Bio Actief 52

Page 1

Bio Actief 52 Jouw ontmoeting met een dynamische sector

“We vertellen klanten graag waarom we voor bio kiezen.” TH E P L AC E T O B I O

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT IN MAART

- JUNI - SEPTEMBER - DECEMBER


WORD LID

Word lid van Bioforum en draag bij tot de stem van een sector! Meer dan 400 bedrijven hebben ervoor gekozen om lid te worden van BioForum. Ze hebben daar maar liefst vijf redenen voor.

Jij beslist mee

Persoonlijk advies

Wij hechten veel belang aan stemmen uit de sector. Als lid speel je mee een rol in de vorming van standpunten. Enkel als lid kan je ook zetelen in de Raad van Bestuur of Algemene Vergadering en bepaal je mee waar wij op moeten inzetten.

De biologische bedrijfsvoering vergt heel wat van een ondernemer: nieuwe technieken, nieuwe leveranciers, nieuwe afnemers en een wetgeving die voortdurend evolueert. De medewerkers van BioForum staan jou graag bij met advies op maat.

Versterk je netwerk

In actie voor jouw belangen

Een sterk netwerk is een ­kapitaal waard, zeker in de kleinere ­biosector. Speciaal voor leden organiseert BioForum nuttige netwerkmomenten. De personeelsleden van BioForum staan je ­individueel bij om je netwerk uit te breiden. Ons netwerk is ook het jouwe.

02

Bio Actief

52

BioForum is dé gespreks-partner voor overheid en middenveld als het over bio gaat. We zetelen in meerdere belangrijke raden en ­adviseren het beleid, Vlaams, Belgisch en Europees. Hoe meer leden, hoe sterker onze boodschap.

Voordelen voor jouw bedrijf Als lid van BioForum geniet je van kortingen op promomateriaal voor jouw bedrijf, op studiedagen en advertenties. Als lid krijg je korting bij onze partners. We zetten vooral leden in de kijker in de media. Enkel als je lid bent, kan je het Biogarantielabel dragen.

WIL JIJ OOK LID WORDEN? Surf snel naar www.bioforum. be/wordlid en meld je daar aan! Je vindt daar ook de tarieven voor lidmaatschap.


fotografie

Astrid Agemans

Bio Actief

Jouw ontmoeting met een dynamische sector JUNI 2021, E DITIE 52 Bio Actief is een uitgave van BioForum vzw. Bio Actief vind je vier keer per jaar in je brievenbus. BIOFOR UM VZW Regine Beerplein 1 bus E305 2018 Antwerpen T 03 286 92 78 E info@bioforum.be www.bioforum.be V.U. Alexander Claeys, Regine Beerplein 1 bus E305, 2018 Antwerpen HOOFDR E DACTIE Tom Wouters

VOORWOORD

Sterk merk Beste lezer,

I

k schrijf dit enkele weken op voorhand, maar normaal ­hebben we tijdens onze Algemene Vergadering vorige week het nieuwe lastenboek van Biogarantie Belgium v­ oorgesteld. Je leest er meer over in dit nummer. Ik ben er erg blij mee: dit lastenboek legt de nadruk nog meer op de biologische principes en gaat zo verder dan de Europese biowetgeving. Op die manier kan je het ook zien als een inspiratieboek voor iedereen die professioneel actief is in de biosector. Wat het nog fijner maakt, is dat Biogarantie Belgium echt Belgisch is. Het kwam tot stand dankzij de inzet van verschillende organisaties uit Vlaanderen en Wallonië. De nadruk ligt dan ook sterk op dat lokale verhaal, iets waar de consument vragende partij voor is. Het Biogarantie Belgium-label kan zo een sterke meerwaarde bieden voor de afzet op de Belgische markt. Daarnaast ligt de focus op eerlijke prijs. Dat principe krijgt een vrij concrete uitwerking dankzij een prijsberekeningstool voor groenten. Die moet ervoor zorgen dat marktdeelnemers een basisprijs kunnen berekenen die de boer meer zekerheid biedt op een goed inkomen. Ook dat thema leeft al een tijdje in de samenleving. Ik hoop dan ook dat meer biobedrijven voor Biogarantie zullen kiezen of zich op zijn minst laten inspireren om in die richting te evolueren. Biogarantie Belgium kan in de huidige Europese strategie ‘van boer tot bord ‘ een sterk merk worden voor lokaal geproduceerde, fair geprijsde en vooral ook hoog kwalitatieve biovoeding.

E INDR E DACTIE Annemie Lambert R E DACTIE R AAD E N INHOUDE LIJK E E XPE R TIS E An Jamart (Landbouw), Laura Van Vooren (projectmedewerker landbouw), Marijke Van Ranst (Verkooppunten & foodservices), Esmeralda Borgo (Beleid), Paul Verbeke (Ketenmanager), Sabrina Proserpio (Communicatie consument), Lieve Vercauteren (Directeur), Annick Cnudde (Coördinator wetgeving), Sofie Vandewijngaarden (Verwerkers en keten) FOTOG R AFIE Astrid Agemans, Sophie Nuytten, Kobe Van Looveren COVE R FOTO Sophie Nuytten VOR MG E VING We make. ME T DANK AAN Mark Van Hove, Cathy Szafranski, Céline Doumier, Muriel Candael, Geertje Stoffels, Steve Portauwe, Lien Portauwe, Ludo Segers, Bart Van Boven, David De Coster, Wim De Middeleer, Maarten Cerpentier, Luud Clercx, Frank Vermeersch, Dirk Awouters, Dieter Depraetere DR UK Antilope De Bie - Printing VE R ZE NDING De Brug vzw ABONNE R E N Belgische marktspelers krijgen een gratis abonnement. Ben je geen marktspeler, maar wel geïnteresseerd in een ­jaarabonnement? Maak dan 25 euro over op bovenstaand rekeningnummer met de vermelding 'Abonnement Bio Actief'. Buitenlandse abonnees betalen 30 euro (BIC: TRIOBEBB, IBAN: BE30 5230 8012 5311). ADVE R TE R E N ELMA Multimedia, Steven Hellemans, s.hellemans@elma.be, 015/55.88.88 Deze publicatie kwam tot stand met de steun van het Departement Landbouw en Visserij.

ALEXANDER CLAEYS

Voorzitter BioForum alexander.claeys@bioforum.be Bio Actief

52

03


Uw BIO partner voor droog-, vers- & diepvrieswaren Ontdek ook ons ultravers platform met ultraverse groenten & fruit, vlees en vis.

TEL 016 63 27 36 | WWW.MARMA.BE 2200000529_2_ADV_8520.indd 1

21/04/21 14:42

BIO, al 40 jaar het van ons bedrijf

Limousin koeien gecertificeerd door CERTISYS®

Bijna 40 jaar geleden vond een aantal pioniers met een passie voor de aarde elkaar rond gemeenschappelijke waarden. Daaruit is Certisys® ontstaan, het allereerste controle- en certificatieorgaan voor de biologische landbouw in België. Sindsdien stellen we onze kennis van het Belgische terroir en onze expertise steeds tot uw dienst om de Wist u dit? 880 Vlaamse BIOgeloofwaardigheid van uw BIObedrijven kiezen voor CERTISYS®. producten te garanderen. DANK voor uw vertrouwen!

CERTISYS ®, belgische pionier in biocertificatie. info@certisys.eu - 09/245.82.36 - www.certisys.eu 2210000030_1_ADV_8520.indd ann BIOActief180x130 nl.indd 1 1

21/04/2021 22/04/21 16:12 16:48


BIO ACTIEF 52

Inhoudstafel

08

12

Biogarantie Belgium

28

Laat het stuiven

18

Pesticiden op drift

30

Het nieuwe GLB

22

Beter dan bio?

26

Kijken bij de buren

12 GEEN WEG TERUG

Levende sector

Berloumi

24 SECTOR IN GESPREK

Agrofair

Bio Actief

52

05


Bio Flash Ketenwerking in Brussel

Ken jij onze nieuwe website al? De website van BioForum is sinds kort helemaal vernieuwd. We hopen dat je op die manier nog sneller de juiste informatie vindt. Grootste vernieuwing is de Biobedrijvengids: onze databank is een stuk gebruiksvriendelijker geworden en leidt je snel naar de juiste contacten.

Leefmilieu Brussel lanceert een nieuwe gratis dienst voor professionals: de GOOD FOOD Ketenfacilitator. Die stemt de Brusselse vraag naar duurzame voeding (Belgisch, seizoensproducten, geproduceerd met een minimale milieu-impact) af op het Belgisch aanbod. Het doel van deze nieuwe informatie- en begeleidingsdienst is om Belgische duurzame voedingsproducten via korte en ecologische ketens op de Brusselse markt te brengen (B2B). Je kan deze dienst bereiken via T 02 563 49 30 of ketenfacilitator@goodfood.brussels.

Neem zeker een kijkje op www.bioforum.be.

Wat deed BioForum in 2020? 2020 was voor iedereen een van de meest ingrijpende jaren in ons leven. Toch probeerde onze organisatie ook tijdens dit Corona-jaar de biosector zoveel mogelijk vooruit te helpen, al was het dan van thuis uit. Wat we het afgelopen jaar deden lees je in ons digitale jaarverslag op www.bioforum.be/ jaarverslag2020.

06

Bio Actief

52


DE UITBLINKER In de uitblinker laten we biobedrijven aan het woord die zich onderscheiden en de dingen op hun manier aanpakken.

+13,3

%

Het coronajaar 2020 had een sterke invloed op de algemene verkoop van verse voeding (bio + gangbaar). Die steeg met 13,3 procent. Uitzonderlijk, want deze cijfers stagneren al enkele jaren. Biologische verse voeding volgde deze tendens, met een stijging van 14 procent. BRON: GF K IN OPDRACH T VA N V L A M

"Auteurs in wetenschappelijke tijdschriften wringen zich in bochten om politici te overtuigen dat gentech en biolandbouw een heel logisch huwelijk kan worden als de regelgeving niet zo strikt zou zijn. Elke keer slaan zulke auteurs de plank volledig mis. Regels zijn gestolde waarden en als je de regels wilt oprekken dan vraag je in feite om de onderliggende waarden op te rekken en daar gaat de biosector zelf over, niet de wetgever" EDITH LAMMERTS VA N BU E RE N , E ME RIT U S H OO GL ER A A R BIOLOGIS CHE PL A N T E N V E RE D E L IN G BIONEXT.NL, 2 6 A PRIL 2021

Lokaal graan

B

elgië heeft een rijke biertraditie, maar nog geen drie procent van het graan dat door lokale brouwerijen wordt gebruikt, komt van Belgische bodem. Gedreven door onze koppige brouwtraditie binnen de lambikbieren, wilden we ons bier sterker verankeren in de streek, haar tradities en geschiedenis. Daarom begonnen we vier jaar geleden met een lokaal granennetwerk, met als doel actief samen te werken met boeren uit het Pajottenland en Brabant. Ondertussen telen een twaalftal boeren samen zo’n 40 ­hectare biologische tarwe en gerst en behaalde de b ­ rouwerij dit jaar haar biocertificaat. Samen met de boeren zoeken we naar de juiste tarwe- en gerstrassen: aangepast aan ons ­klimaat, onze bodem en de biologische teeltmethodes, maar die ook voldoen aan de kwaliteitseisen van ons als brouwer. We o ­ ndersteunen kennisuitwisseling en samenwerking ­tussen boeren. Die kunnen zo hun technieken voor het telen van traditionele brouwgranen verrijken. Ten slotte ontwikkelden we samen met de boeren een ­­­­­­prijs- en risicomodel dat een eerlijk inkomen garandeert. Onze prijzen zijn onafhankelijk van de (lage) wereldmarktprijzen. Het is onze overtuiging dat de boer met zijn kennis en ervaring ons bier mee vormgeeft en dus de nodige erkenning en respect verdient voor zijn ambacht. Met deze samenwerking hopen we de Brabantse landbouw veerkrachtig te maken voor onder meer de klimaatverandering. Tegelijk is ons traditioneel lambikbier zo nog meer in haar terroir verankerd en zorgen we voor een opwaardering van de regio. Wie al wil proeven: het is nog even wachten op de eerste 3 Fonteinen biobieren met lokale granen. De gemiddelde doorlooptijd van een fles loopt gemakkelijk op tot vier jaar. Brouwerij 3 Fonteinen

Bio Actief

52

07


Levende sector De biosector bestaat uit ondernemers met een hart voor mensen. Elk nummer brengen we drie biobedrijven in beeld die de diversiteit tonen van onze sector. Deze keer gaan we langs bij bioboer Mark Van Hove, Molenaars van de Flietermolen en biowinkel The Place To Bio.

LANGE INTERVIEWS ONLINE Je vindt een uitgebreidere versie van deze interviews op onze website. www.bioforum.be/bedrijfindekijker 08

Bio Actief

52

fotografie

Kobe Van Looveren


Bioboer Mark menteren, zoals gember, kurkuma of zoete WIE?

Mark Van Hove WAT ?

Kruidenteelt en exotische gewassen WAAR?

Bekkevoort BIO SINDS?

2015

O

aardappel. "Liefst zou ik al die gewassen telen die nu van de andere kant van de wereld ingevlogen moeten worden. Voor ik een teelt zet, informeer ik me met kennis uit de landen van oorsprong. Ik lees dan bijvoorbeeld papers uit Louisiana over de zoete aardappel. Die kennis vertaal ik vervolgens naar de context hier. Ik ben wellicht ook een van de weinige boeren die zijn veld vol sensoren zet om alles te meten."

p je zestigste nog in de landbouw belanden? Er zullen wellicht niet veel mensen zijn die Mark Van Hove dat nadoen. Na een carrière in de bouw en carrosserie besliste Mark in 2015 om bioboer te worden, daarbij aangemoedigd door zijn dochter en schoonzoon. Mark: "Ze zijn eigenaar van Starmeal en Foodmaker die dagelijks tienduizenden maaltijdsalades maken. Ik deed als hobby al aan biologische wijnbouw. Toen ik met pensioen wilde gaan, vroegen ze of ik voor hen geen biokruiden wilde telen. Onze hoofdteelt is basilicum. We werken voornamelijk in openlucht, maar hebben Een deel van de kennis over bio haalde hij ook een aantal tunnels staan. Die famili- via de opleiding van Landwijzer, al maakte ale link betekent trouwens niet dat ik het hij die door omstandigheden niet af. Mark: zomaar in mijn schoot geworpen krijg: mijn "Tegen het einde had ik het al druk genoeg. Ik gewassen moeten uiteraard ook de hoge miste bij Landwijzer ook wel aandacht voor kwaliteitsnorm halen." boeren die telen voor verwerking. De nadruk ligt er heel erg op korte keten en CSA. Ik stak Naast de kruidenteelt krijgt Mark budget vooral veel op tijdens de stages bij andere om met nieuwe, exotische teelten te experi- bioboeren."

“Voor ik een teelt zet, informeer ik me met kennis uit de landen van oorsprong.”

"Omdat ik al op een bepaalde leeftijd was, moest ik het anders aanpakken. Ik had niet de ambitie om elke dag in de grond te wroeten." Mark werkt dus veel met mechanisatie en automatisering. Veel machines bouwt hij zelf. "Ik werk met vaste rijpaden en beperk het aantal gewassen. Moet er toch wat handenarbeid gedaan worden, dan zet ik mensen met een plukkaart in." Doordat Starmeal in een internationale context werkt, ondervindt Mark aan den lijve hoe de regels niet voor iedereen hetzelfde zijn. "In landen als Singapore en de VS is verticale landbouw toegelaten in bio. En dat wordt hier vervolgens als gelijkwaardig beschouwd. Ik vind dat oneerlijke concurrentie, want in verticale landbouw kan je gewassen veel beter controleren en dus efficiënter telen. Gelukkig slaag ik er dankzij mijn manier van werken wel in om onze biobasilicum goedkoper te verkopen dan de gangbare basilicum op de wereldmarkt." Of hij blij is dat hij nog bioboer is geworden? "Ik voel me hier in het Aards Paradijs. Doordat ik mijn wagonnetje aan de locomotief van Starmeal heb vastgehangen, boer ik in alle vrijheid. Of ken jij veel boeren die tijdens de weekends gewoon vrij zijn? Nee, dit kan ik nog tot mijn 100 jaar volhouden." MEER WETEN?

Je kan Bioboer Mark bereiken via bioboermark@gmail.com.

fotografie

Kobe Van Looveren

Bio Actief

52

09


Flietermolen WIE?

Cathy Szafranski WAT ?

Biologische bloem WAAR?

Tollembeek BIO SINDS?

2017

D

e Flietermolen in het Vlaams-Brabantse Tollembeek stond al decennia stil, tot er in 2016 een coöperatie werd opgericht met als doel hoogwaardige, biologische bloem te produceren van lokaal graan. Vandaag houdt een team van vijf mensen zich bezig met de dagelijkse werking. Medewerker Cathy is al van bij het begin betrokken, eerst als medebestuurder: "Het Pajottenland is van oudsher verbonden met lokale graanteelt. Op het moment dat we startten met de Flietermolen, was er nood aan een kleine molen die biogranen kon verwerken. We hadden dus meteen een goede

relatie met onze bioboeren, momenteel zo’n zestien uit Vlaanderen en Wallonië. Een heel aantal van hen zijn ook coöperant." De bloem gaat naar bakkers en biowinkels, vooral uit Brussel en Gent. "We proberen de kilometers te beperken."

“Boeren blijven voor ons kiezen omdat ze veel waarde hechten aan het coöperatief gedachtegoed” De graanwerking begint in september. Cathy: "We nodigen alle boeren uit, overlopen samen de oogst en spreken een prijs af per graansoort." Dat klinkt eenvoudiger dan het is. "Onze huidige locatie is behoorlijk klein, waardoor we niet al het graan zelf kunnen stockeren. En sommige soorten moeten eerst nog gepeld en gekuist worden. Ook dat moeten we voorlopig elders laten doen. Daardoor lopen de kosten soms hoog op." De Flietermolen heeft de ambitie om te groeien en dat bewijst ook de omzet die meer dan verdubbelde, maar het afgelopen jaar werd voor het team duidelijk dat er iets moet veranderen aan de kostenstructuur. "Er was een enorme vraag tijdens de lockdowns, maar door onze infrastructuur konden we daar moeilijk aan voldoen, en dat weegt op onze kostenstructuur. Daarom hebben we beslist om te verhuizen naar een andere locatie met meer ruimte. We vinden binnenkort onderdak bij Ma Ferme, net over de taalgrens in Edingen. Dat is een b ­ oerderijsite waar verschillende lokale producenten zich op korte termijn zullen installeren. Of we de naam Flietermolen behouden weten we nog

fotografie

Astrid Agemans

10

Bio Actief

52

niet, want die is natuurlijk wel verbonden aan de molen hier." Wat wel zeker mee verhuist zijn de molenstenen, waarmee de meeste graansoorten worden gemalen: spelt, rogge, oude tarwesoorten, eenkoorn, boekweit en gerst. Dat diverse aanbod is hun grootste kracht. "Alleen voor onze tarwebloem doen we sinds vorig jaar een beroep op Molens Nova, een erg fijn familiebedrijf. Ze malen ons lokaal graan met zorg en met een oprecht engagement om kleinere molens te ondersteunen." Er staan dus wat veranderingen voor de deur, maar de essentie blijft: bloem produceren die goed is mens en milieu. "Het is niet altijd makkelijk om die boodschap over te brengen. Gelukkig kunnen mensen ook aan onze molen bloem kopen, zodat wij dat verhaal kunnen brengen. We zien dat heel wat mensen blij zijn met een persoonlijk advies. Steeds meer mensen zijn glutenintolerant en daar bieden onze graansoorten een oplossing voor. Het jammere is dat we dat bioverhaal niet altijd kunnen doortrekken bij de bakkers. Veel van de bakkers waaraan we leveren zijn ze niet gecertificeerd omdat de andere ingrediënten niet biologisch zijn." Intussen is er druk vanuit de retail. Zij zien ook toekomst in dat lokale graan en kloppen dus eveneens aan bij de bioboeren. "Qua prijs kunnen wij daarmee niet concurreren, maar toch blijven veel boeren voor ons kiezen, omdat ze veel waarde hechten aan het coöperatief gedachtegoed en ons authentieke verhaal. Als ik dat hoor, dan kan ik niet anders dan trots zijn op wat we hier samen met de boeren en bakkers hebben neergezet."

MEER WETEN?

www.flietermolen.be


The Place To Bio WIE?

Céline Doumier & Muriel Candael WAT ?

Biowinkel WAAR?

Tervuren BIO SINDS?

2019

C

éline Doumier en Muriel Candael uit Tervuren kozen zelf al jaren voor biovoeding, maar moesten daarvoor elders terecht. In Tervuren zelf was namelijk geen enkele biowinkel meer. Stilaan begon het idee te groeien in Célines hoofd: waarom beginnen we zelf niet met een buurtwinkel. Met lokale bioproducten, bij voorkeur in bulk en rechtstreeks van de boer. Een eerste stap in die richting zette Celine met het aanbieden van receptmanden, waarbij alle ingrediënten voor een bepaalde maaltijd samen worden aangeboden. De winkel kwam daarna. Muriel zorgde voor ondersteuning. Céline: "We kwamen uit totaal verschillende sectoren, dus het was zoeken. We wilden onze winkel ook samen met andere klanten creëren en laten groeien. Zo deden we een bevraging in ons eigen netwerk in Tervuren. Dat zorgde voor heel wat positieve reacties."

Daarna was het zoeken naar leveranciers. "We namen contact op met boeren en ontmoetten heel wat mensen. Maar rechtstreeks afnemen van de boer was minder vanzelfsprekend dan gedacht. We werken wel met een boer samen en met verschillende producenten, maar daarnaast komen onze producten ook van een lokale coöperatie en van andere verdelers. In totaal zitten we nu aan zo’n 40 leveranciers, van verschillende grootte." Dat is ook moeten groeien, geeft Muriel toe. "The Place To Bio startte met een klein assortiment. In het begin gaven een aantal producenten aan dat we hun producten alleen konden aanbieden als we ze zelf kwamen ophalen. Anders was het voor hen ondoenbaar. Dat was een hele puzzel, maar we deden het wel en doen het nu nog voor producten die we een kans willen geven. Zo groeien we samen met een aantal producenten." Intussen zitten ze met een 700-tal referenties: vers

fotografie

Sophie Nuytten

en wat diepvries. Alle groenten en fruit zijn bio, van het overige assortiment is 95% bio. Daarnaast kiezen ze voor bulk waar mogelijk. "Dat we meer dan 20 soorten koekjes in bulk aanbieden, komt vooral omdat we zelf erg van zoetigheden houden. (lacht) We streven naar een verpakkingsvrije winkel, en dat aanbod is ook enorm aan het evolueren."

“We vertellen klanten graag waarom we bepaalde producten kiezen.” Voor Muriel en Céline staat groeien gelijk aan jezelf blijven bevragen en verbeteren. De focus ligt daarbij vooral op de communicatie naar klanten. Céline: "We vertellen hen graag waarom we bepaalde producten kiezen en

informeren hen over de uitdagingen waar bio en landbouw mee te maken hebben." Ze vinden dat contact met klanten ook het leukste aspect aan hun winkel. "We lachen veel samen of bieden een luisterend oor. Of we denken mee na over wat ze die avond kunnen eten. Daar kan een receptmand nog altijd bij helpen." Winkelier zijn is voortdurend zoeken naar een evenwicht. In het aanbod, maar ook in de balans tussen werk en leven. Muriel: "De administratieve taken doen we elk van thuis uit, daarnaast is minstens één iemand van ons in de winkel. We krijgen ook nog hulp van studenten." En de toekomst? Het buurtgevoel vast blijven houden, zo blijkt. Céline: "Het is niet onze intentie om meerdere vestigingen te hebben. We houden het op onze buurtwinkel, waar onze klanten het goede contact waarderen." MEER WETEN?

https://www.facebook.com/theplacetobio. Tervuren

Bio Actief

52

11


GEZONDHEID

SAMENWERKENDE SECTOR

Van lokale oorsprong

ZORG

EERLIJK

ECOLOGIE

Biogarantie heeft zich de laatste tijd bezig gehouden met het uitwerken van Biogarantie Belgium. Op die manier willen we meer inzetten op lokale producten.

dan wat het Europese lastenboek hen vraagt, kunnen zich aansluiten bij Biogarantie of Biogarantie Belgium. Op die manier valoriseren ze hun extra inspanningen.

VOOR WIE?

De hele biosector

I

n de jaren 1980, nog voor er sprake was van Europese richtlijnen, werd in België Biogarantie opgericht. Biogarantie had als bedoeling een alternatief te bieden voor de gangbare landbouw en was de grondlegger van de normen voor een biologische productie in België. Pas in 1991 volgde ook Europa.

De biologische landbouw is in de eerste plaats gebaseerd op een aantal principes. Die principes vormen op zich de basis van de Europese biowetgeving, maar doordat de regels in alle Europese lidstaten en voor alle bestaande landbouwsystemen toepasbaar moeten zijn, is er weinig ruimte voor maatwerk. Bovendien is het lastenboek een consensus, en is het moeilijk om op een dynamische manier in te spelen op een veranderende context of verwachtingen van de consument. Voor een privaat en lokaal label is het wel haalbaar om verdere stappen te zetten. Producenten en verwerkers die in hun bedrijfsvoering dichter willen aansluiten bij de principes van bio en dus meer doen

12

Bio Actief

52

Op maat van producent en consument Het grootste verschil tussen Biogarantie en Biogarantie Belgium is dat producenten of verwerkers het laatste label alleen kunnen gebruiken voor producten die van Belgische origine zijn of waarvan het primaire ingredient van Belgische origine is. Maar intussen is ook de laatste hand gelegd aan bijkomende richtlijnen. Biogarantie is op sommige vlakken niet erg concreet. Zo staat in het lastenboek dat biodiversiteit en duurzaamheid belangrijk zijn, maar wordt dat niet vertaald in bijkomende richtlijnen. Voor Biogarantie Belgium zal dat anders zijn. Die extra regels zijn het resultaat van intensief overleg tussen de Vlaamse en de Waalse sectororganisaties en de producenten. De huidige gebruikers van Biogarantie werden meermaals geconsulteerd tijdens het opstellen van het Biogarantie Belgium-lastenboek. De bedoeling is altijd geweest om tot een

label te komen waar alle betrokken actoren in de keten zich achter kunnen scharen.

Nieuwe normen Concreet zal Biogarantie Belgium bijkomende normen opleggen rond de volgende aspecten:

Bescherming biodiversiteit en ecosystemen Het is wetenschappelijk bewezen dat een divers landschap goed is voor de biodiversiteit en voor het ecosysteem. In een landbouwlandschap betekent dit dat er ook oppervlaktes worden voorbehouden voor niet-productieve, (half)natuurlijke invullingen zoals bloemenstroken of houtkanten. In eerste instantie zal aan landbouwers gevraagd worden om via een eenvoudige online tool aan te geven welke oppervlakte ze voorbehouden voor deze (half)natuurlijke elementen. Op termijn kan er gestreefd worden naar een minimale invulling met deze elementen.

Verhogen van het organisch materiaal in de bodem Een hoog gehalte aan organisch materiaal in de bodem verbetert de bodemstructuur en de bodemvruchtbaarheid, werkt vocht-


regulerend en bevordert het bodemleven. Gebruikers van Biogarantie Belgium leveren extra inspanningen om het gehalte aan organisch materiaal in de bodem te behouden en te verhogen. In het Biogarantie Belgium-lastenboek staan een aantal verplichte maatregelen zoals het 3-jaarlijks inzaaien van een gewas dat koolstofopslag in de bodem bevordert. Daarnaast heeft de landbouwer keuze uit een brede waaier van zogenaamde ‘aanbevelingen’, zoals minimale grondbewerking en permanente bodembedekking.

Veevoeders Rundveehouders worden verplicht om het aandeel regionaal geteelde voeders en het aandeel grasklaver in het voeder bij te houden. Op die manier wordt een nulmeting gedaan en kan een streefdoel vooropgesteld worden. Voor varkens- en pluimveehouders moet ten minste 30% van de voeders afkomstig zijn uit de regio, m.n. geproduceerd in België of de buurregio’s.

Dierenwelzijn Om het dierenwelzijn te verhogen, zijn zowel een aantal verplichtingen als aanbe-

velingen opgesteld. Zo moet rundvee in de weide verplicht beschutting tegen extreme weersomstandigheden hebben. Dit kunnen natuurlijke elementen zijn zoals bomen, maar alternatieven zijn ook mogelijk. Er wordt ook aangeraden om het aantal dieren in de weide te beperken (maximaal 6 GVE/ha) en de dieren minimaal 8 uur per dag weidegang te geven wanneer de weersomstandigheden het toelaten. Mutilaties zoals onthoornen en castratie kunnen enkel met verdoving en langwerkende pijnbestrijding. Bij de varkens streven we ernaar om af te stappen van castratie, al is dat nog niet voor meteen. Ook moeten vleesvarkens voldoende wroetmateriaal hebben in de openluchtruimte en moeten drachtige zeugen toegang hebben tot een onverharde openluchtruimte. De uitloop van kippen moet beplant zijn met inheemse bomen en struiken en het is de bedoeling dat deze voldoende beschutting bieden.

prijs zal onder meer rekening houden met de productiekosten, maar ook met eventuele opbrengstderving doordat de landbouwers maatregelen nemen die de biodiversiteit of het dierenwelzijn bevorderen. Deze rekentool zal producenten, verwerkers en afnemers ondersteunen bij het opzetten van eerlijke handelsrelaties.

Work in progress Biogarantie Belgium wordt nu gelanceerd, maar de bijkomende voorwaarden zullen pas vanaf 2022 gecontroleerd worden. Zo hebben telers de tijd om zich aan te passen. Het label is sowieso in evolutie en zal tijdens de eerste maanden en jaren grondig geëvalueerd worden. Zo willen we ervoor zorgen dat Biogarantie Belgium de biologische principes zo goed mogelijk onderschrijft en valoriseert

Eerlijke prijs Biogarantie Belgium wil ook volop inzetten op eerlijke handelsrelaties. Op dit moment wordt voor een aantal teelten een rekentool uitgewerkt die de producenten zal toelaten om een ‘eerlijke prijs’ te berekenen. Deze

MEER WETEN?

Wie meer wil weten over Biogarantie (Belgium) of geïnteresseerd is in certificatie, kan contact opnemen met BioForum via info@bioforum.be.

Bio Actief

52

13


(G)een weg terug

EERLIJK

Welke weg heeft een bioproduct afgelegd voor het in de winkel terechtkomt? Dat zoeken biowinkeliers zelf uit in de rubriek (G)een weg terug. Deze keer volgen we de halloumi-kaas en ricotta van Berloumi.

VOOR WIE?

De hele biosector

1

De Krekel en de Mier Geertje Stoffels van hoevewinkel De Krekel en de Mier in Tongeren wil er graag zijn voor haar klanten: "Wanneer iemand me vraagt om een bepaald product te bestellen, dan doe ik dat met veel plezier. Op die manier kregen de producten van Berloumi een plaatsje in mijn winkel. Nu ben ik heel benieuwd hoe en waar ze gemaakt worden."

2

Marma Om dat te achterhalen klopt Geertje eerst aan bij groothandel Marma, waar zij de producten van Berloumi bestelt. We worden ontvangen door zaakvoerders Steve en Lien Portauwe, Ludo Segers en Bart Van Boven.

Geertje: Jullie vader komt als vertegenwoordiger in mijn winkel. Hij richtte Marma op, niet? Lien: Ja, wij zijn een echt familiebedrijf. Mijn ouders begonnen met Marma in 1995 en drie van de vier kinderen zitten mee in de zaak. We zijn letterlijk begonnen in onze garage met een twintigtal producten en een bestelwagen die het hele land rond reed. Jaar na jaar zijn we blijven groeien. Vandaag bieden we 5.500 referenties aan en dat verdeeld over alle categorieën: droogwaren, diepvries, gekoelde en ultraverse producten. Om die groei ook de volgende jaren verder te zetten zijn we eind 2020 verhuisd naar ons nieuwe magazijn.

bepaalde gangbare producten te vervangen door een biovariant doen we dat ook. Een product als Berloumi past perfect in onze filosofie.

Ik vind het fijn dat ik bij jullie nog producten per stuk kan bestellen. Dat lijkt me niet zo vanzelfsprekend. We willen zo klantgericht mogelijk werken. Stukbestellingen zijn daar een voorbeeld van. Het is nochtans niet vanzelfsprekend. Een magazijnier die één potje van iets moet nemen in plaats van een hele doos, dat heeft een hoge kost. Om dat te compenseren rekenen we soms een verpakkingskost door. Een ander voorbeeld van onze klantgerichtheid is onze nieuwe webwinkel, waarbij klanten te zien krijgen welke producten op voorraad zijn en waar ze snel kunnen bijbestellen

Zijn al die producten bio?

Ik kreeg net een rondleiding door jullie magazijn. Het ziet er indrukwekkend uit. Dat is jouw verdienste, Ludo?

Daar streven we in elk geval naar. Meer dan 90 procent van ons assortiment is biologisch gecertificeerd. Als we kansen zien om

Ludo: Ik ben enkele jaren geleden aangesproken door de familie om dit project in goede banen te leiden. Logistiek wordt erg onder-

14

Bio Actief

52

schat, het is behoorlijk complex. Dat kan ook niet anders als je weet dat we 700 winkels per week beleveren. Op de vorige locatie barstte het bedrijf stilaan uit zijn voegen, maar dankzij dit nieuwe magazijn kan Marma weer jaren verder. Het werkt volledig via barcodescanning met volledige tracering, elk product heeft zijn eigen vaste plaats en leveringen gebeuren via onze eigen multitemperatuurvrachtwagens. We hebben trouwens ook op duurzaamheid gelet, met led-verlichting, zonnepanelen en hergebruik van restwarmte.

Zijn er nog toekomstplannen? Lien: We zijn een totaalleverancier en groeien dus ook in het segment ultravers. Vlees en vis zijn bijvoorbeeld nieuw. Voor dat ultraverse aanbod hanteren we het zogenaamde pick-to-zero-model: De klant kan tot 10 uur ’s ochtends bij ons bestellen. Wanneer die verse producten bij ons aankomen, gaan ze meteen de vrachtwagens in om naar de winkels te leveren. We hebben dus zelf geen voorraad van deze producten. Zo willen we absolute versheid garanderen.


3 De Zuivelarij Tijd om te kijken hoe de producten van Berloumi gemaakt worden. Zaakvoerder David De Coster van de Zuivelarij verwelkomt ons graag op zijn gloednieuwe bedrijfssite: "Blij dat we nu hier zitten. Ik ben heel klein begonnen in mijn keuken, de afgelopen jaren zat ik in een kleine productieruimte aan mijn huis. Maar het werd er veel te klein. Ik ben heel sterk gegroeid de afgelopen jaren."

Geertje: Hoe ben je met Berloumi begonnen? David: In 2017 gaf ik nog les aan de hotelschool. Tijdens een van mijn lessen wilde ik halloumi-achtige kaas maken, het meest eenvoudige kaastype om te maken. Ik ben blijven experimenteren en kazen beginnen uitdelen aan vrienden en familie. Een marktkraamster die de kaas in handen kreeg, zag wel wat in het product. Ik ging mee naar markten om kookdemo’s te geven. Daar zijn we opgepikt door een groothandel en vervolgens door de retail en de pers. Het is allemaal ontzettend snel gegaan. Berloumi was een beetje een gat in de markt: ik kwam precies op het juiste moment lijkt het wel.

Kan je vertellen hoe je halloumi en ricotta worden gemaakt? We starten met rauwe melk, die wordt geleverd door Biomilk. Tijdens het kaas maken ontstaat er wrongel, en die wordt gekookt. Daarnaast heb je wei. Dat is eigenlijk het restproduct van kaas. Omdat die nog heel wat eiwitten bevat, is die ideaal om ricotta van te maken. Met de wei van zes berloumi-kazen maak je één potje ricotta. Die wordt daarna nog gehomogeniseerd om een houdbaarheid van 6 weken te kunnen garanderen.

Bio is maar een deel van je assortiment, niet? Ja, ik zit nu op 20 procent bio en verwerk zo’n 7.000 liter biomelk elke twee weken. Initieel had ik het plan om elk van mijn producten te koppelen aan één boer. Ik wilde de keten korter en had ook het idee dat een boer mee het gezicht zou kunnen zijn van dat product en dat mee zou promoten. Dat was misschien wat naïef. Voor mijn gangbare producten lukt dat, maar bij bio zit het wat ingewikkelder in elkaar. Als ik rechtstreeks afneem van een lokale bioboer, dan moet ik die ook kunnen garanderen dat ik al zijn melk afneem. Dat is niet zo vanzelfsprekend, omdat ik dan ook elke 3-4 dagen biologisch zou moeten produceren. Gelukkig kon ik terecht bij Biomilk. Bio Actief

52

15


4

5

Biomilk Biomilk is een coöperatie van Belgische biomelkveehouders. De aangesloten boeren nemen alle taken op zich. Zo houdt Wim De Middeleer zich bezig met de verkoop, terwijl Maarten Cerpentier secretaris is. Ze vertellen Geertje graag hoe ze werken.

kleine verwerkers. Doordat we met gemengde melk zitten, is de kwaliteit ook constanter."

grote en kleine volumes leveren, is dat ook realiseerbaar. Met alleen kleine verwerkers zou het moeilijker zijn.

Geertje: ik kan aannemen dat zoiets heel veel planning vraagt

Zien jullie nog groeimogelijkheden?

Wim: "Wij zijn momenteel met 48 bioboeren in Vlaanderen en Wallonië. Onze vrachtwagens halen de melk op bij verschillende boeren. Deze speciaal erkende transportwagens (of RMO) registreren via gps waar ze zijn en tellen ook het aantal liters. Daarna gaat de melk naar verschillende verwerkers. Dat zijn grote en

Wim: Dat is zeker. Gezien onze schaal kunnen wij natuurlijk wel flexibel zijn. Neem nu de Zuivelarij: die zijn destijds begonnen met 2.000 liter, wat niet zo veel is. De vrachtwagen moet wel tot hier rijden, elk bedrijf moet in het rijschema ingepast worden. Toch vinden wij dat de kleine verwerkers ook de mogelijkheid moeten krijgen om biologisch te werken, en dus ondersteunen we ze graag. Doordat we

Wij staan altijd open voor boeren die geïnteresseerd zijn in omschakeling. Sowieso komen er tegen volgend jaar nog een aantal boeren bij, en dan zitten we aan een jaarlijks volume van 20 miljoen liter. Belangrijk is wel dat we evenwichtig groeien, en dat vraag en aanbod op elkaar afgestemd blijven. Ook leuk is hoe onze melk zo goed als allemaal op de Belgische markt terechtkomt.

Bioboerderij Cerpentier

per se meer werk, maar het is ander werk.

maakt je ook wel kwetsbaar. Aangezien Maarten ook in het bestuur zit, komt er ook wel wat werk en organisatie bij kijken, maar we weten nu ook waar onze melk naartoe gaat.

Tot slot nodigt bioboer Maarten Geertje uit op de boerderij van de familie Cerpentier in Koewacht net langs de grens met Nederland. Die boerderij baat hij uit samen met zijn ouders Herman en Els, en zijn broer Jonas. Omschakelen deden ze enkele jaren geleden, toen ze te horen kregen dat ze geen plaats meer hadden bij de melkerij. Els: "Bio speelde toen al een tijdje in ons hoofd, maar dat was het moment. We waren het ook beu om melk te produceren voor melkpoeder dat dan naar de andere kant van de wereld ging."

Was omschakelen een grote stap? Op zich viel dat mee. We zijn zelfs nog iets kunnen groeien en hebben vandaag zo’n 80 koeien en een 80-tal hectare om voeder te produceren. De koeien melken we twee keer per dag. Dat neemt niet weg dat er wel uitdagingen zijn.

Zoals? Wij zijn zelfvoorzienend op het vlak van ruwvoer, maar de droogte kan leiden tot tekorten. Je hebt er minder controle over. Als het niet regent in mei en juni, dan groeien je veldbonen niet en moet je dit compenseren met extra krachtvoer. Gelukkig kunnen we een beroep doen op een samenwerking met een Nederlandse bio-akkerbouwer, die voor ons grasklaver in zijn teeltplan zet als rustgewas.

Wat zijn de voordelen van bio voor jullie? We zien dat de dieren meer natuurlijke weerstand hebben opgebouwd en dat ze dus minder ziek worden. Ook fijn is dat we weer met onze voeten op de akker staan. Vroeger deden we regelmatig een beroep op loonwerkers, maar omdat we biologisch werken moeten we nu een deel zelf doen. Bio is niet 16

Bio Actief

52

We hebben ook moeten investeren in nieuwe en andere machines, zoals schoffels en een wiedeg. Gelukkig is Jonas mekanieker van opleiding. Hij onderhoudt het machinepark. En ook hier: je investeert in andere dingen, niet per se in meer dingen.

Waarom zijn jullie bij Biomilk aangesloten? Het is fijn om onze eieren in meer dan één mand te leggen. Aan de melkerij leveren

MEER WETEN?

Ben je zelf biowinkelier en wil je ook eens een van je producten volgen van winkel tot veld? Neem contact op met onze adviseur verkooppunten Marijke Van Ranst marijke.vanranst@bioforum.be.



GEZONDHEID

WETGEVENDE SECTOR

Pesticiden op drift

ZORG

Chemisch-synthetische pesticiden laten overal hun sporen achter, en ook de biolandbouw ondervindt daar hinder van. Een harmonisatie van de regels rond residuen en declassering dringt zich op.

VOOR WIE?

De hele biosector

H

et lijkt vanzelfsprekend dat er in biologische producten geen residuen van pesticiden aanwezig mogen zijn. Omdat biolandbouw het gebruik van chemisch-synthetische pesticiden uitsluit, bevatten biologische producten ook effectief veel minder residuen dan andere voedingsmiddelen. Dat blijkt uit zowat elk monitoringprogramma. Het Europese Agentschap voor Voedselveiligheid (EFSA) en het koepelorgaan van de Europese bio-controleorganen (EOCC) komen bijvoorbeeld tot gelijkaardige conclusies: 85% van de bemonsterde bioproducten is vrij van pesticidenresiduen. Biologische voeding is dus gegarandeerd arm aan residu’s. Alleen verwacht de consument misschien wel 100 procent residuvrije bioproducten. De vraag is of volledig residuvrije biolandbouw überhaupt mogelijk is. Laten we niet vergeten dat we leven in een wereld waar pesticiden en andere chemische stoffen al decennialang op grote schaal worden gebruikt. Studies tonen aan dat chemische stoffen wijdverspreid zijn en zelfs teruggevonden worden

18

Bio Actief 52

in ongerepte omgevingen als de Noordpool.

Wijdverspreid pesticidengebruik Een Duits onderzoek uit 2019 keek naar de pesticidebelasting van lucht op verschillende locaties in heel Duitsland. Op alle plaatsen werd glyfosaat teruggevonden, vaak in combinatie met andere bestrijdingsmiddelen. Het ging zowel om steden en plattelandsdorpen, als om natuurgebieden en regio’s waar veel aan biologische landbouw wordt gedaan. Zelfs als een bestrijdingsmiddel gericht en lokaal toegepast wordt op een gewas met respect voor de goede landbouwpraktijken, dan nog kan het zich op verschillende manieren verspreiden in het milieu, bijvoorbeeld via uitspoeling van de bodem naar het grond- en oppervlaktewater of al meeliftend met de lucht. Bij dat laatste denken we meestal aan drift: fijne druppels spuitvloeistof die niet op de bedoelde plaats terechtkomen maar op naburige percelen. Een ander, ietwat onderbelicht fenomeen is vervluchtiging. Een deel van het gebruikte middel zal tijdens of na de toepassing vervluchtigen. Na transport door de lucht kan het elders weer neerslaan. Deze

atmosferische depositie kan op korte afstand (enkele meters) van de plek van toepassing plaatsvinden, maar ook afkomstig zijn van tientallen kilometers verder of meer. Vorig jaar nog werden verschillende biologische en gangbare boeren in West-Vlaanderen geconfronteerd met residuen van prosulfocarb op hun boerenkool. Deze herbicide wordt gebruikt in de gangbare teelt van granen en aardappelen maar is niet toegelaten voor groenteteelt. Omdat de MRL (maximale residulimiet, het wettelijk toegestane maximale residu van een stof in of op levensmiddelen) overschreden was, kon de gangbare én biologische boerenkool niet langer vermarkt worden.

Vervuiler onbekend Voor biologische en gangbare boeren zorgt de blootstelling aan pesticiden via de lucht voor onberekenbare risico's. Contracten kunnen niet nageleefd worden als de wettelijke grenswaarden zijn overschreden of als private hogere eisen zijn overeengekomen. Omdat het vaak speciale gewassen zijn, zijn er ook geen andere verkoopkanalen. Daardoor kan de schade oplopen tot tienduizenden euro's. En omdat het niet mogelijk is om een vervuiler te identificeren, kan een boer ook


fotografie

Kobe Van Looveren

geen verzekeraar aanspreken voor de geleden schade. De kosten vallen dus helemaal op de schouders van de betrokken bedrijven. Dit zijn geen alleenstaande gevallen. Ook in onze buurlanden werden reeds gelijkaardige problemen geconstateerd met vluchtige gewasbeschermingsmiddelen. De Duitse sectororganisatie Bioland vraagt daarom al jaren een verbod op de zeer vluchtige stoffen prosulfocarb en pendimethalin. De vrees is dat men in de zoektocht naar een oplossing niet kiest voor een verbod, maar voor een verhoging van de MRL-waarde. Dat helpt misschien gangbare groentetelers vooruit, maar voor bioboeren blijft het probleem in dat geval bestaan.

Aanwezigheid van niet-toegelaten stoffen Wat staat er in de nieuwe bioverordening over residuen? De Europese regels blijven voorlopig grotendeels ongewijzigd. In geval van ‘aanwezigheid’ van een niet-toegelaten stof, moet het product geblokkeerd worden en moet de controleorganisatie een officieel onderzoek instellen. Zo kan men bepalen wat de oorzaak van de contaminatie is en verifiëren of de biologische regels werden nageleefd. Wanneer uit het onderzoek geen

inbreuk blijkt, blijft het product bio. De term ‘aanwezigheid’ is niet nader gedefinieerd, maar toch van belang. Aanwezigheid is immers nauw verbonden met de analysemethode waarmee de stof wordt gedetecteerd. De afgelopen decennia zijn de analyses veel gevoeliger geworden. Zo kunnen nu zeer lage concentraties van bepaalde stoffen gedetecteerd worden, tot zelfs 1 ppb (parts per billion = deeltjes per miljard) of lager. Afhankelijk van hoe nauwkeurig de analysemethode is, zal een residu dus al dan niet teruggevonden worden. Daarom vindt het ene labo soms wel een residu, terwijl een ander labo op hetzelfde monster niks aantreft. ‘Aanwezigheid’ is afhankelijk van de detectielimiet van het betrokken labo en daarom misschien ongeschikt als maatstaf. Hoe performanter de analyses worden, hoe meer residuen we trouwens zullen terugvinden, rekening houdend met de (nog steeds groeiende) achtergrondvervuiling in ons milieu. Dat betekent ook dat meer bioproducten mogelijk geblokkeerd worden tot onderzoek heeft uitgewezen wat de oorzaak is. Zulke onderzoeken zijn bovendien meestal niet in één dag afgerond, ze kunnen maanden aanslepen.

Op weg naar harmonisatie België is een van de weinige EU-landen die een wettelijke declasseringsdrempel opgenomen hebben in de eigen biowetgeving. Dat wil zeggen dat een product zijn biostatus verliest als een residu boven een bepaalde limiet wordt aangetroffen, ongeacht de reden van contaminatie. Klein maar wezenlijk detail hierbij: de drempelwaarde die in Vlaanderen gehanteerd wordt, verschilt van die in Wallonië. In Vlaanderen refereert men naar de detectielimieten in de MRL-wetgeving, terwijl Wallonië zich baseert op de detectielimiet van het laboratorium dat de analyse heeft uitgevoerd. In de praktijk kan dat situaties opleveren waarbij een product in het ene landsdeel wordt gedeclasseerd, terwijl het in het andere landsdeel wel nog als bio verkocht mag worden. Zo’n automatische declasseringsdrempel heeft als voordeel dat het voldoet aan de verwachtingen van de consument en dat het gemakkelijk is. Het laat immers toe om snel een beslissing te nemen over het biostatuut van een product. Toch botst deze eindproduct-benadering met de principes van de biologische landbouw. Biologische productie is immers een holistische, procesgebaseerde benadering. In bio

Bio Actief

52

19


streeft men niet louter naar een eindproduct dat residuvrij is, maar naar een productieproces dat duurzaam en milieuvriendelijk is, zowel op de boerderij als tijdens de verwerking. De beslissing of een product al dan niet bio is, mag daarom niet enkel en alleen afhangen van een analytische test.

Declasseringsdrempel of niet?

“Hoe ­performanter de analyses ­­worden, hoe meer residuen we trouwens zullen terugvinden.”

20

Bio Actief

52

de declasseringsdrempel enkel mogen toepassen op onze eigen Belgische producten en niet op producten uit het buitenland. Omdat we hierin echter zo goed als alleen staan binnen Europa, en omdat het eigenlijk in strijd is met de basisprincipes van bio zal de drempelwaarde naar alle waarschijnlijkheid niet behouden worden in de nieuwe Vlaamse wetgeving.

Dat is ook de reden waarom het al dan niet invoeren van een declasseringsdrempel voor pesticidenresiduen zo’n groot breekpunt is geweest bij de opmaak van de nieuwe bio-verordening. Omdat er geen akkoord bereikt kon worden, is de beslissing hierover uitgesteld tot 2025. De Commissie moet dan verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad, eventueel vergezeld van een wetsvoorstel om de situatie te harmoniseren. Op dit moment zijn er immers verschillende benaderingen in de EU-landen en dat leidt tot verwarring en conflict tussen ondernemers, controleorganen en overheden.

BioForum zal voor de komende jaren dan ook de taak hebben om deze discussie te ondersteunen en informatie te geven, om zo te komen tot een geharmoniseerde residubenadering in de EU. Het zal sowieso een moeilijke oefening worden om een evenwicht te vinden tussen alle verschillende spanningsvelden.

Landen die een declasseringsdrempel hanteren, zoals België, mogen dat voorlopig blijven doen, maar enkel als het niet handelsverstorend werkt. Dat betekent dat we

MEER WETEN?

Vanzelfsprekend willen we graag dat biologische producten pesticidenvrij zijn. We leven echter niet in een ideale wereld en de schuld (en aanverwante kosten) voor de stoffen die anderen in het milieu verspreiden, mag niet op de schouders van biologische ondernemers worden gelegd. Neem contact op met onze adviseur Wetgeving Annick Cnudde annick.cnudde@bioforum.be.


zondag 7 november 2021 maandag 8 november 2021 Brussels Expo | Paleis 11

De gehele bio-sector komt opnieuw samen! U toch ook!

Dé vakbeurs voor bio-, eco-, natuurlijke en duurzame producten. Voor en door de sector.

www.bio-xpo.be

Voor ondernemers met een duurzame visie


GEZONDHEID

VERANDERENDE SECTOR ZORG

Beter dan bio?

EERLIJK

ECOLOGIE

Biodynamische landbouw, agro-ecologie, permacultuur, regeneratieve landbouw,� termen die steeds vaker vallen en worden gezien als alternatieven voor de gangbare landbouw. Hoe verhouden ze zich tot bio en zijn ze zoals sommigen beweren ook "beter"?

VOOR WIE?

De hele biosector

D

e laatste jaren lijkt er een opbod te bestaan van duurzame landbouwmethodes. Sommige daarvan zitten in elkaars vaarwater of zijn hetzelfde maar dan in een ander jasje. Om het bos door de bomen te zien, zochten we uit wat er nu precies schuilgaat achter al deze termen.

Biodynamische landbouw Biodynamische boeren zijn allemaal biologisch gecertificeerd, maar ze willen nog een paar stappen verder gaan. Ze passen strengere regels toe op het gebied van bemesting, dierenwelzijn of bodemzorg. Op die manier willen ze dichter tot de vier biologische principes komen. Biodynamische boeren voeden bijvoorbeeld hun bodem met minimum 60% biologische dierlijke mest en voorzien meer plaats voor hun dieren dan de normen in de biologische wetgeving vereisen. Voor de teeltrotatie hanteert men het principe dat een bepaald gewas maximum één keer in de vijf

22

Bio Actief

52

jaar op hetzelfde perceel wordt gezet. Al deze regels staan beschreven in het Demeterlastenboek. De controle gebeurt door dezelfde controleorganisaties als bij bio. Boeren moeten eerst wel een erkende opleiding volgen voor ze aanspraak kunnen maken op het Demeter-label. Meer informatie vind je op www.stichtingdemeter.nl.

landbouw. Biolandbouw kan gezien worden als een vorm van agro-ecologie. In Vlaanderen bundelen enkele organisaties sinds een aantal jaren de krachten in Voedsel Anders. Deze beweging, die ook openstaat voor bedrijven en particulieren, wil agro-ecologie in Vlaanderen op de kaart zetten. www.voedselanders.be

Agro-ecologische landbouw

Permacultuur

Een term die de laatste jaren meer ingang vindt is agro-ecologie. Agro-ecologie is geen productiemethode, maar een holistische visie op het landbouwsysteem. Kort gezegd willen agro-ecologische landbouwers ecologische principes en duurzaamheid integreren in de manier waarop ze aan landbouw doen. Ze hebben daarbij ook oog voor de economische en sociale kanten die bij het boeren horen, en hechten veel belang aan lokale en traditionele landbouwsystemen. Principes die terugkomen zijn: biomassa en nutriënten recycleren, bodemkwaliteit optimaliseren, kringlopen sluiten, diversifiëren en kiezen voor positieve interacties. Agro-ecologie laat zich om die reden ook niet vertalen in een lastenboek en er bestaat geen label voor agro-ecologische

De term permacultuur komt uit het Engels en is een samentrekking van de woorden ‘permanent’ en ‘agriculture’. Bij permacultuur doet men aan landbouw door natuurlijke ecosystemen na te bootsen. De productiemethode gaat volledig uit van ecologische interacties en synergieën. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat permacultuurboeren hun bodem bedekken of mulchen, omdat een onbedekte bodem in de natuur ook niet voorkomt. De bodem wordt ook niet gekeerd. Hulpbronnen als water en licht worden zo optimaal mogelijk ingezet. Daarom zie je in de permacultuur vaak dat er verschillende lagen (tot wel 7) op eenzelfde stuk grond geteeld worden, gaande van wortelgewassen over kruidachtigen tot hoogstambomen. Elk


fotografie

Kobe Van Looveren

van deze lagen heeft in een permacultuursysteem ofwel een productieve ofwel een ondersteunende functie. De meeste gewassen die gebruikt worden zijn ook meerjarige gewassen. Een andere vaak terugkerende landbouwvorm zijn voedselbossen. Dat is een vorm van permacultuur. Permacultuur beperkt zich niet tot een manier om aan landbouw te doen: het is een systeemvisie waarbij ook de sociale, economische en culturele pijlers belangrijk zijn. Er bestaat geen lastenboek voor permacultuur.

Regeneratieve landbouw De nieuwste term die de laatste maanden regelmatig opduikt in de media is regeneratieve landbouw. Regeneratieve landbouw heeft als bedoeling om hulpbronnen zoals de bodem en de biodiversiteit te verbeteren en versterken. Zo zal in de regeneratieve landbouw het gehalte aan organisch materiaal in de bodem stijgen. In België en in Europa gaat het hier vooralsnog eerder om een visie of strekking dan om een concrete invulling. In Amerika bestaat er intussen wel een lastenboek en label voor regeneratieve landbouw.

Wat met biologische landbouw? De biologische landbouw is op twee manieren te bekijken. Enerzijds is er de wettelijke kant, die wordt vormgegeven in een Europees lastenboek. De regels in dat lastenboek willen kwaliteit, traceerbaarheid en controleerbaarheid van de biologische voedingsproducten garanderen. Zo kan de consument die een bioproduct koopt makkelijk te weten komen hoe dit product is geproduceerd en verwerkt. Een ander voordeel van goed beschreven wetgeving is dat een consument de garantie heeft dat bepaalde basisregels gerespecteerd worden. Dat is minder het geval bij termen als ‘agro-ecologie’ en ‘duurzaamheid’. Zonder lastenboek loert het gevaar van greenwashing om de hoek: dat betekent dat een product een groen imago heeft, maar in de praktijk weinig duurzaam is. Het nadeel van de biowetgeving is dat het een verengde versie is van de vier biologische principes gezondheid, zorg, ecologie en eerlijkheid. De Europese regels hebben het vooral over de productie van voedsel en bijvoorbeeld minder over de sociale of eco-

nomische component van landbouw. Het biolastenboek stelt ook niet altijd de meest verregaande eisen. Dat komt omdat de wet bedoeld is om een brede waaier van kleine en grote landbouwsystemen te verenigen en zo tot een eenstemmige Europese markt te komen. Het is een compromis. Dat maakt maatwerk moeilijker. Biolandbouw mag dus niet de ogen sluiten voor andere initiatieven. Permacultuur is bijvoorbeeld in de biocontext niet altijd toepasbaar of rendabel te krijgen, maar daarom niet minder goed. Andere landbouwsystemen leggen de nadruk op thema’s die in bio ook wel hun plaats verdienen. Elk duurzaam landbouwsysteem legt zijn eigen accent, het ene is niet beter of slechter dan het andere. Intussen staat de biosector zelf niet stil. We blijven er naar streven om de vier principes maximaal om te zetten in de praktijk. Daarbij kan je je laten inspireren en ondersteunen door andere landbouwsystemen. Met de labels ‘Biogarantie’ en ‘Biogarantie Belgium’ kunnen biologische boeren en verwerkers hun extra inspanningen zichtbaar maken.

Bio Actief

52

23


EERLIJK

SECTOR IN GESPREK

De wereld van de biobanaan Omdat biobananen niet aan de bomen in Vlaanderen groeien, laten we ze inschepen vanuit de rest van de wereld. Groothandel Agrofair kiest daarbij al 25 jaar voor een zo duurzaam mogelijke aanpak. Ze gaven ons een inkijk in de wereld van de banaan.

fotografie

Agrofair

24

Bio Actief

52


VOOR WIE?

De hele biosector

A

grofair is een groothandel in exotisch fruit, met als voornaamste product de banaan. Agrofair wordt dit jaar 25. Een goede gelegenheid voor een gesprek met projectmanager Luud Clercx en woordvoerder Frank Vermeersch, die ons graag willen vertellen over de wereld van de fairtrade banaan.

Kan je meer vertellen over Agrofair? Luud: We zijn 25 jaar geleden opgericht door de Nederlandse NGO Solidaridad. Na de succesvolle introductie van fairtradekoffie en de oprichting van Stichting Max Havelaar wilde Solidaridad ook de sociale uitbuiting in de bananenindustrie aanpakken. Maar de bananenbedrijven waren toen oppermachtig en ze wezen Solidaridad de deur toen die begonnen over een fairtrade banaan. We doen het dan maar zelf, dachten ze, en dus richtten ze Agrofair op. Eerst met de focus op fairtrade bananen, maar al snel hadden we ook aandacht voor bio.

Van waar komen de biobananen die je bij ons in de winkel vindt? Luud: De meeste gangbare bananen worden in een warm, vochtig klimaat geteeld, maar biobananen komen uit de droge tropen. Denk aan bepaalde regio’s van Peru, Ecuador en de Dominicaanse Republiek. Die keuze voor droge gebieden komt door de Sigatoka-schimmel, die de bladeren van de bananenplant aantast en goed gedijt in een vochtig klimaat. In de gangbare teelt kan je die bestrijden met fungiciden, maar die middelen zijn niet toegelaten in bio. De bestaande biologische oplossingen zijn te duur om toe te passen. Het brengt ons meteen bij een moeilijk aspect van de biologische bananenteelt. Een bananenplant vraagt veel water. Omdat de biobanaan alleen geteeld kan worden in droge gebieden, moet een boer dus veel irrigeren. En dat vaak in gebieden waar er al waterschaarste is. Die grote waterfootprint zorgt ervoor dat de fairtradebanaan beter scoort qua milieu-impact op het vlak van watergebruik dan de biobanaan. We hebben in Peru

en de Dominicaanse Republiek meegewerkt om de waterfootprint in kaart te brengen, en initiatieven gesteund om met minder irrigatiewater toe te kunnen en om duurzaam beheer van waterbronnen te bevorderen.

Bio niet automatisch fairtrade Maar worden er in de gangbare teelt niet veel pesticiden gebruikt? Luud: Voor de grote bananentelers klopt dat. Maar veel mensen weten niet dat de fairtradestandaarden de laatste jaren ook richtlijnen bevatten over gewasbescherming. Veel chemische bestrijdingsmiddelen zijn niet toegelaten. De fairtradebanaan is dus een banaan die qua milieu-impact stelselmatig meer en meer aanschurkt bij bio. Frank: Omgekeerd geloven veel mensen ten onrechte dat biobananen automatisch fairtrade zijn. Dat leidt tot een vreemde situatie: de fairtrademarkt wordt afgeremd, omdat consumenten voor bio kiezen. En voor veel fairtradeproducenten, m.n. die van de natte tropen (waar het overgrote deel van de bananen vandaag vandaan komt) is omschakelen naar bio niet mogelijk omwille van de Sigatoka-schimmel. Ik zou daarom graag een oproep doen aan alle fruit- en groenteaanbieders: verkoop naast bio ook gangbare fairtradebananen. Die bananen sluiten naadloos aan op de principes van bio. Luud: Supermarkten kiezen vaak voor één soort duurzame banaan en denken dan aan een banaan met dubbele certificering: bio en fairtrade. Daarnaast liggen dan een gangbare budgetbanaan en de merkbanaan. Voor de gangbare fairtradebanaan is geen plaats meer. Eigenlijk zouden supermarkten het lef moeten hebben om alleen nog maar fairtrade en bio-fairtrade aan te bieden, want waarom zou je een product verkopen dat slecht is voor mens en milieu?

Zijn er manieren om die uitdagingen aan te pakken? Luud: Misschien zorgt de Green Deal van Europa voor verandering. In de adviesdocumenten staat dat business-as-usual niet duurzaam is en dus niet langer kan. De retail moet volgens Europa zijn verantwoordelijkheid nemen; duurzaamheid mag niet langer alleen een zaak zijn van welwillende consumenten en producenten. Doen ze dat

Bio Actief

52

25


niet, dan zal Europa gaan reguleren. Dat kan door de accijnzen of btw op niet-duurzaam voedsel te verhogen en te verlagen bij duurzame producten. Daarnaast moet de retail de keuze voor bepaalde producten niet langer alleen van prijs laten afhangen. Elk najaar zeggen supermarkten: wij willen pakweg 100 containers met bananen tegen die prijs. Dan moeten wij naar onze producenten stappen en vragen of ze iets van de prijs kunnen doen. Dat is gênant. Frank: Als een banaan uit Costa Rica 0,01 cent goedkoper is dan een banaan uit Peru, dan kiezen sommige supermarkten die van Costa Rica. Terwijl kwaliteit en flexibiliteit ook een rol zouden moeten spelen. Retail heeft op dat vlak wel wat sleutels in handen. Maar er zijn ook goede voorbeelden. De Zwitserse supermarkt COOP werkt al 20 jaar met dezelfde producent, omdat ze weten dat die kwaliteit levert. We zijn ook altijd blij als supermarkten mee nadenken hoe het beter kan. Zo hadden we een project met Colruyt en Rikolto in Senegal. Maar uit dat project hebben we wel geleerd dat fairtrade soms een moeilijke weg blijft.

26

Bio Actief

52

Kan je daar meer over vertellen?

letterlijk elke container.

Luud: De bedoeling was om in de regio rond de stad Tambacounda een banaan te produceren die geschikt was voor export naar Europa. We werkten daarvoor samen met Aprovag, een lokale boeren-ngo. Dankzij projectsubsidies konden we investeren in betere irrigatietechnieken en opleidingen. Het probleem was dat de handel in handen was van tussenpersonen, die dat graag zo wilden houden. Maar om levensvatbaar te zijn als boerencoöperatie moet je ook controle hebben over de handel. Dat is immers je bron van inkomsten. Aprovag bleef afhankelijk van subsidies.

Frank: Eens in Europa gaan de bananen naar een bananenrijperij. Ik zet die onzichtbare schakel in de keten graag even in de bloemetjes. De kwaliteit van onze bananen is ook de verdienste van onze bananenrijper Van Damme, die met veel zorg voor de bananen zorgt. We proberen zo weinig mogelijk voedsel te verspillen: bananen die niet goed genoeg zijn voor de buiten- of binnenlandse markt, worden verwerkt tot puree voor in bio-ijsjes of babyvoeding. Zo krijgt de boer toch nog een goede prijs voor zijn producten.

Frank: Met Agrofair hebben we dat ooit ook moeten leren: je moet een bedrijfsmatige aanpak hebben.

Bananenrijperij Jullie onderscheiden je op kwaliteit. Kan je dat toelichten? Luud: Kwaliteitscontrole gebeurt op meerdere momenten. Een eerste en tweede schifting vindt plaats in het pakstation. Voor de bananen de boot op gaan voert ons team in Zuid-Amerika een rigoureuze controle uit op

Verloopt biocertificering op dezelfde manier als in Europa? Luud: nee, individuele certificering is voor kleine boeren niet te betalen. Daarom bestaat er groepscertificering. Zo’n groep boeren is verplicht om een intern controlesysteem te hebben, met interne controleurs. Ze moeten per boer ook noteren welke inputs worden gebruikt enzovoort. Elk jaar is er een externe audit: die kijkt na of het interne controlesysteem goed functioneert en neemt daarnaast stalen bij een klein deel van de deelnemers. Pas als dat allemaal in orde is, kan je een biocertificaat krijgen.


het terrein van een van onze grotere bananenproducenten in Peru zo’n plasticverwerkend fabriekje open. Daarmee wordt in elk geval een kans gecreëerd voor de bananenproducenten om op een duurzamere manier van het bananenplastic af te komen. Intussen zijn we aan het onderzoeken of die hoeklatten door de supermarkten hier goed gerecycleerd worden, dat het probleem niet gewoon verschuift. Frank: Al dat plastic is een groot probleem, maar de focus op plastic als grote boosdoener wordt ook wel wat uitgebuit. Men heeft hier een goed verhaal en dus praten bepaalde duurzaamheidsmanagers vooral over hun inspanningen op dit vlak. Over alle andere misstanden zwijgen ze vaak in alle talen. Het lijkt soms op een rookgordijn.

zigheid bevestigd in Peru. De schimmel komt oorspronkelijk uit Azië. Door monocultuur, pesticiden en kunstmest heeft die schimmel zich in de commerciële, gangbare bananenteelt kunnen ontwikkelen, en de verspreiding gebeurt via de kanalen van de plantages die op de export zijn georiënteerd. En wij in het Westen kunnen misschien wel zonder bananen, maar 75 procent van de bananen zijn voor de thuismarkt. In veel regio’s is het de voornaamste voedingsbron, en er hangen 400 miljoen huishoudens af van de bananenteelt. Frank: Daarom blijven we graag hameren op het telen en verhandelen van de duurzame banaan. Dat zal toch een deel van de oplossing zijn voor de bananenteelt.

Intussen staat de bananenteelt wel onder druk Luud: Ja, de TR4-schimmel bedreigt heel wat van de eetbare bananensoorten in de wereld. Er valt tegen die schimmel niets te doen op dit moment. In 2019 dook hij voor het eerst op in Colombia, en in april werd zijn aanwe-

MEER WETEN?

Je kan op de site van Agrofair www.agrofair.nl veel informatie vinden over de bananenteelt.

Plastic als rookgordijn We hebben het al over water en pesticiden gehad, maar ook plastic is een probleem in de bananenteelt, niet? Luud: Bananen worden standaard geteeld met een plastic zak rond de tros. Die beschermt tegen schade door vogels en insecten en helpt bananen sneller rijpen. Op grotere plantages zijn sommige arbeiders de hele dag zakjes aan het hangen. Voor die tienduizenden tonnen plastic bestaat geen alternatief, maar de achtergelaten zakjes komen in het milieu terecht, ze worden verbrand of naar een vuilstort gebracht. De grote bananenmaatschappijen in Costa Rica hadden een oplossing: in een grote plasticfabriek worden al deze zakjes gerecycleerd tot zogenaamde hoeklatten. Die helpen om tijdens het containertransport dozen op de pallets op hun plaats te houden. We vonden dat inspirerend, maar zochten naar een oplossing die meer op maat van onze kleinschalige producenten was. Die vonden we bij de Nederlandse coöperatie Plastic Fantastic, die kleine productielijnen voor de verwerking van plastic kan opzetten. Dit najaar gaat er op

Lantie 1a, Vessem 0497-59 17 94

2200000547_1_ADV_8520.indd 2190000441_1_ADV_7577.indd 1

www.neutkens.nl info@neutkens.nl

Bio Actief

52

27

17/03/21 20/08/19 09:43 08:20


ECOLOGIE

LERENDE SECTOR

Laat het stuiven Dat bijen en andere bestuivers het al een tijd moeilijk hebben is niet nieuw. Over de oorzaken is al veel geschreven, maar wat kunnen we er aan doen? Dat wil het Europese project Beespoke onderzoeken.

VOOR WIE?

Bioboeren

N

aar schatting 75% van onze voeding wereldwijd is afhankelijk van bestuivers zoals bijen, zweefvliegen en andere insecten. Toch voelen deze nuttige insecten zich niet altijd welkom door de manier waarop we voeding produceren. VLM en Inagro zijn twee van de 16 partners in het Europese project Beespoke. Zij onderzoeken waar er nog winsten te halen vallen op het vlak van bestuiving.

VLM zet sowieso al jaren in op agrobiodiversiteit, aldus bedrijfsplanner Dirk Awouters: "Wij sluiten onder meer beheerovereenkomsten rond de aanleg van bloemenranden. De gebruikte bloemenmengeling komt meestal tegemoet aan de noden van de meer courante bijensoorten. De diverse samenstelling zorgt voor een nectaraanbod over een lange periode. Dat effect kan nog versterkt worden door de meerjarige bloemenstroken begin juli gedeeltelijk te maaien."

onderzoeksleider Agromilieu bij Inagro: "Bloemenranden leveren niet altijd de langdurige positieve impact die men ervan verwacht. Positieve effecten zullen er altijd wel zijn – zo vormt de overvloed aan nectar en pollen een rijk aanbod voor honing- en solitaire bijen - maar vaak is dat effect maar tijdelijk en niet structureel. Bovendien weten we te weinig over de combinatie van bloemenranden en het gebruik van gewasbescherming. Akkerranden zouden soms neerslag hebben van pesticiden. Zonder een stevige basis zijn zulke bloemenranden dus eerder een vorm van greenwashing." VLM probeert dat laatste alvast op te vangen door de bloemenranden te combineren met een beheerovereenkomst met grasstroken. Zo wordt er een buffer ingebouwd met de landbouwteelt.

Hagen en bomen

Omdat biologische landbouwers geen chemische pesticiden gebruiken, zouden zij misschien wel baat hebben bij een bloemenrand. In de praktijk ziet Dirk Awouters relatief weinig bioboeren daarvoor een beheerovereenkomst afsluiten, al heeft dat naar zijn aanvoelen vooral met oppervlakte te maken: Toch staan die bloemenranden wat ter dis- "Een bloemen- of grasstrook moet minimaal cussie. Dat bevestigt ook Dieter Depraetere, 6 meter breed zijn voor de overeenkomst.

28

Bio Actief

52

Bioboeren werken vaak met kleinere percelen en dat op een meer geïntegreerde manier. Zo’n beheerovereenkomst is daarnaast ook een soort compensatie voor zeer intensieve akkerbouw. Dus hooguit biologische akkerbouwers zouden hier voordeel uit kunnen halen." Door met kleinere percelen te werken en meer af te wisselen qua teelt, lijken bioboeren het al goed te doen. Dirk: "Voor bestuivers zijn het planten van heggen met bloeiende hagen en (solitaire) bomen een meer structurele aanpak, waar op lange termijn veel meer uit te halen valt. Het creëert een vast voedselaanbod en nestgelegenheid voor de bestuivers. Daarnaast zorgt het ook voor een beter klimaat voor de teelten: de heggen en bomen breken de wind, bieden luwte en gaan erosie tegen. Boeren kunnen VLIFsteun krijgen voor de aanplant van bomen en heggen. Onder het huidige PDPO kunnen ze ook een beheerovereenkomst afsluiten voor het onderhoud van heggen." Dieter Depraetere beaamt dat: "Door te werken op niveau van het landschap creëer je zowel een structureel aanbod aan nectar en pollen als nestgelegenheid, schuil- of overwinteringsplaatsen. Zo bouw je mee aan een wilde bijenpopulatie die op lange termijn


fotografie

Astrid Agemans

voldoende zekerheid biedt op het vlak van bestuiving. Door zo samen te werken mét de natuur, is het in principe niet nodig om een beroep te doen op kunstmatige hommeldozen of metselbijen uit de koelkast. Ik snap dat die manier van werken meer zekerheid geeft, maar het koppelt biodiversiteit los van bestaande ecosysteemdiensten en legt druk op de bestaande populatie."

Beespoke Het Europese project Beespoke wordt pas in 2023 afgerond, maar Dirk en Dieter willen al wel vertellen wat er zoal onderzocht zal worden. Dirk: "Voor bestuivingsgevoelige teelten willen we onderzoeken welke bestuivers een belangrijke rol spelen. De volgende vraag is hoe we die gerichter kunnen ondersteunen met een geschikte soortkeuze van bloeiende planten voor in de bloemenrand en genoeg nestgelegenheid." De metselbij is volgens Dirk een goed voorbeeld: "Dat is een goede bestuiver in de fruitteelt, maar omdat ze maar een korte periode actief zijn moet je zien dat de planten of bloemen die geschikt zijn als voedselbron op het juiste moment in bloei staan."

Het onderzoek neemt ook de bestaande bloemenmengelingen onder de loep: welke bloemen trekken naast bestuivers ook andere nuttige insecten aan, die bijvoorbeeld een rol kunnen spelen in het bestrijden van plagen? En welke bloemen trekken verschillende soorten aan of net heel specifieke soorten? Dirk: "Een juiste bloemenmengeling kan helpen om kritische soorten te herintroduceren. Daarmee helpen we niet alleen de landbouw vooruit, maar ook de algemene biodiversiteit. In Diksmuide leggen we bijvoorbeeld bloemenranden (met rode klaver, luzerne,0) specifiek op maat van de grashommel."

gen voor dracht in het najaar. Alleen is die najaarsdracht vooral interessant voor honingbijen, minder voor de solitaire. Sowieso is het nefast als een groenbedekker tijdens volle bloei wordt ondergeploegd, geklepeld of gemaaid."

Soms is een omgeving al voldoende divers en hebben extra bloemen weinig meerwaarde. Maar misschien bestaat er wel een nood aan meer nestgelegenheid voor de bestuivers die een boer wil aantrekken? Ook dat wil Beespoke onderzoeken.

Ook bij de vlinderbloemigen vallen nog winsten te halen. "Die worden vaak geteeld in functie van eiwitten. De rantsoenwaarde van luzerne bijvoorbeeld is optimaal net voor de bloei en dus worden deze vlinderbloemigen meestal geoogst net voor ze kunnen bloeien. Misschien kan je door gefaseerd te maaien het beste van twee werelden krijgen. We onderzoeken de impact daarvan op de opbrengst. Er loopt o.a. onderzoek rond veldbonen, zonnekroon, luzerne en klavermixen. Ook bij het grazen zou je gefaseerd kunnen werken, zodat klavers meer tot bloei kunnen komen. Dat is extra winst voor de bestuivers."

Tot slot wordt er ook gekeken op teeltniveau. Dieter: "Daar kunnen we ook nog veel bijleren. We gaven vroeger vaak het advies om facelia en mosterd in te zaaien als groenbedekker en nectar- en pollenleverancier in het najaar. Die ontwikkelen zich snel en zor-

Neem een kijkje op de website van het project Beespoke https://northsearegion.eu/ beespoke.

MEER WETEN?

Bio Actief

52

29


WETGEVENDE SECTOR

Kijken bij de buren

De biosector is in volle ontwikkeling en vormt zo een motor voor innovatie en ondernemerschap. In deze nieuwe rubriek belichten we elk nummer enkele inspirerende initiatieven van biobedrijven uit binnen- en buitenland.

CultivAé

Graancoöperatie in Perwez Al jaren telen akkerbouwers uit Haspengouw brouwgerst voor enkele lokale brouwerijen. Ze kwamen echter snel tot de conclusie dat in hun regio een degelijke graancoöperatie met bijhorende infrastructuur ontbrak om de primaire verwerking van de brouwgerst en de commercialisatie ervan professioneel te organiseren. Daarom richtten ze in 2018 een coöperatie op die naast brouwgerst ook andere graansoorten en eiwithoudende gewassen zo rechtstreeks mogelijk commercialiseert. De coöperatie investeerde in infrastructuur voor de primaire verwerking van de oogst (drogen, schonen en sorteren) en opslag. Die zal operationeel zijn voor de oogst 2021. Ondertussen wordt de brouwgerst gebruikt voor het brouwen van verschillende bieren en het stoken van whisky. www.cultivae.be

BENEO

Cichoreiverwerking in Oreye Na een succesvolle oogst in september 2020 startte BENEO met de eerste verwerking van biologische cichorei in haar vestiging van Oreye (Haspengouw). De cichoreiwortelen worden in de omgeving van de fabriek op contract geteeld en verwerkt tot functionele voedingsvezels zoals inuline en oligofructose. In een aanvangsfase wordt slechts om de 2 jaar een biologische productie opgezet. Dat moet genoeg voorraad zijn om klanten twee jaar te beleveren. Er wordt een nieuwe productiecampagne voorzien in 2022. Inuline en oligofructose worden gewonnen door een milde extractiemethode met heet water. Ze kennen een breed toepassingsgebied in de voedingsindustrie. De lancering van biologische inuline en oligofructose vormt een aanvulling op BENEO's uitgebreide portfolio van biologische rijstzetmelen die worden geproduceerd in de fabriek in Wijgmaal. www.beneo.com

Les Chips de Lucien

Aardappelchips van eigen makelij De markt voor verse biologische consumptieaardappelen is vaak uitdagend. In 2019 startten 3 aardappelboeren in de provincie Namen een coöperatie voor de teelt en verwerking van aardappelen tot chips. Door de aardappelen zelf te verwerken tot een product met toegevoegde waarde willen ze een grotere bedrijfszekerheid realiseren. In Wallonië bestaan er trouwens meerdere initiatieven om biologische aardappelen te verwerken tot chips, zoals STG Geer, Roger & Roger, en Wall’bio. www.leschipsdelucien.be

30

Bio Actief

52


Advies over bio? BioForum helpt je verder! Ben je een voedingsbedrijf en heb je de stap naar bio gezet? BioForum geeft advies en opleidingen op maat. OPLEIDING E N Hoe start je met biologische productie? Een opleiding voor personeel over wat bio precies inhoudt

· ·

ADVIES Het opstellen van een risicobeheersplan Welke procedures, instructies en registratieformulieren zijn er nodig?

· ·

V O O R M EER INFO neem contact op met adviseur Sofie Vandewijngaarden sofie.vandewijngaarden@bioforum.be of T 03 286 92 72.

Je vindt alle mogelijkheden en tarieven op www.bioforum.be/advies.


Wie anders is even lokaal als u? Onze 200 Agri-experts staan voor u klaar. Crelan weet als geen ander wat er leeft en beweegt in uw buurt. We houden met z’n allen opnieuw van meer lokaal. Net als onze Agri-experts, die u betrouwbaar advies en een degelijke ondersteuning bieden om uw lokale ambities te doen slagen. Ook zij gaan daarvoor tot het uiterste. Want wie gaat voor duurzaam, verdient duurzame steun uit de buurt. Toch?

Afspraak bij uw expert in een Crelan-agentschap in uw buurt.

www.crelan.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.