5 minute read

11 Coördinaten en dimensies

Next Article
Nederlandse termen

Nederlandse termen

COÖRDINATEN EN DIMENSIES

11

Advertisement

11.0 Afmetingen en richtingen zullen in de praktijk meestal gewoon als HOOGTE, LENGTE e.d. worden beschreven. Soms zijn deze termen echter onduidelijk: wat bij het plat de 'breedte' wordt genoemd, komt overeen met de 'lengte' bij de kopsnede, ook is de 'dikte' van het boekblok hetzelfde als de 'breedte' van de kopsnede. In die gevallen moet men desgewenst terug kunnen vallen op een absoluut coördinatensysteem. Om van de verschijnselen, die men aan een boekband opmerkt, de plaats en de richting ondubbelzinnig te kunnen beschrijven, is een exacte definitie van de verschillende 'dimensies', HORIZONTAAL, VERTICAAL en TRANSVERSAAL nodig. De RUG is het enige vaste punt dat door de anatomie van het boek zelf gegeven wordt. Wat VOOR, wat BOVEN is kan alleen gedefinieerd worden in relatie tot de inhoud van het boek (bij een blanco boek zijn deze termen dan ook vaak zinloos). Wij zijn bij het definiëren uit gegaan van een boek dat gesloten voor ons staat, met het begin van de tekst bovenaan het eerste blad. Het boek wordt dan door zes 'vlakken' begrensd, nl. twee vertikale vlakken: voorzijde en achterzijde; twee horizontale vlakken: kopzijde en staartzijde; en twee transversale vlakken: rugzijde en frontzijde van het boek.

11.1 rug [m -gen] het gedeelte van het boek waar de °bladen met elkaar verbonden zijn. Rug- duidt elementen of gebieden aan die op of dicht bij de rug liggen. Voorbeelden: °rugzijde (van °boekblok, °blad, °plat), °rugvouw, °rugbekleding. ¶ D Rücken [m] E spine, back F dos [m]

11.2 frontduidt elementen of gebieden aan die het verst van de °rug verwijderd zijn. Voorbeelden: °frontzijde (van °boekblok), °frontvouw, ºfrontsnede, ºfrontkant (van °plat). Dit wordt vaak met voor- aangeduid. Er treedt dan echter een dubbelzinnigheid op, doordat voor- ook in tegenstelling staat met achter-. ¶ D Vorder- E fore —, front — F — (de) gouttière

11.3 voorduidt elementen aan die zich aan de zijde van het boek bevinden die in de leesvolgorde het eerst aan de beurt komt. Voorbeelden: °voorplat, °voorschutblad. Vergelijk °front-. Merk op dat voor- en achter- van de leesrichting afhankelijk zijn, en dus bij bv. Arabische en Hebreeuwse boeken anders zijn dan bij Westerse! ¶ D Vorder- E upper —, front — F — supérieur, — de devant

11.4 achterduidt elementen aan die zich aan de zijde van het boek bevinden die in de leesvolgorde het laatst aan de beurt komt. Voorbeelden: °achterplat, °achterdekblad. ¶ D Hinter- E lower —, back — F — inférieur, — de derrière

11

11

COÖRDINATEN EN DIMENSIES

11.5 boven- (van °blad) de zijde waar de eerste te lezen regel staat (indien de schriftregels, zoals gewoonlijk, haaks op de °rug staan). Voorbeelden: bovenzijde, bovenmarge. ¶ D Ober- E head — F — de tête

11.6 onder- (van °blad) de zijde tegenover de bovenzijde. Voorbeelden: onderzijde, ondermarge. ¶ D Unter- E tail — F — de queue

11.7 kop [m -pen] het bovengedeelte van het boek. Kop- = boven-. Voorbeelden: °kopzijde, °kopvouw, °kopsnede. ¶ D Kopf [m] E top, head F tête [v]

11.8 staart [m -en] het ondergedeelte van het boek. Staart- = onder-. Voorbeelden: °staartzijde, °staartsnede. ¶ D Schwanz [m], Fuß [m] E tail, foot F queue [v]

11.9 binnen- (van een °blad, °bladzijde e.d.) het gedeelte dicht bij de °rug. Voorbeeld: binnenmarge. (van een °katern, °dubbelblad e.d.) de kant van een gevouwen dubbelblad (zelfstandig optredend of deel uitmakend van een katern) waarbij de bladzijden naar elkaar toegekeerd zijn. Voorbeeld: °binnensteek. (van een ºplat, °rugbekleding e.d.) de naar het °boekblok toegekeerde zijde. Voorbeeld: binnenzijde, °binnenkanaal. ¶ D Innen- E inner — F — intérieur

11.10 buiten-

(van een °blad, °bladzijde e.d.) de drie zijden die geen °rugzijde zijn. Voorbeeld: buitenzijden (d.w.z. °kop-, °front- en °staartzijde tezamen). (van een °katern, °dubbelblad e.d.) de kant waarbij de bladzijden aan weerszijde van de °vouw van elkaar afgewend zijn. Voorbeelden: °buitenvouw, °buitensteek. (van een °plat, °rugbekleding e.d.) de zijde die van het °boekblok afgewend is. ¶ D Außen- E outer — F — extérieur

11.11 verticaal

(van een lijn) evenwijdig aan de richting van °kop naar °staart. Voorbeeld: °kneepgleuf. (van een vlak) door verticale en °horizontale lijnen bepaald. Voorbeeld: °voorplat. De verticale richting heet ook in de hoogte (van een °transversaal vlak ook in de lengte), en kan worden gespecificeerd als stijgend (van staart naar kop) dan wel dalend (van kop naar staart).

12

COÖRDINATEN EN DIMENSIES

11

11.12 horizontaal (van een lijn) evenwijdig aan de richting van °rug naar °frontzijde. Voorbeeld: °kopvouw. (van een vlak) door horizontale en °transversale lijnen bepaald. Voorbeeld: ºstaartsnede.

De horizontale richting heet ook in de breedte (van een °boekblok of een °verticaal vlak), of in de lengte (van een horizontaal vlak), en kan worden gespecificeerd als van de rug af dan wel naar de rug toe.

11.13 transversaal (van een lijn) evenwijdig aan de richting van °voor- naar °achterzijde. Voorbeeld: ºbinding. (van een vlak) door transversale en °verticale lijnen bepaald. Voorbeeld: °frontsnede. De transversale richting heet ook dwars, of (van een «horizontaal of transversaal vlak) in de breedte, en kan worden gespecificeerd als voorwaarts of van achteren naar voren dan wel achterwaarts of van voren naar achteren. ¶ D quer E across F transversal

11.14 hoogte [v -n, -s] de °verticale dimensie. ¶ D Höhe [v] E height F hauteur [v]

11.15 breedte [v -n, -s] (van een ºboekblok, ºverticaal vlak) de ºhorizontale dimensie, (van een °horizontaal of °verticaal vlak) de ºtransversale dimensie. ¶ D Breite [v] E width F largeur [v]

11.16 lengte [v -n, -s] (van een °horizontaal vlak) de horizontale dimensie, (van een ºtransversaal vlak) de ºverticale dimensie. ¶ D Länge [v] E lenght F longeur [v]

11.17 dikte [v -n, -s] (van een ºboekblok, ºkatern) de ºtransversale dimensie. ¶ D Stärke [v] E thickness F épaisseur [v]

11.18 oblong

boekformaat waarbij de ºbreedte groter is dan de ºhoogte. ¶ D quer E oblong F oblong

11.19 smal boekformaat waarbij de ºbreedte minder is dan de helft van de ºhoogte. Dit formaat wordt ook wel aangeduid als agendaformaat. ¶ D schmal E narrow, long F étroit • agendaformaat D Hochformat E agendaformat

13

This article is from: