5 minute read

3.9 Recapitulatie

Next Article
6.5 Tot slot

6.5 Tot slot

Anders dan in piramidale hiërarchische organisaties, kunnen daarbinnen meerdere personen, zonder noodzakelijke onderlinge afstemming, in staat zijn grote invloed uit te oefenen op het doen en laten van (een deel van) het collectief. Ook zijn de verschillende niveaus van jihadistisch optreden zelden structureel van elkaar gescheiden. Een prominente spilfiguur die jihadistische strategieën uitstippelt, kan dus eveneens nauw betrokken zijn bij de tactische of technische aspecten van de uitvoering.

3.8.4 Organisatorische nuanceverschillen

Advertisement

Binnen de marges van dit globale plaatje bezit het ene samenwerkingsverband vanzelfsprekend iets meer (of een andersoortige) organisatorische substantie dan het andere. De mate waarin en de manier waarop deze in elk samenwerkingsverband vorm krijgt, lijkt mede te worden bepaald door de aard van de activiteiten die binnen deze verbanden worden georganiseerd. Bepaalde activiteiten vergen nou eenmaal meer afstemming en een scherpere taakverdeling dan andere.

En door de meestal talrijke activiteiten die binnen samenwerkingsverbanden plaatsvinden, verschillen de rollen en functies die personen hebben vaak van moment tot moment. Voorts lijken gezelschappen waarin betrekkelijk veel oudere en ervaren jihadisten dominante posities innemen, hun activiteiten met meer ordelijkheid en consistentie te kunnen ontplooien dan groepen waarin relatief veel jongvolwassen actoren met meer ongeduld, impulsiviteit en grilligheid opereren doordat hun richtinggevende en doorgewinterde rolmodellen kleiner in getal zijn of meer op de achtergrond blijven. Zo omschrijft één verdachte de jeugdige meerderheid uit een dergelijke cluster typerend als ‘chaotisch, opgefokt en gehersenspoeld’. Maar hoewel hij in deze groep –als voormalig lid van de Syrische tak van de Moslimbroederschap –weinig overeenkomsten ziet met georganiseerde islamistische groeperingen, suggereert hij ook zeker niet dat haar leden stuurloos te werk gaan:

‘[….] [Eén man] staat boven de groep en verder niemand. De rest zijn alleen zijn volgelingen.’ Ook afwijkende affiliaties en gebruiken attenderen ons op de subtiele organisatorische verschillen binnen de jihadistische beweging in Nederland. Ongeacht de informele sfeer die in álle groepen overheerst, verbinden sommige clusters zich duidelijker met buitenlandse groepen dan andere. En waar de meest prominente actoren in het ene samenwerkingsverband er af en toe semi-plechtige rituelen of titulaturen op nahouden, laten de mores van andere die niet toe. 57 Zo onderscheidt één specifieke cluster zich doordat verscheidene mensen met ‘sjeik’ of ‘emir’ refereren naar twee vooraanstaande Algerijnse figuren. Verder geeft het relatiestelsel volgens politiegegevens blijk van een opvallende oriëntatie op de GSPC. Ten minste één betrokkene heeft op een geluidsopname trouw gezworen aan de leider van deze organisatie. Desalniettemin heeft de groep vermoedelijk geen formele plaats in de organisatie van de GSPC en vinden haar feitelijke activiteiten plaats in een beduidend breder jihadistisch en grensoverschrijdend kader.

De jihadistische samenwerkingsverbanden, zoals deze naar voren komen uit het totaal van geanalyseerde ruwe opsporingsgegevens, kunnen worden gekarakteriseerd aan de hand van goeddeels overeenkomstige kenmerken. Personen die samenwerkingsverbanden ‘aandrijven’ laten zich inspireren door een op geweld gericht salafistisch-jihadistisch gedachtegoed met wereldomvattende pretenties. Zij verkondigen het, en geven er met zeer diverse activiteiten invulling aan. Ondanks prioriteitsverschillen doen zij dit doorgaans zowel in binnen- als buitenland.

Hoewel er in deze samenwerkingsverbanden ook mensen betrokken zijn die slechts zijdelings, of met minder ideologische geestdrift, bijdragen aan het operationaliseren van dit gedachtegoed,

duiden we in dit rapport alle actief betrokken personen aan als jihadistische actoren. Zonder de opportunistische of minder bewuste participatie van sommigen zouden de samenwerkings-verbanden immers aanzienlijk minder effectief kunnen functioneren. Mede doordat zo, naast personen met zeer diverse (jihadistische) achtergronden, ook mensen met een crimineel verleden, bekeerlingen en sympathisanten betrokken raken bij jihadistische samenwerkingsverbanden, hebben deze groepen een gemêleerd karakter. Die heterogeniteit geldt ook voor hun sociale en culturele kenmerken. Binnen alle bestudeerde relatiestelsels zijn actoren actief met diverse nationale en geografische wortels. Zij spreken verschillende talen en hebben verschillende culturele achtergronden. Hiernaast trekken in alle samenwerkingsverbanden mensen uit verschillende leeftijdscategorieën met elkaar op en zijn in sommige clusters zowel mannen als vrouwen actief. Alléén op het gebied van religie geven de samenwerkingsverbanden blijk van homogeniteit: nagenoeg alle actoren baseren hun geloofsovertuigingen op de soennitische stroming binnen de islam.

De gemeenschappelijke religie is slechts één inhoudelijke bindingsfactor die verklaart waardoor bepaalde mensen tot jihadistische relatiestelsels worden aangetrokken. Vooral de ideologie in het verlengde hiervan, die door actoren in de voorhoede wordt verkondigd, is een belangrijke bindingsfactor. Toch lijken de meeste actoren vooral affiniteit te hebben met één of meer facetten van deze ideologie, zoals het thema van mondiaal onrecht tegen moslims, rebellie tegen het bestaande maatschappelijke systeem, of rigide richtlijnen voor een zuiver bestaan. Ook verbinden sommigen zich primair met jihadistische samenwerkingsverbanden, omdat hierin mensen een rol spelen die kunnen voorzien in belangrijke levensbehoeften. Andere bindingsfactoren zijn gezamenlijke activiteiten, sociale voordelen en rolmodellen. Personen die leiding of richting geven aan actoren, bezitten daarmee eveneens bindende kwaliteiten. Zij kunnen sociale en ideologische stabiliteit en cohesie binnen jihadistische clusters waarborgen. Tot eigenschappen die hen een vorm van macht en gezag geven behoren dikwijls religieuze en ideologische deskundigheid, levens- of strijdervaring, en het feit dat zij anderen zowel kunnen belonen als bestraffen.

Een aantal meer structurele kenmerken van jihadistische samenwerkingsverbanden zorgt voor goede verbindingen tussen (clusters van) actoren. De aanwezigheid van duurzame sociale fundamenten (vertrouwensrelaties), reële en virtuele ontmoetingsplaatsen én spilfiguren, verklaart waarom deze samenwerkingsverbanden niet alleen een hechte interne, maar ook een dynamische onderlinge samenhang vertonen. Hierdoor maken ze –als clusters –in de praktijk deel uit van een bredere internationale jihadistische beweging.

De aanwezigheid van personen die een ideologisch of militant referentiekader uit de islamitische wereld met zich meedragen, blijkt in alle geanalyseerde relatiestelsels cruciaal (geweest) voor jihadistische clustervorming en -bestendiging. Deze ‘heartland-oriented’ actoren mobiliseren en/of trekken mensen aan. In een westerse context bezitten zij een relatief groot vermogen een coherent jihadistisch verhaal aan de man te brengen. Vanwege hun specifieke kwaliteiten, contacten en ervaringen –die hun geloofwaardigheid en sociale status zeer ten goede komen –vervullen zij vaak voorbeeldfuncties en fungeren zij betrekkelijk vaak als rolmodellen. Complexe interacties tussen deze personen enerzijds en ontvankelijke personen anderzijds –met name lokaal opgegroeide of gevormde moslims, illegalen en bekeerlingen –geven doorslaggevende impulsen aan collectieve radicaliseringsprocessen.

Het zijn ook dit soort interacties die de afwezigheid van formele hiërarchische verhoudingen binnen de bestudeerde jihadistische samenwerkingsverbanden opvangen. Hoewel het ene relatiestelsel iets meer organisatorische substantie bezit dan het andere, gaat het steeds om informele, fluïde en sterk gedecentraliseerde verbanden waarin mensen met een vrij grote (improvisatie)vrijheid invulling geven aan uiteenlopende taken. Van strak georganiseerde verticale verhoudingen is nooit sprake. We constateren sociale aaneenschakelingen van informele afhankelijkheid-ontvankelijkheidsrelaties. Actoren die afhankelijk zijn van de inzet en

capaciteiten van anderen, geven sturing aan personen die zich ontvankelijk voor hen tonen. Dergelijke relaties zijn relatief van karakter. Richtinggevende actoren blijken namelijk zelf vaak weer ontvankelijk voor de sturing van andere actoren in binnen- of buitenland die van hun inzet profiteren.

This article is from: