Bio Actief 47

Page 1

Bio Actief 47 Jouw ontmoeting met een dynamische sector

“We kijken ook naar wat er internationaal beweegt in bio” K AZI DOM I

driemaandelijks tijdschrift verschijnt in maart

- juni - september - december


WORD LID

Word lid van Bioforum en draag bij tot de stem van een sector!

Meer dan 400 bedrijven hebben ervoor gekozen om lid te worden van BioForum Vlaanderen. Ze hebben daar maar liefst vijf redenen voor.

Jij beslist mee

Persoonlijk advies

Wij hechten veel belang aan stemmen uit de sector. Als lid speel je mee een rol in de vorming van standpunten. Enkel als lid kan je ook zetelen in de Raad van Bestuur of Algemene Vergadering en bepaal je mee waar wij op moeten inzetten.

De biologische bedrijfsvoering vergt heel wat van een ondernemer: nieuwe technieken, nieuwe leveranciers, nieuwe afnemers en een wetgeving die voortdurend evolueert. De medewerkers van BioForum Vlaanderen staan jou graag bij met advies op maat.

In actie voor jouw belangen

Versterk je netwerk

BioForum Vlaanderen is dé gesprekspartner voor overheid en middenveld als het over bio gaat. We zetelen in meerdere belangrijke raden en ­adviseren het beleid, Vlaams, Belgisch en Europees. Hoe meer leden, hoe sterker onze boodschap.

Een sterk netwerk is een kapitaal waard, zeker in de kleinere ­biosector. Speciaal voor leden organiseert BioForum Vlaanderen nuttige netwerkmomenten. De personeelsleden van BioForum staan je i­ndividueel bij om je netwerk uit te breiden. Ons netwerk is ook het jouwe.

Voordelen voor jouw bedrijf Als lid van BioForum Vlaanderen g e n i e t j e v a n k o r t i n g e n o p­­­ promomateriaal voor jouw bedrijf, op studiedagen en advertenties. Als lid krijg je korting bij onze partners. We zetten vooral leden in de kijker in de media. Enkel als je lid bent, kan je het Biogarantie-label dragen.

WIL JIJ OOK LID WORDEN? Surf snel naar www.bfvl.be/ wordlid en meld je daar aan! Je vindt daar ook de tarieven voor lidmaatschap.


Bio Actief

Jouw ontmoeting met een dynamische sector MAAR T 2020 , E DITIE 47 Bio Actief is een uitgave van BioForum Vlaanderen vzw. Bio Actief vind je vier keer per jaar in je brievenbus.

VOORWOORD

Opgroeien

BIOFOR UM VLAANDE R E N VZW Regine Beerplein 1 bus E305 2018 Antwerpen T 03 286 92 78 E info@bioforumvl.be www.bioforumvlaanderen.be V.U. Kurt Sannen, Regine Beerplein 1 bus E305, 2018 Antwerpen HOOFDR E DACTIE Tom Wouters

Beste lezer,

N

a twee termijnen als voorzitter van BioForum geef ik deze week de fakkel door. Dat doe ik met veel dankbaarheid. Ik ben 8 jaar lang voorzitter geweest van een prachtige sector vol boeiende ondernemers, die blijven zoeken naar de meest duurzame manier om ons landbouw- en voedselsysteem vorm te geven. Dat DNA van onze sector moeten we koesteren. In die 8 jaar is er heel wat gebeurd. Bio is al lang geen niche meer. BioForum is als organisatie een vaste waarde geworden, zowel voor de sector als voor het beleid. Ik ben trots op het professionele team dat met beperkte middelen een maximum aan resultaat boekt, op ons bestuur dat daarbij de juiste richting aangaf en op jullie die bio en Bioforum handen en voeten geven. Het accent in ons vijfjarenplan ligt op de waarden van bio. Dat zal nodig zijn, want de groei van de biosector confronteert ons met de meedogenloze regels van de neoliberale vrije markt. Die stelt winst voorop in plaats van waarden. Deze strijd verliezen we als we niet ook de marktregels in vraag stellen. Ik geloof sterk in de kracht van ‘onze’ vereniging BioForum. Dat is geen afstandelijke overheidsorganisatie. Nee, BioForum zijn wij allemaal samen, en alleen samen kunnen we een eendrachtige, waardengedreven biobeweging vormen. Daarvoor zijn je steun als lid en je aanwezigheid op onze bijeenkomsten levensnoodzakelijk. Ook zonder de rol van voorzitter zal ik de biobeweging nog lang steunen en mijn ervaring inzetten daar waar nodig. We komen elkaar zeker nog tegen.

KURT SANNEN

E INDR E DACTIE Annemie Lambert R E DACTIE R AAD E N INHOUDE LIJK E E XPE R TIS E An Jamart (Landbouw), Laura Van Vooren (projectmedewerker landbouw), Marijke Van Ranst (Verkooppunten & foodservices), Esmeralda Borgo (Beleid), Paul Verbeke (Ketenmanager), Sabrina Proserpio (Communicatie consument), Lieve Vercauteren (Directeur), Annick Cnudde (Coördinator wetgeving), Sofie Vandewijngaarden (Verwerkers en keten) FOTOG R AFIE Sophie Nuytten, Astrid Agemans, Kobe Van Looveren COVE R FOTO Sophie Nuytten VOR MG E VING We make. ME T DANK AAN Joe Dieryck, Emna Everard, Catherine Schepers, Jeremy Khammavong, Marjolein Vermeersch, Johan Colpaert, Lieven Delanote, Bjorn Grammens, Wim Vrij, Veerle Deforce, Bernard Craeye, Sander Deproost, Koen van Eykeren DR UK Antilope De Bie - Printing VE R ZE NDING De Brug vzw ABONNE R E N Belgische marktspelers krijgen een gratis abonnement. Ben je geen marktspeler, maar wel geïnteresseerd in een jaarabonnement? Maak dan 25 euro over op bovenstaand rekeningnummer met de vermelding 'Abonnement Bio Actief'. Buitenlandse abonnees betalen 30 euro (BIC: TRIOBEBB, IBAN: BE30 5230 8012 5311). ADVE R TE R E N ELMA Multimedia, Steven Hellemans, s.hellemans@elma.be, 015/55.88.88 Deze publicatie kwam tot stand met de steun van het Departement Landbouw en Visserij.

Voorzitter BioForum Vlaanderen kurt.sannen@bioforumvl.be

Bio Actief

47

03


Uw BIO partner voor droog-, vers- & diepvrieswaren Vanaf heden ook ultraverse groenten & fruit!

TEL 016 63 27 36 | WWW.MARMA.BE 2190000719_1_ADV_7819.indd 1

10/02/20 10:42

de Kruiderie biologische kwekerij

• keukenkruiden • medicinale kruiden • gedroogde kruiden • kruidenolie & azijn • eetbare bloemen • siropen • bier • gin Bulskampveld 12 8730 Beernem 050 55 60 34 welkom@dekruiderie.be

www.dekruiderie.be

2200000002_1_ADV_7819.indd 1

27/01/20 16:33


BIO ACTIEF 47

Inhoudstafel

08

17

De oorsprong der dingen

26

Veel graantjes maken een brood

19

Storm of stilte

28

Bio in Nederland

20

De weg naar biozaad

30

25

Dag van een collega

De Biostelling

14 SECTOR IN GESPREK

Levende sector

Johan Colpaert van Fedagrim

22 (G)EEN WEG TERUG

Quiche

Bio Actief

47

05


Bio Flash Biobloemen op de Floraliën Van 1 tot 10 mei vindt in Gent het bloemenfestival Floraliën plaats. Dat biobloemen steeds meer mensen kunnen bekoren, is ook de organisatoren niet ontgaan. De biobloementelers zullen dan ook met een stand aanwezig zijn in het gratis deel van het bloemenfestival.

Europese Green Deal mikt op biolandbouw Eind 2019 stelde de Europese Commissie onder leiding van Ursula Von Der Leyen de Green Deal voor. Op het vlak van landbouw wordt er voor een strategie gekozen door de hele keten. Een van de doelstellingen? Biolandbouw doen groeien. Zo hoopt Europa het klimaatprobleem aan te pakken, het milieu te beschermen en de biodiversiteit te bewaren. Je vindt de strategie ‘From Farm to Fork’ terug op www.bfvl.be/ fromfarmtofork.

Wereldcongres IFOAM in Rennes Elke drie jaar organiseert de internationale koepelorganisatie IFOAM een wereldcongres. Dit jaar vindt dat plaats in Europa, meer bepaald in de Franse stad Rennes. Het Wereldcongres loopt van 21 tot 27 september, inschrijven kan op https://owc.ifoam.bio/2020.

06

Bio Actief

47

Alle informatie over Floraliën 2020 vind je op www.floralien2020.be.


DE UITBLINKER In de uitblinker laten we biobedrijven aan het woord die zich onderscheiden en de dingen op hun manier aanpakken.

8,7

%

Het bio-areaal in Europa nam in 2018 sterk toe, met 8,7 procent. Intussen is 3,1 procent van alle Europese landbouwgrond biologisch gecertificeerd. Lees meer op www.bfvl.be/jaarrapport2020

Slow Coffee

S

low Coffee verwijst doorgaans naar een ‘trage’ manier van koffiezetten, maar voor Koffie Kàn betekent de term veel meer. Met onze trage en ambachtelijke benadering van koffie tonen we respect voor de koffieboon als product en de weg die het aflegt in de keten. We hebben 7 uitdagingen waar we jaar na jaar aan werken (je vindt ze op www.bfvl.be/koffiekan). Een daarvan is prijstransparantie. Onze kwaliteitsvolle Arabicakoffies zijn meestal alleen te vinden op kleine koffieplantages waar de boer bijzonder veel zorg draagt voor zijn product. Omdat die zekerheid in kwaliteit zijn waarde heeft, krijgen planters van ons méér dan de geldende marktprijs voor hun koffie. Door met zo weinig mogelijk tussenpersonen te werken, gaat een zo groot mogelijk deel van onze aankoopkost naar de koffieplanter. Wij kennen de koffieplanters en zij kennen ons. Maar die transparantie is belangrijk voor de hele leveringsketen. De tussenschakels – exporteur en importeur – moeten bereid zijn informatie te delen. Dat laat ons toe open kaart te spelen met onze klanten.

"Wie zijn bord als wapen wil gebruiken in de strijd tegen het opwarmend klimaat, zal vooral moeten kiezen wat hij eet. De meeste klimaatwinst valt te maken door te kopen van boeren die biologisch of natuurlijk te werk gaan."

Op onze website kan je dan ook zien hoeveel er betaald wordt voor een koffie in het land van origine (in dollarcent per pound). We hebben geen extern controleorgaan nodig om te garanderen dat een koffieplanter een correcte prijs krijgt, want onze klanten wéten wat er betaald wordt. Dat controleorgaan kost immers ook geld; geld dat niet bij de koffieplanter terechtkomt. De dubbele betekenis van onze naam Koffie Kàn wil dat ook benadrukken: dat koffiedrinken één en al genieten kàn zijn, zonder scrupules. MARJOLEIN VERMEERSCH

Z ERONAU T TOM I SE W YN MO.BE, 1 2 F EBRUA RI 2020

Zaakvoerder Koffie Kàn

Bio Actief

47

07


Levende sector De biosector bestaat uit ondernemers met een hart voor mensen. Elk nummer brengen we drie biobedrijven in beeld die de diversiteit tonen van onze sector. Deze keer gaan we langs bij bioboer Vrijselhof, bioverwerker Vers & Veggie en biologische webwinkel Kazidomi.

LANGE INTERVIEWS ONLINE Je vindt een uitgebreidere versie van deze interviews op onze website. www.bfvl.be/bedrijfindekijker 08

Bio Actief

47

fotografie

Kobe Van Looveren


Vrijselhof WIE?

Joe Dieryck WAT ?

Biologische varkens en eieren WAAR?

Kontich A A N TA L H E C TA R E ?

17 hectare BIO SINDS?

2017

I

n tijden van klimaatverandering en steeds langere periodes van droogte wordt boeren een uitdaging. Dat besefte ook Joe Dieryck. Hij werkte een landbouwmodel uit dat hierop een antwoord wil bieden. Samen met zijn vrouw Christie probeert hij dat concept nu in de praktijk om te zetten.

De bedoeling is dat het Vrijselhof een volledig gesloten bedrijf wordt, met onder meer groenteteelt, een boomgaard, landbouwdieren en zelfs vissen- en algenkweek. "Die boomgaard willen we vanaf het zaad van oude rassen opkweken. Zo zijn de bomen 100 procent aangepast aan de bodem en ook sterker. We hopen dan binnen de 10 jaar een eerste keer te kunnen oogsten."

fotografie

Kobe Van Looveren

Maar alles gaat stap voor stap. Van groenten en fruit is nog geen sprake. Vandaag leeft Joe vooral van de verkoop van varkensvlees en eieren. Joe: "Dat is eigen aan onze unieke aanpak. Omdat de staat van de bodem zo essentieel is voor ons plan, hebben we de eerste drie jaar aan herstellende landbouw gedaan. Dat was nodig, want de grond zat helemaal vast. Met de hulp van eigen compost en gewassen die de grond helpen losmaken hebben we nu een bodem die er mag staan op het vlak van waterhuishouding, zuurtegraad en biologisch leven. Zo is hij gewapend voor de toekomst."

“We willen aantonen dat onze aanpak rendabel kan zijn.” Joe heeft op voorhand alles goed bedacht: "We hebben duidelijke doelstellingen op korte en lange termijn. Die worden elk jaar afgetoetst. Binnen 30 jaar zou het bedrijf er helemaal moeten staan. Ik besef dat dat lang is, maar het is volgens mij de enige manier waarop we het goed kunnen doen. Gelukkig staan mijn aandeelhouders volledig achter mijn project. Ze geven me dus ook de tijd en financiële ruimte om dit te realiseren. "

moment via Voedselteams, de Buurderijen en thuisverkoop. Daarvan kan hij naar eigen zeggen leven. Het contact met de consument is erg belangrijk. Joe: "Mensen moeten zich bewust zijn van het belang van voeding. En eerlijke landbouw. Zolang we minder dan 10 procent van ons inkomen aan eten willen geven, zitten we in een doodlopend straatje, hoeveel mensen er ook boeren zoals ik. Als een klant een eerste keer op het bedrijf komt, trek ik daar een uur voor uit. Zo kan ik hem vertellen waar we naartoe willen en waarom we zo bezig zijn met onze bodem." Joe beschouwt het Vrijselhof als een pioniersbedrijf, dat ook andere boeren moet kunnen inspireren. "Zelfs als je maar 1 hectare hebt, kan je in principe met ons model aan de slag. Ons plan is ook geen geheim, iedereen mag het inkijken. Maar we willen vooral kunnen aantonen dat onze aanpak ook rendabel kan zijn." Joe beseft dat hij misschien overkomt als een dromer. "Die heb je ook nodig natuurlijk. Iemand van het slachthuis heeft wel eens gezegd dat wij hier poëzie verkopen. Dat lijkt me een goede omschrijving voor wat we proberen te doen op het Vrijselhof."

MEER WETEN?

De dierlijke producten verkoopt Joe op dit

info@vrijselhof.be

Bio Actief

47

09


Fresh & Veggie WIE?

Catherine Schepers en Aurélie en Jeremy Khammavong WAT ?

Vegetarisch broodbeleg en bereide maaltijden WAAR?

Oosterzele BIO SINDS?

ducten bevatten geen bewaarmiddelen of andere toevoegingen en liggen altijd kort na de bereiding in de winkels. Zeker voor onze koude gerechten is dat nodig, want die pasteuriseren we niet."

zouden trouwens graag Biogarantie Belgisch worden, maar daarvoor komen we jammer genoeg niet in aanmerking. Soms moeten we voor ingrediënten uitwijken tot net buiten de landsgrenzen."

Om vers te kunnen werken, zijn er verse ingre- Fresh & Veggie-producten zijn in vele diënten nodig. Het bedrijf werkt rechtstreeks Belgische biowinkels te vinden. Jeremy: samen met lokale boeren. "Wij geven steeds "We willen dat onze afzetkanalen oog hebben de voorkeur aan grondstoffen van lokale oor- voor de waarden van ons bedrijf. Dan kom je sprong en dat lukt aardig. Ook proberen we vaak uit bij winkels met een passie voor bio." zoveel mogelijk seizoensgebonden te wer- Fresh & Veggie plant de komende jaren ook ken, al lukt dat niet altijd voor elk ingrediënt." in te zetten op het buitenland.

2004

V

oor Fresh & Veggie begon alles in een natuurwinkel in Wetteren. Winkelier Arthur Verheyen maakte voor zijn klanten vegetarisch broodbeleg. Toen andere biowinkels zijn broodsmeersels ook wilden aanbieden, besliste hij om ze op grotere schaal te gaan produceren. In 2009 ging hij met pensioen en nam Catherine Schepers het bedrijf over. Catherine: "In 2016 werd mijn neef Jeremy medezaakvoerder. Mijn nicht Aurélie neemt het dagelijkse operationele beheer voor haar rekening." Met 20 deel- en voltijdse werknemers produceert Fresh & Veggie een breed assortiment aan vegetarisch of veganistisch broodbeleg en bereide maaltijden. Catherine kiest voor uitgebalanceerde recepten met veel voedingswaarde. Jeremy: "Vroeger zat het woord vers in onze bedrijfsnaam, maar dat zorgde voor verwarring voor de Franstalige markt. Toch blijft dat de kern van ons bedrijf. Onze pro-

“Een boer bepaalt zelf zijn prijs. Op die manier zijn we samen met veel bedrijven kunnen groeien.”

De toekomst oogt rooskleurig. Zo merken ze een groeiende aandacht voor hun veganistisch aanbod. Ze zetten dan ook in op groei, al blijft de kwaliteit uiteraard primeren. Jeremy: "We verhuizen binnenkort naar een nieuwe locatie. We blijven wel in de buurt, zodat alle Jeremy: "We overleggen met boeren over kwa- bestaande samenwerkingen gewoon kunnen liteit en beschikbaarheid, maar niet over de blijven bestaan." prijs. Die bepaalt elke boer zelf. Door op die manier samen te werken, zijn we samen met Catherine is trots dat Fresh & Veggie is kunveel bedrijven kunnen groeien." nen groeien zonder de mens uit het oog te Het was de vorige eigenaar die voor bio koos, maar de keuze voor het label is nooit in vraag gesteld. Jeremy: "Het biolastenboek sluit perfect aan bij de waarden van Fresh & Veggie, maar we willen nog net dat stapje verder gaan. Daarom kiezen we ook voor Biogarantie. We

fotografie

Astrid Agemans

10

Bio Actief

47

Het merendeel van de producten wordt in bulk verkocht voor in de verstoog. Jeremy: "Dat maakt ons product ook interessant voor verpakkingsvrije winkels. Maar individuele verpakkingen kunnen ook."

verliezen. "We willen een bedrijf waarin mensen centraal staan. Machines dienen hier niet om mensen te vervangen, maar als ondersteuning voor de mensen die hier werken." MEER WETEN?

www.freshandveggie.bio


Kazidomi WIE?

Emna Everard WAT ?

Webwinkel WAAR?

Wezenbeek-Oppem en magazijn in Vilvoorde BIO SINDS?

2016

O

ok de biosector staat niet stil. Kazidomi heeft geen winkelruimte, maar bestaat alleen online. De webwinkel verkoopt al sinds 2016 bioproducten.

Emna Everard, oprichtster van Kazidomi, las als kind al de etiketten in de winkel. Emna: "Gezond eten was bij ons thuis belangrijk. Toen al droomde ik ervan een winkel te hebben waarbij klanten die gezond wilden eten gewoon konden vertrouwen op het geselecteerde aanbod in plaats van zelf op onderzoek te moeten." Op haar achttiende startte ze met een opleiding bedrijfskunde, en gaandeweg groeide het idee voor een webwinkel. Emna: "Zo bleven de eerste investeringen beperkt. Het businessplan van Kazidomi was mijn eindwerk. Samen met mijn prof heb ik een eerste versie online gezet. Dat was een klassieke webwinkel met 350 referenties droogwaren." Het was een moeilijke start en dus begon Emna samen met haar vennoot aan het concept te sleutelen. "In de Verenigde Staten werkten een aantal webshops met een abonnementsysteem. We hebben ons daardoor laten inspirereren."

fotografie

Astrid Agemans

Emna legt uit hoe het werkt. "Je kan bij Kazidomi producten kopen tegen de normale prijs, maar wie jaarlijks 100 euro betaalt, wordt abonnee. Die krijgt dan kortingen tussen de 20 à 50 procent." Die formule blijkt te werken. Emna: "We hebben intussen al 10.000

abonnees. Haalt een abonnee zijn korting er niet uit, dan betalen we het verschil terug. In de praktijk gebeurt dat bijna nooit." Kazidomi zet ook sterk in op (voornamelijk Franstalige) communicatie en klantenbinding en een breed assortiment. Dat gaat intussen verder dan droge voeding. "Klanten vinden in onze webshop onderhouds- en verzorgingsproducten, cosmetica en voedingssupplementen. We mikken op 4.000 referenties tegen eind 2020." Het voedingsaanbod is bijna volledig biologisch gecertificeerd. Om aankoopvolume en onderhandelingsmarge te optimaliseren wordt er geopteerd voor één referentie per type product. Emna: "We hebben intussen ook een huismerk, dat naast ons merkenaanbod bestaat. Daardoor halen we tussenschakels weg, wat de prijs weer drukt. Gezonde voeding blijft het uitgangspunt en dus hanteren we bepaalde selectiecriteria: producten met palmolie of geraffineerde suiker verkopen we bijvoorbeeld niet. Ook de ecologische voetafdruk van een product is belangrijk."

“Ook de ecologische voetafdruk van een product is belangrijk.” Lokaal aanbod is een moelijker verhaal, geeft Emna toe. "We kijken vooral naar de plaats waar een product het best geproduceerd kan worden. Voor pasta, pesto en tomatensaus is dat Italië, pindakaas komt uit Nederland en kokosproducten uit Sri Lanka." Kazidomi is sinds 2016 sterk gegroeid en heeft intussen 26 personeelsleden. Blijven groeien is dan ook het plan, met meer producten in het huismerk en een breder assortiment baby- en sportvoeding. "Als jonge onderneming kijken we ook naar wat er internationaal beweegt in de biosector. Zo spreken ze in Frankrijk al van ‘Le Bio’ en ‘La Bio’, waarbij dat laatste zichzelf veel strengere criteria oplegt. Ook daar willen we op inspelen." MEER WETEN?

www.kazidomi.be

Bio Actief

47

11


Van oogst 2020 beschikbaar: Biologische Witloofwortelen Rassen: Bingo, Baccara en Vintor Andere rassen op aanvraag. Af land of uit de koeling.

Roots to Success

Flevolof BV Espel T +31 (0)623 762 289 vincent@flevolof.nl www.flevolof.nl

2190000651_2_ADV_7819.indd 1

22/10/19 2190000795_1_ADV_7819.indd 09:30 1

4/02/20 16:19

www.plantera.nl Specialist in veredeling, productie en verkoop van pootaardappelen.

Onze biorassen: Vitabella Cephora

AUTHENTIEKE MEDITERRANE DELICATESSEN alleen maar pure ingrediënten...

NIEU

W

OOSTERRINGWEG 7 8316 RW MARKNESSE NL +31 [0]527 26 41 28 INFO@PLANTERA.NL

BEZOEK ONZE VERNIEUWDE WEBSITE OP: WWW.FLORENTIN-BIO.COM


TOEKOMSTIGE SECTOR

Kiezen voor de principes In het vijfjarenplan van BioForum staan de bioprincipes centraal. Die lijn willen we nu ook doortrekken in Bio Actief.

VOOR WIE?

De hele biosector

W

e kunnen er al lang niet meer omheen dat we in een bloeiende sector zitten: elk verkoopskanaal heeft intussen bioproducten in het assortiment en het aantal bedrijven dat bio produceert blijft groeien. BioForum juicht deze evolutie toe als sectororganisatie, maar tegelijkertijd zijn we ons zeer bewust van de groeipijnen die gepaard kunnen gaan met deze evolutie. Wie te snel groeit, durft al eens zijn wortels te vergeten.

Visie op voedselproductie Die wortels liggen voor alle duidelijkheid niet in de Europese biowetgeving uit 1991. Daarvoor al waren boeren, consumenten en ondernemers ongelukkig met de evolutie van de landbouw en de voedingsindustrie. Ze verenigden zich in IFOAM, tot op vandaag de internationale koepelorganisatie voor de biosector. En die kwam aanzetten met vier basisprincipes: Ecologie, Zorg, Gezondheid en Eerlijkheid. Deze principes gaan verder dan het ecologische aspect dat is uitgewerkt in de Europese wetgeving en waarmee de biosector doorgaans geassocieerd wordt. De vier principes vormen samen een visie op voedselproductie waarbij de ecologische, sociale en economische duurzaamheid wereldwijd hand in hand gaan.

Meer zichtbaarheid Vorig jaar stelde BioForum een vijfjarenplan op voor de periode 2019-2024. Dat deden we samen met mensen uit de sector. In de gesprekken bleken die waarden al snel naar de voorgrond te komen. In onze sector leeft de vrees dat veel nieuwe bedrijven bio in de eerste plaats zien als een economische kans en niet op de hoogte zijn van de achterliggende visie. Dat kan leiden tot een bio met twee snelheden. Dat willen we niet: de biowetgeving kan voor bedrijven een goede manier zijn om in te stappen in bio, maar er blijft de nood om voortdurend te evolueren. Alleen zo blijven we als sector vooruitgaan. Daarom kwamen de vier principes centraal te staan in ons vijfjarenplan en willen we ze ook de nodige zichtbaarheid geven. Voortaan geven we dus bij elk artikel aan welke principes van toepassing zijn. Dat doen we aan de hand van icoontjes, die je rechts op deze pagina vindt. Zo blijven we als sector werken aan het realiseren van onze waarden.

GEZONDHEID Bio wil gezonde voeding produceren, op een gezonde manier. De gezondheid van bodem, plant, dier en planeet zijn even belangrijk als die van de mens.

ECOLOGIE Bio werkt vanuit respect voor de natuur aan landbouw. De bioboer maakt gebruik van de kracht van het ecosysteem en de biodiversiteit op en rond zijn boerderij.

ZORG Bio moet zorgzaam omspringen met natuurlijke hulpbronnen en geen technologie gebruiken waarvan we de gevolgen op lange termijn niet kunnen inschatten.

EERLIJK MEER WETEN?

Je kan ons vijfjarenplan vinden op www.bfvl.be/vijfjarenplan.

Biologische voedselproductie moet voor iedereen rechtvaardig zijn: boeren, personeel, landbouwdieren, verwerkers, vervoerders, handelaars en consumenten.

Bio Actief

47

13


EERLIJK

ECOLOGIE

SECTOR IN GESPREK

Fedagrim, partner voor boeren? Johan Colpaert, CEO van Altez Group en voorzitter van Fedagrim, vindt dat de landbouw een andere weg moet inslaan. Bio Actief ging met hem in gesprek.

14

Bio Actief

47


VOOR WIE?

De hele biosector

A

gribex edititie 2019. Johan Colpaert, voorzitter van Fedagrim, gooit tijdens een ’landbouwparlement‘ een aantal stokken in het hoenderhok van de landbouworganisaties en daarbuiten. Hij krijgt een lawine van reacties over zich heen, niet in het minst van boeren zelf, die zich, aldus Colpaert, eindelijk gesteund voelden.

aanbod voor de landbouw helemaal achter zich gelaten. Met Fedagrim beseffen we heel goed dat onze klanten boeren zijn. Als wij niet opkomen voor de boeren, dan hebben onze leden op termijn geen klantenbestand meer."

Colpaert is een boerenzoon uit Bredene, die liefst van al het bedrijf van zijn ouders had overgenomen. Toen hij afstudeerde was zijn vader nog vrij jong en dus koos hij tijdelijk een job in de stallenbouw bij Geerkens. ‘Tijdelijk’ werd ’permanent’. Het ouderlijk landbouwbedrijf werd overgenomen door zijn zus. Johan Colpaert richtte in 1990 zijn eigen bedrijf Agrinbo op dat later zelfs het bedrijf van zijn voormalige werkgever zou overnemen. Samen werd dit Altez, het bedrijf waar hij vandaag CEO is en dat naast stallen ook industriële gebouwen neerzet. Sinds 2005 is Altez lid van Fedagrim, waar Colpaert in 2014 werd verkozen tot voorzitter. Fedagrim is de Belgische Federatie van de Toeleveranciers van machines, gebouwen en uitrustingen voor de landbouw en voor de groenvoorzieningen. Zij vertegenwoordigen zowel de fabrikanten en invoerders van tractoren, landbouwmachines en tuin-, park- en bosmateriaal als de stallenbouwers en stalinrichters in heel België.

"Ja, we wilden in eerste instantie van hen zelf horen hoe zij de toekomst inschatten en de continuïteit van hun bedrijf zagen. De resultaten van die bevraging waren ronduit onthutsend. Jaarlijks legt zowat 3 à 4% de boeken neer. Dat betekent dat er over tien jaar bijna 40% minder boeren gaan zijn. Toen ik vijftien jaar was, hadden we vijftien boeren in Bredene. Vandaag zijn dat er nog maar twee. Als er niets verandert, blijft er na de generatie van mijn zus wellicht nog maar één over.

Fedagrim lijkt rechtstreeks op te komen voor de belangen van de boeren. Dat lijkt op het eerste zicht niet zo vanzelfsprekend. Waarom doen jullie dat? "Tot pakweg 2012 ging alles goed in onze sector, maar rond 2014 zagen we ons ledenaantal afnemen. Bovendien stelden we vast dat onze bedrijven zich meer en meer gingen organiseren in sectoren buiten de landbouw. Kijk bijvoorbeeld naar een bedrijf als Spiromatic van Nazareth, 20 jaar lang een van de vooraanstaande leden van onze federatie. Zij maakten destijds meelsilo’s voor varkens- en veebedrijven. Vandaag leggen ze de landbouw volledig naast zich neer en maken ze silo’s voor industriële bakkerijen. Ook mijn bedrijf Altez zit volop in die transitie. Ooit was 70% van onze omzet afkomstig van de stallenbouw. Vandaag is dat nog maar 30%, waarvan 5% paardenstallen. Sommige bedrijven hebben het

En dus besliste Fedagrim zich te richten op de toekomst van de boeren?

Bovendien verdienen boeren te weinig, vaak niet meer dan 1.500 euro per maand. Er is veel verdoken armoede. Velen hebben daardoor geen zuurstof om te investeren. Onze leden worden geconfronteerd met een cliënteel dat verdwijnt of onvoldoende rendement haalt om te investeren in een positieve groei van hun bedrijf. We zien ook dat de evolutie van de grondprijzen daarin een cruciale factor is. Die is vandaag zo hoog dat geen enkel landbouwbusinessmodel de kostprijs van de grond kan verantwoorden. We zien nu dat industriëlen massaal grond opkopen. Niet om te boeren maar om te beleggen want op de bank verdampt hun geld. Ze kopen grond tegen prijzen waar boeren niet tegenop kunnen. De affaire Huts te Gent kwam uitgebreid in het nieuws. In Knokke kopen stadionbouwers volop polderboerderijen op met telkens 20 of 30 ha grond erbij om paarden op te zetten. In regio Veurne neemt een Oost-Vlaamse industrieel volop landbouwgrond in eigendom. Zodra ze kunnen, gooien die industriëlen de pachters eraf en gaan ze zelf boeren met de telefoon. Ze zetten loonwerkers aan het werk en strijken de landbouwpremies op. Als je niet oplet, gaat de grond in seizoenspacht en strijken ze jaarlijks nog ‘s 1.000 tot 1.500 euro per ha op. Het is misdadig maar vandaag ook gewoon de realiteit."

Bio Actief

47

15


baar zijn om gebieden op te kopen, dan is er toch budget genoeg om boeren te betalen voor de ecosysteemdiensten die ze valoriseren? Tijdens het landbouwparlement heb ik inderdaad stokken in het hoenderhok gegooid. Er kwam veel reactie toen ik bijvoorbeeld wees op het potentieel voor biodiversiteit dat achter de woningen ligt: zoveel tuinen met gazon, zoveel monoculturen. De samenleving zegt steeds tegen de boer wat hij moet doen. Wij hebben met deze stelling de rollen even omgedraaid: beste burger, wat jullie op zondag tijdens jullie fietstocht zeggen tegen die boer, dat zal die boer nu even vertellen tegen jullie. Plots is ’t kot te klein. Wel, boeren krijgen die kritiek altijd te slikken."

Ook de grote landbouworganisaties waren niet zo gelukkig met jouw uitspraken…

Maakt het voor Fedagrim iets uit of landbouwmachines verkocht worden aan boeren of aan loonwerkers?

Op het landbouwparlement heb je ook opmerkelijke stellingen geponeerd over natuur en landbouw.

"Je zou kunnen zeggen dat loonwerkers dan ons cliënteel worden, maar daar zitten we niet op te wachten. Hoe groter die ’industriële landbouwer‘ wordt, hoe meer hij de loonwerker onder druk zet om zijn prijzen te laten zakken. Op het einde van de rit moet ook de loonwerker het onderspit delven. De industrieel zal zelf geen tractor kopen, hij laat loonwerkers elkaar onderling kapot beconcurreren om te werken tegen de laagste prijs."

"De tweespalt tussen landbouw en natuur is een gecreëerde confrontatie. Als alle betrokkenen het gezonde boerenverstand zouden gebruiken, dan zouden er ongelofelijke mooie samenwerkingen kunnen ontstaan. In Vlaanderen is 750.000 ha agrarisch gebied ingekleurd voor beroepslandbouw. In werkelijkheid wordt maar 620.000 ha effectief voor landbouw gebruikt. De overige 130.000 ha wordt gebruikt voor paarden, hobbytuintjes, enz. Het Vlaamse regeerakkoord voorziet 20.000 ha natuur en 10.000 ha extra bos. Je kan daar als

Wat stelt Fedagrim voor? We zijn gaan kijken hoe ze het in het buitenland doen. In Frankrijk slagen ze er bijvoorbeeld in om de grondprijs laag te houden dankzij de Safer, een soort grondbank. Stel dat ik bereid ben om 100.000 euro te betalen voor een hectare grond, dan moet de notaris dat melden aan de grondbank die de transactie gaat controleren. Waarvoor zal de grond ingezet worden? Zal er geboerd worden? Er is een reeks criteria waaraan je moet voldoen, anders gaat de deal niet door. Zo hou je de industrie weg van de landbouwgrond en kunnen boeren blijven boeren. Zo’n grondbank biedt mogelijkheden. Wij pretenderen niet dat dit alle problemen oplost, maar vragen wel dat het idee opgepikt en onderzocht wordt."

16

Bio Actief

47

landbouwsector voor of tegen zijn, maar dat maakt weinig uit want het gaat er toch komen. Maar als het er komt, is het beter om de landbouwgrond te gaan zoeken bij die 130.000 ha. Geef bovendien landbouwers zelf de mogelijkheid om aan natuurbeheer te doen en vergoed hen daarvoor. Landbouwgrond wordt met overheidsgeld gekocht om het om te zetten in natuur. In Oostende zijn ze een stadsrandbos aan het aanleggen. Vrijwilligers planten de bomen en het onderhoud laat vaak te wensen over. Was het niet beter geweest om de gronden bij de landbouwer te laten en hem behoorlijk te vergoeden om aan natuurbeheer te doen? Als er bij natuur zoveel miljoenen euro beschik-

"Boerenbond voelt zich blijkbaar geschoffeerd door onze voorstellen. Ik betreur dat zij ons niet zien als partner die samen met hen pleit dat er überhaupt nog aan landbouw kan worden gedaan, vandaag en in de toekomst. Bij ABS merken we meer openheid om met ons in debat te gaan. Voor hen ligt het vooral moeilijk dat we de vrije teeltkeuze van de landbouwer in vraag durven stellen. Toch zullen we het over een andere boeg moeten gooien. Het klimaat verandert en biodiversiteit verdwijnt. Ofwel zal het beleid keuzes maken, ofwel zullen de keuzes door de feiten worden gemaakt en dan zullen we niet meer kunnen manoeuvreren. Er zullen gebieden zijn waar landbouw en natuur moeten samenwerken en vrije teeltkeuze zal daar dan jammer genoeg niet meer tot de mogelijkheden behoren. Overigens staat die vrije teeltkeuze vandaag ook al onder druk. Kijk naar de randvoorwaarden, de vergroeningsvoorwaarden, dat wordt ook opgelegd."

Wat is nu de volgende stap voor Fedagrim? "We zullen eerst zien wat de nieuwe regeringen gaan doen in Vlaanderen en Wallonië. We willen met de bevoegde ministers in overleg gaan. We reiken de hand uit naar overheid en landbouworganisaties om over mogelijke oplossingen te praten want zij zijn degenen die de teugels in handen houden. We zijn een partner die out of the box denkt, maar het zijn zij die het gaan moeten doen. En ja, wie niet horen wil, zal voelen." MEER WETEN?

De publicatie "Landbouw en Open Ruimte" van Fedagrim werd speciaal voor het landbouwparlement opgesteld. Je vindt de publicatie op www.feedthefuture.be/landbouwparlement.


WETGEVENDE SECTOR

EERLIJK

De oorsprong der dingen Met nieuwe regels rond oorsprongsetikettering wil Europa voeding transparanter maken voor consumenten. Voor bioproducten is dat een dubbel verhaal.

VOOR WIE?

Verwerkende bedrijven

N

egen jaar geleden besliste de Europese Commissie dat het voor consumenten makkelijker moest worden om te weten waar producten vandaan kwamen. Belgische bedrijven konden immers ‘Made in Belgium’ op hun verpakking zetten, zelfs als geen enkel ingrediënt uit ons land kwam. Dat komt omdat er een onderscheid is tussen de plaats van herkomst (daar waar een product gemaakt wordt) en het land van oorsprong (daar waar een ingrediënt of product geteeld wordt). Vanaf 1 april 2020 wordt die wetgeving concreet: dan moeten etiketten bij het primaire ingrediënt het land van oorsprong vermelden als dat verschilt van de herkomst van het product zelf. Een ingrediënt is primair als het meer dan 50 procent van een product uitmaakt of als het omwille van de naam gezien wordt als het belangrijkste ingrediënt. Denk aan zalmsla.

Originebepaling bij bio Voor biologische ondernemers klinkt dit wellicht allemaal bekend in de oren. In de biosector bestaat immers al een oorsprong-

setikettering. Een bioproduct is verplicht om onder het biologo de oorsprong van de ingrediënten te vermelden, door middel van de aanduidingen ‘EU-landbouw’, ‘Niet-EUlandbouw’ of ‘EU/Niet-EU-landbouw’. Dat die lijn nu ook doorgetrokken wordt in het gangbare milieu, juichen we als biosector dan ook toe. Hoe meer transparantie richting de consument, hoe beter. Europa heeft dan ook laten weten dat bioproducenten vrijgesteld zijn van de nieuwe regels rond oorsprongsetikettering.

“De etiketteringsregels van Europa gaan verder dan die in bio” Bank achteruit? Maar er zit een addertje onder het gras. Tot nog toe waren we de beste leerlingen van de klas: een consument wist op basis van een bio-etiket immers meteen of de ingrediënten al dan niet van Europa kwamen. Maar de etiketteringsregels van Europa gaan verder, en het risico bestaat dat wij een bank achteruit schuiven. We kunnen dat het best illustreren aan de

hand van een voorbeeld. Een gangbare sappenproducent die een Belgisch vlagje op zijn verpakking heeft staan, zal vanaf 1 april 2020 in zijn ingrediëntenlijst duidelijk moeten vermelden dat de bessen waarmee hij zijn sap maakt afkomstig zijn uit pakweg Polen. Daarnaast staat het biologische bessensap, waar de aanduiding "EU-landbouw" volstaat. De consument die het gangbare sap koopt is dus beter ingelicht dan de bioconsument. Het is belangrijk om als biosector onze voortrekkersrol op het vlak van transparantie niet uit handen te geven. Ook wij moeten er naar blijven streven om de consument zo goed mogelijk in te lichten, ook al verwacht de wetgever dat niet van ons. Het Biogarantie Belgisch-label doet alvast zijn duit in het zakje. Dat logo bevat de Belgische vlag, omdat het primaire ingrediënt in België geteeld moet worden. Duidelijker kan het niet.

MEER WETEN?

Heb je hier vragen over? Neem dan contact op met onze adviseur voedingsbedrijven Sofie Vandewijngaarden sofie.vandewijngaarden@bioforumvl.be.

Bio Actief

47

17


Biogarantie Omdat bio niet stilstaat

INTERESSE OM ZELF HET BELGISCHE BIOGARANTIE-LABEL

OOK BIOGARANTIE TE WORDEN?

Het Belgische label Biogarantie gaat voor bio op volle

Lees meer op www.bfvl.be/biogarantie.

kracht. Wie voor Biogarantie kiest, kiest voor extra

Wil je Biogarantie gebruiken, dan moet je lid

criteria op ecologisch, economisch en sociaal vlak.

zijn of worden van BioForum Vlaanderen.

Met Biogarantie Belgisch wil Biogarantie sterker inzetten op lokale origine en eerlijke prijs.

BIO GARANTIES

VAN HET VELD TOT OP JE BORD... VERDELER IMPORTEUR

LANDBOUWER

VERWERKER

VERKOOPPUNT RESTAURANT

CERTISYS CONTROLEERT ALLE ACTOREN IN DE BIOSECTOR BE-BIO-01 CERTISYS

Identificeer het Europees biolabel en de referentie van het controleorganisme alsook het Biogarantielabel.

Onze

BIO

producten zijn gecontroleerd en gecertificeerd

CERTISYS

2019 ®

CERTI SYS BIO CERTIFICATION

Certificaten op www.certisys.eu

Dit document is eigendom van Certisys en moet op aanvraag terug gestuurd worden. PU4503NL08

Vind de bioaffiche terug bij alle bio marktdeelnemers gecontroleerd door Certisys.

Online toegang tot al de certificaten van de marktdeelnemers gecontroleerd door Certisys.

© Certisys - alle rechten voorbehouden.

®

CERTI SYS www.certisys.eu

BIO CERTIFICATION


VERANDERENDE SECTOR

Storm of stilte? Vanaf dit jaar veranderen de regels rond landbouwrampen. Het rampenfonds maakt plaats voor een brede weersverzekering. Wat zijn de gevolgen voor bioboeren?

VOOR WIE?

Bioboeren

E

xtreme droogte, te vroege vorst of stormweer: de klimaatverandering is slecht nieuws voor de landbouw. Boeren ondervinden heel wat schade van uitzonderlijke weersomstandigheden. Tot voor kort kon een boer met schade aan zijn gewassen een beroep doen op het rampenfonds, maar vorig jaar besliste de Vlaamse overheid om dat fonds af te bouwen. In de plaats daarvan moedigt ze boeren aan om zo snel mogelijk een brede weersverzekering te nemen bij een privéverzekeraar. Boeren die zich laten verzekeren, krijgen 65% van de jaarlijkse verzekeringspremie (exclusief taks) terugbetaald van de overheid. Die subsidie vragen boeren aan via de verzamelaanvraag. De tussenkomst kan voor bijkomende te verzekeren percelen wel dalen vanaf 2022, met een evaluatie van het systeem in 2025. Of die financiële steun ook daarna nog blijft bestaan is koffiedik kijken. Het rampenfonds bestaat trouwens nog, maar zit in een uitdoofscenario. Wie in 2020 minder dan 25% van het bedrijfsareaal laat

verzekeren, zal er geen beroep meer op kunnen doen. Bij boeren die wel meer dan een kwart van hun areaal hebben laten verzekeren, hangt de grootte van de tussenkomst af van het verzekerde percentage. Deze tussenkomsten dalen de volgende jaren, tot de stopzetting van het rampenfonds in 2025.

Haastwerk De overstap naar de brede weersverzekering was in onze ogen niet echt een voorbeeld van goed bestuur. Na vijf jaar talmen werd net voor de verkiezingen in mei een voorstel van decreet door het Vlaams Parlement gejaagd. Kort daarvoor waren teelt- en oogstschade al uit het rampenfonds geschrapt, en er was dringend nood aan een alternatief.

“Kleine lettertjes lezen is de boodschap” De Vlaamse overheid liet veel ruimte voor invulling en dus bleven veel vragen onbeantwoord, maar intussen wordt een en ander duidelijk. Officieel zijn er vijf erkende verzekeraars, waarvan er twee samenwerken. Die zullen in overleg met boeren die zich willen

laten verzekeren een pakket op maat maken. Onze bezorgdheid of de verzekeringspolissen wel rekening zouden houden met de eigenheid van bio is bij deze gesust. Dat is ook meteen geruststellend voor boeren met een grote diversiteit aan kleine teelten. Die kunnen voor een perceel met diverse teelten een schatting maken van de omzet en die via de code voor ‘andere groenten’ in de Verzamelaanvraag ingeven. De prijs van de premie zal worden bepaald op die omzetinschatting. Dat neemt niet weg dat het aanbod van de verschillende verzekeraars sterk verschilt. Er zitten best wel wat addertjes onder het gras, zo lazen we in de media. In 2016 viel in Limburg lokaal 60 liter neerslag in een halfuur, maar bij sommige polissen geldt stormschade pas bij 71 liter in 24 uur. En sommige verzekeraars erkennen vorstschade pas vanaf mei. De kleine lettertjes lezen is dan ook de boodschap.

MEER WETEN?

BioForum dook in de (soms karige) informatie van de verzekeraars en probeerde een vergelijking te maken. Die vind je terug op www.bfvl.be/bioactief-weersverzekering.

Bio Actief

47

19


ZORG

DYNAMISCHE SECTOR

De weg naar biozaad

ECOLOGIE

Ondanks de intentie om biologisch zaaizaad te gebruiken, zaaien bioboeren in een aantal gevallen nog gangbaar, niet-ontsmet zaaizaad. Dit is aan strikte regels onderworpen. Elk jaar evalueren experts welke uitzonderingen nog kunnen.

ook in Vlaanderen een relevant aanbod biologische zaden beschikbaar is.

VOOR WIE?

De hele biosector

D

e Europese wetgeving voor biologische landbouw stelt dat bioboeren geacht worden om biologisch zaaizaad te gebruiken. Dit wil zeggen dat het zaaizaad volgens de richtlijnen voor biologische landbouw werd vermeerderd. Biologisch zaaizaad is op zich ook een logische uiting van levenskracht en past in de kringloopgedachte waar biologische landbouw voor staat. Maar soms voldoen de aangeboden biologische rassen niet aan de markt, en dan is er onder voorwaarden ontheffing mogelijk. Boeren mogen in dat geval hun toevlucht nemen tot gangbaar, niet-chemisch behandeld zaaizaad. De laatste jaren groeit het aanbod biologische rassen gestaag. Voor groenten bestaat al langer een breed aanbod, maar vaak ontbraken belangrijke referentierassen. Hierin komt stilaan verandering. Voor akkerbouw en voedergewassen is er sinds twee jaar een grote inhaalbeweging gemaakt, zodat er nu

20

Bio Actief

47

Welke ontheffingen mogelijk zijn bepalen de lidstaten zelf. In ons land is landbouw een regionale bevoegdheid, maar Vlaanderen en Wallonië streven een gelijke benadering na. Jaarlijks, in november, evalueert een expertgroep waar er vooruitgang gemaakt kan worden in het naleven van de Europese regels. Gewassen met een kwalitatief en kwantitatief goed aanbod worden door de expertgroep in ‘niveau 1’ ingedeeld. Voor deze gewassen moet in principe biologisch zaaizaad worden gebruikt. Voor oranje hokkaido-pompoenen, rode bieten, koolrabi, koolraap en gele zaaiuien is dit al enkele jaren het geval.

Meer gewassen op niveau 1 met verplicht gebruik biozaad Voor 2020 werden enkele nieuwe gewassen aan deze lijst toegevoegd. Voor groenten gaat het over de asiagreens, butternutpompoen, tuinkers, stokslaboon en zwarte rammenas. Voor groene selder, die vorig jaar al op niveau 1 werd ingedeeld, wordt gangbaar

niet-chemisch zaaizaad van het nieuwe ras ‘Cumbia’ (Bejo) toegelaten voor proefgebruik op veldniveau. Dit ras zou een betere roestresistentie hebben en dus meer teeltzekerheid bieden. Bejo streeft naar biozaad in 2021. Voor de akkerbouw werd niveau 1 voor triticale en spelt bevestigd. Deze gewassen werden in 2019 al met licht voorbehoud op niveau 1 ingedeeld. Bijkomend werd ook maïs aan deze lijst toegevoegd. Alle biologische korrel- en silomaïs moet dus in 2020 onder biologische vorm worden uitgezaaid.

Groeiend aanbod biologische rassen Boeren zouden voor hun teeltplanning standaard moeten gaan kijken op www.organicxseeds.be. Deze databank is de officiële referentie om na te gaan welke rassen er biologisch beschikbaar zijn. Alle zaadhuizen die biologisch zaaizaad aanbieden op de Belgische markt, worden uitgenodigd om hun aanbod ook bekend te maken in deze databank.

Permanente evaluatie Voor de nieuwe gewassen in niveau 1 heeft de


fotografie

Sophie Nuytten

expertgroep duidelijke afspraken gemaakt. Wanneer er zich structurele problemen voordoen, kunnen ze op korte termijn beslissingen herevalueren. De expertgroep heeft ook al enkele gewassen aangestipt waarvoor in komende jaren de opstap naar niveau 1 mogelijk zou moeten zijn. Hiervoor is alsnog geen specifiek groeipad vooropgesteld. Voor boeren is dat vooral een uitnodiging om aan de slag te gaan met die biologische rassen, want alleen zo is vooruitgang mogelijk. Voor groenten gaat het over plantui, sluitkool en courgette, voor de akkerbouw- en voederteelten over aardappelen, Italiaans raaigras en Engels raaigras. Bij aardappelen wordt daarvoor gekeken naar het convenant robuuste aardappelen. Als de pootgoedbedrijven hun engagementen naleven, zou niveau 1 een evidentie moeten zijn.

Betrokkenheid van de hele keten Toch blijft de weg naar biologisch zaaizaad een permanente zoektocht die boeren niet

alleen aankunnen. Om tot 100% biozaad te komen, is het engagement nodig van de hele sector. Om dat te verduidelijken geven we het voorbeeld van prei. Dat stond in 2019 op de lijst van groenten waarvoor een opstap naar niveau 1 mogelijk werd geacht. De preitelers erkenden dat er een relevant aanbod van biologische rassen was, maar meenden ook dat dat aanbod nog niet volstond om een volledige teelt te kunnen waarborgen. Rassenkeuze is met name in prei erg belangrijk om een goede en kwalitatieve opbrengst te waarborgen. Zaadhuizen brengen regelmatig nieuwe rassen op de markt met een verbeterde ziekteresistentie. De toprassen voor biologische prei zijn vandaag doorgaans enkel in gangbare vorm beschikbaar. De zaadhuizen Vitalis en Bejo komen niettemin stilaan met een evenwaardig biologisch aanbod. Toch zijn hier nog enkele knelpunten. Wanneer enkel biologische rassen gezaaid kunnen worden, wordt de rassenkeuze erg beperkt. Dat

maakt een gezonde risicospreiding lastig. Elke teeltperiode vergt met name een specifiek ras. Vooral in de ‘lange keten’ voelen boeren zich vandaag ook weinig gesteund in de keuze voor meer biologisch zaaizaad. Biologisch zaaizaad voor 1 ha prei is ongeveer één derde duurder dan gangbaar zaaizaad. Als deze rassen ook net iets minder opbrengen of net iets meer werk vragen om marktklaar te maken, loopt het kostenplaatje snel op tot enkele duizenden euro’s. Dat kan een bioboer niet op zijn eentje dragen. Omdat de preitelers toch vooruit wilden, stelden ze in 2020 een regeling voor waarin een bepaald percentage van hun prei op basis van biologisch zaaizaad moest zijn. De expertgroep was positief over dit voorstel, maar administratief was dat helaas niet mogelijk.

MEER WETEN?

Je kan met je vragen over het aanbod biologisch zaaizaad altijd terecht bij Lieven Delanote van proefcentrum Inagro, lieven.delanote@inagro.be.

Bio Actief

47

21


(G)een weg terug

EERLIJK

Welke weg heeft een bioproduct afgelegd voor het in de winkel terechtkomt? Dat zoeken biowinkeliers zelf uit in de rubriek ‘(G)een weg terug’. Deze keer volgen we de weg van een biologische quiche met geitenkaas en appel.

2

Patiron Quichemaker Patiron was een van de eerste leveranciers van Bio-Planet. Zaakvoerders Wim Vrij en Veerle Deforce zijn dus samen met de winkelketen gegroeid. Wim: "We zijn begonnen als eethuisje in Gent. Daar maakten we de eerste jaren ook de quiches die bestemd waren voor Bio-Planet Gent. Toen de vraag groter werd, zijn we verhuisd naar een apart atelier. Het eethuisje en de producten bij Bio-Planet staan nu los van elkaar.

Bjorn: Ik had een grote bedrijfshal verwacht, maar jullie werken nog erg ambachtelijk. Wim: "Ja, het is hier vooral handenarbeid. Ik heb hier en daar zelf wat machines ontworpen, bijvoorbeeld voor het vullen van de quiches. We werken met een team van zes personeelsleden en maken onze zes quiche­ soorten op bestelling. Je kan dat zien als een bouwpakket. We doen 22

Bio Actief

47

VOOR WIE?

De hele biosector

1

veel dingen vooraf, zoals het fruit schillen en de deegvormen klaarzetten. Op een productiedag worden de producten dan in de vorm gedaan en dan in de oven gestoken. Daarna koelen we ze via snelkoelers in ijltempo af, zodat ze tegen de namiddag naar het depot van Bio-Planet kunnen."

Bjorn: leveren jullie alleen aan Bio-Planet? Veerle: "Nee, we hebben ook nog een aantal kleinere winkels in Gent die we met de bakfiets beleveren. We krijgen nog wel vragen uit andere steden, maar die houden we af. Blijven groeien betekent ook meer productiedagen, en de vraag is of we daar wel zin in hebben."

Bjorn: de quiche met geitenkaas en appel is erg populair, maar hij is niet het hele jaar door te verkrijgen. Hoe komt dat? Wim: "Sinds vorig jaar lassen we in de zomer een pauze in voor deze quiche, omdat er op dat moment geen Belgische of Nederlandse bio-appels meer te krijgen zijn. We vonden het toch iets te gek om dan appels van de

Bio-Planet Gent "Een van de best verkochte producten uit onze verstoog, zijn de quiches van de Patiron", vertelt Bjorn Grammens, chef bedieningstoog bij Bio-Planet Gent. "Met name de quiche met geitenkaas en appel is echt wel populair." Maar hoe komt de quiche tot in de winkel en van waar komen de ingrediënten? Samen met Bjorn volgen we het product terug tot bij de boer.

andere kant van de wereld te gebruiken."

Bjorn: van waar komen die appels? "Die bestellen we bij BioFresh, samen met nog andere producten. Dat is erg efficiënt, al heeft het ook wel nadelen. We kunnen onze bestellingen niet zo goed afstemmen op onze behoeftes. We willen bijvoorbeeld liefst grote appels, omdat je dan minder moet schillen, maar dat is blijkbaar niet zo eenvoudig. We hebben van in het begin geprobeerd om zoveel mogelijk rechtstreeks te kopen bij kleinere bedrijven. Zo halen we onze geitenkaas nog altijd zelf bij De Volle Maan. Alleen is het al vaak gebeurd dat kleinere spelers verdwijnen of na een tijd zelf voor een tussenkanaal kiezen omdat dat voor hen makkelijker is. Daardoor verdwijnt ook het rechtstreekse contact, en dat is wel jammer. We hebben bijvoorbeeld geen zicht op wie de telers zijn van onze appels.


4 Belorta Niet ver van de gebouwen van BioFresh ligt Belorta, de grootste groente- en fruitveiling van Europa. Sander Deproost van Belorta legt aan Bjorn graag uit waar de meerwaarde ligt van de veiling: "Wij zijn een coöperatie. Alle boeren die hier leveren, hebben een aandeel en zijn dus eigenaars van de veiling. Wij nemen het commerciële luik volledig op ons, zodat de boer zijn tijd kan steken in het telen."

Bjorn: het is hier heel groot. Ik veronderstel dat jullie niet alleen bio doen? Sander: "Nee, van de 1041 producenten die bij ons zijn aangesloten zijn er 37 biologisch gecertificeerd. Daar zijn trouwens ook bioproducenten uit Nederland bij, maar daar zijn we altijd heel transparant over naar aankopers. Bio staat voor 3 procent van onze omzet, maar dat is al een sterke stijging sinds we met bio begonnen in 2000. Qua volume zijn komkommers, trostomaten en peren de drie toppers in ons biosegment."

Bjorn: Hoe werken jullie concreet?

3

BioFresh Bij BioFresh staat Bernard Craeye Bjorn te woord. Hij is verantwoordelijk voor aankoop groenten en fruit België.

Bjorn: Wat is jullie rol in de keten? Bernard: "Wij kopen producten aan van verschillende kanalen en leveren die dan aan winkels, cateraars of verwerkers. Die bestellen telefonisch of via internet in de voormiddag, en wij leveren dan voornamelijk ’s nachts. Alles moet op twee dagen buiten zijn, want alleen zo kunnen wij versheid garanderen."

Bjorn: Patiron wil vooral grote appels. In hoeverre kunnen jullie die vraag afstemmen op het aanbod? Bernard: "Het is voor ons onwerkbaar om op vraag van de klant te variëren, toch als het gaat om kleine hoeveelheden. Wij leveren eerst de standaardmaten. De buitenmaten gaan vooral naar grotere verwerkers. Wel pro-

beren we eerst Belgische appels te leveren. Die voorraad is er bijna door, en dus kijken we nu naar het buitenland. Heel wat klanten vragen immers om een continu aanbod."

Bjorn: Weten jullie wie de appels teelt die Patiron bij jullie koopt? Bernard: "Als een klant bij ons appelen van een bepaalde soort bestelt, dan komen die niet altijd van dezelfde boer. We kopen veel van ons fruit bij Belorta, en van hen krijgen we ook enkel een code. Ik weet door mijn ervaring wel dat een van hun fruittelers Koen Van Eykeren is. Ik vraag ook expliciet naar zijn appels, omdat hij enorm veel vakkennis heeft. We kopen ook wel producten rechtstreeks aan bij telers, maar dat zijn vaak samenwerkingen die al jaren lopen. Nieuwe telers vragen we altijd om aan te sluiten bij de veiling. Zo wordt alles gecentraliseerd. Dat is voor ons efficiënter, en het verzekert ons een betere continuïteit."

Sander: "Als aanvoerplatform centraliseren we alle producten. De verse groenten en fruit worden bij aankomst gekeurd en dan vermarkt en gedistribueerd. Onze klanten kunnen supermarkten, exporteurs of gespecialiseerde groothandels als BioFresh zijn. Door het coöperatieve model kopen deze klanten in feite rechtstreeks bij de telers, zonder tussenhandel, terwijl ze wel het voordeel krijgen dat ze alle producten op één plaats kunnen afhalen. Dat is op logistiek vlak duurzamer. We proberen voor onze telers de best mogelijke prijs uit de markt te halen. Dat doen we niet via de klok zoals bij de gangbare groenten en fruit, maar wel via bijvoorbeeld seizoenscontracten. Zo’n 80 procent van onze productie wordt op die manier op voorhand al geplaatst. We maken afspraken over maten en soorten, en daarna leveren telers wekelijks bij ons de gemaakte bestellingen."

Bjorn: Merken jullie een stijgende vraag naar bio? Sander: "Zeker en vast. Het Belgische bio-aanbod is nog altijd niet groot genoeg. Het afgelopen jaar kenden we een groei van 40 procent, maar we merken nog steeds

Bio Actief

47

23


groeimogelijkheden voor bepaalde biogroenten en -fruit. Zo waren de appelvoorraden dit jaar snel op. Hoewel er ook wat buitenlands aanbod is, merken we dat al onze klanten wel voorrang geven aan Belgische producten. Daarom zijn we ook op zoek naar telers die bereid zijn om om te schakelen naar bio."

Bjorn: Hoe gaan jullie om met grotere maten van appels? Sander: "De meeste klanten willen een standaardkaliber. De buitenmaten gaan naar verwerking, in het geval van bio bijvoorbeeld naar babyvoeding, waar er strenge normen zijn op het vlak van pesticidenresidu’s. Bij onze gangbare leden heb je er wel een aantal die uitsluitend telen voor verwerking, terwijl het biologisch fruit in eerste instantie bedoeld is voor de versmarkt."

Bjorn: Communiceren jullie over jullie telers? "Via de codes op onze verpakkingen kunnen we steeds info over de teler bezorgen aan geïnteresseerde klanten. Een van onze beste fruittelers is Koen van Eykeren. Hij zal je met plezier ontvangen."

5

Koen van Eykeren Zo komt Bjorn ten slotte uit in Watervliet, waar fruitteler Koen Van Eykeren op 30 hectare appels teelt.

Bjorn: Waarom ben jij aangesloten bij Belorta? Koen: "Telen is al een hele bezigheid. Als je de verkoop er ook nog moet bij nemen is dat een hele boterham. Dat coöperatief werken mag van mij trouwens nog veel verder gaan. In ZuidTirol hebben telers bijvoorbeeld geen eigen koelcellen of verpakking. Dat is hier nog wel zo. Het voordeel is ook dat we geen hinder ondervinden van een groeiende markt, omdat we goede relaties hebben met onze afzetkanalen."

Bjorn: Hoe komen jouw appels tot bij Belorta? Koen: "Nadat we onze appels geoogst hebben, sorteren we ze op maat en kwaliteit. Dat doen we via een camerasysteem, dat de grootte van appels bepaalt. Daarna gaan ze de koelcellen in en leveren wij volgens de op voorhand gemaakte afspraken aan Belorta. Wij telen hier verschillende soorten: Jonagold is ons hoofdras. Daarnaast hebben we onder meer Elstar, Topaz en Cox."

Bjorn: Geraak je via de veiling al je appels kwijt? Koen: "Nee, dat niet. Ik heb bijvoorbeeld nog

24

Bio Actief

47

een perceel in omschakeling, en omschakelingsfruit is zeer moeilijk. En dan heb je nog fruit in buitenmaten, daar is de industrie dan een uitweg. En tot slot mogen we een beperkt aandeel rechtstreeks verkopen. De markt is ook strenger geworden: de vormvereisten waren voor bio vroeger losser, maar intussen is dat niet meer het geval. Er mag geen plekje meer op de appels zitten en ze moeten voldoen aan strenge formaateisen. Zo worden consumenten verkeerd opgevoed."

Tot nog toe was iedereen lovend over jouw appels. Hoe moeilijk is het om een goede bio-appel te telen? Koen: "Het is vooral belangrijk dat er een natuurlijk evenwicht bestaat in je boom-

gaard. Er zijn heel wat plagen waar we niets tegen kunnen beginnen in bio, en dus kan je maar beter hopen dat er genoeg natuurlijke vijanden zijn voor die plagen. Oorwormen en lieveheersbeestjes zijn bijvoorbeeld erg belangrijk. Ik doe ook aan risicospreiding door mijn percelen niet allemaal op dezelfde plek te hebben. Als het dan hagelt, verlies ik niet meteen mijn hele oogst." MEER WETEN?

Ben je biowinkelier en lid van BioForum Vlaanderen en wil je ook graag een bioproduct volgen tot aan de bron? Neem contact op met onze adviseur verkooppunten Marijke Van Ranst marijke.vanranst@bioforumvl.be.


BIO ACHTER DE SCHERMEN O P S TA P M E T

Sofie Vandewijngaarden Wat doet BioForum Vlaanderen voor en met de sector? In deze rubriek gunnen we je een blik achter de schermen en volgen we de hele dag een collega. Dit keer gaan we op stap met Sofie Vandewijngaarden, ketenmanager en adviseur voedingsbedrijven. 09:00

Advies op maat Veel voedingsbedrijven zien een stap naar bio wel zitten, maar weten niet goed wat ze daarvoor precies moeten doen. Ik sta hen daarin bij. De diversiteit van de voedingssector vraagt om advies op maat. Ik ga vandaag dus langs bij een industrieel bakker die zich wil voorbereiden op zijn eerste biocontrole. Ik toon hem welke stappen hij concreet kan zetten en maak van de gelegenheid gebruik om de biowetgeving en de bioprincipes even uit te leggen. Zit je zelf ook met vragen, dan kan je op www.bfvl.be/advies_verwerking lezen hoe ik jou van dienst kan zijn.

13:00

Netwerkmoment voorbereiden

Met zo’n gevarieerde sector als de onze zijn ontmoetingsmomenten erg belangrijk. Die zorgen voor het besef dat we samen een sterk geheel vormen. Ik organiseer voor BioForum Vlaanderen de netwerkmomenten Bio2Bio. Dat gaat om heel praktische zaken zoals het vinden van de geschikte locatie en het zoeken naar sprekers tot het uitwerken van de speeddates. Daarin koppelen we twee bedrijven die elkaar zouden kunnen versterken.

MEER WETEN?

Ben je een voedingsbedrijf en heb je nog vragen? Neem contact op met Sofie Vandewijngaarden via sofie.vandewijngaarden@bioforumvl.be.

11:30

Op zoek naar dienstverleners

De markt is groot, en bedrijven durven wel eens te verdwalen in hun zoektocht naar een ingrediënt, leverancier of afzetmarkt. Bedrijven kunnen met dat soort vragen altijd bij mij aankloppen. Ik probeer zoveel ik kan een goed overzicht te houden over de biomarkt, al is het voor mij soms ook even rondbellen. Opvallend is hoe ik de laatste tijd veel vragen krijg over duurzame verpakkingen. Later dit jaar wil ik graag een studiedag over dit onderwerp organiseren. Hou onze communicatiekanalen in de gaten als je hierin interesse zou hebben.

15:00

Intern overleg

Minder zichtbaar, maar minstens even belangrijk is de belangenverdediging naar de verschillende overheden. Bestaat er een bepaald knelpunt in de biosector, dan toets ik op verschillende manieren af hoe we daar mee om moeten gaan. Enerzijds zijn de bioprincipes onze leidraad – we willen als sector immers onderscheidend blijven – anderzijds overleg ik ook met de verwerkende bedrijven zelf, onder meer via een stuurgroep van ondernemers. De voedingssector is erg divers, waardoor een consensus niet altijd vanzelfsprekend is. Maar ik doe mijn best om de sector zoveel mogelijk vooruit te helpen.

Bio Actief

47

25


ZORG

SECTOR IN DE KETEN

EERLIJK

ECOLOGIE

Veel graantjes maken een brood De traditie van kleinschalige graanteelt was in ons land bijna helemaal verdwenen, maar heel wat bioboeren en -verwerkers herontdekken vandaag de magie van lokale granen.

fotografie

Wim Vanlee

26

Bio Actief

47


VOOR WIE?

De hele biosector

E

en brede diversiteit aan ‘eetbare zaden’ als tarwe, haver, quinoa en linzen vormen meer dan ooit de grondstof voor onze voeding. Dat is vooral te danken een groeiende vraag naar authentieke voeding en een vegetarisch aanbod. Deze zaden komen nu vaak uit het buitenland, terwijl ze ook met succes in Vlaanderen geteeld en verwerkt kunnen worden. Alleen is de traditie van kleinschalige teelt in onze regio bijna volledig verloren gegaan. Na de Tweede Wereldoorlog koos Vlaanderen voor een industrieel landbouwmodel, waardoor er nu op dit vlak nog maar zeer weinig kennis en ervaring beschikbaar is. Op 4 februari 2020 organiseerden onderzoekscentrum Inagro en BioForum een inspiratienamiddag over kleinschalige graanteelt, waarin we samen keken naar wat de kansen en uitdagingen zijn.

Intermediaire bewerking, een vak apart Een van de knelpunten zijn de verschillende bewerkingen die graan nog moet doorlopen voor het geschikt is voor menselijke voeding. Vlaamse akkerbouwers brengen hun granen na de oogst meestal meteen naar de handelaar, waarna er een heel aantal grootschalige en industriële processen verlopen. Kleine, lokale ‘graanprojecten’ lopen hier vaak op vast. Onze buurlanden konden het vakmanschap dat nodig is voor kleinschalige graanverwerking beter in stand houden. De basis wordt al gelegd bij de oogst. Het juiste rijpheidstadium van het graan en de afstelling van de maaidorser bepalen hoe het graan in de schuur komt. In een kipkar met dubbele bodem en ventilator kunnen kleine volumes eenvoudig worden nagedroogd. Na de oogst moeten onzuiverheden en afwijkende granen uitgesorteerd worden om tot een zuiver product te komen. Afhankelijk van het type graan en de gewenste zuiverheid zijn hiervoor meerdere machines nodig. De achterliggende technieken zijn gebaseerd

op verschillen in fysische en morfologische kenmerken tussen het graan en de onzuiverheden. De graanborstel staat vaak als laatste in het rijtje om fijn stof en eventuele sporen van mycotoxines van de graankorrels te poetsen. Voor veel telers is de stockage en de triage een zoektocht. Op hun eigen bedrijf lopen ze gauw tegen de limieten aan van hun ruimte of beschikbaar materieel. Ook het voorraadbeheer is niet makkelijk. Je hebt steeds te veel of te weinig. Afhankelijk van de ligging doen boeren soms een beroep op een ‘loonwerker’. Er lijkt met name nood aan een Vlaams platform om praktische kennis en ervaring uit te wisselen en aan regionale netwerken waarin verschillende lokale initiatieven machines delen of ‘loonwerkers’ hun diensten met deze machines aanbieden. In veel regio’s liggen al enkele zaadjes te kiemen.

Voedselveiligheid in de keten Omdat granen vaak een heel verwerkingstraject doorlopen voor ze bij de consument terechtkomen in de vorm van brood, vegetarische burgers of bloem, is het belangrijk dat de voedselveiligheid in elke stap gewaarborgd wordt. Daarvoor beschikt elke operator over een wettelijk verplicht autocontrolesysteem. Dat is uitgewerkt in sectorgerelateerde autocontrolegidsen, in de landbouw bijvoorbeeld het ‘Vegaplan’. De eisen waaraan een product moet voldoen, worden in principe vastgelegd in een overeenkomst tussen twee opeenvolgende schakels in de keten. Een aantal zijn wettelijk vastgelegd of vanzelfsprekend zoals het beschikbaar stellen van de certificaten bio en voedselveiligheid. Andere kwaliteitseisen zoals het eiwitgehalte of de vereiste zuiverheid zijn specifiek en worden onderling overeengekomen. Ook contaminatie met onzuiverheden tijdens het transport is een risico dat de nodige aandacht vergt. Chemische contaminaties kunnen van natuurlijke oorsprong (bv. moederkoren, zaden van doornappel of mycotoxines) maar ook van chemische oorsprong zijn. Alle materialen die met het product in

aanmerking komen moeten daarom voedingsconform zijn.

Lokale verhalen En dan is er nog het marktverhaal. De manier waarop de prijs wordt bepaald en risico’s worden gedeeld is in lokale ketens erg verschillend. Het is over het algemeen zoeken naar een compromis met boer, verwerker en consument. Sommige bedrijven tellen wat bij de marktprijs bij zonder dat uitvoerig na te rekenen en voelen zich daar goed bij. Andere partners duiken wel samen de cijfers in. Brouwerij ‘De Drie Fonteinen’ ging bijvoorbeeld op zoek naar een model waarin de risico’s gedeeld worden. Niet alle brouwgerst is immers brouwwaardig. Ook kan een project mislopen wanneer er op organisatievlak plots struikelblokken opduiken. Ook de consument is een belangrijk element in dat marktverhaal. Daarbij gaat het vooral om een open communicatie. Consumenten zijn bereid om meer te betalen voor hun graanproducten, als ze de waarden achter een product kennen.

Akkerfood Er lopen al een aantal inspirerende samenwerkingen op het vlak van kleinschalige graanteelt. In Bio Actief 44 kon je al lezen over ‘Akkerfood’, een samenwerking die door BioForum en Inagro werd opgevolgd in het kader van Diverimpacts. Biologisch verwerker La vie est belle werkt voor een aantal van zijn vegetarische burgers samen met akkerbouwers Simon Colembie en Marc en Benedicte Verhofstede-Versele van Humus. Door transparantie in prijs en werking ontstaat er een echt partnerschap. Zo’n vernieuwend model zou misschien wel de motor kunnen zijn voor een nieuwe beweging rond kleinschalige graanteelt.

MEER WETEN?

Neem contact op met Lieven Delanote van Inagro (lieven.delanote@inagro.be).

Bio Actief

47

27


EERLIJK

INTERNATIONALE SECTOR

Bio in Nederland

ECOLOGIE

Ondanks het ontbreken van een stimuleringsbeleid is de biologische landbouw ook bij onze noorderburen in volle ontwikkeling. We vatten de Nederlandse biosector samen en lijsten enkele inspirerende initiatieven op.

fotografie

Kobe Van Looveren

VOOR WIE?

De hele biosector

I

n Nederland is zo’n 4,3 procent van het landbouwareaal (zo’n 75.205 hectare bio-areaal + in omschakeling) biologisch. In 10 jaar tijd is dat 1,5 keer toegenomen, maar toch is het opvallend minder dan het Europese gemiddelde van 6,2 procent. Onder meer de buurlanden doen het beter, met op kop Duitsland (6,8 procent), Frankrijk (6 procent) en België (6,2 procent; 1,3 procent in Vlaanderen). In het rapport ‘Monitor Duurzaam Voedsel 2018’ schrijft de Nederlandse ketenorganisatie Bionext dit beperkt aandeel toe aan het ontbreken van een stimuleringsbeleid of streefcijfer vanuit de Nederlandse overheid. Dat zou kunnen kloppen: in landen als Duitsland of Denemarken resulteren duidelijke streefcijfers in een sterk ontwikkelde biosector. Er wordt geschat dat in 2018 Nederlandse consumenten in totaal voor ruim 1,6 miljard euro uitgaven aan biologisch voedsel. Dat is een marktaandeel van 3,4%.

28

Bio Actief

47

Private keurmerken

Convenant aardappelen

Naast het Europese biolabel kent Nederland twee private biokeurmerken. EKO wil blijvend streven naar verduurzaming van de sector en kiest voor zogenaamde plusnormen. Die situeren zich in 12 duurzaamheidsthema’s, waaronder dierenwelzijn, natuurontwikkeling, bodembeheer en transparantie. Elke deelsector bepaalt zijn eigen specifieke plusnormen. De meer dan 1000 Nederlandse biobedrijven die het EKO-keurmerk voeren, verbinden zich ertoe voortdurend te blijven verduurzamen.

Ondanks de harde concurrentie slagen Nederlandse bedrijven er regelmatig in om samen te werken rond thema’s met een gemeenschappelijk belang. Zo tekenden in 2017 28 partijen uit de biologische aardappelketen een convenant voor meer robuuste aardappelrassen. Dit zijn rassen die resistent zijn tegen de aardappelziekte phytophthora. Samen met de aardappelkwekers, telers, handelshuizen en supermarkten als Jumbo, Albert Heijn en Aldi wil het convenant nastreven om in 2020 100% phytophthoraresistente

Daarnaast dragen 143 Nederlandse biolandbouwbedrijven het Demeter-keurmerk, het label voor biodynamische landbouw en voeding. Ter vergelijking: in België zijn er acht Demeter-bedrijven. De BD-landbouw stelt hogere eisen dan de Europese biowetgeving, zoals het gebruik van minimaal 60% biomest en diervoer dat voor minstens 80% van het eigen BD-bedrijf afkomstig moet zijn. Ook op het gebied van de verwerking gaat Demeter in een aantal gevallen verder, zoals het niet-homogeniseren van melk en het uitsluiten van belastende toevoegingen aan producten. https://www.stichtingdemeter.nl https://www.eko-keurmerk.nl

en andere robuuste biologische aardappelrassen aan te bieden. Dit convenant kreeg ook navolging in ons land.

Sierteelt Bloemen, en dan vooral tulpen, zijn onlosmakelijk verbonden met Nederland. Die worden steeds meer biologisch geteeld. De sterke groei in de voorbije jaren is ongetwijfeld ook te danken aan het negatieve beeld over het gebruik van gewasbescherming in de bollenteelt. Met name in de klassieke teelt worden veel gewasbeschermingsmiddelen gebruikt om onder andere aaltjes onder controle te houden. Ook het gebruik van neonicotinoïden en de invloed ervan op de bijenpopulatie


zorgt voor een toegenomen aandacht.

aardappelen en zuivel.

De groeiende vraag naar biobloembollen komt voornamelijk vanuit de particuliere markt. Handelaren spelen hierop in en bieden biologische bloembollen aan via webwinkels, tuincentra en supermarkten. Daarnaast komt er steeds meer vraag vanuit gemeenten. Het potentieel is dus groot. De afzet van biologische sierteeltproducten is echter erg versnipperd en vraag en aanbod zijn slecht op elkaar afgestemd. Daardoor moeten biotelers en handelaren hun producten soms op de gangbare markt, tegen een lagere prijs, afzetten. Mede vanwege onzekerheid in de afzet durven veel telers niet om te schakelen, terwijl ze hierin wel geïnteresseerd zijn. Een platform waar afnemers gemakkelijk het bio-aanbod van verschillende deelsectoren kunnen vinden, zou enorm helpen om de afzet te vergroten.

In een biomarkt waar de regionale herkomst van producten steeds belangrijker wordt, botst deze sterke exportgerichtheid wel eens tegen haar eigen grenzen. Zo schakelden Nederlandse leghennenhouders om toen er een sterke vraag naar bio-eieren was in Duitsland. Toen Duitse leghennenhouders zelf meer biologische eieren begonnen te produceren, verdrongen die al snel de Nederlandse eieren. Een overproductie in Nederland dwong menig biologisch pluimveehouder terug te schakelen naar een gangbaar productiesysteem.

Export Nederland is de tweede landbouwexporteur ter wereld, en ook bioproducten nemen een deel van die markt in. Vooral Duitsland is een belangrijke afzetmarkt. Ook België is een belangrijke afnemer van o.a. Nederlands biologisch veevoeder, (industrie)groenten,

Man in de pan De huidige leghennenrassen leveren zéér hoge legprestaties. Alleen is er een probleem met de haantjes. Die leveren in vergelijking met typische vleeskippenrassen nauwelijks vlees op, zodat ze worden uitgesorteerd en kort na het uitkomen gedood. Het aantal eendagskuikens dat elk jaar wordt gedood komt ongeveer overeen met het aantal leghennen.

Nederlandse biosector zoekt al enkele jaren naar een aanvaardbare oplossing voor deze controversiële praktijk. Met het project ‘Man in de Pan’ willen ze het vlees van zogenaamde broederdieren een zinvolle bestemming geven. https://manindepan.nl

Adopteer een kip De campagne "Adopteer een kip" loopt in Nederland al zo’n 20 jaar. Tienduizenden Nederlanders hebben inmiddels een biokip geadopteerd. Voor net geen 25 euro krijgt een consument waardebonnen voor 6 doosjes bio-eieren die afgehaald kunnen worden in een van de honderden deelnemende winkels. Het helpt de biologische pluimveehouderij beter bekend te maken en lokt klanten naar biowinkels.

Diezelfde problematiek speelt ook voor de geitenbokjes en bij stierkalveren in de melkveesector. Een aantal bedrijven in de

Bio Actief

47

29


BIOSTELLING

Hogere beschikbaarheid biopesticiden zal leiden tot een hoger gebruik bij bioboeren

GEZONDHEID

EERLIJK

In de Biostelling gaan we bij de sector te rade over een actueel thema dat de gemoederen beroert. Deze keer zoomen we in op het gebruik van biopesticiden in de biologische akkerbouw en groenteteelt in openlucht.

I

n Bio Actief 45 deden we al verslag van ons onderzoek over de vrees voor toename van het gebruik van biopesticiden bij de biologische akkergewassen en groenten. De theorie luidt dat de toename van het aantal beschikbare biopesticiden leidt tot meer gebruik. Wat denkt de sector? Volgende citaten komen uit de anoniem afgenomen interviews voor het onderzoek.

VOOR WIE?

De hele biosector

ja

nee

Vooral bij bioboeren bestaat de vrees dat zij bio niet meer op hun eigen manier kunnen telen. "Als ik net als in de gangbare preiteelt om de 14 dagen met een sproeivat ga rondrijden, dan gaan veel klanten zich ook afvragen hoe bio dat nog is." Een andere boer zegt: "Als je makkelijke oplossingen aanbiedt via middelen, dan zal er ook niet meer gezocht worden naar alternatieven. Daardoor worden we net als in gangbaar meer en meer afhankelijk van die externe inputs. "Het gebruik van biopesticiden moet in de eerste plaats oogstverliezen voorkomen, maar wordt ook steeds meer gezien als een manier om aan de (visuele) kwaliteitsnormen van retail te voldoen. Zoals een bioboer aangeeft: "Het zou de boer moeten zijn die op basis van zijn risicoanalyse beslist welke middelen hij inzet. Alleen zal de handel aangeven wat en hoeveel er gebruikt zal worden. Dat is een logisch marktgegeven. Als één boer door te spuiten een hogere opbrengst heeft of een mooier product, dan moet de rest mee volgen. "De druk vanuit de retail is ook niet altijd bewust: "Als de retail zegt: tegen dan willen wij zoveel bio in onze rekken, dan gaat dat onbewust leiden naar een hoger gebruik van middelen, omdat je anders de vraag niet kan invullen. "Anderen zien dan weer vooral de invloed van fytoproducenten, die steeds meer inzetten op biopesticiden voor de bioteelt: "Als Bayer zegt dat een bepaald product biologisch is, dan hebben ze genoeg macht om de toelating ervan door te drukken." Een andere boer vult aan: "Die bedrijven zijn ook op zoek naar manieren om hun markt te behouden."

30

Bio Actief

47

Volgens andere ketenactoren is de vrees van veel biotelers onterecht. Zij kijken in de eerste plaats naar de wetgeving: "De Europese en federale overheid bepalen welke middelen toegelaten zijn en welke niet." Sommigen storen zich aan de onheilsberichten: "Wat mij stoort is dat men vanuit bepaalde hoeken van de biosector zegt dat we die biopesticiden niet nodig hebben. Terwijl het in deze discussie vooral om de kwaliteit van een product gaat." Dat horen we ook vanuit de retailsector: "De nieuwe generatie klanten verwacht van bio dezelfde kwaliteit als van gangbaar. Het is wel niet zo dat wij industriële biogroenten en -fruit willen." De sector zal mee moeten, denkt een andere ketenspeler. Hij vindt de omschakeltelers een goed voorbeeld: "De eerste generatie biotelers zijn ervan overtuigd dat bio altijd verkoopt. Alleen wordt de markt alsmaar groter en kopen 90 procent van de mensen met hun ogen. Die omschakeltelers hebben het minder moeilijk met het gebruik van middelen: ze zijn dat gewend."

MEER WETEN?

Neem contact op met An Jamart an.jamart@bioforumvl.be of paul.verbeke@bioforumvl.be


Advies over bio? BioForum helpt je verder! Ben je een voedingsbedrijf en heb je de stap naar bio gezet? BioForum geeft advies en opleidingen op maat. OPLEIDINGEN Hoe start je met biologische productie? Een opleiding voor personeel over wat bio precies inhoudt

路 路

ADVIES Het opstellen van een risicobeheersplan Welke procedures, instructies en registratieformulieren zijn er nodig?

路 路

V O O R M EER I N FO neem contact op met adviseur Sofie Vandewijngaarden sofie.vandewijngaarden@bioforumvl.be of T 03 286 92 72.

Je vindt alle mogelijkheden en tarieven op www.bfvl.be/advies.


Uw klanten overal elektronisch laten betalen?

Dat kan met een mobiele betaalterminal. Klanten betalen steeds minder contant en meer met een kaart of app. Herkenbaar? In 200 van onze agentschappen vindt u een Agri-expert die weet hoe u hierop kunt inspelen. Zoals met een mobiele betaalterminal. Die hebt u altijd bij de hand, waar u ook verkoopt. Zo ontvangt u uw betalingen snel en in alle veiligheid.

Benieuwd naar al onze mobiele mogelijkheden? Afspraak bij uw expert in een Crelan-agentschap in uw buurt.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.