Bio Actief 27

Page 1

Bio Actief 27 Jouw ontmoeting met een dynamische sector

“We willen een ­ eerlijk, natuurlijk product neerzetten. Daarom kiezen we voor biologische ingrediënten.” PETER HEERWE G H

driemaandelijks tijdschrift verschijnt in maart

- juni - september - december


Bio Actief

Jouw ontmoeting met een dynamische sector MA A R T 2 0 1 5 , E DI T I E 2 7 Bio Actief is een uitgave van BioForum Vlaanderen vzw. Bio Actief vind je vier keer per jaar in je brievenbus. BI O FOR U M V L AANDE R EN V Z W Quellinstraat 42 2018 Antwerpen T 03 286 92 78 E info@bioforumvl.be www.bioforumvlaanderen.be V.U . Kurt Sannen, Asdonkstraat 49, 3294 Molenstede HO O FDR EDAC T I E Tom Wouters

VOORWOORD

Investeren in de toekomst Beste lezer,

D

E I N D R E DAC T I E Petra Tas RE D A C T I ER AAD E N I NHOUD ELI JKE EXPERT ISE Bram Fronik (Verwerking & wetgeving), An Jamart (Landbouw), Marijke Van Ranst (Verkooppunten & foodservices), Esmeralda Borgo (Beleid), Paul Verbeke (Ketenmanager), Martine Van Schoorisse (Biogarantie, beurzen & export), Lotte Van Boxem (Communicatie consument), Lieve Vercauteren (Directeur) FO T O G R AF I E KVL/Creative Nature, Lisa Develtere, Kjell Gryspeert, Joachim Dewilde, Frank Toussaint, Tim Vandewiele CO VE R F OT O Frank Toussaint

e slogan van onze Bioweek-campagne "Met bio in­vesteren wij in onze toekomst" is niet zomaar gekozen. Bio geeft een antwoord op tal van maatschappelijke uit­dagingen: de toestand van onze bodems, de klimaatopwarming, de toegang tot (gezonde) voeding, een eerlijke prijs voor de boer enzovoort. Niet alleen wij zeggen dat. Enkele jaren geleden kwamen meer dan 400 wetenschappers tot de conclusie dat agro-ecologische landbouw een cruciale rol zal spelen in de voedselvoorziening van een steeds grotere wereldbevolking. Dan moet er wel geïnvesteerd worden. Heel wat Europese landen hebben dat begrepen en trekken extra geld uit voor de ontwikkeling van de biosector.

VO RM G EV I NG We Make Graphics ME T DANK AAN Geertje Stoffels, Renaat Devreese, Peter Heerwegh, Yo De Beule, Koen Dhoore, Jürgen Reimers, Rob Boomstra, Jos Arits, Daniel Van Kesteren, Luc Uytdewilligen,Corry Vandenbroeke, Christel Vanvooren D RU K Zwart op wit VE RZ E NDI NG Annemie Lambert, De Brug vzw A BO N NER EN Belgische marktspelers krijgen een gratis abonnement. Ben je geen marktspeler, maar wel geïnteresseerd in een jaarabonnement? Maak dan 25 euro over op bovenstaand rekeningnummer met de vermelding 'Abonnement Bio Actief'. Buitenlandse abonnees betalen 30 euro (BIC: TRIOBEBB, IBAN: BE30523080125311). A D VE R T ER EN Wil je graag de publicitaire mogelijkheden van Bio Actief kennen? Neem contact op met Sabrina Proserpio, E sabrina.proserpio@bioforumvl.be, T 03 286 92 70. Deze publicatie kwam tot stand met de steun van de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling, van het Departement Landbouw en Visserij.

In Vlaanderen besliste Minister van Landbouw Schauvliege echter het budget voor bio met 10 procent in te krimpen. Dat betekent onder meer minder geld voor onderzoek, keten­ontwikkeling en BioForum. Tegelijk dalen ook de biohapremies en de subsidie voor de controlekost. Het verkeerde signaal, want we kunnen niet blijven inzetten op alleen maar grootschalige productie voor een wereldmarkt aan wereldprijzen. De boer wordt daar niet beter van. Met haar beleid kiest de minister niet voor de landbouwers, maar voor de economische belangen van andere spelers in de keten. Het is eenvoudig: investeer meer in boeren (bioboeren en andere) die produceren met respect voor mens en milieu, zodat ze een leefbaar inkomen krijgen. Geef minder geld aan een landbouw waar boeren en maatschappij niet beter van worden. Het is jammer voor heel Vlaanderen dat onze minister die keuze niet wil maken.

KURT SANNEN

Voorzitter BioForum Vlaanderen kurt.sannen@bioforumvl.be 02

Bio Actief

27


BIO ACTIEF 27

Inhoudstafel 10

Bio schiet wortel

23

Het Jaar van de Bodem

20

5 jaar bio足 bedrijfsnetwerken

24

De kip en het ei

22

I like bio! Tips voor facebook

06 LEVENDE SECTOR

Met bio 足investeer ik in onze toekomst

LEKKERE SECTOR

12

Iemand een kopje thee?

16 EERLIJKE SECTOR

Wat betekent het nieuwe VLIF voor de biosector? Bio Actief

27

03


Bio Flash Filmvoorstelling: Dansen met ­Gehoornde Dames ‘Dansen met Gehoornde Dames’ is een documentaire over een Nederlandse veehouderij die beslist om geen antibiotica meer te gebruiken. Dat leidt tot bijzondere resultaten. Herman-Jan Stroes van de Stichting ‘Dansen met Gehoornde Dames’ leidt de film in. Achteraf volgt een nabespreking met hem en Kurt Sannen. Moderator is Jef Peeters van Oikos. Op het einde kan je in het Stukcafé proeven van de Remeker-kaas. Je bent welkom op maandag 30 maart om 20 uur in ­Cinema Zed, Naamsestraat 96 Leuven. Toegangsprijs is 6 euro. BioForum organiseert deze avond samen met Oikos, Voedselteams vzw en Masereelfonds. Meer info over de film vind je op ­www.dansenmetgehoorndedames.nl.

Op zoek naar seizoensarbeiders? BioForum biedt mensen die seizoensarbeid willen doen op een bioboerderij al enige tijd de kans om zich hiervoor aan te melden op onze consumentensite Bio Mijn Natuur. En dat heeft succes, want de laatste maanden kregen we verschillende aanvragen binnen. Als bioboer kan je deze lijst gratis bij ons opvragen. Je kan er makkelijk doelgericht in zoeken, op regio, beschikbare tijd of woonplaats. Zo vind je snel de enthousiaste werkkracht die je nodig hebt! Om de lijst met seizoensarbeiders op te vragen, neem je contact op met Lotte van Boxem — lotte.vanboxem@bioforumvl.be

BioForum op Twitter BioForum was al op Facebook te vinden als Lekker Bio, maar sinds kort hebben we ook een Twitter-profiel. Op die manier hopen we bio nog vaker in de media te krijgen en nog meer door te wegen op pers en beleid. Welke tweets wij de wereld insturen, kan je lezen op https://twitter.com/bioforumvl.

04

Bio Actief

27 fotografie

KVL/Creative Nature


Zet je deuren open tijdens de Bioweek! Nog maar een paar maanden en het is weer Bioweek! Van 6 tot 14 juni tonen we ons als biosector aan de buitenwereld. Hopelijk doe ook jij mee en organiseer jij op een van deze dagen een opendeurdag, een lezing of iets waanzinnig origineels. Heb je een winkel, dan kan je je klanten verwennen met een ­speciale promoactie!

fotografie

KVL/Creative Nature

Je kan je Bioweek-activiteit aan ons doorgeven via www.bfvl.be/bioweek_activiteit. Promo­acties meld je aan via www.bfvl.be/bioweek_promo­ actie. Wij nemen activiteiten en promoacties op in onze online kalender op de Bioweek-website, online vanaf mei 2015.

BioForum Vlaanderen

fotografie

KVL/Creative Nature

Bio en GLB 2020 Sinds 1 januari 2015 is het nieuwe Gemeen­schappelijke Landbouwbeleid of GLB 2020 in werking. Wat b ­ etekent dat voor de bio­landbouw? Op onze website vind je een aantal veelgestelde vragen en hun respectieve antwoorden. We proberen deze pagina up-to-date te houden.

Op 21 april zijn alle leden van BioForum Vlaanderen ­welkom op de Algemene Vergadering. Naast het ­statutair gedeelte willen we ook met jou nadenken over hoe we als sector verder kunnen groeien in duurzaamheid en hoe we dat zichtbaar kunnen maken aan de buiten­wereld. Afsluiten doen we met een maaltijd. Kom je ook naar de Algemene Vergadering? Meld je ten laatste 14 april aan bij info@bioforumvl.be of telefonisch via 03/286 92 78. Voor meer informatie neem je contact op met directeur Lieve Vercauteren — lieve.vercauteren@bioforumvl.be.

Surf naar www.bfvl.be/glb2020 om alle informatie terug te vinden die wij over het GLB verzameld hebben.

Algemene vergadering

Bio Actief

27

05


LEVENDE SECTOR

“Met bio investeer ik in onze toekomst” Elke dag opnieuw investeren bio-ondernemers in ieders toekomst en proberen ze samen met collega's en klanten van duurzaamheid meer te maken dan een modewoord. Ook onze Bioweek-gezichten zetten deze Bioweek-slogan in de praktijk om. We stellen er hier drie voor.

LANGE INTERVIEWS ONLINE Je vindt een uitgebreidere versie van deze interviews op onze website. www.bfvl.be/bedrijfindekijker

06

Bio Actief

27

Alle nieuws over de Bioweek (6 tot 14 juni) vanaf nu op www.bfvl.be/bioweek.

fotografie

Bioweek-gezichten: Frank Toussaint


Aardevol CVBA WIE?

Geertje Stoffels W AT ?

Groenteteelt, coöperatie en markten WAAR?

Mal, Tongeren HOEVEEL?

2,8 ha

G

eertje koos voor biolandbouw nadat ze in IJsland op een extensief melkvee­ bedrijf had geholpen: "Daar wist ik meteen: dit wil ik ook doen."

Tijdens de Landwijzer-opleiding ontmoette ze haar echtgenoot Bert. Samen zochten ze na hun opleiding naar grond. Die vonden ze in 2005 in Mal, vlakbij Tongeren. "We zagen de boerderij en waren onmiddellijk verkocht. Vooral de centrale ligging vlakbij de dorpskern leek ons een ideale ontmoetingsplek voor klanten." De band tussen boer en consument staat ­ entraal voor Geertje en Bert. Andere kernwoorc den zijn lokaal telen en regionaal vermarkten. "In onze hoevewinkel 'De Krekel en de Mier' kwamen in het begin vooral overtuigde bioconsumenten over de vloer. We organiseerden een open velddag voor ­mensen uit het dorp. Met succes, want plots hadden we 50 k ­ lanten voor een wekelijks groentepakket." Terwijl Geertje zich ontfermt over de winkel en de groenteabonnementen, staat Bert op verschillende markten, vooral in Wallonië. "In Tongeren merk je wat terughoudendheid. Mensen weten niet altijd goed wat bio is. Maar je kan hen wel overtuigen met kwaliteit, versheid en smaak. Kunnen we daarnaast ook nog vertellen over lokaal en duurzaam werken, dan is dat mooi mee­genomen. Ik ben ervan overtuigd: hoe meer we via de markten kunnen verkopen, hoe meer we erin zullen slagen om voor honderd procent lokaal te gaan." De focus op 'verbinding' trekken Geertje en haar man ook door in de bedrijfsstructuur. Sinds juli 2014 is Aardevol een coöperatieve vennootschap. "We willen als klein­schalig ­productiebedrijf voeling houden met onze eigen gewassen, maar we hoeven het niet allemaal zelf te doen. We zoeken een vennoot– teler, die carte blanche krijgt om de teelten uit te bouwen. Wij zullen hem ­ondersteunen

met onze opgebouwde er­­varing en infrastructuur. Een eigen productie blijft erg belangrijk, al versta ik daar niet alleen de groenten van ons eigen veld onder, maar ­ook die van de boeren met wie we samenwerken." Een voordeel van de coöperatie is dat ze met vele, kleinere bedragen van klanten en telers projecten kunnen opzetten voor de gemeenschap en die ook financieel gezond kunnen houden. "We streven naar een transparant bedrijf waar iedereen eerlijk zijn boterham kan verdienen."

“We streven naar een transparant bedrijf waar iedereen eerlijk zijn boterham kan verdienen.” GEERTJ E S TO F F EL S

En hoe loopt dat in de praktijk? "Voor onze regionale markten zullen we dit jaar rechtstreeks afnemen bij een tiental jonge telers. We weten hoe moeilijk het is om als starter een rendabele klantenkring uit te breiden en willen hen dus helpen met het creëren van afzet tegen een correcte prijs." In dat alles was de keuze voor bio altijd een logische: "Bio heeft meerwaarde. Wie leeft volgens de seizoenen en zo lokaal mogelijk eet, staat dichter bij de fundamenten van het leven. Voor mij draait bio om die levenswijze." MEER WETEN?

facebook.com/aardevol Bio Actief

27

07


't Reigershof WIE?

Renaat Devreese W AT ?

Geitenhouderij en kaasmakerij WAAR?

gevoelig en moeten normaal minstens één keer per jaar ontwormd worden. Niet zo bij Renaat: "Dankzij het gebruik van kruiden die ontwormend werken, hoef ik al vijf jaar niet meer te ontwormen."

melk- en kaasproducenten. Als we ooit verplicht worden om te pasteuriseren, dan stoppen we met kaasmaken." Renaat wisselt­graag kennis uit met collega's. ­­"Met de Biobedrijfsnetwerken komen we­we drie keer per jaar samen op een van de geitenbedrijven. Iedereen legt een andere focus in zijn bedrijf en daar leer je van. Het kan ook geruststellend zijn te zien dat anderen dezelfde problemen kennen."­

Nog een grotere uit­da­ging is anti­bioticavrij werken: WANNEER? "Ik heb jaren zitten zoeken, Bio sinds 1998 maar in­tussen gebruik ik ­al meer­dan twee jaar geen anti­biotica bij mijn­ n 1987 begonnen Renaat en zijn vrouw volwassen­ melkgeiten. Katrien een geitenhouderij, in die tijd een Daar ben ik best trots op. onbestaande sector in Vlaanderen: "Ik wou De volgende uitdaging heel graag boeren, maar alleen als we alles in is ook bij de opfok van handen konden houden. In de geiten­houderij ­lam­meren ­anti­biotica­vrij Een ding heeft hij geleerd R EN A AT D EVR EES E kon dat: voer zelf telen, melk verwerken en te ­kunnen werken. Dat over de jaren: "In het kaas verkopen. Financieel was die begin­ moet ­binnen een jaar wel begin deden we alles periode niet altijd makkelijk, maar we hebben lukken." zelf en dat is mooi, maar nooit toegegeven op onze manier van w ­­ erken." ik heb geleerd dat het ook erg asociaal kan Renaat zweert bij ­na­t­uur­lijke middelen en zijn. Op den duur ben je alleen nog maar aan In 1998 schakelden ze om en sindsdien pro- ­verloren gewaande kennis: "Zo wordt lijn- het werken. Je moet ook een leven naast de beert Renaat voortdurend stapjes vooruit zaad nog maar weinig gebruikt, terwijl dat ­boerderij hebben." ­te zetten. Dat doet hij in zijn hele bedrijfs­ net ontstekings­remmend werkt. Veel van die voering: "Het eindproduct is kaas en de ­kennis is sinds de jaren 1950 verloren gegaan." En de toekomst van de biosector? "Soms kwaliteit daarvan begint bij het voer. Ik Ook in de fokkerij­­— een van Renaats stok- voel je de druk om de regels te versoepekoop geen samen­gesteld krachtvoer, maar paardjes — gebruikt hij kennis van vroeger len­­, zodat bio sneller kan groeien. Dat is een stel het helemaal zelf samen uit een 15-tal en doet hij bijvoorbeeld aan droog­stand. "Ik foute instelling. Het biolastenboek is geen grondstoffen. " vertrouw er blind op: hoe meer je geeft aan strafboek en ook niet het eindpunt. Bio moet de geiten, hoe meer je terugkrijgt." blijven evolueren." Daarnaast zetten Renaat en zijn vrouw volop in op ziektepreventie. "Als iemand zegt dat Het merendeel van de melk verwerken Renaat MEER WETEN? een geitenhouderij zonder antibiotica of zon- en Katrien zelf tot verschillende rauwmelkse www.reigershof.be der ontwormingen onmogelijk is, dan zie ik kazen: "Onderscheiden is de boodschap. dat als een uitdaging." Geiten zijn zeer worm- We moeten niet hetzelfde doen als de grote Klemskerke, De Haan

“Het biolastenboek is niet het eindpunt. Bio moet blijven evolueren.”

I

08

Bio Actief

27


Magic Chocolates WIE?

Peter Heerwegh en Stijn van Paemelen W AT ?

Allergenenvrije chocolade SINDS WANNEER?

2014 WAAR?

Zelzate

P

eter en Stijn, twee ingenieurs met een jarenlange ervaring in de voedingsindustrie­, richtten in 2014 samen Magic Chocolates op. De uitdaging? Een eerlijke, allergenenvrije chocolade op de markt brengen met een topsmaak. Zo past het jonge bedrijf helemaal binnen het thema 'toekomst' en 'innovatie' van de Bioweek.

De twee hebben een duidelijke visie. Uit ervaring weten ze dat grote bedrijven moeilijk kunnen beantwoorden aan de steeds groeiende vraag naar allergenenvrije producten. Met hun kleine bedrijfje kunnen zij wel een antwoord bieden; ze maken van 'allergenenvrij' meteen hun unique selling proposition. "De keuze voor allergenenvrije chocolade legt ons uiteraard beperkingen op: geen enkele allergene stof komt ons productie-atelier binnen­. Geen melk, geen soja, geen noten, geen pinda’s... Daardoor is ons aanbod anders en voorlopig ook kleiner."

met kokosbloesemsuiker­bevat twee ingrediënten: cacao en k ­ okosbloesemsuiker. Verder niets. Toch zetten we juist heel erg in op smaak. We blijven zoeken naar nieuwe ingrediënten, die allemaal niet-allergeen zijn.

werking met enkele families van cacaoboeren kunnen opzetten om al op het niveau van de teelt de kwaliteit en de smaak mee te be­palen? We willen een eerlijk, natuurlijk product neerzetten. Daarom kiezen we ook voor biologische ingrediënten."

"Peter en Stijn onderzoeken ook bij elke bewerking hoe ze de smaak van hun product kunnen optimali­ seren. Dat brengt hen ertoe ambachtelijk te werken, hun product veel tijd te geven en met de hand te tempereren.

Een eerlijk product, dat vertaalt zich ook in respect voor de leverancier. "Leveranciers zetten momenteel in op het verkopen van zeer grote volumes cacao met een minimale marge om toch winst te kunnen maken. Als kleine speler trachten we dat te doorbreken: we kopen slechts een klein volume maar aan een eerlijke prijs. Een leefbaar inkomen voor iedereen in de keten is de toekomst."

In hun zoektocht naar smaak willen ze in de toekomst nog verder gaan. "Op dit moment kopen we cacaomassa, -boter en PE T E R H E E RW E G H E N -poeder aan. We dromen ST IJN VA N PA E ME LE N ervan om in de toekomst zelf bonen te branden om Peter en Stijn brachten ­­­ meer te in 2014 vier smaken op de markt. De ingre- de smaak van onze chocolade nog sturen. Of waarom zouden we geen samendiëntenlijst is ontzettend kort. "Onze versie

De chocolade van Magic Chocolates is momenteel in een klein aantal biowinkels te vinden. Dankzij een samenwerking met Biofresh breidt het aantal verkooppunten in 2015 fors uit.

Anderzijds kunnen zij wel de garantie bieden dat hun product echt te vertrouwen­is. En dat levert hen een specifieke groep klanten op. "We hebben al verschillende keren gezien hoe kinderen met allergieën voor het eerst in hun leven chocolade proefden. Die enthousiaste reacties werken erg motiverend. We luisteren graag naar onze klanten en steken ook veel tijd in het laten proeven."

“We willen een eerlijk, natuurlijk product neerzetten. Daarom kiezen we ook voor biologische ingrediënten.”

MEER WETEN?

www.magic-chocolates.be

Bio Actief

27

09


SECTOR IN CIJFERS

Bio schiet wortel In 2013 kochten consumenten wereldwijd voor zo'n 63 miljard euro biologische voeding. Ook het productie-areaal nam toe. Dat leren we uit de cijfers die IFOAM en FiBL presenteerden op BioFach 2015 over de biosector van 2013.

WIE?

Onderzoeksinstituut FiBL en IFOAM, experts uit ruim 170 landen

Mooie cijfers, al moeten we ze ook durven relativeren: kijken we naar het wereldwijde landbouwareaal, dan blijkt slechts 0,9 procent gecertificeerd biologisch.

W AT ?

Bioproductie en consumptie wereldwijd in 2013 WAAROM?

Marktcijfers verhogen de geloofwaardigheid van de sector en geven inzicht in mogelijke kansen

43

miljoen hectare: zoveel biologische landbouwgrond was er in 2013 op onze aardbol te vinden. 17,3 miljoen ha lag in Oceanië. Ook Europa deed het niet slecht met een bio-areaal van 11,5 miljoen ha. Na Australië (17,2 miljoen ha) zijn Argentinië (3,2 miljoen ha) en de Verenigde Staten (2,2 miljoen ha) de landen met de grootste oppervlakte aan biogrond.

10

Bio Actief

27

90 procent van de omzet in biologische voeding wordt in Europa en Noord-Amerika gerealiseerd. De Verenigde Staten zijn kop­ loper met 43 procent van de biologisch markt in handen, gevolgd door Europa (24,3 miljard euro) en China (2,4 miljard euro). Landen met het grootste marktaandeel zijn Denemarken (8 procent), Zwitserland (6,9 procent) en Oostenrijk (6,5 procent).

Europa Hoe zit het binnen Europa? Spanje (1,6 ­miljoen ha), Italië (1,3 miljoen ha), Frankrijk en Duitsland (elk 1,1 miljoen ha) zijn de ­landen met het grootste bio-areaal. Kijken we naar het bio-areaal in verhouding tot de totale landbouwoppervlakte per land, dan zijn Oostenrijk (19,5 procent) en Zweden (16,3 procent) koplopers.

2,4 procent van het Europese landbouw­areaal is biologisch. Binnen de Europese Unie gaat het om 5,7 procent van het totale areaal. 27 procent van het wereldwijde biologische landbouwareaal bevindt zich in Europa. In Vlaanderen blijven we steken op 0,9 procent. De verkoop van bioproducten steeg van 22,8 miljard euro in 2012 tot 24,3 miljard euro in 2013 (22,2 miljard euro daarvan binnen de EU). Duitsland is een grootverdiener en slokt via winkelverkoop meer dan 7,6 miljard euro op van dat bedrag, op de voet gevolgd door Frankrijk (4,4 miljard euro) en het Verenigd Koninkrijk (2,1 miljard euro). België had een omzet voor biovoeding van 403 miljoen euro in 2013.

Conclusie Deze cijfers bevestigen een trend die al jaren bezig is: de biosector blijft wereldwijd groeien, zowel op het vlak van productie als op het vlak van consumptie. Er blijft dus ruimte voor verdere ontwikkeling van de sector.


fotografie

KVL/Creative Nature

Evolutie omzet bioproductie 2004–2013 8

Duitsland

7

Miljard €

6 5 Frankrijk

4 3

Italië Groot–Brittannië

2 1 België

0 2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

Omzet van bioproductie in Europa MEER WETEN? LAND

OMZET

Duitsland Frankrijk Italië Groot-Brittannië Oostenrijk Nederland België

7,55 miljard 4,50 miljard 1,97 miljard 1,79 miljard 1,07 miljard 0,79 miljard 0,37 miljard

Deze cijfers komen uit het boek ‘The world of Organic agriculture’, dat een overzicht geeft van de wereldwijde biosector in 2013. Je kan het volledige rapport (300 pagina’s) vinden op www.organic-world.net.

Bio Actief

27

11


LEKKERE SECTOR

Iemand een kopje thee? Overal ter wereld drinken mensen thee. Na water is het de populairste drank. Pak er ook in je winkel extra mee uit.

12

Bio Actief

27 fotografie

Yo De Beule, Duizendblad


VOOR WIE?

Aanbieders van biologische thee W AT ?

Kennis van productie en aanbod WAAROM?

Thee is een hip product. Informeer je klanten!

J

aarlijks schenken we wereldwijd zo’n 4,7 miljoen ton thee, waarvan 49.000 ton biologisch geproduceerd is (cijfers: FAO, 2011). Ongeveer 13 miljoen mensen zijn actief in de thee-industrie, wat het een waardevolle economische tak maakt. 0,07% van alle landbouwgrond gaat naar de productie van thee. Kijken we specifiek naar de cijfers voor biologische thee, dan zien we wereldwijd een marktaandeel van één procent. 21 landen houden zich bezig met de productie: China is koploper met 79% van de biologische theeproductie (vooral groene thee), gevolgd door India (11%, vooral zwarte thee) en Japan (4%). Midden jaren zeventig van de vorige eeuw verscheen biologische thee voor het eerst op de internationale markt, met Sri Lanka en India als belangrijke producenten. Sindsdien groeide de productie met 10 tot 20 procent per jaar. Sinds 2008 is de theeproductie eerder stabiel, al zou er de volgende jaren wel een stevige groei kunnen komen. Greenpeace bracht immers aan het licht dat bij de productie van gangbare thee, lokale producenten in India en China aan a ­ larmerende hoeveel­heden pesti­ciden ­worden bloot­gesteld. Ook de residu's in de thee ­bleken te hoog, vooral in de thee voor de lokale markt. In 2014 hielden IFOAM en Greenpeace een gemeenschappelijk pleidooi om de theeproductie te verduurzamen en heel de sector pesticiden­vrij te maken. Zo zou de theeproductie een voortrekkersrol kunnen spelen voor andere teelten.

fotografie

Yo De Beule, Duizendblad

Momenteel schakelen vooral kleinere familie­ plantages om naar biologische productie. De certificeringskosten zijn betaalbaar dankzij groeps- of participatiecertificatie.

Oorspong van thee Onder thee verstaan we door­gaans de ge­droog­de bladeren van de Camellia s ­ inensis of theeplant. Die zorgt voor meer dan 200 ­soorten, zowel groene als zwarte thee. Daarnaast heb je rooibos, een plant die vooral in Zuid-Afrika groeit en niet tot de familie van de theeplant behoort. Het productieproces is min of meer hetzelfde als bij groene thee.

“In 2014 ­hielden IFOAM en Green­peace een gemeenschappelijk pleidooi om de thee­ productie te verduurzamen”

Tot slot heb je ook infusies. Die worden meestal in één adem genoemd met thee, maar zijn toch iets anders. Infusies zijn kruidensamenstellingen die niet afkomstig zijn van de theeplant, maar die net als thee met heet water worden bereid. Alle ingrediënten in biologisch gecertificeerde thee of infusie worden uiteraard gekweekt volgens de biologische productiemethodes.

Productie Nadat de theeblaadjes geplukt zijn, worden ze een eerste keer kort gedroogd. Dat gebeurt ofwel machinaal met hete lucht ofwel in open

lucht, als het klimaat dat toelaat. Tijdens het drogen daalt het vochtgehalte van de blaadjes met 10 tot 15%, waardoor de chemische componenten geconcentreerd worden. Daarna wordt de thee 'gerold': de theeblaadjes worden in een trommel of versnipperaar gebroken en gekneusd. Daarbij komen chemische componenten vrij die op elkaar reageren. Dit fermentatie- en oxidatieproces zorgt uiteindelijk voor de kleur en smaak van de thee. Om het fermentatieproces te stoppen, wordt de thee verder gedroogd tot het vochtgehalte nog drie procent bedraagt. Zo verkrijgt men een stabiel, lang houdbaar product. Thee wordt meestal in bulk verpakt en verscheept. Op de eindbestemming wordt de thee herverpakt in consumentenverpakkingen.

GROEN E OF Z WART E T H EE? Groene en zwarte thee komen allebei van dezelfde plant, maar de groene thee doorloopt geen fermentatieproces. Bovendien worden voor groene thee andere variëteiten gebruikt en plukt men vaak alleen de jonge scheuten.

Thee met smaak Kruiden– en vruchtenthee krijg je door bepaalde ingrediënten toe te voegen aan de thee. Denk aan (delen van) vruchten en kruiden, aan oliën en smaakstoffen die een bepaalde smaak toevoegen. Earl grey–thee wordt bijvoorBio Actief

27

13


beeld op smaak gebracht met citrusolie. In de biologische productie zijn alleen natuurlijke smaakstoffen toegelaten die afkomstig zijn van plantaardige grondstoffen en niet chemisch gewijzigd zijn. Soms worden deze smaakstoffen aangebracht op suiker­bolletjes en zo met de thee vermengd. In gangbare thee zijn ook chemische ­additieven en smaak­ versterkers toegelaten. Verwar een kruidenthee trouwens niet met een in­fusie, die volledig uit kruiden of vruchtdelen bestaat en geen theeblaadjes bevat.

WAT VIN D JIJ? "Bij een losse thee of infusie herken je de planten nog in het eindproduct. Dat maakt het geheel mooi."

Yo De Beule, Duizendblad

Hoewel België geen theeplantages heeft, ­hebben een aantal Belgische pro­ducenten zich wel gespecialiseerd in de teelt van kruiden en het zelf samenstellen van mengelingen. Door infusies van eigen bodem op de markt te brengen, creëren deze bedrijven een uniek verhaal.

fotografie

Yo De Beule, Duizendblad

Dat blijkt niet vanzelfsprekend. Het samenstellen van een kruidenthee of infusie vergt intensief en nauwgezet voorbereidend werk en een grote diversiteit aan teelten. De meeste teelten zijn bovendien gevoelig en moeten nauw opgevolgd worden. En verschillende bio-ingrediënten, zoals bepaalde gedroogde vruchten, zijn niet permanent beschikbaar of moeilijk te vinden. Ook het droogproces is erg arbeidsintensief. De kleinschalige lokale productie die typisch is voor deze subsector, bepaalt uiteraard mee de prijs. maar geeft anderzijds heel wat mogelijkheden qua samenstelling.

thee verdraagt hogere temperaturen (80 à 95 °C) beter dan groene thee ( 70 à 80 °C). Bij die laatste kan dat voor smaakverlies zorgen.

WAT VIN D J IJ ? "De prijs van lokale infusies is relatief hoog, maar wel correct. Telers be­rekenen hoeveel energie en arbeid er in het ­product kruipen."

Christel Van Vooren, Aarde-nd-werk

Thee zetten

Tips voor winkeliers

Wil je de eigenschappen van thee goed tot zijn recht laten komen, dan moet je hem ook op een goede manier bereiden. Thee is lang houdbaar in een donkere, koele en droge omgeving. Zet je thee liefst met neutraal en smaakloos water. De water­ temperatuur heeft een belangrijke invloed op de ­uiteindelijke smaak. Twee stoffen in de thee zorgen voor de smaak: theanine en tannine. De eerste maakt je thee hartig en zoet, t­ erwijl tannine vooral een bittere smaak geeft. Theanines komen vrij bij een temperatuur van 60 °C, voor tannines moet je water ­minstens 80 graden warm zijn. Wil je geen al te bittere thee, dan kun je hem dus best op een lagere temperatuur (60 tot 75 °C) zetten. Zwarte

Dat thee hip en trendy is, merk je ook aan het snel groeiende aanbod. Hippe loungebars, hotelbars en koffiehuizen schenken vandaag steeds meer infusies. Als winkel kan je je onderscheiden door jouw thee­assortiment uit te breiden met niet-klassieke smaken en unieke mengelingen. Je kan thee op verschillende manieren ver­ kopen: los, in builtjes of in sticks. Bij verpakte thee gaat alsmaar meer aandacht naar een leuke verpakking met de nodige uitleg. Zo vind je builtjes tegenwoordig in alle vormen en materialen. Ook het aanbod losse thee groeit. Verkoop je losse thee in je winkel, weet dan wel dat je het lotnummer, de herkomst en de houdbaarheidsdatum ergens moet ver­melden. Bewaar de thee koel, droog en donker, zodat er geen smaakverlies optreedt. Het kan een leuk idee zijn om bij elke thee- of infusie­soort de ideale manier van bereiden te vermelden. Vergeet ook niet om specifieke accessoires aan te bieden, zoals papieren theefilters, metalen thee-eieren of theepotten. MEER WETEN?

Een overzicht van Belgische adressen voor biologische thee kan je vinden op www.bfvl.be/biothee.

DOE MEE MET T HEE Organiseer je af en toe activiteiten of proevertjes in de winkel? Wat denk je van een theecocktail, een cursus tea tasting of tea pairing? Wie op zoek is naar een thee­sommelier, kan bij Marijke Van Ranst marijke.vanranst@bioforumvl.be terecht. Zij bezorgt je graag enkele contacten. 14

Bio Actief

27


®

De kracht van de natuur is gekend sinds mensenheugenis. Daaruit hebben we een nieuw kruidentheeassortiment “Alles komt goed” ontwikkeld. Acht bijzondere biologische kruidentheemengelingen, verpakt in builtjes, geven kracht en vreugde.

Moeder

ⅠVITAMINSⅠ

Tisane van biokruiden Tisane de plantes bio Bio-Kräutertee Tea from organic herbs Infusão de plantas biológicas

Afternoon & Evening mix

BE-BIO-01 Certisys EU/non-EU Agriculture

natuur maakt

normal cholesterol

+ Hibiscus, Cranberry, Cinnamonum, ...

alles goed!

20 x

Verdeeld in Benelux door www.biosano.be

BIO

2g

builtjes/infusettes bags/Beutel

DIEXIMPORT, HERENTALSEBAAN 214, 2100-DEURNE, 03/321 67 19

®

CERTI SYS

Controle- en certificeringsorgaan voor biologische landbouw

NEW

BE-BIO-01 CERTISYS

ERVARING Reeds meer dan 30 jaar gespecialiseerd in bio controles

NIEUWSBR IEF & JAARLIJ KS VERSLAG

REFERENTIES Eerste Belgisch controleorgaan erkend voor bio controle NABIJHEID De controles worden uitgevoerd door controleurs uit uw streek TOT UW DIENST

www.certisys.eu info@certisys.eu - tel: 09/245.82.37

ann bioweek 97x136nl fev2015.indd 1

23/02/2015 09:59


EERLIJKE SECTOR

Wat betekent het nieuwe VLIF voor de biosector? PDPO 3 bevat nieuwe voorwaarden voor het VLIF. Welke dat precies zijn, vragen we aan Luc Uytdewilligen van het Departement Landbouw en Visserij.

WIE?

Luc Uytdewilligen, afdelingshoofd Structuur en Investeringen W AT ?

VLIF-steun voor biolandbouwers WAAROM?

Samen met PDPO 3 veranderen ook de voorwaarden om VLIF-steun te ontvangen

I

n Bio Actief 26 zoomden we in op de nieuwe agromilieumaatregelen en de biohectare­ premie uit het nieuwe Vlaamse Programma voor Plattelandsontwikkeling. In PDPO 3 zitten ook de nieuwe voorwaarden voor het landbouw­ investeringsfonds of VLIF. Om dit nieuwe VLIF te begrijpen, ging Bio Actief langs bij Luc Uytdewilligen, Afdelingshoofd Structuur en Investeringen van het Departement Landbouw en Visserij.

Wat wil de Vlaamse overheid bereiken met het nieuwe VLIF? Laat me beginnen met te zeggen dat er al heel lang een investeringsfonds bestaat voor de landbouw. De voorganger, het federale Landbouwinvesteringsfonds (LIF), werd al in 1961 opgericht. Dit fonds diende in eerste instantie om de landbouwsector te moderniseren en te herstructureren. Vandaag ligt de nadruk steeds meer op verduurzaming. Het huidige VLIF wil bedrijven laten anti­ciperen op veranderende maatschappelijke vragen op het vlak van dierenwelzijn, voedsel­veiligheid, klimaat en milieu. Het VLIF moet de conti­ nuïteit van onze landbouwsector ­helpen onder­steunen. Vlaanderen heeft ervoor ge­kozen om de bestaande VLIF-maatregelen zoveel mogelijk voort te zetten. De belangrijkste maatregelen uit PDPO 2 blijven dus be­hou-

16

Bio Actief

27


den, meer bepaald de overnamesteun voor jonge landbouwers, de steun voor investeringen op het landbouwbedrijf en een beperkte investeringssteun voor verwerking en afzet van land- en tuinbouwproducten. Omdat Europa enkele nieuwe voorwaarden stelde, zijn er hier en daar kleine wijzigingen, maar de grote lijnen blijven overeind.

Zijn er nieuwe elementen? Op vraag van Europa heeft het VLIF nu ook de steun opgenomen voor niet-productieve investeringen (zoals de aanleg van kleine landschapselementen, poelen, dammen tegen erosie...). Vroeger behoorde dit tot de bevoegdheid van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), dus voor landbouwers is deze maatregel niet helemaal nieuw. Binnen het VLIF zijn daarnaast nog twee nieuwe maatregelen opgenomen: de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven en projectsteun voor innovaties in de landbouw. Met die eer-

fotografie

KVL/Creative Nature

ste steunen we de verdere ontwikkeling van kleine bedrijven om bepaalde bedrijfstypes en -sectoren in stand te h ­ ouden. Wij dachten hier onder meer aan de biologische sector. De maatregel ‘projectsteun voor innovaties in de landbouw’ is vooral gericht op de r­ ealisatie van een innovatie op het niveau van productie, verwerking en/of afzet van land- en tuinbouwproducten. Naast de investeringskosten mag je hier ook andere projectkosten indienen. Op die manier willen we innovatie binnen de sector alle kansen bieden om zich te ontwikkelen.

Zijn er ook wijzigingen op procedureel vlak? Ja, de procedures zijn grondig hervormd. Zo is de aanvraagprocedure anders en moeten we gaan selecteren. Europa wil dat lidstaten efficiënter omspringen met overheidsmiddelen en verplicht ons te werken met tijdsblokken en selectiecriteria. Voor de investeringssteun, de overnamesteun en de ontwikkelingssteun voor kleine bedrijven is het mogelijk om het hele jaar door dossiers in te dienen, weliswaar binnen verschillende indienperiodes. Zo'n indienperiode duurt maximum drie maanden. Aanvragen ­in­dienen zal alleen nog kunnen via het e-loket, wat een snelle selectieprocedure mogelijk maakt. Voor de agrovoedingssteun en de steun voor innovatie werken we nu met een oproep­ systeem. We zullen op regelmatige tijdstippen vragen om innovatieve projecten in te dienen. Dat maken we ook kenbaar via de vakpers. Uit de ingediende projecten zullen we dan een selectie maken. Per VLIF-maatregel hebben we selectie­criteria bepaald, die ons toelaten om op een snelle manier een rangschikking te maken van de ingediende dossiers. We bekijken vooral hoe de aangemelde investeringen bijdragen aan de drie pijlers (economisch, ecologisch en sociaal) van de verduurzaming. De selectiecriteria en hun wegingsfactoren hebben we ontwikkeld op basis van eigen studiewerk en een studie uitgevoerd door de Universiteit van Wageningen. Daarbij is ook rekening ge­houden met de doelstellingen van het lopende beleid op het vlak van milieu en landbouw. We kennen de subsidies toe op basis van die rangschikking en binnen de mogelijkheden van een vooraf toegekende budgettaire en­

veloppe. De selectie gebeurt na het afsluiten van de indienperiode. Daarna brengen we betrokkenen zo snel mogelijk op de hoogte. Belangrijk is dat, zolang de selectie­procedure niet afgerond is en je niet in kennis bent gesteld van het resultaat, je de aangemelde investering niet mag uitvoeren noch een engagement mag aangaan. Je mag dus geen offerte of verkoopcontract ondertekenen om de investering uit te voeren. Ben je niet geselecteerd, dan heb je nog een mogelijkheid om te herkansen. Bij de steun voor innovaties is het mogelijk dat we er niet uit geraken met louter selectiecriteria. In dat geval kunnen we ook nog een innovatie­panel inschakelen.

In het verleden heeft BioForum vaak gewezen op de knelpunten in het VLIF voor de biologische sector en de korte keten. Bieden de nieuwe regels meer kansen voor onze sector? We waren ons bewust van die bezorgdheden en hebben er in de mate van het mogelijke rekening mee gehouden. Ten eerste zitten de meeste investeringen die nodig zijn om te voldoen aan de biologische lastenboeken in de hoogste schijf, met een steunpercentage van 30%. Ten tweede hebben we het minimum bruto bedrijfsresultaat (BBR = omzet min vaste kosten) voor de klassieke investerings­steun laten zakken van 50.000 naar 40.000 euro. Maar er is nog meer. Als Vlaamse overheid zijn we ons bewust van de voorbeeldrol die de biosector sinds jaar en dag speelt om de gangbare sector verder te verduurzamen. Ik raad bioboeren aan om in te spelen op de oproepen voor innovatiesteun en zo bepaalde innovatieve technieken en/of installaties op de kaart te zetten. De voorwaarden zijn eenvoudig: na de aanmelding van een project en de melding van de beslissing aan de geselecteerden, moet je enkel kosten en betalingen aantonen. De subsidie betreft 40% van de subsidiabele kosten en die zijn ruim opgevat.

Bio Actief

27

17


Tot slot is er ook nog de steun voor de ontwikkeling van kleine landbouwbedrijven. Met deze maatregel willen we landbouwers die hun eerste stappen zetten, helpen een doorstart te maken naar een BBR-traject tussen 20.000 en 40.000 euro. Voorwaarde is dat je met die steun dan wel degelijk dat BBR haalt. Voor de korte keten en bio (denk bijvoorbeeld aan CSAbedrijven) kan dit een belangrijke maatregel zijn. Die is echter nadien niet combineer­baar met de steun voor over­names. Opgelet, deze maatregel is principieel goedgekeurd door de Vlaamse regering, maar de procedure is nog niet afgerond. Europa moet bovendien nog zijn officiële fiat geven.

In het nieuwe VLIF moet je voor de investeringssteun een netto beroepsinkomen van ten minste 12.000 euro halen uit je landbouwactiviteiten en maximaal 12.000 euro uit niet-landbouwactiviteiten. Maar wat valt er precies onder landbouwactiviteiten en wat niet? En hoe zit het met verbredingsactiviteiten? Spreken we over landbouw, dan spreken we over de kweek van dieren, het telen van gewassen, het artisanaal verwerken en het commercialiseren van landbouw­producten. Ook land­bouwverbreding valt hieronder: hoeve­ toerisme, dagrecreatie, verwerking van zelf geteelde of gekweekte land­bouwproducten, rechtstreekse verkoop van eigen hoeve­produc­ten, rechtstreekse verkoop van niet zelfgekweekte of artisanaal verwerkte hoeve­producten, productie van hernieuwbare energie voor eigen

18

Bio Actief

gebruik, paardenpension, landschapsbeheer en zorgactiviteiten. Landbouwverbreding wordt dus ook als landbouwactiviteit begrepen, maar het BBR van de landbouwverbreding mag niet groter zijn dan dat van de kweek van dieren en teelt van gewassen en het commercialiseren ervan.

Als je producten van collega-boeren koopt voor verwerking of verkoop in de hoevewinkel of de lokale markt, dan wordt dit als landbouwverbreding beschouwd? Precies. Je moet je wel beperken tot de aankoop van landbouwproducten van collega-hoeve­ producenten zoals Europa die heeft opgesomd in de zogenaamde lijst van Bijlage I Producten. Verse slagroom bijvoorbeeld kan, maar slagroom uit een spuitbus niet. Granen aankopen en doorverkopen kan, artisanaal bereid brood, of bier bijvoorbeeld niet.

Wat met verkoop in de hoeve­winkel van producten uit de biologische groothandel? Dat wordt niet beschouwd als landbouw­ verbreding. Dat is zuivere commercialisering en moet zeer sterk ingeperkt zijn. Het is dan beter om die commerciële activiteiten af te splitsen van de landbouwbedrijvigheid.

En wat met landbouwers in bijberoep? Als boer mag je hoogstens 12.000 euro netto beroepsinkomen uit die andere activiteit verdienen als je een beroep wil doen op de klassieke investeringssteun of opstartsteun. Je kan in dat geval wel nog aanspraak maken op ontwikkelingssteun voor kleine landbouwbedrijven, op steun voor niet-productieve investeringen en op innovatiesteun.

De minimale investeringskost om een beroep te kunnen doen op de klassieke investeringssteun is 15.000 euro. Veel biobedrijven zijn echter kleine bedrijven, waar de investeringskost niet altijd zo hoog ligt. Omgekeerd stellen we vast dat de maximumuitkering erg hoog is. Zal VLIF daardoor niet in de eerste plaats schaalvergroting in de hand werken en de kleinere bedrijven benadelen? De steun is in dit nieuwe PDPO geplafonneerd op één miljoen euro aan investeringen. Dit is minder dan vroeger, toen werd gewerkt met een plafond van subsidiabele kosten tot één miljoen aan investeringen per beheerder, zaakvoerder of bedrijfsleider. 15.000 euro kan je halen door meerdere investeringen samen te voegen. Lager k ­ unnen we niet gaan, want dan worden de admini­stratieve kosten die aan de dossiers verbonden zijn te hoog. De Europese eisen op het vlak van administratieve procedures en controles — ook ter plaatse — liggen hoog.

27 fotografie

KVL/Creative Nature


fotografie

Kobe Van Looveren

Nog een optie is te werken via machine-­ ringen. Daarbij vormen meerdere (minimum 3) ­boeren samen een coöperatie om ­ge­­zamenlijk ­machines aan te kopen. MEER WETEN?

Heb je na dit interview nog vragen over VLIF­steun? Neem dan best rechtstreeks ­contact op met het Departement Land­bouw en Visserij. Zij kunnen je het best verder helpen.

fotografie

Frank Toussaint

Bio Actief

27

19


SAMENWERKENDE SECTOR

Vijf jaar Bio­bedrijfs­netwerken De Biobedrijfsnetwerken bestaan vijf jaar! Het ideale moment om terug te blikken en te zien hoe ze inspireerden tot toekomstgericht ondernemen en onderzoek.

W AT ?

De verdienste van 5 jaar Biobedrijfsnetwerken WIE?

in 8 sectoren: melkvee, vleesvee, melkgeiten, pluimvee, groenten, akkerbouw, kleinfruit en pitfruit. Er vonden in die vijf jaar niet minder dan 106 netwerkbijeenkomsten plaats.

An Jamart & Koen Dhoore WAAROM?

Boeren inspireren in uniek uitwisselingstraject

T

oen BioForum en Landwijzer in 2009 aan de Vlaamse overheid en de sector hun

plan voorlegden om bioboeren en -tuinders en de onderzoekswereld te verenigen in sectornetwerken, was er naast goedkeuring ook twijfel. Zou het concept wel aanslaan in tijden waarin boeren nog nauwelijks warm te krijgen waren voor bijeenkomsten? Dankzij de financiële steun van de Vlaamse Overheid en ondersteuning van het Louis Bolk Instituut werden er voorzichtig vier sector­ netwerken gepland. De financiële steun nam af naarmate de projectperiodes zich opvolgden, maar op het veld vond de omgekeerde be­weging plaats. Het resultaat? Vandaag staan de Biobedrijfsnetwerken als een huis en dat

20

Bio Actief

27

Aanpassingen in de coördinatie zorgden voor meer aansluiting bij het terrein. Zo is vandaag Johan Devreese verantwoordelijk voor de Biobedrijfsnetwerken melkvee en melkgeiten en ontfermt Wim Vandenberghe zich over het netwerk kleinfruit. An Jamart leidt naast de algemene coördinatie ook de Biobedrijfsnetwerken pluimvee, vleesvee, akkerbouw en groenten in goede banen. De coördinatoren komen twee keer per jaar samen om de netwerkbijeenkomsten voor te bereiden, in afzonderlijke vergaderingen voor de plantaardige en dierlijke sectoren.

Succesformule Intussen krijgt de formule van de Biobedrijfs­ netwerken krijgt steeds meer navolging in initiatieven als Netwerk ZelfZadenTelen of Netwerkdag Kleinschalige Mechanisatie. Net als de Biobedrijfsnetwerken laten ze in de

eerste plaats de boeren zelf aan het woord: zij wisselen ervaringen uit en sturen zo het praktijkgericht onderzoek aan. Ook op Europees niveau krijgt het initiatief ­er­kenning. Zo mochten de Bio­bedrijfs­netwerken en het Vlaams Bio­kennis­netwerk deel­­nemen aan de workshop over Europees Inno­vatie­partner­ schap (EIP). Binnenkort wordt een Europees thematisch netwerkproject goed­gekeurd. Het Bio­bedrijfs­netwerk ­akkerbouw–groenten neemt hier aan deel en zorgt ervoor dat de manier van werken van de Biobedrijfsnetwerken in het p ­ roject wordt binnen­geloodst. Anne Vuylsteke van AMS bevestigt: "Vanuit AMS zien wij de Bio­bedrijfs­netwerken echt als een goede voorbereiding van een mogelijke ­operationele groep ­binnen EIP."

Onderzoek Naast uitwisseling tussen boeren willen de Biobedrijfsnetwerken ook bestaande onderzoekskennis delen en de onderzoekswereld aansporen om antwoorden te vinden op ­vragen uit de praktijk.


Opdat dit zou werken, dienen onderzoekers bereid te zijn om hun rol als voorlichter los te laten en begeleider te worden van een proces dat zich tussen de boeren afspeelt. In praktijk blijken de betrokken bedrijfs­begeleiders en onderzoekers dat ook waar te maken. Ze krijgen hiervoor enorm veel waardering van de boeren. Onderzoeker Annelies Beeckman van Inagro vindt in elke bijeenkomst inspiratie voor haar praktijkonderzoek. Jo Vicca (KaHo) beaamt dat: "De Biobedrijfsnetwerken zijn een heel goede basis voor het aftoetsen, afstemmen en bijsturen van onderzoeksideeën. Ze vormen daarnaast ook een aangename toegangspoort voor het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek en het terugkoppelen van resultaten." Jo Bijttebier (ILVO) is meer betrokken bij toegepast en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek, maar waardeert de kansen die de Biobedrijfsnetwerken bieden: "Als onderzoeker is het waardevol om uit de onderlinge discussies tussen boeren de knelpunten op te sporen. Waar zien landbouwers kansen en wat beschouwen ze als knelpunten?"

Kennisnetwerk

Voor en door iedereen

Dankzij die houding is vrij spontaan een kennisnetwerk ontwikkeld waarin de Bio­ bedrijfs­netwerken, het praktijk­onderzoek en het wetenschappelijk onderzoek samenwerken aan de ontsluiting van kennis, de aansturing van het onderzoek en het uit­ werken van de onderzoeksagenda. Carmen Landuyt (CCBT): "De Biobedrijfs­ netwerken spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van CCBT-projecten. In nauwe samenwerking met de praktijkcentra kunnen boeren mee bepalen hoe het budget wordt ingevuld. Alleen zo komen we tot praktijkgerichte en gedragen projecten."

En de toekomst? De Vlaamse overheid ondersteunde de Biobedrijfsnetwerken vijf jaar lang als afzonderlijk project. Sinds 2015 neemt BioForum Vlaanderen de Biobedrijfsnetwerken op in haar kerntaken en krijgt ze meer taken toebedeeld voor een gelijk gebleven budget. Landwijzer zal, in de mate waarin het (jaarlijks goed te keuren) budget landbouwvorming dit toestaat, de netwerkbijeenkomsten ­verder ondersteunen. De netwerken zijn het werk van ieder­een. Ze kunnen dus alleen slagen als iedereen zijn steentje bijdraagt, van boer over begeleiders en onderzoekers tot beleids­verantwoorde­lijken.

Ook Lieve Decock, onderzoeker bij ILVO en co­ördinator van het Netwerk Onderzoek Biologische Landbouw en Voeding (NOBL), wijst op de unieke rol van de Biobedrijfsnetwerken. "De Biobedrijfsnetwerken zijn een belangrijke basis voor vraaggestuurd onderzoek binnen het breder kennis- en onderzoeksnetwerk voor biologische landbouw in Vlaanderen. De samenwerking tussen de netwerken, CCBT en NOBL werpt zijn vruchten af. Zowel de landbouwer als de onderzoeker varen er wel bij."

BioForum, Landwijzer en de externe co­ördinatoren Johan Devreese en Wim Vandenberghe zijn in elk geval gedreven om er nog heel wat jaren aan te breien. MEER WETEN?

Wil je meer informatie over de Biobedrijfs­ netwerken? Neem contact op met An Jamart an.jamart@bioforumvl.be, coördinator Land­ bouw bij BioForum Vlaanderen.

Bio Actief

27

21


COMMUNICERENDE SECTOR

I like bio! Zit jouw bedrijf al op Facebook? Het is een snelle manier om heel wat klanten te bereiken. Alleen volg je best wel de regels van de kunst. Vier tips om je Facebook-pagina tot leven te wekken.

1. Vergeet je eigen website niet Berichten op sociale media verdwijnen snel. Belangrijke informatie zoals je assortiment of de openingsuren zet je in de eerste plaats op je eigen website. Veel mensen komen namelijk via Google uit op jouw website. Geen tijd of budget om je website actueel te houden? Vervang je verouderde website door één frisse pagina met alle basisinformatie en een link naar Facebook.

2. Valt er hier iets te ­beleven? Niets zo erg als een Facebook-pagina waar het laatste berichtje uit 2013 dateert. Nochtans hoeft iets posten niet lang te duren: snel een foto delen kan soms volstaan. Je kan als paginabeheerder ook berichtjes op voorhand inplannen. Mis je zelfs dan de energie om regelmatig iets op Facebook te zetten, begin er dan niet aan.

WAT VIN D JIJ? "Facebook is een vitrine waarin je kan tonen wie je bent, wat je doet en waar je voor staat. Het is een manier om het vertrouwen van potentiële klanten te winnen en contact met je bestaande klanten te houden."

Chris Derudder – BCDE Catering

22

Bio Actief

27

3. Toon jezelf Wat zet je nu op Facebook? Denk aan praktische meldingen, tijdelijke aanbiedingen of reclame voor een nieuw product. Maar beperk je niet tot die drie. Een pagina wordt pas interessant als je ook af en toe iets persoonlijk post. Stond je in de krant? Zet het op Facebook! Deel nieuws over bio en start de discussie. Nieuws van achter de schermen houdt je volgers nieuwsgierig. Word niet té persoonlijk: ruzie met je zoon of een buikgriep zijn menselijk, maar niet om geschikt om over te communiceren. Pas ook op met wedstrijden: Facebook laat niet alles toe en verwijdert soms pagina’s om die reden. Ook reclame maken kan op Facebook met een advertentie of gesponsord bericht. Niet duur en je kan ze lokaal en gericht inzetten.

4. Wees sociaal Sociale media, de naam zegt het al: inter­actie is een must! Stelt iemand je een vraag op je Facebook-pagina, beantwoord die dan. Het is vaak een kleine moeite en je klanten waarderen het. Eventueel vraag je om tele­fonisch contact op te nemen. Ga bij negatieve reacties niet in het defensief, maar probeer samen een oplossing te zoeken. Neem desgewenst persoonlijk contact op, via een privéberichtje.

Tip Staat jouw Facebook-pagina nog niet vermeld in onze online BioGenieten­ Gids? Geef het door aan Marijke Van Ranst. marijke.vanranst@bioforumvl.be

BIOFORUM OP S OC IALE MEDIA Via onze Facebook-pagina Lekker Bio ­volgen bijna 10.000 consumenten het nieuws over bio. Af en toe delen we berichten van bio­ bedrijven. BioForum Vlaanderen zit als sector­organisatie op LinkedIn (www.linked­ in.com/company/bioforum-vlaanderen) en Twitter (www.twitter.com/bioforumvl).

“Stelt iemand je een vraag op je Facebook-pagina, be­­­antwoord die dan.”


VOORUITKIJKENDE SECTOR

Het Jaar van de Bodem De VN riep 2015 uit tot het Jaar van de Bodem, in de hoop dat we er zorgvuldiger mee omspringen. Want, zoals Franklin D. Roosevelt al wist: "Een natie die zijn bodem vernietigt, vernietigt zichzelf." Enkele inspirerende quotes.

“Mest zien de meeste mensen als afval, maar voor een bioboer is het een essentiële grondstof!” “Ondanks het feit dat ­chemische kunstmest wordt gebruikt, groeien oogsten niet zo snel als ver­wacht. Bio­logische landbouw ­stimuleert bodem­organismen en verbetert de bodem­ vruchtbaarheid op lange termijn — iets wat ­minerale kunstmeststoffen niet doen.”

“Als bioboer ben je begaan met je bodem, maar vandaag is het heel moeilijk om te boeren zonder dat je in de knel komt met al die wetgeving die zichzelf tegenspreekt.”

“Wat je ziet, hangt af van hoe je naar de wereld kijkt. De meeste mensen zien de bodem als iets vuil, de boer ziet vooral mogelijkheden.”

“De regenworm is de ploeg van de toekomst.”

MEER WETEN?

De Duitse Heinrich Böll-stichting vatte de zorgwekkende toestand van de bodem wereldwijd samen in een bodematlas. De atlas formuleert ook inspirerende inzichten voor de toekomst. Je vindt de Engelstalige versie via www.bfvl.be/bodematlas.

Bio Actief

27

23


VERANDERENDE SECTOR

De kip en het ei Een Duitse biobroeierij heeft een Vlaamse opfokpluimveehouder ingezet om biologische moederdieren op te kweken. Een mooi verhaal, al blijkt er dringend nood aan een duidelijke Europese wetgeving.

24

Bio Actief

27 fotografie

Lisa Develtere


VOOR WIE?

Biologische pluimveehouders W AT ?

Het gebruik van biologische moederdieren in de pluimveehouderij WAAROM?

Deze ontwikkeling biedt kansen, maar houdt ook risico’s in

T

ussen 2006 en 2011 steeg het aantal bio­ logische leghennen in Europa met 55 procent. Een stevige opmars, maar de wetgeving blijft achter. Niet alleen zijn er geen algemene regels, bovendien interpreteren lidstaten de richtlijnen op hun eigen manier, of het nu gaat om opfok of de definitie van regionaal voer. De Europese Commissie wou de wetgeving geleidelijk aanpassen, maar had niet verwacht dat de sector zo snel zou groeien. De sturende kracht achter die snelle ont­wikkeling van de pluimveesector blijkt vooral de rest van de keten: supermarkten, opfok­bedrijven en veevoederbedrijven. Zo evolueert de s ­ ector steeds meer naar het gangbare systeem, waarbij bedrijven niet langer grondverbonden zijn en vooral wat voer betreft de kringloop­ gedachte loslaten. Om het vertrouwen van de consument te blijven houden, moeten ook deze spelers de biologische basisprincipes in het achterhoofd houden.

Biologische moederkippen Terwijl de Europese Commissie tot ieders verbazing eind vorig jaar de ontheffing verlengde tot 2017 voor het gebruik van niet-biologisch gehouden jonge kippen die niet ouder zijn dan 18 weken, zien we enkele ondernemers uit de sector wel stappen vooruit zetten. Zo kreeg de Duitse broeierij ‘Fürstenhof’ van broeierij en opfokbedrijf Verbeek toestemming om de genetische lijnen van hun kippenras Novogen in te zetten voor de ontwikkeling van kuikens uit biologisch geproduceerde moeder­dieren en ze in te zetten voor hun eigen legkipketen. Ze klopten daarvoor onder meer aan bij Vlaamse bio­logische opfokker Geert Vanslambrouck. Hoe uitzonderlijk dat is, lees je in het kaderstukje "Wat maakt een ei biologisch?"

Jürgen Reimer, Fürstenhof: "Voor zo’n ontwikkeling heb je wel voldoende afzet nodig. We merkten dat pluimveehouders niet voor biokuikens kiezen, zolang Europa ook de omschakeling van gangbare kuikens en hennen toelaat. Op die manier werkt de wet positieve innovatie tegen. We wezen de Duitse overheid dus op wat indirect in de wetgeving staat: als biologische kuikens beschikbaar zijn, moeten ze gebruikt worden. Duitsland volgde onze redenering. We zijn ervan overtuigd dat andere broeierijen snel zullen volgen, maar vooral de Europese Commissie moet dringend werk maken van een ge­­ harmoniseerde biowetgeving die optreedt tegen inter­pretatieverschillen in de diverse lid­staten. Dat zorgt momenteel voor een uitholling van de bioprincipes."

WAT MAAKT EEN EI B I O L OGIS C H? Volgens het Europees biolastenboek zijn er drie manieren om bio-eieren te produceren. Ten eerste heb je eieren van leg­kippen die de eerste 17 weken als gangbaar op­ gekweekt worden en daarna omschakelen naar bio. Ten tweede heb je eieren van biologische legkippen die onder biologische omstandigheden zijn opgegroeid na omschakeling van gangbare eendags­kuikens (van gangbare moederdieren). Ten slotte heb je ook biologische eieren die al vanaf de moederdieren biologisch worden opgekweekt. De eieren hebben dus het hele traject van moederdier tot consumptie-ei biologisch doorlopen. Deze methode b ­ estond tot voor kort alleen in Zwitserland, maar nu dus ook in Duitsland.

Hoe reageert de sector? Waarom starten de andere Europese broeierijen niet zelf met het ontwikkelen van biomoederkippen? Ook Rob Boomstra van Broeierij en Opfokbedrijf Verbeek noemt het gebrek aan wetgeving en geharmoniseerd optreden vanuit de Commissie: "Nergens wordt gezegd aan welke voorwaarden de moeder­dieren, broedeieren of kuikens ­moeten voldoen. Het nieuwe Europese voorstel stelt hier wel regels voor op, met een overgangs­ termijn van vijf jaar. Wij willen geen voorloper zijn, zolang de biologische wetgeving niet duidelijk omschrijft hoe je een biologisch ei produceert.

Ons doel is niet de grootste te worden. Wij willen vooral samen met onze klanten duurzaam biologisch groeien. Dat betekent dat we ook op lange termijn moeten kijken, ­zonder de biologische gedachte uit het oog te ver­ liezen. Lokale groei met lokale opfokkers moet mogelijk blijven. Bovendien moeten we eerst oplossingen zoeken voor de bestaande zwakke punten: regionaal voeder, mestafzet, doden van de haantjes. De Europese wetgeving voorziet op dit moment geen voorwaarden voor een duurzame lokale groei: regels rond opfok of broeierij zijn onbestaande." Ook de Vlaamse legkippenhouders bevestigen dat een Europese aanpak noodzakelijk is. Zij ondersteunen de vragen van de broeierijen om snel werk te maken van een ge­harmoniseerde biowetgeving voor pluimveehouderij, zodat de sector zich in de toekomst volgens de biologische waarden verder kan ontwikkelen. Daniel Van Kesteren, Vlaamse bio-opfokker, wil duidelijkheid: "De onduidelijke wetgeving speelt kleine opfokkers als ons echt parten. Wij kunnen geen voorloper zijn, omdat onze afzet niet groot genoeg is. Wij zijn bang dat de huidige voorlopers een monopolie creëren, waardoor het zelfs niet meer mogelijk wordt om ons op lokaal niveau verder te ontwikkelen. Het is heel belangrijk dat de hele biologische wetgeving overal op dezelfde manier wordt geïnterpreteerd en uitgevoerd."

C ON C LUS IE Willen we in 2030 nog een biologische pluimvee­houderij op basis van de bio­ logische principes, dan moeten we d ­ ringend werk maken van een Europees geharmoniseerde wetgeving. Niet alleen de wetgever, ook de keten zelf kan hierin nog een meer leidende rol spelen. In een later nummer van Bio Actief zal BioForum zijn visie verwoorden op de biologische pluimveehouderij als onderdeel van een bio­logisch landbouw­ systeem in Europa. Wil je meewerken aan deze visie-oefening? Neem dan contact op met An Jamart. an.jamart@bioforumvl.be

MEER WETEN?

Een uitgebreide versie van dit artikel vind je op www.bfvl.be/kipofei.

Bio Actief

27

25


Van horen zeggen

” “We willen geen revolutie voor de Europese biowetgeving, maar een evolutie.” DIEGO CANGA FA N O DIRECTEU R DG A G RI E U ROPE SE COMMISSIE BIOFACH, 1 1 FE B RUA RI 2015

“Er liggen zoveel kansen — bio is booming business. En daarbij gaat het niet alleen om harde cijfers, maar ook om een mentaliteit. Dat valt mij altijd zo op in dit gezelschap: biologische boeren zijn positief ingesteld, nieuwsgierig, toekomstgericht, optimistisch.” SHARON DIJK SMA , N E D E RLA N D S STA AT SSECRETARIS V OOR ECON OMISCH E Z A KE N TOESPRAAK B IOFACH , T E R E RE VA N G A ST L A N D NEDERLAND, 12 FE B RUA RI 2015

“Velen hebben ondertussen door dat hoe we eten, bijvoorbeeld, behoorlijk wat beschavingsziekten verklaart. Maar zelden trekt iemand die link door naar hoe we omgaan met natuur en hoe, binnen die natuur, landbouwers aan landbouw doen.” MARJOLEIN V ISSE R HOOF DDOCENT A G RO- ECOLOG IE U L B DE STANDAAR D, 12 FE B RUA RI 2015

26

Bio Actief

27

“Er is een shift nodig van prijsgedreven ketens naar waardengedreven ketens. Dat vergt ook een verandering bij diegenen die het dichtst bij de consument staan (verwerkers en retailers) om in hun communicatie niet in eerste instantie te focussen op de prijs.” GUIDO VANHERPE, CEO LA LORRAINE KEUKENTAFELGESPREK SAVE THE FOODTURE, 12 FEBRUARI 2015

“De productiviteit van biolandbouw wordt altijd in vraag gesteld. Maar op dit ogenblik wordt bijna een derde van de wereldproductie weggegooid. Honger uitroeien betekent vooral de toegang tot voedsel verbeteren.” CLAIRE KREMEN, WETENSCHAPPER AAN BERKELEY UNIVERSITY LE MONDE, 10 DECEMBER 2014

Uit een nieuwe Berkeley-studie blijkt dat biolandbouw productiever is dan aangenomen. Door een efficiënte teeltrotatie en het telen van meerdere gewassen op hetzelfde veld, kan dat verschil zelfs gereduceerd worden tot 8%. De onderzoekers pleiten voor een herziening van het huidige intensieve landbouwmodel naar een duurzame landbouw en meer onderzoeksmiddelen hiervoor. Het huidige systeem weegt op de biodiversiteit en de bodemvruchtbaarheid. Een duurzamere landbouw is volgens hen geen keuze, maar een noodzaak.


©foto KVL Creative Nature C

M

Y

CM

fotografie

Photonews

MY

www.biobedrijvengids.be jouw wegwijs op de biologische markt Vind nieuwe partners: alle Belgische ondernemers uit de biosector in één databank.

CY

CMY

STEM UIT DE SECTOR

Voor boer, verwerker, groothandel, kleinhandel, cateraar en restaurant.

K

Vanzelfsprekend bio

H

© KVL Creative Nature

Als cateraar is de keuze voor bio niet zo vanzelfsprekend. Neem nu de prijs: we leven in een wankel economisch klimaat en prijs speelt bij veel mensen een grote rol. Biovlees en –gevogelte zijn nog altijd merkelijk ­duurder en dus moet ik daar creatief in zijn.

© Joachim Dewilde

oewel ik als Vlaams cateraar niet verplicht ben om te laten certifiëren, koos ik daar wel voor. Mijn bedrijf ligt immers aan de rand van Brussel en daar zijn — net als in Wallonië — horecazaken en cateraars die biomaaltijden willen aanbieden dat wel verplicht.

Elk nieuw gecertificeerd gerecht dat je op de markt wil brengen moet eerst worden goedgekeurd. Als creatief bedrijf dat graag inspeelt op het seizoenaanbod vraagt dat best veel administratie. Ook qua aanbod is het soms nog zoeken. Sommige ­kruiden en hun variëteiten, zoals Marokkaanse munt, zijn niet in biologische vorm op de markt te vinden. Die kweken we dus al jaren zelf, heel natuurlijk en in bakken. Gelukkig houdt de certificering rekening met die realiteit. Een biocateraar heeft drie opties: je kan heel specifiek een aantal producten laten certificeren. Ik kan er bijvoorbeeld voor kiezen om het vlees van een bepaalde kippensoort te laten certificeren en van andere kippenrassen niet. Daarnaast is het mogelijk om een bepaald percentage van je omzet te certificeren of te kiezen voor een volledige certificatie. Certisys en BioForum hielpen me bij het uitklaren van deze regels. Leuk, want zo kan ik ook de prachtige, maar niet-­gecerti­ ficeerde appels en noten uit onze eigen tuin in onze gerechten gebruiken. En uiteindelijk draait het daar vooral om: eerlijk en puur voedsel kunnen aanbieden.

Steeds de optimale doelgroep voor de promotie van jouw bedrijf Een dynamische sector. Bio Actief Bioforumvlaanderen.be Biobedrijvengids.be

De Vlaamse bioconsument.

Bioweek Biomijnnatuur.be Biogenietengids.be

Reserveren van advertenties:

15% korting - lid van BioForum Vlaanderen 5% extra korting - lid met Biogarantie® www.bfvl.be/adverteren • T +32 (0)3 286 92 70

CHRIS DERUDDER

BCDE Catering Bio Actief

27

27


Certificatie in landbouw en voeding zorgvuldig gekozen

IFS

Food Safety System Certification 22000

smaakvol verpakt

koffie kàn – altijd een goed idee

BE-BIO-02 international® featured standards

traag geroosterd

en vele anderen...

Food

Statiestraat 164 2600 Berchem - Antwerpen T + 32 3 287 37 60 F + 32 3 287 37 61 www.tuv-nord-integra.com

oactief_2014.indd 1

Kempens volmoutbier van hoge gisting met het kenmerkende aroma van gagel (Myrica gale). Gagel is een struikje dat groeit op veenachtige gronden zoals in het natuurreservaat De Liereman in Oud-Turnhout. Gagel was de voornaamste smaakmaker in de middeleeuwse gruitbieren (gruit = kruit). Gageleer is het eerste hedendaagse bier waarin gagel opnieuw wordt gebruikt.

The Belgian Specialty Beer

Gageleer cvba-so is een coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk. De opbrengst van de Gageleer-bieren is bestemd voor de aankoop en het onderhoud van natuurreservaten. Meer inlichtingen en verkooppunten zijn te vinden op de website.

www.koffiekan.be

INTEGRA

24/02/14 11:56

Ontdek ons

vriesvers bio-aanbod:

pure groenten

mixen

groentebereidingen

Een gevarieerd gamma voor retail

food service

Volledig traceerbaar Landbouw op het ritme van de natuur Geproduceerd met respect voor de natuur

industrie

www.gageleer.be

Certificering met bio-label

www.pinguinfoods.com info@pinguinfoods.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.