cover.indd

Page 1

Tweede jaargang, nr 1, maart 2005

Tweede jaargang, nr 1 maart 2005


g

GEVELBOUW verschijnt vier maal per jaar en is een uitgave van Control Media. GEVELBOUW is een onafhankelijk vakblad voor de bouw en is bestemd voor architecten, ingenieursbureaus, aannemers, opdrachtgevers, brancheorganisaties, gevelbouwers en toeleveranciers, (bouw)functionarissen in overheidsen semi-overheidsinstellingen en verwante organisaties.

Vuur

Redactie Tjerk van Duinen (hoofdredacteur), Willem Ruyters

Vormgeving en lay-out Peter van der Horst, Marc van Dongen, Rosemarie van Wassenaar Fotografie Richard Barnes, Henk Bruyns, Michel Kievits, Dirk Kreijkamp, Ries van Wendel de Joode Advertentieverkoop Cock Penning (hoofd), Hans Vonk, Uitgever Ton van der Veer Adjunct uitgever Cock Penning Marketing Michel van Kleeff Order administratie Sylvia Voorham Control Media Postbus 7001 4800 GA Breda Tel. 076-5211003 Fax. 076-5156589 E-mail adressen info@gevelbouw.info (algemeen) redactie@gevelbouw.info (redactie) opmaak@gevelbouw.info (advertentiemateriaal)

nr1 - maart 2005

Aan dit nummer werkten mee Ralph Hamerlinck, Stefan van Hoek, Caspar van Laar, Jur van Oerle, Paul de Ruiter, Arjan Stadhouders, Erik Stekelenburg

Bij de aanvang van deze tweede jaargang kan ik meedelen dat dit het Empedocles-jaar wordt. De dragers voor de volgende vier edities komen van ‘De leer der elementen’ die deze Griekse wijsgeer in de vijfde eeuw voor Christus opstelde: vuur, water, lucht en aarde. Empedocles (494 – 434 v. Chr.) stelde dat alles om ons heen (het zijnde) is gemaakt van deze vier elementen en van de combinaties die ze kunnen aangaan. Dan kunnen we er ook wel vier afleveringen van Gevelbouw van maken (de vorige vier zijn volgens Empedocles er ook van gemaakt). We beginnen de reeks met vuur. Vuur is zon en zon moet geweerd worden. Een gigantisch voorbeeld daarvan is het gebouw van de Europese Commissie in Brussel, waar vier gevels helemaal vol zijn gehangen met mobiele computergestuurde glazen louvres. Weren doet ook de brandweer. Er komen twee kazernes en een meldpost voorbij in dit nummer; contrastrijker kunnen ze niet zijn. Ogenschijnlijk vuurbestendig is de omgekeerde felrode ovenschotel die staat op een nog vrijwel leeg Dordts bedrijventerrein. De gebruiker doet overigens aan luchttechniek. In Friesland vonden we een altaar met een dubbele façade (wordt de hemel of het hellevuur?). Voor de architect van het Scottish Parliament Building, het uitsmijterproject van dit blad, zal het wel de hemel zijn. Hij overleed voordat het gereed kwam en liet een meesterwerk na dat Petrus wel vorstelijk moet belonen. Of de andere voorvechter van het gebouw, een inmiddels ook overleden premier, het hellevuur is ontlopen is de vraag. Het parlementsgebouw is elf maal zo duur geworden als oorspronkelijk begroot. Een erfenis waar minister van financiën en belastingbetaler nog lang voor moeten bloeden.

Tjerk van Duinen

Abonnementen Een jaarabonnement op GEVELBOUW kost 25 euro. (excl. b.t.w.) Contactpersoon S. Voorham; (dinsdagen donderdag van 10.00 – 12.00 u) Opzeggingen: schriftelijk, twee maanden voor einde abonnement. Uitgever en auteurs aanvaarden geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit handelingen en beslissingen die gebaseerd zijn op informatie uit de in dit magazine geplaatste artikelen. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook, zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Omslag: Erker van het Scottish Parliament Building. © Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

2

maart 2005


Inhoud

g

Levende louvres-gevel symboliseert Europa

4

Kazerne met kapitalen

10

Schots en scheef

18

Beton brandt niet

30

‘En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk’

34

Gebouw uit één stuk

36

Coördinatiecentrum verschiet van kleur

42

WATER EN VUUR, column Paul de Ruiter

45

Waar rook is, is vuur

46

NEN 6068 breder inzetbaar

52

Xpo: presentatiepagina’s voor bedrijven en producten

56-63

december 2004

3


Foto deze pagina: MM VIDEO - FOTOWERBUNG, Kaufungen Fassade Permasteelisa Central EuropeB.V. Heerlen

y

g

Al bijna veertig jaar is de Europese Commissie gehuisvest in het Brusselse Berlaymontgebouw. Met zijn typische stervormige plattegrond een gebouw als een beeldmerk, vergelijkbaar met het Pentagon in Washington. Eén van de weinige plekken waar de Europese bureaucratie bovengronds komt, maar ook een relict uit de jaren zestig. Tijdens de bouw top-of-the-bill maar zo op de maat van het toenmalige gebruik toegesneden en geconstrueerd dat elke bouwkundige aanpassing een tour-de-force vraagt. Soms is een renovatie echter onvermijdelijk. Toen de Europese Commissie in 1967 er haar intrek nam, bestond de EEG uit zes leden. Toen in 1991 besloten werd dat het Berlaymont echt niet meer voldeed, had de EU twaalf leden met uitzicht op een voorlopig eindtotaal van vijfentwintig.

Het Berlaymont werd naar een ontwerp van de Belgische architect De Vestel tussen 1963 en 1967 gebouwd. De architect tekende een indrukwekkend gebouw dat een plattegrond als een kruis met vier vleugels van ongelijke lengte heeft. Het gebouw bevat een aanzienlijk vloeroppervlak van meer dan 240.000m2, verdeeld over 16 verdiepingen waarvan 3 ondergronds. De draagstructuur was innovatief. Een hangconstructie met stalen trekstangen hangend aan een dakstructuur van voorgespannen preflexbalken die rusten op een centrale kern uit ter plekke gestort beton. Het Berlaymont bood en biedt plaats aan 2700 ambtenaren. Daarbij ontvangt Berlaymont elk dag 700 bezoekers. Een kleine stad met naast talloze burelen, 33 vergaderzalen, een cafetaria, een restaurant, T.V.-studio’s, opslagplaatsen, archiefruimten en een parking voor 1600 auto’s. 47 liften en 12 roltrappen verzorgen het verticaal transport. Ondergrondse verbindingen brengen de ambtenaren naar de metro- en treinstations in de omgeving. De slimme vormgeving had ook zijn nadelen. Een 1300 ton aan asbest was op de omvangrijke metaalstructuur gespoten om deze tegen brand te beschermen. Zolang het asbest vastgehecht bleef volkomen risicoloos, zodra er verbouwd moest worden echter levensgevaarlijk. 25 jaar na de opening bleek het Berlaymont niet onder een renovatie uit te kunnen. TEKST: Met een voorafgaande grootschalige asbestverwijdeCaspar van Laar ring als gevolg.

Hangconstructie De bovenbouw van het Berlaymont had meer beperkingen die te wijten waren aan de gedurfde ideeën van de ontwerpers: iedere twee meter een trekstang aan de gevel, plafondhoogten niet hoger dan 3,3 meter, maar ook een draagconstructie waarbij de stabiliteit van het geheel afhangt van de stabiliteit van de afzonderlijke delen. Zo bestaan de kelderverdiepingen uit vloerplaten, die de aanzienlijke zijdruk opvangen met behulp van structurele roosters. Deze roosters zijn helaas zonder enige overdimensie gefundeerd. Voor elke toegevoegde belasting is een nieuwe onafhankelijke fundering nodig. Ook vormt de onderbouw van het Berlaymont een bevestigingspunt voor de ondergrondse structuren van trein-, metro-, verkeers- en voetgangerstunnels. Een van de redenen waarom sloop ook geen optie was. De gerenoveerde kantoorvloeren kregen een indeling volgens

Levende louvresgevel de nieuwe bouwmodule van 1,2 meter in plaats van de oude module van 1 meter. Hierdoor wordt een gangeffect bij een basiskantoor vermeden, terwijl de bezettingsflexibiliteit optimaal blijft en de capaciteit aan burelen niet vermindert. Een nieuw gangensysteem maakt over alle 13 verdiepingen een gemakkelijke ontsluiting mogelijk, met dank aan een gelijke plafondhoogte voor alle vloeren, de bouw van een nieuwe ringgang en de opening van de centrale kern naar de Wetstraat toe. In het vroegere ontsluitingssysteem stopten de liften niet op alle vloeren wat voor de ambtenaren veel extra trappenlopen inhield. 4

maart 2005


y

g

symboliseert Europa

maart 2005

5


y

g

De aansluiting van het Berlaymont op het stadsweefsel is verbeterd

Openslaande ramen Het nieuwe gevelsysteem heeft een dubbele gevel: als binnengevel een efficiĂŤnte vliesgevel met zelf te openen ramen en als buitengevel een wand vol mobiele computergestuurde glazen louvres die bescherming bieden tegen de zon. Deze levende gevel kan direct reageren op veranderende weersomstandigheden en op het beschikbare daglicht dankzij een aansturing via een miniatuur weerstation op het dak. De dubbele gevel laat slechts 12 % van de zonnestraling door en verhoogt toch de daglichtinval in het interieur. Een uitkomst omdat de hangconstructie geen thermische inertie bezit en bij elke temperatuurstijging langer wordt. Ook de wens van de Europese Commissie om alle kantoren uit te rusten met zelf te openen ramen bepaalde het gevelontwerp. Om energieverspilling en condensatie tegen te gaan, bleek het noodzakelijk de opengaande geveldelen te voorzien van elektrische contacten die bij het openen automatisch de klimaatregeling uitschakelen. Dit klimaatregelingssysteem bepaalt de temperatuur van elk kantoor autonoom. Aanwezigheidsdetectoren houden het klimaat met een afwijking van 2 graden bij nietbezetting op peil. Er werd geopteerd voor een klimaatregelingssysteem dat vooral energiebesparend werkt, zonder lawaaihinder, zonder tocht en zonder ruimteverlies. De keuze viel op een klimaatplafond. Zes stralingspanelen per kantoormodule waarvan twee aan de gevel, die verwarmen of koelen al naargelang de weersomstandigheden. ‘s Winters worden de stralingspanelen langs de gevel bevoorraad met warm water om tocht langs de vensters te vermijden. ’s Zomers echter net zoals de vier andere stralingspanelen met koud water voor koeling. Per uur wordt per module 35 m3 voorbehandelde lucht ingeblazen. De afvoerlucht uit de kantoren wordt opgevangen om vertrek-

6

maart 2005

Glazenwassersbalkon tussen gevels in


y

g

Eén van de weinige plekken waar de Europese bureaucratie bovengronds komt

Bovenin vergaderzaal Europese Commissie

ken in de gebouwsokkel (als opslag, archieven, parking) te ventileren.

Zonwerend Permasteelisa Central Europe b.v. uit Heerlen en Belgo Metal uit Wetteren(B) voerden de complete gevel uit. ‘De louvres van de buitengevel zijn gelaagde glaslamellen, die zich computergestuurd aan de zonnestand aanpassen. Zij oriënteren zich aan de hand van de intensiteit van het daglicht en zorgen voor een ideale lichtreflectie die het bouwwerk acclimatiseert. Het dubbele gevelsysteem versterkt en verdeelt tegelijkertijd het zonlicht,’ vertelt Eric Vliegen, technisch adviseur van Permasteelisa Central Europe b.v. in Heerlen. De louvresgevel beslaat een oppervlak van achttienduizend m2 en bestaat uit meer dan twintigduizend gelaagde glaslamellen. Elke lamel heeft een lengte van 2 meter bij 0,5 meter breed. Alleen aan de zijkanten zijn de glaslamellen in aluminium profielen met structurele lijm bevestigd. De glaslamellen zijn gemaakt uit gelaagd glas: een extra blank glazen buitenruit van 8 of 10 mm dik met mat geslepen randen; 4 PVB(polyvinyl butyral)folies met daarbij een 0.2 mm dikke folie bedrukt met witte stippen buiten en daaroverheen liggende zwarte stip-

pen aan de binnenkant door Cesar Color uit Phoenix USA. De binnenruit van de glaslamel bestaat uit float glas met diktes van 8, 10 of 12 mm, al naargelang de te verwachten winddruk op het betrokken gevelgedeelte. Dankzij een motorische aandrijving kan de stand van de lamellen variëren tussen nul en honderdtien graden. De glaslamellen zijn door de Scheuten Glas Groep geproduceerd. Omdat de louvresgevel speciaal voor het Berlaymont is ontwikkeld, onderging het systeem vooraf uitvoerige proeven. Tijdens windtesten is bekeken of de glaslamellen windsnelheden van honderdzestig kilometer per uur kunnen weer-

staan. Ook werd beoordeeld of de wind geen hinderlijke fluittonen zouden veroorzaakt. Verder is het mechanisme tijdens een tienduizendcycli-test onder verschillende klimatologische omstandigheden beproefd. Bij koud weer treedt de buitengevel op als een witte deken waardoor het warmteverlies wordt beperkt. ’s Zomers is de gevel een efficiënt zonnescherm dat het binnendringen van zonnelicht en warmte in de kantoren verhindert. Bovendien accentueert deze levende witte louvresgevel de symboolfunctie van het gebouw.

Wit gepoedercoat Behalve de louvresbuitengevel leverde de Permasteelisagroep ook de binnengevel: een vliesgevel van tweeëntwintigduizend vierkante meter die net als de louvresgevel speciaal voor Berlaymont is ontworpen. De vliesgevel is opgebouwd uit glasvlakken gevat in geïsoleerde aluminium profielen aangevuld met gesloten gevelvlakken van aluminium beplating. De profielen en de beplating zijn wit gepoedercoat. Analoog aan de bedrukte folie van de louvresgevel vertonen de profielen aan de interieurzijde een donke-

maart 2005

7


y

g

Tijdens windtesten is bekeken of de glaslamellen windsnelheden van honderdzestig kilometer per uur kunnen weerstaan

8

maart 2005


y

g

Glazen louvres die zich computergestuurd aan de zonnestand aanpassen

Systeem tijdens testen februari 2005

re tint. De vliesgevelelementen zijn om en om voorzien van een uitzetzakraam. Het isolatieglas bestaat uit neutraal gekleurde zonwerende beglazing van het type Polycool N71/40 van het Belgische bedrijf Polypane met een dikteopbouw van 6-1510 met Argon gevulde spouw. Op sommige plaatsen is kogelwerend glas met een gelaagde glasopbouw van 8-15-53 inge-

perceel stond het gebouw tot nu toe aan drie zijden door diepe kloven gescheiden van de stad. Aan de Wetstraat schoof de ingangspartij uit het gebouw naar voren als gebaar richting stad. Om het Berlaymont te betreden daal je af over een weg zo breed als een boulevard die door de overblijfselen van de tuinen van de Kloosterorde van de Zusters van

zet. Het bedrijf produceerde tevens een Spiderglasgevel, en een glazen dak met een gelaagde glasopbouw van 10-1566/4. Hiervan maakt ook een brandwerende beglazing onderdeel uit.

Berlaymont voert. Aan een andere zijde hangt het bedrijfsrestaurant tussen de stad en het gebouw in. Vanaf het aangrenzende Schumanplein gezien komt de vergaderzaal van de Europese Commissie op het dak van het Berlaymont prachtig in beeld. De muren van deze topzaal steken schuin naar beneden, als de wanden van een scheepsromp. Een schip voor de Europese staat.

Aan schaduwlijn is te zien hoe het systeem zich instelt op wisselende bezonning

Topzaal Tijdens de renovatie is de aansluiting van het Berlaymont op het stadsweefsel verbeterd. Door de hoogteverschillen in het

maart 2005

9


g

VMVM

I

10

maart 2005


g

Kazerne met kapitalen Tussen Vlissingen en Middelburg, meer in de buurt van de laatste gemeente, staat aan een nieuwe brandweerkazerne met een ambulancepost. Verdiepinghoge betonnen V’s en M-en in de oostgevel geven aan in welke plaatsen het werkterrein ligt van de inpandige diensten. Het is ook meteen een sterk embleem dat zelf iets weg heeft van datgene wat bestreden moet worden: vlammen.

Avondbeeld

maart 2005

11


g

Tekst: Tjerk van Duinen Fotografie: Jeroen Musch

Geveldoorsnede

Gebouwdoorsnede

12

maart 2005


g

I Opdrachtgever: BHC, Hoofddorp Ontwerp: Bekkering Alofs Architecten, Rotterdam Constructeur: Goudstikker de Vries, ’s-Hertogenbosch Uitvoering: Sprangers Bouwbedrijf, Terneuzen Meijers Constructieburo (onderaannemer gevel) Bruto vloeroppervlakte: 2000 m2 Oplevering: 3 december Patio

De stadsgewestelijke brandweer Vlissingen Middelburg is er een op vrijwilligersbasis met alleen dagdiensten. Grootste ruimte is de brandweerremise, met zes uitrukpoorten. Daarnaast omvat het gebouw werkplaatsen, kleedkamers, kantoren, een kantine en vergaderfaciliteiten. Ook zit er een ambulancedienst in het gebouw die dag en nacht paraat is. Deze beschikt over een kleine remise voor zes ambulances. ‘De ambulancedienst zit achter de grote letters; ze zorgen dat het gebouw ’s nachts licht geeft’, vertelt architect Juliette Bekkering van Bekkering Alofs Architecten uit Rotterdam (voorheen Juliette Bekkering Architecten). Ze ontwierp voor de gecombineerde hulpdiensten een min of meer rechthoekige doos van twee lagen met in hoofdzaak grijze tinten. Dat klinkt saai maar dat is deze kazerne beslist niet. ’s Avonds al helemaal niet, want dan komt de vormenrijkdom pas echt tot leven.

Lijnen Bekkering, die eerder bij Neutelings Riedijk ontwierp aan de veelbesproken brandweerkazerne van Breda, voorzag het bouwwerk aan de Middelburgse Stromenweg van een levendig gevelbeeld. Allereerst is

de rechthoekige hoofdvorm bewerkt, gebeeldhouwd: het kreeg oplopende daklijnen en er zijn grote happen het volume gehaald. Bekkering: ‘Die oplopende lijnen volgen eenvoudig uit de verschillende hoogten van de onderliggende ruimten: tweemaal 3.60 meter bij de kantoren, 6 meter bij het onderhoudspunt, 5,5 meter bij de remise en ga zo maar rond. Ook de uitsparingen hebben een functionele oorsprong: entree, onderhoud, wasplaats, remisedeuren of het royaal binnenlaten van daglicht.’

Patio Dat is meteen een van de grote kwaliteiten: licht en vooral zicht hebben vrij spel in het gebouw. Bij binnenkomst via de hoofdentree zijn de brandweerwagens in de remise meteen via glaswanden te zien; transparantie in de bedrijfsvoering. De hoofdtrap leidt vrijwel direct naar de centraal op de eerste verdieping gelegen patio (in feite ook en uitsparing in de hoofdvorm): een door glas omgeven binnentuin die alle eromheen liggende ruimten van daglicht voorziet. Vanuit de patio en de naastgelegen kantine – de andere centrale plek in de kazerne – kan men weer naar

maart 2005

13


g

Kantine met uitzicht op de werkvloer

beneden in de remise en op de onderhoudsafdeling kijken. En als je de deur van de instructieruimte openzet, kijk je vanuit de kantine dwars door het gebouw naar buiten.

Halfsteens Het materiaalgebruik in de gevel kunnen we opsommen met metaalplaat, glas en een beetje breuksteen. Hoofdmateriaal van het gebouw is een grijze (RAL 9007) aluminium gevelplaat die met Omega profielen op een sandwichpaneel is gemonteerd. De metalen panelen zijn 5 meter breed en afwisselend 225 en 375 mm hoog –nog groter gaf te veel kans op bobbelen – en deze zijn om en om in een halfsteensverband aangebracht. Het resultaat is een compositie die rust en kwaliteit uitstraalt. Voor de hoekoplossing is gewerkt met open kokerprofielen waar de panelen overhoeks tegenaan lopen (zie detailtekening). Zo is de hele metalen gevel gemaakt zonder dat er bevestigingsmiddelen in beeld zijn.

Schragen De kazerne heeft een stalen draagconstructie, met uitzondering van de oostgevel. Omdat dit de zichtzijde van het gebouw is heeft Bekkering deze een uitgesproken expressieve vorm toebedeeld.In de rechterzijde van de oostgevel maakt de staalconstructie plaats voor een rij betonnen V’s en M-en, de beginletters van Vlissingen en Middelburg. Deze verdiepinghoge kapitalen zijn in vier delen ter plekke gestort en rechtop gezet. Ze schragen de verdieping en zo zien ze er ook uit: als schragen. Klein detail: omdat regenwater in de naar bovenliggende oksels van de letters weg moet kunnen lopen (anders vraag je om lelijke afwatersporen), zijn tijdens het maken L-vormige pijpjes meegestort. Een oplossing die ter plekke is verzonnen en uitgevoerd.

14

maart 2005

Vlammetjes De linkerhelft van de oostgevel bevat de hoofdentree. De terugliggende glazen entreepui wordt geflankeerd door een trapeziumvormig betonnen element (met brandweerembleem), die schijnbaar de lange bovenliggende erker draagt. Achter de erker liggen de kamer van de commandant, instructieruimten en een vergaderkamer. De erkergevel is helemaal uitgewerkt in glas, met kitvoegen tussen de glaspanelen en boven en onder aluminium kliklijsten (half vliesgevel, half structuurgevel). Om de achterliggende verdiepingsvloer uit het zicht te krijgen is, kreeg de buitenzijde een gezeefdrukt vlammenpatroon dat onderin 100% dekkend is en naar 1 meter hoogte toe geleidelijk ‘uitdooft’. De vlammetjes vinden we overigens ook terug in de puntige vensters tussen de betonnen letters. Links van het trapeziumvormige entree-element zet de begane grondgevel zich voort als een vliesgevel/structuurgevel met een 70 cm hoge plint van breuksteen. Deze combinatie gaat verder de hoek om in de zuidgevel, waarbij de doorlopende bovendorpel geleidelijk lager wordt. Om hier een nette zonwering te krijgen, zijn achter de negge sunscreens gemonteerd die trapsgewijs meezakken met die dalende lijn boven de kozijnen. De brandweerkazerne bij Middelburg is een detailrijk gebouw, dat zich met zijn bescheiden omvang en gebeeldhouwde vormen schikt in de groene omgeving. Door naar de tweede brandweerkazerne in Leidsche Rijn: een sterker contrast lijkt niet mogelijk.


g

I Noordwestzijde met uitrukpoorten en wasplaats

maart 2005

15


GB21 Adv

21-02-2005

15:18

Pagina 16


GB21 Adv

21-02-2005

15:18

Pagina 17


g

Neem de verwachtingen van een land dat voor het eerst sinds 300 jaar een eigen parlement krijgt, laat dat culmineren in een ambitieuze visie op een parlementsgebouw. Voeg daarbij een ontwerp dat deze ambities glansrijk overtreft en tevens de zwanenzang is van een van de meest lyrische architecten die de wereld gekend heeft. Tel daar enkele graden millenniumkoorts bij op. Laat het ook nog eens om Schotten gaan. En er is voldoende olie voor een vuur dat vele harten sneller doet kloppen, budgetten verzengt en politiek gekrakeel voor jaren oplevert.

Schots en scheef

Kathedraal voor de democratie

18

maart 2005


g

De werkruimten van de leden van het Schotse parlement (MSP) bevinden zich aan de westrand van het parlementscomplex. De klein bemeten betonnen kantoorcellen monden in de gevel uit in erkers. Š Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

Compositie van gebouwen

maart 2005

19


g

Het parlementscomplex in zijn context. Centraal ligt het gerenoveerde Queensberry House.

Tekst: Erik Stekelenburg

Foto: Duccio Malagamba, Barcelona

Het is snel gegaan. Nadat Tony Blair op 1 mei 1997 de Britse verkiezingen won met onder andere de belofte om Schotland en Wales via referenda te laten kiezen voor een eigen parlement, koos de bevolking van Schotland in september 1997 voor meer autonomie. De bestuurders besloten dat daar ook een nieuw parlementsgebouw bij hoorde. In 1998 werd zowel de locatie als de architectencombinatie EMBT/RMJM gekozen en gingen de voorbereidingen van start. In mei 1999 kreeg Schotland voor het eerst sinds 1707 weer een eigen parlement en regering. Het bestuur is semiautonoom. Schotland blijft deel van het Verenigd Koninkrijk. Hoewel belangrijke zaken nog steeds vanuit Londen worden geregeld komt er veel in eigen hand, zo ook de bouw van het parlement. En terwijl in hetzelfde jaar de graafwerkzaamheden begonnen, veranderden de eisen onder invloed van de nieuwe opdrachtgevers. Er moest bijvoorbeeld viermaal zoveel personeel worden gehuisvest. Het oppervlak werd aanzienlijk uitgebreid. De gewenste uitbreidingen en veranderingen, de gevolgen van ‘9-11’, ondeskundigheid bij de opdrachtgever en de absolute voorrang van kwaliteit en snelheid boven kosten leidden ertoe dat het complex inmiddels elf maal duurder is dan de 40 miljoen pond die de bevolking was voorgesteld. In 2000 overleden de twee belangrijkste promotors van het ontwerp, architect Enric Miralles op 3 juli en premier Donald Dewar op 11 oktober. Een wrange samenloop van omstandigheden die de eventuele wil tot bezuinigen nu niet bepaald stimuleerde.

Feest Het gebouw moest Schotlands identiteit representeren. En dat is gelukt, de inzending van EMBT/RMJM onder leiding van de Catalaanse Chaos of feest? © Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

Architect: EMBT, Barcelona i.s.m. RMJM Edinburgh Constructeur: Ove Arup Bouwmanagement: Bovis Lend Lease

Erkers met bamboe schermen met de Salisbury rotsen op de achtergrond © Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

20

maart 2005


g

architect Enric Miralles betoverde de jury. Ze vonden dat de architect een buitengewone passie voor alles wat Schots was aan de dag legde en dat zijn ontwerp het Schotse geografische landschap weerspiegelde. Dat is niet verwonderlijk voor een architect in wiens teksten het woord emblematiek regelmatig opduikt. Ook delen zowel zijn thuisbasis CataloniĂŤ als zijn werk topologische karakteristieken met Schotland. Ontwerpen van Enric Miralles zijn geen massieve blokkendozen, maar meanderen, wervelen en waaieren uit. En dat beperkt zich niet tot het gebouw. De architect trekt de kronkelingen door tot in het omringende landschap als een gewerveld geolo-

Het uitwaaieren lijkt al aan de gevel te beginnen. Grote, steeds terugkerende motieven in natuursteen en eiken maken zich van de gevel los ten behoeve van zonwering en verfraaiing.

Ontwerpen van Enric Miralles zijn geen massieve blokkendozen, maar meanderen, wervelen en waaieren uit

Š Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

maart 2005

21


g

Doorsnede erker

gisch reliĂŤf. De geleedheid wordt nog eens versterkt doordat de architect zelfs binnen dezelfde onderdelen naar hartelust met materialen varieert. Door die uiteenlopendheid, die diversiteit worden de gebouwen van Miralles naast chaotisch ook ervaren als een feest, een fantastisch divertissement.

De constructie van de samenleving Deze kenmerken zijn ook zeer geschikt om het principe van een parlement uit te drukken. Het uiteenvallen in geledingen is vanuit de omgeving bezien juist het samenkomen van leden. Het samenkomen van delen uit heel het land, de parlementaire vergadering als constructie van de samenleving. Het gehele ontwerp is doordrongen van dit principe. Het complex richt zich letterlijk vanuit het landschap op. Vanuit het zuiden

Werkkamer met erker Š Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

Werknemer checkt contemplatieve functie van de erker

Aanzicht en doorsnede erker met bamboe

Foto: Niall Hendrie

I

H G F E D C B A

22

maart 2005

Constructievolgorde erker A buitenbekleding rvs B Vloerverwarmingsunit C Gegalvaniseerd staalplaat 3 mm D Erkerframe van 60 x 60 mm kokerprofielen E Isolatiepakket F Waterdichte laag G Prefab binnenspouwblad H Draagconstructie met prefab bogen I Ziterker


g

parlementszaal

Š Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

samenkomen in een kra chte nsp el

maart 2005

23


g

Langsdoorsnede door parlementszaal naar het westen bekeken

Doorsnede over tuinfoyer en Queensberry House naar het oosten gezien

Doorsnede over tuinfoyer en MSP-vleugel naar het noorden gezien, met aanzicht zuidgevel Queensberry House

24

maart 2005


g

Publieksruimte op de galerij van de parlementszaal. Ook de meubels en het tapijt zijn ontworpen door Miralles.© Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

maken zich enkele landtongen of grasdijken uit het landschap los. De ruimten eronder leiden tot het publieksgedeelte onder de parlementszaal, zodat land en publiek tegelijk aankomen in het parlementscomplex. Miralles: ‘Het gebouw moet land zijn, uit land gebouwd, het parlement een uit het land gekerfde vorm van zich verzamelende mensen, het parlement moet zitting houden in het land.’ De architect zag dat samenkomen ook gesymboliseerd door een vakantiebeeld dat hij zich herinnerde van een groep aan land opgetrokken omgekeerde vissersboten. Niet alleen door hoe ze onderdak boden, maar ook door hun gewijde setting. De referentie is onmiskenbaar aanwezig, zowel in de plattegronden van de commissieruimten als in de daken van de tuinfoyer. De 13 daken van de tuinfoyer spelen echter ook een rol in een andere vergelijking, namelijk de bladeren van de bos bloemen die de plattegrond van het gehele complex typeert, geïnspireerd op een schilderij van Charles Rennie Mackintosh, Schotlands grootste architect. De eerder genoemde landtongen zijn daarbij de stelen. Ook dit beeld kan gezien worden als een verbeelding van het samenkomen. Maar het toppunt van samenkomen is de parlementszaal. En dan in het bijzonder het plafond. Hier komen eikenhouten en roestvaststalen delen van driedimensionale spanten samen in 114 indrukwekkende knopen. De spanten lijken in het midden doorgeknikt en hangen daar vervaarlijk laag boven de parlementariërs. De achterliggende glasgevel is tweemaal zo hoog gemaakt en de kap is mee opgetrokken. Hierdoor baadt het constructieve krachtenspel in een zee van licht. Het zorgt zelfs in een lege zaal voor een dramatisch effect dat associaties oproept met andere spanningen waaraan een parlementaire democratie blootstaat.

Wandelgang naar de parlementszaal. © Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

maart 2005

25


g

Oostgevel MSP-vleugel, een streng geordende wirwar. Bijzonder door de toevoer van licht en lucht en de afvoer van water. Š Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

Afvoer regenwater aan de oostgevel van de MSP-vleugel volgens het 'knikkerbaanprincipe'

Constructievolgorde oostgevel

26

maart 2005

Doorsnede fragment oostgevel van de MSP-vleugel


g

Tuinfoyer Š Scottish Parliamentary Corporate Body 2004

In de tuinfoyer wordt dit principe op een veel kleinere maar niet minder indrukwekkende schaal herhaald. Het is misschien wel de mooiste ruimte in het complex. Dertien dakopeningen hebben ieder een 'vesica' schaalvorm gekregen die zich op eigen wijze openvouwt voor een optimale lichttoetreding. In elk van die openingen bevindt zich wederom een krachtenspel in eikenhout en roestvaststaal.

Gevelfonteintjes De opzienbarende vleugel voor de leden van het parlement waarmee het terrein aan de westkant wordt begrensd is van een geheel andere orde. Aan de westzijde bevinden zich de individuele cellen in beton, met ieder een erker, met een zitje bedoeld voor contemplatie. Sommige erkers zijn voorzien van een 'bamboescherm' van eiken stokken. Aan de oostzijde bevindt zich de circulatieruimte. De oostgevel is zeer geleed. Sterk terugliggende ramen brengen licht en lucht ver het gebouw in. Behalve ramen hangen er tussen betonnen stijlen panelen van eiken en massief graniet. Het klapstuk is de afvoer van het water van dak en gevel in de vorm van een soort gevelfonteintjes. Dat gebeurt grofweg volgens het principe van een knikkerbaan. De diagonalen zijn een kruising tussen hemelwaterafvoer en goot. De route: de diagonale goot

vangt water op. Onder aan de diagonaal wordt het water achter de panelen gebracht. Hier wordt het via goten om de ventilatieopening naar de onderzijde ervan geleid. Daar komt het water weer tevoorschijn en sijpelt midden voor een dicht geveldeel naar beneden op een goot waar normaal een waterslag zou zitten. Deze goot loopt zo ver door dat het water netjes in de diagonaal wordt afgeleverd. En dan begint het hele verhaal van voren af aan. Het complex is voornamelijk opgetrokken in een betonnen casco. Al het metaal is roestvast staal. Het hout is eiken en wordt in het interieur soms gecombineerd met esdoorn. Voor het natuursteen op de gevels is graniet gebruikt. Het lichtere komt uit Schotland (de Kemnay steengroeve) en voor het donkerdere 'Belfast Black' moest men naar Zuid Afrika. Langs de Royal Mile, de statige hoofdstraat van Edinburgh, aan de noordzijde van het complex bevinden zich de historische elementen. Het Queensberry House is gerestaureerd. Om het te beschermen tegen terroristische aanvallen is het aan de binnenzijde voorzien van een nieuw casco. Ook terreurbestendig is de Canongate Wall. Het ondoordringbare bolwerk is echter omgebogen tot een vriendelijk verhalend tableau. Het bevat onder andere een in beton gegoten schets van de architect en stenen van overal uit Schotland voorzien van inscripties of fossielen.

maart 2005

27


Limelight Sun Control systemen… Sponsored by

m

®

l

el

ight.n

ight.n

el

l

-

w w w. l i

-

w w w. l im

www.limelight.nl

Schuif-Vouwschermen

®Registered trademark - a HunterDouglas® product.

Aluminium lamellen

Limelight biedt vele mogelijkheden voor wat betreft vorm en toepassing op het gebied van lichtregulering, energiebesparing en de esthetische integratie hiervan in uw ontwerp. Naast ons programma lamellensystemen, schuivende gevelschermen en vouw- en harmonicaschermen in aluminium en hout, realiseren onze specialisten graag specifieke oplossingen voor u.

Voor meer info: Limelight BV (076) 5717800, info@limelight.nl of bezoek onze website.

Limelight is een onderneming van Hunter Douglas binnen de divisie Luxalon® Architectural products Limelight zonweringsystemen - Luxalon® Plafondsystemen - Luxalon® Gevelsystemen

Privacyschermen


GB21 Adv

21-02-2005

15:20

Pagina 29


g

Beton brandt niet De Utrechtse brandweer verplaatst het hoofdkantoor uit de benauwde binnenstad naar de vrije ruimte van Leidsche Rijn dichtbij de op- en afritten van de snelwegen. Behalve het hoofdkantoor bevat het gebouw ook de 24-uurs uitrukpost voor het stadsdeel Leidsche Rijn.

Komend vanuit het Utrechtse ligt de brandweerkazerne in het voorste deel van Leidsche Rijn vlakbij het expocenter, de showroom waar kooplustigen op de hoogte kunnen raken van het woningaanbod. Door het programma van eisen te kneden en te vormen, slaagden de architecten erin van het kantoordeel een schijf als was het een billboard te maken. De brandweerkazerne rijst hoog op uit de omringende huizenzee. ‘Wij wilden dat de brandweerkazerne veiligheid zou uitdrukken. Zekerheid. Bovendien moest in één oogopslag duidelijk zijn, dat het niet alleen een uitrukpost was, maar ook het Utrechtse hoofdkantoor.’ legt Dick van Wageningen, de projectarchitect, uit. Het kantoordeel van het programma is met de slaap- en woonvertrekken van de uitrukpost in de schijf opgenomen. Doordat de schijf maar negen meter diep is, vrij gering voor een kantoor, haalt het gebouw negen verdiepingen. Om de ondiepe verdiepingen mogelijk te maken zijn op de kantoorverdiepingen de vertrekken aan de zuidzijde erg breed en ondiep. De woonvertrekken liggen onderin, dichtbij de brandweerauto’s in de remise en grenzend aan een dakterras dat op het remisedak is aangelegd.

Beton Ook de vormgeving van de gevels werd ingezet om een gevoel van zekerheid op te roepen. Van Wageningen: ‘We wilden de kazerne iets onverzettelijks meegeven. Het gebouw moest het stoere van een industrieel relict krijgen, een industriegebouw dat er al langer staat. Vanwege de kwetsbaarheid bij brand viel een stalen draagconstructie met invulling van glasvlakken af. Een uiterlijk als van een beton ruwbouwskelet leek ons wel wat. Maar dan moest de simpele schoonheid van het betonskelet niet achter de bekleding met de schil verdwijnen.’ Dus werd het ruwbouwskelet de

Paraat! LEIDSCHE RIJN TEKST: Willem Ruyters ONTWERP: Claus en Kaan, Amsterdam; projectarchitect Felix Claus en Dick van Wageningen UITVOERING: Heijmerink, Utrecht BOUWPERIODE: Oktober 2003 - december 2004

30

maart 2005


g

II

maart 2005

31


g

Overlooppijpjes

Hoofdentree

Betonnen noodoverlaten

Kleine armatuurtjes liggen verstrooid in noordgevel

32

maart 2005


g

II

schil zelf. Om een korte bouwtijd te realiseren, werd het een prefab gebouw met dragende geveldelen van 30 cm dik. Geen sandwichpanelen. Om het grauwe dat beton aankleeft wat te verminderen, werd aan het beton met dichtheidsklasse 1 een gele kleurstof toegevoegd. Het beton versterkt de gele kleuren van het langsstrijkende zonlicht. De naden met kitvoegen die bij prefab elementen onvermijdelijk zijn versterken het industriĂŤle beeld. Op de hoeken zijn de elementen schijnbaar om en om gestapeld. Een architectonische beslissing want constructief doet de verbinding niets meer dan een verstekte hoek. Stalen koppelplaten achter de gevelelementen zorgen voor de verbindingen. De kantoorvloeren bestaan uit wing-vloerelementen die met een aangestorte randbalk aan de gevelelementen verbonden zijn. Ondanks de ogenschijnlijke eenvoud komen in het

gebouw een twintigtal verschillende gevelelementen voor. De meeste raampartijen bestaan uit aluminium schuifpuien. Vanwege de verschillende zonbelasting lopen de maten van de ramen in de noord- en de zuidgevel sterk uiteen. Bij de vergaderzalen op de bovenste verdieping liggen de glasvlakken van de raampartijen in een vlak met het beton.

Ook het maaiveld is van beton

Beton De architecten zetten het thema van een betonnen gebouw uit een stuk tot het laatste detail door. Op het remisedak liggen betontegels gestort uit hetzelfde goudgele beton. Het dakvlak sluit direct op de bovenrand van de remisegevels aan. Ook de dakopbouwen zijn met beton bekleed. Op het buitenterrein liggen betonnen stelconplaten van 1,8 meter vierkant. Her en der doorbreken betonnen noodoverlopen de vlakke gevelplaten. Een eenvoudig weggelaten betonpaneel vormt de inrij-opening van de remise aan de achterkant. Bij het uitrukken stormen de brandweerauto’s door een vergelijkbaar gat in de betonnen gevel aan de voorkant het gebouw weer uit. Net naast de hoofdentree met een luifel gemaakt van een 20 mm dikke aluminium plaat. maart 2005

33


g

“En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk� (Openb. 4:6)

In de vroegchristelijke tijd verrichtte een priester de handelingen bij een eucharistieviering op gewone tafels. Vaak waren deze halfrond of vierkant. De St. Fransiscusparochie te Bolsward nam afgelopen jaar een modern altaar in gebruik, ontworpen door Leo Ter Beke van de Grunstra Architecten Groep, eveneens uit Bolsward.

34

maart 2005


g

Tekst en fotografie: Ronald Schalekamp

Reflecties

lijke reflectie. Bovendien vormt het glas ook een echo van de beschrijving in de bijbel van het Hemelse Jeruzalem: “En voor de troon was als een glazen zee, kristal gelijk” (Openb. 4:6).’

In 2004 bestond de St-Fransiscuskerk te Bolsward 70 jaar. Ter ere van dit jubileum werd een nieuw hoofdaltaar in gebruik genomen. Niet zo maar door een meubelmaker in elkaar gezet, neen, het ontwerp voor dit belangrijke meubelstuk kwam van de hand van ir Leo ter Beke van de plaatselijke Grunstra Architecten Groep. Ter Beke is parochielid en zodoende belandde de verantwoordelijkheid voor het ontwerp van het altaar bij hem. Het hoofdaltaar neemt een belangrijke, centrale plek in een kerk in, weet ook Ter Beke. In mystieke zin is het altaar de troon van het Lam Gods. In de liturgie vervult het altaar een belangrijke rol bij de eucharistieviering. Vanuit deze centrale rol in kerk èn in liturgie heeft het altaar een autonome aanwezigheid, het is een centraal object binnen de kerkruimte. Niet alleen een tastbaar object vol symboliek, maar ook een poort tussen de mens en God.

Oorsprong

Eeuwig

‘Alleen mensen kunnen met vuur omgaan’

Nabij het altaar brandt in een rooms-katholieke kerk de Godslamp. De lamp brandt op bijenwas of plantaardige olie en is dag en nacht aan. Dit eeuwige vuur staat symbool voor de eeuwigdurende aanwezigheid van God. Tegelijkertijd herinnert de Godslamp de mensen eraan hoe belangrijk vuur is. Aarde, lucht en water komen ten nutte van mensen, dieren en planten. Maar alleen mensen kunnen met vuur omgaan. Niet alleen het vuur voor warmte en licht, maar ook het vuur van het hart; de bezieling waarmee we de dingen doen, die wij belangrijk vinden. Als hart van de kerk staat een altaar symbool voor het brandend hart.

Alzijdig symmetrisch De bouwstijl van het nieuwe altaar van de St. Fransiscuskerk – in elkaar gezet door parochielid en oud-timmerman Meindert Boersma – sluit aan bij de Franse stijl waarin de kerk is gebouwd. De kerk en pastorie werden in 1934 ontworpen door architect Van der Leur en architect/monnik Dom Bellot. In 1999 zijn kerk en pastorie op de gemeentelijke lijst van beschermde monumenten geplaatst, als een goed voorbeeld expressionistische Art-Déco. Net zoals bij een groot kantoorgebouw wordt ook voor een kerkaltaar een Programma van Eisen geformuleerd, vertelt Ter Beke. ‘De liturgische achtergrond bepaalt grotendeels hoe een altaar eruit moet zien. Een alzijdig symmetrisch object, een vierkant, een kubus, beantwoordt hieraan het beste. Zo wordt in de vorm gesymboliseerd dat het altaar het hart van de liturgie is en in het centrum van het kerkgebouw staat.’ In de gebruikte materialen verwerkte Ter Beke verwijzingen naar bouwelementen uit de StFranciscuskerk. ‘Vier glazen panelen vormen de zijvlakken van de kubus. In het glas is een patroon gestraald; een decoratief Art-Déco element dat veel in de kerk voorkomt. Het glas in het altaar legt eveneens een link met de fraaie glas-in-lood ramen elders. Tevens staat het glas symbool voor inner-

Alle zijden van het altaar meten 1,30 meter. In het altaar zijn materialen uit de kerk hergebruikt. De bovenkant en de kern bestaan uit hout afkomstig van

gesloopte kerkbanken. De lak geeft aan het eiken een spiegelend effect. Verzonken in het midden van het houten bovenblad is een oude altaarsteen van 30 bij 30 centimeter verwerkt. Onder het altaar is een kistje geplaatst met as van martelaren uit concentratiekamp Dachau en een kledingreliek van pater Titus Brandsma. Voor Ter Beke was het meer dan bijzonder om voor zijn eigen parochie een altaar te ontwerpen, hoewel de manier van werken niet afweek van bouwkundige projecten. ‘Net als bij grote projecten, moet je rekening houden met de eisen en aan de hand van je voorstellen de opdrachtgever overtuigen. In dit geval werd de hele parochie erbij betrokken. In een speciale bijeenkomst hebben we de andere parochianen geïnformeerd. In een echte gemeenschap blijft het heel belangrijk dat je beslissingen samen neemt.’ maart 2005

35


g

Niet alleen staat geen enkele gevelwand recht, alle gevels zijn ook nog eens uitgevoerd in slechts één materiaalsoort. De bedrijfshuisvesting van Airview in Dordrecht rijdt je dan ook niet zonder meer voorbij. En dat terwijl het programma van eisen voor dit bedrijfspand niet uitzonderlijk was.

OPDRACHT: Airview, Dordrecht Dakterras

ONTWERP: ROAM Architecten, Rotterdam UITVOERING: De Vries en Verburg, Stolwijk

Een gebouw uit één stuk TEKST Arjan Stadhouders

Overheaddeur in RAL 8023

36

maart 2005

Ontwerp een bedrijfsgebouw bestaande uit een loods met kantoorruimte. Waarschijnlijk is dit voor bedrijfsgebouwen in Nederland het meest voorkomende programma van eisen. Ook ROAM architecten kreeg van Airview Dordrecht een dergelijke opdracht. De architecten wilden zich echter niet beperken tot een standaardoplossing. Alwin Reedijk, die samen met Bruce Kee verantwoordelijk was voor het ontwerp: ‘Ik erger me echt dood aan al die dozen op al die bedrijventerreinen. En het kantoordeel dat aan zo’n loods vastzit, krijgt dan meestal een stenen smoel. In dat stenen deel moet de uitstraling van het bedrijf tot uitdrukking komen. Daarentegen wilden wij een gebouw maken,


g

Halfsteensverband

In glas en RAL de hoek om

Eenzame ontluchtingspijp

maart 2005

37


g

waarbij de loods binnen dezelfde hoofdvorm als het kantoor valt. Je moet van een afstand niet kunnen zeggen of het een kantoorgebouw, of een loods of een boerderij is. Nee, het is Airview!’

Polder De locatie, een nieuw bedrijventerrein in een oud polderlandschap, vormde de ideale context voor een gebouw uit één stuk. Reedijk: ‘De bouwkavel lag precies op de grens van het bedrijventerrein met de polder. Wij wilden het Airviewgebouw richten op het laat-

Alles in één abstracte vorm

38

maart 2005


g

Teruggelegd glasvlak

Terracotta

ste stukje polder. De gevels aan de bedrijventerreinzijde kunnen dan een gesloten, meer formele kant krijgen. Zo maak je een eerste schifting in de plattegrond.’ De inspiratie voor het maken van een bouwvolume waar alles onder één dak ligt, deed Reedijk op al rijdend door de polders van Zeeland: ‘Vanaf de snelweg zie je daar vaak in de verte in de mist van die grote boerderijen. Je neemt eigenlijk alleen maar een massa waar, niet meer dan een silhouet in het vrije landschap. Die observatie was de trigger en bracht ons ertoe een abstracte vorm te maken, zoals wanneer je door je oogharen kijkt. Als je dan dichterbij komt onderscheidt je de afzonderlijke gebouwdelen. Dan valt op waar de entree zit en waar de expeditie. Van veraf ligt alles onder één mantel, een soort stolpboerderij onder één dak.’

Het nieuwe bedrijfsgebouw van Airview werd zodoende één abstracte vorm in één kleur met alleen maar schuine belijningen. Geen muur staat recht, van een afstand is het gissen naar de functie van het gebouw: is het een loods, is het een kantoor? Het gebouw is afgewerkt met oranjekleurige, keramische tegels, de materiaalkeuze was in lijn met het imago van het bedrijf. Reedijk: ‘Op een gegeven moment vroegen we welke materialen Airview gebruikte bij hun stands op beurzen. Dat bleek Zuid-Frans te zijn, met rieten kapjes en terracotta dakpannen. Misschien een beetje kitsch, maar ons inspireerde het. Ook het bedrijfspand moet passen binnen de zelfgekozen uitstraling van het bedrijf. We wilden een mediterraan gevoel oproepen. Dergelijke overwegingen leiden ons bij de materiaalkeuze.’ De keramische tegels zijn toegepast over de volledige bouwmassa, dus zowel de muren als het dak zijn ermee belegd. Het zijn vlakke, terracotta tegels van Leikon van het type Bardeaudal P, in halfsteens verband aangebracht. In wezen is deze gevelafwerking niet meer dan een schil. Reedijk: ‘In de zin van functionaliteit is deze gevel waarschijnlijk duur te noemen. Hij werkt vooral esthetisch. De eigenlijke waterdichte laag zit eronder.’

Hoekprofiel Interessant is het aansluitingsdetail op de hoeken. Waar twee gevels haaks bij elkaar komen, is een naar binnen gericht profiel van gezet staal gebruikt, waarmee de negatieve hoek tussen de tegels wordt opgevuld. Dit zorgt voor een mooie afwerking, mooier in ieder geval dan wanneer een zwaar hoekprofiel de overgang zou overbruggen. Het gebruikte profiel is gemoffeld in RAL 8023, vrijwel dezelfde terracotta tint als de tegels zelf. Ook al het buitenschilderwerk, van deuren, neggen tot overheaddeur, kreeg dezelfde RAL-kleur. Het buitenschilderwerk ondersteunt zo het abstracte beeld van het totaalvolume. Reedijk: ‘Het is heel belangrijk je te realiseren hoe ver je gaat in die abstractheid. Wanneer moet je die abstractheid loslaten? Het dak is de muur en de muur is het dak. Raampartijen zijn daar in de massa opgenomen waar daglicht het bouwvolume binnen moet komen. We probeerden de illusie van alles is gebeeldhouwd uit een massa zo goed mogelijk in stand te houden.’

Neggen suggereren massa

maart 2005

39


GB21 Adv

21-02-2005

15:21

Pagina 40


GB21 Adv

21-02-2005

15:22

Pagina 41


g

Coรถrdinatiecentrum verschiet Tekst: Stefan van Hoek

Doorkijk naar binnenplaats

42

maart 2005


g

telkens van kleur

III Na de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam werd duidelijk dat een gezamenlijke meldkamer voor diverse hulpdiensten in geval van calamiteiten tot betere coördinatie van de hulpdiensten zou leiden. Bij de bouw van een nieuwe gemeenschappelijke meldkamer en regionaal coördinatiecentrum in Leiden werden GGD, poltie en brandweer van de regio Hollands-Midden dan ook samengevoegd.

Opdracht: Brandweer Leiden & Politie Leiden Ontwerp: VVKH Architecten, Leiden Projektarchitect: Ronald Knappert

Het coördinatiecentrum is gesitueerd aan de Rooseveltstraat. Aan de achterzijde van het gebouw stroomt de Trekvliet, de van oudsher belangrijkste waterweg in dit deel van Zuid-Holland. Langs die waterkant oogt het centrum het meest sprekend. Het coördinatiecentrum is een L-vormig gebouw met in de oksel een vierkante binnenplaats. Vanuit de binnenplaats kun je onder de hoofdvleugel doorkijken. Een grote uitsparing in het gebouw brengt het water met daarlangs een ecologische groenzone in beeld. De bovenste bouwlaag van deze vleugel kraagt drie meter uit. Architect Ronald Knappers van VVKH Architecten: ‘Op de bovenste laag bevindt zich de meldkamer van politie en brandweer. Hier vinden de belangrijkste activiteiten plaats. De gevel die zich naar het water uitstrekt, accentueert dit gegeven.’

Interferentie De uitwerking van de gevels aan de binnenplaats verschilt van de gevels aan de buitenkant van het complex. Wit stucwerk bepaalt de gevels langs de cour. Dit voegt zich naar het witte keim- en stucwerk van de aanpalende brandweerkazerne. De naar buiten gerichte gevels zijn voorzien van naturel Reglit glaspanelen. ‘Als

buitenschil wilden we een translucide gevel maken’, vertelt Knappers. ‘ Achter de verticale Reglitpanelen bevinden zich horizontaal geprofileerde metalen platen. Hierdoor ontstaat interferentie bij het invallende licht. Dieptewerking in de gevel is het gevolg. Een blik over het gevelvlak heen roept een gevoel van beweging op. Om dit effect te bereiken hadden we ook voor het aanbrengen van folie op de binnenspouw kunnen kiezen. Bij referentieprojecten hadden we echter opgemerkt dat dergelijke folie niet intact blijft. Geprofileerde metaalplaat bleek een meer degelijk materiaal.’

Kleuren Het Reglit en de er achter bevestigde golfplaat maken het aanzicht van het coördinatiecentrum bij diverse weersomstandigheden steeds verschillend. Bij bewolkt weer ogen de stroken groenig; bij helder weer loopt de kleur uiteen van zeeblauw tot zilverachtig. Vanwege warmtetechnische aspecten waren de gebruikte Reglitpanelen een zonwerende uitvoering. Hierdoor hebben ze ook een ietwat bruine zweem. Boven in de gevelvlakken met Reglit bevinden zich ventilatieopeningen om warmte en vocht af te kunnen voeren.

maart 2005

43


g

III Ramen De gevels zijn gevat tussen in het oog springende gemoffelde, aluminium banden. De Uprofielen geven de gevels een horizontale belijning. Knappers: ‘De banden maken de overgang tussen het stucwerk van de brandweerkazerne naar de gevelvlakken met Reglit.’ Ook valt in de gevel langs de Trekvliet het verschil in maatvoering van de ramen op de eerste en die op de tweede etage op. ‘De meldkamer op de tweede verdieping heeft een vrij gesloten karakter. De wel aanwezige dunne horizontale raam-

Voor...

44

maart 2005

strook bevindt zich van binnenuit beschouwd op ooghoogte. Om die raamstrook te accentueren kreeg die een kader als de lijst van een schilderij en steekt prominent uit het gebouw’, verklaart Knappers. De raampartij op de eerste etage, die het actiecentrum herbergt, lopen aan waterzijde van vloer tot plafond. De op het binnenplein gerichte gevel is meer gesloten. Een raamstrook loopt de hoek om en verbindt beide vleugels met elkaar. Het totale gevelpakket is voldoende brandwerend. Het gebouw is opgebouwd uit een staalconstructie. De golfplaat is op houtskeletbouwelementen bevestigd.

...en na afdekking met Regliet


g

Colum

Column Water en vuur

Dit jaar staan de vier nummers van GevelBouw in het teken van de 4 elementen: vuur, lucht, water en aarde. Misschien zware kost, maar de redactie had blijkbaar de klassieke oudheid nodig om de gevel te ‘brand-en’. Het eerste wat bij mij opkomt, als ik aan vuur denk is het videokunstwerk ‘The Crossing’ van de Amerikaanse kunstenaar Bill Viola. Gek hè, van architecten wordt toch verwacht, dat bij vuur meteen zaken als brandoverslag, brandveiligheid en meer van die bouwbesluit-achtige dingen bij ze opkomen, maar nee. Sinds ik in 1998 Viola’s video-installatie in het Stedelijk Museum heb gezien, associëren mijn hersenen vuur met dit krachtige kunstwerk. Misschien mag ik dan wel te boek staan als een pragmatische en technische architect, gelukkig is de totale beroepsdeformatie nog niet bij me ingetreden. Ik interesseer me ook voor kunst. Bill Viola is mijn grote favoriet en vooral ‘The Crossing’ is fabelachtig doeltreffend. Water en vuur, elkaars tegenpolen, die worden verbeeld op een projectiescherm dat in de ruimte hangt. Aan één zijde lost een man langzaam op in een steeds heftig wordende waterval, ten slotte eindigt hij in een plasje water; terwijl aan de ander kant van het scherm dezelfde persoon langzaam op gaat in de vlammen van een steeds harder brandend vuur. Uiteindelijk resteren slechts wat kleine vlam-

metjes. De beelden herhalen zich eindeloos. ‘Je hebt de ketel van gedachten zien overkoken, overweeg dan nu het vuur.’ Deze regel uit een gedicht van de 13de eeuwse Perzische dichter Rumi heeft Viola sterk geïnspireerd. Water en vuur staan tegenover elkaar zoals binnen de architectuur transparantie en temperatuuroverschrijding door de zon elkaars tegenpolen zijn, al gauw bijt de een de ander. Lastig maar waar. Deze tegenstrijdigheid houdt mij al langer bezig, maar ik houd nog steeds het geloof, dat door inzet van innovatieve geveltechnieken, dit dilemma kan worden opgelost. Misschien betonen kunstenaars zich minder naïef over de inzet van techniek.

www.paulderuiter.nl www.rumi.net www.billviola.com

‘When I think of using technology, I somehow feel that new pieces must somehow include some new innovative configuration of equipment or some novel physical principle. It does not seem enough anymore to use old technology, like synthesiser models. Why not? This is the creeping fashion – death’, dat zegt Bill Viola hierover. In de benadering van deze kunstenaar zitten alle ingrediënten om goede architectuur te produceren, en gelukkig gebruikt hij daarbij ook vuur.

Ir Paul de Ruiter

december 2004

45


g

TEKST: Arjan Stadhouders

Waar vuur is, is rook het met trek in een schoorsteen. Veel mensen vragen zich af of die luchttoevoeropeningen niet brandbevorderend werken. Er komt immers extra zuurstof het gebouw in en zuurstof is een van de basisvoorwaarden om een brand te laten voortduren. Maar in dergelijke grote gebouwen bevindt zich per definitie voldoende zuurstof, want dergelijke gebouwen zijn nooit lekdicht. Die toevoeropeningen in de gevel zijn nodig om de luchthoeveelheid die boven ontsnapt onderin weer aan te vullen.’

Rook en hitte Aan het woord is Stan Veldpaus van Colt International. Dit bedrijf is gespecialiseerd in alle systemen die een gezond en veilig binnenklimaat kunnen bewerkstelligen, zoals klimaattechniek, daglichtconstructies, buitenzonwering en rookbeheersing. ‘Als in een gebouw brand ontstaat, gaat dat altijd gepaard met rook en hitte. Als je niets daartegen onderneemt, zijn binnen de kortste keren de ruimten gevuld met rook. De mensen kunnen niet meer zien waar ze naar toe moeten vluchten, ze raken gedesoriënteerd. Het blijkt dat bij gebouwbranden meer dan 70 procent van de slachtoffers omkomen door verstikking en niet door het vuur zelf. Bij een gebouwbrand is het dus heel belangrijk de rook en hete gassen zo snel mogelijk af te voeren. Als er brand in een gebouw ontstaat, wordt het gedetecteerd door het automatische branddetectiesysteem. Die apparatuur is in staat om binnen twee minuten na het ontstaan van de brand alarm te slaan. Vervolgens treedt het RWA-systeem in werking. Rook en hitte stijgen altijd omhoog en doordat het RWAsysteem automatisch dakluiken open zet kunnen de rook en hete gassen naar buiten. Maar alleen die dakluiken zijn niet voldoende. De uit het dak ontsnappende rook en gassen veroorzaken elders in het gebouw onderdruk. In plaats van dat de rook nog door het dak kan verdwijnen, wordt die door de ontstane onderdruk naar binnen gezogen. Daarom moet bij de aanleg van dakluiken ook gezorgd worden voor luchttoevoervoorzieningen op een lager niveau. Vergelijk 46

maart 2005

Coltlite Verschillende methoden zijn bruikbaar om luchttoevoer te realiseren. Bij een industriehal zou je kunnen denken om bij brand automatisch overheaddeuren aan te sturen en open te zetten. In het geval dat dergelijke deuren niet aanwezig zijn, kun je extra lucht-

Zonwering PIAsysteem


g

‘Bij een gebouwbrand ontstaan meestal veel rook en hete gassen. De taak van RWA-systemen (Rook- en WarmteAfvoer) bestaat eruit om die gas- en rookontwikkeling te beheersen om de mensen de gelegenheid te bieden zich in veiligheid te brengen. In gebouwen opgedeeld in veel kleine ruimten zoals kantoren, garandeert de compartimentering van het gebouw over het algemeen al deels de brandveiligheid. In een dergelijk gebouw blijft een brand meestal beperkt tot één afgesloten vertrek, omdat het vuur zich niet zo snel naar andere delen van het gebouw kan verspreiden. Maar soms is het niet mogelijk een ruimte in kleine compartimenten te verdelen, bij een grote fabriekshal bijvoorbeeld, of een winkelcentrum. Voor zodanige omvangrijke, soms ook hoge ruimten zijn er andere oplossingen nodig. De afvoer van rook vindt vaak plaats door het dak. Waar wordt afgevoerd dient echter lucht te worden toegevoerd en zijn daarom ook aanvullende voorzieningen in de gevel nodig. Daarvoor bestaan verschillende, esthetisch verantwoorde methoden.’

Stan Veldpaus

toevoerroosters in de gevel plaatsen. Veldpaus: ‘In de meest eenvoudige uitvoering, zoals die wordt toegepast bij bijvoorbeeld industriehallen, zie je van die extra luchttoevoer niet meer dan een aluminium omhulsel in het gevelvlak. Deze omhulling bevat klepjes die dakpansgewijs over elkaar vallen. Door middel van een elektromotor of een persluchtcilinder kunnen de kleppen mechanisch open gezet of gesloten worden.’ Bij bijvoorbeeld gebouwen met vliesgevels spreekt ook de esthetiek een stevig woordje mee. Speciaal voor de hoogwaardige utiliteitsbouw levert Colt een systeem onder de naam Coltlite. Oorspronkelijk ontwikkeld als een systeem om ventilatie mogelijk te maken, kan het ook toegepast worden voor het reguleren van de luchttoevoer bij automatische RWA-systemen. Veldpaus: ‘Een luchttoevoerrooster moet aan dezelfde eisen voldoen als de rest van de gevel. Als je rekening moet houden met geluidsbelaste gevels, bijvoorbeeld bij een gebouw dat aan de snelweg staat, geldt dat ook voor de extra luchttoevoeropeningen. Geluidwerendheid van een gevel is net zo sterk als de zwakste schakel binnen de schil. Het Coltlite-systeem is

op dergelijke eisen gedimensioneerd.’ Coltlite bestaat uit glazen louvres – van isolatieglas of een andere glassoort tot een dikte van 32 millimeter – die zowel handmatig als automatisch aangestuurd door het RWA-systeem open en dicht gezet kunnen worden. Het Coltlite-gamma kent twee hoofdtypen. Bij het eerste type bevindt elke louvre zich in een eigen aluminium frame. Bij het tweede type is het aluminium frame weggelaten. Dit maakt de Coltlite- luchttoevoeropening erg transparant. Alleen het aluminium omhullende kader is zichtbaar.

Stuwers Coltlite

In een parkeergarage is het over het algemeen niet mogelijk om gebruik te maken van dakluiken en luchttoevoerroosters. In dat geval worden zogenoemde stuwers gebruikt om rook en hete gassen bij brand weg te stuwen. Veldpaus: ‘Ook bij stuwers geldt dat ze vooral bedoeld zijn om een veilige vluchtweg te garanderen en om de brandweer een beter zicht op de brandhaard te geven. Een stuw-unit pikt de rook op en stuwt die weg naar de volgende unit. Aan het eind van een reeks stuwers bereikt de rook een afvoerpunt, waar rook en gassen door middel van een mechanische ventilator of via de open gevel de parkeergarage verlaten. Er bestaan twee verschillende typen stuwers. Hiervan is de sigaarvormige stuwer het meest bekend. Die pakt de rook aan de achterzijde op en gooit het er aan de voorkant met grote kracht weer uit. Het andere type stuwer is maart 2005

47


48

maart 2005


g

Schematische weergave RWA2 Rookstuwer Cyclone

door Colt zelf ontwikkeld. Die induceert, dat wil zeggen dat de stuwer aan de onderkant lucht aanzuigt en aan de voorkant wegstuwt. Bij deze methode realiseert de stuwer een grote vermenging van de rookdelen met omgevingslucht, waardoor het wegstuwen een veel groter bereik krijgt. Daardoor zijn per parkeergarage minder stuwunits noodzakelijk. Dit type stuwer is ook wat vlakker wat inbouw betreft. Juist in parkeergarages met hun vaak geringe plafondhoogtes is dat meestal een belangrijk voordeel.’

Schematische weergave RWA1

Zonwering

Rookstuwer Jetstream

Luchtoevoer in gevel

Een buitenzonwering zou je de tegenhanger van een RWA-systeem kunnen noemen. Terwijl het RWA-systeem zo snel mogelijk ongewenste warmte uit een gebouw moet weghalen, moet buitenzonwering ervoor zorgen dat warmte sowieso niet het gebouw inkomt. Buitenzonwering bestaat in allerlei soorten en maten: vaste of kantelbare, metalen of glazen lamellen. Een mooi voorbeeld van buitenzonwering met kantelbare lamellen is het Colt Shadoglass-systeem van PIA aandrijving. Hierbij is het aandrijfmechanisme in de stijlen geïntegreerd. Veldpaus: ‘Architecten willen vaak zo min mogelijk techniek aan hun mooi ontworpen gevel. Bij dit zonweringsysteem is de aandrijftechniek in de stijlen weggewerkt. Die stijlen blijven altijd noodzakelijk voor de bevestiging van je lamellen. Het PIA-systeem is mooi dun gedetailleerd, niet meer dan stijlen met lamellen die kunnen bewegen. Overigens kun je de lamellen in allerlei afwerkingen verkrijgen, bijvoorbeeld met zonnecellen beplakt. Zo levert een zonwering ook energie op. Ook is het mogelijk een folie die de zoninstraling kan sturen, op de lamellen te bevestigen. In de winter is het daglichtniveau vlakbij de raampartijen vaak erg hoog, terwijl het dieper in het gebouw snel donkerder wordt. Met dit soort lamellen ben je in staat het zonlicht verder het gebouw in te sturen. Colt fabriceert zelfs aluminium lamellen met een houten uiterlijk. Oorspronkelijk wilde de architect per se een houten zonwering toepassen. Maar hout, zeker bij die maten, is erg lastig goed te onderhouden. Uiteindelijk hebben wij een aluminium lamel met een houtprint voorgesteld. Die lammellen waren niet van echt hout te onderscheiden. Daar is de architect als een blok voor gevallen.’

maart 2005

49


50

maart 2005


maart 2005

51


g

NEN 6068

breder inzetbaar Tot nu toe bevatte de NEN 6068 geen bepalingsmethode voor de berekening van brandoverslag tussen hallen. Wel beschikbare methoden leverden in de praktijk erg veilige, maar ook erg grote afstanden tot soms wel 40 meter op. Met de nieuwe NEN 6068 komt een berekeningsmethode beschikbaar waaruit meer reële afstanden volgen tot een orde van grootte van 10 meter. Tevens is het toepassingsgebied van de norm verruimd.

Tekst: Ir Jur van Oerle & Dr ir Ralph Hamerlinck

52

maart 2005

Het Bouwbesluit stelt eisen aan de Weerstand tegen BrandOverslag tussen ruimten en gebouwen (WBO). Voor de bepaling van de weerstand tegen brandoverslag wordt daarbij verwezen naar een bepalingsmethode in de norm NEN 6068 ‘Bepaling van de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen ruimten’. Onder verantwoordelijkheid van de normcommissie ‘Brandveiligheid van bouwwerken’ heeft adviesbureau Peutz de NEN 6068 (2001) aangepast. Sinds oktober 2004 is het toepassingsgebied van de NEN 6068 (2004) sterk uitgebreid door de toevoeging binnen het rekenmodel van de twee submodellen “effectieve diepte” en “neutraal niveau”. Ook is de norm voortaan geschikt om industriële gebouwen te beschouwen. Tabel 1 geeft de belangrijkste wijzigingen weer. In sommige gevallen resulteert de nieuwe norm in zwaardere eisen, maar omdat in andere gevallen de eisen lichter werden, bleef het gemiddelde veiligheidsniveau gelijk. Als juli 2005 de NEN 6068 (2004) van kracht wordt, is het tabellenboek voor eenvoudige gevallen, de NPR 6091, niet meer bruikbaar. De meeste


g

gemeenten accepteren nu al de nieuwe norm NEN 6068 (2004), ook omdat een storende fout uit de oude NEN 6068 in de nieuwe opzet is gerepareerd.

Achtergrond NEN 6068 De kans op brandoverslag wordt niet alleen bepaald door de aard van de brand zoals temperatuur en lengte van de uitslaande vlammen, maar ook de afstand van de ramen in het bedreigde compartiment tot de brandhaard telt mee. Drie brandoverslagtrajecten tussen brandcompartimenten worden in de NEN 6068 benoemd, namelijk omhoog, opzij en tegenover. Met de rekenmethode in de NEN 6068 kan de temperatuur van de brand en de lengte van de uitslaande vlammen worden bepaald. Daarna volgt uit het model de stralingsintensiteit op de ramen van bedreigde gebouw(delen). Als die stralingsintensiteit minder dan 15 kW/m2 bedraagt, dan mag er van worden uitgegaan dat de brand niet zal overslaan. Echter het rekenmodel baseerde zich

brandruimten hoger dan 5 meter (zoals een brandruimte over twee bouwlagen) zijn niet toegestaan; gevelopeningen met een hoogte groter dan 3 meter zijn niet toegestaan; veilige afstanden tussen industriegebouwen kunnen niet worden berekend. Om deze problemen te verminderen en het toepassingsgebied van de norm te vergroten, ontwikkelde adviesbureau Peutz de nieuwe NEN 6068 (2004).

Wijzigingen Bij het verruimen van de toepassingsmogelijkheden is uitgegaan van de fysische achtergronden van het oorspronkelijke model van Law [1]. Gecombineerd met een parameterstudie

Drie brandoverslagtrajecten tussen brandcompartimenten worden in de NEN 6068 benoemd: omhoog, opzij en tegenover. op relatief kleine brandproeven, daarom bleef het toepassingsgebied ervan beperkt. Zelfs zodanig beperkt, dat een aanzienlijk deel van de gebouwen in Nederland formeel buiten het toepassingsgebied van de NEN 6068 (2001) viel. Omdat alle gebouwen moeten voldoen aan het Bouwbesluit, en de NEN 6068 feitelijk de enig beschikbare methode is om de WBO te bepalen, leverde dat in de praktijk problemen op.

kantoor school winkel bedrijfsgebouw

Beperkingen De belangrijkste beperkingen van de oude NEN 6068 (2001) bestonden uit: uitsluitend strikt rechthoekige brandruimten kunnen worden berekend; brandruimten met een diepte groter dan 20 meter zijn niet toegestaan; brandruimten met ramen in ĂŠĂŠn gevel (enkelzijdig geventileerd) worden te zwaar beoordeeld door een formuleringsfout in de norm;

ziekenhuis hotel gevangenis

De benodigde borstwering is berekend voor de twee boven elkaar gelegen identieke brandcompartimenten zowel met de oude als met de nieuwe NEN 6068. maart 2005

53


g

is het effect van de verschillende aspecten bepaald zoals de afmetingen van de ramen, de diepte van de brandruimte. Om die parameterstudie uit te kunnen voeren ontwikkelde adviesbureau Peutz het rekenprogramma Pintegraal. Uit de studie bleek dat het toepassingsgebied van de norm NEN 6068 kan worden uitgebreid door het toevoegen van twee submodellen, namelijk ‘effectieve diepte’ en ‘neutraal niveau’.

Effectieve diepte Voor de intensiteit van een brand wat temperatuur en afbrandsnelheid betreft, is de zuurstoftoevoer via ramen van belang. Het blijkt dat de afstand van de brandbare goederen tot een raam hierbij een grote rol speelt, oftewel de ‘effectieve diepte’ van de brandruimte. Omdat NEN 6068 (2001) dit aspect niet correct overnam uit het model van Law [1] werden brandruimten met ramen aan één zijde van de ruimte (‘enkelzijdig geventileerd’) veel te zwaar beoordeeld. NEN 6068 (2004) introduceert het begrip de effectieve diepte van de brandruimte. Deze maat – de gemiddelde afstand van een punt in de brandruimte tot een raam – herstelde niet alleen de fout in de oude norm, maar ook is de maximaal toegestane diepte van een brandruimte niet langer beperkt tot 20 meter. Willekeurig gevormde brandruimten, zoals een L-vorm, U-vorm of een veelhoek, kunnen nu ook op WBO worden berekend zonder het vertrek tot een rechthoekige ruimte te moeten schematiseren.

zontale afstand tot andere gebouwen volgt uit de berekening. De minimaal aan te houden afstand is 5 meter. Bij een kleinere afstand is een brandwerende gevel vereist. De bepalingsmethode is relatief eenvoudig: onderdelen van buitengevels met een brandwerendheid kleiner dan 30 minuten moeten over de gehele breedte en halve hoogte als stralende opening worden beschouwd; het effect van nog aanwezige gevelbeplating in deze openingen wordt verwaarloosd; het effect van vlammen op de warmte-overdracht wordt verwaarloosd, bij een minimale afstand van 5 m naar de ontvangende gevel is dit een correcte verwaarlozing is; vanuit de openingen vindt straling plaats met een bronstraling van 45 kW/m2, dit komt overeen met een temperatuur van 671 °C; de warmtestraling bij de gevelopeningen van het ontvangende gebouw wordt bepaald op basis van de geometrische verhoudingen (met de zogenoemde zichtfactor, zoals uitgewerkt in bijlage D van NEN 6068); wanneer de warmtestraling bij de gevelopeningen van het ontvangende gebouw kleiner is dan 15 kW/m2 wordt aan de eis aan de weerstand tegen brandoverslag voldaan. In bijgaande grafiek is de met NEN 6068 (2004) berekende benodigde veilige afstand voor een industriefunctie weergegeven, bij verschillende breedten. Deze afstanden door twee gedeeld zijn de minimale afstanden tot de perceelsgrens. Deze varieert dus van 2,5 tot 5,3 m afhankelijk van halhoogte en -breedte.

Pintegraal Neutraal niveau In de brandruimte kan in NEN 6068 (2004) een zogenoemd neutraal niveau worden onderscheiden: ónder het neutraal niveau stroomt alleen lucht de brandruimte in, bóven het neutraal niveau stromen hete gassen naar buiten. In het rekenmodel van de oude norm was het niveau van de ramen niet van invloed op de uitslaande vlammen, zodat een sterke beperking van de hoogte van de ramen en van de brandruimte zelf noodzakelijk werd geacht. In de nieuwe norm wordt voor elk raam de mate van uitslaande vlammen bepaald, afhankelijk van het (relatieve) niveau van het raam. Het toepassingsgebied kan daarmee worden uitgebreid tot ramen met een maximale hoogte van 6 meter en brandruimten tot een hoogte van 8 meter.

Industriegebouwen De oude NEN 6068 (2001) was niet geschikt voor de berekening van WBO voor industriehallen. Door de toevoeging in de norm NEN 6068 (2004) van een aanpak uitsluitend bestemd voor industriegebouwen, kan voortaan wel de WBO worden berekend bij gebouwen die voor meer dan 75 procent van het oppervlak een industriefunctie hebben en niet hoger zijn dan 15 meter. Alleen de veilige hori54

maart 2005

Een aspect van de NEN 6068 bleef in de 2004-versie helaas ongewijzigd: de complexiteit van de norm. Voor het uitvoeren van berekeningen is nog steeds een rekenprogramma nodig. Voor de oude NEN 6068 (2001) zijn drie rekenprogramma’s beschikbaar: Brando van de Stichting Bouwresearch (SBR), Winfire van dgmr Adviseurs en Pintegraal van Peutz & Associates. Vooralsnog is het rekenprogramma Pintegraal het enige rekenprogramma dat alle mogelijkheden van de nieuwe norm benut. In een grafische 3Domgeving kunnen snel en efficiënt berekeningen volgens de nieuwe (en de oude) NEN 6068 worden uitgevoerd, gecontroleerd en gerapporteerd. [1] ‘Fire safety of bare external structural steel’ Margaret Law et al. 1981 Constrado Publication ISBN 0-86200-026-2 Dit artikel is een bewerking van een artikel uit BouwenMet-Staal december 2004 Jur van Oerle is brandveiligheidsadviseur bij adviesbureau Peutz uit Mook. Ralph Hamerlinck is senior advisor bij Bouwen met Staal te Zoetermeer, en directeur van Adviesbureau Hamerlinck te Roosendaal.

NEN 6068

Effect bij een enkelzijdig geventileerde brandruimte


maart 2005

55


Nieuwe Java dessins Massief NT

Elke gevel heeft zijn eigen unieke uitstraling. Kleur- en materiaalgebruik spelen hierin de hoofdrol. Het exterieurassortiment van Plastica is erop afgestemd elke gevel te laten spreken met verschillende materialen en (nieuwe) dessins.

Plastica laat gevels spreken

Colorstone gepotdekseld tegen de gevel

Natuurlijk natuursteen Mooi, uniek, duurzaam, tijdloos, oermateriaal…. in de architectuur bekend als natuursteen. De vorming van natuursteen is in handen van, hoe kan het ook anders, moeder natuur. Het is het hoofdingrediënt van onze aardkost en wordt gewonnen door mijnbouw. Natuursteen wordt nog steeds veelvuldig toegepast in de architectuur. Een van de materialen die hiervoor gebruikt worden is Colorstone van Plastica. Deze gevelplaat heeft namelijk niet alleen maar een bijzondere uitstraling. Ook biedt dit product van natuursteengranulaat talloze combinatiemogelijkheden met andere materialen, is het eenvoudig te monteren en duurzaam. Bovendien is Colorstone er in tientallen kleuren en in vier soorten steenslag.

Geen kunststof, maar 100% hout Façapanel is het enige gevelbekledingssysteem in zijn soort, gemaakt van gemodificeerd hardhout, afkomstig uit

56

maart 2005

duurzaam beheerde bossen. Door het unieke productieproces en speciale afwerking biedt Façapanel verrassende voordelen en mogelijkheden voor zowel de gebruiker als de applicateur. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan tijd- en geldbesparing bij montage van Façapanel door de stabiliteit van de panelen. Daarnaast bestaat er sinds korte tijd de mogelijkheid om Façapanel panelen met twee verschillende kleurtinten te behandelen. Productie van zeer gevarieerde houtdessins ligt hiermee binnen handbereik. Maar ook een specifieke kleur rood, blauw, groen etc. is mogelijk. Façapanel is verkrijgbaar in vier verschillende types waarvoor een garantie van 25 jaar op de kern en 10 jaar garantie op de laklaag geldt.

Facapanel, type Pacific

Massief NT in zes nieuwe dessins Massief NT is een duurzaam plaatmateriaal speciaal voor buitenbekleding en afwerking van gebouwen. Het KOMO-certificaat, brandvoortplantingsklasse 1, dubbele afwerking van de plaat met een acrylaattoplaag zijn enkele kenmerken die de kwaliteit en duurzaamheid van de gevelplaat bevestigen. Het aantal decoren van Massief NT is deze maand uitgebreid met zes dessins. De Afroserie is uitgebreid met 2 gebeitste houtkleuren. Daarnaast is Massief NT gevelbekleding nu ook verkrijgbaar in zogenoemde Java dessins waaronder cementkleuren. Modern, warm, strak, speels, authentiek, natuurlijk… Welke uitstraling u ook mee wilt geven aan een gebouw, het kleurenpalet van Massief NT maakt uw ideeën mogelijk. www.plastica.nl


Xpo

GevelBouw informeert u over de laatste ontwikkelingen

Plastica Dekker

Gevels in

natuursteen Door de economische teruggang is de bouw van nieuwe kantoren sterk verminderd. Toch ziet de natuursteenbranche goede kansen om in deze tijd te scoren. Vooral met nieuwe, prachtige materialen uit landen waar de verwerkingskosten lager liggen dan in Europa, is het aantrekkelijk te denken aan de toepassing van natuursteen.

Oudere kantoorgebouwen die niet meer de uitstraling hebben van weleer, dienen aangepast en opgeknapt te worden. Een nieuwe gevelbekleding met nieuwe puien en moderne beglazing maakt het gebouw weer aantrekkelijk voor de verhuur. De afgelopen jaren heeft Dekker Natuursteen B.V. hard meegewerkt om hier invulling aan te geven. Een aantal

bestaande kantoren kreeg een facelift, zoals het kantoor van de Ziekenfondsraad in Amstelveen met een frisse, gele gevel van Braziliaanse graniet, het kantoorgebouw Officia 1 in Amsterdam Zuid met een geel-beige gevel van Jerusalem Gold kalksteen uit IsraĂŤl en de uitbreiding en renovatie van het Hoofdbureau van Politie te Amsterdam met gevels van gescharreerde

Chinese graniet Stonebrick Red in een warme baksteenkleur. Daarnaast zijn er ook nieuwe hoogbouw projecten die met hun natuurstenen gevels een extra uitstraling veroorzaken. Zo werd aan Dekker Natuursteen onlangs de opdracht verstrekt voor de natuursteen gevels van het nieuwe hoofdkantoor van de ABN-Amro

Bank te Zwolle: ca. 9000 m2 gevelplaten in een zwartgroene diabaas Verde Fiorito uit India. Of zoals de Scheepmakerstoren in Rotterdam: een 88 meter hoge woontoren met 24 luxe appartementen, waar de gevels in Sesam White, een witte Chinese graniet worden uitgevoerd. Kortom voldoende mogelijkheden en kansen om in een scherp geprijsde markt aantrekkelijke en duurzame materialen zoals natuursteen, toe te passen. Uitstraling van een zacht warme goudkleurige kalksteen tot een harde roodachtige graniet.

www.dekkernatuursteen.nl

maart 2005

57


In de nieuwe wijk van Oosterhout is er een opvallend voorzieningencentrum tot stand gekomen naar ontwerp van Jeanne Dekkers Architectuur. Dit voorzieningenhart bestaat o.a.uit een kinderdagverblijf, basisschool De Oversteek, een sporthal en een kleine theaterzaal.

Verassende gevels met Eternit Carat Het vooroverhellen van de oostgevel bezorgde het voorzieningenhart al snel zijn bijnaam De Ark. Het gebouw heeft een lange golfende gevel aan de ene zijde, terwijl de andere zijde strak en scherp is. De entrĂŠe is vormgegeven met een brede trappartij die op de eerste verdieping uitkomt, als een op de kade neergelaten loopbrug. Binnen zijn er ruime losstaande loopbruggen, wat dit effect nog versterkt Als gevelbekleding is de Eternit Carat plaat toegepast. Carat is een hoogwaardige in de massa gekleurde vezelcementplaat. De plaat is uitermate duurzaam, onrotbaar, brandveilig en milieuvriendelijk. In dit project zijn de platen naar stroken gezaagd waarna ze gepotdekseld aangebracht zijn. Door het gebruik van verschillende breedtematen, de golvingen in de gevels en de combinaties met andere materialen, zoals glas, is het een veelzijdig werk geworden. Opvallend is ook dat het gebouw driezijdig is: een van de hoeken is in verstek uitgevoerd. Samen met de wijd uitlopen de vorm van het gebouw en de gepotdekselde gevel geeft dit een spectaculair beeld op dit gebouw

58

maart 2005

Ook binnen in het gebouw wordt Eternit Carat toegepast als wandbekleding. Zodat er een uniform karakter ontstaat. In de Zuidgevel zijn glaspuien toegepast. Deze geven een mooi uitzicht op de waterpartij buiten. Hier zie je ook de binnenwanden mooi doorlopen in de buitengevel, beiden uitgevoerd in Eternit Carat. De frisse kleuren van de marmoleum vloeren geven een sterk en opvallend contrast met de grafietkleurige gevelbekleding van Eternit.

Sinds begin februari van dit jaar is Carat er ook in de nieuwe gewaagde kleur Rubin rood (naast Grafiet en Ivoor)

www.eternit.nl


GevelBouw informeert u over de laatste ontwikkelingen

Xpo

Eternit Lenco

Lichtregulering, warmtebeheersing en maatwerk door zonwering

Vakspecialisten, dat zijn het bij Lenco Zonwering uit Rosmalen. Specialisten die het reguleren van licht en het beheersen van warmte tot hun vakgebied hebben gemaakt.

In de traditionele maar zeker in de moderne architectuur wordt de lat steeds hoger gelegd. De uitdaging ligt bij de architect, zij ontwerpen de meest fantastische gebouwen. Esthetisch, vooruitstrevend, met oude bekende materialen maar dan anders toegepast en met nieuwe materialen, en dan‌wordt Lenco Zonwering ingeschakeld.

Door en door getest In het ontwerp worden normen omschreven met betrekking tot de maximale warmtelast, toelaatbare hoeveelheid licht (bijvoorbeeld voor beeldschermwerk). Deze specifieke wensen vormen samen met het ontwerp steeds weer een uitdaging voor de engineers van Lenco Zonwering. Lenco Zonwering adviseert en komt met oplossingen zonder dat er aan het ontwerp afbreuk wordt gedaan. Voor de individuele project eisen worden conceptdetails ontwikkeld, verzorgen de Lenco-engineers proef/demo opstellingen om de technische haalbaarheid te onderzoeken, dan wordt een en ander financieel doorgerekend en vervolgens in bestekteksten gegoten.

Eenmaal op de markt en in uitvoering worden zaken nog dunnetjes overgedaan bij de aannemer of eindgebruiker.

Assortiment Lenco Zonwering beschikt over alle buiten zonweringproducten welke als standaard reeds bekend zijn (o.a. screens, buiten jaloezieĂŤn, uitvalschermen ect.). Daarnaast heeft Lenco Zonwering een ruim assortiment aan ellipsvormige aluminium, houten en glazen lamelsystemen, schuif-, hef- en vouwframes. Uitsluitend projectmatig en turn key geleverd. De projectmatige en doelgerichte aanpak heeft er toe geleid dat Lenco Zonwering binnen 9 jaar is uitgegroeid tot de grootste leverancier van speciale buiten zonweringsystemen in Nederland en BelgiĂŤ.

www.lenco.nl

maart 2005

59


Trespa Meteon Natural Prints Trespa Meteon Natural Prints is een collectie hoogwaardige gevelbekledingspanelen die de warmte – en de uitstraling - van hout combineren met de inmiddels bekende Trespa duurzaamheid en kwaliteit. ‘Wij bevinden ons momenteel midden in een hout renaissance. Door gebruik te maken van houtkleuren en effecten kunnen moderne ontwerpen worden verwezenlijkt met een sterke verwijzing naar de natuurlijke wereld.’ De Natural Prints collectie vindt haar oorsprong in hout, al eeuwenlang het meest aansprekende bouwmateriaal. Ieder paneel is een afspiegeling van de natuur en weerspiegelt de tijdloze schoonheid van echt hout – voor een blijvend exterieurontwerp. Natural Prints zijn bij uitstek geschikt voor de gevel van

een geheel gebouw, of voor het creëren van een specifiek effect, alleen of samen met ander Trespa collecties of producten. Zoals ook alle andere Trespa Meteon panelen bestaan Natural Prints voor 70% uit zachte houtvezels en 30% thermohardende harsen, en zijn vervaardigd onder hoge druk en

temperatuur en uitgehard door middel van elektronenstralen. Natural zijn ontworpen door internationaal designer Rolf Warda om de veelzijdigheid van hout te evenaren en de nauwe relatie tussen mens en natuur te benadrukken: Trespa Meteon Natural Prints zijn verkrijgbaar met een maximale plaatafmeting van 3650 mm x 1860 mm en in verschillende diktematen van 8 mm tot 13 mm. Omdat ze gemakkelijk kunnen worden gecombineerd met andere producten uit het Meteon gamma en andere bouwmaterialen, ligt het in de verwachting dat deze panelen snel populair zullen worden bij architecten, ontwerpers en

opdrachtgevers uit de hele wereld. Geen wonder, want naast hun geweldige uitstraling hebben Natural Prints ook functionele voordelen. Ze zijn eenvoudig te installeren en uiterst duurzaam. Trespa Meteon Natural Prints zijn weerbestendig – bestand tegen UV-stralen, kleur- en stootvast en zeer eenvoudig te reinigen. Met Natural Prints blijft een prachtige ontwerp jarenlang indrukwekkend mooi. Trespa Meteon Natural Prints worden geleverd als vlakke plaat op basis van thermohardende harsen, homogeen versterkt met houtvezels en vervaardigd onder hoge druk en temperatuur en voorzien van een geïntegreerd decoratief

Colorcoat HPS200®: 30 jaar volledig onderhoudsvrij

Corus verbetert wederom voorgelakte staalplaat Corus heeft haar meest gebruikte voorgelakte ® staalplaat Colorcoat HPS200 verbeterd. Met de verbetering van deze hoogwaardige bekleding voor gevels en daken komt Corus tegemoet aan de veranderende eisen van de markt. Tevens onderstreept Corus als marktleider 40 jaar ervaring op het gebied van productontwikAviodrome Lelystad. Gebruikte kleuren: Poppy Red, White en Anthracite RAL 7016

keling en testen van duurzame voorgelakte staalplaat. Corus verwacht dit jaar 5.000.000. m2 Colorcoat HPS200 in de Nederlandse markt af te zetten.

dig onderhoudsvrij is. Bovendien houdt dit in dat dakinspecties overbodig zijn, de veiligheid verbeterd wordt en een aanzienlijke kostenreductie gerealiseerd kan worden.

Verbeterde prestaties

Uitgebreid getest ®

Naast het optimaliseren van de Galvalloy metallic zinklaag slaagde Corus erin de coating van Colorcoat HPS200 aanzienlijk te verbeteren. Het kleur- en glansbehoud, de corrosiebestendigheid en de verbeterde prestaties maken Colorcoat HPS200 tot het beste product op het gebied van voorgelakte stalen dak- en gevelbekleding.

Volledig onderhoudsvrij Colorcoat HPS200 is kwalitatief gezien de beste voorgelakte staalplaat die Corus levert. Vanwege de verbeterde corrosiebestendigheid en duurzaamheid van het materiaal wordt op ® Colorcoat HPS200 de unieke Confidex garantie tot 30 jaar gegeven. Dit houdt in dat Colorcoat HPS200 als eerste in zijn soort volle-

60

maart 2005

Colorcoat HPS200 heeft een uitgebreid testprogramma ondergaan, in het laboratorium en de praktijk, om de prestaties onder verschillende omstandigheden te bepalen. Als technologisch voorloper op het gebied van organisch bekleed staal is het Corus – in nauwe samenwerking met verfexperts – ook gelukt Colorcoat HPS200 de fraaie metallic kleuren Sirius en Orion mee te geven. De geavanceerde verftechnologie in combinatie met het unieke Scintilla® motief zorgen voor een fraaie reflectie van het licht. Beide metallic coatings zijn (voor wandgebruik) gegarandeerd tot 25 jaar.

http://www.colorcoat-online.nl/hps200


GevelBouw informeert u over de laatste ontwikkelingen

Xpo

Trespa Corus Vorsselmans

Montevideo oppervlak, uitgehard door middel van elektronenstralen. Hierdoor zijn Natural Prints, net als alle Trespa Meteon producten, uitermate weerbestendig, bestand tegen de UVstraling van het zonlicht, kleurecht, slag- en stootvast en gemakkelijk te reinigen. De kleuren zullen de eerste tien jaar niet noemenswaardig veranderen, zelfs onder de meest extreme klimaat omstandigheden. En dankzij de homogeniteit en dichtheid van de kern heeft het plaatmateriaal een hoge uittrekkracht voor bevestigingsmiddelen. Rolf Warda: ‘Mede door het milieu worden er hoge eisen gesteld aan bouwmaterialen. Met name de uitstraling kan behoorlijk worden aangetast. Gelukkig kan Trespa Meteon wel tegen een stootje en deze panelen zullen dan ook gedurende vele jaren mooi blijven als nieuw eigenlijk.’

www.trespa.nl

Een ander opmerkelijk project is het hoofdkantoor van Unilever Bestfoods, ‘De Brug’ genaamd – JHK Architecten, hoofdaannemer: DURA. Dit is een kantoorpand van 2500 ton met daarbovenop 800 ton constructieve onderdelen dat rust op 3 trapeziumvormige buisconstructies. Het 4 verdiepingen tellend kantoor kreeg een bestemming boven de Unilever Bestfoods dochterfabriek ‘Blue Band’. Om het 24-uurs productieproces van de fabriek niet te verstoren, vond de ruwbouw van ‘De Brug’ plaats op een stalen constructie op een 200 meter verder gelegen terrein. Het uiteindelijke transport van het toekomstige kantoorgebouw was een spectaculaire onderneming die zich nooit eerder in Nederland vertoond had. De ruwbouw werd losgebrand van de stalen onderbouw en vervolgens opgetild over een margarinefabriek en een kantoorpand en kreeg 200 meter verder zijn bestemming.

Momenteel werkt de firma C. Vorsselmans, specialist in totaal geveloplossingen, mee aan 3 prestigieuze projecten aan de oevers van de Maas in Rotterdam.

C. Vorsselmans nv bouwt mee aan skyline van Rotterdam. ‘Montevideo’, een 150 meter hoge woonwolkenkrabber, gelegen op de Wilhelminapier is met zijn strakke vormgeving, speelse elementen en afwisselende gevels een architectonisch hoogstandje in het Rotterdamse – Mecanoo architecten, hoofdaannemer: Besix. Met zijn 150 meter is ‘Montevideo’ de hoogste woontoren en binnenkort wellicht de mooiste woonlocatie van Nederland te noemen. Dit torencomplex dat ondermeer door het gebruik van hoogwaardige materialen voor Nederlandse normen van zeer hoog niveau is, zal ruimte bieden aan luxueuze appartementen, hypermoderne kantoorruimten, luxe winkels, trendy horecazaken en een health club. Bewoners van het Montevideo zullen van een uitgebreid dienstenen voorzieningenpakket gebruik kunnen maken. ‘De Brug’ heeft een monumentale en industriële uitstraling. De gevels werden volledig transparant uitgevoerd in dubbel HR++ glas. Omdat op het fabrieksterrein geen ruimte resteert om steigers te plaatsen, werden de gevelelementen van binnenuit aangebracht. Aan de Lloydpier wordt gebouwd aan de nieuwe hoofdlocatie van

‘De Brug’

het Scheepvaart en Transport College (STC) – Neutelings-Riedijk architecten, hoofdaannemer:

Heijmans-IBC. Een overkragende conferentiezaal geeft een bijzondere vorm aan dit gebouw. De bouwwijze was uniek: de 150 ton zware conferentieruimte werd op de begane grond in elkaar gebouwd en vervolgens met behulp van

2 enorme rupskranen op 65 meter hoogte aan het gebouw bevestigd. Deze methode kreeg de voorkeur omdat er geen steigers aan te pas hoefden te komen en dus ook een grotere veiligheid gegarandeerd kon worden. Bovendien zou men minder last van weersinvloeden ondervinden.

www.vorsselmans.be

STC maart 2005

61


Stichting Kwaliteit Gevelbouw (SKG) De betekenis van onafhankelijke keuring en certificatie in de KOMO systematiek. Samen met een zestal collega-instituten, is SKG licentiehouder van het KOMO-merk. De Stichting Bouwkwaliteit (SBK) is de eigenaar en de beheerder van het KOMO-keurmerk. Onder de condities van de KOMO systematiek is SKG als certificatie-instelling (CI) betrokken in de uitvoering van certificatieactiviteiten. Voor het vertrouwen in de opzet van het certificatiesysteem wordt er in de eerste plaats van uit gegaan, dat een certificatie-instelling erkend moet zijn door de Raad voor Accreditatie (RVA). Dat betekent, dat een CI zich moet houden aan de eisen zoals die voor erkenning gelden, zoals die zijn vastgelegd in de zogenoemde “accreditatienormen” NEN-EN 45011 en 45012. SKG is voor beide normen geaccrediteerde CI voor de gevelbouw in de sectoren metalen en

kunststof gevelelementen, voor beglazing en voor hang- en sluitwerk producten. In het door SKG bestreken werkgebied in de gevelbouw is behalve SKG alleen KIWA actief in de sector voor de kunststof gevelelementen. Al sedert 1988 - toen de KOMO-systematiek zoals wij die vandaag kennen, tot stand kwam – voeren SKG en KIWA een gezamenlijk College van Deskundigen voor het bewaken van het certificatieproces, de inhoud en de betekenis van certificatie. Voor de twee andere werkterreinen beschikt SKG over eigen Colleges van Deskundigen. In Colleges van Deskundigen wordt gerealiseerd, dat (zoals de norm dat voorschrijft) “all parties concerned” in het tot stand brengen en in stand houden van een certificatieschema (voor een onderwerp van certificatie) betrokken zijn. De afspraken die hierover in het voor een onderwerp van certificatie ingestelde College

worden gemaakt worden vastgelegd in de zogenoemde Nationale Beoordelingsrichtlijn (BRL). Nadat de Harmonisatie Commissie Bouw (HCB) van de Stichting Bouwkwaliteit zijn goedkeuring heeft uitgesproken voor aanvaarding van een BRL in de afgesproken systematiek, zijn de eisen voor een specifiek onderwerp voor certificatie zoals in de BRL vastgelegd, voor elke CI die een KOMO-certificaat voor het betreffende onderwerp van certificatie wil afgeven, bindend. Een CI die zich van een door collega instelling opgestelde BRL wil bedienen, betaalt daarvoor aan die collega een redelijke vergoeding. In de nieuwsbrief die SKG in de afgelopen week heeft gepubliceerd leest u meer over de betekenis van de nationale BRL en de rol die een College van Deskundigen daarbij speelt.

www.skg.nl www.komo.nl

Lieftink Ramenfabriek: ervaren partner voor de bouw Een bekende naam. Dat is Lieftink Ramenfabriek BV uit Alphen aan den Rijn. Uit eigen fabriek levert het bedrijf een breed scala aan kwalitatieve aluminium ramen, deuren, kozijnen, schuifpuien en gevelelementen. 'Vanaf de eerste schets tot servicegesprekken, na levering zijn wij dé partner voor bouwondernemers, woningbouwcorporaties, architecten en projectontwikkelaars.'

Met vijfendertig jaar ervaring is Lieftink Ramenfabriek nog steeds scherp en houden ze marktontwikkelingen continu in de gaten. 'Dankzij de combinatie van onze eigen expertise, in zowel fabricage en montage, en het gebruik van uitsluitend Schüco-profielen en onderdelen, kunnen we topkwaliteit garanderen', aldus directeur Aad Lieftink. 'Hiermee kunnen we elk gewenst eindproduct voor woning-,

62

maart 2005

utiliteits- en renovatieprojecten produceren. Dankzij onze fabriek met grote productiecapaciteit kunnen we onze klanten snel en op tijd beleveren.'

Totaalaanpak Lieftink Ramenfabriek verzorgt het gehele bouwtraject. Naast ontwerp, calculaties, ontwikkeling en montage, kan de klant er ook terecht voor deskundig advies.

'Onze vakkundige medewerkers houden continu rekening met de wensen en planning van de klant. Die kan daardoor rekenen op betrouwbare levertijden. Een vaste contactpersoon houdt het overzicht op eigen accounts. Zo zijn klanten altijd voorzien van actuele en uitgebreide informatie. Onze klanten weten precies waar ze aan toe zijn, het gehele traject door.' www.lieftingk.nl


GevelBouw informeert u over de laatste ontwikkelingen

Xpo

SKG Lieftink Van Campen Solarlux

Bijzondere 3D getwiste aluminium vliesgevel Van Campen Aluminium uit Lelystad presenteerde op de Bouwbeurs in Utrecht een bijzondere 3D-getwiste vliesgevel. Een prototype naar een voorbeeld, zoals Karel Vollers die beschrijft in het boek Twist & Build. Daarmee wordt voor architecten een nieuwe wereld aan ontwerpmogelijkheden geopend. ‘Belangrijk is wel dat alle betrokken partijen hun kennis en specialisme bundelen waardoor de juiste synergie ontstaat.’

Engineering

3D vleugels tijdens de productie. Een ontwerp in het boek Twist & Build van de Amsterdamse architect Karel Vollers vorm de de basis voor dit prototype (schaalmodel 1:1) van een 3D-getordeerde vliesgevelconstructie met een, eveneens 3D-gefabriceerd tuimelraam. Het tuimelraam kan 180 graden draaien. Het hang- en sluitwerk is integraal verwerkt met meerpuntsvergrendelingen. De vakvulling bestaat uit geïsoleerd glas.

Het glas werd geproduceerd door Tetterode en de engineering was een co-productie van de architect Karel Vollers, TU Delft, Alcoa architectuursystemen en Van Campen Aluminium uit Lelystad. Het volledige buigproces en de productie tot en met het eindproduct werden uitgevoerd door www.aluminiumbuigen.nl.

Schuin aanzicht 3D gebogen constructie

www.campen.nl

Persbericht Solarlux Bouwbeurs 2005

Nieuwe mogelijkheden Het management team van Van Campen Aluminium uit Lelystad is bijzonder verheugd met dit nieuwe ontwerp: “Niet alleen voor de totale gevelarchitectuur, maar ook voor ons bedrijf hebben we een grensverleggend project gerealiseerd”. Uiteraard voldoet ook dit product aan alle gestelde normen waarvoor van Campen is gecertificeerd zoals het SKG en VMRGkwaliteitslabel. De unieke vliesgevel is universeel toepasbaar en kan elke 3D-verdraaiing verwerken. ‘Dit is echt onvoorstelbaar slim bedacht’, aldus de fabrikant.

Synergie Met dit prototype bewijst Van Campen dat ook in aluminium gevelconstructies het realiseren van 3D-vormgeving mogelijk is.

Solarlux presenteert SL-25R Op de Bouwbeurs 2005 presenteerde Solalux een aantal nieuwe ontwikkelingen ontwikkelingen, waaronder het SL-25 R systeem voor balkonbeglazing. Het SL-25R systeem voor is een primeur voor de Nederlandse markt. Het is het eerste systeem voor deze toepassing dat met omkaderde schuif- en draaivleugels is uitgevoerd. Een rubberen profiel, opgenomen in één van de slanke aluminium stijlen, verzorgt de wind- en waterdichte afdichting tussen de vleugels. De totale aanzichtbreedte

van twee vleugelstijlen inclusief afdichting bedraagt 52 mm. In de profielen is glas van 6, 8 of 10 mm op te nemen. Het SL-25R systeem heeft een gepatenteerde 2-punts vergrendeling. Een speciale voorziening zorgt ervoor, dat de vleugels in een ventilatiestand zijn te plaatsen. De Solarlux SL-25R balkonafdichting is toe te passen op ieder type balkon.

www.solarlux.nl

maart 2005

63



Meer open … meer dicht! Vouw-schuifsystemen van Solarlux voor woonhuis, serre, balkon of winkelruimte. Maximaal te openen en optimaal dicht!

Open ramen en deuren wagenwijd…

Solarlux is al 20 jaar gespecialiseerd in de ontwikkeling en productie van flexibele gevelopeningen. Met name op

het gebied van balkonbeglazing, serres en winkelentrees heeft Solarlux altijd een passende oplossing. In uiteenlopende

materialen, volglas, aluminium of hout, individueel of projectmatig toegepast hebben de vouw-schuiframen van Solarlux

met vouw- schuifsystemen van Solarlux en waterdichtheid en hoogstaande (made in Germany). voortechniek woonhuis, serre, balkon of winkelruimte. hun nut en kwaliteit bewezen. Onafhankelijke testen in binnen- en buitenland bewijzen de ongeëvenaarde wind-

SOLARLUX Nederland Postbus 53, 7440 AB Nijverdal, T (0548) 63 13 23, I www.solarlux.nl SOLARLUX Nederland, Postbus 53, 7440 AB Nijverdal, (0548) 63 13 23, www.solarlux.nl

SOL5005_adv_Stedenbouw_A4.indd 1

28-01-2005 13:09:37


ad duopane 1 gevbou /2005 11-02-2005 11:58 Pagina 1

Het is niet het glas

Maar wie er achter zit Waar u het ook inkoopt, het glas is overal hetzelfde. Het verschil zit bij ons in andere zaken. Zo behandelen wij elke opdracht persoonlijk en zien we onze klanten nooit als nummer. We zijn gemakkelijk bereikbaar en hebben alle vakkennis en ondersteuning in eigen huis. En omdat we onafhankelijk zijn, leveren we alle merken en soorten glas. Een eigen wagenpark completeert deze positieve eigenschappen. Bel Duopane en bemerk meteen het verschil tussen een gigant en een flexibele professional. 0299 - 653607

De mensen achter het glas Glasindustrie-groothandel-projecten Duopane b.v. Nieuwpoortslaan 3, 1141 BS Monnickendam - Holland

Tel +31 (0)299-653607 Fax +31 (0)299-654114

E-mail:info@duopane.nl

www.duopane.nl


GB21 Adv

21-02-2005

15:16

Pagina 1


Opm Adv A4.qxd

10-02-2005 09:28

Pagina 1

VMG heeft nu vrijwel alle lasrupsen uitgeroeid‌

Door toepassing van de meest recente laser- en lastechnieken is VMG Versteeg Metaal Groep in staat steeds meer typen stalen balkonhekken te produceren zonder zichtbare lasrupsen. Omdat deze nieuwste technieken nu tot onze standaard zijn verheven betekent dit niet alleen meer

Postbus 17

vormgevingsmogelijkheden maar ook dat de balkonhekken veel fraaier

5256 ZG Heusden

worden uitgevoerd zonder dat u hier meer voor hoeft te betalen.

Tel 0416 - 669 000 Fax 0416 - 669 010

voorsprong in kwaliteit...

Ervaar VMG’s voorsprong in kwaliteit en stuur voor een gratis monster

info@versteegmetaal.nl

een e-mail naar: info@versteegmetaal.nl.

www.versteegmetaal.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.