Keiem: het melkveebedrijf van Philip Sinnaeve en Lien Debergh werkt nauw samen met de kaasmakerij ’t Dischhof van haar broer Dries. Zestig procent van de melk wordt verwerkt tot kaas. Frambiosa y Besos en Bio Van Bij Ons: Wim Vandenberghe produceert op zijn bedrijf verschillende bessensoorten. Het grootste deel verkoopt hij rechtstreeks, maar hij werkt ook met een aantal ­producenten samen. ­De producenten verwerken hun fruit tot jam, sap en siroop onder het merk ‘Bio Van Bij Ons’.

WAT VIN D J IJ ? " Biowetgeving en landbouwbeleid zijn Europees. Om dat goed op te volgen, moet je buiten de grenzen kijken. Zo’n uitwisseling met Europese collega’s werkt ook inspirerend: ze hebben vaak meer kennis en geven je dus zo nieuwe ideeën. Je voelt je ook plots deel van een groter verhaal."

Erik Krosenbrink, zaakvoerder Iona-hoeve

Bio Actief

25

11


STIMULERENDE SECTOR

“De Landgenoten: Tijd voor duurzame landbouwbedrijven” Na vijf jaar voorbereiding is de oprichting van het Vlaamse biogrondfonds ‘De Landgenoten’ een feit. Over verleden, heden en toekomst van het ­biogrondfonds hadden we een gesprek met twee van de bezielers: Geert Iserbyt en bioboer Tom Troonbeeckx.

12

Bio Actief

25


WIE?

Geert Iserbyt en Tom Troonbeeckx W AT ?

Eerste biogrondfonds in Vlaanderen WAAROM?

Meer duurzame toegang tot landbouwgrond

E

om slechte grond opnieuw goed te maken. Het zou ­jammer zijn als al dat werk na 30 jaar gewoon naar de hoogstbiedende gaat." Na het blauwdrukproject draaide het project een hele tijd opnieuw op vrijwilligerswerk, vooral om financiële redenen. Tom: "Pas nadat de overheid eind 2013 een vervolg­oproep deed, k ­ onden we weer op kruis­ snelheid verder. We kregen een half jaar de tijd om de ­co­­öperatie op te richten en eind april was dat een feit."

Verouderde pachtwet Het eerste project van De Landgenoten is het Wijveld uit Destelbergen (zie ook Bio Actief 24). Wanneer we dit schrijven is al meer dan 50 procent van het nodige kapitaal voor de aankoop van de grond ingezameld, amper vijf weken na de bekendmaking. Tom: "Een eerste project is altijd moeilijk, omdat het vertrouwen nog moet groeien. Toch hebben we ons voorgenomen om in 2014 één project te realiseren. Het Wijveld is een ­f­antastisch pilootproject. De grondeigenaars zetten ons niet onder druk en we kennen de boeren goed."

igenlijk is een biogrondfonds niets nieuws", vertelt Geert Iserbyt, opleidings­ coördinator bij Landwijzer. "In andere landen Voorlopig bestaat alleen de coöperatie, maar bestaan dit soort projecten al veel langer." de bedoeling is om ook nog een stichting en Voor het prille begin van vzw voor De Landgenoten De Landgenoten ­moeten op te richten. Waarom we terug naar 2009. Toen ­precies, legt Geert uit: ­"In gaf de toenmalige voor­ de ­eerste plaats omdat zitter van het Franse ­tijdens het blauwdruk­ biogrondfonds Terre de project is gebleken dat Liens, Sjoerd Wartena, het gewoon een goede een presentatie van hun manier van werken project in Antwerpen. is. Je hebt een orgaan Het succes van onze nodig om investerings­ zuiderburen werkte zo geld aan te trekken, in inspirerend dat een aan­ ons geval de coöpera­ De Landgenoten tal partijen het hoog tijd tieve. Daarnaast moeten T OM T ROON B E ECKX vonden om zoiets ook in mensen de mogelijk­ Vlaanderen te ­realiseren. heid krijgen om geld te Voor De Landgenoten zijn er wel nog enkele Organisaties als Wervel, Voedselteams, schenken. Liefst zijn die schenkingen fiscaal hindernissen te nemen. Tom legt uit: "De ­­ Landwijzer, Land-in-zicht (een lokaal bio­ aftrekbaar en daarvoor is een stichting een ­huidige pachtwet is verouderd. Zo mag je grondfonds in Oost-Vlaanderen) en Triodos geschikt instrument. Stop dat schenkgeld als verpachter op veel plaatsen maar 250 Fonds s ­ prongen mee op de kar. "Van één ding in de coöperatie en je moet er belastingen euro per hectare vragen, wat veel te w ­ einig is. waren we snel zeker," aldus Geert. "We wilden op betalen. Bovendien is het niet opportuun Maar het grootste probleem is dat je juridisch de drie­ledige structuur waarmee ze in Frankrijk om de aandeel­houders van de coöperatie niet kan afdwingen dat de grond biologisch werkten, vertalen naar een Vlaams model. geschonken geld te laten bewerkt moet worden. "Het project geraakte in een stroom­versnelling beheren." Bij een conflict ­zullen toen de Vlaamse overheid ondersteuning De vzw moet op zijn we altijd de wet tegen ­aanbood aan nieuwe coöperatieve ­initiatieven. beurt voor de maat­ ­hebben. Dat is een van de "Omdat we pas laat van de projectoproep schappelijke dynamiek gevolgen van innovatie: op de hoogte waren, hadden we maar tien zorgen. ­­­Geert: "Een stich­ je loopt altijd voor op de dagen om het project in te dienen, maar ting en coöperatie zijn wetgever. Maar dat mag dankzij enkele hardwerkende vrijwilligers daar m ­ inder geschikt ons niet tegenhouden." is dat gelukt." voor. Die eerste besteedt de ­geschonken midde­ Geert vult aan: "Met de Het zogenaamde blauwdrukproject onder­ len liefst zoveel ­mogelijk nieuwe staats­hervorming zocht hoe een Vlaams biogrondfonds er zou aan het eigenlijke doel wordt de pachtwetgeving ­kunnen uitzien. Op dat moment stapte ook Tom in plaats van aan maat­ een Vlaamse bevoegdheid Troonbeeckx mee in het project, CSA-boer van schappelijke actie, en het is nu al zeker dat ’t Open Veld in Leuven en huidig voorzitter van terwijl een c ­ oöperatie die stevig herschreven TO M TR O O N B EEC K X de coöperatie De Landgenoten. Hij kwam vanuit zelfbedruipend moet zal worden. We hopen op het CSA-netwerk en had zijn eigen motivatie: zijn. Dat kan nooit als een clausule om teelt­ "Ik zag hoe moeilijk mijn medestudenten bij ze ook een ledenblad moet uitgeven, info­ voorwaarden op te leggen en pleiten daar Landwijzer of later de stagiairs op mijn bedrijf avonden moet ­organiseren of infostandjes ook voor in onze ­contacten met de overheid. het hadden om grond te vinden. Ik heb er zelf moet bemannen. Een v ­ ereniging is daar een Op dit moment maken we gewoon goede af­ veel geluk mee gehad, maar sommige ­mensen veel beter instrument voor. De grote u ­ itdaging spraken met de boeren." zoeken soms twee tot drie jaar naar een stuk is die drie structuren ver­volgens goed te laten grond om op te boeren. En grond hebben is samenwerken." ­eigenlijk niet genoeg: de toegang tot die grond moet ook duurzaam zijn. Het duurt 30 jaar

Eén twee drie

“Grond hebben is niet genoeg: de toegang tot die grond moet ook duurzaam zijn.”

“Een biogrond­ fonds is een vorm van CSA. Het brengt mensen ook dichter bij de landbouw.”

Bio Actief

25

13


"We willen niet gewoon grond kopen, we willen duurzame landbouw­ projecten blijvend ondersteunen.” G E E RT I S ER BY T

Duurzame landbouwbedrijven Centraal bij De Landgenoten staat de inbreng vanuit de maatschappij. Tom ziet het als een vorm van CSA: "Uiteindelijk brengt een biogrondfonds mensen ook dichter bij de landbouw." "De tijd is rijp voor dit soort initiatieven", zegt Geert. "De biobeweging heeft decennia gewerkt aan de ontwikkeling van een duur­ zaam landbouw­model, nu wordt het tijd om ook werk te maken van duurzame landbouw­ bedrijven, die langer meegaan dan één generatie. Dat kan alleen als bedrijven niet langer privaat eigendom zijn. Dat is precies wat Natuurpunt doet met natuur. Logisch eigenlijk maar het heeft lang geduurd voor we er aan toe waren."

fotografie

KVL/Creative Nature, Wijveld

Geen grondbank En wat brengt de toekomst? Tom wil eerst en vooral het Wijveld-project tot een goed einde brengen: "We zijn al aan het ­screenen voor volgende projecten: in 2015 willen we er drie realiseren. We merken heel wat a ­ andacht bij boer en grondeigenaar. Alleen zijn wij n ­ atuurlijk niet de oplossing voor alles. We kampen met beperkte middelen en kunnen momenteel slechts iemand voor 60% in dienst nemen. Dat zou ik graag anders zien, want De Landgenoten moet ook een duurzame werkgever zijn." Geert: "Het is onvermijdelijk dat mensen de Landgenoten soms als een soort grondbank aanzien die voor hen grond kan zoeken of van hen grond kan kopen die ze zelf liefst voor bio­ landbouw willen bestemmen. Maar dat is het biogrondfonds dus niet. We willen niet gewoon grond kopen, we willen duurzame landbouw­ projecten blijvend ondersteunen op basis van een lokale dynamiek rond het bedrijf zelf. Daar hoort ook steeds een boer(in) bij als project­ drager. Een vraag is bijvoorbeeld wat we zullen doen als op een bepaald moment geen boer beschikbaar is voor de voortzetting van een project. Vragen we dan tijdelijk loonwerkers om de grond te bewerken of schrijven we zelf een vacature uit? Een andere vraag is wat je met gebouwen doet. In ons pilootproject speelt dat niet, maar wat

14

Bio Actief

25

als iemand een hele boerderij schenkt aan De Landgenoten? Dan moeten we naast grond ook gebouwen gaan beheren. Daar moeten we nu al goed over nadenken." Tom ziet vooral de voordelen op lange ­termijn: "Op gehuurde grond steek je als boer minder makkelijk tijd in duurzaamheid of biodiver­ s­iteit. Je gaat geen hagen planten of een poel voorzien. Als je daarentegen weet dat de grond ook na jou duurzaam bewerkt zal worden, dan loont het wel om daarin te inves­ teren. Wij zullen dat als biogrondfonds sterk aanmoedigen." De grote test voor De Landgenoten komt er bij een bedrijfswissel, maar dat is iets voor de volgende generatie, aldus Geert en Tom. "Het ideale scenario zou zijn dat de overheid in de loop der tijd zijn verantwoordelijkheid neemt en ons eigenlijk overbodig maakt. Dat kunnen ze door net als bij natuurbeheer actief duurzame landbouw te verankeren via grond­ gebruik en eigendomsstructuren. Hoewel: de coöperatieve structuur met inbreng van vele burgers blijft wel democratischer, omdat je de verantwoordelijkheid verdeelt over tal van mensen. Je ziet dat Natuurpunt ook gewoon kan blijven bestaan naast de natuur die het Vlaams Agentschap Natuur & Bos beheert. In elk geval hopen we dat er binnen 500 jaar nog altijd een biogrondfonds bestaat. Daar streven we naar."

PROMOOT DE LAN DGEN OT EN Ook als winkelier kan je De Landgenoten mee ondersteunen! Maak het initiatief bekend bij je klanten en vraag hen zeker eens een kijkje te gaan nemen op www.delandgenoten.be.


SECTOR IN BEWEGING

De Bioweek Uithangbord van de sector Begin juni voerde BioForum Vlaanderen haar jaarlijkse Bioweek-campagne. Met de slogan ‘Ik maak bio, o ­ mdat het werkt’ zetten we van 7 tot 15 juni ­dertien ­ambassadeurs in de kijker. Een terugblik op editie 2014. fotografie

Tim Vandewiele

WIE?

De hele biosector W AT ?

Bioweek 2014 WAAROM?

Samen maken we onze sector bekend

B

ioForum Vlaanderen was erg blij met de betrokkenheid van de sector. Het mooie programma bestond uit meer dan 100 activiteiten op biobedrijven over heel ­Vlaanderen en ruim 75 promoacties in de winkels. Bedankt daarvoor! Uit onze ondervraging na de Bioweek blijkt dat de meerderheid van de ondernemers het eens is over het feit dat de Bioweek de ­sector vooruit helpt. Onze voorbije campagne kreeg een ‘geslaagde’ tot ‘gemiddelde’ score. We ­kregen vooral complimenten over onze focus op de ambassadeurs. Veel onder­vraagden waardeerden de interessante portretten. Uiteraard waren er ook verbeterpunten. Ook die hebben we genoteerd en proberen we ­volgend jaar op te lossen.

Krant en website De Bioweekwebsite werd druk bezocht. Tussen 1 april en 19 juni bereikten we ruim 24.175

unieke bezoekers. Dat is een stijging van 250 unieke bezoe­ kers tegenover 2013. De Bioweek was ook prominent aanwezig op onze Facebookpagina Lekker bio die sinds het begin van de Bioweeklancering zo’n 500 nieuwe fans heeft bereikt.

"De Bioweek heeft mij een inpuls ­ge­­geven die ik hoop nog heel lang te kunnen ge­­bruiken.”

Omdat de Bioweek is losgekoppeld van de campagne van VLAM, werden er geen ­aankondigende radioof tv-spots uitgezonden en was de Bioweekcampagne minder zichtbaar dan vorig jaar. Ook de Bioweek voelde de gevolgen van de crisis en moest het met een pak minder financiële steun doen vanuit de verschillende overheidsniveaus.

B I OWEEK- A M B A S S A D EU R De Bioweekkrant bun­ delde de ­portretten van de ambassadeurs, aangevuld met interviews met enkele weten­ schappers. Ze bevatte ook een gedrukte kalender. We willen iedereen bedanken die onze De Bioweekkrant werd op 160.000 exemplaren ­campagne mee mogelijk maakte: de Vlaamse gedrukt. Ze werd v ­ erdeeld met De Standaard overheid, de provincies Limburg, Vlaamsvan 30 mei en op alle ­­ B ­ ioweekactiviteiten Brabant en Oost-Vlaanderen en adverteerders en drukbezochte plaatsen in Vlaanderen. en sponsors uit de biosector.

In de media Het grote publiek bereikten we dankzij een succes­volle perswerking. Er verschenen ruim 100 vermeldingen in de pers, met vooral veel aandacht in de regionale pers. Dankzij de vak­ pers werd de Bioweek en de meerwaarde van bio ook bij gangbare ondernemers bekend gemaakt.

Bio Actief

25

15


EERLIJKE SECTOR

Natuur en biolandbouw: concurrenten of partners? ­BioForum-voorzitter Kurt Sannen werkte in een vorig leven mee aan het Vlaamse natuurbeleid. Wij vroegen hem meer over de ­instandhoudingsdoelstellingen (IHD) en de programmatische ­aanpak stikstof (PAS) en welke rol de ­biosector hierin kan spelen.

WIE?

Kurt Sannen W AT ?

Interview over natuurbeleid en landbouw WAAROM?

Natuur en landbouw sluiten dichter bij elkaar aan dan men doet uitschijnen.

fotografie

Annelijn Steenbruggen

16

Bio Actief

25

Vogelrichtlijn, habitatrichtlijn, Natura 2000, IHD’s, PAS... Veel jargon, maar waar gaat het nu precies over?

W

e nemen meer van de natuur dan dat we teruggeven. Omdat kringlopen niet gesloten worden, verdwijnt het evenwicht. De ­verzuring, v­ erdroging, vermesting ... die daaruit ontstaat, zorgt ervoor dat het aantal ­­­­­­­dier- en planten­soorten sterk achteruitgaat. Dat is slecht nieuws, want de natuur levert onder meer drinkwater, hout en waterberging. En ook voedsel natuurlijk, iets wat de bio­landbouw in samenwerking met de natuur wil produceren. In elk geval heeft Europa een aantal richt­ lijnen opgesteld om onze natuur beter te be­­schermen. De Vogelrichtlijn wil betere ­kansen bieden aan bedreigde vogel­soorten, terwijl de Habitatrichtlijn de habitat beschermt van bepaalde bedreigde dier- en planten­ soorten. Op basis van deze richt­lijnen moeten de ­lidstaten natuurgebieden afbakenen en daarna per gebied natuurbeschermings­ doelen ­formuleren. Dat zijn die zogenaamde IHD’s of instandhoudings­doelstellingen. Voor elk gebied bekijkt een lidstaat eerst wat ze ­precies wil beschermen: een heidegebied, een bepaald bostype of zeeduinen. Vervolgens stelt ze maatregelen op die deze doelen of IHD’s helpen realiseren.


Wat is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) dan precies? Te veel stikstof is slecht voor bepaalde natuurtypes zoals heide of schrale gras­ landen. De Vlaamse overheid beseft dat en probeert de stikstofuitstoot te beperken bij ­bedrijven die in de buurt liggen van Europees beschermde natuurgebieden. Daarom heeft ze de PAS ­ingesteld: wil een bedrijf haar milieu­ vergunning uitbreiden of vernieuwen, dan moet ze haar stikstofuitstoot beperken. De landbouwsector wordt sterk getroffen door deze maatregel omdat de veehouderij heel wat ammoniak uitstoot.

Is het teveel aan stikstof dan louter het ­probleem van de veehouderij? Nee, en dat is meteen een eerste bedenking. Volgens de cijfers is de Vlaamse landbouw ­verantwoordelijk voor 15 procent van de ­uitstoot. De transportsector zorgt voor 11,6 ­procent van de uitstoot, de industrie maar voor 2,4 procent. Diezelfde grafiek toont echter dat meer dan de helft van de stikstofdeposities uit het buitenland komt, en dan met name van de industrie- en transportsector daar. En de Vlaamse in­­dustrie en het Vlaamse weg­ verkeer creëren dan weer stikstof­deposities die zich naar het ­buitenland ­verplaatsen. Industrie en verkeer hebben dus een veel ­grotere impact dan op het eerste gezicht lijkt. Er worden van boeren KU RT SA N N E N zware inspanningen

want daar is het ammoniakprobleem niet aan de orde. De huidige aanpak bevoordeelt daarentegen de intensieve veehouderij. Men kiest voor een end-of-the-pipe-aanpak: ­filters moeten de geproduceerde stikstof doen verdwijnen. Tegelijkertijd wordt er niets gedaan aan de overmatige stikstofproductie. En het stikstofprobleem is maar een aspect. Wil men de biodiversiteit behouden, de klimaat­ problemen aanpakken, milieu­vervuiling tegengaan, erosie ­bestrijden enzovoort, dan moet men het volledige landbouwsysteem bekijken en oplossingen bedenken die het geheel vooruit helpen. Dat is precies wat de biologische landbouw doet.

natuur­verenigingen en de overheid en in andere gebieden mogen er zo min ­mogelijk ­b eperkingen zijn op de economische ­bedrijvigheid. In deze logica wordt ge­­leidelijk de meeste economische bedrijvigheid uit de natuurgebieden verdreven. Ik pleit voor een meer geïntegreerde aanpak en een p ­ articipatief model: niet alleen het Agentschap Natuur en Bos of Natuurpunt moeten hun rol s ­ pelen om de natuur te beschermen en natuur moet zich niet beperken tot natuurgebieden. Natuur en voedselproductie zijn te belangrijk om zich te laten opsluiten in aparte gebieden.

In een vorig leven was je projectleider IHD bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB). Had je toen niet de ­teugels in handen om betere oplossingen naar voor te schuiven?

In mijn bedrijf het Bolhuis grazen mijn ­dieren in natuurgebied. Zo worden ze in­­gezet bij het natuurbeheer. Momenteel werk ik aan een project dat een meerlagig landschap wil ont­wikkelen. Samen met een aantal bio­ boeren uit de regio Diest werken we samen om elk bedrijf en ook de ruimte rondom ons ­optimaal te be­­heren. Het zijn veelal boeren die ook natuur­gebieden be­­heren. Gronden die anders enkel natuur zouden p ­ roduceren, ­produceren nu ook bloemen, vlees, fruit, appelsap, kaas, bier ... Die gronden zijn ook overstromings­gebieden en bovendien geschikt voor recreatie. Er is ook drinkwaterwinning. Al die functies lopen in hetzelfde gebied door elkaar in plaats van naast elkaar. Bovendien versterkt het ene het andere. Dat is het model waar we naartoe moeten in heel Vlaanderen.

Natuur en landbouw zijn voor mij altijd een logisch geheel geweest. Natuur is er niet ­louter voor ­vogelspotters. We zijn er ­allemaal af­­hankelijk van, want ze levert frisse lucht en zuiver water. Je kan de natuur dan ook niet be­­ schermen zonder iedereen erbij te betrekken. Toen ik na mijn studies als landbouwingenieur in 2006 begon te werken bij Natuurreservaten vzw – de voorloper van Natuurpunt – bleek iedereen in zijn eigen hokje te zitten: de boer bekommerde zich alleen om landbouw­ gebied, de ondernemers hadden hun industrie­ gebied, mensen woonden in woongebied en dan had je nog natuur­ gebieden. Een dergelijke aanpak leidt tot conflicten want iedereen wil graag zijn ­territorium uitbreiden.

“Eigenlijk is de biologische landbouw een deel van de oplossing.”

verwacht, maar die ­zullen eerder een druppel op een hete plaat zijn, als men niets doet om de stikstofuitstoot door industrie en het transport in binnen- en ­buitenland te beperken.

De overheid maakt geen onderscheid tussen biobedrijven en gangbare bedrijven. Heeft de biosector dan geen enkele troef op dit gebied? Bioboeren beseffen maar al te goed dat ze de natuur nodig hebben om voedsel te ­produceren. We zijn dan ook bezorgd om de tanende kwaliteit van de natuur. Eigenlijk is de biologische landbouw een deel van de oplossing. Ze is n ­ amelijk grond­g ebonden, zoekt synergieën met natuurontwikkeling en kiest voor e­ xtensieve bioveehouderij. De stikstofuitstoot in bio maakt deel uit van de natuurlijke stikstof­ kringloop, binnen de draagkracht van het lokale ecosysteem. De PAS zou dan ook ­rekening moeten houden met beweiding,

Ik heb al die partijen rond één tafel gebracht. Samen keken we wie er impact had op de natuurgebieden en wie er de gevolgen van ondervond. Zo kwamen we tot een uniek overlegmodel met boerenorganisaties, jagers, landeigenaars, natuur­verenigingen en ­administraties. Intens overleg en weder­ zijds vertrouwen leidden uiteindelijk tot natuurdoelen voor heel Vlaanderen, de ­gewestelijke IHD’s.

Hoe probeer je dat als boer zelf in de p ­ raktijk te brengen?

EN N U? We stellen met spijt vast dat zelfs het Vlaamse natuurbeleid niet durft kiezen voor agro-ecologie, maar liever oplossingen naar voor schuift die net de meest milieu- en natuurvriendelijke veeteelt benadeelt. BioForum heeft deze bezorgdheden aan Agentschap Natuur & Bos gemeld. Zij beloofden op hun beurt om rekening te houden met de kenmerken en positieve bijdragen van de biologische sector. Bio kan hier immers een positieve rol spelen.

Wat is er nadien gebeurd? Nadien moesten de specifieke IHD’s per gebied vorm krijgen. Jammer genoeg hanteren de meeste organisaties bij dat overleg weer sterk het scheidingsmodel. Natuurgebieden zijn dan alleen de v ­ erantwoordelijkheid van

Bio Actief

25

17


VERANDERENDE SECTOR

Schone labels Als we de reclame mogen geloven, is elk schoonmaak足middel ecologisch. Toch is er een groot verschil tussen wat de labels beloven en de realiteit. Wij helpen je onderscheid te maken. 足

18

Bio Actief

25

fotografie

iStockphoto


Greenwashing WIE?

Alle winkels die hun klanten willen i­ nformeren W AT ?

Ecolabels op schoonmaakmiddelen WAAROM?

Er is een groot verschil tussen ecolabels

N

og geen 100 jaar geleden had de hard­ werkende huisvrouw drie producten in huis: zeep, sodakristallen en een goed schuurmiddel. Toch hadden die ook al een ecologische impact, want zeepwater kwam rechtstreeks in de beken en rivieren terecht. Ook nu nog belasten schoonmaakmiddelen het milieu. De eerste regel voor wie ­ecologisch wil werken, is dan ook: was niet vaker dan nodig en gebruik zo weinig mogelijk product. Nog beter is het als je ook je waterverbruik beperkt en de temperatuur van het water laag houdt. Daarnaast spelen ook de gebruikte p ­ roducten een grote rol. Mensen kiezen beter voor ­ecologische schoonmaakmiddelen, al blijft de regel: hou het simpel. Wasmiddelen bestaan in alle mogelijke vormen (poeder, gel ...) en voor alle mogelijke doelen (kleurwas, witte was ...), maar de meeste zijn over­bodig. In realiteit is het enige verschil soms het ­toegevoegde parfum. Mensen verwachten natuurlijk wel dat een ecologische schoonmaakproduct even goede resultaten behaalt als een gewoon product. Dat doen deze producten ook, met één uit­ zondering: het ‘schitterend’ wit dat veel gangbare wasmiddelen beloven, is ­moeilijk haalbaar. Daarvoor worden immers erg ­schadelijke optische witmakers gebruikt.

O P TI SC HE W I TM A K E R S Veel merken pakken uit met de belofte dat hun product je was witter dan wit maakt. Alleen worden daarvoor zeer schadelijke optische witmakers gebruikt. Producten met het Ecogarantie of Ecocert-label gebruiken deze stoffen niet, voor het Europese label zijn ze wel toegelaten. Dat heeft als gevolg dat ecologische wasmiddelen niet meedoen aan algemene kwaliteitstesten. Daar is witheid immers vaak een criterium.

De nog altijd groeiende markt van ­ecologisch verantwoorde producten is intussen een beetje slachtoffer van haar eigen succes. Omdat er voor non-food geen wetgeving bestaat over ecologische claims, meten ook de grote gang­ bare merken zich een groen imago aan. Zo dragen producten van de multinationals (zoals Ariel van Procter & Gamble) in Scandinavië het Nordic Swan-label. Dit label hanteert wel zeer ruime criteria, vergelijkbaar met het Europese eco-label (zie verder).

Ecolabels Er bestaan heel wat labels die een ­consument moeten overtuigen van het ecologische ­karakter van een wasproduct. Die wildgroei aan labels maakt het uiteindelijk alleen maar moeilijker voor de consument om het onder­ scheid te maken, en voor de winkelier om een gamma samen te stellen. Biogarantie-winkels krijgen voorwaarden opgelegd wat betreft de verkoop van schoon­ maak- en wasproducten. Zij mogen alleen schoonmaak- en wasproducten verkopen met twee specifieke ecolabels, namelijk Ecogarantie en Ecocert (met x% ­ingrediënten uit de biologische landbouw). Waarom zijn producten met het Europese ecolabel (of vergelijkbaar) niet toegestaan? Qua milieunormen is het Europese label te vrijblijvend: dat maakt producten met dit label nauwelijks milieuvriendelijker dan de gangbare producten. Ook die moeten aan steeds strengere milieuwetgeving voldoen. Ecogarantie en Ecocert Greenlife gaan ­echter veel verder. De belangrijkste verschillen vind je in de verkorte tabel op deze pagina’s. Voor de volledige tabel neem je een kijkje op www.bfvl.be/BA_ecolabels. Zonder label is er geen enkele garantie. Zelfs merken die van oudsher een zeer e ­ cologisch imago hebben, gebruiken niet altijd een label. Dat komt bijvoorbeeld omdat een klein aspect in hun productie niet aan de c ­ riteria ­voldoet. En zo heeft de consument geen enkele g ­ arantie over de andere ecologische ­aspecten van het product. MEER WETEN?

Heb je vragen of opmerkingen over dit ­onderwerp. Stuur dan een mailtje naar ­ martine.vanschoorisse@bioforumvl.be, coördinator Biogarantie.

BEPERKT AAN BOD De keuze om alleen Ecogarantie- en Ecocert-gelabelde producten toe te laten, zorgt voor een beperkter aanbod in de Biogarantie-winkels. Er zijn voorlopig maar een aantal merken die deze labels hanteren binnen België. En een aantal gecertificeerde Ecogarantie en Ecocert Greenlife-producten zijn bij ons (nog) niet verkrijgbaar. Wanneer winkeliers duidelijk kiezen voor deze labels, ­stimuleren ze fabrikanten om zich te laten certificeren. Uiteraard zijn Biogarantie-winkels in eerste instantie voedingswinkels. Meer specifieke normen voor het non-food­ assortiment worden in de toekomst nog verder verfijnd.

N IET GET ES T OP DIEREN Dierenproeven zijn al een tijdje niet meer toegelaten. Dat verbod zorgt er ook voor dat je de vermelding "niet getest op dieren" niet meer op verpakkingen terugvindt.

Bio Actief

25

19


Beheer

Probila-Unitrab, de beroeps­

Ecocert Greenlife, Franse

vereniging van de verwerkers en

privéorganisatie

Europese Commissie

verdelers in de biosector

Controle

Certisys, TÜV Nord Integra en

Ecocert Controle

Quality Partner

Petrochemische derivaten

Synthetische producten

Iedere lidstaat erkent 1 of ­meerdere controleorganisaties

Producten op basis van aardolie

Beperkt gebruikt van producten

Alle producten en grondstoffen uit

zijn verboden, met ­uitzondering

uit petrochemie. Petrochemische

de petrochemie zijn toegelaten

van Baypure en TAED voor

derivaten als zuivere grondstof

wasmiddelen.

verboden.

Alleen onmisbare bewaar­

Alleen synthetische producten

Alle synthetische producten zijn

middelen waarvoor geen

waarvoor geen alternatief bestaat

toegelaten, zonder onderscheid

ecologischer alternatief bestaat.

of die onmisbaar zijn voor de

van productiemethode

­formule.

Genetische modificatie

Verboden

Verboden

Geen specifieke vermelding

Grondstoffen van plantaardige oorsprong

Afkomstig van biologische

Mogen niet afkomstig zijn van

Geen specifieke vereisten

landbouw

beschermde flora

Grondstoffen van dierlijke oorsprong

Afkomstig uit biologische land­

Geen dierlijke grondstoffen

bouw. Geen dierlijke grondstoffen

­toegelaten. Afgeleide ­producten

toegelaten, met uitzondering

zijn toegelaten maar niet van

van ossegal en talg. Afgeleide

bedreigde diersoorten

Geen specifieke vereisten

­producten zijn toegelaten maar niet van bedreigde diersoorten

Tensio-actieve stoffen

Enkel toegelaten van plantaardige

Enkel toegelaten van plantaardige

Alle tensio-actieve stoffen zijn

oorsprong met uitzondering van

oorsprong met uitzondering van

toegelaten

denne-extract

denne-extract

EDTA

Verboden

Verboden

Verboden

Fosfaten

Verboden in alle producten

Verboden in alle producten

Verboden in wasmiddelen

Optische witmakers

Verboden

Verboden

Toegelaten

Enzymes

Enkel toegelaten wanneer niet

Enkel toegelaten wanneer

Geen specifieke vereisten

afkomstig van GGO-technieken

afkomstig van niet-genetisch gemodifiëerde bacteriën

Parfums

Enkel van natuurlijke oorsprong

Enkel van natuurlijke oorsprong

Van natuurlijke en synthetische oorsprong

Productietechnieken

Positieve lijst

Positieve lijst

Geen beperkingen

Conclusie

Strengste criteria op ­ecologisch

Vrij strenge criteria op ecologisch

Producten met het EU Ecolabel

vlak. Producten met het

vlak. Producten met het Ecocert

hebben een iets lichtere impact

Ecogarantielabel garanderen een

Greenlife label garanderen een

op het milieu dan gangbare

minimale impact op het milieu

zeer lage impact op het mileu

producten

20

Bio Actief

25


VOORUITKIJKENDE SECTOR

Wat denken jullie ­ over de nieuwe EU- wetgeving? In maart deed de Europese commissie een eerste aanzet om de huidige ­biowetgeving te hervormen. We vroegen naar jullie mening en pleitten uiteindelijk voor een stapsgewijze aanpassing van de wet. Dit waren jullie ­reacties op het wetsvoorstel.

“Bio moet van productie tot verkooppunten gecontroleerd en gegarandeerd worden. Consumenten worden al zoveel misleid. Bio moet een duidelijke betekenis hebben en dat ook bewezen waarmaken.”

"Het basisidee van ­groepscertificatie is zeer ­waardevol, maar dit moet veel verder uitgewerkt worden. ­ Ik ben er zeker van dat ­samenwerking van kleine ­bedrijven de biosector alleen maar ten goede zal komen.”

“Ik hoop dat iedereen die met bio bezig is, ziet dat we in onze bedrijfsvoering niet gewoon een ‘bio-vertaling’ kunnen maken van het gang­ bare. ­Biologisch werken is biologisch leven en denken en handelen.”

“Biologisch boeren is een keuze, een houding tegen­ over landbouw. Dat mag niet ­ver­vagen in opportunisme.” MEER WET EN ?

“Het is meer dan ooit ­tijd voor duidelijkheid én ­zekerheid (label, controle ...).”

Op www.bfvl.be/euwet vind je ons ­volledige standpunt terug. Neem voor meer uitleg contact op met Esmeralda Borgo, beleidscoördinator BioForum Vlaanderen, ­­­­ esmeralda.borgo@bioforumvl.be

Bio Actief

25

21


LEKKERE SECTOR

Veggie en bio, hand in hand Heel wat vlees­ ­­­ vervangers zijn niet alleen ­vegetarisch, maar ook biologisch. V ­ eggie en bio gaan dan ook hand in hand, al zijn er ook ­verschillen.

22

Bio Actief

25

fotografie

Stefan Jacobs


WIE?

Voor vegetariërs of mensen die minder vlees willen eten W AT ?

Het aanbod vegetarische producten in bio WAAROM?

W

Een goede ­vleesvervanger?

Steeds meer mensen staan stil bij hun vleesconsumptie. Volgens de organisatie EVA (Ethisch Vegetarisch Alternatief) was zo’n 2 à 3 ­procent van de Belgen in 2013 vegetariër. 1 op 10 Vlamingen noemt zich parttime vegetariër en minstens een kwart doet ­minstens 1 keer per maand mee aan Donderdag Veggiedag. Bijna de helft van de Vlamingen geeft aan dit jaar minder vlees te willen eten.

Daarnaast heeft hij keuze uit kant-en-klare vleesvervangers, zoals vegetarisch gehakt en veggieburgers. Deze producten zijn makkelijk klaar te maken en spreken vaak beginnende vegetariërs aan, die graag iets op hun bord hebben liggen dat op vlees lijkt. Ook voor wie weinig tijd heeft om te koken, biedt zo’n kant-en-klare oplossing soelaas. Een aantal producenten speelt in op die vraag en maakt intussen vleesvervangers die nauwelijks nog te onderscheiden zijn van vlees, zowel qua smaak als structuur. Het bio-aanbod van deze producten is voorlopig nog beperkt.

ie bio zegt, denkt vaak ook aan ­vegetarisch. Niet verwonderlijk want bioconsumenten eten vaak ­minder vlees en in biowinkels tref je heel wat v ­ egetariërs. Meer dan 20 procent van de verkochte vlees­ vervangers zijn b ­ iologisch g ­ ecertificeerd (bron: GfK-cijfers, in opdracht van VLAM).

Vegetariërs houden hun voedingspatroon ­voldoende gevarieerd door vervangproducten te eten die de nodige eiwitten en voedings­ stoffen leveren. Denk aan peulvruchten, noten en zaden en aan producten uit de traditionele Aziatische keuken als tofu, tempeh en seitan.

Bio en veggie hebben een nauwe band

De doorsnee vegetariër komt uit een kleiner, maar sociaal-economisch sterk huis­houden en is hoger opgeleid. Hij eet niet alleen ­vegetarisch uit gezondheidsoverwegingen, maar is ook bekommerd om dierenwelzijn en milieu. Hij heeft kortom een gelijkaardig profiel als de bioconsument. Toch zit er best wat spanning op de relatie bio-veggie, zoals je kan lezen in het k ­ aderstuk ‘Iedereen veggie’.

Vegetariër of ­veganist? Een vegetariër eet geen producten met ­ingrediënten van geslachte dieren, dus ook zonder dierlijke hulpstoffen als dierlijk ­stremsel of gelatine. Maar de ene vegetariër is de andere niet. Sommigen eten wel vis of ­gevogelte. Veganisten zweren elk dierlijk ­product af, ook indien er geen slacht voor nodig is zoals bij honing of zuivel. Dat ­laatste is niet zo vreemd, want onrechtstreeks zorgt zuivelproductie ook voor geslachte dieren. Voor de productie van geitenkaas bijvoorbeeld moet je geiten kweken terwijl er eigenlijk geen afzetmogelijkheden zijn voor de bokjes.

Een goede vleesvervanger moet de nodige nutriënten voorzien en is dus best rijk aan eiwitten en arm aan zout en vet. Daarvoor wordt vaak soja gebruikt (zeker in het gang­ bare segment), al staat dat af en toe wel ter discussie. Gangbare soja wordt immers vooral in Zuid-Amerika geteeld en vaak ook ­genetisch gemanipuleerd. In hun zoektocht naar een duurzame voedingsproducten,­­ zoeken ­producenten naar alternatieven. Lupinen zijn daar een voorbeeld van.

WAT VIN D J IJ ? De mentaliteit is duidelijk aan het veranderen. Mensen hoeven niet meer per se elke dag vlees en kiezen af en toe voor vegetarisch. Al was het maar om zichzelf een goed geweten te schoppen."

Edith Gomes, Abinda & De Hobbit. WAT VIN D J IJ ? Bij Lekker GEC gaan we voor 100% ­vegetarisch én 100% bio-gecertificeerd. Voor ons gaat dat ‘natuurlijk’ samen vanuit een duurzame en zorgzame ­wisselwerking met de aarde.

Robrecht, Lekker Gec.

Aanbod Nog niet zo heel lang geleden vond je in veel biowinkels geen vlees en ook nu is het assortiment vegetarische producten vaak uitgebreider dan het vleesaanbod. In super­ markten is het vegetarisch aanbod vaak gedeeltelijk biologisch. Vegetarische restaurants werken vaak (deels) met biologische ingrediënten. Alleen

Bio Actief

25

23


­ ommuniceren ze er minder over, omdat ze c liever de focus leggen op hun vegetarisch karakter. Restaurants die volledig voor bio kiezen, worden ofwel volledig vegetarisch, ofwel hebben ze een volwaardig aanbod aan vegetarische gerechten. In een biorestaurant zijn vegetariërs dus steeds welkom. Misschien verklaart dat waarom consumenten bio en veggie soms over dezelfde kam scheren.

Tips voor de ­winkelier In een biowinkel maken vegetarische p ­ roducten een belangrijk deel uit van de vers­toog. Hou vlees en vegetarische producten best d ­ uidelijk gescheiden, zeker als je producten in het ­assortiment hebt die op vlees lijken. Dat z­ ullen je vegetarische ­klanten zeker ­waarderen. Een goede aanduiding is essentieel. Een goede productkennis kan jouw klant ook op weg helpen: welke kaas is op basis van vegetarisch stremsel? Zit er gelatine in de snoepjes? De Donderdag veggiedag-campagne is ideaal om elke donderdag een vegetarisch product in de kijker te zetten.

WAT VIN D JIJ? De grote uitdaging van onze sector is een breed publiek overtuigen van het feit dat alternatieven voor vlees en vis ook echt ‘lekker’ kunnen zijn. Wij kiezen daar voluit voor."

Jan-Bart Van In, La Vie est Belle

Tips voor ­restaurants Een aantrekkelijk en origineel v­ egetarisch ­a anbod trekt ook niet-vegetariërs aan. Zorg dus voor volwaardige ­vegetarische ­g erechten in je menu en zorg dat ze ­makkelijk te ­herkennen zijn op de kaart. Grootkeukens die duurzamer willen w ­ orden, gaan meestal als eerste stap minder vlees gebruiken. Ze voorzien kleinere porties vlees – 150 gram vlees per persoon is echt niet nodig – of bouwen af en toe een ­vegetarische maaltijd in. Minder vlees gebruiken enkel als besparing is geen goed idee, omdat het andere vormen van verduurzaming in de weg kan staan.

24

Bio Actief

25

Iedereen veggie? In een duurzaam landbouwmodel is een ­h uwelijk tussen bio en veggie niet van­ zelfsprekend. Veeteelt - in een extensieve vorm - is immers een onmisbare ­schakel in een e ­ venwichtig landbouwsysteem. Landbouwdieren hebben een belangrijke functie binnen het agro-ecologische model: ze begrazen land dat niet geschikt is voor andere voedsel­productie en hun mest is kostbare voeding voor de bodem. Zo zorgen ze voor vruchtbare akkers en een even­wichtig bodemleven. De biosector pleit voor een minder intensieve veeteelt en voor minder vleesconsumptie met een duidelijke keuze voor duurzaam ­geproduceerd vlees.

M E E R I N FO Op zoek naar producenten van bio­logische vegetarische vleesvervangers? Je vindt ze in de Biobedrijvengids www.biobedrijvengids.be

E-N UMMERS VAN DIERLIJKE OORS PRON G Sommige vegetariërs kijken tijdens het winkelen op de verpakking, op zoek naar E-nummers. Die zijn immers vaak van dierlijke oorsprong. Bio heeft hier een streepje voor, omdat veel additieven in bio niet zijn toegestaan. Toch bestaan er ook in bio additieven waar een ­v­egetariër niet van houdt. Gelatine (E441) wordt ­gemaakt uit botten en huid van slachtdieren (runderen, kippen, varkens, vissen). Het Biogarantie-label is hier strenger en laat enkel gelatine toe ­afkomstig van vissen uit wilde visvangst. Ook Glycerol (E422) kan op basis van dierlijke vet gemaakt zijn, al wordt in bio glycerol van plantaardige origine geadviseerd. Veganisten zullen ook uitkijken naar de aanwezigheid van ei-lecithine (E322 (ei)), bijenwas (E901), melkzuur (E270) en melkzuurzouten (E325), al zijn deze laatste eigenlijk bacterieel. Vegetariërs kunnen in het winkelrek ook op zoek gaan naar het in Europa gebruikte V-label. Dat label moet de herkenbaarheid van vegetarische ­producten verhogen en maakt bovendien een onderscheid tussen vegetarische en veganistische producten. In België wordt het label beheerd door EVA vzw. Vooral Duitse en Nederlandse merken gebruiken het. Het label laat trouwens geen batterij-eieren of GGO’s toe!


Certificatie in landbouw en voeding

Biocontrole en -certificatie volgens de normen van o.a. EU, VSA, Japan, Korea en Indië. Een ruim aanbod aan voedingsprogramma’s.

Roundtable on Sustainable Palm Oil

BE-BIO-04

BE-BIO-02 ORGANIC

international® featured standards

IFS

Food Safety System Certification 22000

en vele anderen...

Food

Laageind 29, 2940 Stabroek T +32 3 232 49 70 F +32 3 232 75 42 E certification@controlunion.be www.certifications.controlunion.com

Statiestraat 164 2600 Berchem - Antwerpen T + 32 3 287 37 60 F + 32 3 287 37 61 www.tuv-nord-integra.com

adv_bioactief_2014.indd 1

INTEGRA

24/02/14 1


Van horen zeggen

” “Landbouw moet veranderen. Er is een probleem – met voedselvoorziening, met biodiversiteit – en daar moeten we iets aan doen.” VERA DUA, VO ORZ IT T E R B ON D B E T E R LEEF MILIEU DE S TANDAARD, 7 JU N I 2014

“Bij de traditionele boeren was de teneur: die geitenwollensokken, dat zijn geen échte boeren. Daar ga ik tegenin. Ik zeg: kijk goed naar hen, want zij zijn misschien de ­boeren van de toekomst. Ze zijn onze ­laboratoria voor vernieuwing.” PIET VANTHEMSCHE, VOORZIT TER BOERENBOND D E S TA N DA A R D, 7 J U N I 2 0 1 4

“Het is heel verhelderend om te ­netwerken met mensen uit andere sectoren. Je verneemt meer over hun ervaringen en problemen, waar­ door je automatisch meer begrip krijgt voor elkaars standpunten.” PETER PAT TYN , B N IP ZOMERS E ZON DA G B IOFORUM V LA A N D E RE N , 1 3 JU LI 2 0 1 4

“De vrees is dat de vraag naar biologische varianten zal dalen ­wanneer het prijsgat [met gangbare producten, red.] groter wordt. Dit is een reële angst als je ziet hoe snel de prijsdaling al is ingezet.” BAVO VAN DEN IDSERT, DIRECTEUR BIONEXT REACTIE OP RUSSICHE BOYCOT IN BIOJOURNAAL, 13 AUGUSTUS 2014

“Wordt een plant bespoten, dan maakt die minder antioxidanten, ­­­en dat verzwakt niet alleen zijn ­systeem, maar het betekent ook dat wij, die die planten eten, ­minder ­antioxidanten binnenkrijgen. Dat maakt ons op onze beurt minder weerbaar.” JAN-WILLEM ERISMAN DIRECTEUR VAN HET NEDERLANDSE LOUIS BOLK INSTITUUT REACTIE OP BRITS ONDERZOEK DAT BIO­ GEWASSEN MEER ANTIOXIDANTEN BEVAT TEN,­­ 11 JULI 2014

Recent pakte de universiteit van Newcastle uit met de grootste studie ooit naar de gezondheids­effecten van biogewassen. Biofruit en groenten blijken aan­ zienlijk rijker (tot 60%) aan ­belangrijke antioxidanten. De verhoogde aanwezigheid van deze stoffen laat een gunstige impact op onze gezondheid vermoeden. Dat is logisch. Planten die niet behandeld w ­ orden met pesticiden maken meer antioxidanten aan om zich te verweren tegen vijanden. Die anti­oxidanten komen mee in onze voeding en maken ons weerbaarder.

26

Bio Actief

25


©foto: Lisa Develtere

We leveren ons roomijs ook Ik ken enkele bioboeren aan winkels en zij vinden het persoonlijk. heel belangrijk dat we dat Biogarantie®-voeding kopen is label hebben. mijn manier om hen te steunen en tegelijkertijd het Rina, Biogarantie®-verwerker, systeem te veranderen.

René, consument

De Trommelhoeve

fotografie

Er bestaat veel verwarring bij consumenten, maar met een Biogarantie®-winkel ben je zeker.

Kathleen, Biogarantie®-winkelier Biotoop

Kobe Van Looveren

STEM UIT DE SECTOR

W

at betekent het om een bioboer te zijn? Dat be­­ tekent c ­ reatief zijn, door weer en wind oplossingen bedenken, met je volle voeten in de natuur staan. En het uiteindelijke doel is de oogst. Het is wonderbaarlijk: vol ver­ trouwen steek je als boer het kleinste zaadje in de grond en enige tijd later heb je een mooi product dat je kan verkopen. Zelf kan ik erg genieten van de spanning tussen op het veld werken en ondernemen. Toch blijft het zoeken naar een goede afzet en een prijs die boerwaardig is. Wat zal de t­ oekomst brengen voor mijn generatie? Hoe kunnen we met alle bio­ boeren onze producten tot bij de c ­ onsument brengen? Onlangs las ik een interview met Geoffrey Hantson, ­creatief directeur van het prestigieuze reclamebureau Duval Guillaume. Hij pleit enerzijds voor duidelijke boodschappen aan de consument, anderzijds roept hij ondernemers op om zichzelf voortdurend in vraag te stellen. Veel ­bedrijven ­hebben volgens hem wel een goed businessmodel, maar geen d ­ uidelijke visie. Wat heeft jouw bedrijf aan de wereld te bieden? Vaak, zegt Hantson, kan een bedrijf niet a ­ ntwoorden op die vraag, terwijl het net daarom draait. Zijn standpunt is dat als mensen ergens in geloven, ze ook meer zin­geving aan hun bestaan kunnen geven.

De biosector streeft naar een duurzame wereld, hier en nu, elders en later. Bedrijven die kiezen om het Belgische label Biogarantie® te behalen, gaan voor bio op volle kracht. Ze hebben extra aandacht voor ecologische, sociale en economische duurzaamheid. Biogarantie®-producten garanderen voor de consument de link met een Belgische producent of verwerker. Logisch dus dat consumenten het meeste vertrouwen hebben in Biogarantie®.

www.biogarantie.be

VAKBEURS

2015

De toekomst van bio

Bio op volle kracht

Brussels Expo 25 & 26 maart 2015

Dé vakbeurs voor de biologische keten

Photo credit: © Kobe Van Looveren

We moeten dus duidelijk tonen waar bio voor staat: de creativiteit waarmee een boer aan de slag gaat, maar ook het contact met de aarde en de aandacht voor mens en maatschappij. Door die ervaringen te delen met onze klanten, krijgt bio bestaansrecht in Vlaanderen. BioForum kan helpen die visie uit te dragen. Als lid van de Algemene Vergadering engageer ik me daar graag voor. PIETER-JAN NOË

Boer Livinushof

Reserveer op: www.expo4bio.be

Event Partners:

Bio Actief

25

27


Dankzij ons kan Hendrik op zijn twee oren slapen Is uw bedrijf actief in de landbouw- of biosector? Maak van kwaliteit uw sterkste troef, van riek tot vork! Quality Partner is een ona ankelijk en erkend controleorganisme voor de voedingssector. Vanuit onze globale visie ze en wij lokale experts in als betrouwbare contactpersonen. Met al uw kwaliteitsvragen over primaire dierlijke en plantaardige productie kunt u bij hen terecht. Onze gecombineerde audits en certificaties besparen u tijd en geld. Zo kunt u zorgeloos focussen op uw kernactiviteiten. Kortom, wij zijn even bekommerd als u om kwaliteit! Laat al uw producten tegelijk certificeren tijdens 1 enkele audit: BIO, IKM, Belplume, Codiplan, CodiplanPLUS, Vegaplan, privélastenboeken, autocontrolesystemen, …

Your Quality, Our Priority

www.quality-partner.be

zorgvuldig gekozen

traag geroosterd

smaakvol verpakt

bio espresso – altijd een goed idee

www.koffiekan.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.