Bio Actief 38

Page 1

Bio Actief 38 Jouw ontmoeting met een dynamische sector

“Zoveel mogelijk bio is de bedoeling.” TI N O D O N P O RTO C A R ER O

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VERSCHIJNT IN MAART

- JUNI - SEPTEMBER - DECEMBER


Bio Actief

Jouw ontmoeting met een dynamische sector D E CEM B ER 2 0 1 7, EDIT I E 38 Bio Actief is een uitgave van BioForum Vlaanderen vzw. Bio Actief vind je vier keer per jaar in je brievenbus. BI O F OR U M V L AANDEREN V Z W Regine Beerplein 1 bus E305 2018 Antwerpen T 03 286 92 78 E info@bioforumvl.be www.bioforumvlaanderen.be V.U . Kurt Sannen, Asdonkstraat 49, 3294 Molenstede H O O F DR E DAC T I E Tom Wouters

VOORWOORD

Strijdvaardig Beste lezer,

E I N D R E DAC T I E Petra Tas RE D A C T I E R AAD E N I NHOUD ELI JKE EXPERT ISE An Jamart (Landbouw), Marijke Van Ranst (Verkooppunten & foodservices), Esmeralda Borgo (Beleid), Paul Verbeke (Ketenmanager), Patricia De Laet (Communicatie consument), Lieve Vercauteren (Directeur), Annick Cnudde (Coördinator wetgeving), Raf Van den Bruel (Adviseur biologische verwerking) F O T OG R AF I E Astrid Agemans, Kobe Van Looveren, Sophie Nuytten

S

inds ik zo’n 5 jaar geleden als voorzitter begon, zie ik hoe onze medewerkers telkens met veel energie en enthousiasme elke ondernemer die met bio bezig is vooruithelpen. Dat doen ze niet alleen op individueel niveau. Het BioForumteam is onze stem bij het beleid. Zo kunnen wij als biosector ook deelnemen aan het maatschappelijke debat over ­landbouw en voeding. Je hoofd uitsteken boven het maaiveld is niet altijd even makkelijk. Er werd lang wat meewarig gekeken naar bio en er kroop veel tijd in steeds opnieuw duidelijk maken waar wij voor staan.

CO VE R F OT O Astrid Agemans VO RM G EV I NG We make. ME T DANK AAN Tino Don Porto Carero, Guy Taffijn, Henda Zerelli, Laura Bracke, Pieter Spanoghe, Katleen Deconinck, Frank Anrijs, Lieven Delanote, Sofie Van Slycken, Barbara Redant D RU K Antilope De Bie Printing VE RZE NDI NG De Brug vzw A BO NNER EN Belgische marktspelers krijgen een gratis abonnement. Ben je geen marktspeler, maar wel geïnteresseerd in een jaarabonnement? Maak dan 25 euro over op bovenstaand rekeningnummer met de vermelding 'Abonnement Bio Actief'. Buitenlandse abonnees betalen 30 euro (BIC: TRIOBEBB, IBAN: BE30 5230 8012 5311). A D VE R T ER EN Wil je graag de publicitaire mogelijkheden van Bio Actief k ­ ennen? Neem contact op met Sabrina Proserpio, E sabrina.proserpio@bioforumvl.be, T 03 286 92 70. Deze publicatie kwam tot stand met de steun van het Departement Landbouw en Visserij.

Maar de laatste jaren werpt deze aanpak zijn vruchten af: zowel de vraag als het aanbod groeit en als het over de toekomst van de Vlaamse landbouw gaat komt bio ­automatisch ter sprake. De politiek heeft onze organisatie leren ­kennen als de spreekbuis van de biosector en kan niet meer om ons heen. Het is dus jammer dat de Vlaamse overheid net nu beslist heeft om in 2018 een groot deel van ons werkingsbudget te schrappen. Ze wil naar eigen zeggen andere accenten ­leggen. Een zware slag voor onze organisatie die in de loop der jaren de nodige kennis en ervaring heeft opgebouwd en die veel gerealiseerd heeft met beperkte middelen. Toch blijven wij, ons professioneel team en alle leden van BioForum Vlaanderen, strijdvaardig. Ook in de toekomst kan je met je vragen bij onze mensen terecht en zullen we op het beleid blijven wegen. Ook die strijdlust is de kracht van bio. Meer dan ooit is het nodig dat elke ondernemer met een hart voor bio lid is van BioForum Vlaanderen.­ Samen zijn we sterk!

KURT SANNEN

Voorzitter BioForum Vlaanderen kurt.sannen@bioforumvl.be

02

Bio Actief

38


BIO ACTIEF 38

Inhoudstafel 10

12

17

06 LEVENDE SECTOR

Bio in 2030 Landbouw en biodiversiteit Baanbrekend Bio ’t Lang Leven

20

22

Zit er toekomstmuziek in jouw bedrijf? Onkruid vergaat niet

EERLIJKE SECTOR

25

Komen eten

Klant is koning

16 BIO IN DE KETEN

Biologische aardappelen

Bio Actief

38

03


Bio Flash Campagnes in 2018 2018 zal voorlopig het laatste jaar worden waarin we een publiekscampagne voeren voor de biosector. We zetten dit jaar nog drie productgroepen in de kijker: van 3 tot 11 maart graanproducten, in juni kleinfruit en in het najaar pitfruit. Tijdens de campagneperiode komen consumenten op www.biomijnnatuur.be alles te weten over wat biologisch brood, koek, fruit en sap onderscheidt van de gangbare producten. Daarnaast kunnen ze deelnemen aan activiteiten over heel Vlaanderen. fotografie

Meld nu alvast je activiteit aan voor de biocampagne op www.bfvl.be/activiteiten_graan.

Wout Hendrickx

Word lid van BioForum Vlaanderen Als je als bedrijf een sterke sectororganisatie en gedegen info over bio naar de consument belangrijk vindt, dan kan je ons steunen door lid te worden of te blijven. Wij informeren consumenten, beĂŻnvloeden het maatschappelijk debat, geven advies op maat, verdedigen je stem bij het beleid en helpen je een netwerk uit te bouwen binnen de biosector. Lid worden kan via www.bfvl.be/wordlid. fotografie

Lisa Develtere

Bio kan de wereld voeden Een nieuw onderzoek van FiBL Zwitserland toont aan dat bio de wereld wel kan voeden en dat het huidige landbouwsysteem tegen zijn grenzen aanbotst. Een grootschalige omschakeling naar bio moet wel gecombineerd worden met bijkomende maatregelen: minder vleesconsumptie, minder productie van veevoeders en minder voedselverspilling. Zo’n nieuw voedselsysteem zou gunstige milieu-effecten hebben, zoals minder vervuiling door vermesting en pesticiden. Je kan de studie zelf raadplegen op www.bfvl.be/bio_voedt_wereld.

fotografie

Kobe Van Looveren

04

Bio Actief

38


Vermijd contaminatie BioForum Vlaanderen biedt boeren en verwerkende bedrijven een instrument aan dat het risico op contaminatie helpt beperken of vermijden. Een risico-analyse leidt je naar de mogelijke probleempunten binnen je bedrijf. Er is een aparte tool voor boeren en voor verwerkende bedrijven (productie, verpakking, distributie...) Je vindt de tool voor verwerkende bedrijven op www.bfvl.be/contaminatie. Boeren kunnen terecht op www.bfvl.be/contaminatie_boer.

fotografie

Lisa Develtere

Extra algemene vergadering BioForum Vlaanderen zal in 2018 voor een aantal van zijn taken niet langer financiĂŤle ondersteuning ontvangen van de Vlaamse overheid. Om de gevolgen te bespreken, organiseert BioForum op 11 januari 2018 een extra Algemene Vergadering, gevolgd door een nieuwjaarsreceptie. Dit zal plaatsvinden op het PAKTbedrijventerrein in Antwerpen. Alle leden zijn van harte welkom. Meld je nu aan voor de Algemene vergadering via info@bioforumvl.be.

Beurzen in het buitenland Het begin van het jaar betekent ook een nieuwe Bio-Beurs in Nederland. De beurs vindt dit jaar plaats op 17 en 18 januari, naar vanouds in het Nederlandse Zwolle. Van 14 tot 17 februari kan je dan weer naar NĂźrnberg voor BioFach, de grootste biobeurs ter wereld. Meer informatie vind je op www.bio-beurs.nl en www.biofach.com.

fotografie

Sophie Nuytten

Bio Actief

38

05


LEVENDE SECTOR

Komen eten Wie eten bereidt voor een ander, doet dat met liefde. Deze drie Biogarantie-gecertificeerde foodservices tonen daarbij hun liefde voor bio.

LANGE INTERVIEWS ONLINE Je vindt een uitgebreidere versie van deze interviews op onze website. www.bfvl.be/bedrijfindekijker 06

Bio Actief

38

fotografie

Kobe Van Looveren


Lekker GEC WIE?

Laura Bracke WAT ?

Biologisch restaurant WAAR?

Gent BIO SINDS?

2008

G

ent heeft met Lekker GEC een honderd procent biologisch restaurant. Hun vaste stek, recht tegenover het station van Gent Sint-Pieters, wordt momenteel gerenoveerd. We ontmoeten medewerker Laura in hun tijdelijke onderkomen in het centrum van de stad.

De keuken van Lekker GEC is volledig veganistisch. Laura: "Het doel van Lekker GEC is altijd geweest om vegan toegankelijk te maken. In het begin waren we een vzw die volledig draaide op vrijwilligers, maar in 2013 hebben we ervoor gekozen om een coöperatie met sociaal oogmerk (CVBA-SO) te worden. Zo konden we verder groeien en tegelijkertijd onze maatschappelijke rol blijven spelen. Naast onze vaste medewerkers, die ook mee in het bestuur zitten, begeleiden we mensen in het vinden van een plaats op de arbeidsmarkt."

fotografie

Kobe Van Looveren

minder verspilling en een eerlijkere prijs. Het is een concept dat in andere landen zijn nut al bewezen heeft, maar wij waren de eersten die dit in België invoerden."

De keuze om met gecertificeerde biologiDe focus op volledig plantaardige maaltijden sche producten te blijven werken kwam door betekent volgens Laura niet dat mensen het de klanten. Zij vonden dat erg belangrijk. gevoel krijgen dat ze zichzelf iets ontzeggen. "Door het Biogarantie-certificaat te halen, "Het moet ook gewoon lekker zijn. Wij gaan wel bewijzen we ook dat we aan hun verwachop zoek naar alternatieven voor grote merken tingen voldoen." en hebben dus biologische cola en een ruim assortiment biobieren op de kaart staan. En "Het aanbod in bio is ruim genoeg en blijft evowe maken één uitzondering op onze vegan lueren. Zo zien we steeds meer bulkverpakking, filosofie: we bieden kaas aan bij de spaghetti." al is dat niet voor elk product beschikbaar. Biologische sojaroom of kappertjes zijn Die maatschappelijke verantwoordelijk- bijvoorbeeld niet te vinden in bulk." Laura heid wordt ook doorgetrokken in de rest van vindt het alleen jammer de certificatie ook de bedrijfsvoering. Zo betalen klanten in betekende dat er geen groenten uit eigen Lekker GEC een startprijs van 2 euro voor een tuin meer gebruikt kunnen worden. "We warme maaltijd en 1 hebben ook someuro voor een koude mige leveranciers maaltijd. Vervolgens die niet gecertifischeppen ze zelf op ceerd zijn moeten en betalen ze de rest teleurstellen." van hun maaltijd volgens gewicht: Naast biologisch "We bieden elke dag kijkt Lekker GEC een buffet aan met minstens zes deelgerech- nog naar andere criteria. Laura: "We werken ten. Die zijn heel divers, maar samen vormen graag met lokale producten, maar ook zonder ze een volwaardige maaltijd. Door mensen daarin rigide te zijn. En de seizoenen spelen zelf hun bord te laten samenstellen, krijg je ook een rol. Voor de aankoop van producten

kijken we naar een goede verhouding tussen prijs en kwaliteit. Kwaliteit betekent jammer genoeg ook hanteerbaarheid. Kromme wortels verwerken in de keuken is voor ons moeilijker." MEER WETEN?

www.lekkergec.com

“Het aanbod in bio is ruim genoeg en blijft evolueren.”

Bio Actief

38

07


Viva Vega WIE?

Tino Don Porto Carero WAT ?

Biologische foodtruck WAAR?

Gent, Antwerpen en Brussel BIOGARANTIE SINDS?

2013

V

iva Vega kiest met zijn foodtruck Loving Hut Express voor plantaardig én biologisch. Zaakvoerder Tino Don Porto Carero is al meer dan 10 jaar actief met de plantaardige keuken. Tino: "Ik werkte eerst als onthaalmedewerker bij het Oost-Westcentrum, gaf kookworkshops en heb me tussen 2002 en 2006 verder bekwaamd in het buitenland" In 2006 startte hij een eenmanszaak om catering voor groepen te doen en freelance te koken. "Na verloop van tijd had ik meer nood aan stabiliteit en in 2011 beslisten mijn vrouw en ik om met een foodtruck te beginnen." De laatste jaren zie je her en der foodtruckfestivals opduiken, maar 6 jaar geleden sprak het bedrijfsplan van Viva Vega nog van een ‘mobiele keuken’. "Sinds 2014, toen food-

trucks echt een hype werden, gaat het voor ons in stijgende lijn. We hebben twee trucks, onze menukaart ligt min of meer vast en we hebben zes vaste standplaatsen. Mensen kunnen ons boeken voor feesten en van mei tot september vind je ons op een aantal evenementen en festivals." Viva Vega werkt momenteel voor ongeveer 80% met ingrediënten uit de biologische landbouw. Tino: "Zoveel mogelijk bio is de bedoeling. Ik geloof in de filosofie erachter en ben overtuigd om daar ten volle voor te gaan. Dat is wel nodig. Wie niet overtuigd is, vindt het in de praktijk te lastig en te duur, ook al is bio zijn prijs waard. We kopen onze bio-ingrediënten voornamelijk aan via de groothandelaars. Waar mogelijk kiezen we voor de Belgische producten. Zo hebben we nu ook al Belgische quinoa." Waarom dan toch niet volledig biologisch? Tino: "Vegan is nog net iets belangrijker voor ons. We willen bewijzen dat plantaardige voeding ook lekker kan zijn. Ik bied bepaalde vegan burgers en gyros aan die voor mij voldoen qua smaak en structuur, maar die dus niet gecertificeerd zijn. Vind ik een gelijkaardig product en verschilt de prijs niet te veel, dan wil ik daar zeker stappen in zetten.

fotografie

Astrid Agemans

08

Bio Actief

38

Alleen ontbreekt het me momenteel aan tijd om op zoek te gaan naar alternatieven of om samen te zitten met producenten." De link tussen bio en vegan was vroeger

“Zoveel mogelijk bio is de bedoeling.” sterker volgens Tino. "Wie vegetarische alternatieven zocht, kon die alleen vinden in natuurvoedingswinkels. Nu heeft elke supermarkt een aanbod, maar dat is niet altijd bio. Zelf vinden we dat het samengaat, maar voor steeds meer mensen is dat niet vanzelfsprekend." Sinds 2013 is de foodtruck gecertificeerd via het Biogarantie-lastenboek. Tino: "We hebben even gewacht om die stap te zetten. We wilden eerst zeker zijn dat we de kosten die eraan verbonden waren konden dragen. Intussen kunnen we zeggen dat de certificatiekosten zichzelf terugverdienen. Het label is absoluut een meerwaarde. Dankzij die certificatie hebben we al verschillende opdrachten gekregen." MEER WETEN?

www.vivavega.be


De Biotoop WIE?

Henda Zerelli en Guy Taffijn WAT ?

Kinderdagverblijf met biologische maaltijden WAAR?

Gent BIOGARANTIE SINDS?

2011

I

n 2006 nam Guy Taffijn kinderdagverblijf de Biotoop in Gent over. Anders dan de naam doet uitschijnen, was er toen van biovoeding nog geen sprake. Die keuze was nochtans snel gemaakt. Guy: "Voor de overname werden de maaltijden geleverd door een traiteur, maar die zagen er verre van smakelijk uit. We bouwden dus een eigen keuken uit."

Zo’n tien jaar later baat de Biotoop vier vestigingen uit met in totaal 128 plaatsen voor kinderen, en heeft de Biotoop 40 mensen in dienst. Guy: "We hebben naast de kinderopvang en de keuken ook een atelier waarin we houten speelgoed en inrichting voor crèches maken."

zijn voor de jongste leeftijdsgroep en mag er maar één groente centraal staan. Zo leren ze de smaak kennen."

Henda steekt heel wat tijd in de samenstelling van het menu en verklaart trots dat ze nog nooit een menu opnieuw heeft gebruikt. "Ik kijk naar de beschikbaarheid van producNaarmate de kinderen ouder zijn, komen er ten op basis van de seizoenen en weeg ook ingrediënten bij: een extra groente, eiwitten, hoeveelheden precies af. Zo vermijden we vergluten enzovoort. "Chinese kool kan vanaf spilling. Een goede toelevering is dus cruciaal." 4 maanden als ingrediënt, witte kool pas vanaf 1 jaar. Vanaf 10 maanden wordt een Omdat de Biotoop aan de ouders de garantie maaltijd voornamelijk geprakt, zodat er een wil geven dat de maaltijden 100% biolobeet aan is." In de praktijk maakt het team gisch zijn, heeft het kinderdagverblijf een van Henda elke dag minstens 5 varianten Biogarantie-certificaat. Henda: "Wanneer een klaar. "We houden ook rekening met kinde- bepaald ingrediënt niet beschikbaar is, zijn ren met allergieën. Het is dus steeds weer we creatief. Er zijn altijd genoeg alternatieven een hele puzzel." in bio en veel wordt ook in bulk aangeboden."

“Er zijn altijd genoeg alternatieven in bio en veel wordt ook in bulk aangeboden.”

De meeste maaltijden zijn vegetarisch. Op dinsdag kunnen ouders kiezen voor vis en op vrijdag is er de ene week vlees, de andere week kip. Henda: "We variëren ook in granen zoals quinoa en gierst. Aardappelen staan maar zelden op het menu omdat de kinderen dat meestal thuis al voldoende krijgen. En elke dag van de week gebruiken we een andere plantaardige olie."

De Biotoop gaat voor lekker én gezond. "Eten is geen vulmiddel, maar energie om gezond te groeien en te spelen. Die goede voeding is een van de redenen waarom ouders hun kinderen aan ons toevertrouwen."

MEER WETEN?

www.debiotoop.be

Voor de maaltijden staat gezonde lekkere biovoeding centraal. Die worden bereid door Henda Zerelli, die al 6 jaar kookt voor de Biotoop. Ze maakt ook soep op bestelling bestemd voor verkoop. Henda: "We voorzien per dag gemiddeld 160 maaltijden. We waken er wel over dat we niet te groot worden, want we moeten de kwaliteit kunnen blijven garanderen." Koken voor jonge kinderen is veel meer dan gewoon papjes maken, geeft Henda aan: "Voor elke leeftijdscategorie gelden andere voorschriften. Zo moet alles goed gepureerd

fotografie

Kobe Van Looveren

Bio Actief

38

09


TOEKOMSTIGE SECTOR

Bio in 2030 Waar moet de biosector binnen een tiental jaren staan en hoe geraken we daar? Dat is de denkoefening die de internationale biologische beweging heeft gemaakt.

De visietekst bestaat uit 3 grote doelstellingen:

WIE?

De hele biosector WAT ?

Toekomstvisie voor biovoeding WAAROM?

Om als biosector impact te hebben op het landbouw- en voedingssysteem.

I

FOAM EU, de Europese koepelorganisatie voor biologische landbouw en voeding, heeft de voorbije jaren gewerkt aan een langetermijnvisie voor de ontwikkeling van bio. Twee jaar lang werkten internationale werkgroepen aan een visietekst, die nu samengevat is in Vision 2030. Ze kregen daarbij input uit diverse hoeken.

1. 2. 3.

Bio op elke tafel Verbeter, inspireer en realiseer Eerlijke productie voor een eerlijk loon

De inzet van de hele Europese biobeweging is nodig om die visie te kunnen realiseren. Daarom werd het voorbije jaar gewerkt aan een actieplan. Op basis daarvan kan iedereen op zijn of haar niveau bijdragen. Ook in Vlaanderen willen we hier werk van maken en dus vatten we op de pagina hier naast de belangrijkste punten samen. In de kadertjes onderaan vind je goede praktijkvoorbeelden uit het buitenland.

WAT KAN JIJ DOEN?

Het centrale idee in het hele actieplan is dat mensen uit de hele biosector het goede voorbeeld geven. IFOAM EU heeft met http://euorganic2030.bio een digitaal platform ontwikkeld waarop iedereen praktijkvoorbeelden kan plaatsen. We nodigen je uit om je eigen ervaringen en initiatieven hier te delen. Vind je het moeilijk om dat in het Engels te doen? Deel je ervaring met ons en wij zorgen ervoor dat ze op de website belandt. 10

Bio Actief

38


Bio op elke tafel DOELEN

· · · ·

Biologische en agro-ecologische praktijken worden mainstream Beleidsmakers en consumenten erkennen de maatschappelijke bijdrage van bio Burgers kiezen voor bio en hebben makkelijk toegang tot bioproducten Op meer dan 50% van het landbouwareaal wordt er gekozen voor biologische en agro-ecologische landbouw.

Verbeter, inspireer en realiseer DOELEN

· · · ·

Biologische voedselproductie is een veerkrachtig systeem. De biosector werkt voortdurend aan het verbeteren van zijn duurzaamheid. Bio draagt bij tot een gezonde en duurzame voedingsgewoonte. Onderwijs en onderzoek veranderen zodat de samenleving opnieuw verbinding krijgt met voedselproductie en landbouw.

Eerlijke productie voor een eerlijke vergoeding DOELEN

· · · ·

Boeren en werknemers worden eerlijk betaald. De macht is eerlijk verdeeld binnen de keten. Nieuwe businessmodellen versterken het vertrouwen tussen alle actoren. De milieu-, gezondheids- en sociale kosten van landbouw en voeding worden doorgerekend in de prijs van voeding.

WAT KAN DE SECTOR DOEN?

WAT KAN DE SECTOR DOEN?

WAT KAN DE SECTOR DOEN?

Wil de biosector zijn doelstellingen halen, dan moet ze de hand reiken naar alle actoren die met voeding en landbouw bezig zijn, ook buiten de biologische sector. Dat betekent samenwerkingen aangaan met gangbare boeren, lokale gemeenschappen, burgerinitiatieven, bedrijven, scholen, chefkoks en ngo’s die met duurzaamheid bezig zijn. Alleen met de steun en erkenning van al deze partners is het haalbaar om bio op elke tafel te krijgen.

Biologische producenten werken samen met de natuur en kiezen zo voor het beste systeem voor mens, dier en planeet. De biosector probeert zichzelf voortdurend te verbeteren en zo ons voedsel- en landbouwsysteem te veranderen.

Voor wie biologisch wil produceren, zijn het mooie tijden. Nooit eerder was de markt zo groot en groeide ze zo snel. Nu de biosector stilaan de niche overstijgt, moet de hele keten op zoek naar manieren om bio transparanter en eerlijker te maken. Daarvoor moeten we samenwerken met ondernemers en economische actoren buiten de voedings- en landbouwsector.

Aansluiting vinden bij deze actoren vraagt ook om een betere communicatie. We moeten alle mogelijke communicatiemiddelen inzetten om te vertellen welke voordelen biologische voeding biedt voor maatschappij en omgeving. Tot slot hangt het succes van bio ook af van hoe levensvatbaar de sector economisch is. De productiviteit moet omhoog, er is meer omschakeling nodig, bio moet rendabeler worden en de sector moet minder afhankelijk worden van subsidies. De hele keten moet daar mee in investeren. Dat natuurlijk allemaal zonder de kernwaarden te verloochen.

Daarom bouwen biologische producenten het gebruik van hulpbronnen verder af, hergebruiken of recycleren ze inputs en vermijden ze afval. Ze werken aan nog meer dierenwelzijn en -gezondheid. Tegelijkertijd werken ze aan het verhogen van hun productiviteit. Onze maatschappij kiest steeds vaker voor verwerkt voedsel. Alle bioverwerkers verbeteren de kwaliteit van hun producten nog verder door te kiezen voor een gezonde receptuur en een minimum aan verwerkingstechnieken. De biosector moedigt mensen ook aan om meer plantaardige eiwitten te consumeren en te kiezen voor minder, maar betere dierlijke producten. Dat leidt tot een gezonder voedingspatroon met een kleinere ecologische voetafdruk. Biologische systemen presteren beter naarmate er meer kennis is over biologische voedselproductie. De biosector moet betrokken zijn bij onderzoek en innovatie, en de kennis delen met de rest van de keten in heel Europa.

Een eerlijk en transparant voedselsysteem kan alleen maar als de meerwaarde en macht evenredig verdeeld zijn over de hele keten. De kosten en opbrengsten van de voedselproductie moeten in evenwicht zijn. Er zou een constante dialoog moeten zijn tussen producenten, aankopers en verdelers. Er is vooral nood aan een zakelijk model dat de meerwaarde van landbouwers erkent. Daarnaast moeten burgers en producenten dichter naar elkaar groeien, zowel in de realiteit als virtueel. Een aantal technische ontwikkelingen zoals het Internet of Things of de blockchaintechnologie kunnen de transparantie helpen verhogen. Ze kunnen meer zeggen over de oorsprong en ware kostprijs van voeding.

TRUE COST OF FOOD DEMETER ACADEMY In Duitsland geeft de Demeter Academy samen met een aantal partners ondersteuning aan jongeren om een biobedrijf over te nemen of te starten. Het programma bestaat uit 5 modules die elk op een ander aspect ingaan van het starten met een bedrijf (wettelijk, sociaal, economisch). Meer info vind je op www.demeter.de/existenzgruendung.

FOOD FOR LIFE Inspiratie uit de UK: "Food for Life" is een campagne van Soil Association in samenwerking met de publieke en private sector. Doel is om het mensen makkelijk te maken om te kiezen voor gezonde en duurzame voeding. De campagne werkt aan bewustwording en helpt het voedingsaanbod te veranderen. www.foodforlife.org.uk

Inspiratie uit Nederland: Nature and More heeft een "true cost of food" campagne. Voor een aantal producten die het bedrijf verhandelt, werd berekend wat de maatschappelijke kost en meerwaarde is in vergelijking met een gangbaar geteeld product. Informatie hierover is beschikbaar op folders in de winkels en op de website www.natureandmore.com.

Bio Actief

38

11


VRAGENDE SECTOR

Hoe kunnen landbouw en biodiversiteit best samengaan? Er zijn maatregelen nodig om de biodiversiteit beter te beschermen. Daarover lijkt iedereen het eens te zijn. Maar biodiversiteit vergt grond en grond is schaars. We moeten dus op zoek naar een systeem dat landbouw en biodiversiteit met elkaar verbindt.

fotografie

Kobe Van Looveren

12

Bio Actief

38


VOOR WIE?

Biologische boeren WAT ?

Ecosysteemdiensten verbinden landbouw en natuur WAAROM?

Schaarse grond vraagt om meer aandacht voor dit probleem

Uit metastudies blijkt dat biologisch bewerkte bodems beter scoren op het vlak van biodiversiteit dan bodems waar zeer intensief wordt geboerd. Maar daarmee is de kous niet af. Sommigen menen dat agro-­ ecologie, omwille van de lagere opbrengst, meer grond nodig heeft en daardoor een negatieve impact realiseert op de hoeveelheid natuurgebied. Grond die wordt ingenomen voor de landbouw kan je immers niet meer inzetten voor puur natuurbeheer. Dit debat is al erg oud en staat bekend onder de n ­ oemer land sparing versus land sharing.

Scheiden of verweven? Bij land sparing worden grote stukken natuur ruimtelijk gescheiden van ­percelen waarop aan intensieve landbouw wordt gedaan. Zo komt er meer grond vrij voor echt natuurbeheer met aandacht voor de zeldzame soorten. Het alternatief is land sharing. In dit model gaan natuur en landbouw de gronden als het ware ‘samen gebruiken’. Die strategie gaat uit van een meer extensieve landbouw, waardoor er op de landbouwpercelen meer ruimte is voor biodiversiteit.

Pleitbezorgers van land sparing stellen dat landbouw altijd tot een buiten­proportionele afname van de soortenrijkdom leidt. Dat is volgens hen ook het geval bij extensieve landbouw. zelfs. Volgens hen geldt de ­biodiversiteitswinst op bijvoorbeeld biologische percelen alleen voor enkele algemenere soorten die sowieso beter standhouden in een landbouwcontext. Alleen: deze twee uitersten tegenover elkaar plaatsen is een enorme simplificatie van een zeer complexe werkelijkheid. In het echt zijn er immers sociale, economische en andere ecologische factoren aan de orde. Zo is het erg naïef om aan te nemen dat stijgende landbouwopbrengsten automatisch betekenen dat er meer grond voor natuurgebied vrijkomt. Als de gronden niet gebruikt worden voor landbouw, dan zal natuur altijd nog concurrentie ondervinden van woningbouw of industrie.

Schaalvergroting en isolatie De realiteit is dat in dichtbevolkte regio’s als Vlaanderen natuur en landbouw nu al ­versnipperd en verweven voorkomen en dat de impact van de landbouw niet beperkt blijft tot enkel de landbouwpercelen. Nog harder inzetten op schaalvergroting en productiviteitsverhoging zal de negatieve impact van de landbouw op de biodiversiteit nog meer doen toenemen. Daar komt nog bij dat hoe geïsoleerder en hoe kleiner de omvang van een populatie is, hoe kwetsbaarder die wordt. Verbinding tussen de populaties wordt immers moeilijker of onmogelijk. Daarenboven wordt het werkelijk leefgebied van soorten met een grote behoefte aan ruimte sterk ingeperkt. Zij kunnen immers alleen nog terecht in de natuurgebieden. We mogen ook niet vergeten dat heel wat soorten niet kunnen overleven zonder de huidige landbouwgebieden. Daar vinden ze hun foerageergebieden, soms hun broed­ gebieden of andere delen van hun leefgebied. Bio Actief

38

13


Rietganzen, kolganzen, smienten en kleine zwanen overwinteren massaal in onze Vlaamse graslanden en akkers met wintergranen. Voor bepaalde populaties zijn onze Vlaamse overwinteringsgebieden, landbouwgebieden, zelfs levensnoodzakelijk. Verdere intensivering in de landbouw zal het leefgebied van deze soorten ernstig aantasten. Soorten zoals geelgors, grauwe gors, bruine kiekendief, blauwe kiekendief, veldleeuwerik en kievit hebben minstens voor een deel van hun leefgebied nood aan grote complexen van geschikte habitats in landbouwgebied.

Meer dan zeldzame soorten beschermen Het argument dat het biodiversiteitsbeleid zich vooral moet richten op zeldzame soorten, geeft blijk van een enge kijk op natuurbehoud. De algemenere soorten die voorkomen bij een extensievere landbouw worden dan over het hoofd gezien. Eckhart Kuijken, een van de grondleggers van het natuurbehoud in Vlaanderen, zei al dat natuurbeleid niet alleen aandacht moet 14

Bio Actief

38

hebben voor bedreigde en kritische soorten, maar dat we ook moeten streven naar optimaal functionerende ecosystemen, al dan niet onder bewuste menselijke beïnvloeding. Die visie zien we deels terug in het Europese en Vlaamse natuurbeleid, dat zich niet enkel richt op het behoud van bedreigde soorten maar ook en vooral probeert om goede ecosystemen in stand te houden, zodat die kunnen zorgen voor de noodzakelijke ­ecosysteemdiensten en -functies.

Optimaliseren van ecosysteemdiensten Ecosystemen leveren immers veel andere diensten naast voedsel en natuur. Denk aan het zuiveren van water, gewasbestuiving, koolstofopslag, plaagbestrijding, enzovoort. Een goed ruimtelijk beleid houdt rekening met meerdere ecosysteemdiensten. Wat de beste strategie is voor een specifieke plek hangt af van de context in het betreffende landschap. Voor elk gebied kunnen genuanceerde keuzes gemaakt worden. De vraag is hoe we veerkrachtige landschappen ­kunnen bekomen die ons duurzaam voorzien van

zoveel mogelijk ecosysteemdiensten. Verschillende ecosysteemdiensten hoeven elkaar niet altijd uit te sluiten maar kunnen ook zo gecombineerd worden dat ze elkaar versterken. In een landschap waar men kiest voor het optimaliseren van zoveel m ­ ogelijk verschillende ecosysteemdiensten zal het effect meestal groter zijn dan wanneer er in een landschap maar één ecosysteemdienst wordt gemaximaliseerd. Dat vraagt wel een andere manier van denken, namelijk ‘systeemdenken’. Helaas is dit systeemdenken verre van mainstream in een wetenschappelijke en beleidscontext waarin wetenschappelijke disciplines en bevoegdheden worden opgedeeld. Daar is nog werk aan de winkel.

MEER WETEN?

Neem contact op met beleidsmedewerker Esmeralda Borgo via esmeralda.borgo@bioforumvl.be.


“Ga op zoek naar samenwerking waar mogelijk.” S O F I E VA N SLYC K EN, ' T L A NG L EV EN

BAANBREKEND BIO

’t Lang Leven Duurzaamheid is een proces. Veel biologische ondernemers hebben dat begrepen en gaan verder dan wat de biowetgeving oplegt. Elk nummer tonen we een bedrijf dat zich engageert voor meer. Als inspiratie. Deze keer: biowinkel ’t Lang Leven.

Sociaal en maatschappelijk betrokken Werk samen met andere winkeliers "Als ik denk aan duurzaamheid, dan denk ik in eerste instantie aan mensen. Je hebt veel dingen niet onder controle, maar wel hoe je met anderen omgaat. Ik streef dus naar continuïteit in mijn werkrelaties: zowel met medewerkers als met leveranciers. Daarnaast wil ik ook goed en correct omgaan met winkeliers in de buurt. Soms betekent dat bepaalde producten niet aanbieden omdat een collega dat al verkoopt. Ga op zoek naar samenwerking waar mogelijk. Ik zoek ook aansluiting bij verschillende lokale organisaties en verenigingen. Een gezonde middenstand doet een gemeente leven."

Duurzaam assortiment Kies voor een lokaal en waarden-vol assortiment "In de aankoop van groenten en fruit probeer ik voorrang te geven aan Belgische bioproducten. En ook voor de rest van het assortiment kies ik vooral voor bedrijven waar ik achter kan staan, die dezelfde sociale waarden hebben. Je bent natuurlijk altijd afhankelijk van je leveranciers en zij geven ook niet altijd de herkomst mee van hun aanbod. Perfectie is moeilijk, maar we vermijden sowieso de extremen, zoals bosbessen in de winter die dan uit Zuid-Amerika moeten komen."

fotografie

Frank Toussaint

MEER WETEN?

Zelf ook geïnteresseerd om meer te doen dan de wetgeving voorschrijft? Doe inspiratie op op www.bfvl.be/baanbrekendbio of neem contact op met projectverantwoordelijke Esmeralda Borgo esmeralda.borgo@bioforumvl. be. Geef ook je eigen goede praktijken aan ons door!

Kringlopen en grondstoffen Vermijd voedselverspilling op de winkelvloer "We doen er alles aan om voedselverspilling te voorkomen. We hebben een goed overzicht over wat we verkopen, waardoor we gericht kunnen bestellen. We hebben ook weinig voorraad. Daarnaast houden we de vervaldata goed in het oog en bieden we producten waarvan de houdbaarheid bijna overschreden is tegen korting aan." Bio Actief

38

15


BIO IN DE KETEN

De biologische aardappelketen in beeld Elk nummer tonen we hoe een bepaald product zich door de biologische keten beweegt en laten we ons licht schijnen over een bijhorend actueel thema. Deze keer kijken we naar aardappelen.

WIE?

De hele biosector W AT ?

De keten van biologische aardappelen uitgetekend WAAROM?

Biologische aardappelen zijn een ­smakelijk en veelzijdig basisproduct van eigen bodem

1. Landbouw De aardappel is wereldwijd het ­belangrijkste voedselgewas na rijst, tarwe en mais. In België worden op ongeveer 350 ha ­b iologische aardappelen geteeld, waarvan 110 ha in Vlaanderen. De belangrijkste ­productielanden in Europa zijn Duitsland en Oostenrijk. Het beperkte areaal biologische ­aardappelen in Vlaanderen is deels te wijten aan het feit dat er maar weinig echte biologische akkerbouwbedrijven actief zijn in onze regio. Veel Vlaamse bioboeren planten op een kleine oppervlakte aardappelen met de bedoeling die rechtstreeks aan c ­ onsumenten te verkopen.

Pootgoed Om aardappelen te kunnen telen, is ­pootgoed nodig. In België is Binst/BioTerra actief in

16

Bio Actief

38

de selectie en vermeerdering van biologisch aardappelpootgoed. Toch merken we dat het meeste aardappelpootgoed in Nederland wordt gekweekt. De percelen liggen in de jonge zeepolders, wat betekent dat de planten makkelijker virus- en ziektevrij kunnen worden gehouden. De zeewind houdt onder meer luizen (die virussen overdragen) en ziekten op afstand. De teelt van pootgoed is streng gereglementeerd en wordt gekeurd door de overheid. Dat moet de kwaliteit garanderen en de verspreiding van ziekten via het pootgoed tegenhouden.

Oogst De biologische aardappelteelt is niet ­eenvoudig, omdat de plant gevoelig is voor een heel aantal ziektes (zie ook pagina 18). Qua onkruidbestrijding stellen zich ­minder problemen. Het kan voor een groot deel ­machinaal, al vergt het wel een alerte aanpak van de bioboer. Een geslaagde onkruidbestrijding berust op een aantal belangrijke pijlers, zoals een aangepast teeltplan, een aangepaste mechanisatie en de aanpak van het onkruid in een jong stadium. Na het rooien worden de aardappelen opgeslagen in grote loodsen. Grote ventilatoren blazen natte aardappelen droog. Daarna helpt koude buitenlucht ze g ­ eleidelijk aan te koelen. Onmiddellijk na de oogst zijn de aardappelen in kiemrust en vormen er zich

geen uitlopers uit de ogen. De duur van de kiemrust hangt af van de ­bewaartemperatuur. Er bestaan synthetische kiemremmers, maar die zijn niet toegelaten voor biologische aardappelen. Als de temperatuur in het voorjaar opnieuw toeneemt beginnen de aardappelen dus spontaan opnieuw te kiemen.

2. Verwerking Naast de gewone verkoop, worden biologische aardappelen tot verschillende producten verwerkt, met name frieten (diepgevroren of vers voorgesneden), chips en pureevlokken. Hiervoor moeten de aardappelen worden gesorteerd. Te kleine aardappelen geven te kleine frietjes en worden dus verwijderd. Schillen gebeurt met behulp van stoom en bij hoge druk. In de wastrommel worden de laatste schilrestjes weggeborsteld. Via water in een gesloten buizensysteem wordt de aardappel met een hoge snelheid richting messenblok gestuwd. Door de snelheid van het water gaan de aardappelen mooi overlangs liggen om de langst mogelijke friet te kunnen snijden. Een (optische) sorteerder en trilzeef verwijderen te korte frietjes en de kantstukjes. Door de frieten met heet water te blancheren, worden de enzymen vernietigd. Het heet water verwijdert ook het zetmeel en de glucose die aan de oppervlakte kwamen tijdens het snijden. Hierdoor is de bakkleur homogener en kleven


1

2

3

Landbouw

Verwerking

Verkoop

de staafjes minder aan elkaar. Het zetmeel verstijft door de verhitting waardoor tijdens het frituren minder vet wordt opgenomen. Na het blancheren worden de frieten gedroogd met hete lucht. Zo krijgen ze een steviger huid en wordt de friet krokanter. Tijdens het bakken zal hij ook minder olie opnemen. Het bakken gebeurt in biologische zonnebloemolie op een temperatuur van 160°C tot 170°C. Daarna worden de frieten met warme lucht ontvet. Diepvriesfrieten worden tot slot in opeenvolgende stappen gekoeld tot -18°C. Verse frieten worden in een zuurstofvrije atmosfeer van koolzuurgas en stikstof verpakt. Op die manier zijn ze tot 30 dagen houdbaar.

3. Verkoop Belgische biologische aardappelen worden hoofdzakelijk in België verkocht. Vooral de versmarkt is hierbij van belang. Beperkte hoeveelheden worden verwerkt tot biologische diepvriesfrieten. Er worden ook heel wat biologische aardappelen ingevoerd uit

onze buurlanden, met name uit Nederland, Duitsland en Frankrijk. Op het einde van het bewaarseizoen (in het voorjaar) worden biologische aardappelen ingevoerd uit onder meer Cyprus, Egypte en Israël. Dit duurt dan tot de inlandse aardappelen opnieuw ruim voorhanden zijn. Enkele bedrijven specialiseren zich in de handel van biologische consumptieaardappelen. Zij kopen aardappelen in bij binnen- en buitenlandse producenten of telen die soms zelf. De aardappelen worden onder gecontroleerde omstandigheden bewaard. Meestal worden de aardappelen gewassen voor het verpakken. Op die manier wordt eventueel aanwezige aarde weggewassen. Veel consumenten en zo goed als alle supermarktketens verkiezen gewassen aardappelen, omdat die minder vuil achterlaten. Enkele aardappeltelers brengen sinds enkele jaren droog geborstelde aardappelen op de markt. Het voordeel hiervan is dat de installatie om droog te borstelen goedkoper is dan een wasinstallatie en

vooral dat droog geborstelde aardappelen lang houdbaar zijn.

Detailhandel Volgens marktonderzoek door GfK Belgium in opdracht van VLAM, worden biologische aardappelen voornamelijk via de klassieke supermarktketens verkocht (46% marktaandeel). In 2016 namen Aldi en Lidl voor het eerst biologische aardappelen op in het assortiment. Door deze introductie haalden beide hard discounts op één jaar tijd een marktaandeel van 19% voor verse bio-aardappelen. Het deed de verkoop van biologische aardappelen in korte tijd zeer sterk groeien. In 2016 werden gemiddeld 0,845 kg verse bio-aardappelen gegeten per Belg. Dat is 5% van alle aardappelen die in België worden geconsumeerd en komt overeen met een totale consumptie van 9.300 ton aardappelen. MEER WETEN?

Nog vragen over de aardappelketen? Neem contact op met Ketenmanager Paul Verbeke paul.verbeke@bioforumvl.be.

“Het beperkte areaal biologische ­aardappelen in Vlaanderen is deels te wijten aan het feit dat er maar weinig echte biologische akkerbouwbedrijven actief zijn in onze regio.” Bio Actief

38

17


Uitgelicht:

Robuuste aardappelrassen De aardappelplant is zeer gevoelig voor allerlei ziekten. Resistente aardappelrassen bieden een oplossing.

D

e aardappelteelt is door een veelvoud aan ziekten niet eenvoudig. Zo is er de gevreesde aardappelziekte, die wordt veroorzaakt door de schimmel Phytophthora infestans. Deze schimmel tast in eerste instantie de bladeren aan, vervolgens de stengel. Al na enkele dagen kan het loof afsterven. Na aantasting van het loof en de stengel kunnen ook de knollen geïnfecteerd worden als de schimmelsporen door regen tot in de bodem worden meegevoerd. Op de knol ontstaan licht ingezonken bruine vlekken. Die vormen vervolgens een toegangspoort voor andere schimmels en bacteriën. Om verdere verspreiding van de sporen te verhinderen wordt het besmette aardappelloof vaak vroegtijdig afgekapt of weggebrand. Een van de maatregelen om de aardappelplaag te voorkomen of minstens te beheersen is het gebruik van koper. Dat is onder strikte voorwaarden en in beperkte hoeveelheid toegelaten in de biologische landbouw. Toch staat het gebruik ervan ter discussie. Koper is namelijk een zwaar metaal en bij te grote dosis toxisch voor bodemleven en natuur. Heel wat bioboeren proberen het gebruik ervan dus zoveel mogelijk te beperken en zelfs te vermijden.

fotografie

Tim Vandewiele

18

Bio Actief

38

Robuuste aardappelrassen Een belangrijk strategie tegen de aardappelplaag is het gebruik van zogenaamde robuuste aardappelrassen zoals Carolus, Connect en Alouette. Deze aardappelrassen hebben dankzij klassieke verdeling ingekruiste resistentiegenen en zijn daardoor niet of minder gevoelig voor de aardappelplaag. Alleen is het telen en vermarkten van robuuste aardappelen minder eenvoudig dan het lijkt. Er moet immers voldoende pootgoed beschikbaar zijn en afnemers moeten bereid zijn om nieuwe variëteiten in het assortiment op te nemen. Dat is vaak een kip-of-ei-verhaal: de verschillende ketenspelers nemen wel eens een afwachtende houding aan. Om deze vicieuze cirkel te doorbreken, wordt nu gewerkt aan een ‘keten-convenant’. Hierbij engageren alle ketenspelers (pootgoedbedrijven, aardappeltelers, verwerkers, groot- en detailhandel) zich om samen te werken om de productie van pootgoed, de teelt en de afzet van robuuste rassen op te schalen tegen 2020.

Rassenvariatie in de winkel Ook winkeliers kunnen een belangrijke

bijdrage leveren aan het verduurzamen van de biologische aardappelketen. Zij kunnen bewust kiezen voor een aanbod van aardappelvariëteiten die van nature resistent zijn tegen de aardappelplaag of voor aardappelen die zonder koper geteeld zijn. Aardappelleveranciers kunnen hierover de nodige informatie geven. Liefst worden die specifieke aardappelvariëteiten ook actief gepromoot. Mensen kiezen immers vaak de soorten die ze kennen, waardoor nieuwe soorten het moeilijk hebben om zich te bewijzen. Een strategie zou kunnen zijn om aardappelen niet per soort, maar per gebruikseigenschappen te verkopen. Winkeliers kunnen aardappelen onderverdelen in bloemige en vastkokende aardappelen, specialiteiten, krieltjes, primeurs en aardappelen geschikt voor frieten. Op die manier kunnen variëteiten met gelijkaardige eigenschappen makkelijker door elkaar worden ingewisseld. Dat maakt het voor de teler en voor de handel makkelijker om over te schakelen op nieuwe, resistente variëteiten.


TĂœV NORD INTEGRA

Certificatie in landbouw en voeding

EENS GEKEND...ONMISBAAR!

Groothandel biologische groenten en fruit

Corporate Branding Guidelines Document for BRC Trading

BRC Certification Body Logo

BE-BIO-02

Below are examples of the Certification Body logo.

Kempenarestraat 44a 2860 Sint-Katelijne-Waver E info@biovibe.be T +32 (0)15/31.62.81 T +32 (0)15/32.07.42

Pantone 2592

Pantone 2592

en vele andere...

Black

Black

www.biovibe.be White

Statiestraat 164 2600 Berchem - Antwerpen T + 32 3 287 37 60 F + 32 3 287 37 61 www.tuv-nord-integra.com

White

adv_96x136mm_03_2016.indd 1

16/11/16 10

Project: BRC Corporate Branding Guidelines Date: July 2011

De beste biologische groenterassen voor 2018 Meer informatie zie : www.biovitalis.eu Of neem contact op met onze vertegenwoordiger : +31 (0)6 230 58 251 Vraag een catalogus aan via : info@biovitalis.eu

Vitalis Biologische Zaden B.V. Hengelderweg 6 7383 RG Voorst - Nederland


SAMENWERKENDE SECTOR

Zit er toekomstmuziek in jouw bedrijf? Is de opvolging van jouw bedrijf al geregeld? Bedrijfscontinuïteit laat je beter niet liggen tot aan je pensioen.

fotografie

Kobe Van Looveren

VOOR WIE?

Bioboeren WAT ?

De toekomst van je bedrijf na jou WAAROM?

Door op tijd na te denken over opvolging, gaat je levenswerk niet verloren

I

n Bio Actief 36 (juni 2017) nodigden we je uit om een enquête over bedrijfscontinuiteit in te vullen, die we in samenwerking met De Landgenoten en Landwijzer hadden opgesteld. Zo wilden we te weten komen in hoeverre het thema leeft. Om eerlijk te zijn: we kregen weinig respons. Het lijkt erop dat er nog weinig proactief wordt nagedacht over het onderwerp, en dat terwijl een groot aantal bioboeren richting pensioenleeftijd gaan. Een leefbaar pensioen lijkt voor velen samen te gaan met de verkoop van grond. Bedrijfscontinuïteit is nochtans veel meer. Veel boeren hopen dat de eventuele opvolger ook kiest voor bio en de bestaande bedrijfsvisie verderzet.

20

Bio Actief

38

Een bedrijf toekomstklaar maken gaat niet van de ene dag op de andere. Een opvolger vinden is vaak moeilijker dan gedacht. Wat met de overdracht van kennis? Wat met de toegang tot de grond die je jarenlang goed hebt beheerd? Wat met klanten? Vragen waarop het antwoord niet altijd even makkelijk te vinden is. Een aantal voorbeelden hieronder kunnen jou inspireren. Misschien zetten ze jou aan om (anders) over dit onderwerp na te denken.

Toegang tot grond? Een van de grootste knelpunten voor de landbouw blijkt de toegang tot grond. Veel overlaters zien hun grond als hun pensioen, terwijl starters de dure grond niet kunnen betalen. Vanuit deze patstelling ontstond drie jaar geleden de coöperatie en stichting De Landgenoten. Ook bestaande bioboeren kunnen hier trouwens een beroep op doen. Dat beseffen ook Johan en Mattias van De Blauwe Spie. In september waren de Biobedrijfsnetwerken bij hen te gast. Zoon Mattias neemt stilaan het bedrijf van zijn vader Johan over en zei toen het volgende: "Het huis en de huiskavel wil ik graag in eigendom, maar alle overige grond zou ik

graag via De Landgenoten beheren. Het is niet meer van deze tijd om grond in bezit te hebben. Grond is gemeenschappelijk goed en wij zijn tijdelijke rentmeesters. Na mij zouden anderen ook op deze grond biologisch moeten boeren."

Bedrijfsvisie verder zetten In het verleden konden bioboeren hun bedrijf stapsgewijs uitbouwen. Nieuwkomers die interesse hebben in overname, komen daarentegen terecht in een bedrijf waar vaak al een duidelijke visie bestaat. Dat maakt het niet makkelijk voor overnemers. Leen Verwimp en Antoine De Paepe van de Kollebloem deelden hierover al eerder hun ervaringen: "We zagen de afgelopen jaren verschillende starters passeren. Ze probeerden even en vertrokken toen weer. Het duurde ongeveer 5 jaar voor we beseften waar de echte knelpunten zaten. Enerzijds moesten we leren om meer los te laten, anderzijds was het nodig om instappers verantwoordelijkheid te doen nemen. Het was duidelijk dat dit een geleidelijk proces moest zijn, zowel voor hen als voor ons. Dat was een leerproces." Ook bij de Kollebloem stelde de vraag over grond zich. Die mocht geen obstakel zijn voor


overname en dus zochten ze eerder al naar een oplossing. Daarvoor hadden ze Land-inZicht opgericht, een eigen grondenfonds dat dat mogelijk moet maken. Om de overname verder te vergemakkelijken, veranderde de Kollebloem zelf van structuur. Men koos voor een coöperatie. De bestaande boeren werden A-aandeelhouders, terwijl de overnemers als B-aandeelhouder konden instappen. En om het plaatje helemaal compleet te maken werden ook consumenten nauwer betrokken via C-aandelen. Een denkgroep met externen helpt intussen mee na te denken over alle stappen. Dat zal uiteindelijk leiden tot een bedrijf dat klaar is voor de toekomst.

Van medewerker naar overnemer Ook in gesprekken met andere bedrijven zien we beide elementen - loslaten en visie behouden - steeds weer opduiken: hoe kan je loslaten en toch zeker zijn dat je bedrijfsvisie overeind blijft? Hoe kan je ervoor zorgen dat wat je door biologisch te boeren in je bodem hebt opgebouwd blijft behouden? Hoe maak je het financieel haalbaar voor de overnemer zonder dat je eigen pensioen in het gedrang

komt? Hoe help je nieuwkomers in de landbouw omgaan met die grote verantwoordelijkheid om een eigen bedrijf te leiden?

“hoe kan je loslaten en toch zeker zijn dat je bedrijfsvisie overeind blijft?”

De aanpak van biologisch groenteteler Thierry Beaucarne is inspirerend. Hij gaf een nieuwe medewerker de ruimte om deel uit te maken van zijn bedrijf. In aanvulling op zijn werk als medewerker, gaf Thierry hem de verantwoordelijkheid over één perceel. De medewerker combineerde zijn werkuren op de boerderij van Thierry met het werk op het gehuurde perceel.

overname te komen, zowel binnen als buiten familieverband. Het resultaat was voor beiden positief en de medewerker zou volgend jaar (een ander deel van) een perceel in zijn beheer willen nemen. Zo groeide een medewerker onbedoeld tot een potentiële overnemer.

Doordat hij toegang had tot het machinepark en de afzetkanalen van Thierry, bouwde hij nuttige ervaring op en geraakte hij ingewerkt in het bedrijf. Bovendien werkte het extra inkomen stimulerend. MEER WETEN?

Maar ook voor Thierry werkte het motiverend. Zijn medewerker zorgde voor een nieuwe kijk op zijn bedrijfsvoering en de samenwerking gaf hem inzicht in de stappen die nodig zijn om tot een nauwere samenwerking of

BioForum Vlaanderen plant in samenwerking met onafhankelijk adviseur Geert Iserbyt hierover een netwerkbijeenkomst. Interesse? Neem contact op met An Jamart an.jamart@bioforumvl.be.

Bio Actief

38

21


SECTOR IN GESPREK

Onkruid vergaat niet Biologische landbouw krijgt af en toe de kritiek dat ze hypocriet zijn omdat ze natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Waar gaat de discussie over en is de kritiek al dan niet terecht? Bio Actief vroeg het aan een aantal betrokkenen.

fotografie

Kobe Van Looveren

inzake gewasbeschermingsmiddelen én de federale wetgeving inzake pesticiden voor landbouwkundig gebruik.

VOOR WIE?

De hele biosector WAT ?

Het gebruik van biologische gewasbeschermingsmiddelen WAAROM?

De biosector zou in de eerste plaats moeten streven naar een pesticidevrije landbouw.

I

n het biologisch lastenboek staat duidelijk beschreven hoe bioboeren aan gewasbescherming moeten doen. Verordening 834/2007 benadrukt dat de focus moet liggen op het ecosysteem van de bodem. Een gezonde bodem krijg je dankzij aangepaste grondbewerking, bemesting en een meerjarige vruchtwisseling. Daarnaast moeten biologische boeren kiezen voor robuuste rassen, die beter bestand zijn tegen ziekten en plagen en een uitgebreid wortelgestel hebben. Zo zijn ze beter aangepast aan een biologische productie. Teelttechnische maatregelen zorgen ervoor dat er voldoende nuttige insecten en andere natuurlijke vijanden in het landbouwecosysteem aanwezig zijn. Pas in allerlaatste instantie mag een biologische producent gebruik maken van een beperkt aantal pesticiden van natuurlijke afkomst. De toegelaten stoffen staan in bijlage 2 van de Europese bioverordening 889/2008. Die stoffen voldoen uiteraard ook aan de algemene Europese wetgeving 22

Bio Actief

38

Hoe wordt bepaald welke actieve stoffen er zijn toegelaten? Laten we alvast één misverstand uit de weg ruimen: het is niet omdat een actieve stof een natuurlijke oorsprong heeft, dat ze daarom per definitie toegelaten is in de biologische landbouw. Het COP (Committee on Organic Production) beslist welke actieve stoffen opgenomen worden in bijlage 2 van de biologische verordening. In dit orgaan van de Europese Commissie zetelen bevoegde ambtenaren van de verschillende lidstaten. Ze baseren hun beslissing op het deskundig advies van de EGTOP (Expert Group for Technical Advice on Organic Production), een groep wetenschappers en experten met technische kennis over de biologische sector. Die kijken na of een gewasbeschermingsmiddel voldoet aan een reeks duurzaamheidscriteria en toetsen het gebruik ervan af aan de principes van biologische landbouw. Sinds 2010 heeft de EGTOP drie adviezen over gewasbescherming uitgebracht. Die behandelden telkens meerdere stoffen en zorgden ervoor dat sommige stoffen uit bijlage 2 verdwenen en andere eraan toegevoegd werden.

Hoe "natuurlijk" is "natuurlijk"? Pieter Spanoghe is als professor verbonden aan de vakgroep gewasbescherming van de UGent,

Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen. Hij stelt zich vragen bij de term "natuurlijk". Spanoghe: "Een pesticide bestaat uit een actieve stof en hulpstoffen die nodig zijn opdat de actieve stof goed zou functioneren. De biologische verordening regelt enkel de actieve stoffen, maar niet de hulpstoffen, die wel degelijk gesynthetiseerd kunnen zijn. Een bekend voorbeeld volgens Spanoghe is piperonylbutoxide (PBO), dat als hulpmiddel wordt toegevoegd aan pyrethrine. En inderdaad, de EGTOP heeft al gewezen op de nadelige effecten van PBO voor milieu en gezondheid, en stelt vast dat er soms problemen met residuen zijn. Het is een van de stoffen waarvoor de EGTOP pleit voor uitfasering. Daarnaast lijkt de productie van de in bio toegelaten feromonen voor Spanoghe een puur chemische aangelegenheid. "Een koe kan je melken," zegt hij, "maar je kan geen feromonen uit een insect halen. Het feromoon wordt geïdentificeerd, de moleculaire structuur wordt bepaald en vervolgens chemisch nagemaakt in het labo." Spanoghe wil aangeven dat het onderscheid tussen natuurlijk en synthetisch dus niet zo strikt is. Hij vindt dat het beter is om te spreken over semi-natuurlijke middelen. Hij voegt er nog aan toe: "Het lijkt me zinvoller om de schadelijkheid per product te onderzoeken en niet langer vast te houden aan de opdeling tussen natuurlijk of niet." Zelf gebruikt hij daarvoor de POCER-indicator. Die weegt


alle effecten van een pesticide op mens en milieu af, op basis van de bestaande kennis.

Bio: back to basics De vraag is of de focus bij gewasbescherming in bio wel zo sterk moet liggen op de producten die gebruikt mogen worden. Zegt het biologische lastenboek niet dat deze stoffen alleen "in uiterste nood" gebruikt mogen worden? Is het in die context wel aangewezen om de deur open te zetten voor het gebruik van zogenaamd minder schadelijke, maar synthetische pesticiden, zoals Spanoghe suggereert? Als het van Frank Anrijs afhangt niet. Hij is zelf biologisch gecertificeerd boer, voortrekker van permacultuur en een rabiaat tegenstander van het gebruik van pesticiden, wat de oorsprong ervan ook moge zijn. Anrijs: "Het doel van een pesticide is om een organisme te doden. Dat haalt het natuurlijk evenwicht van een ecosysteem uit balans." Anrijs kiest voor een andere aanpak: "De bodem dagelijks verbeteren, extra mineralen toevoegen, mulching, bodemleven beschermen, randen aanleggen, natuurlijke vijanden aantrekken... Zo til je het geheel naar een hoger niveau. Het resultaat is meteen merkbaar: geen last meer van slakken, luizenplagen die vanzelf verdwijnen en groenten die plaagvrij van zaailing tot op je bord komen." Hij betreurt dat bio niet afstapt van het gebruik van pesticiden en benadrukt, net zoals Spanoghe, dat de natuurlijke afkomst van een product niet per definitie betekent dat het beter zou zijn voor mens en milieu.

Natuurlijk evenwicht? Spanoghe beaamt dat het erg nuttig is om te waken over de toestand van de bodem en hij waardeert de kennis die de biosector daar over vergaart. Tegelijkertijd gelooft hij dat veel gewassen door herkomst en veredeling al lang niet meer zijn aangepast aan het lokale ecosysteem. "Verschillende gewassen zijn niet inheems. Denk aan maïs, aardappel

of tomaat. Deze nieuwe teelten verstoren een evenwicht dat al duizenden jaren bestaat. De nodige natuurlijke vijanden en microbiële evenwichten die plagen bestrijden, kan je niet kunstmatig introduceren. Daarom is het niet meer mogelijk om tot een ecologisch evenwicht te komen." "Voor kleinschalige systemen lukt dat misschien nog wel," meent hij, "maar zodra je grootschaliger werkt, kom je in de problemen." Hij stelt dat dankzij pesticiden de productie met 30% verhoogd kan worden, en dat een zo hoog mogelijke productie noodzakelijk is om een stijgende wereldbevolking te voeden. "Ten koste waarvan?", vraagt Anrijs zich af. Als voorbeeld verwijst hij naar een recent wetenschappelijk rapport dat aan de alarmbel trok: op amper 27 jaar tijd nam de hoeveelheid insecten met 75% af. De onderzoekers vermoeden dat dit te maken heeft met de schaalvergroting in de landbouw en het gebruik van pesticiden. "Door pesticiden te gebruiken, werk je een verstoord systeem nog verder in de hand en kom je nooit tot een duurzame oplossing", aldus Anrijs. Voedselverlies is het grote struikelblok in de discussie volgens Spanoghe. Dat wordt geschat op 50%. "Mocht het met 30% gereduceerd worden, dan maakt dat het gebruik van pesticiden overbodig." Biologisch pitfruitteler Katleen De Coninck gaat niet zo ver als Anrijs, maar zij ziet het gebruik van de in bio toegestane bestrijdingsmiddelen hoogstens als ultieme oplossing. "In de bioteelt wordt veel meer dan in gangbaar ingezet op preventie van ziekten en plagen", zegt ze, "en daar gaat het in essentie over. Wij planten veel verschillende rassen op een verstandige manier door elkaar en trekken natuurlijke vijanden aan. En we tolereren een zekere schade zodat ook die natuurlijke vijanden over voedsel beschikken. Bij meerjarige teelten is het bereiken van een evenwichtig

ecosysteem nog belangrijker, want wij moeten met onze bomen toch verschillende jaren door."

Spuit achter de hand Lieven Delanote, afdelingshoofd biologische productie bij Inagro, beaamt de aanpak van observatie en preventie. "Je zou met een boutade kunnen zeggen dat gangbaar gelijk staat aan ‘spuit in de hand’ en bio aan ‘spuit achter de hand’!" Volgens Delanote houden biotelers hun afhankelijkheid van pesticiden best zo laag mogelijk. "Creëer een zo gunstig mogelijke omgeving, trek natuurlijke vijanden aan en kies voor robuuste rassen." Hij vindt ook dat de sector alert moet blijven. "Sommige stoffen worden veel gebruikt, zoals het niet zo onschuldige Spinosad, dat overigens vooral in gangbare landbouw een basismiddel is in het spuitschema tegen rupsen en insecten op kolen en prei. Bio moet zich daar vragen bij durven stellen. De indruk dat een product helemaal veilig is omdat het in bio mag gebruikt worden, is niet terecht."

Bezinnen Daarnaast vindt Delanote ook dat de biosector moet beginnen nadenken over schaalgrootte: "Hoe groter, hoe meer risico’s. Is dat wat we als sector willen?" Ook maakt hij zich zorgen over mogelijke uitbreidingen van de lijst met in bio toegelaten pesticiden. "De chemiesector is volop bezig met de ontwikkeling van nieuwe pesticiden, niet chemisch gesynthetiseerd, maar geproduceerd door micro-organismen, waardoor ze in aanmerking kunnen komen voor bio," stelt hij vast. "Het is dus hoog tijd dat de biosector zich bezint over haar verdere ontwikkeling!"

MEER WETEN?

Neem contact op met Esmeralda Borgo, beleidsmedewerker van BioForum Vlaanderen via esmeralda.borgo@bioforumvl.be.

fotografie

François De Heel

Bio Actief

38

23


EERLIJKE SECTOR

De klant is koning Bio is overal verkrijgbaar en dus komt er ook beweging in het landschap van de biowinkels. We vroegen aan enkele bioketens hoe zij hun positie in het winkellandschap zien.

fotografie

Lisa Develtere

24

Bio Actief

38


WIE?

De hele biosector WAT ?

Biowinkels in beeld

zich persoonlijk bediend voelt. Als je dat goed aanpakt, is er zeker ruimte voor een zelfstandige ondernemer. De ideale winkels bieden een totaalaanbod aan met een aanbod verswaren en een eigen selectie aan merken die niet in de supermarkt liggen."

WAAROM?

Steeds meer winkels bieden bio aan

S

upermarkten, buurtwinkels en zelfs hard discounters hebben tegenwoordig bioproducten in het gamma. Toch blijven ook biowinkels stand houden. Die hebben al een hele tijd hun geitenwollensokken imago van zich kunnen afschudden, met moderne winkelruimtes en een breed biologisch assortiment. Een deel van de markt wordt ingenomen door biologische ketens. Winkels als Bio-Vita en Het Natuurhuis hebben met elk drie winkels nog groeipotentieel, andere ketens zijn intussen in heel Vlaanderen te vinden. We gingen langs bij enkele ketens om te horen hoe zij het winkellandschap zien evolueren.

Bio Shop Bio shop bestaat 25 jaar en verenigt op dit moment een groep van 22 zelfstandige winkeliers: 20 in Vlaanderen, 1 in Brussel en 1 in Eupen. Volgens Luc Dhaenens, bestuurder van Bio Shop en zelf zelfstandig winkelier van Bio Shop Pimpernel, biedt die samenwerking heel wat voordelen: "Bio Shop ondersteunt aangesloten winkels met een gemeenschappelijk kassasysteem, een website, een maandelijks krantje, gezamenlijke acties enzovoort. We hebben door de jaren een stabiele relatie met onze leveranciers opgebouwd. Een gemeenschappelijke naam maakt ons ook herkenbaarder voor de consument." Dhaenens heeft het landschap zien veranderen: "Bio is overal te vinden en wordt niet meer weggelachen als vroeger. We zien wel dat meer zelfstandige winkels de laatste jaren de deuren sluiten."

Dhaenens voegt er nog aan toe dat Bio Shopwinkels deels inzetten op lokaal om de korte keten te steunen. Een uitdaging voor hen is om zich ook in online verkoop te positioneren.

Origin’O Origin’O bestaat sinds 2006 en heeft intussen 17 winkels in Vlaanderen en Brussel. 12 daarvan zijn in eigen beheer, 5 onder franchise. Algemeen directeur Stefaan Vanlerberghe: "De laatste jaren zijn we sterk gegroeid, met enkele winkels per jaar, maar we streven niet naar x aantal winkels binnen 5 jaar. We bekijken vooral de kansen die zich aanbieden en benutten ze optimaal. Winkels nemen contact op als ze zich willen aansluiten of een overnemer zoeken en dan wegen we het potentieel af: zowel het pand als de regio." De focus van Origin’O is kwaliteit en versheid volgens Vanlerberghe:"We zetten in op een breed voedingsassortiment met veel vers. Dat zijn zowel groenten en fruit als een uitgebreide verstoog met gekoelde producten en bereidingen. We hebben ook aandacht voor lokaal, maar bio primeert. Wanneer de combinatie mogelijk is, dan graag."

Bio-Planet kiest duidelijk voor de supermarktformule. "We onderscheiden ons van andere winkels door in ons assortiment zowel in de breedte als in de diepte te gaan. Naast bio geven we vanuit ecologisch perspectief ook de voorkeur aan seizoensgebonden en lokaal. Producten moeten sowieso in een breder duurzaam concept kaderen. Zo bestaat er geen biologisch aanbod aan gedroogde insecten, maar bieden wij ze toch aan, omdat het als vleesvervanger een uitgesproken duurzaam product is. Verder heeft Bio-Planet in zijn assortiment aandacht voor glutenvrije, lactosevrije en andere voeding ‘vrij van’. Boom: "We spelen in op de groeiende vraag naar allergenenvrije voeding. Onze samenwerking met voedselbanken die er vanaf het begin was zetten we verder. Een billijke relatie met alle betrokkenen in de keten vinden we essentieel als bouwsteen voor samenwerking in de sector."

Sequoia De eerste Sequoia-winkel opende zijn deuren in 1988 in Brussel. Intussen bestaat de keten uit 7 winkels. De eerste Vlaamse vestiging ging in oktober open. Aankoopverantwoordelijke Laurent Verheylesonne: "We bieden een zeer ruim assortiment aan, van de meest kwalitatieve bioproducten op de markt. Onze specialiteit zijn verswaren zoals fruit, groenten, vegetarische producten enzovoort. We hebben ook een eigen professionele keuken, die elke dag verse maaltijden klaarmaakt."

De laatste 2 jaar zet de winkelketen sterk in op het zelf verwerken. Daarvoor gebruiken ze groenten en fruit die niet aan de verkoop- Sequoia streeft zoveel mogelijk naar extra normen voldoen. "We verwerken ze tot soep, criteria en labels zoals Nature & Progrès, slaatjes, quiches enzovoort." Zo probeert Biogarantie of Demeter. Verheylesonne: Origin’O het voedselverlies te beperken, aldus "Onze missie is om gezonde voeding toegankelijk te maken en verder te gaan dan de Vanlerberghe. standaard supermarkt. Onze medewerkers Vanlerberghe ziet steeds meer boerencoöpe- zijn aanspreekbaar en we willen we meer raties verkoopkanalen oprichten. "We juichen nicheproducten kunnen aanbieden: gluhet toe, al is het niet altijd de ultieme oplos- tenvrij, lactosevrij, veggie, vegan, raw food, sing. Een uitsluitend lokaal aanbod is voor superfood..." de klant niet altijd wat hij zoekt."

Bij Bio Shop behouden de winkels hun zelfstandigheid en dus ook hun eigenheid. Ze kunnen wel van elkaar leren hoe bepaalde uitdagingen aan te gaan: "Winkels moeten evolueren en blijven investeren. En dan kunnen ze de concurrentie aan", stelt hij. "Als zelfstandige winkelier moet je je blijven onderscheiden. Dat kan met het assortiment – door bijvoorbeeld te kiezen voor biodynamische producten of door eigen bereidingen aan te bieden. Of door het creëren van een winkelbeleving waar de klant

Bio-Planet Bio-Planet is de biologische tak van de Colruyt-groep. Momenteel zijn er, verspreid over België, 27 winkels onder de naam BioPlanet. Ingrid Boom, marketing manager: "De meeste winkels liggen in Vlaanderen, maar qua uitbreiding focussen we nu vooral op Wallonië. We breiden elk jaar uit met een 3-tal winkels. Het totaal potentieel is volgens ons een 50-tal winkels."

MEER WETEN?

Heb je als biowinkel vragen over de markt? Neem contact op met adviseur verkooppunten Marijke Van Ranst via marijke.vanranst@bioforumvl.be. Bio Actief

38

25


Van horen zeggen “Pas op voor predikers die aangeven dat we alles met technologie kunnen oplossen. Technologie kan processen optimaliseren, maar kan geen voedsel produceren, dat kan alleen vanuit de biologie. Leven verwekt leven.”

BERT VA N RU IT E N B E E K DIRECTEU R ST ICH T IN G D E ME T E R OKTOBE R 2017, D E ME T E R MA G A Z IN E

“De grote boeren-syndicaten moeten niet op de rem gaan staan om te voorkomen dat glyfosaat verboden wordt, ze moeten net op het gaspedaal gaan staan om ervoor te zorgen dat hun boeren deftig betaald worden.” TIJS BOELENS BIOBOER DE G ROE N T E L A A R 1 8 OKTOBER 2017, FIL M G ROE N E E U ROPE S E PARTIJ

“De beelden die we hebben gezien, dat is industriële landbouw. Dan zijn er twee oplossingen: ofwel moeten we met de sector, zoals ik nu doe, samenzitten en meer doen dan de Europese normen, ofwel moeten we als consument optreden en beslissen om enkel nog bio-eieren te kopen of eieren uit de vrije uitloop.” B EN WEY TS VL A A M S M I N I S TER VA N D I ER EN WEL ZI J N 7 N OVEM B ER 2 0 1 7 , R A D I O 1

“True Cost Accounting is een manier om een prijs te berekenen. Het bewijst vooral zijn waarde op het vlak van marketing, communicatie en zelfs verkoop. Maar met verandering, transformatie of transitie heeft het niets te maken. Het is vragen om problemen als je de essentie van de vier biologische principes reduceert tot een rekenmethode.” R O N A L D VA N M A R L EN D I R EC TEU R S TI C H TI N G EK O

“Duurzame en ecologische landbouw blijft het enige valabele alternatief op korte en lange termijn. Alle inspanningen en onderzoek moeten zich daarom richten op een verhoogde rentabiliteit. Succesvol en ecologisch boeren sluit het gebruik van nieuwe hoogtechnologische middelen niet uit, wel integendeel.” S TAF HENDERICKX , H U ISA RT S E N AU T E U R ‘VAN MAMMOE T T OT BIG MAC’ 1 5 NOVEMB E R 2017, W E E KE N D KN ACK. B E

26

Bio Actief

38

Steeds meer weerklinkt de roep om milieu- en maatschappelijke kosten ook mee te nemen in de prijs van voedingsproducten. Dan zullen producten die het milieu zwaarder belasten duurder worden. De Nederlandse biologische groothandel EOSTA pakt hier graag mee uit. Ronald van Marlen waarschuwt dat dit rekenmodel de biosector niet in slaap mag sussen en roept de sector op om te blijven werk maken van een verdere transitie naar een door en door duurzaam landbouw- en voedingssysteem.


Wij investeren in een biosector met pit

En jij plukt er de vruchten van! STEM UIT DE SECTOR

Op zoek naar grond

N

a de patattenoorlog in Wetteren wilde ik me (als stadsmeisje) verder verdiepen in de landbouwsector. Hoe zit dat met die ggo's? Wie bepaalt er wat op ons bord komt? Waarom klagen boeren zo vaak en waarom stoppen er zoveel? Waarom al die mais?

Word lid van BioForum Vlaanderen en geef ons meer slagkracht! Meer info: www.bfvl.be/wordlid E info@bioforumvl.be T 03 286 92 78

Ik ging bij Landwijzer de opleiding bioboer volgen, deed twee jaar intensief stage, verdiepte me in melkveehouderij en zuivelverwerking en kreeg de smaak van het boeren dermate te pakken, dat ik graag melkboerin wou worden. De keuze voor bio was snel gemaakt. De vraag stijgt, de prijzen zijn redelijk, het is eco en dus logisch. Het loont voor alles en iedereen, zeker op lange termijn. Ik kan met 10 koeien een aardig loon verdienen door de melk zelf te verwerken en af te zetten in de korte keten. Mijn verhaal klopt. Ik heb wel minstens 5 ha weiland nodig, eventueel wat extra om zelf de voeders te telen. Ik heb ook een stal nodig en een melkhuis, opslagruimte… Zo praten we al gauw over honderdduizenden euro’s die ik niet heb en ook niet voordelig kan lenen. Ik ben nu ruim twee jaar naar grond aan het zoeken, met de hulp van De Landgenoten. En het is niet dat er niets is of geen grond vrij komt, maar de prijzen blijven onbetaalbaar. Zeker als je het alleen moet doen. Terwijl samenwerken weer zoveel andere engagementen vraagt… Voor mij is het duidelijk: als het Europees beleid eenzijdig kiest voor export en grootschaligheid, en bio als een niche blijft aanzien, komt het met onze Vlaamse landbouw nooit meer goed. En dat vind ik bijzonder jammer.

Een groeiende beweging voor agro-ecologie. Volg Voedsel Anders Vlaanderen op

BARBARA REDANT

Ex-student Landwijzer Bio Actief

38

27


BIO GARANTIES

VAN HET VELD TOT OP JE BORD... VERDELER IMPORTEUR

LANDBOUWER

VERWERKER

VERKOOPPUNT RESTAURANT

CERTISYS CONTROLEERT ALLE ACTOREN IN DE BIOSECTOR be-bio-01 certiSYS

identificeer het europees biolabel en de referentie van het controleorganisme alsook het biogarantielabel.

Onze

BiO

producten zijn gecontroleerd en gecertificeerd

certisys

2017 ®

certi sys bio certification

certificaten op www.certisys.eu

Dit document is eigendom van certisys en moet op aanvraag terug gestuurd worden. PU4503nL06 (16/08/2016)

Vind de bioaffiche terug bij alle bio marktdeelnemers gecontroleerd door certisys.

online toegang tot al de certificaten van de marktdeelnemers gecontroleerd door certisys.

© certisys - alle rechten voorbehouden.

®

certi sys www.certisys.eu Bioactief 198x136 NL.indd 1

JoLien weet alles van gezonde groei

bio certification

07/07/2017 10:18

Wil jij je bedrijf ook gezond laten groeien? Laat je dan als land- of tuinbouwer ondersteunen door onze boekhouders en adviseurs, allemaal specialisten in hun vak. SBB garandeert immers niet alleen een correcte boekhouding en een stevig onderbouwd fiscaal dossier, maar ook een betaalbare begeleiding inzake bedrijfsontwikkeling en deskundig omgevings- en milieuadvies. Zo kan jij in alle vertrouwen verder bouwen aan je onderneming. Je vindt een kantoor in je buurt op sbb.be.

Jolien, 33 jaar, eigenaar biobedrijf

BioActief 136x198 nov17.indd 1

28/11/17 14:05


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.