Kracht aug 2014 web

Page 1

MAGAZINE VOOR MEDEWERKERS VAN RIJKSWATERSTAAT AUGUSTUS 2014

Van proef

tot portaal SAMEN WERKEN AAN SCHOON EN VEILIG ZWEMWATER

01-KRACHT_Cover.indd 1

16-07-14 12:18


Inhoud Portret Sluismeester

Column Louis van Gaal

Pagina 4-5

Pagina 7

Reportage Mooi werk Schoon en veilig Proefmoeras zwemwater Markermeer Pagina 8-11

PORTRET

context

Ahoi kapitein IVS 90-systeem

Water heeft een grote aantrekkingskracht op Mirjam van Dijk. Al verruilde ze de vrijheid van het schippersleven in 2002 definitief voor dat van een sluismeester. Sinds kort heeft ze een nieuwe werkplek in haar woonplaats Maasbracht. Ze is operator bij de gloednieuwe bediencentrale op de Maasroute. 'Dertig jaar lang heb ik met veel plezier op een binnenvaartschip gevaren', begint Mirjam haar verhaal. ‘Al die tijd dacht ik dat mijn wereld groot en wijd was. In geografisch opzicht was dat ook zo. Toch wilde ik wat vaker mijn moeder, die nu 90 jaar is, bezoeken en helpen. Ook vroeg ik me regelmatig af wat het leven nog meer te bieden had. We legden het schip een aantal maanden aan wal, zodat ik kon ontdekken welk werk nog meer bij me paste. Via het uitzendbureau kon ik tijdelijk aan de slag op een sluis. Het grappige was: ik had mezelf nooit eerder voorgesteld als sluismeester.’

In de schoolbanken ‘Toen ik later door Rijkswaterstaat werd aangenomen op sluis Heel, kwam mijn leven in een stroomversnelling. Er volgde een periode van studeren want ik had aanvullende diploma’s nodig. Dat ik op mijn vijftigste nog terug in de schoolbanken ging, gaf me energie. Mijn man had het aanvankelijk moeilijker met al die grote veranderingen. Voor hem was het best pittig om van de een op andere dag met zijn bedrijf te stoppen. Wel bleven we nog een tijd op het schip wonen om er zeker van te zijn dat dit echt was wat we wilden. Gelukkig vond ook hij een baan die bij hem past en werkt hij nu als gezagvoerder op een meetvaartuig bij Rijkswaterstaat.’

Bakboord of stuurboord? Omdat Mirjam vroeger schipper was, weet ze haarfijn wat het beroep inhoudt en hoe

schippers het in- en uitvaren van een sluis ervaren. ‘Omdat ik me gemakkelijk kan inleven, geef ik veel informatie en aanwijzingen, bijvoorbeeld over de verwachte wachttijden en wanneer ze aan bakboord of stuurboord de sluis moeten binnenvaren. Klantvriendelijkheid staat bij mij voorop. Als een binnenvaartschipper de voorkeur heeft om aan bakboordzijde af te meren, omdat hij nog een brief moet posten of zijn hond wil uitlaten, dan hou ik daar zo veel mogelijk rekening mee. Het grappige is dat ik regelmatig varende vrienden en familie de sluis binnenloods. In het begin was ik best zenuwachtig als ik zag dat een bekende voor de sluis lag.’

Veilige en vlotte doorstroming Het mooiste aan haar vak vindt Mirjam dat ze haar voormalige collega’s snel, correct en veilig door de sluis mag begeleiden. ‘Bijdragen aan de beschikbaarheid van de vaarweg en een veilige, vlotte doorstroming realiseren, dat zijn mijn hoofdtaken.’ De intensiefste periode zijn de zomermaanden, wanneer de rijkswateren zijn bevolkt door recreanten. Dat is een zorgpunt want niet elke kapitein is even bedreven in het besturen van zijn jacht. Het is dus belangrijk om hen goed te begeleiden via de marifoon of de luidsprekers bij de sluizen. We draaien de deuren pas dicht als we goed hebben gecontroleerd of alle schepen op de juiste manier zijn afgemeerd en vastliggen.’

‘Eén ingang’

‘Snel, helder en SMART’

Michiel van Spronsen

Axel Trip

Alex Bastiaanse

‘Wij zijn bezig met de ontwikkeling van “groen” asfalt, dat wordt geproduceerd van 100 procent gerecycled materiaal. Op de website las ik dat Rijkswaterstaat een Green Deal heeft gesloten met bedrijven in de weg- en waterbouw.

‘De zakelijke markt wist niet waar ze met haar vragen naartoe moest en kreeg geen uniforme antwoorden. Met de komst van de Servicedesk Zakelijk begin dit jaar handelen we alles in één keer goed af. We beantwoorden alleen projectoverstijgende vragen. Voor overige zaken verwijzen we naar een van de andere loketten. Maandelijks ontvangen we tussen de 50 en 75 vragen, die we binnen gemiddeld 3 à 4 werkdagen beantwoorden. Uit onze kennisbank halen we ongeveer 25 procent van de antwoorden. De overige 75 procent spelen we door aan de back office, die de vraag voorlegt aan een expert. Zo krijgen we inzicht in wat de markt wenst en kunnen we onze website verbeteren en zichtbaarder maken. Ook inventariseren we welke loketten noodzakelijk zijn en waar we kunnen samenwerken. De reacties zijn overwegend positief: één ingang en snel een uniform antwoord. Wel missen sommige klanten telefonisch contact. Dat is iets voor de toekomst, zodat we vragen van de markt nog beter kunnen beantwoorden.’

‘Mijn vraag aan de Servicedesk Zakelijk van Rijkswaterstaat was welke leveranciers een verkeerskundige draagconstructie met een armlengte van 10 à 12 meter leveren. Het antwoord kwam snel en was helder: deze leveranciers zijn er niet. Van Gelder Verkeerstechniek heeft vaker vraagstukken voor Rijkswaterstaat. Het mechanisme van online vragen stellen en antwoord krijgen werkt goed.

Om de wensen en mogelijkheden hiervan te bespreken nam ik contact op met de Servicedesk Zakelijk. Ik vulde het web-formulier in en kreeg per omgaande een e-mail dat ik binnen tien werkdagen een reactie zou ontvangen. Dat werden er twee, dus ik was positief verrast. Ik ontving meteen de gegevens van de juiste contactpersoon met het verzoek een uitgebreid voorstel te mailen. Mijn voorstel ligt nu daar, dus het is nu even afwachten. Bij de overheid hoor je vaak niets op vragen of verzoeken of ze gaan een eigen leven leiden. Maar dat is hier zeker niet het geval. De Servicedesk Zakelijk mag van mij wel een prominentere plek op de website krijgen, want het was wel even zoeken.’

‘Een extra service die we bij een aantal sluizen in Nederland verlenen, is de inzet van stewards tijdens Hemelvaart en Pinksteren en gedurende de zomervakantie’, vervolgt ze. Een van de drukste weekenden dit jaar was tijdens de Nawaka, een waterscoutingevenement dat eind juli plaatsvond langs de Maas bij Roermond. ‘Toen begeleidden we tientallen boten bij sluis Roermond. Hoewel ik de sluis met camera’s op de meter nauwkeurig in de gaten kon houden, was ik blij met de extra begeleiding van de stewards. Bij twijfel kon ik hen via de telefoon oproepen om te controleren of de bootjes goed vastlagen.’

Op de fiets Sinds kort bedient Mirjam de sluizen Heel, Roermond en Linne vanuit de nieuwe bediencentrale in Maasbracht. Sluis Linne en Roermond werden al op afstand bediend en dit geldt nu dus ook voor sluis Heel. ‘Via camera’s heb ik goed zicht op de sluizen en voorhavens, zodat ik de schepen veilig kan schutten. Vanuit Maasbracht bedien ik in de toekomst ook alle objecten tussen Belfeld en Borgharen op afstand. Het voordeel: de bediencentrale ligt dicht bij huis, zodat ik lekker op de fiets naar mijn werk kan.’

pROfIEl

LEEFTIJD HOBBY’S MOTTO

ReageRen via

Schoon water is van levensbelang. Op zondag 13 juli sprongen tienduizenden mensen uit diverse Europese landen klokslag 15.00 uur samen in het water. Met deze Big Jump vroegen ze aandacht voor schoon water voor mens en natuur. De kwaliteit van zwemwater kan snel veranderen. Zomaar een zwemplas inspringen is dus niet verstandig. Welke zwemplekken schoon en veilig zijn, vind je op zwemwater.nl of met de Zwemwater App. Daar staan alle actuele gegevens van 715 zwemlocaties. Zo zie je precies waar je met een gerust hart een duik kunt nemen.

SaMEN WErkEN aaN SchOON EN VEILIG ZWEMWatEr

Een man die de kwaliteiten van zijn spelers de doorslag laat geven in zijn keuze voor het spelsysteem. Geen Hollandse school, want daar heeft Louis de spelers niet voor. Aanvallen was niet langer heilig. Het resultaat stond voorop, niet het spel.

Van proef tot portaal

Het leverde hem eerst nog bakken met kritiek op. Louis werd afgemaakt in de media. Het voetbal was niet om aan te gluren. Maar de resultaten waren uitstekend. Ver boven verwachting zelfs. De kritiek verstomde en de supporters liepen na elke gewonnen wedstrijd in polonaise door hun stamcafé. Leve Louis! Zoiets hadden we eigenlijk ook voor ons plaatsings­ proces moeten inrichten. Want wat wordt belangrijker? Het werkproces of de collega's die daarin werkzaam zijn. De kritiek uit de organisatie richt zich met name op de willekeur waarmee collega's al dan niet zijn geplaatst. Kwaliteit doet er niet meer toe. Ondergeschikt aan het proces dat heilig is verklaard. Natuurlijk moet je een keuze maken. Wat die ook is, het plaatsingsproces zal zich nooit tot ieders tevredenheid voltrekken. Maar het zou fantastisch zijn als de juiste mensen straks ook op de juiste plek in het werkproces actief zijn. Zodat kwaliteiten optimaal worden benut en we uitstekende resultaten kunnen boeken. Wellicht dat de polonaise dan ook aan populariteit wint bij ons op de werkvloer.

Zeker voor een overheidsorganisatie is deze service ongekend. De antwoorden zijn specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART). Bij mij gaan twee duimen de lucht in. Het enige minpunt van online contact is dat het antwoord vaak subvragen oproept, wat een langere doorlooptijd tot gevolg heeft. Een korte telefonische dialoog heeft mijn voorkeur, dat werkt nog sneller en gemakkelijker.’

108

16-07-14 12:23

Van alle zwemwaterlocaties in rijkswateren valt in kwaliteitsklasse 'slecht' 5 procent, 'aanvaardbaar' 5 procent, 'goed' 20 procent en

kubieke meter per seconde. Dat is elke halve minuut de inhoud van een olympisch zwembad

97 226

procent van de kustwateren en 91 procent van de overige zwemlocaties in Nederland voldoen aan de wettelijke eisen

projectleider Van Gelder Verkeerstechniek 46

van alle 715 locaties in open water

Jaarlijks worden ongeveer

7.000

(Bron: rapportage EU over 2013)

LeeFtijD

@RWS Zakelijk www.rijkswaterstaat.nl/ zakelijk

ReageRen via

Flos Fleischer directeur Het Blauwe Hart

abastiaanse@vangelder.com

Feiten en cijfers

6 kRacht AUGUSTUS 2014

kracht AuGustus 2014 7

06-KRACHT_Context.indd 6

16-07-14 13:31

07-KRACHT_Column.indd 7

16-07-14 12:25

8 kracht AuGuSTuS 2014

KRACHT AUGUSTUS 2014 9

08-KRACHT_Reportage2.indd 8

16-07-14 12:26

08-KRACHT_Reportage2.indd 9

17-07-14 16:59

Buitenwacht Archeologische verwachtingen

Pagina 14-15

Pagina 16-18

Pagina 21

ACHTERGROND

Beleving en beleid

Hoe ver zijn we met het OP2015 op weg en wat vinden we ervan? RWS’ers beantwoorden de Medewerkers beantwoorden de verschillende stellingen op een 5-puntsschaal. De verdeling stellingen op een vijfpuntsschaal. De verdeling loopt van ‘mee oneens’ (1) tot ‘mee eens’ (5) loopt vanneutrale mee oneens (1) tot eens (5),(3). met een neutrale categorie in het midden (3). met een categorie inmee het midden

verbinden

TREND THEMA’S OP2015 4,1 4,1 4,0

3,8 3,8 3,7

3,7 3,7 3,6

3,7 3,7 3,6

Veranderen kost tijd. Om vast te stellen of de veranderopgave op koers ligt, monitort Rijkswaterstaat sinds begin dit jaar elke twee maanden de beleving van drieduizend medewerkers. De uitkomst van de derde meting is bekend. Aan het woord is Roelof Oldenburger van het Regieteam OP2015.

JAN/FEB

MEI/JUN

MEI/JUN

MRT/APR

3,7

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

GEMIDDELDE SCORE

GEMIDDELDE SCORE

3,0

Hoog

3,0 3,1 2,9

3,2 3,3 3,2

‘Om een goed beeld te krijgen van de beleving zetten we het gemiddelde cijfer per thema af tegen de spreiding ­ uitschieters omhoog en omlaag ­ en voegen we daar­ aan de rode draad van de open vragen toe. In totaal scoren we elke meting heel constant een hoge 3,7. Dat is opmerkelijk, omdat we na de plaatsingsronden een lichte daling hadden verwacht. Een ander opmerkelijk punt is

JAN/FEB

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

JAN/FEB

MEI/JUN

Laag MEI/JUN

‘Rijkswaterstaat heeft te maken met de grootste verander­ operatie ooit’, benadrukt Roelof. ‘Het is belangrijk om dan goed de vinger aan de pols te houden. Werkt wat bedacht is in de praktijk en gaat de organisatie de goede kant op? De respons op alle drie metingen is steeds circa 40 procent. Dat is hoog. De 66 stellingen gaan in op de zeven veranderthema’s zoals KR8­ig werken, proces­ gericht werken, dienend leiderschap en transitie. Er zijn twee categorieën vragen: wat doe je zelf en hoe beleef je de organisatie? Het eigen gedrag scoort beter dan de organisatie en het management, maar dat is normaal. Vaak denken we dat we het beter doen dan een ander. Om echt te veranderen is het essentieel dat zowel de ander als jijzelf verandert.’

Bouwstenen van de verandering

3,1 3,1 3,0

Elke dag beter te worden

MRT/APR

‘De thermometer gaat in de organisatie’, vertelt Roelof. ‘Op 66 stellingen geven medewerkers op een schaal van 1 tot 5 aan of ze het eens of oneens zijn. De groeps­ samenstelling is bij elke meting vergelijkbaar en repre­ sentatief, onder meer wat betreft leeftijd, sekse, functie en aantal afgevaardigden per organisatieonderdeel. Zo monitoren we de verbinding tussen beleid en beleving.’

Vinger aan de pols houden

Transitie

MRT/APR

Samen met anderen te werken

KR8-ig werken

3,5 3,5 3,4

Dienend leiderschap

TREND “HET CREDO VAN OP2015 ” We zijn goed op weg om: Als één RWS te werken

MRT/APR

MEI/JUN

JAN/FEB

MRT/APR

JAN/FEB

Interne samenwerking

3,5 3,5 3,5

JAN/FEB

MEI/JUN

MRT/APR

3,9 3,9 3,8

JAN/FEB

KR8 volwassenheid

Werken aan operationele doelen

MRT/APR

Procesgericht werken

MEI/JUN

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

Laag

Julia Kizimenko

INTERVIEW

BOTER BIJ DE VIS

Snoepen uit elkaars keuken

Obstakels? Ergernissen? Rijkswaterstaat doet boter bij de vis. Ideeën van medewerkers zijn een springplank naar een sterkere organisatie.

Jorn Verwoerd

Wordt vervolgd De rapportage van de derde belevingsmonitor staat op intranet. Na de vierde meting worden de resultaten besproken in de groepsraad. Roelof: ‘In KRACHT december lichten twee leden van de groepsraad de uitkomsten toe en geven hier duiding aan. Want wat zeggen bijvoorbeeld de constante scores over de drie metingen? Wanneer is het bestuur tevreden? En zien we de verbinding tussen het credo en de ingezette instrumenten? Tevens vormen de uitkomsten input voor het leerprogramma voor leidinggevenden.

Hoe baanbrekend was jobrotation voor jullie? ‘Het uitwisselen van kennis en ervaringen op het gebied van infrabeheer en omgevingsmanagement leidde tot interessante inzichten’, vindt Jorn. ‘Hoe doet de ander het? En wat kunnen we ondanks de verschillen van elkaar leren?’ Julia: ‘Voor mij is jobrotation een innovatieve manier om erachter te komen hoe onze alliantiepartner werkt. Dat was niet alleen leerzaam voor mezelf, maar ook belangrijk voor ProRail. Om een voorbeeld te geven: bij Rijkswaterstaat werken circa 200 projectgebonden omgevingsmanagers, wij hebben er precies achttien. Het leek mij bijzonder om te achterhalen wat de voordelen daarvan zijn. Want betekent meer investeren in je omgeving automatisch een beter imago?’

Waarin verschillen de alliantiepartners? Jorn: ‘In projecten werken wij met een integraal team met vijf rolhouders die van opdracht tot oplevering de rode draad vormen. Bij ProRail trekt de projectmanager het hele project en haakt een planontwikkelaar of railsysteemengineer aan in het voortraject. Een omgevingsmanager van ProRail kan daardoor aan meerdere projecten tegelijk zijn steentje bijdragen. Ook zit ProRail dichter op de uitvoering, terwijl wij meer van de regie zijn. Als wij specifieke adviseurs nodig hebben, huren we

kracht AugusTus 2014 15

16-07-14 16:13

14-KRACHT_Achtergrond.indd 15

16-07-14 16:13

16 kRacht AUGUSTUS 2014

16-KRACHT_Interview.indd 16

16-KRACHT_Interview.indd 17

16-07-14 12:32

Toen-nu-straks Asfalt Pagina 22-23

TOEN-NU-STRAKS

De evolutie van

asfalt

die in. ProRail werkt met eigen specialisten die zich full time met specifieke taken bezighouden.’

Delen jullie de visie op infrabeheer en omgevingsmanagement? Julia: ‘ProRail en Rijkswaterstaat hebben dezelfde opgave, maar bewandelen andere wegen. De opsplitsing van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en ProRail in 1995 speelt hierin volgens mij nog steeds een rol. Net als bij Rijkswaterstaat richt ook de NS zich op het belang van de reiziger, terwijl ProRail vooral de betrouwbaarheid van het spoor wil garanderen. Dat verschil zit diep geworteld in de mensen en zag ik terug in tijd en aandacht die omgevingsmanagement krijgt bij Rijkswaterstaat. Met andere woorden: voor Rijkswaterstaat is een project geslaagd als de omgeving tevreden is, ProRail vindt omgevingsmanagement belangrijk, maar de focus ligt bij risicomanagement, planning en budget.’

Rijkswaterstaat liep vijf jaar geleden ernstige imagoschade op toen regelmatig de roltrappen en liften naar de fietstunnels in de Heinenoord- en Beneluxtunnel het niet deden. Deze ergernis stond jarenlang in de top drie van de 0800-lijn. In 2011 werden alle roltrappen en liften vervangen. De klachten bleven uit, totdat vorig jaar weer meldingen binnenkwamen van onder meer afval in liften en misbruik van de noodstopknop. ‘Aan de techniek alleen ligt het niet’, geeft Tekin aan. ‘Gemeenten moesten inzien dat hun inwoners overlast veroorzaakten en dat dit mentaliteitsprobleem moest worden opgelost. De oplossing was om langdurig werklozen uit de bijstand te halen en in te zetten als toezichthouders bij de fietstunnels. Zij nemen het sociaal onveilige gevoel weg en nemen misbruik, storingen en incidenten snel waar. Als alles direct wordt gemeld, kan de onderhoudsaannemer snel in actie komen.’

Doorstromen ‘Het is een win-winsituatie’ vertelt Tekin. ‘De gemeenten helpen langdurig werklozen aan een zinvolle dagbesteding als toezichthouder, waardoor ze kunnen doorstromen naar een reguliere baan. Rijkswaterstaat krijgt daarvoor veiligheid terug. De defecten aan liften en roltrappen nemen af, het verkeer stroomt beter door en de passanten voelen zich veiliger. Met deze inzet van zestien vrijwillige toezichthouders bespaart Rijkswaterstaat niet alleen 1 miljoen euro aan personeelskosten, maar dalen op termijn ook de reparatiekosten. Het sociale en maatschappelijke effect is groot, waardoor het imago van Rijkswaterstaat beter wordt.’

Hoe passen jullie deze ervaringen toe in je eigen werk? Jorn: ‘Eigenlijk zouden we best wat meer ondernemerschap mogen tonen. Dat we beter weten wat we van elkaar verwachten en hoeveel tijd daarvoor staat. Door dit per fase inzichtelijk te maken kunnen we het proces in onze projecten bijsturen of de verantwoordelijkheden

KRACHT AUGUSTUS 2014 17

16-07-14 13:08

12-KRACHT_Mooi werk.indd 13

De Mesopotamiërs gebruikten asfalt om baden waterdicht te maken en de Feniciërs hun schepen. De Egyptenaren legden asfaltblokken langs de Nijl om erosie te voorkomen. Voor Rijkswaterstaat staat asfalt al jarenlang synoniem voor innovatie. Samen met kennisinstituten en aannemers evolueert deze delfstof tot stillere, duurzamere en goedkopere wegdekken.

bodemerfgoed ‘Vandalisme is een mentaliteitsprobleem dat we samen met andere overheden moeten aanpakken’, meent Tekin Ates, omgevingsmanager van West-Nederland Zuid. Hij kwam met een creatieve oplossing. Toezichthouders in en rond de fietstunnels van de Heinenoord- en de Beneluxtunnel in Rotterdam dragen bij aan een veiliger gevoel.

Lekker in je vel

'ProRail zit dichter op de uitvoering, Rijkswaterstaat is meer van de regie'

KRACHT AUGUSTUS 2014 13

16-07-14 12:32

Behoud van ons

‘A change is as good as a holiday’, zo luidt een Engels gezegde. De jobrotation die alliantiepartners Rijkswaterstaat en ProRail tot stand brachten, had in elk geval een verfrissend effect op omgevingsmanagers Julia Kizimenko (ProRail) en Jorn Verwoerd (Rijkswaterstaat). Zij verwierven nieuwe inzichten in hun eigen talenten en ambities en ontdekten ontwikkelkansen voor beide organisaties.

Het subthema “hoe voel jij je?” krijgt gemiddeld een 3,5. ‘Dat is mooi. Maar als we kijken naar de spreiding, zit 25 procent zich niet lekker in zijn vel. Dat zijn ruim twee­ duizend medewerkers. Neutraal hierin staan 1.500 mede­ werkers. De 1.500 ontvangen open toelichtingen geven vooral een goede indicatie van de negatieve beleving. Zo vinden velen dat de transitie te lang duurt, wat voor verwarring zorgt en dat door de hoge werkdruk minder aandacht is van de leidinggevende voor het individu. Ook weten ze niet precies wat de koers is en wat dat voor hen persoonlijk betekent. Velen ervaren niet of nauwelijks nieuw gedrag.

12 KRACHT AUGUSTUS 2014

12-KRACHT_Mooi werk.indd 12

buitenwacht

‘Schoolvoorbeeld van samenwerken’

‘Verhaal van het verleden vertellen’

‘Rijkswaterstaat en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hebben een samenwerkingsovereenkomst. Wij geven archeologisch advies, bijvoorbeeld bij de Ruimte voor de Rivier-projecten. Op initiatief van beide organisaties heeft een team van fysische geografen van de Universiteit Utrecht, Deltares en archeologen van de Rijksuniversiteit Groningen een verwachtingenkaart van archeologische vindplaatsen ontwikkeld. Rijkswaterstaat behoort tot de grootste gebruikers van de rivierbodem en dan is het prettig om vooraf de risico’s inzichtelijk te krijgen. Zo kunnen ze hiermee in de planning, de kosten en het ontwerp rekening houden. De totaalkaart werkt als een verkeerslicht: rood betekent veel, oranje minder en groen weinig risico. Als we de archeologische kennis met de informatie over landschapsontwikkeling combineren, krijgen we de archeologische verwachting. Onze samenwerking is een schoolvoorbeeld. We hebben de kaart opgezet en begeleid alsof we één dienst waren. Onze belangen kwamen goed samen: het borgen van de cultuurhistorie en het ontwikkelen van een goed sturingsinstrument.’

‘Als archeologisch risicobeheerder heb ik veel baat bij een actueel en gedetailleerd beeld van te verwachten archeologische resten bij ruimtelijke ingrepen van Rijkswaterstaat. Met de verwachtingenkaart borgen we onze opgedane kennis, passen deze toe in toekomstige projecten en laten zien dat we zorgvuldig met de omgeving omgaan. De kaart vertelt het verhaal van het verleden. De archeologische vindplaatsen zijn vastgelegd en we komen steeds meer te weten over de ontstaanswijze van het complexe uiterwaardenlandschap. Is het gebied bijvoorbeeld ontstaan in de prehistorie of de middeleeuwen? Deze tijdspecifieke informatie is bruikbaar voor de archeologische verwachtingen. Zo kan Rijkswaterstaat daarmee in de planstudiefase van grote infrastructurele projecten al rekening houden en voorkomen we onvoorziene kosten. We behouden ons bodemerfgoed en stuiten tijdens het graven niet onverwachts op archeologische vondsten. De verwachtingenkaart is binnen begroting en planning gerealiseerd. “Af” is de kaart nooit. We staan open voor verbetersuggesties en ontbrekende informatie zodat we de kaart blijven optimaliseren.’

wie Marjolein Verschuur

wie Eckhart Heunks

wat projectleider

wat landschapsarcheoloog

waar Rijksdienst voor het

waar Rijkswaterstaat Ruimte voor de Rivier

Cultureel Erfgoed

14 KRACHT AUGUSTUS 2014

14-KRACHT_Achtergrond.indd 14

'ProRail en Rijkswaterstaat hebben dezelfde opgave, maar bewandelen andere wegen'

dat we op het credo 'één Rijkswaterstaat, samen met anderen en elke dag beter' drie metingen achtereen constant een neutrale 3,0 scoren. Dit resultaat is niet in overeenstemming met de bouwstenen van de veran­ dering, waarop we een 3,7 scoren. Verder zijn er veel positieve uitschieters. Zo scoren procesgericht werken, de interne samenwer­ king en werken aan de operationele doelen het hoogst. We zijn bekend met de eigen werkprocessen, onze plek in de keten en welke eigen bijdrage we aan het eindproduct leveren. Ook de hulpbereidheid is hoog. Er is veel respect voor en van de leidinggevende. En er is volop ruimte voor het aandragen van ideeën. Inhoudelijke aandachtpunten zijn meer aandacht voor proces­ en lijnsturing en voor de plan­do­check­actketen. De organisatie is nog te veel gericht op plan­do en minder op check­act.’

Toekomstbestendig ‘Het Markeermeer is van nature ondiep. Doordat de wind daar vrij spel heeft, wervelt het slib op van de bodem en maakt het water troebel. Daarnaast zijn de oevers van het Markermeer overwegend steil en hard. Door het creëren van geleidelijke landwaterovergangen, moeras- en luwteplekken hebben vissen betere paai- en opgroeiplaatsen en kunnen verschillende soorten waterplanten en riet beter tot ontwikkeling komen. Een spannende onderzoeksvraag is: kun je een moeras aanleggen van het slib uit het Markermeer? Overleeft het moeras kruiend ijs of een paar flinke herfststormen? Door metingen in en om het moeras weten we na het komende seizoen meer. Hoewel de meetapparatuur uiteindelijk verdwijnt, blijft het moeras nog heel lang liggen.’

Fred Haarman senior projectmanager Royal HaskoningDHV

watermonsters genomen

Interview Jobrotation ProRail – RWS

Hoe denken wij erover? RESULTATEN BELEVINGSMONITOR

In het noordoosten van het Markermeer, tussen Trintelhaven en Lelystad, ligt sinds een jaar een proefmoeras van 10 hectare. Dit met slib aangelegde natuurgebied is onderdeel van het innovatieve onderzoeksprogramma Natuurlijk(er) MarkermeerIJmeer (NMIJ). De komende anderhalf jaar monitort Rijkswaterstaat hoe het proefmoeras zich ontwikkelt, welke planten zich er vestigen en hoe de ecologische kwaliteit van het Markermeer verbetert.

‘Interessant aan dit experiment is dat we de grenzen opzoeken van wat mogelijk is. Zo ligt het moeras in het onstuimigste deel van het Markermeer en is het grotendeels opgebouwd uit slib dat afkomstig is uit de vaargeul Amsterdam-Lemmer. Daarmee vangen we twee vliegen in een klap: we maken de vaarweg dieper en creëren tegelijkertijd geleidelijke land-waterovergangen. De randen van het moeras zijn gemaakt met innovatieve geotubes en daarna bestort met steen. Het proefmoeras zelf bestaat uit een gesloten en open compartiment en acht proefvakken. Het open compartiment staat in directe verbinding met het Markermeer waardoor de waterdynamiek vrij spel heeft. In de proefvakken en in de compartimenten monitoren we de zetting van de ondergrond en de consolidatie van het aangebrachte materiaal.’

'uitstekend'

Achtergrond Belevingsmonitor

Hoog

brengt leven in het Markermeer

Compartimenten

70

Rijkswaterstaat beheert

RWS’ers, partners en gebruikers reageren op een woord dat centraal staat binnen Rijkswaterstaat. Ook meepraten? Mail naar kracht@rws.nl.

04-KRACHT_Portret.indd 5

‘In het onderzoeksprogramma NMIJ onderzoeken we hoe innovatieve methoden en technieken in de praktijk werken. En welke maatregelen effectief zijn voor de verbetering van de ecologische kwaliteit van het Markermeer-IJmeer. Royal HaskoningDHV voert als managing contractor namens ons het programma uit. De schat aan informatie waarover we straks beschikken, is interessant voor de toekomstige inrichting van het gebied. Andere projecten kunnen gebruikmaken van de kennis en ervaringen die zijn opgedaan binnen NMIJ. Denk aan de aanleg van de Hoornse Hop en de Marker Wadden, maar ook projecten van regionale en provinciale overheden.’

Het gemaal in Katwijk spuit maximaal

Op het strand van Katwijk genieten badgasten van de zon en een enkeling zoekt verkoeling in het water. Zorgen over de kwaliteit van het zwemwater lijken deze strandgangers zich niet te maken. Is dat terecht? KRACHT neemt de proef op de som en kijkt hoe de vlag er in Katwijk bij hangt.

E. Gaafman

Proefmoeras

Schat aan informatie

Monique Busnach-Blankers projectleider NMIJ

Functie

27

MOOI WERK

Springen voor schoon water

Waar is Louis van Gaal als je hem nodig hebt? Louis is de nieuwe held van Nederland. Zijn achternaam is al verbasterd tot Van Geniaal. Zo’n man moeten we bij Rijkswaterstaat eigenlijk ook binnenhalen.

pROfIEl

Medewerker Servicedesk

Zakelijk LeeFtijD

vanspronsen@glascomtuinbouw.nl

KRACHT AUGUSTUS 2014 5

16-07-14 12:22

Functie

LeeFtijD

62 jaar Zingen in een zangkoor, fietsen, oppassen op mijn kleinkinderen Positief in het leven staan

4 KRACHT AUGUSTUS 2014

04-KRACHT_Portret.indd 4

pROfIEl

Directeur bij Glascom Tuinbouw bv 56 jaar

ReageRen via

Functie

PROFIEL

reportage

Louis van Gaal

voor jou?

‘Positief verrast’

‘Voor de communicatie met de beroepsvaart hebben we het IVS90-systeem tot onze beschikking. Dit informatievolgsysteem is gekoppeld aan het unieke Europanummer dat aan elk schip is verbonden. Zodra een schip zich aanmeldt bij een sluis, geeft hij zijn gegevens door. Informatie over onder meer lengte, breedte, diepgang en soort lading reist mee tot aan zijn eindbestemming. We kunnen dus een goede inschatting maken wanneer en hoeveel schepen aankomen bij bijvoorbeeld sluis Heel.’

Nawaka

column

ServicedeSk Zakelijk

Wat betekent

Pagina 12-13

17-07-14 12:09

kracht AUGUstUs 2014 21

20-KRACHT_Krachtpatser.indd 20

17-07-14 14:20

21-KRACHT_Buitenwacht.indd 21

16-07-14 13:15

Rijkswaterstaat was niet de eerste die asfalt toepaste bij de aanleg van wegen. Die eer komt de Mesopotamiërs toe die omstreeks 625 voor Christus hun wegen ermee asfalteerden in Babylon. ‘Eeuwen later, in 1923 om precies te zijn, werd het eerste asfalt in Amsterdam gelegd’, vertelt Jan van der Zwan, coördinerend adviseur. ‘En later is de eerste rijksweg bij Wassenaar zo aangelegd. De echte ontwikkeling van asfalt kwam in Nederland pas goed op gang na de Tweede Wereldoorlog, toen de intensiteit van het verkeer toenam. Tussen de zestiger en zeventiger jaren groeide de productie van asfalt zelfs explosief: van anderhalf miljoen ton tot 13 miljoen ton asfalt per jaar.’

Baanbrekend ‘Kijken we naar de asfaltmengsels, dan gebruikten we vroeger vooral dicht asfaltbeton voor de deklagen. Gaandeweg stelden we hogere eisen aan onze wegconstructies. Dat leidde in 1973 tot de eerste proeven met zeer open asfaltbeton (zoab), een mengsel dat overkwam uit Engeland en werd gebruikt als antisliplaag op vliegvelden.’ ‘Het op grote schaal toepassen van zoab was baanbrekend, maar een innovatie die mij sterk is bijgebleven, is de ontwikkeling en aanleg van tweelaags-zoab in 2005’, vult senior adviseur Rob Hofman aan. ‘Aannemer Heijmans speelde hiermee slim in op onze vraag naar nog stillere wegen.’

Verjongingsmiddelen ‘De meeste innovaties zien we niet eens’, vervolgt hij. ‘Binnen onze functionele contracten krijgen marktpartijen relatief veel ruimte om zelfstandig te innoveren. De geavanceerde innovaties pakken we gezamenlijk op in ons Innovatie Test Centrum. Zo experimenteren we momenteel samen met de markt en kennispartners Infraquest, TNO en TU Delft met verjongingsmiddelen. Dit zijn interessante

innovaties omdat we daarmee de levensduur van onze wegen verlengen.’

Daarmee stoten we 30 procent minder CO2 uit dan bij de productie van conventioneel asfalt. Doordat het asfalt sneller afkoelt, gaat het langer mee, kunnen we de aanleg van een snelweg aanzienlijk verkorten en beperken we de hinder voor weggebruikers.’

Koele deklagen

Minder CO2

Hoewel de basisbestanddelen van asfalt nog steeds bestaan uit een mineralenmengsel van zand, steen, vulstof en bitumen, veranderen de technieken die we gebruiken om tot een homogeen asfaltmengsel te komen continu. Een recent voorbeeld daarvan is leab, een techniek die is ontwikkeld door BAM Wegen. ‘Omdat de zorg om het milieu een prominentere plek op de politieke agenda kreeg, ontwikkelden we een laag energie asfalt beton’, legt Rien Huurman van BAM Wegen uit. ‘Met behulp van een schuimbitumenprocedé produceren we asfalt bij 100 in plaats van 160 graden Celsius.

Nu het succes van leab zich heeft bewezen, zet BAM Wegen een nieuwe stap met de verdere ontwikkeling van leab. ‘We willen ook reguliere deklagen én zoab produceren bij 100 graden Celsius. In samenwerking met het Innovatie Test Centrum monitoren we twee demonstratievakken op de A18 tussen Varsseveld en Doetinchem en op de A4 ter hoogte van Burgerveen-Leiden. Deze proeven moeten aantonen dat de levens-

Nieuwe marktfilosofie Naast het asfaltmengsel en de productietechnieken is ook de rol van Rijkswaterstaat gaandeweg veranderd. Vroeger stuurden we innovaties vanuit onze eigen expertise en kennis aan. Tegenwoordig volgen we een marktfilosofie waarbij we onze partners uitdagen om technologische oplossingen te bedenken’, benadrukt Rob. ‘De aannemer is gegroeid van uitvoerder naar kennispartner. De keerzijde daarvan is het gevaar dat onze eigen kennis wegvloeit. Want we moeten alle innovaties uit de markt wel kunnen plaatsen in een bredere maatschappelijke context. Er is dus altijd kennis nodig om het beste compromis te vinden tussen kostenbesparing, veiligheid, duurzaamheid, doorstroming en kwaliteit van de leefomgeving.’

6

Ultrastil

Het nieuwste project waaraan Rijkswaterstaat werkt, is een ultrastil wegdek dat een geluidreductie oplevert van 10 decibel.

22 KRACHT AUGUSTUS 2014

22-KRACHT_Toen-straks.indd 22

duur van de leab-deklaag langer is dan de reguliere zoab+-deklagen, mede doordat het bitumen in het asfalt minder snel veroudert vanwege de lage temperatuur.’

Rijkswaterstaat maakt hierbij gebruik van onder meer kennis en onderzoeksresultaten uit Japan. Ook in Nederland zijn al diverse proeven met varianten van stil wegdek gedaan. Met de opgedane kennis en ervaring komen we nu, in samenwerking met ondernemers en kennisinstituten, dicht bij de ontwikkeling van zogeheten poro-elastische wegdekken. Dankzij deze asfaltinnovatie zijn minder of lagere geluidschermen nodig en kan het een besparing van vele miljoenen euro’s opleveren. ‘Minister Schultz van Haegen moedigt co-creatie en innovatief inkopen aan en juicht samenwerking met de markt en de kennisinstellingen toe. Op deze manier dragen we gezamenlijk zorg voor een nieuw soort asfalt, dat de leefomgeving sterk verbetert’, aldus Rob.

KRACHT AUGUSTUS 2014 23

16-07-14 13:18

22-KRACHT_Toen-straks.indd 23

16-07-14 13:19

Op de cover staan: van links naar rechts Hermine Erenstein, Theo Boers, Stefan Scholtes, Thijs Poortvliet en Quinty Duivestein

Colofon Kracht is een blad voor alle Rijkswaterstaters. Onderwerpen worden aangeleverd door collega’s uit het land. Uitspraken, meningen en citaten in dit blad weerspiegelen niet noodzakelijk de visie van het management van Rijkswaterstaat. KRACHT verschijnt 6 keer per jaar.

KRACHT maakt gebruik van Layar. Download de app en scan de pagina’s met het icoon om nog meer te ontdekken.

02-KRACHT_Inhoud.indd 2

Uitgave Rijkswaterstaat Corporate Dienst Opdrachtgever Marjan Buruma, Rijkswaterstaat Bestuursstaf Projectleiding Henk Kloosterhuis, Rijkswaterstaat Corporate Dienst BladcoÖrdinatie & realisatie Bureau Karin de Lange, Den Haag Tekst & redactie Bureau Karin de Lange Eindredactie Susan de Louw en Saskia Hinssen (Bureau Karin de Lange, 070 365 44 34) Beeldredactie Bureau Karin de Lange

Illustratie & fotografie Jurjen Poeles, Flos Fleischer, Marcel van Hoorn, Noor van Mierlo, Edwin Weers, Marcel Rozenberg, Loek Weijts, Henri Cormont, www.shutterstock.com Oplage 7.500 exemplaren Art direction Ontwerpwerk, Den Haag Vormgeving Inpladi bv, Cuijk Druk drukkerij Vos, Gemert Reacties, suggesties of onderwerpen? Mail kracht@rws.nl Vragen over de bezorging kun je sturen aan de afdeling Communicatie van je organisatie­onderdeel.

17-07-14 17:00


STROOIGOED

Feiten en cijfers

Rijkswaterstaat slaat handen ineen met Dienst Wegverkeer

10

hectare proefmoeras

7.000

watermonsters per jaar

3,7

13

gemiddelde score belevingsmonitor

Rijkswaterstaat (RWS) en de Dienst Wegverkeer (RDW) gaan nauwer samenwerken. In juni tekenden ze een overeenkomst om de wegmobiliteit te verbeteren. Om efficiënter te kunnen (samen)werken willen RWS en RDW kennis en data uitwisselen op het gebied van ICT, mobiliteit- en voertuiginformatie en intelligente transportsystemen. Volgens deskundigen biedt dit veel mogelijkheden. Er ontstaat meer digitale communicatie tussen de auto’s en de weg. Zo heeft elke nieuwe auto straks een eigen IP-adres. Hiermee communiceert die draadloos met informatiesystemen langs de weg. In geval van bijvoorbeeld een botsing stuurt hij een alarm met de exacte locatie door naar de politie, ambulance of brandweer. Ook kunnen verkeerscentrales hiermee goed zien waar het verkeer doorstroomt of vaststaat.

miljoen ton asfalt per jaar

Getweet @Rijkswaterstaat Opening Beleef de #Deltaroute: Deltawerken zijn bezoekje meer dan waard http://bit.ly/1wBqgAc http://www.beleefdedeltaroute.nl/

Johan Hakkenberg (RDW) en Jan Hendrik Dronkers (Rijkswaterstaat) met de getekende overeenkomst.

Gezocht! KRACHT(ige) redacteuren Heb je altijd al eens willen weten hoe het bedrijfsblad KRACHT tot stand komt? Kijk jij met een helikopterblik naar de organisatie en draag je vanuit dat vizier interessante onderwerpen aan? Meld je dan aan als gastredacteur voor KRACHT en schuif de eerstvolgende redactievergadering bij ons aan tafel. Interesse? Stuur een e-mail naar kracht@rws.nl.

Facebook LinkedIn Rijkswaterstaat en de Vrije Universiteit Amsterdam intensiveren samenwerking op het gebied van informatiemanagement. Via een innovatief werkprogramma spelen zij gezamenlijk in op onder andere digitale ontwikkelingen als ‘smart cities’. Deze ontwikkelingen zijn belangrijk voor Rijkswaterstaat om ook in de toekomst taken efficiënt, effectief en tegen lage kosten te kunnen uitvoeren. http://lnkd.in/dT9ZUM2

ModderDag! Wist je dat wij jaarlijks zo’n twaalf miljoen m3 zand en slib baggeren uit de vaargeulen en verschepen naar de grotere zeehavens? Dit is ongeveer acht keer stadion de Kuip in Rotterdam tot de rand vol! Door te baggeren zorgen we ervoor dat de vaarwegen bevaarbaar blijven. http://bit.ly/1iBOGql

KRACHT AUGUSTUS 2014 3

02-KRACHT_Inhoud.indd 3

17-07-14 12:10


PORTRET

Ahoi kapit Water heeft een grote aantrekkingskracht op Mirjam van Dijk. Al verruilde ze de vrijheid van het schippersleven in 2002 definitief voor dat van een sluismeester. Sinds kort heeft ze een nieuwe werkplek in haar woonplaats Maasbracht. Ze is operator bij de gloednieuwe bediencentrale op de Maasroute. 'Dertig jaar lang heb ik met veel plezier op een binnenvaartschip gevaren', begint Mirjam haar verhaal. ‘Al die tijd dacht ik dat mijn wereld groot en wijd was. In geografisch opzicht was dat ook zo. Toch wilde ik wat vaker mijn moeder, die nu 90 jaar is, bezoeken en helpen. Ook vroeg ik me regelmatig af wat het leven nog meer te bieden had. We legden het schip een aantal maanden aan wal, zodat ik kon ontdekken welk werk nog meer bij me paste. Via het uitzendbureau kon ik tijdelijk aan de slag op een sluis. Het grappige was: ik had mezelf nooit eerder voorgesteld als sluismeester.’

In de schoolbanken ‘Toen ik later door Rijkswaterstaat werd aangenomen op sluis Heel, kwam mijn leven in een stroomversnelling. Er volgde een periode van studeren want ik had aanvullende diploma’s nodig. Dat ik op mijn vijftigste nog terug in de schoolbanken ging, gaf me energie. Mijn man had het aanvankelijk moeilijker met al die grote veranderingen. Voor hem was het best pittig om van de een op andere dag met zijn bedrijf te stoppen. Wel bleven we nog een tijd op het schip wonen om er zeker van te zijn dat dit echt was wat we wilden. Gelukkig vond ook hij een baan die bij hem past en werkt hij nu als gezagvoerder op een meetvaartuig bij Rijkswaterstaat.’

Bakboord of stuurboord? Omdat Mirjam vroeger schipper was, weet ze haarfijn wat het beroep inhoudt en hoe

schippers het in- en uitvaren van een sluis ervaren. ‘Omdat ik me gemakkelijk kan inleven, geef ik veel informatie en aanwijzingen, bijvoorbeeld over de verwachte wachttijden en wanneer ze aan bakboord of stuurboord de sluis moeten binnenvaren. Klantvriendelijkheid staat bij mij voorop. Als een binnenvaartschipper de voorkeur heeft om aan bakboordzijde af te meren, omdat hij nog een brief moet posten of zijn hond wil uitlaten, dan hou ik daar zo veel mogelijk rekening mee. Het grappige is dat ik regelmatig varende vrienden en familie de sluis binnenloods. In het begin was ik best zenuwachtig als ik zag dat een bekende voor de sluis lag.’

Veilige en vlotte doorstroming Het mooiste aan haar vak vindt Mirjam dat ze haar voormalige collega’s snel, correct en veilig door de sluis mag begeleiden. ‘Bijdragen aan de beschikbaarheid van de vaarweg en een veilige, vlotte doorstroming realiseren, dat zijn mijn hoofdtaken.’ De intensiefste periode zijn de zomermaanden, wanneer de rijkswateren zijn bevolkt door recreanten. Dat is een zorgpunt want niet elke kapitein is even bedreven in het besturen van zijn jacht. Het is dus belangrijk om hen goed te begeleiden via de marifoon of de luidsprekers bij de sluizen. We draaien de deuren pas dicht als we goed hebben gecontroleerd of alle schepen op de juiste manier zijn afgemeerd en vastliggen.’

IVS 90-systeem ‘Voor de communicatie met de beroepsvaart hebben we het IVS90-systeem tot onze beschikking. Dit informatievolgsysteem is gekoppeld aan het unieke Europanummer dat aan elk schip is verbonden. Zodra een schip zich aanmeldt bij een sluis, geeft hij zijn gegevens door. Informatie over onder meer lengte, breedte, diepgang en soort lading reist mee tot aan zijn eindbestemming. We kunnen dus een goede inschatting maken wanneer en hoeveel schepen aankomen bij bijvoorbeeld sluis Heel.’

Nawaka ‘Een extra service die we bij een aantal sluizen in Nederland verlenen, is de inzet van stewards tijdens Hemelvaart en Pinksteren en gedurende de zomervakantie’, vervolgt ze. Een van de drukste weekenden dit jaar was tijdens de Nawaka, een waterscoutingevenement dat eind juli plaatsvond langs de Maas bij Roermond. ‘Toen begeleidden we tientallen boten bij sluis Roermond. Hoewel ik de sluis met camera’s op de meter nauwkeurig in de gaten kon houden, was ik blij met de extra begeleiding van de stewards. Bij twijfel kon ik hen via de telefoon oproepen om te controleren of de bootjes goed vastlagen.’

Op de fiets Sinds kort bedient Mirjam de sluizen Heel, Roermond en Linne vanuit de nieuwe bediencentrale in Maasbracht. Sluis Linne en Roermond werden al op afstand bediend en dit geldt nu dus ook voor sluis Heel. ‘Via camera’s heb ik goed zicht op de sluizen en voorhavens, zodat ik de schepen veilig kan schutten. Vanuit Maasbracht bedien ik in de toekomst ook alle objecten tussen Belfeld en Borgharen op afstand. Het voordeel: de bediencentrale ligt dicht bij huis, zodat ik lekker op de fiets naar mijn werk kan.’

4 KRACHT AUGUSTUS 2014

04-KRACHT_Portret.indd 4

16-07-14 12:22


itein

PROFIEL LEEFTIJD HOBBY’S MOTTO

62 jaar Zingen in een zangkoor, fietsen, oppassen op mijn kleinkinderen Positief in het leven staan

KRACHT AUGUSTUS 2014 5

04-KRACHT_Portret.indd 5

16-07-14 12:23


context

Servicedesk Zakelijk

Wat betekent

voor jou?

‘Positief verrast’

‘Eén ingang’

‘Snel, helder en SMART’

Michiel van Spronsen

Axel Trip

Alex Bastiaanse

‘Wij zijn bezig met de ontwikkeling van “groen” asfalt, dat wordt geproduceerd van 100 procent gerecycled materiaal. Op de website las ik dat Rijkswaterstaat een Green Deal heeft gesloten met bedrijven in de weg- en waterbouw.

‘De zakelijke markt wist niet waar ze met haar vragen naartoe moest en kreeg geen uniforme antwoorden. Met de komst van de Servicedesk Zakelijk begin dit jaar handelen we alles in één keer goed af. We beantwoorden alleen projectoverstijgende vragen. Voor overige zaken verwijzen we naar een van de andere loketten. Maandelijks ontvangen we tussen de 50 en 75 vragen, die we binnen gemiddeld 3 à 4 werkdagen beantwoorden. Uit onze kennisbank halen we ongeveer 25 procent van de antwoorden. De overige 75 procent spelen we door aan de back office, die de vraag voorlegt aan een expert. Zo krijgen we inzicht in wat de markt wenst en kunnen we onze website verbeteren en zichtbaarder maken. Ook inventariseren we welke loketten noodzakelijk zijn en waar we kunnen samenwerken. De reacties zijn overwegend positief: één ingang en snel een uniform antwoord. Wel missen sommige klanten telefonisch contact. Dat is iets voor de toekomst, zodat we vragen van de markt nog beter kunnen beantwoorden.’

‘Mijn vraag aan de Servicedesk Zakelijk van Rijkswaterstaat was welke leveranciers een verkeerskundige draagconstructie met een armlengte van 10 à 12 meter leveren. Het antwoord kwam snel en was helder: deze leveranciers zijn er niet. Van Gelder Verkeerstechniek heeft vaker vraagstukken voor Rijkswaterstaat. Het mechanisme van online vragen stellen en antwoord krijgen werkt goed.

profiel

profiel

profiel

Functie

Functie

Functie

Om de wensen en mogelijkheden hiervan te bespreken nam ik contact op met de Servicedesk Zakelijk. Ik vulde het web-formulier in en kreeg per omgaande een e-mail dat ik binnen tien werkdagen een reactie zou ontvangen. Dat werden er twee, dus ik was positief verrast. Ik ontving meteen de gegevens van de juiste contactpersoon met het verzoek een uitgebreid voorstel te mailen. Mijn voorstel ligt nu daar, dus het is nu even afwachten. Bij de overheid hoor je vaak niets op vragen of verzoeken of ze gaan een eigen leven leiden. Maar dat is hier zeker niet het geval. De Servicedesk Zakelijk mag van mij wel een prominentere plek op de website krijgen, want het was wel even zoeken.’

Directeur bij Glascom Tuinbouw bv Leeftijd 56 jaar Reageren via vanspronsen@glascomtuinbouw.nl

Medewerker Servicedesk Zakelijk Leeftijd 27 Reageren via @RWS Zakelijk www.rijkswaterstaat.nl/ zakelijk

Zeker voor een overheidsorganisatie is deze service ongekend. De antwoorden zijn specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART). Bij mij gaan twee duimen de lucht in. Het enige minpunt van online contact is dat het antwoord vaak subvragen oproept, wat een langere doorlooptijd tot gevolg heeft. Een korte telefonische dialoog heeft mijn voorkeur, dat werkt nog sneller en gemakkelijker.’

projectleider Van Gelder Verkeerstechniek Leeftijd 46 Reageren via abastiaanse@vangelder.com

RWS’ers, partners en gebruikers reageren op een woord dat centraal staat binnen Rijkswaterstaat. Ook meepraten? Mail naar kracht@rws.nl. 6 kracht augustus 2014

06-KRACHT_Context.indd 6

16-07-14 13:31


column

Louis van Gaal Waar is Louis van Gaal als je hem nodig hebt? Louis is de nieuwe held van Nederland. Zijn achternaam is al verbasterd tot Van Geniaal. Zo’n man moeten we bij Rijkswaterstaat eigenlijk ook binnenhalen. Een man die de kwaliteiten van zijn spelers de doorslag laat geven in zijn keuze voor het spelsysteem. Geen Hollandse school, want daar heeft Louis de spelers niet voor. Aanvallen was niet langer heilig. Het resultaat stond voorop, niet het spel. Het leverde hem eerst nog bakken met kritiek op. Louis werd afgemaakt in de media. Het voetbal was niet om aan te gluren. Maar de resultaten waren uitstekend. Ver boven verwachting zelfs. De kritiek verstomde en de supporters liepen na elke gewonnen wedstrijd in polonaise door hun stamcafé. Leve Louis! Zoiets hadden we eigenlijk ook voor ons plaatsings­ proces moeten inrichten. Want wat wordt belangrijker? Het werkproces of de collega's die daarin werkzaam zijn. De kritiek uit de organisatie richt zich met name op de willekeur waarmee collega's al dan niet zijn geplaatst. Kwaliteit doet er niet meer toe. Ondergeschikt aan het proces dat heilig is verklaard. Natuurlijk moet je een keuze maken. Wat die ook is, het plaatsingsproces zal zich nooit tot ieders tevredenheid voltrekken. Maar het zou fantastisch zijn als de juiste mensen straks ook op de juiste plek in het werkproces actief zijn. Zodat kwaliteiten optimaal worden benut en we uitstekende resultaten kunnen boeken. Wellicht dat de polonaise dan ook aan populariteit wint bij ons op de werkvloer. E. Gaafman

kracht augustus 2014 7

07-KRACHT_Column.indd 7

16-07-14 12:25


reportage

SaMEN WErkEN aaN SchOON EN VEILIG ZWEMWatEr

Van proef tot portaal Op het strand van Katwijk genieten badgasten van de zon en een enkeling zoekt verkoeling in het water. Zorgen over de kwaliteit van het zwemwater lijken deze strandgangers zich niet te maken. Is dat terecht? KRACHT neemt de proef op de som en kijkt hoe de vlag er in Katwijk bij hangt.

8 kracht AuGuSTuS 2014

08-KRACHT_Reportage2.indd 8

16-07-14 12:26


Springen voor schoon water Schoon water is van levensbelang. Op zondag 13 juli sprongen tienduizenden mensen uit diverse Europese landen klokslag 15.00 uur samen in het water. Met deze Big Jump vroegen ze aandacht voor schoon water voor mens en natuur. De kwaliteit van zwemwater kan snel veranderen. Zomaar een zwemplas inspringen is dus niet verstandig. Welke zwemplekken schoon en veilig zijn, vind je op zwemwater.nl of met de Zwemwater App. Daar staan alle actuele gegevens van 715 zwemlocaties. Zo zie je precies waar je met een gerust hart een duik kunt nemen.

l

Het gemaal in Katwijk spuit maximaal

108 kubieke meter per seconde. Dat is elke halve minuut de inhoud van een olympisch zwembad

Rijkswaterstaat beheert

97 226

procent van de kustwateren en 91 procent van de overige zwemlocaties in Nederland voldoen aan de wettelijke eisen

van alle 715 locaties in open water

Van alle zwemwaterlocaties in rijkswateren valt in kwaliteitsklasse 'slecht' 5 procent, 'aanvaardbaar' 5 procent, 'goed' 20 procent en

70

'uitstekend'

Jaarlijks worden ongeveer

7.000 watermonsters genomen

(Bron: rapportage EU over 2013)

Feiten en cijfers KRACHT AUGUSTUS 2014 9

08-KRACHT_Reportage2.indd 9

17-07-14 16:59


reportage

10.00 uur

‘Het lozen van overtollig water’ ‘De kwaliteit van het zwemwater in Katwijk is nu goed’, zegt Hermine Erenstein, programmacoördinator Brede Structuurvisie van de gemeente Katwijk, terwijl ze het strand oploopt. ‘In het voorjaar heeft het nauwelijks geregend en is er weinig gespuid.’ Ze wijst naar het Koning Willem-Alexander gemaal van het hoogheemraadschap, dat al het overtollige water van het verstedelijkte achterland op zee loost. ‘De kwaliteit van het zwemwater kan per uur verschillen. Als we binnen een uur meer dan 9 millimeter regen verwachten, treden de overstorten in werking. Het mogelijk verontreinigde water achter het gemaal komt dan in zee terecht. Er gaat een melding uit naar de Omgevingsdienst MiddenHolland (ODMH) om de zwemmers te waarschuwen, die er met slecht weer niet of nauwelijks zijn. Een waarschuwing wil zeggen dat je na het inslikken van vervuild water ziek of misselijk kan worden.’

Stefan Scholtes, Quinty Duivestein, Thijs Poortvliet, Hermine Erenstein en Theo Boers.

10.00 uur

11.00 uur

‘Tot aan mijn middel in het water staan’

Rijkswaterstaat controleert de waterkwaliteit van de Nederlandse zwemwaterlocaties in rijkswateren. Rijkswaterstaat adviseert de provincie, die als spreekbuis naar het publiek fungeert. Thijs Poortvliet en Quinty Duivestein beheren als zwemwatercoördinatoren van Rijkswaterstaat Zee- en Delta 92 locaties. Thijs: ‘Als waterbeheerder zorgen we voor het opstellen van zwemwaterprofielen, het nemen van monsters en het nemen van maatregelen als de kwaliteit niet voldoet. Een zwemwaterprofiel bevat een beschrijving van de zwemlocatie en van mogelijke oorzaken van gezondheidsrisico’s. Intertek doet voor ons de monstername en –analyse, maar we houden zelf de regie in handen.’ Monsternemer Theo Boers van Intertek komt op dat moment aanrijden. Hij hijst zich in zijn pak, haalt zijn meetapparatuur uit de bus en stapt de zee in. ‘Tijdens het zwemseizoen, dat loopt van 1 mei tot 1 oktober, sta ik hier een keer per twee weken tot aan mijn middel in het water en neem een monster. In ons laboratorium in Geleen controleren we het water op bacteriën als E.coli en intestinale enterococcen, die voorkomen in uitwerpselen van mensen en dieren. In zoetwater kijken we ook of blauwalg voorkomt. Het resultaat rapporteren we aan Rijkswaterstaat door het op het portaal zwemwater.nl te zetten. Hier leest het publiek alles over de actuele zwemwaterkwaliteit op zwemplekken in open water.’

12.15 uur

‘Veiligheid langs de kust controleren’

De resultaten van de monsters komen ook terecht bij Stefan Scholtes, zwemwaterinspecteur van de ODMH, die namens de provincie Zuid-Holland verantwoordelijk

11.00 uur

14:00 uur 12.15 uur

is voor de publieksinformatie.‘Tijdens het zwemwater­ seizoen is onze primaire taak de recreant te informeren over de actuele situatie van de officiële zwemwater­ locaties in Zuid-Holland. We doen dat via de blauwe informatie­borden op het strand, teletekst, Twitter, zwemwater.nl en de zwemwatertelefoon. Klachten of vragen van zwemmers pakken we op of spelen we door aan experts. Eén keer per maand rijden we van Ouddorp tot Noordwijk om de veiligheid langs de Zuid-Hollandse kust te controleren en bijzonderheden waar te nemen. Bij het aanbrengen van kustversterking bijvoorbeeld kijken we of deze werkzaamheden de strandbezoekers in gevaar brengen.’ Thijs knikt: ‘Het is belangrijk dat

10 kracht augustus 2014

08-KRACHT_Reportage2.indd 10

17-07-14 11:50


12.45 uur

wapperende Blauwe Vlag: een milieuonderscheiding voor schone stranden met een goede zwemwaterkwaliteit’, licht Hermine toe. Ze geeft toe dat zo’n vlag goede reclame is en het ontbreken daarvan wellicht economische gevolgen heeft - Duitse toeristen reizen alleen af naar badplaatsen met zo’n vlag - maar noemt het geen halszaak. ‘Onze stranden, toiletten en strandtenten zijn schoon en veilig en de laatste jaren zijn er geen overschrijdingen geweest. Een slecht imago poets je lastig weg. Als een zwemmer misselijk wordt en dat meldt op zijn blog, vind je dat tot in lengte van dagen terug op internet.’

13.30 uur

‘Onbezorgd zwemmen’

13.30 uur

Terwijl een paar kinderen elkaar natspetteren in zee en enkele badgasten voor hun omkleedhokjes zitten, vertelt Quinty dat Rijkswaterstaat maatregelen neemt en meedenkt over oplossingen om bezoekers onbezorgd te laten zwemmen. ‘Zo kijken we bijvoorbeeld samen met provincie en gemeente of we het water verder in zee kunnen lozen in combinatie met de aanleg van een zeejachthaven.’ Ook de gemeente Katwijk zit niet stil. Hermine: ‘We voeren al het hemelwater en rioolwater van een aantal woonwijken over een oppervlakte van 24 hectare gescheiden af. In 2022 is dit 45 hectare. Hierdoor treden de overstorten minder snel in werking.’ Thijs: ‘We werken zo uniform en landelijk mogelijk. Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) ontwikkelt de kaders, de Centrale Informatie­ voorziening (CIV) realiseert de contracten voor de metingen en de uitvoering is in handen van de regionale zwem­ watercoördinatoren. Om de belanghebbenden beter van dienst te zijn, maken we de zwemwaterprofielen beknopter en overzichtelijker. En op locaties waar de zwemwaterkwaliteit vrijwel altijd in orde is, meten we tegenwoordig minder. Zo besparen we al snel tonnen.’

14.00 uur

14.00 uur 14:00 uur uitvoeringsprojecten rekening houden met de eventuele gevolgen voor de zwemwaterkwaliteit.’

12.45 uur

‘Economische gevolgen’

Bij de opgang van het noorderstrand van Katwijk prijkt op de informatieborden, ondanks de goede actuele zwemwaterkwaliteit, dit zwemseizoen toch een sticker met “slecht”. ‘Er is een verschil tussen de actuele situatie en de vierjarige kwaliteitsklasse, waar een paar slechte uitschieters zwaar wegen en moeilijk zijn te compenseren.’ Hierdoor ontbreekt op het strand in Katwijk een

‘Gestroomlijnde samenwerking’

Een bord met “waterkwaliteit slecht” moet zo snel mogelijk weg. Hierover zijn alle betrokkenen het eens. ‘De rolverdeling tussen Rijkswaterstaat, omgevingsdienst, provincies en gemeenten is helder en de gezamenlijke procedure van elkaar informeren loopt gestroomlijnd’, zegt Thijs. ‘We zetten flink in op innovatie. Zo zijn we bezig met DNA-technieken voor een snellere analyse en bron­ bepaling. Als we niet na drie dagen maar al na één dag weten of het water veilig is, bewijzen we niet alleen de zwemmer, maar ook de strandtenthouder een enorme dienst. Om tijdig waarschuwingen af te kunnen geven, ontwikkelde Rijkswaterstaat voor Katwijk een voorspellingsmodel, dat aangeeft wanneer een verminderde waterkwaliteit wordt verwacht. Als het zwemseizoen voorbij is, worden de resultaten uit het portaal gerapporteerd aan de Europese Commissie, die jaarlijks een overzicht van de zwemwaterkwaliteit per lidstaat uitgeeft.’

kracht augustus 2014 11

08-KRACHT_Reportage2.indd 11

16-07-14 12:27


MOOI WERK

Schat aan informatie ‘In het onderzoeksprogramma NMIJ onderzoeken we hoe innovatieve methoden en technieken in de praktijk werken. En welke maatregelen effectief zijn voor de verbetering van de ecologische kwaliteit van het Markermeer-IJmeer. Royal HaskoningDHV voert als managing contractor namens ons het programma uit. De schat aan informatie waarover we straks beschikken, is interessant voor de toekomstige inrichting van het gebied. Andere projecten kunnen gebruikmaken van de kennis en ervaringen die zijn opgedaan binnen NMIJ. Denk aan de aanleg van de Hoornse Hop en de Marker Wadden, maar ook projecten van regionale en provinciale overheden.’ Monique Busnach-Blankers projectleider NMIJ

Compartimenten ‘Interessant aan dit experiment is dat we de grenzen opzoeken van wat mogelijk is. Zo ligt het moeras in het onstuimigste deel van het Markermeer en is het grotendeels opgebouwd uit slib dat afkomstig is uit de vaargeul Amsterdam-Lemmer. Daarmee vangen we twee vliegen in een klap: we maken de vaarweg dieper en creëren tegelijkertijd geleidelijke land-waterovergangen. De randen van het moeras zijn gemaakt met innovatieve geotubes en daarna bestort met steen. Het proefmoeras zelf bestaat uit een gesloten en open compartiment en acht proefvakken. Het open compartiment staat in directe verbinding met het Markermeer waardoor de waterdynamiek vrij spel heeft. In de proefvakken en in de compartimenten monitoren we de zetting van de ondergrond en de consolidatie van het aangebrachte materiaal.’ Fred Haarman senior projectmanager Royal HaskoningDHV

12 KRACHT AUGUSTUS 2014

12-KRACHT_Mooi werk.indd 12

16-07-14 12:32


Proefmoeras brengt leven in het Markermeer

In het noordoosten van het Markermeer, tussen Trintelhaven en Lelystad, ligt sinds een jaar een proefmoeras van 10 hectare. Dit met slib aangelegde natuurgebied is onderdeel van het innovatieve onderzoeksprogramma Natuurlijk(er) MarkermeerIJmeer (NMIJ). De komende anderhalf jaar monitort Rijkswaterstaat hoe het proefmoeras zich ontwikkelt, welke planten zich er vestigen en hoe de ecologische kwaliteit van het Markermeer verbetert.

Toekomstbestendig ‘Het Markeermeer is van nature ondiep. Doordat de wind daar vrij spel heeft, wervelt het slib op van de bodem en maakt het water troebel. Daarnaast zijn de oevers van het Markermeer overwegend steil en hard. Door het creëren van geleidelijke landwaterovergangen, moeras- en luwteplekken hebben vissen betere paai- en opgroeiplaatsen en kunnen verschillende soorten waterplanten en riet beter tot ontwikkeling komen. Een spannende onderzoeksvraag is: kun je een moeras aanleggen van het slib uit het Markermeer? Overleeft het moeras kruiend ijs of een paar flinke herfststormen? Door metingen in en om het moeras weten we na het komende seizoen meer. Hoewel de meetapparatuur uiteindelijk verdwijnt, blijft het moeras nog heel lang liggen.’ Flos Fleischer directeur Het Blauwe Hart

KRACHT AUGUSTUS 2014 13

12-KRACHT_Mooi werk.indd 13

16-07-14 12:32


ACHTERGROND

Hoe denken wij erover? RESULTATEN BELEVINGSMONITOR

Hoe ver zijn we met het OP2015 op weg en wat vinden we ervan? RWS’ers beantwoorden de Medewerkers beantwoorden de verschillende stellingen op een 5-puntsschaal. De verdeling stellingen op een vijfpuntsschaal. De verdeling loopt van ‘mee oneens’ (1) tot ‘mee eens’ (5) loopt vanneutrale mee oneens (1) tot eens (5),(3). met een neutrale categorie in het midden (3). met een categorie inmee het midden

TREND THEMA’S OP2015 Hoog

3,8 3,8 3,7

4,1 4,1 4,0

3,7 3,7 3,6

3,7 3,7 3,6

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

MEI/JUN

MEI/JUN

3,7 GEMIDDELDE SCORE

3,0

Hoog

3,0 3,1 2,9

3,2 3,3 3,2

3,1 3,1 3,0

Elke dag beter te worden

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

Laag JAN/FEB

Samen met anderen te werken

GEMIDDELDE SCORE

Transitie

MEI/JUN

Als één RWS te werken

3,5 3,5 3,4

Dienend leiderschap

TREND “HET CREDO VAN OP2015 ” We zijn goed op weg om:

KR8-ig werken

MRT/APR

Interne samenwerking

3,5 3,5 3,5

MRT/APR

MEI/JUN

MRT/APR

3,9 3,9 3,8

JAN/FEB

KR8 volwassenheid

Werken aan operationele doelen

JAN/FEB

Procesgericht werken

MRT/APR

JAN/FEB

MEI/JUN

MRT/APR

JAN/FEB

Laag

14 KRACHT AUGUSTUS 2014

14-KRACHT_Achtergrond.indd 14

16-07-14 16:13


Beleving en beleid

verbinden

Veranderen kost tijd. Om vast te stellen of de veranderopgave op koers ligt, monitort Rijkswaterstaat sinds begin dit jaar elke twee maanden de beleving van drieduizend medewerkers. De uitkomst van de derde meting is bekend. Aan het woord is Roelof Oldenburger van het Regieteam OP2015. ‘De thermometer gaat in de organisatie’, vertelt Roelof. ‘Op 66 stellingen geven medewerkers op een schaal van 1 tot 5 aan of ze het eens of oneens zijn. De groeps­ samenstelling is bij elke meting vergelijkbaar en repre­ sentatief, onder meer wat betreft leeftijd, sekse, functie en aantal afgevaardigden per organisatieonderdeel. Zo monitoren we de verbinding tussen beleid en beleving.’

Vinger aan de pols houden ‘Rijkswaterstaat heeft te maken met de grootste verander­ operatie ooit’, benadrukt Roelof. ‘Het is belangrijk om dan goed de vinger aan de pols te houden. Werkt wat bedacht is in de praktijk en gaat de organisatie de goede kant op? De respons op alle drie metingen is steeds circa 40 procent. Dat is hoog. De 66 stellingen gaan in op de zeven veranderthema’s zoals KR8-ig werken, proces­ gericht werken, dienend leiderschap en transitie. Er zijn twee categorieën vragen: wat doe je zelf en hoe beleef je de organisatie? Het eigen gedrag scoort beter dan de organisatie en het management, maar dat is normaal. Vaak denken we dat we het beter doen dan een ander. Om echt te veranderen is het essentieel dat zowel de ander als jijzelf verandert.’

Bouwstenen van de verandering ‘Om een goed beeld te krijgen van de beleving zetten we het gemiddelde cijfer per thema af tegen de spreiding - uitschieters omhoog en omlaag - en voegen we daar­ aan de rode draad van de open vragen toe. In totaal scoren we elke meting heel constant een hoge 3,7. Dat is opmerkelijk, omdat we na de plaatsingsronden een lichte daling hadden verwacht. Een ander opmerkelijk punt is

dat we op het credo 'één Rijkswaterstaat, samen met anderen en elke dag beter' drie metingen achtereen constant een neutrale 3,0 scoren. Dit resultaat is niet in overeenstemming met de bouwstenen van de veran­ dering, waarop we een 3,7 scoren. Verder zijn er veel positieve uitschieters. Zo scoren procesgericht werken, de interne samenwer­ king en werken aan de operationele doelen het hoogst. We zijn bekend met de eigen werkprocessen, onze plek in de keten en welke eigen bijdrage we aan het eindproduct leveren. Ook de hulpbereidheid is hoog. Er is veel respect voor en van de leidinggevende. En er is volop ruimte voor het aandragen van ideeën. Inhoudelijke aandachtpunten zijn meer aandacht voor proces- en lijnsturing en voor de plan-do-check-actketen. De organisatie is nog te veel gericht op plan-do en minder op check-act.’

Lekker in je vel Het subthema “hoe voel jij je?” krijgt gemiddeld een 3,5. ‘Dat is mooi. Maar als we kijken naar de spreiding, zit 25 procent zich niet lekker in zijn vel. Dat zijn ruim twee­ duizend medewerkers. Neutraal hierin staan 1.500 mede­ werkers. De 1.500 ontvangen open toelichtingen geven vooral een goede indicatie van de negatieve beleving. Zo vinden velen dat de transitie te lang duurt, wat voor verwarring zorgt en dat door de hoge werkdruk minder aandacht is van de leidinggevende voor het individu. Ook weten ze niet precies wat de koers is en wat dat voor hen persoonlijk betekent. Velen ervaren niet of nauwelijks nieuw gedrag.

Wordt vervolgd De rapportage van de derde belevingsmonitor staat op intranet. Na de vierde meting worden de resultaten besproken in de groepsraad. Roelof: ‘In KRACHT december lichten twee leden van de groepsraad de uitkomsten toe en geven hier duiding aan. Want wat zeggen bijvoorbeeld de constante scores over de drie metingen? Wanneer is het bestuur tevreden? En zien we de verbinding tussen het credo en de ingezette instrumenten? Tevens vormen de uitkomsten input voor het leerprogramma voor leidinggevenden.

kracht augustus 2014 15

14-KRACHT_Achtergrond.indd 15

16-07-14 16:13


'ProRail en Rijkswaterstaat hebben dezelfde opgave, maar bewandelen andere wegen' Julia Kizimenko

'ProRail zit dichter op de uitvoering, Rijkswaterstaat is meer van de regie' Jorn Verwoerd

16 kRacht AUGUSTUS 2014

16-KRACHT_Interview.indd 16

16-07-14 13:08


INTERVIEW

Snoepen uit elkaars keuken ‘A change is as good as a holiday’, zo luidt een Engels gezegde. De jobrotation die alliantiepartners Rijkswaterstaat en ProRail tot stand brachten, had in elk geval een verfrissend effect op omgevingsmanagers Julia Kizimenko (ProRail) en Jorn Verwoerd (Rijkswaterstaat). Zij verwierven nieuwe inzichten in hun eigen talenten en ambities en ontdekten ontwikkelkansen voor beide organisaties.

Hoe baanbrekend was jobrotation voor jullie? ‘Het uitwisselen van kennis en ervaringen op het gebied van infrabeheer en omgevingsmanagement leidde tot interessante inzichten’, vindt Jorn. ‘Hoe doet de ander het? En wat kunnen we ondanks de verschillen van elkaar leren?’ Julia: ‘Voor mij is jobrotation een innovatieve manier om erachter te komen hoe onze alliantiepartner werkt. Dat was niet alleen leerzaam voor mezelf, maar ook belangrijk voor ProRail. Om een voorbeeld te geven: bij Rijkswaterstaat werken circa 200 projectgebonden omgevingsmanagers, wij hebben er precies achttien. Het leek mij bijzonder om te achterhalen wat de voordelen daarvan zijn. Want betekent meer investeren in je omgeving automatisch een beter imago?’

Waarin verschillen de alliantiepartners? Jorn: ‘In projecten werken wij met een integraal team met vijf rolhouders die van opdracht tot oplevering de rode draad vormen. Bij ProRail trekt de projectmanager het hele project en haakt een planontwikkelaar of railsysteemengineer aan in het voortraject. Een omgevingsmanager van ProRail kan daardoor aan meerdere projecten tegelijk zijn steentje bijdragen. Ook zit ProRail dichter op de uitvoering, terwijl wij meer van de regie zijn. Als wij specifieke adviseurs nodig hebben, huren we

die in. ProRail werkt met eigen specialisten die zich full time met specifieke taken bezighouden.’

Delen jullie de visie op infrabeheer en omgevingsmanagement? Julia: ‘ProRail en Rijkswaterstaat hebben dezelfde opgave, maar bewandelen andere wegen. De opsplitsing van de Nederlandse Spoorwegen (NS) en ProRail in 1995 speelt hierin volgens mij nog steeds een rol. Net als bij Rijkswaterstaat richt ook de NS zich op het belang van de reiziger, terwijl ProRail vooral de betrouwbaarheid van het spoor wil garanderen. Dat verschil zit diep geworteld in de mensen en zag ik terug in tijd en aandacht die omgevingsmanagement krijgt bij Rijkswaterstaat. Met andere woorden: voor Rijkswaterstaat is een project geslaagd als de omgeving tevreden is, ProRail vindt omgevingsmanagement belangrijk, maar de focus ligt bij risicomanagement, planning en budget.’

Hoe passen jullie deze ervaringen toe in je eigen werk? Jorn: ‘Eigenlijk zouden we best wat meer ondernemerschap mogen tonen. Dat we beter weten wat we van elkaar verwachten en hoeveel tijd daarvoor staat. Door dit per fase inzichtelijk te maken kunnen we het proces in onze projecten bijsturen of de verantwoordelijkheden

KRACHT AUGUSTUS 2014 17

16-KRACHT_Interview.indd 17

17-07-14 12:09


anders beleggen. Dat probeer ik nu binnen mijn eigen projecten uit. Daarnaast zou ik onze areaalgegevens toegankelijker willen maken. Bij ProRail kon ik die met een druk op de knop opvragen en daardoor direct zien waar een kabel precies ligt. Ons GIS-systeem is wel verbeterd, maar het ideaalbeeld is nog niet bereikt.’ Julia: ‘Ik zou jullie zonebord graag introduceren bij ProRail. Ik vond dat een goede manier om op de hoogte te blijven van de werkzaamheden van collega’s of de voortgang van het project. Het zonebord leerde me ook out of the box te denken, omdat ik ongemerkt ging meedenken over onderwerpen van andere disciplines.’

Wat merkten jullie van de strategische alliantie? Jorn: ‘Dat we langzaamaan toewerken naar een gezamenlijke visie op infrabeheer en omgevingsmanagement. Ook zag ik een aangepaste samenwerkingsovereenkomst waarin staat hoe beide partijen met elkaar omgaan in projecten waarin spoor en wegen elkaar raken. Toch denk ik dat we nog echte concrete stappen moeten zetten. Uiteindelijk zie ik best voor me dat ProRail in onze projecten meedraait en andersom. Zodat we elkaars kennis en kunde direct kunnen inzetten.’

In welke mate gaf jobrotation inzicht in je eigen talenten? Julia: ‘Bij Rijkswaterstaat werkte ik voor het eerst nauw samen met een communicatiemedewerker aan de organisatie van een weekendafsluiting. Samen nadenken over de inrichting van de communicatie was leerzaam. Met name omdat communicatie bij Rijkswaterstaat niet alleen is gericht op het informeren, maar ook op het creëren van draagvlak.’ Jorn: ‘Mijn ontwikkelpunt zat vooral in de aansturing van het team. Ik ben een controlfreak en probeer daar met timemanagement aan te werken. Wel bleek dat ik regel– matig profijt had van mijn technische achtergrond en het feit dat ik als omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat op een

hoger abstractieniveau met stakeholders overleg. Hierdoor kan ik gemakkelijk schakelen met diverse specialisten.’

En de leerpunten voor ProRail en Rijkswaterstaat? ‘Een valkuil voor Rijkswaterstaat is wat mij betreft een te grote afhankelijkheid van de markt’, vindt Julia. ‘Een omgevingsmanager bij Rijkswaterstaat beoordeelt onderzoek op inhoud terwijl hij daarvoor niet altijd de specialistische kennis heeft. Waar ik bij ProRail kan terugvallen op eigen specialisten, moet Jorn vertrouwen op externe deskundigen. Aan de andere kant hoop ik dat ProRail het strategisch omgevingsmanagement een prominentere plek geeft. Zo hoef je geen brandjes te blussen, maar voorkom je dat er brand ontstaat.’

Leerervaring meenemen in verbetertraject Het uitdagende doel van deze alliantie is samenwerken aan verdere professionalisering en het realiseren van een grotere efficiency. De ervaringen van Julia en Jorn worden direct meegenomen in verbetertrajecten. Naast het voorbeeld van meedraaien in elkaars projecten, zijn er ook goede voorbeelden van een achter elkaar geschakelde jobrotation. Zo wisselden twee aanbestedings­ deskundigen na elkaar van baan met als doel stappen te maken op het gebied van best value procurement, een selectiemethode om een marktpartij te vinden die Rijkswaterstaat het beste ‘ontzorgt’. Dit is een ingewikkeld vraagstuk waarover beide organisaties nog veel kunnen leren. Kortom, de alliantiepartners stellen de kennis van hun medewerkers beschikbaar voor beide organisaties en laten hen via deze nieuwe aanpak ook weer relevante leerervaringen opdoen.

18 kracht augustus 2014

16-KRACHT_Interview.indd 18

16-07-14 13:08


GROEN EN GEEL Hoe kijkt de buitenwereld tegen de inspanningen van Rijkswaterstaat aan? Behalve schouderklopjes zijn er terecht of onterecht ook ergernissen. Nu in KRACHT…

Aannemers snoeien en maaien de bermen langs de rijkswegen volgens planning. Zo ook op de A27 bij oprit 17 Oosterhout-Zuid, waar flinke bomenrijen oprit en snelweg scheiden. Op weg naar zijn werk neemt Jack Schilder dagelijks deze oprit. Hij noemt de situatie hier onveilig. ‘De bomen in de berm bij de oprit belemmeren het zicht, de verkeersintensiteit is hoog en het vrachtverkeer rijdt in colonnes. Dat maakt veilig invoegen op de snelweg lastig. Hierdoor rijden weggebruikers langzaam en remmen vaak, wat tot incidenten kan leiden. Ik meldde dit bij Rijkswaterstaat en werd een dag later gebeld door de aannemer met het bericht dat ze gaan snoeien. Het liefst zie ik dat ze de laatste vier bomen verwijderen om echt meer zicht te krijgen, maar dat vindt Rijkswaterstaat te rigoureus. Wel zet de aannemer er flink de snoeischaar in. Mijn complimenten dat dit zo snel is geregeld.’

François van de Velde, omgevingsmanager vast onderhoud, merkt op dat Jack Schilder de aannemer net een stap voor was. ‘Aannemers hebben hun eigen onderhoudsplanningen. Ze snoeien en maaien elk voorjaar de zichthoeken bij kruispunten, op- en afritten, hectometerpalen en reflectorborden. En bij mooi zomerweer gebeurt dat nog een keer extra. Later in het jaar maaien ze alles en controleren ze de omgeving op zichtbelemmeringen. Ook onze eigen weginspecteurs melden onveilige situaties. Dit voorjaar was warm en vochtig, waardoor het groen sneller groeit. Jack was ons net voor. Hierdoor kon de aannemer hem direct laten weten dat de werkzaamheden al gepland stonden. Intussen is het groen onder handen genomen.’

KRACHT AUGUSTUS 2014 19

19-KRACHT_groen en geel.indd 19

16-07-14 13:23


BOTER BIJ DE VIS Obstakels? Ergernissen? Rijkswaterstaat doet boter bij de vis. Ideeën van medewerkers zijn een springplank naar een sterkere organisatie.

‘Vandalisme is een mentaliteitsprobleem dat we samen met andere overheden moeten aanpakken’, meent Tekin Ates, omgevingsmanager van West-Nederland Zuid. Hij kwam met een creatieve oplossing. Toezichthouders in en rond de fietstunnels van de Heinenoord- en de Beneluxtunnel in Rotterdam dragen bij aan een veiliger gevoel.

Rijkswaterstaat liep vijf jaar geleden ernstige imagoschade op toen regelmatig de roltrappen en liften naar de fietstunnels in de Heinenoord- en Beneluxtunnel het niet deden. Deze ergernis stond jarenlang in de top drie van de 0800-lijn. In 2011 werden alle roltrappen en liften vervangen. De klachten bleven uit, totdat vorig jaar weer meldingen binnenkwamen van onder meer afval in liften en misbruik van de noodstopknop. ‘Aan de techniek alleen ligt het niet’, geeft Tekin aan. ‘Gemeenten moesten inzien dat hun inwoners overlast veroorzaakten en dat dit mentaliteitsprobleem moest worden opgelost. De oplossing was om langdurig werklozen uit de bijstand te halen en in te zetten als toezichthouders bij de fietstunnels. Zij nemen het sociaal onveilige gevoel weg en nemen misbruik, storingen en incidenten snel waar. Als alles direct wordt gemeld, kan de onderhoudsaannemer snel in actie komen.’

Doorstromen ‘Het is een win-winsituatie’ vertelt Tekin. ‘De gemeenten helpen langdurig werklozen aan een zinvolle dagbesteding als toezichthouder, waardoor ze kunnen doorstromen naar een reguliere baan. Rijkswaterstaat krijgt daarvoor veiligheid terug. De defecten aan liften en roltrappen nemen af, het verkeer stroomt beter door en de passanten voelen zich veiliger. Met deze inzet van zestien vrijwillige toezichthouders bespaart Rijkswaterstaat niet alleen 1 miljoen euro aan personeelskosten, maar dalen op termijn ook de reparatiekosten. Het sociale en maatschappelijke effect is groot, waardoor het imago van Rijkswaterstaat beter wordt.’

20-KRACHT_Krachtpatser.indd 20

17-07-14 14:20


buitenwacht

Behoud van ons

bodemerfgoed ‘Schoolvoorbeeld van samenwerken’

‘Verhaal van het verleden vertellen’

‘Rijkswaterstaat en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed hebben een samenwerkingsovereenkomst. Wij geven archeologisch advies, bijvoorbeeld bij de Ruimte voor de Rivier-projecten. Op initiatief van beide organisaties heeft een team van fysische geografen van de Universiteit Utrecht, Deltares en archeologen van de Rijksuniversiteit Groningen een verwachtingenkaart van archeologische vindplaatsen ontwikkeld. Rijkswaterstaat behoort tot de grootste gebruikers van de rivierbodem en dan is het prettig om vooraf de risico’s inzichtelijk te krijgen. Zo kunnen ze hiermee in de planning, de kosten en het ontwerp rekening houden. De totaalkaart werkt als een verkeerslicht: rood betekent veel, oranje minder en groen weinig risico. Als we de archeologische kennis met de informatie over landschapsontwikkeling combineren, krijgen we de archeologische verwachting. Onze samenwerking is een schoolvoorbeeld. We hebben de kaart opgezet en begeleid alsof we één dienst waren. Onze belangen kwamen goed samen: het borgen van de cultuurhistorie en het ontwikkelen van een goed sturingsinstrument.’

‘Als archeologisch risicobeheerder heb ik veel baat bij een actueel en gedetailleerd beeld van te verwachten archeologische resten bij ruimtelijke ingrepen van Rijkswaterstaat. Met de verwachtingenkaart borgen we onze opgedane kennis, passen deze toe in toekomstige projecten en laten zien dat we zorgvuldig met de omgeving omgaan. De kaart vertelt het verhaal van het verleden. De archeologische vindplaatsen zijn vastgelegd en we komen steeds meer te weten over de ontstaanswijze van het complexe uiterwaardenlandschap. Is het gebied bijvoorbeeld ontstaan in de prehistorie of de middeleeuwen? Deze tijdspecifieke informatie is bruikbaar voor de archeologische verwachtingen. Zo kan Rijkswaterstaat daarmee in de planstudiefase van grote infrastructurele projecten al rekening houden en voorkomen we onvoorziene kosten. We behouden ons bodemerfgoed en stuiten tijdens het graven niet onverwachts op archeologische vondsten. De verwachtingenkaart is binnen begroting en planning gerealiseerd. “Af” is de kaart nooit. We staan open voor verbetersuggesties en ontbrekende informatie zodat we de kaart blijven optimaliseren.’

wie Marjolein Verschuur

wie Eckhart Heunks

wat projectleider

wat landschapsarcheoloog

waar Rijksdienst voor het

waar Rijkswaterstaat Ruimte voor de Rivier

Cultureel Erfgoed

kracht augustus 2014 21

21-KRACHT_Buitenwacht.indd 21

16-07-14 13:15


TOEN-NU-STRAKS

De evolutie van

asfalt

Rijkswaterstaat was niet de eerste die asfalt toepaste bij de aanleg van wegen. Die eer komt de Mesopotamiërs toe die omstreeks 625 voor Christus hun wegen ermee asfalteerden in Babylon. ‘Eeuwen later, in 1923 om precies te zijn, werd het eerste asfalt in Amsterdam gelegd’, vertelt Jan van der Zwan, coördinerend adviseur. ‘En later is de eerste rijksweg bij Wassenaar zo aangelegd. De echte ontwikkeling van asfalt kwam in Nederland pas goed op gang na de Tweede Wereldoorlog, toen de intensiteit van het verkeer toenam. Tussen de zestiger en zeventiger jaren groeide de productie van asfalt zelfs explosief: van anderhalf miljoen ton tot 13 miljoen ton asfalt per jaar.’

Baanbrekend ‘Kijken we naar de asfaltmengsels, dan gebruikten we vroeger vooral dicht asfaltbeton voor de deklagen. Gaandeweg stelden we hogere eisen aan onze wegconstructies. Dat leidde in 1973 tot de eerste proeven met zeer open asfaltbeton (zoab), een mengsel dat overkwam uit Engeland en werd gebruikt als antisliplaag op vliegvelden.’ ‘Het op grote schaal toepassen van zoab was baanbrekend, maar een innovatie die mij sterk is bijgebleven, is de ontwikkeling en aanleg van tweelaags-zoab in 2005’, vult senior adviseur Rob Hofman aan. ‘Aannemer Heijmans speelde hiermee slim in op onze vraag naar nog stillere wegen.’

Verjongingsmiddelen ‘De meeste innovaties zien we niet eens’, vervolgt hij. ‘Binnen onze functionele contracten krijgen marktpartijen relatief veel ruimte om zelfstandig te innoveren. De geavanceerde innovaties pakken we gezamenlijk op in ons Innovatie Test Centrum. Zo experimenteren we momenteel samen met de markt en kennispartners Infraquest, TNO en TU Delft met verjongingsmiddelen. Dit zijn interessante

innovaties omdat we daarmee de levensduur van onze wegen verlengen.’

Minder CO2

Hoewel de basisbestanddelen van asfalt nog steeds bestaan uit een mineralenmengsel van zand, steen, vulstof en bitumen, veranderen de technieken die we gebruiken om tot een homogeen asfaltmengsel te komen continu. Een recent voorbeeld daarvan is leab, een techniek die is ontwikkeld door BAM Wegen. ‘Omdat de zorg om het milieu een prominentere plek op de politieke agenda kreeg, ontwikkelden we een laag energie asfalt beton’, legt Rien Huurman van BAM Wegen uit. ‘Met behulp van een schuimbitumenprocedé produceren we asfalt bij 100 in plaats van 160 graden Celsius.

22 KRACHT AUGUSTUS 2014

22-KRACHT_Toen-straks.indd 22

16-07-14 13:18


De Mesopotamiërs gebruikten asfalt om baden waterdicht te maken en de Feniciërs hun schepen. De Egyptenaren legden asfaltblokken langs de Nijl om erosie te voorkomen. Voor Rijkswaterstaat staat asfalt al jarenlang synoniem voor innovatie. Samen met kennisinstituten en aannemers evolueert deze delfstof tot stillere, duurzamere en goedkopere wegdekken.

Daarmee stoten we 30 procent minder CO2 uit dan bij de productie van conventioneel asfalt. Doordat het asfalt sneller afkoelt, gaat het langer mee, kunnen we de aanleg van een snelweg aanzienlijk verkorten en beperken we de hinder voor weggebruikers.’

Koele deklagen Nu het succes van leab zich heeft bewezen, zet BAM Wegen een nieuwe stap met de verdere ontwikkeling van leab. ‘We willen ook reguliere deklagen én zoab produceren bij 100 graden Celsius. In samenwerking met het Innovatie Test Centrum monitoren we twee demonstratievakken op de A18 tussen Varsseveld en Doetinchem en op de A4 ter hoogte van Burgerveen-Leiden. Deze proeven moeten aantonen dat de levens-

duur van de leab-deklaag langer is dan de reguliere zoab+-deklagen, mede doordat het bitumen in het asfalt minder snel veroudert vanwege de lage temperatuur.’

Nieuwe marktfilosofie Naast het asfaltmengsel en de productietechnieken is ook de rol van Rijkswaterstaat gaandeweg veranderd. Vroeger stuurden we innovaties vanuit onze eigen expertise en kennis aan. Tegenwoordig volgen we een marktfilosofie waarbij we onze partners uitdagen om technologische oplossingen te bedenken’, benadrukt Rob. ‘De aannemer is gegroeid van uitvoerder naar kennispartner. De keerzijde daarvan is het gevaar dat onze eigen kennis wegvloeit. Want we moeten alle innovaties uit de markt wel kunnen plaatsen in een bredere maatschappelijke context. Er is dus altijd kennis nodig om het beste compromis te vinden tussen kostenbesparing, veiligheid, duurzaamheid, doorstroming en kwaliteit van de leefomgeving.’

6

Ultrastil

Het nieuwste project waaraan Rijkswaterstaat werkt, is een ultrastil wegdek dat een geluidreductie oplevert van 10 decibel.

Rijkswaterstaat maakt hierbij gebruik van onder meer kennis en onderzoeksresultaten uit Japan. Ook in Nederland zijn al diverse proeven met varianten van stil wegdek gedaan. Met de opgedane kennis en ervaring komen we nu, in samenwerking met ondernemers en kennisinstituten, dicht bij de ontwikkeling van zogeheten poro-elastische wegdekken. Dankzij deze asfaltinnovatie zijn minder of lagere geluidschermen nodig en kan het een besparing van vele miljoenen euro’s opleveren. ‘Minister Schultz van Haegen moedigt co-creatie en innovatief inkopen aan en juicht samenwerking met de markt en de kennisinstellingen toe. Op deze manier dragen we gezamenlijk zorg voor een nieuw soort asfalt, dat de leefomgeving sterk verbetert’, aldus Rob.

KRACHT AUGUSTUS 2014 23

22-KRACHT_Toen-straks.indd 23

16-07-14 13:19


COLUMN

Wakker liggen van een onbewoond eiland De Wadden zijn een geliefde vakantiebestemming. Met een bezoek aan een eiland kom je even los van de vaste wal en je werk. Dat geldt voor mij niet altijd, maar daarover straks meer. Ook voor vogels is een bezoek aan de Wadden geen vakantie. De Waddenzee is een onmisbare tussenstop voor trekvogels. Kanoetstrandlopers bijvoorbeeld arriveren na een non-stop vlucht van 4.000 kilometer. Onderweg verbranden ze de helft van hun lichaamsgewicht. Op de wadplaten vinden ze een veilige plek om uit te rusten en voedsel te zoeken. De Waddenbodem bulkt van het leven en is een restaurant voor de vogels. Tijdens hoogwater zoeken honderdduizenden vogels een veilig heenkomen. Dat kan midden op de Waddenzee, op het onbewoonde eiland Griend. Andere vogels gebruiken dit vogelparadijs om te broeden. In de zomer is vrijwel elke vierkante meter bezet met een vogelnest. Natuurmonumenten beheert het eiland en bewaakt met vogelwachters de rust. De laatste tijd lag ik soms wakker van Griend. Kustafslag bedreigt het voortbestaan. Zo is de beschermende zandwal die eerder werd aanbracht nu aan vervanging toe. Omdat er voor trekvogels geen alternatief is, puzzelt Natuurmonumenten aan een goede oplossing. Ik heb daarvoor de hulp gevraagd van Rijkswaterstaat. Per slot van rekening werken we eigenlijk beide aan hetzelfde doel: een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Rijkswaterstaat voor de mensen, Natuurmonumenten voor de vogels. Rijkswaterstaat heeft hulp aangeboden en zet kennis en contacten in om Griend weer een toekomst te geven. Samen werken we de plannen nu verder uit. Sindsdien slaap ik een stuk beter. Wilfred Alblas Regiodirecteur Natuurmonumenten Groningen, Friesland en Drenthe

Wilfred Alblas Reageren? Dat kan op de KRACHT-intranetpagina.

24-KRACHT_Achterzijde.indd 24

16-07-14 13:39


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.