Bio Actief 35

Page 1

Bio Actief 35 Jouw ontmoeting met een dynamische sector

“Een biowinkel moet een plek zijn waar je dingen kan beleven en ontdekken.� D I A N E C EU L EM A N S

driemaandelijks tijdschrift verschijnt in maart

- juni - september - december


Bio Actief

Jouw ontmoeting met een dynamische sector MA A R T 2 0 1 7, EDI T I E 3 5 Bio Actief is een uitgave van BioForum Vlaanderen vzw. Bio Actief vind je vier keer per jaar in je brievenbus. BI O FOR U M V L AANDE R EN V Z W Quellinstraat 42 2018 Antwerpen T 03 286 92 78 E info@bioforumvl.be www.bioforumvlaanderen.be V.U . Kurt Sannen, Asdonkstraat 49, 3294 Molenstede HO O FDR EDAC T I E Tom Wouters

VOORWOORD

Zijlijn Beste lezer,

E I N D R E DAC T I E Petra Tas RE D A C T I ER AAD E N I NHOUD ELI JKE EXPERT ISE An Jamart (Landbouw), Marijke Van Ranst (Verkooppunten & foodservices), Esmeralda Borgo (Beleid), Paul Verbeke (Ketenmanager), Lieve Vercauteren (Directeur), Annick Cnudde (Coördinator wetgeving), Raf Van den Bruel (Adviseur biologische verwerking) FO T O G R AF I E Kobe Van Looveren, Sophie Nuytten, Anne Deknock CO VE R F OT O Kobe Van Looveren VO RM G EV I NG We Make Graphics ME T DANK AAN Diane Ceulemans, Eric Swinnen, Sandra Rydams, Maarten Beyen, Stefaan Deraeve D RU K Zwart op wit

H

et was een onopvallend bericht in de krant half f­ ebruari: 11 miljoen Afrikanen — lees: een mensenmassa ter grootte van de hele Belgische bevolking — zijn bedreigd door hongersnood. Oorzaak? De extreme droogte in de Hoorn van Afrika, die het gevolg is van de klimaatopwarming. Zelfs de kamelen sterven er van de dorst. Ondanks stoere verklaringen van de nieuwe Amerikaanse president Donald Trump is de klimaatverandering een feit en dus is er nood aan een aanpak op alle fronten. Landbouw speelt een aanzienlijke rol wat de CO2-uitstoot betreft. Biologisch boeren kan daar een oplossing voor zijn, al hebben ook wij nog een hele weg te gaan. Je leest er meer over in dit nummer. Onze koepelorganisatie IFOAM pleit naar aanleiding van het Europees klimaatbeleid onder meer voor een grondgebonden veehouderij zoals dat in de biosector wettelijk verankerd zit. Maar ook het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid moet anders. Europa vraagt op dit moment in een grote publieks­ enquête welk soort landbouw de Europeanen willen na 2020.

VE RZ E NDI NG De Brug vzw A BO N NER EN Belgische marktspelers krijgen een gratis abonnement. Ben je geen marktspeler, maar wel geïnteresseerd in een jaarabonnement? Maak dan 25 euro over op bovenstaand rekeningnummer met de vermelding 'Abonnement Bio Actief'. Buitenlandse abonnees betalen 30 euro (BIC: TRIOBEBB, IBAN: BE30 5230 8012 5311). A D VE R T ER EN Wil je graag de publicitaire mogelijkheden van Bio Actief k ­ ennen? Neem contact op met Sabrina Proserpio, E sabrina.proserpio@bioforumvl.be, T 03 286 92 70. Deze publicatie kwam tot stand met de steun van het Departement Landbouw en Visserij.

Wat mij betreft is het antwoord glashelder: een landbouw die de klimaatuitdaging ten volle aanpakt. Dat betekent dat de Europese instellingen, en bij uitbreiding de Vlaamse regering, moet durven kiezen voor een agro-ecologisch landbouw­model dat niet alleen oog heeft voor maximale productiviteit, maar ook voor mens, dier en milieu. Klimaat is iets wat de hele mensheid aanbelangt en de gevolgen ervan worden steeds meer zichtbaar, ook in Europa. Laten we niet langer aan de zijlijn staan toekijken.

KURT SANNEN

Voorzitter BioForum Vlaanderen kurt.sannen@bioforumvl.be

02

Bio Actief

35


BIO ACTIEF 35

Inhoudstafel 21

Zeg het met bloemen

22

13

Baanbrekend bio La vie est belle

De processie van Echternach

24

20

Gat in de markt

10

Hoop op een agro- ecologische landbouw?

Bio in de strijd tegen klimaat­ verandering

06 LEVENDE SECTOR

Werk aan de winkel

BIO IN DE KETEN

14

Biologisch graan

18 SECTOR IN CIJFERS

Sprong voorwaarts

Bio Actief

35

03


Bio Flash BV’s laten hun stem horen voor agro-ecologie Europa is bezig met het uitstippelen van het landbouw­ beleid voor de toekomst (zie ook verderop in dit nummer), en dus vroeg Voedsel Anders aan verschillende bekende personen en opiniemakers naar hun visie voor de Europese Landbouw. Samen met hen pleiten we voor een agro-ecologische landbouw. Je vindt alle portretten op www.voedsel-anders.be.

Gefaseerde omschakeling bij veehouderij Sinds begin januari kunnen varkens-, geiten- en schapen­houders ook gefaseerd omschakelen naar de biologische productie. Dat betekent dat de plantaardige teelten en de dierlijke productie niet gelijktijdig opstarten. Deze maatregel moet de financiële haalbaarheid van omschakeling vergroten. Meer informatie vind je op: www.bfvl.be/gefaseerd_omschakelen.

Algemene vergadering BioForum Op 25 april zijn alle leden van BioForum Vlaanderen welkom op de Algemene Vergadering. Die vindt plaats op biobedrijf de Winning in Lummen. Je bent welkom vanaf 15u voor een bedrijfsbezoek; de Algemene Vergadering zelf begint vanaf 16u30. Naast het statutaire gedeelte stellen we je Voedsel Anders voor, de gezamenlijke agro-ecologiecampagne van 17 organisaties. We sluiten af met een maaltijd.

Kan je erbij zijn? Meld je uiterlijk op vrijdag 14 april aan bij BioForum via info@bioforumvl.be of 03 286 92 78.

04

Bio Actief

35


Productcampagne vlees In februari organiseerden we een productcampagne rond biologische vegetarische en veganistische producten. Van 3 tot 11 juni zetten we biologisch vlees in de kijker. De boodschap van de campagne zal zijn: minder vlees, maar beter. Vooral voor vleesveehouders en vleesverwerkers het ideale moment om de meerwaarde van biologisch vlees aan het grote publiek te tonen! Je kan je activiteit (opendeurdag, rondleiding, ...) alvast doorgeven via www.bfvl.be/activiteiten_biocampagne.

Boeren delen kennis op Farmknowledge.org Het Europese project OK-Net Arable wil k ­ ennisuitwisseling tussen boeren, adviseurs en onderzoekers versterken. Dat alles moet leiden tot een sterke Europese biologische akkerbouw. Ook BioForum Vlaanderen is partner in dit project. Op farmknowledge.org vind je verschillende tips, tools en websites die kennis over biologische akkerbouw bundelen. Je leest meer over het OK-Net Arable-project op www.bfvl.be/oknetarable.

BioXpo: beurs voor bio Op 15 en 16 oktober vindt een nieuwe editie van BioXpo - Vitasana plaats. Dat moet opnieuw een beurs voor en van biologische ondernemers worden. Hou onze website en nieuwsbrieven in de gaten voor het programma! Meer informatie over deze beurs vind je op www.bio-xpo.be. Bio Actief

35

05


LEVENDE SECTOR

Werk aan de winkel Uitbaters van biowinkels zijn vaak het enige contact dat consumenten met bio hebben. Ze spelen dus een belangrijke rol in het uitdragen van de boodschap waar bio voor staat. Deze drie winkels doen dat elk op hun eigen manier.

LANGE INTERVIEWS ONLINE Je vindt een uitgebreidere versie van deze interviews op onze website. www.bfvl.be/bedrijfindekijker 06

Bio Actief

35

fotografie

Sophie Nuytten


Bio.Punt Lijsterbes WIE?

Sandra Rydams en Chris Verheulpen WAT ?

Biologische winkel WAAR?

Vilvoorde BIO SINDS?

1978

H

et verhaal van Bio.Punt Lijsterbes begint in 1978. Toen opende Chris Verheulpen in Vilvoorde een winkel onder de naam Dieetvoeding Natura.

Chris: "Mijn ouders waren zelfstandige bloemisten en ook ik wilde mijn eigen zaak. Op dat moment kwamen de natuurwinkels sterk op en dat leek me wel wat. Mijn eigen winkeltje was heel kleinschalig en in het begin moest ik alles zelf uitzoeken. Maar je groeit daarin." Begin jaren 1990 stapte dochter Sandra mee in de winkel. Chris: "Een steeds grotere winkel betekende ook steeds meer administratie. Ik wou iets minder arbeidsintensief en opende een winkel met natuurlijke cosmetica in Mechelen." De 2 winkels bestonden even naast elkaar, maar na een aantal jaren zette Chris haar cosmeticazaak stop en ging opnieuw in de winkel in Vilvoorde aan de slag.

fotografie

Sophie Nuytten

met een voedselproblematiek hier voor ons aanbod dieetproducten. Wij helpen hen door de juiste informatie te geven." De klanten zijn over de jaren wel geëvolueerd. In het begin zagen we vooral idealisten die sterk gefocust waren op gezondheid of mensen met bepaalde allergieën, maar nu kopen steeds meer klanten bio omdat ze kiezen voor een ecologisch landbouwsysteem. Onze klanten zijn ook van alle leeftijden: sommige klanten kwamen hier als kind met hun ouders en nemen nu zelf hun eigen kinderen mee."

“De klant op de eerste plaats zetten loont.”

De volgende stap was verhuizen naar een groter pand. Sandra: "We wilden onze goede ligging niet opgeven, maar in 2013 vonden we een groter pand op 20 meter van onze winkel. Ideaal." Op dit moment is Sandra volledig eigenaar, maar Chris werkt nog gewoon mee in de winkel. Sandra: "Ik heb van mijn moeder veel geleerd. Zo moet je durven investeren, al moet je doordacht blijven te werk gaan. Wie niet vooruitdenkt, is ten dode opgeschreven." Sandra: "Door de grotere winkelruimte kunnen we nu een groter assortiment verswaren aanbieden. En doordat we ze goed kunnen presenteren, zien we ook een grotere verkoop. Daarnaast komen heel wat mensen

In elk geval komt de klant voor Sandra en Chris op de eerste plaats. "Als zelfstandige winkelier zetten we heel sterk in op service en steken we veel energie in onze klanten. We geven hen veel uitleg, zetten bestellingen klaar, bestellen moeilijk te vinden producten of dragen boodschappen naar de auto. Dat loont, want we merken dat nieuwe klanten daardoor ook terugkomen." Tot slot gaat er veel tijd in communicatie over producten: zelf affiches maken, acties uitwerken, producten laten proeven. "Ik klop hiervoor ook aan bij mijn leveranciers, al moet ik toch nog altijd veel zelf uitwerken. Extra ondersteuning in communicatie over producten zou zeker welkom zijn. Zo kunnen we samen de biosector laten bruisen."

MEER WETEN?

www.biopuntlijsterbes.be Bio Actief

35

07


Biotoop Leuven WIE?

Eric Swinnen WAT ?

Biologische winkel WAAR?

Leuven BIO SINDS?

fotografie

1988

Anne Deknock

I

n 1988 richtte een coöperatie van een twaalftal producenten uit Leuven en om­ geving ‘Biotoop’ op. Deze groep van bakkers, groenteboeren, veehouders, enzovoort wilden een gezamenlijk verkooppunt voor hun eigen producten. Daarnaast voorzagen ze een aanvullend assortiment om een breed publiek te bereiken. Eric Swinnen: "Ik had op dat moment een winkel in het centrum van Leuven en op vraag van de coöperatie namen mijn toenmalige vrouw en ik de Biotoop in 1990 over." Na de overname bleven verschillende coöperanten gewoon leveren. Dat doen ze tot op de dag van vandaag. Eric: "We kunnen gerust spreken van bijna 30 jaar duurzame samenwerking. We willen een biobuurtwinkel in de stad zijn, met producten recht van bij de boer. Dat korteketenverhaal heeft ook heel wat voordelen. Wij kunnen onze klanten bijvoorbeeld informeren over de herkomst van onze producten. Daarnaast verkopen we aan de beste prijs voor zowel producent als klant." Naast dat lokale aanbod doet Biotoop een beroep op enkele groothandels om een breed basisassortiment te garanderen, en dan met name verse voeding. Eric: "Daar kiezen we heel bewust voor, we beperken bijvoorbeeld ook

08

Bio Actief

35

ons aanbod voedingssupplementen. En we bieden veel in bulk aan om zo weinig mogelijk verpakkingsmateriaal te hebben. Ook dat houdt de prijs laag." En de keuze voor bio? "We willen de lat voor onszelf hoog leggen, en dus zijn bijna alle producten in onze winkel biologisch. Daarom ook zijn we bij Biogarantie aangesloten. Voor ons mag de controle op bio en het minimum aandeel bio zelfs nog wat strenger."

hem ook hun sterkte. "Het maakt deel van onze authenticiteit." Er werken zes mensen in de winkel. "Een goed team dat al jaren meedraait. Ze hebben allemaal veel expertise en onze klanten hebben heb een hechte band met de medewerkers van Biotoop. Af en toe komt er een ondernemer zijn eigen product voorstellen, maar we zien toch dat onze klanten liever uitleg krijgen van hun gekende aanspreekpunten. Er is ook geen hiërarchie: iedereen heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Zo halen we allemaal voldoening uit ons werk."

“We willen een biobuurtwinkel in de stad zijn.”

Door de jaren heeft Biotoop een vast klantenbestand opgebouwd. "Naast de getrouwe klanten zien we ook steeds meer jonge gezinnen. Mensen zijn bewuster bezig met voeding. Verduurzaming lijkt mainstream te worden. Vooral internationaal merk ik dat mensen meer en meer bewust kiezen voor bio. Hier in Leuven zijn heel wat internationale studenten en professoren en die vinden vrij snel hun weg naar onze winkel." Eric zegt dat er in zijn winkel in al die jaren niet veel veranderd is, maar dat is volgens

En de toekomst? "Zelf ga ik binnen een aantal jaren op pensioen, maar ik hoop dat de winkel verdergezet kan worden. Ik geloof in de meerwaarde van een biobuurtwinkel. Elke stad wordt terug een dorp en een biowinkel hoort daarbij, zeker in een fietsstad als Leuven." MEER WETEN?

www.biotoop-leuven.be


De Cruythoeck WIE?

Diane Ceulemans WAT ?

Biologische winkel WAAR?

Westerlo BIO SINDS?

fotografie

2007

Kobe Van Looveren

4

0 jaar geleden heette de Cruythoeck de Kaasplank en was het een klein kaaswinkeltje dat in de jaren erna via dieetwinkel uitgroeide tot een plaatselijke natuurwinkel. Een van de vaste klanten in die natuurwinkel was Diane Ceulemans. Zij kreeg op een dag een onverwacht voorstel: ''De uitbater vroeg me of ik geen zin had om de winkel over te nemen. Ik had daar helemaal geen ervaring mee, maar hapte uiteindelijk toch toe, samen met een vriendin.''

Voorlopig blijft het bij plannen, maar Diane is vooral op zoek om bio als levensstijl meer uit te bouwen: ''Bio moet meer zijn dan voeding alleen. Naast voeding kan je bijvoorbeeld kijken naar ecologisch bouwen, ecologische kledij waar geen kinderarbeid achter zit, enzovoort. Je kan er ver in gaan, en ik probeer voor mezelf de juiste keuzes te maken. Dat concept zal ik dus ook naar de winkel overbrengen, al zal ik het toch wat moeten afbakenen tot bepaalde terreinen. Het hangt ook af van de mensen die zich willen aansluiten bij dit concept. Het plaatje moet in elk geval kloppen. Nu de winkel een nieuwe fase ingaat, ben ik dus ook op zoek naar een nieuwe medewerker. Kandidaten mogen zich altijd melden.''

“Een winkel moet niet alleen een plaats zijn waar je producten kan kopen, maar ook een plek waar je dingen kan beleven en ontdekken.”

Al van bij het begin wisten ze heel goed wat ze wilden. ''We zijn meteen verhuisd naar een groter pand en hebben daarna ons assortiment goed doorgelicht. We wilden meer focus op biologische voeding en minder op voedingssupplementen.'' Later stapte er nog een derde vennoot mee in de winkel.

Intussen komt er een nieuwe fase aan. Diane: ''Mijn medevennoten jagen hun eigen dromen na en ik zet de winkel dus alleen verder. Ik heb er wilde plannen voor: een winkel moet niet alleen een plek zijn waar je producten kan kopen, maar waar je ook dingen kan beleven en ontdekken'' Daarvoor wil ze gaan samenwerken met anderen. ''In een winkel heb je verschillende gebieden. Neem nu voeding: dat is de basis van alles, dus waarom geen plek voorzien waar voedingsconsulenten hun kennis kunnen delen? En klanten die kennis hebben fotografie van natuurlijke verzorging, zouden in mijn Lisa Develtere winkel behandelingen kunnen geven met de producten in ons aanbod.

Zo’n aanpak vraagt ook een kritische blik op het assortiment. ''Ik wil nog duidelijker voor bio kiezen en voeding genoeg ruimte geven. Daarnaast vind ik ook het heel vaak authentieke verhaal achter een product belangrijk. En kleinschaligheid is voor mij ook een plus'' Je moet natuurlijk je klanten goed informeren over bepaalde keuzes en hen alternatieven aanbieden. Daarnaast wil ik als winkelier ook een verbindende factor zijn tussen producent en klant. Niets blijft langer hangen dan de producent die zijn eigen verhaal kom vertellen op de winkelvloer. 1 ding is zeker: ik heb er zin in''

MEER WETEN?

www.decruythoeck.be

Bio Actief

35

09


VRAGENDE SECTOR

Hoop op een agro-ecologische landbouw? Hoop op een agro-ecologische landbouw? Het huidige Europees gemeenschappelijke landbouwbeleid loopt nog tot 2020. Europa is al bezig met wat daarna komt. Tijd voor een agro-ecologisch model?

H

VOOR WIE?

Biologische boeren WAT ?

Het verleden en de toekomst van het GLB WAAROM?

Europa kan door het GLB bepalen wat voor landbouw we in Europa willen

et Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) ontstond in de jaren vijftig. Het moest de landbouwproductie opkrikken en voedsel voorzien tegen betaalbare prijzen. Dat gebeurde via een enorm subsidiesysteem dat de boeren een goede prijs voor hun producten moest garanderen. In de loop der jaren begon de vrije markt een steeds grotere rol te spelen bij het bepalen van de productprijs. De prijsondersteuning werd daarom vanaf 1992 vervangen door een hectaresteun voor welbepaalde teelten: de gekoppelde hectaresteun. Sinds 2003 is de hectaresteun grotendeels ontkoppeld van de aard van de productie, iets wat men in eerste instantie toeslagrechten noemde; later werden dat betalingsrechten. Wie zulke rechten heeft, krijgt steun per hectare in functie van de waarde van deze betalingsrechten. Die rechten zijn bovendien verhandelbaar. Omdat er geen link meer is tussen de rechten en de aard van de productie, is het zowat onmogelijk geworden om dit (dure) instrument in te zetten om de landbouw te beĂŻnvloeden en bijvoorbeeld de lokale teelt van eiwithoudende gewassen te stimuleren. En door de verhandelbaarheid moeten boeren investeren in gebakken lucht om hectaresteun te verkrijgen, iets wat in de (al dan niet nabije)

10

Bio Actief

35

toekomst misschien helemaal wordt afgeschaft. Er valt dus heel wat kritiek te geven op dit systeem. Door de tijd werden er ook nieuwe doelstellingen opgenomen in het GLB, zoals de zorg voor de natuur en het landschap.

Hoe ziet het GLB er uit? Het GLB bestaat uit twee pijlers. De eerste pijler is - budgettair - de belangrijkste en regelt de rechtstreekse steun. Boeren krijgen deze rechtstreekse inkomenssteun per hectare op basis van de betalingsrechten waarover ze beschikken. Deze pijler wordt volledig gefinancierd door Europa. De tweede pijler is budgettair veel kleiner en regelt de steun voor plattelandsontwikkeling. Deze pijler laat beter toe om te werken aan een echt inhoudelijk landbouwbeleid: subsidies zijn hier meer verbonden aan voorwaarden. In dit tweede luik hebben de lidstaten bovendien meer bevoegdheid voor de concrete invulling. Europa voorziet hier slechts cofinanciering: de lidstaten moeten zelf nog een duit in het zakje doen. Voor bioboeren is de tweede pijler zeer interessant. De biologische hectaresteun valt hieronder, maar ook steun voor bepaalde investeringen voor biologische productie.


fotografie

Kobe Van Looveren

Ook de agromilieumaatregelen zitten onder pijler 2, waaronder de niet oninteressante premie voor vlinderbloemigen.

Vergroeningsmaatregelen De vergroening was een belangrijke vernieuwing in het huidige GLB. 30 procent van de steun uit de eerste pijler is nu gekoppeld aan vergroeningsmaatregelen: gewasdiversificatie, blijvend grasland en het voorzien van 5% ecologische focusgebieden. Hiermee erkent Europa de meerwaarde van bio, al volgt uit die vrijstelling in de praktijk niet per definitie een financieel voordeel. Europa heeft immers ook een verbod op dubbelfinanciering. Een (gangbare) boer die vlinderbloemigen inzaait om aan zijn vergroeningsmaatregelen uit pijler 1 te voldoen, kan daarnaast niet ook een beroep doen op de vlinderbloemigenpremie uit pijler 2, omdat hij dan twee keer een premie zou krijgen voor hetzelfde. Maar dat betekent ook dat een bioboer, die vrijgesteld is van de vergroeningsvereisten en vlinderbloemigen wil inzaaien, daar in bepaalde gevallen ook geen vlinderbloemigenpremie meer voor kan krijgen. Zowel BioForum als IFOAM EU hebben dit probleem veelvul-

dig aangekaart. Niet alleen de biosector heeft kritiek op deze vergroeningsmaatregelen, vooral de gangbare sector heeft er zich nooit echt mee verzoend, onder meer omwille van de rigiditeit van de vereisten. Zij hadden liever gezien dat de maatregelen aangepast zouden zijn aan de regio. En zelfs de milieu- en natuurorganisaties zijn ontevreden, omdat in de loop van het proces de vereisten der-

heeft een keerzijde. De Europese landbouw is geëvolueerd naar het industriële model, gekenmerkt door steeds meer schaalvergroting, monoculturen, een enorme veestapel en een intensief gebruik van kunstmeststoffen en bestrijdingsmiddelen. De productiviteit is hoog, maar het beleid kan niet beletten dat er heel veel voedsel verspild

“Wie biologisch teelt, voldoet automatisch aan de vergroenings­ vereisten.”

mate uitgehold werden, dat de maatregelen vandaag niet veel meer zijn dan een administratieve last met relatief weinig effect op het veld.

GLB post 2020: waar moet het naartoe? Elke 6 jaar wordt het GLB herzien. De recentste hervorming dateert van 2014 en dus begint er stilaan wat te bewegen voor wat er komt na 2020. Mede dankzij het GLB is Europa er effectief in geslaagd om voldoende en goedkoop voedsel te produceren, maar de medaille

wordt en dat de positie van de boer steeds meer onder druk komt te staan. Economisch sleept de landbouw zich van de ene naar de andere crisis. Er is meer nodig dan een beetje in de marge vergroenen, wil men de Europese landbouw op het duurzame spoor krijgen. Dat is ook de conclusie van het International Panel of Experts on Sustainable Foods Systems (IPES-Food), een onafhankelijke en multidisciplinaire groep wetenschappers waar ook voormalig VN-rapporteur Olivier De Schutter deel van uitmaakt. Productiviteit alleen is immers niet zaligmakend, zeggen de wetenschappers van Bio Actief

35

11


IPES-Food, die overigens pleiten voor een Gemeenschappelijk Voedingsbeleid in plaats van een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De sterke focus op kwantiteit heeft geleid tot verarming van de bodems, een gestage achteruitgang van de biodiversiteit en vervuiling van grond- en oppervlaktewater. Het industriĂŤle model vertoont te weinig diversiteit en is te afhankelijk van externe inputs zoals kunstmeststoffen, pesticiden en antibiotica, aldus nog de IPES-experts. IPES-Food bepleit dan ook een verregaande shift van industriĂŤle landbouw naar gediversifieerde agro-ecologische systemen. Er is een holistische benadering nodig die de afhankelijkheid van chemische gewasbescherming moet afbouwen, meer oog moet hebben voor biodiversiteit en moet streven naar meer interactie tussen verschillende soorten.

Meer plattelandsontwikkeling Ook het European Political Strategy Centre (EPSC), de denktank van de Europese

Commissie, komt in een strategisch advies tot een soortgelijke conclusie. Zij wijzen eveneens op de donkere keerzijde van de productiestijging die er dankzij het GLB kwam: niet alleen is de druk op het milieu gestegen, tegelijkertijd is het aantal boeren en de werkgelegenheid in de landbouw afgenomen. In hun advies klaagt het EPSC aan dat het gros van de GLB-subsidies uiteindelijk terecht komt bij de grootschalige bedrijven, waardoor de sociale ongelijkheid op het platteland alleen maar groter wordt en de milieuproblemen niet aangepakt worden. Het GLB moet veel meer rekening houden met de grote variatie aan bedrijven, inclusief de meer arbeidsintensieve landbouw, aldus het EPSC.

Publieke middelen voor publieke diensten Ook onze koepelorganisatie IFOAM EU stelt vast dat het GLB van vandaag niet in staat is om de maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en pleit in haar plan voor het GLB na 2020 voor een radicale verduurzaming. Voor IFOAM is een beleid gebaseerd op twee pijlers

overbodig en moet de steun terechtkomen bij diegene die effectieve inspanningen doet om de landbouw agro-ecologisch te verduurzamen. IFOAM pleit voor een landbouwproductie die samenwerkt met de natuur, vertrekt van gezonde bodems, planten en dieren en daardoor landbouwbedrijven veerkrachtiger maakt. Het GLB moet niet alleen oog hebben voor voedselproductie, maar moet ook de maatschappelijke diensten die boeren (kunnen) leveren, erkennen en vergoeden. Denk aan de inspanningen omtrent biodiversiteit, bodem, klimaat, dierenwelzijn en water. Die inspanningen worden nog te veel ondergewaardeerd, terwijl we ze wel nodig hebben om de toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden. Voor het GLB na 2020 stelt IFOAM voor om 50% van de eerste pijler en 10% van de tweede pijler over te hevelen naar een nieuw systeem voor de vergoeding van publieke diensten. Tegen 2034 zou 80% van het totale GLB-budget moeten dienen voor de levering van publieke diensten en 20% voor ondersteunende maatregelen (zoals advies, voorlichting, ketenontwikkeling, innovatie...)

EN WAT IS J OUW MEN IN G ? Met het GLB na 2020 in het vooruitzicht, beginnen steeds meer denktanks en belangengroepen hun visie op het landbouwbeleid te ventileren. Maar de Europese Commissie wil ook de mening horen van de Europeanen zelf. Ze lanceerde dus op 2 februari een publieke consultatie: een vragenlijst waarop iedereen met interesse in landbouw en voeding zijn mening over het toekomstige landbouwbeleid kan uiten. De consultatie loopt nog tot 2 mei en kan je vinden op www.bfvl.be/glb2020. Wie wil deelnemen aan de publieke consultatie kan zich alvast laten inspireren door ons standpunt. Je vindt dat op www.bfvl.be/standpunt_glb2020.

MEER WETEN?

Op www.bfvl.be/BA_glb2020 hebben we de rapporten van IPES, EPSC en IFOAM gebundeld.

fotografie

Kobe Van Looveren

12

Bio Actief

35


“We gebruiken bewust geen enkel additief, ook geen additieven die de biologische ­wetgeving toelaat.” ST EFA A N D ER A EV E, Z A A K V O ER D ER L A V I E ES T B EL L E

Kringlopen en grondstoffen: Lokale producten BAANBREKEND BIO

La vie est belle Duurzaamheid is een proces. Veel biologische ondernemers hebben dat begrepen en gaan verder dan wat de biowetgeving oplegt. Vanaf nu tonen we in elk nummer een bedrijf dat zich engageert voor meer en ook jou wil inspireren. Deze keer: La vie est belle.

"We proberen met zoveel mogelijk lokale producten te werken. Die zijn verser en behouden zo ook meer van hun voedingswaarde. We gaan daar ver in: niet alleen onze rode biet of selder komt van een boerderij in de buurt, ook minder vanzelfsprekende ingrediënten als quinoa nemen we af van een lokale teler. Daarnaast kiezen we voor herkenbare grondstoffen: echte ingrediënten, geen halffabricaten of kant-en-klare mengsels. We organiseren ook kookworkshops voor consumenten en vertellen hen over de oorsprong van onze ingrediënten."

Authentiek, puur en gezond: Geen additieven "De voeding die we maken, moet in eerste instantie lekker zijn. Daarnaast helpt de voedingswetenschap ons om onze producten zo voedzaam mogelijk te maken. We kiezen ook voor pure voeding en gebruiken daarom bewust geen enkel additief, ook geen additieven die de biowetgeving toelaat. In onze producten vind je dus geen geleer- of zuurmiddelen. We passen ons productieproces aan aan het product, niet omgekeerd. Ons machinepark is erg flexibel en afgestemd op onze grondstoffen. We blijven daar steeds naar zoeken."

Sociaal en maat­schappelijk betrokken: Weerspiegeling maatschappij

fotografie

Lisa Develtere

MEER WETEN?

Zelf ook geïnteresseerd om meer te doen dan de wetgeving voorschrijft? Doe inspiratie op op www.bfvl.be/baanbrekendbio of neem contact op met projectverantwoordelijke Esmeralda Borgo esmeralda.borgo@ bioforumvl.be. Ook als je zelf tips hebt, mag je ons dat laten weten!

"La vie est belle kiest ervoor een weerspiegeling te zijn van de maatschappij. Zo staat in ons strategisch plan als doelstelling dat 1 werknemer op de 8 in ons bedrijf een arbeidsbeperking heeft. We willen die mensen arbeidsvreugde geven en zullen onze werking in de mate van het mogelijke aanpassen om dit te realiseren. We geven hen taken die aansluiten bij hun competenties. Elke drie maanden hebben we een gesprek met personeelsleden om problemen in kaart te brengen. Dat zorgt wel voor uitdagingen bij een groeiend bedrijf. Groei is belangrijk om gezond te blijven, maar je wil ook het evenwicht bewaren tussen kwaliteit en kwantiteit. Een ketting is maar zo sterk als zijn zwakste schakel. Wij groeien dus op een organische manier. Je kan het vergelijken met de groeiringen van een rode biet. Dat beeld is niet voor niets ons bedrijfslogo." Bio Actief

35

13


BIO IN DE KETEN

De biologische graanketen in beeld In deze nieuwe rubriek tonen we je elk nummer hoe een bepaald product zich door de biologische keten beweegt. We laten ook telkens ons licht schijnen over een actueel thema rond dit product. We beginnen met graan.

WIE?

De hele biosector W AT ?

De keten van biologisch graan uitgetekend WAAROM?

Er liggen voor biologisch graan nog heel wat marktkansen

1. Landbouw

Teelt

Graan kan een belangrijke rol spelen in de vruchtwisseling van een boer. Toch blijft de biologische graanteelt in België beperkt. Jaarlijks wordt ongeveer 5.460 hectare biologisch graan verbouwd. Het grootste deel daarvan (5.000 hectare) komt uit Wallonië. In Vlaanderen is het merendeel van de biologische graanteelt bedoeld als veevoer. In de eerste plaats triticale, maar ook 85 à 90 procent van de biologische tarwe, gerst, haver en rogge gaat naar de veehouderij. In Vlaanderen wordt zeer weinig graan geteeld voor menselijke consumptie. Het idee leeft dat ons klimaat te vochtig is voor de teelt van bakgranen. Die gedijen immers beter in een droog landklimaat. Voor een deel is dat juist, maar

14

Bio Actief

35

verschillende voorbeelden in Vlaanderen en Wallonië tonen dat bioboeren ook bij ons aan de slag kunnen met bakgranen. We vertellen je hier meer over op pagina 16.

Graankwaliteit Graan voor menselijke consumptie moet een zekere kwaliteit hebben om gebruikt te kunnen worden. Allereerst moet het vrij zijn van schimmels zoals DON. Daarnaast gelden een aantal kwaliteitscriteria, zoals het eiwitgehalte (minimum 10,5 à 11,5%), het vochtgehalte (maximum 14%), het hectolitergewicht (minimum 70 kg/hl) en het valgetal (minimum 200). Dat laatste is een vast begrip om de bakkwaliteit van graan aan te duiden. Ook de kwaliteit van het eiwit speelt een rol, al kan die variëren per ras. Rassenkeuze, bemesting en grondsoort kunnen trouwens helpen om het eiwitgehalte en de kwaliteit te sturen. Onderzoekscentra Inagro en PIBO doen hier al jaren onderzoek naar. De uiteindelijke kwaliteit van het meel wordt trouwens niet alleen bepaald door de kwaliteit van het graan. Ook het maalproces heeft hier een invloed op. Zo heeft bloem die met maalstenen (molen) gemalen is technologisch gezien een minder goede bakkwaliteit dan gecilinderde bloem, dat wordt gemalen

tussen stalen walsen. Dat komt omdat het graan anders gebroken wordt. Vanuit nutritioneel standpunt gezien is met maalstenen gemalen bloem dan weer wel te verkiezen: het bevat tot 50% meer magnesium en 46% meer zink dan gecilinderde bloem.

2. Verwerking

Primaire verwerking

Er zijn verschillende biologische maalderijen actief, voornamelijk in Vlaanderen. Volgens een eigen schatting is wellicht maar 10 tot 15 procent van het gebruikte bakgraan van inlandse herkomst, al verschilt dat sterk per graansoort. Het overige graan komt vooral uit Duitsland, Nederland, Italië en Frankrijk. Ook vanuit Canada, Kazachstan en Oekraïne wordt er biologisch graan ingevoerd. Er bestaan geen exacte gegevens over volumes en herkomst, ook al omdat dat sterk kan verschillen van jaar tot jaar. Ook mout wordt gezien als primaire verwerking. Dat is gekiemd graan, dat kort na de kieming gedroogd wordt. Bier, jenever en whisky worden geproduceerd op basis van mout. In België zijn twee biologische mouterijen. Een belangrijk deel van de brouwgerst is


1

2

3

Landbouw

Verwerking

Verkoop

afkomstig uit het buitenland, maar de mouterijen verwerken ook Belgische biologisch brouwgerst. Dat gebeurt vooral op vraag van brouwgersttelers en enkele bierbrouwers. De minimale verwerkingshoeveelheid is zo’n 30 ton/batch. Sedert enkele jaren produceren enkele stokerijen ook biojenever en gin. Biologische veevoederfabrikanten in België verwerken jaarlijks zo’n 50.000 ton biograan. Hiervan is zo’n 30% van inlandse herkomst. Daarnaast wordt een belangrijke hoeveelheid graan in Frankrijk aangekocht. Deze cijfers zijn schattingen gebaseerd op interviews met enkele spelers in dit marktsegment.

Secundaire verwerking

··

··

·· ··

Graan wordt gebruikt voor de productie van een zeer breed gamma voedingsmiddelen. We geven een kleine opsomming:

··

Brood en banket: een van de belangrijkste voedingsmiddelen op basis van graan. Bakkers verkiezen meel met een goede en constante bakkwaliteit. De meeste bakkers kunnen ook met meel van mindere kwaliteit – lees laag eiwitgehalte – lekker brood bakken. Op basis van proefbaksels passen ze hun receptuur en werkwijze aan. Denk aan de snelheid, de intensiteit en de duur van het kneden, en de rijstijd. Hoe constanter de kwaliteit van het meel, hoe minder aanpassingen er nodig zijn. Ook gist of zuurdesem bepalen mee de kwaliteit van het brood. Bakkers hechten steeds meer belang aan de regionale herkomst van het graan en het meel.

··

Pastaproducten: Enkele maalderijen leggen zich toe op de productie van biologische pasta. Ze malen daarvoor harde tarwe die hier sowieso niet geteeld kan worden. Dat graan komt uit onder andere Italië en Noord-Amerika. Zoetigheden: de bakkwaliteit waaraan het meel moet voldoen, hangt hier sterk af van het product. Tussen koekjes, wafels of pannenkoeken zitten er grote verschillen. Seitan: dit product vereist graan met een zeer hoog eiwitgehalte. Gespecialiseerde stropen: in België is één firma gespecialiseerd in de productie van stropen op basis van diverse graansoorten. Deze producten vervangen o.a. de klassieke suikers en kennen heel specifieke toepassingen. Geplette granen en ontbijtgranen

3. Verkoop

Trading en handel In België verhandelen makelaars en handelaars biologische granen. Makelaars of traders verzamelen alleen maar marktinformatie en geven die door aan hun klanten. Ze bemiddelen tussen aankoper en verkoper, maar zijn zelf nooit in het bezit van het product. Voor die rol krijgt de makelaar een vergoeding op basis van een commissie. Ze werken vooral met buitenlandse leveranciers en bedienen Belgische afnemers zoals molenaars en veevoederfabrikanten. Ook

Nederlandse traders en handelaars zijn aanwezig op de Belgische markt. Daarnaast bestaat het online handelsplatform trade.o-tx.com. Daar worden – naast andere biologische producten – partijen biograan internationaal aangeboden en gevraagd.

Distributie De klassieke supermarktketens (F1) zijn verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de verkoop van biologisch brood en banket (Cijfers: GfK in opdracht van VLAM). Uiteraard verkopen ze ook andere biologische graanproducten (pasta, koekjes, bloem,...). Zo’n 19 procent van het biologische brood wordt verkocht in buurtsupers en superettes. Gespecialiseerde winkels als bakkers, biowinkels, horeca en conceptwinkels nemen 38 procent van de biobroodverkoop voor hun rekening. Een aantal bakkerijproducten zijn bedoeld voor de export, en dan met name catering- en diepvriesproducten. De distributie is niet centraal geregeld. Elke bakkerijfirma staat dus in voor zijn eigen distributie, wat een relatief hoge distributiekost met zich meebrengt. Om die kosten binnen de perken te houden, moet de bakkerij voldoende grote hoeveelheden kunnen aanleveren of de leveringskosten kunnen compenseren via andere producten met een belangrijke toegevoegde waarde.

Bio Actief

35

15


Uitgelicht:

Belgisch en biologisch bakgraan De markt voor Belgisch en biologisch bakgraan komt maar moeilijk van de grond. Het biobrood op de Belgische markt is grotendeels bereid met buitenlands graan. Toch zijn er steeds meer initiatieven om deze markt verder te ontwikkelen.

H

et Waalse Agribio, een coöperatie van biologische graanboeren, teelt al meer dan 15 jaar biologisch graan van goede bakkwaliteit. Zo bewijzen ze dat de productie van biologisch bakgraan ook in onze regio mogelijk is.

En dan is er nog een samenwerkingsverband tussen een graanteler, een molenaar, een bakker en een winkelketen. Met lokaal geproduceerd graan werd er in 2015 een op en top "Belgisch" biobrood gebakken, dat als lokaal product in de winkelrekken lag. Dit initiatief kreeg na het eerste jaar een positieve evaluatie en werd in 2016 zelfs licht uitgebreid met meer areaal. Het potentieel is er, al blijft de omvang voorlopig nog best beperkt. Dit project wordt nu verder uitgebouwd in een Action Lab (zie ook ‘Meer weten?’).

“Er is ook nood aan een ‘ketenregis­ seur’ die de keten aanstuurt, en er moet meer aan­ dacht zijn voor de kwaliteit van het geleverde graan.”

In Limburg werken verschillende boeren samen om typische akkerfauna en -flora te beschermen door graan op een bepaalde manier te gaan telen. Regionale molenaars en bakkers verwerken dat graan en commercialiseren het met een meerprijs.

Andere Vlaamse akkerbouwers telen brouwgerst voor de productie van regionale bieren en jenever of verkopen meel in de korte keten. Soms gebeurt dat in samenwerking met een water- of windmolen. Op die manier worden regionaal erfgoed en voedselproductie met elkaar verbonden.

fotografie

Kobe Van Looveren

16

Bio Actief

35

Op grotere schaal? Deze initiatieven zijn veelbelovend, maar er ontbreken nog een aantal factoren die de biologische bakgraanteelt in Vlaanderen vooruit te helpen. Bedrijven moeten groot genoeg zijn om kostenefficiënt te kunnen telen. En voor een baktechniek die aangepast wordt aan die kwaliteit.

Ook het engagement van de afnemers is zeer belangrijk. Bij voorkeur geven zij garanties aan akkerbouwers dat het graan wordt afgenomen tegen een prijs die langetermijnperspectieven biedt. Overigens bestaat de kostprijs van brood bestaat voor een derde uit grondstoffen. De andere belangrijke kosten zijn energie en arbeid. De meeste molenaars lijken bereid om Belgische biologische granen te kopen en te verwerken. Dat biedt ongetwijfeld kansen voor de Vlaamse biologische akkerbouw, op voorwaarde dat ze zich in sterke mate organiseert om voldoende homogene en kwaliteitsvolle partijen aan te bieden.

MEER WETEN?

BioForum heeft dit jaar een project lopen dat de keten van het Belgisch biobrood verder wil ontwikkelen en opschalen. Bedoeling is een intensere samenwerking op te zetten doorheen de keten, meer biologische boeren te betrekken en het graanvolume te verhogen. Dit Action Lab wordt ondersteund vanuit Vlaanderen. Meer informatie hierover bij ketenmanager Paul Verbeke paul.verbeke@ bioforumvl.be of T 0497 42 93 68.


TÜV NORD INTEGRA

Certificatie in landbouw en voeding

100% natuurlijk, rechtstreeks uit de oase - honingzoete verse dadels, - zachte ontpitte dadels, - fruitige dadel siroop (geproduceerd in BE)

Corporate Branding Guidelines Document for BRC Trading

BRC Certification Body Logo

BE-BIO-02

Below are examples of the Certification Body logo.

Heerlijke producten uit de Sahara van Algerije. Grootverpakkingen mogelijk op maat van horeca en industrie.

Pantone 2592

Pantone 2592

en vele andere...

Interesse voor uw winkel, groothandel of om te verwerken? Krimo en Slym Azzouza contact@biotamra.com, +32(0)494 730 750 www.biotamra.com

Black

Black

Statiestraat 164 2600 Berchem - Antwerpen T + 32 3 287 37 60 F + 32 3 287 37 61 www.tuv-nord-integra.com

CONTROLE CERTICYS BE-BIO-01

White

White

Heb je voedseloverschotten?

adv_96x136mm_03_2016.indd 1 Project: BRC Corporate Branding Guidelines Date: July 2011

Schenk ze gemakkelijk aan een sociale organisatie via

www.schenkingsbeurs.be  Bespaar op je afvalverwerkingskosten  Schenk in enkele muisklikken  Met handige smartphone app  Je maatschappelijk engagement wordt zichtbaar  Kwaliteit en vertrouwen voorop!  Begeleiding op maat

Schrijf je bedrijf vandaag nog in! Alle info: www.schenkingsbeurs.be schenkingsbeurs@komosie.be - 03 281 03 30 Een initiatief van:

Adv_Schenkingsbeurs_BioActief.indd 1

Met steun van:

15/07/2016 16:10:03

16/11/16 1


SECTOR IN CIJFERS

Sprong voorwaarts Dat bio een sector in volle groei is, bewijzen de cijfers keer op keer. Ook in 2015 zetten we wereldwijd stappen vooruit. In Europa is bio booming.

Productie VOOR WIE?

Onderzoeksinstituut FiBL en IFOAM WAT ?

Bioproductie en consumptie in Europa WAAROM?

Groeiende marktcijfers verhogen de geloofwaardigheid van de sector en geven inzicht in mogelijke kansen

W

ereldwijd is bijna 51 miljoen hectare aan biologische landbouwgrond te vinden. Dat is inclusief het areaal in omschakeling. Kijken we naar de cijfers van het jaar voordien, dan is er op één jaar tijd 6,5 miljoen hectare bijgekomen. Intussen zijn in zo’n 179 landen een groep boeren op een biologische manier actief. Deze cijfers vind je terug in het Organic Yearbook. Elk jaar publiceert het internationale onderzoeksinstituut FiBL dit rapport met wereldwijde cijfers en statistieken over de biologische sector. De statistieken in het nieuwste rapport bevatten de cijfers van het jaar 2015. We focussen in dit artikel op de trends binnen Europa.

18

Bio Actief

35

Voor we cijfers van Europa geven, moeten we even nog verduidelijken dat het rapport zowel cijfers vermeldt voor Europa als geografische streek – inclusief landen als Rusland en Zwitserland – als voor de Europese Unie. We schrijven expliciet ‘Europese Unie’ als dat bedoeld wordt. Een kwart van alle biologische landbouwgrond ter wereld bevindt zich in Europa. In 2015 bedroeg dat zo’n 12,7 miljoen hectare, bijna een miljoen hectare meer dan in 2014. Kijken we naar de Europese Unie, dan tellen we 11,2 miljoen hectare. Dit areaal wordt bewerkt door zo’n 350.000 Europese bioboeren (Europese Unie: 270.000). Indrukwekkende groeicijfers, maar dat neemt niet weg dat van alle landbouwgrond in Europa slechts 2,5 procent biologisch bewerkt wordt. Voor de Europese Unie ligt dat cijfer beduidend hoger, op 6,2 procent. Kijken we naar de landen met het grootste biologisch areaal, dan zien we namen opduiken van landen die sowieso veel landbouwgrond hebben: Spanje (2 miljoen hectare), Italië

(1,5 miljoen hectare) en Frankrijk (1,4 miljoen hectare). Interessanter is het om te kijken naar het aandeel biologische landbouw. In negen Europese landen is minstens 10 procent van de landbouw biologisch. Koplopers zijn Liechtenstein (30,2%), Oostenrijk (21,3%) en Zweden (16,9%). Ter vergelijking: België haalt 5,2 procent. Het merendeel daarvan is te danken aan de Waalse bioboeren. Er kwam in Europa in 2015 zo’n 3 procent bioboeren bij. Ook de handel en distributie ziet steeds meer mogelijkheden: het aantal verwerkers groeide met 12 procent en het aantal importeurs met 19 procent.

Verkoop In Europa werd in 2015 een omzet van zo’n 29,8 miljard euro gerealiseerd met de verkoop van biologische producten, een stijging van zo’n 13 procent met het jaar ervoor. Duitsland had de grootste markt met een verkoopsomzet van 8,6 miljard euro en is, na de Verenigde Staten, de tweede grootste markt in de wereld. Het rapport geeft ook aan dat de vraag sneller groeit dan het aanbod


fotografie

Kjell Gryspeert

wat voor uitdagingen zorgt bij de ontwikkeling van de sector.

10 9

Volgens het vorige rapport stegen in 2015 de bestedingen van de Belgische gezinnen aan biologische producten tot 514 miljoen euro. Voor verse biovoeding bedroeg het marktaandeel 2,7% van de totale besteding voor verse voeding (1,3% in 2008). Deze maand worden wellicht de Vlaamse cijfers voor 2016 bekendgemaakt. MEER WETEN?

Het Boek ‘The World of Organic agriculture – yearbook 2017’ kan je gratis downloaden op www.organic-world.net. De Vlaamse cijfers worden jaarlijks gepubliceerd en vind je op www.bfvl.be/biocijfers_vlaanderen.

7 Miljard €

Elk jaar publiceert de Vlaamse overheid het biojaarrapport waarin ze de cijfers samenvat voor Vlaanderen. Dit rapport bevat data over productie, verzameld door het AMS (Afdeling Monitoring en Studie) en over consumptie, verzameld door het onderzoeksbureau GfK in opdracht van VLAM.

Duitsland

8

Cijfers Vlaanderen?

6

Frankrijk

5 4 3

Italië VK Zwitserland Nederland België 2015

2 1 0 2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

2014

6,2 5 5,2 6,5

Europese Unie Frankrijk België Duitsland Spanje Italië Zwitserland Zweden Oostenrijk Liechtenstein

7,9 11,7 13,1 16,9 21,3 30,2 0

10

20

30

40

Aandeel bio in totale hoeveelheid landbouwgrond 2015

Bio Actief

35

19


VOORUITKIJKENDE SECTOR

Gat in de markt Op 12 januari organiseerden Bio zoekt Keten en Bio zoekt Boer tijdens Agriflanders een seminarie over tekorten in de biosector. We sprokkelden er enkele uitspraken.

“De omschakeling naar bio vraagt een mentale switch van de landbouwer. Bovendien is er eerst nog een moeilijke om­ schakelperiode te overbruggen.”

“We hebben vooral nood aan (plaag)resistente aard­ appelrassen die geschikt zijn voor de industrie, zodat de continuïteit verzekerd wordt en er meer bedrijfszekerheid is voor elke partij.”

BART NAYA E RT, GEDEPU T E E RD E L A N D BOU W WES T-VLAA N D E RE N

“Er is een gigantisch tekort aan biologische geitenmelk. Daar zie ik niet meteen ver­ andering in komen, dus er is wel degelijk een zeer mooie toekomst weggelegd voor biologische geitenhouders.”

LU C R O O RYC K , LU TO S A

LU C VA N B EL L EGEM , VL A M

GU Y VAN H E X , CAPRA

“Gemiddeld zien we dat bedrijven drie tot vijf jaar nodig hebben van de eerste adviesvraag tot de uitein­ delijke beslissing om naar bio om te schakelen.” S ANDER VA N H AV E R, BIO ZOEKT B OE R

20

Bio Actief

35

“De beweegredenen van de consument om bio te kopen zijn gezondheid, smaak en milieu.”

“Het ontwikkelen van een in­ dustriemarkt voor biologisch pitfruit is wenselijk.” K A R EL B EL M A N S , B EL GI S C H E F RU I TVEI L I N G MEER WETEN?

Wie vragen heeft over de marktkansen voor bio kan terecht bij Paul Verbeke paul.verbeke@­ bioforumvl.be. Meer informatie over omschakeling vind je op www.biozoektboer.be.


VERANDERENDE SECTOR

Zeg het met bloemen De biologische sierteelt staat in Vlaanderen nog maar in de kinderschoenen. Enkele pioniers zetten de eerste stappen. fotografie

Frank Toussaint

WIE?

De hele biosector WAT ?

Marktstudie biologische sierteelt WAAROM?

De sierteelt is een nieuwe tak in de biologische landbouw die marktkansen biedt.

I

n 2015 teelden 8 Vlaamse bedrijven op 13,87 ha biologische sierplanten. Ruim de helft van dat areaal was in omschakeling, wat bevestigt dat het om een jonge sector gaat. De sierteelt is in sommige gevallen een verzelfstandigd onderdeel van een groter biobedrijf. In andere gevallen gaat het om een activiteit in bijberoep.

komen in de plaats van kunstmest of synthetische pesticiden. Bovendien vormen inlandse en seizoensgebonden bloemen een duurzaam alternatief voor de klassieke importbloemen uit onder andere Zuid-Amerika en Afrika.

Vaasduur De afzet verloopt momenteel vooral via directe verkoop: zelfpluk, thuisverkoop, abonnementen of markten. Er is maar een beperkte afzet bij gespecialiseerde bloemenwinkels omdat zij bloemen willen die lang goed blijven in een vaas (vaasduur) en omdat ze de prijs vaak te duur vinden in verhouding tot de kwaliteit.

Ook de lange keten is moeilijk: er is een lange weg tussen veld en consument en vaasduur is hier even belangrijk. Bepaalde soorten Telers kiezen voor een gevarieerd aanbod kennen een langere vaasduur, maar telers dat zich goed leent voor boeketten, met een kunnen de vaasduur ook verlengen door mix van eenjarigen, vaste planten, grassen bloemen bijvoorbeeld ’s ochtends vroeg of of kruiden. In totaal worden zo’n 50 verschil- ’s avonds laat te plukken. Bloemen onmidlende soorten geteeld, het merendeel in de dellijk na de pluk in water zetten of ze snel openlucht, sommige in onverwarmde serres. koelen en gekoeld bewaren, zorgt ook voor Oogsten kan van april tot oktober, of zolang een langere vaasduur. de weersomstandigheden het toelaten.

Duurzaam

Tulpen uit Amsterdam

Biologisch geteelde sierplanten dragen net als andere biologische gewassen bij tot een lagere voetafdruk in de land- en tuinbouw. Een uitgekiende vruchtwisseling, keuze voor sterke rassen en natuurlijke meststoffen

Er zijn verschillende kwekers van biologisch zaad en plantmateriaal. Het uitgangsmateriaal moet in principe biologisch gecertificeerd zijn. Toch verkiezen sommige bloementelers om gebruik te maken van de ontheffings-

mogelijkheid om gangbare bloembollen te gebruiken, omdat de kwaliteit van biobloembollen onvoldoende is om grote en stevige bloemen mee te telen. In bloemenland Nederland teelden 10 bedrijven in 2016 biologische bloembollen op zo’n 30 ha. De interesse neemt toe, omdat het overmatige gebruik van bestrijdingsmiddelen tegen aaltjes en neonicotinoïden op steeds meer weerstand van omwonenden stoot. Mede onder druk van Greenpeace hebben steden als Den Haag, Amsterdam, Utrecht en Amersfoort beloofd om in de toekomst alleen nog maar biologische bloembollen aan te planten. De uitvoering van deze belofte laat nog wel te wensen over. MEER WETEN?

Bio zoekt keten zocht de marktmogelijkheden uit voor biologische sierteeltproducten. Het volledige verslag vind je op www.bfvl.be/sierteelt.

Bio Actief

35

21


WETGEVENDE SECTOR

De processie van Echternach Het is intussen drie jaar geleden sinds de Europese Commissie haar voorstel voor een nieuwe bioverordening lanceerde. Vandaag lijken de onderhandelingen nog geen stap verder. Waar loopt het fout? fotografie

Kjell Gryspeert

E

WIE?

De hele biosector WAT ?

Stand van zaken nieuwe bioverordening WAAROM?

Een nieuwe biowetgeving heeft een grote invloed op de dagelijkse werking van jouw bedrijf

ven een korte terugblik: in 2014 komt de Europese Commissie met een voorstel om de huidige biowetgeving grondig te hervormen. Ze vindt zo’n hervorming nodig omdat het huidige wetgevende kader onvoldoende basis biedt voor een duurzame ontwikkeling van de biologische productie in Europa. De biosector zelf vindt de wijzigingen te drastisch en pleit voor een eerder stapsgewijze aanpassing van de bestaande regels.

Sindsdien is er ontzettend veel onderhandeld. En op dit moment zijn het Europees Parlement, de Europese Raad – de landbouwministers van elke Europese lidstaat - en de Europese Commissie al meer dan een jaar naar een akkoord aan het zoeken over de voorliggende wettekst. Na 14 van zulke zogenaamde trialogen is er weliswaar een beginselakkoord over een compromispakket, maar eind 2016 werd de hervorming ei zo na volledig opgeborgen. Op de Landbouwraad die toen plaatsvond raakten de landbouwministers van de verschillende lidstaten het opnieuw niet eens. Struikelblok zijn een viertal punten, die we hier even opsommen.

Serreteelt De biologische productiemethode is een methode waarbij de bodem centraal staat. Ook in de serreteelt moet de productie geba-

22

Bio Actief

35

seerd zijn op het principe van vollegrondsteelt of bodemgebondenheid. Tegelijkertijd vragen verschillende spelers om uitzonderingen toe te laten, bijvoorbeeld omwille van het klimaat. Op deze manier kunnen een aantal bestaande praktijken in de serreteelt blijven bestaan: enerzijds de teelt van kruiden, plantgoed en sierplanten in potten, anderzijds de teelt in afgebakende bedden in bergachtige gebieden en gebieden met een gemiddelde wintertemperatuur onder 0°C. Alleen is het begrip 'bodemgebondenheid' in het laatste voorstel heel vaag gedefinieerd. Dat zou kunnen leiden tot een interpretatie die bepaalde vormen van substraatteelt mogelijk maakt.

Afwijkingen Volgens de Europese Commissie zullen de nieuwe bepalingen in de bioverordening de beschikbaarheid van biologisch zaaigoed en vee zodanig stimuleren dat er tegen 2030 niet langer nood is aan niet-biologisch zaaigoed of de inbreng van niet-biologische dieren. Maar de biosector stelt zich de vraag of het verzamelen van al die gegevens en het opstellen van een nieuwe databank voor biologische dieren, praktisch haalbaar is. Ook het vastleggen van een uiterste deadline (2030), waarna geen afwijkingen meer mogelijk zijn, stuit op weerstand.


Zaaigoed Hoewel de Europese Commissie het voorstel genegen is om heterogeen materiaal (zaaigoed dat niet voldoet aan een rasdefinitie) toe te laten voor gebruik in de biologische landbouw, kon er tot nog toe geen consensus worden bereikt over de manier waarop dit zou moeten gebeuren. Het Europees Parlement stelde voor om heterogeen materiaal bedoeld voor gebruik in de biolandbouw volledig vrij te stellen van de huidige zaaigoedwetgeving. Een andere mogelijkheid is dat de Commissie haar bestaande bevoegdheden zou gebruiken om specifieke regels voor bio te voorzien in de zaaigoedwetgeving.

Decertificatielimiet Wanneer in een biologisch product twee of meer niet-toegelaten pesticiden worden aangetroffen in een gehalte boven het dubbele van de aantoonbaarheidsgrens, mag het product niet meer als biologisch verhandeld worden. Zo staat het geformuleerd in het laatste voorstel. Hoewel dit voorstel

minder ver gaat dan de huidige Belgische wetgeving, willen veel lidstaten liever geen drempelwaarde voor pesticiden inbouwen in de wetgeving. Ze vrezen gestraft te worden voor het pesticidegebruik van gangbare collega-boeren.

En nu? Ondanks de verschillen in visie is de Europese Commissie voorlopig niet van plan om haar voorstel in te trekken. Na een zogenaamde reflectieperiode zullen de onderhandelingen dus opnieuw worden opgestart. Malta, dat van januari tot eind juni 2017 voorzitter is van de Europese Raad, had in het begin van het jaar al enkele gesprekken met de delegaties van de 27 lidstaten. Zo hopen ze alsnog tot een compromisoplossing te komen. MEER WETEN?

Vragen over biowetgeving? Neem contact op met Annick Cnudde, onze coĂśrdinator biowetgeving via annick.cnudde@bioforumvl.be.

N OOD AAN EEN N IEUW BEGIN De biosector zelf ziet het allemaal gebeuren. IFOAM, de Europese koepelorganisatie voor biolandbouw en -voeding, en BioForum gaan op zich akkoord met het doel van de herziening. Zij zijn ook voorstander van meer en kwaliteitsvolle biologische landbouw om het vertrouwen van de consument in biologische producten te bestendigen en te verhogen en belemmeringen voor de ontwikkeling van de biologische landbouw weg te nemen. De vraag is alleen of het laatste compromisvoorstel en de aanslepende discussies dat wel kunnen waarmaken. Het ziet er op dit moment niet naar uit dat de finale tekst deze initiĂŤle doelstellingen zal halen of een echte meerwaarde zal bieden ten opzichte van de bestaande biowetgeving. Daarom vraagt de biosector om het voorstel dat nu op tafel ligt in te trekken en na te denken over een nieuwe start. De nieuwe verordening moet het warm water niet opnieuw willen uitvinden, maar verder bouwen op de goed functionerende onderdelen van de huidige wetgeving en rekening houden met de ervaring binnen de biosector. Alleen op die manier kan een nieuwe wetgeving oplossingen bieden voor de behoeften van de biologische ondernemer. Tot slot moet een nieuwe verordening een toegevoegde waarde bieden voor consumenten en bedrijven en zo zorgen voor meer biologische landbouw en voeding in Europa.

fotografie

Kobe Van Looveren

Bio Actief

35

23


EERLIJKE SECTOR

Bio in de strijd tegen klimaat verandering De klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen voor de 21ste eeuw. Biologische landbouw heeft een voetje voor.

fotografie

Kobe Van Looveren

VOOR WIE?

De hele biosector WAT ?

Eigenschappen van biologische landbouw helpen in de strijd tegen klimaatverandering WAAROM?

Als de gangbare landbouw het voorbeeld van bio volgt, kan ze haar impact op milieu en klimaat verkleinen

D

e klimaatverandering zorgt voor uitdagingen in de landbouw. De verwachting is dat de extremere weersomstandigheden (felle regenbuien, maar ook extreme droogte) zullen leiden tot oogstverliezen en nieuwe ziekten en plagen. Onze maatschappij moet zich daarop voorbereiden en aan ‘klimaatadaptatie’ doen: maatregelen treffen om met die veranderingen om te gaan. Tegelijkertijd werkt de landbouw klimaatverandering in de hand door de uitstoot van broeikasgassen. De belangrijkste broeikasgassen in de landbouw zijn methaan (CH4),

24

Bio Actief

35


CO2 en N2O. Die ontstaan hoofdzakelijk als gevolg van de dierlijke productie en het gebruik van meststoffen. Volgens officiële Europese cijfers is landbouw verantwoordelijk voor zo’n tien procent van de totale broeikasgasemissies in Europa. Naast klimaatadaptie is er dus ook klimaatmitigatie nodig. Dat zijn maatregelen die ervoor zorgen dat er minder broeikasgassen worden uitgestoten.

Beleid: een kluwen! Het huidige Europese klimaatbeleid werd goedgekeurd in 2008 en mikt op een broeikasgasreductie van 20% tegen 2020 (ten opzichte van 1990). In 2014 kwamen de lidstaten een reductie overeen van 40% tegen 2030 en zelfs van 80-95% tegen 2050. Hiervoor werkt Europa aan een kader dat uit drie onderdelen bestaat:

··

··

··

Het emissiehandelssysteem (ETS, of Emissions Trading System): Beoogt een reductie van 43% (t.o.v. 2005) in energie-intensieve sectoren. ESR of Effort Sharing Regulation: Maatregelen voor sectoren die niet onder ETS vallen, waaronder landbouw. Die moeten leiden tot een gemiddelde Europese reductie van 30% (t.o.v. 2005). Per lidstaat kan dit verschillen. Voor België stelt de Europese Commissie bijvoorbeeld een reductie voor van 35%. LULUCF of Land Use, Land Use Change and Forestry: Maatregelen inzake landgebruik, veranderingen in landgebruik en bossen. Die moeten leiden tot een netto nul-emissie als gevolg van be-, her- en ontbossing en veranderingen in akkeren grasland.

Over de algemene doelstelling van 40% was al een akkoord voor de klimaatconferentie in Parijs eind 2015. Om te komen tot een maximale temperatuurstijging van 1,5°C, zoals overeengekomen in Parijs, zullen wellicht ambitieuzere percentages noodzakelijk zijn.

Bio, voordelig voor klimaat Cruciaal bij biologische landbouw is een gezonde bodem. Die verkrijg je door organische stof (en dus koolstof) aan de bodem toe te voegen. Dat heet koolstofsequestratie. Het vermindert de hoeveelheid CO2 in de

atmosfeer en houdt dus de klimaatverandering tegen. Het is tegelijk ook een maatregel bij klimaatadaptatie. De biologische landbouw heeft hier veel ervaring mee. Uit een metastudie van 2012 blijkt dat biologische boeren 1,65 ton CO2 per hectare meer kunnen vastleggen in de bodem dan gangbare boeren. Een andere metastudie stelde vast dat biologische systemen in de Mediterrane klimaatzone jaarlijks 3,56 ton CO2 per ha op kunnen slaan. Bio kan hier als voorbeeld dienen voor andere landbouwsystemen. Ook de principes voor de biologische veehouderij, met onder meer grondgebondenheid, regionale veevoeders en begrazing, zijn voordelig voor het klimaat.

IFOAM EU voor grond­ gebonden veehouderij Naar aanleiding van het Europese klimaatbeleid heeft ook IFOAM EU zijn standpunt over klimaat op papier gezet. Ze gaan in op diverse technische aspecten van de Europese plannen en pleiten voor een veel bredere benadering om de uitstoot van broeikasgassen in de landbouw in te perken. Zo wil IFOAM onder meer een transitie van een intensieve naar een grondgebonden veehouderij, die bovendien niet langer afhankelijk is van geïmporteerde veevoeders. Bij de berekening van de impact van de landbouw op de klimaatverandering houdt men immers geen rekening met de productie van veevoeders. Sojaproductie leidt in Brazilië bijvoorbeeld tot massale ontbossing. Die impact wordt toegewezen aan de industrie in plaats van aan de landbouw. In tegenstelling tot de intensieve veehouderij zal een veehouderij gebaseerd op begrazing bijdragen tot een betere bodemvruchtbaarheid en koolstofsequestratie. Die positieve gevolgen worden door de gebruikte methodologie niet zichtbaar in de cijfers. Europa moet een kwalitatieve vleesproductie aanmoedigen, concludeert IFOAM, in plaats van goedkoop vlees voor de wereldmarkt te produceren. En ook de consument heeft een belangrijke rol. Minder maar beter is ook een boodschap waar BioForum Vlaanderen zich volledig achter schaart. IFOAM zit trouwens in een internationaal onderzoeksproject dat kijkt hoe bio klimaatverandering nog beter kan tegengaan. Meer info hierover vind je op www.solmacc.eu.

MILIEU-IMPAC T OF MILIEU-EFFIC IËN T IE? Over de impact van biologische landbouw op het milieu brengen de media tegenstrijdige berichten. Neem nu de discussie over de methaanuitstoot van vee. Vaak wordt de impact van verschillende productiesystemen vergeleken aan de hand van de uitstoot per kilo product (bv. vlees). Daarmee drukt men de milieu-efficiëntie van een productie uit. Hoogproductieve systemen zullen een lagere milieu-efficiëntie halen dankzij het in rekening brengen van de hoge productie. Een waarde per kilogram product zegt echter niets over de effectieve milieudruk van een bepaalde productie. De effectieve milieu-impact wordt gemeten in emissie per oppervlakte-eenheid. Logisch, want het milieu heeft immers een beperkte draagkracht voor vervuilende stoffen per oppervlakte- of ruimte-eenheid. Kijk je naar de oppervlakte-eenheid (en dus naar de reële impact), dan scoort bio veelal beter.

MEER WETEN?

Vragen of opmerkingen? Laat ze weten aan onze beleidscoördinator Esmeralda Borgo esmeralda.borgo@bioforumvl.be.

Bio Actief

35

25


“Bio zal nooit een serieus alternatief worden zolang de Vlaamse overheid veel meer geld pompt in het biotechnologie-instituut VIB dan in onderzoek ter ondersteuning van de biolandbouw.” NINA HOLLAND DE LOBBYWAA KH ON D CE O 1 4 NOVEMBER 2016, V ILT . B E

“Onder het mom alle gezinsbedrijven te helpen, worden landbouwpolitiek, belangenbehartiging, kredietverlening en relaties met agro-industrieën zó vorm gegeven dat de baten hoofdzakelijk naar de ondernemerslandbouw gaan, terwijl de kosten grotendeels worden afgewenteld op de boerenlandbouw.” JAN DOU WE VA N D E R PLOE G HOOGLERAAR RU RA LE SOCIOLOG IE 2 6 JANUARI 2017, A FSCH E ID SRE D E

“Gangbare landbouw is een zeer dure technologie met een zeer inefficiënt resultaat. We hebben een vergelijking gemaakt tussen velden met een gemengd gebruik van biologische landbouw en veeteelt en velden van grote bedrijven: de eerste groep is efficiënter.” EDUARDO CE RDA , E X PE RT L A N D BOU W N AT I O N A L E U NIVERSITEIT L A PLATA , A RG E N T IN IË 1 2 DECEMBER 2016, KN ACK W E E KE N D

26

Bio Actief

35

Van horen zeggen “

“We subsidiëren een bepaalde soort landbouw en achteraf subsidiëren we het opruimen van de gevolgen ervan. (...) Door de klimaatverandering zullen we onze manier van aan landbouw doen fundamenteel moeten omgooien. Er is een echte transitie nodig.” H A N S B RU Y N I N C K X D I R EC TEU R EU R O P EES M I L I EUA GEN TS C HAP 2 2 O K TO B ER 2 0 1 6 , D S WEEK B L A D

“Doe altijd het tegenovergestelde van wat de overheid en de industrie je adviseren. Wat het conventionele advies ook is, het is altijd verkeerd. Echt altijd.” J O EL S A L ATI N A M ER I K A A N S B I O B O ER 8 F EB RUA R I 2 0 1 7 , D E GR O EN E A M S TER DA M M ER

De Amerikaanse bioboer Joel Salatin, door Time Magazine de meest innovatieve boer genoemd, werd begin februari uitgenodigd in Nederland door het Netwerk Natuurinclusieve Landbouw. Hij beseft dat je biologisch kan boeren en ondertussen alleen op winstmaximalisatie kan letten. Hij pleit voor een herstellende landbouw waarbij de boer naar win-winsituaties zoekt in zijn relatie met de natuur én met de gemeenschap. Je vindt het hele interview op www.bfvl.be/joelsalatin.


EENS GEKEND...ONMISBAAR!

STEM UIT DE SECTOR

Keuzes

W

elke weg gaat de biologische kleinhandel uit? Deze vraag houdt mij als winkelier bezig, want er verschijnen steeds meer spelers op de markt die in bio een goudhaantje zien. Ze pikken zo in op een groeiende markt. Maar leidt zo’n economische benadering wel tot een duurzaam en kwalitatief bio-assortiment? Ik denk dat de biologische speciaalzaak hier het onderscheid zal moeten maken. Wij zijn het eerste aanspreekpunt voor consumenten. Informeer je als winkelier dus over bio en vertel je klanten het volledige verhaal, toon hen hoe gepassioneerd en overtuigd de meeste biologische ondernemers zijn. Daar draait het uiteindelijk om, niet om winstbejag.

Groothandel biologische groenten en fruit

Kempenarestraat 44a 2860 Sint-Katelijne-Waver E info@biovibe.be T +32 (0)15/31.62.81 T +32 (0)15/32.07.42

www.biovibe.be De bioconsument begint hier!

Dat betekent volgens mij ook dat je als winkelier duidelijke keuzes moet maken. Sluit je aan bij Biogarantie, zorg ervoor dat op zijn minst 80 procent van je aanbod biologisch gecertificeerd is, maar streef naar 100 procent. En kies voor non-foodproducten met betrouwbare labels als Natrue, BDIH of Ecocert. Ook wij moeten duidelijk tonen dat we volledig achter de principes van bio staan. Daarnaast kunnen we onze stem naar de overheid laten horen via BioForum Vlaanderen. Hun boodschap moet volgens mij zijn: laat de vervuiler betalen. Het is niet logisch dat biologische productie duurder is, terwijl dat net heel wat maatschappelijke kosten uitspaart. De juiste keuzes maken, dat doen we als biologisch ­winkelier elke dag. Dat moeten we ook in de toekomst blijven doen. Alleen zo maken we het verschil.

MAARTEN BEYEN

Bioshop Klimop

WWW.BIOMIJNNATUUR.BE NIEUWSBRIEF 'LEKKER BIO' (13.000 ABONNEES) 3X/ JAAR PUBLIEKSCAMPAGNES

15% korting voor leden van BioForum en 5% extra korting voor Biogarantiehouders.

www.bfvl.be/adverteren T +32 (0)3 286 92 70 Bio Actief

35

27


CERTISYS uw BIO partner

briefwisseling

mer

elne

ktde

2007 834/ ) nr. ing (EG rden Vero /1 van ina 1 lid 1, pag n : el 29, -nl mer 024 s artik ijsstukke 074 hten en bew 547965 B-1504 ktdeelne Krac trekk : BE0 er: CEE de mar vers rijf mm

Nr. Bed ntnu adres ume en Doc

van

de Raa

d aan

auto

m Naa

NV ) IUM 182 rksem BELG aat (Me AAK aterstr PEN ER BorrewANTW 0 217

Voo

ste rnaam

activite

de mar

te

M NV GIU 11 BEL : 238

: AAK mer Nr er mm mer elne ktdeelne enu cod Mar es en de aan m, adr trolerentroleorg Naa de con t con van riteit/he

ktde Mar

van

Onze

BiO

a bvb ISYS 85 CERT laan, ssel erm Bru Sch 1150 B– België 1 O-0 BE-BI

producten zijn gecontroleerd en gecertificeerd

er n Bereid producte e deler, ische e/brioch e etag Biolog ond cak t-feuill Biodiam croissan pastry ond cten puff ond produ Biodiam ische Biodiam biolog 10kg van palm ing ond Verdel Biodiam

it : Ver

certisys

5 de 7 en /201 /200 oet aan 834 5, 20/1 ) nr. en vold /201 ing (EG troles m: 22/9 con rden datu aan Vero trole Con van zich eft: erpt lid 1, uk afge el 29, onderw ijsst artik mer bew 16 het : 2/20 basis van ktdeelnen. ode an dat 22/1 peri orga eids 15 tot geven op 8. De marrschrifte controle Geldigh 9/20 is afge 889/200 telde voo 22/0 nt die/het van 024 ume (EG) nr. vastges riteit nne doc 1504 n ing Dit rden Boli mer: inge e auto 5 , num rend .eu Vero verorden /201 trole rtisys w.ce ts: 7/10 in die de con //ww plaa ens ite http: t Datum, g nam webs Nize enin onze Tom dtek en op Han word

iteit

van

t kan men dit docu

nage

2017

gaan

®

c erti sys

entic De auth

bio certification

certificaten op www.certisys.eu

Dit document is eigendom van certisys en moet op aanvraag terug gestuurd worden. PU4503nL06 (16/08/2016)

© certisys - alle rechten voorbehouden.

DIENSTEN U hebt toegang tot al uw documenten op onze INTRANET (certificaten, mails, facturen) en u hebt de mogelijkheid om uw elektronische aanvragen (nieuwe producten, ontheffingen, transactiegegevens) aan ons door te geven.

TRANSPARANTIE U hebt toegang tot alle informatie over de BIO controle en certificering op www.certisys.eu en u vindt de certificaten van al onze marktdeelnemers online terug.

NABIJHEID De CERTISYS controleurs zijn plaatselijk actief in heel België en in het Groothertogdom Luxemburg. Ze zijn beschikbaar voor alle informatie of een eventueel bezoek.

BESCHIKBAARHEID De CERTISYS kantoren bevinden zich in Bolinne, Brussel en Gent. Ons meertalig team staat klaar om al uw vragen, per telefoon of via mail, te beantwoorden.

®

CERTI SYS BIO CERTIFICATION ®

CERTI SYS BIO CERTIFICATION Certificatie systeem CERTISYS Biologische Landbouw

Wetgeving biologische landbouw voor landbouwers

®

CERTI SYS BIO CERTIFICATION

®

CERTI SYS BIO CERTIFICATION

Etiketteringsregelgeving voor biologische voedingswaren

Starten met biologische landbouw Schema van het certificatieverloop Certificatieprocedure Kwaliteitssysteem Raad van Advies

®

CERTI SYS BIO CERTIFICATION Système de certification internationale CERTISYS Agriculture biologique Regelgeving inzake biologische landbouw voor bereiders

Teelten, weilanden, P R A K T ISCH E G I D S veeteelt. •••••••••••••

CERTI

bio

®

•••••••••••••

P R A K T ISCH E G I D S

P R A K T ISCH E G I D S •••••••••••••

CERTI

bio

® •••••••••••••

CERTI

•••••••••••••

bio

®

•••••••••••••

Verdelers Importeurs Loonwerkers

G U I D E P R ATIQ U E •••••••••••••

CERTI

bio

®

•••••••••••••

P R A K T ISCH E G I D S •••••••••••••

CERTI

bio

®

TOEGANKELIJKHEID Ontmoet Certisys tijdens professionele infodagen, plaatselijke en internationale vakbeurzen of evenementen.

•••••••••••••

INFORMATIE CERTISYS stelt zijn 30-jaar lange ervaring ter beschikking in zijn praktische gidsen over de BIO regelgeving die voortdurend bijgewerkt worden. Ze zijn downloadbaar en beschikbaar op aanvraag.

®

Contacteer ons op 09/245.82.36 of via info@certisys.eu

www.certisys.eu

CERTI SYS BIO CERTIFICATION


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.