HET KLEINE-ECONOMIE LANDSCHAP De maakindustrie als motor voor landschappelijke ontwikkeling
Astrid Bennink Master Landschapsarchitectuur
COLOFON
HET KLEINE-ECONOMIE LANDSCHAP afstudeerrapportage juni 2016 Academie van Bouwkunst Amsterdam Master Landschapsarchitectuur Commissieleden: Karen de Groot (mentor), Harro de Jong, Silvia Lupini Toegevoegde leden Tentamen 4: Mirjam Koevoet, Saline Verhoeven Astrid Bennink E | astridbennink@gmail.com
My gratitude to: • • • • • • •
Andrea Galli (Università Politecnica delle Marche); Vincenzo Zenobi (Regione Marche); people that I interviewd: farmer Lorenzo, Davide, Luca Giustozzi; friends in Civitanova Marche; Stichting NH Bos; my enthousiastic colleguages of H+N+S Landschapsarchitecten; Giuseppe, my family and friends
foto Mario Giacomelli, 1960
2
3
4
INHOUD
INTRODUCTIE 6 HET GEBIED 12 bergen, heuvels, kust 12 ontstaansgeschiedenis 16 landschapsanalyse 26 OPGAVEN & KANSEN 44 STRATEGIE 46 BOUWSTENEN 50 het hybride erf 54 sterk landelijk netwerk 56 kleinschalige landbouw 60 de multifunctionele beplantingsstructuur 68 het avontuurlijke beekdal 76 voorbeelduitwerking 84 TOEKOMSTBEELD 88 TIJD & PROCES 98 REGIONALE BETEKENIS 104 KAARTBIJLAGEN 106 BEGRIPPENLIJST 123 LITERATUURLIJST
125
5
Boven: persoonlijke fascinatie: een uitgestrektheid van bewoonde heuveltoppen Onder: het contrast in beeld: outlet-shopping in het buitengebied 6
INTRODUCTIE
Persoonlijke motivatie Sinds negen jaar kom ik een paar keer per jaar in de Italiaanse kustregio De Marken, waar mijn vriend Giuseppe is opgegroeid. Bij elk bezoek aan de heuvelachtige streek word ik geconfronteerd met niet alleen de mooie aspecten van cultuur en natuur, maar ook met de achteruitgang van het - ooit rijk en gevariëerde - landschap. Overstromingen en leegstand, maar misschien nog wel pijnlijker: de inwoners zelf die de waarde van het gebied onderschatten. Genoeg reden voor mij om dit gebied te kiezen als afstudeerproject, om de tijdens mijn studie opgedane kennis te kunnen toepassen op een gebied dat mij na aan het hart ligt. Achteruitgang Veel Zuid-Europese regio’s verkeren - zowel ecologisch als economisch - in diepe crisis. Daar waar landbouw eeuwenlang het enige levensbestaan was, lijkt de hoop verkeken. Mensen trekken naar steden en laten het landelijk gebied voor wat het is. De Marken kent een bijzondere ontstaansgeschiedenis met een kleinschalig, agrarisch landschap dat door de inwoners intensief werd verzorgd. Fruit, olijven, granen en groenten werden in rijen door elkaar geteeld. Sporen van het oude cultuurlandschap zijn nog duidelijk aanwezig, zoals de structuur van oude landwegen en historische boerderijen op heuveluitlopers.
Motivazione Da quasi dieci anni visito Le Marche almeno due volte all’anno. Ogni volta che attraverso il morbido ondulato paesaggio delle colline marchigiane, si presentano ai miei occhi non solo i tanti aspetti positivi della cultura e del territorio, ma anche la degradazione di un paesaggio storico, un tempo ricco e variegato. Alluvioni, case vuote e, ancor più doloroso, il disinteresse di buona parte della popolazione locale, che tende a sottovalutare il valore del proprio territorio. Le Marche mi stanno a cuore ed è per questo che ho scelto di concentrare la mia ricerca di tesi su questa area geografica. Degradazione Molti territori Sud-Europei si trovano in profonda crisi ecologica ed economica. Laddove l’agricoltura è stata per secoli l’unica fonte di ricchezza, si sono sviluppati movimenti migratori verso piccoli centri urbani, concentrati sulla costa o lungo le più importanti vie di comunicazione. La popolazione lascia le campagne e il territorio si deteriora. Le Marche hanno una storia molto lunga e unica, speciale, con un paesaggio di scala molto piccola che è stato curato in maniera intensiva dai suoi abitanti fino alla seconda metà del secolo scorso. Grano, olive, frutta ed ortaggi venivano coltivati in maniera promiscua e dinamica. Le tracce di questo paesaggio storico culturale sono ancora ben visibili, come le vecchie strade brecciate e le case coloniche posizionate in cima alle colline. 7
Met het verdwijnen van het eeuwenoude deelpachtsysteem mezzadria zijn er dingen veranderd. Agrarische bedrijven groeien jaarlijks aanzienlijk terwijl zij, tegelijkertijd, veel nog doen zoals vroeger. De werkelijkheid treedt steeds meer op de voorgrond: lege huizen en ernstige gevolgen van erosie worden zichtbaar. Er is een gebrek aan samenhang tussen oud en nieuw. Als de huidige trends doorzetten en er voor het landschap geen duidelijk toekomstperspectief komt, zal de waarde van het gebied steeds verder afnemen. Kansen In De Marken is de maakindustrie een belangrijk onderdeel van de lokale economie. Wereldwijd is er vraag naar typische (kwaliteits)producten zoals bijvoorbeeld handgemaakte schoenen of muziekinstrumenten. Deze maakindustrie bestaat uit familiebedrijven van verschillende formaten en is van oudsher sterk verweven met het agrarisch bedrijf. Individuele familie-huishoudens vormden gesloten economiën, waarbij de familieleden nagenoeg alles - van voedsel tot kleding tot meubels - zelf maakten. Traditie en vakmanschap is op het platteland ontstaan. De band met het land is door ongewijzigde eigendomssituaties altijd gebleven. Dat maakt dat opvallend veel jonge mensen zich met (duurzame) landbouw bezig houden, anders dan hun ouders die zich door verhalen over armoede - juist afzetten tegen het boerenleven.
8
Con la scomparsa del vecchio sistema agrario mezzadrile, il paesaggio è cambiato. Mentre l’agricoltura di larga scala acquisisce sempre maggiore spazio, molti aspetti tecnici sono rimasti invariati rispetto a 50 anni fa. Diventa sempre più visibile il fenomeno delle case coloniche abbandonate a se stesse, e gravi conseguenze per l’erosione del suolo; lampante è l’assenza di un legame tra nuove costruzioni e il rispetto degli elementi storici fondanti del territorio marchigiano. Se questi fenomeni continueranno a verificarsi, il valore del paesaggio diminuirà costantemente. Opportunità Nelle Marche, l’artigianato è un settore importante per l’economia locale. Il nuovo mercato globale esprime una crescente richiesta di prodotti di alta qualità, come ad esempio calzature o strumenti musicali fatti a mano. Queste industrie sono da sempre composte da aziende di tipo familiare, di varie dimensioni. Tradizionalmente c’è sempre stato un forte legame tra l’artigianato e l’azienda agraria. Ogni nucleo familiare rappresentava una piccola economia chiusa. Quasi tutto (cibo, abbigliamento, elementi di arredo) veniva ‘fatto in casa’. La capacità di forgiare un buon prodotto con le proprie mani è frutto della tradizione contadina. La suddivisione dei terreni tra i diversi proprietari è rimasta pressoché invariata, come anche il legame emotivo con la terra. Anche per questo motivo, dopo avere assistito negli ultimi 50 anni ad un movimento migratorio dalle campagne verso i centri abitati, oggi è invece tangibile un interesse crescente da parte dei più giovani verso la campagna e un’agricoltura sostenibile.
Het project In dit afstudeerproject wordt de actieve, lokale maakindustrie ingezet om het landschap (opnieuw) in gebruik te nemen. De toenemende interesse in duurzame landbouw onder de jonge generatie, is daarnaast de motor die nieuwe ontwikkelingen in gang zet. Door de aanwezige krachten en processen te regisseren, kan binnen tientallen jaren een levendig en toekomstbestendig gebied ontstaan met tevens een recreatief perspectief, en waar ook nog eens de natuurlijke diversiteit terugkeert. Een gebied dat, in plaats van als achterloper, als voorbeeld beschouwd kan worden. HET KLEINE-ECONOMIE LANDSCHAP is een ontwikkelstrategie die de sluimerende ondergang van het landschap uit de weg gaat en de mogelijkheden ervan verkent. Niet zozeer door de komst van nieuwkomers, maar door het verhaal achter het landschap te vertellen. En door de kracht van de mensen en de lokale economie te benutten. Voor het afstudeerproject ligt de focus op de vragen: •
•
Hoe kan de lokale maakindustrie een wenkend perspectief opleveren voor de ruimtelijke kwaliteit in het landelijk gebied? Wat moet er nú gebeuren, zodat over 50 jaar een aantrekkelijk en toekomstbestendig gebied kan ontstaan?
Il progetto In questo progetto di tesi, l’artigianato e l’industria di piccole dimensioni vengono messi in gioco per riattivare nuovamente il paesaggio. Il crescente interesse verso una agricoltura sostenibile, molto forte nelle generazioni più giovani, diventa il motore per avviare nuovi sviluppi all’interno del paesaggio. Gestendone i processi e i punti di forza, si può sviluppare un paesaggio vivace e robusto, non solo stimolando finalità di tipo ricreativo (turismo), ma anche concentrandosi sul rinforzamento della diversità naturale. Per così trasformare Le Marche da un caso di degrado paesaggistico ad un esempio positivo su scala Europea. IL PAESAGGIO DELLA PICCOLA ECONOMIA è una strategia di sviluppo che ferma il lento declino del territorio marchigiano, esplorandone le sue possibilità. Non scommettendo unicamente su uno sviluppo di tipo turistico, ma raccontando e preservando la storia dietro il paesaggio, concentrandosi sulle eccezionali capacità manifatturiere della popolazione locale e sull’economia di piccola scala. Per il progetto di tesi mi sono concentrata sulle seguenti domande: •
•
come possono l’artigianato e lo sviluppo del paesaggio essere utili l’uno all’altro? quale direzione diamo al processo di trasformazione e quali sono gli interventi necessari per attivare questo processo?
9
Leeswijzer Tijdens het afstudeerproject heb ik bewust gekozen om mijn kennis van de cultuur en de taal te gebruiken om ook de sociaaleconomische kant van het landschap te belichten. Landschapsarchitectuur houdt in mijn optiek niet alleen kennis en kunde van technische en estetische zaken in, maar ook het begrijpen van achterliggende processen waar we geen vat op hebben. Het eerste hoofdstuk over het GEBIED gaat hier uitgebreid op in. Het hoofdstuk OPGAVEN & KANSEN beschrijft de scope van het project en de hoofdopgaven. In het hoofdstuk STRATEGIE wordt de gekozen aanpak toegelicht. Vervolgens komen vijf belangrijke BOUWSTENEN in beeld, die het landschap zullen versterken en vernieuwen. In het hoofdstuk TOEKOMSTBEELD wordt een beeld geschetst van het landschap dat dit mogelijk kan opleveren. Ten slotte legt het hoofdstuk TIJD uit hoe het proces en de tijdsplanning er uit ziet.
10
Guida alla lettura Durante questa mia ricerca ho messo a frutto la mia conoscenza della cultura e della lingua italiana, cercando di definire in maniera dettagliata gli aspetti socioeconomici del paesaggio marchigiano. A mio parere, infatti, l’architettura del paesaggio non può concentrarsi solamente su conoscenze e competenze di tipo tecnico-estetico, ma deve piuttosto analizzare i processi e le dinamiche che hanno creato il paesaggio attuale. Il primo capitolo THE AREA illustra ampiamente questa mia ricerca. Il secondo capitolo ASSIGNMENT & OPPORTUNITIES descrive l’ambito del progetto e i compiti più importanti. Il capitolo STRATEGY spiega l’approccio. Poi vengono illustrati cinque DESIGN PRINCIPLES, che rafforzano e rinnovano il paesaggio. Nel capitolo FUTURE SCENARIO è visualizzato un possibile risultato. Alla fine, il capitolo TIME illustra il processo e il suo svolgimento nel tempo.
Boven: de plaatsing van zonnepanelen is een grote discussie. Onder: overstroming van de rivier Chienti in maart 2016. 11
FO
GL
IA
M
NORTHERN PA RT
ET
AU
RO
S CE
AN M
A D R I AT I C
O
IS
COAST
A ES
I
NO
ANCONA
CENTRAL PA RT
LE MARCHE
MU
SO
PO
APENNINE
ROME
M O U N TA I N S SOUTHERN PA RT
+ 2.467 M.
NE
TEN
ZA
CH
IEN
TEN AS
TI
NA
O
TR
De regio De Marken en het stroomgebied van de rivier Chienti (studiegebied).
12
ON
TO
HET GEBIED
BERGEN, HEUVELS, KUST Ligging gebied De kustregio de Marken behoort tot het centrale deel van ItaliĂŤ en strekt zich uit tussen de hoge Apennijnen en de Adriatische zee. Het hoogteverloop van bergen naar kust zorgt voor grote landschappelijke diversiteit: ĂŠĂŠn van de belangrijkste regionale kwaliteiten. In de oost-west richting stromen elf grote rivieren parallel naar zee. Het studiegebied, het stroomgebied van de rivier Chienti, is grofweg in te delen in drie zones: bergen, heuvels en kust. Bergen en kust Het berggebied en de kustzone hebben een duidelijk profiel en hun regionale betekenis is even helder. De bergen zijn grotendeels natuurgebied waar in de winter kan worden geskied en in de zomer gewandeld. In de kleine bergdorpjes lijkt de tijd stil te staan. De lokale economie wordt nog altijd bepaald door landbouw (met name veeteelt) en in toenemende mate door toerisme.
Langs de kust wordt gewoond en gewerkt. Verstedelijking concentreert zich in een smalle band langs de kustlijn. In 1969 is naast de spoorlijn de snelweg A14 aangelegd. Uitbreidingen trekken vanaf de kust het binnenland in, langs haakse hoofdinfrastructuren die de riviervalleien volgen. De zomer is het absolute hoogtepunt wanneer de boulevards weer gaan leven en toeristen naar zee komen. Afgezien van de ligging aan de kust hebben de middelgrote kuststeden ruimtelijk weinig kwaliteit. Focus op heuvelgebied Het gebied tussen bergen en kustzone laat zich het best omschrijven als een uitgestrektheid van heuveltjes. Het is een glooiend gebied waar, in kleine dorpen en verspreide erven, gewoond wordt. De economie draait voor een groot deel op de maakindustrie en in mindere mate op landbouw. Het gebied is aan verandering onderhevig maar de toekomst is veel minder duidelijk. Het gebied voelt verlaten; je komt hier eigenlijk alleen wanneer je er moet zijn.
13
Chienti
?
De landschappelijke driedeling: bergen, heuvels en kust.
14
45
km
.
De rivieren stromen dwars door de verschillende landschappen. De focus van het project ligt op ‘de zere plek’: het heuvelgebied. 15
ONTSTAANSGESCHIEDENIS Voordat we dieper ingaan op de landschappelijke opbouw van het heuvelgebied volgt eerst een sociaaleconomische analyse. Dit intermezzo is noodzakelijk om de landschappelijke problemen, maar ook de kansen, goed te kunnen begrijpen. Het karakter van De Marken is sterk agrarisch. Door de afwezigheid van invloedrijke steden is de regio altijd vrij onbekend gebleven. De regio werd eeuwenlang geregeerd door de kerk, maar
16
door de afstand tot Rome en met name het tussenliggende Apennijnen-gebergte was het een heel luw gebied met weinig groot-grondbezit. Heel anders dus dan het Granducato van Toscane met zijn belangrijke steden en villa’s of het imperiale zuiden met de grote landgoederen, de latifondi. Kleine, gesloten economiën Rond circa 1350 ontstaat in De Marken Umbrië het deelpachtsyteem mezzadria. Dit was een 1:1 contract tussen landeigenaar en boer, waarbij de opbrengst werd gesplitst tussen beiden. De boerenfamilie stond de
helft van de opbrengst af en in ruil hiervoor konden ze verder doen en laten wat ze wilden (lees: hard werken). In die tijd was het zeer vooruitstrevend om dienstmensen zo ‘vrij’ te laten. Het idee hierachter was dat dit de opbrengst ten goede zou komen. En het leek te werken: een slimme boer had een gezond huishouden. Zelfvoorzienend La casa colonica (het traditionele boerenwoonhuis) was de spil waar het dagelijks leven op draaide, maar ook het huis was niet van de familie. Zij bezaten enkel de spullen die zij zelf maakten.
De grote families leefden geheel autarkisch, niet alleen wat voedsel betreft. Meubels, kleding, schoeisel, werktuigen, potten, pannen en manden werden aan huis gemaakt. Ruim de helft van het land werd ingezet voor de graanteelt; dit verkocht de landeigenaar op de markt. Graan bracht veruit het meeste geld op en werd al vroeg geëxporteerd naar andere delen van Italië. Op de andere helft van het land stonden allerlei verschillende gewassen, waaronder industriële gewassen zoals hennep en vlas voor de productie van stoffen.
17
18
19
Duurzaam bodemgebruik Rond 1700 beleeft het landschap zijn hoogtepunt. De renaissance is een bloeiperiode waarin er voor het eerst meer mensen op het land wonen dan in de stad. Huizen worden hersteld en ook het landschap krijgt een opknapbeurt. De zogenaamde polycultuur, waarbij veel verschillende gewassen op één stuk grond geteeld werden, houdt eeuwenlang stand. Er worden slimme technieken ondekt, waaronder combinatieteelt: het
olijven
combineren van verschillende, hoge en lage gewassen naast elkaar. Zo worden er over het hele gebied fruitbomen aangeplant, die meerdere voordelen hebben: ze versterken de groei van lage gewassen doordat boomwortels stikstof binden; de boomwortels zorgen voor bodemstabiliteit én de bomen creeëren schaduw, wat het werken op het land aangenamer maakt. De vele fruitbomen zijn met de komst van de moderne landbouw nagenoeg allemaal verdwenen.
fruitbomen peulvruchten groenten
kruiden
Links: impressie van de polycultuur (foto bij oud klooster). Rechts: een rij moerbeien als overblijfsel van de zijdeproductie. 20
Naast de combinatieteelt worden wisselteelten doorontwikkeld van tweejarige rotatiesystemen tot vijf- en zelfs zeven- jarige systemen. De juiste afweging tussen graan (geldopbrengst) en voedergewassen (voor de beesten en herstel van de bodem) was cruciaal. Intensieve arbeid en verzorging van het land was noodzakelijk voor het in stand houden van de bodemconditie. Gemiddeld werkte ĂŠĂŠn persoon per hectare op het
land, afhankelijk van het type gewas. Men groef volop greppeltjes voor de waterafvoer en bouwde terrassen met stenen muurtjes. In 1964 wordt het deelpachtsysteem mezzadria afgeschaft. Niet alleen brengt het niet genoeg geld op; ook in sociaal opzicht is het systeem niet langer acceptabel. Tot na de WOII bezitten boerenfamilies enkel wat spullen en leven in onderdrukking.
fruit trees
vegetables
cereals
woods
olive trees linen
cannabis
fodder crops vineyard
potatoes legumes
De boerderijen fungeerden als een klein landgoed; al het nodige was aanwezig.
21
studiegebied
kleding, textiel houten meubels leer, schoenen mechanica andere industriĂŤn
Productiedistricten in De Marken, Regione Marche, 2009. (In rood het studiegebied)
22
< 10
10 - 49
XS (95,50%)
S (4,09%)
50 - 249 M (0,37%)
> 250 L (0,04%)
Het overgrote deel van de bedrijven in De Marken zijn kleine familiebedrijven (met minder dan 10 werknemers) Camera di Commercio Macerata, 2008-2013.
De maakindustrie Vanaf eind 19e eeuw ontvluchtten mensen massaal het boerenleven. Velen stortten zich op de productie van schoenen, meubels of huishoudelijke apparaten. Na de WO|| ontwikkelt het ambacht zich door tot een hoogwaardige productie-industrie die van grote betekenis wordt voor de lokale economie. Wereldwijd is vraag naar producten die met de juiste kennis en expertise alleen in dit gebied gemaakt kunnen worden. Productienetwerk In het studiegebied draait het met name om de productie van schoenen. We zien hier onder andere zolenmakerijen, vormenfabrieken en machineproductie.
Een netwerk van bedrijven die in dezelfde branche opereren wordt indotto genoemd. Grote en kleine bedrijven kunnen alleen bestaan omdat iedereen afhankelijk is van elkaar: de ĂŠĂŠn levert dit, de ander maakt dat. Betekenis grote bedrijven Grote merken als Todâ&#x20AC;&#x2122;s en Hugo Boss zijn van grote betekenis. Naast dat deze bedrijven veel mensen van werk voorzien, trekken de outlets - als onderdeel van de fabriek - hordes toeristen. Op enkele bedrijfsterreinen worden collectief kleine winkelgebieden ingericht en ook de B&B branche zet hier op in.
In het studiegebied draait alles om de productie van schoenen.
23
Het collectieve aspect speelt een belangrijke rol. Het werk wordt pas echt leuk als je het samen kan doen.
24
Aliceâ&#x20AC;&#x2122;s familie heeft een stuk land in bezit van hun grootouders.
Luca (33) onderzoeker en deeltijd-boer.
Lorenzo (24) veeboer en producent vleesproducten.
Giulio (33) grafisch ontwerper en olijfboomsnoeier.
De band met het land Veel families hebben nog land in bezit. Het relatief hoge aantal zelfstandigen en familiebedrijven maakt dat veel mensen hun tijd naar eigen gelang indelen. Opvallend veel jongeren houden zich naast hun eigen professie bezig met kleinschalige landbouw. Sommigen maken zelf bier, anderen verbouwen biologischdynamische groenten. De ĂŠĂŠn na de ander volgt cursussen wijn maken en olijfbomen snoeien.
In tegenstelling tot de na-oorlogse generatie - die door verhalen van grootouders landbouw associeert met armoede - interesseren jonge mensen zich serieus in landbouw en wordt gekeken hoe oude technieken opnieuw toegepast kunnen worden.
Alice ontwerpt en produceert haar eigen
In haar vrije tijd helpt ze haar vriend Luca met
schoenenlabel.
de verkoop van hun biologisch-dynamische
Langzaam maar zeker verandert zo de mentaliteit in De Marken. Van een gesloten blik die over het algemeen kenmerkend is voor het platteland (geen bemoeienissen met andermans zaken) wordt steeds meer kennis gedeeld en samengewerkt.
producten.
25
kom
droogdal
beekdal
Dwarsprofielen
Lengteprofiel waterloop
heuvelrug helling beekdal
Geomorfologie (willekeurige uitsnede heuvelgebied)
26
0
1 KM.
LANDSCHAPSANALYSE We zoomen nu in op het heuvelgebied. Aan de hand van een willekeurige kaartuitsnede worden de belangrijkste processen en problemen inzichtelijk gemaakt: fysiek: bodemgebruik en erosie beleving: toegankelijkheid en recreatieve voorzieningen • economisch: schaalvergroting landbouw
Het dalenstelsel, waar bij regenval veel water doorheen spoelt, vormt de meest bepalende landschappelijke structuur. Zijtakken van beekdalen (droogdalen) worden naar boven toe meestal steiler en vormen uiteindelijk een kom, die steil en hoog eindigt.
• •
Gebiedsbeschrijving De fysieke ondergrond bestaat uit smalle heuvelruggen, lange hellingen en smalle dalen. Het sterke reliëf met prachtige uitzichten is één van de grootste kwaliteiten.
Zowel oude als nieuwe bebouwing bevindt zich op de hoge delen. Stenige, middeleeuwse burchten op de hoge toppen zijn van veraf zichtbaar. Verspreide boerenwoningen markeren met hun solide, gesloten blokvorm van twee lagen hoog de heuveluitlopers. Een netwerk van landwegen met een opvallend witte kleur ontsluit de historische boerderijen. Het gebruik is agrarisch. In het heuvelgebied is dit voornamelijk akkerbouw, en richting de bergen meer veeteelt.
27
18e eeuwse plattegrond van een landgoed bij een boerenwoning
Vervallen boerenwoning waar door pachtboer rondom heen wordt geploegd
28
Natuurlijk bos
Polycultuur
Bodemgebruik en erosie De bodem is kleiachtig. Daardoor is deze vruchtbaar, maar ook erg instabiel en gevoelig voor erosie (een natuurlijk fenomeen). Door de toename van droogte en zware regenval verhoogt de kans op erosie. De zogenaamde sheeterosion is niet altijd even zichtbaar maar daardoor niet minder ernstig: het heeft als gevolg dat bij iedere zware bui de bovenste (vruchtbaarste!) laag wegspoelt. De snelle afvoer van regenwater heeft daarnaast nog een ander nadeel: jaarlijks zijn er in de valleien ernstige overstromingen. Het plaatselijke waterhuishouden is door de grote omvang van lage-heuvelgebied (ruim de helft van het stroomgebied) van grote invloed op het functioneren van het totale systeem. De toename van erosie heeft niet alleen te maken met een veranderend klimaat maar ook met omgang met de bodem. De schaalvergroting in de landbouw heeft geleid tot vergroting van het erosieprobleem. Gedurende de vroege middeleeuwen waren de heuvels compleet bedekt met bos. Rond 1350 is van deze natuurlijke beplanting al weinig meer over: vrijwel het hele gebied tot circa 700 meter boven zeeniveau is dan in agrarisch gebruik. Michel de Montaigne schrijft bij zijn bezoek aan De Marken
Monocultuur
in 1581: ‘‘Fra queste colline, non c’è un pollice di terra inutile’’ (Er is geen klein stukje land dat niet nuttig wordt gebruikt). Het reliëf speelt hierbij een belangrijke rol: vlakke delen zijn het meest waardevol. Steile delen zijn minder in trek. De kleinschalige polycultuur met fruitbomen (zie p. 18) was als een gaasje over een open wond: de boomwortels hielden de aarde bij elkaar. Met de komst van de moderne landbouw zijn deze fruitbomen nagenoeg allemaal verdwenen. Moderne uitvindingen als kunstmest en bestrijdingsmiddelen hebben de landbouw ‘versimpeld’, met monocultuur en veel graan tot gevolg. Zware machines die diep ploegen komen de bodemgesteldheid niet ten goede. De biodiversiteit neemt hierdoor steeds verder af. Sommige critici spreken van ‘‘de terugkeer van de steppes van graan’’, waarbij gerefereerd wordt naar de situatie omstreeks 1400, toen de polycultuur zich nog niet doorontwikkeld had. De traditionele ploegrichting in De Marken is van boven naar beneden. (rittocchino) Dit had te maken met gevaar voor omvallen met de tractor en met een gecontroleerde afstroom op de kleine percelen. Ook hoefde men bij smalle plots minder vaak te draaien. Bij elkaar opgeteld drie redenen die, met de grote kavels en moderne machines van vandaag, niet meer gelden. Helaas gebeurt het nog bijna overal op deze manier, wat het erosieve effect alleen maar versterkt.
29
1. raindrop erosion 2. sheet erosion 3. rill / gully erosion 4. stream erosion
Bij iedere zware regenbui stroomt de bovenste, vruchtbaarste laag weg. Het risico op erosie heeft te maken met het hellingpercentage en met de lengte van de kavel. Lange, steile hellingen veroorzaken een snellere afvoer van het regenwater. 30
0
5 KM.
10 KM.
Stroomgebied rivier Chienti. In paars de gebieden met een hoog overstromingsrisico.
â&#x201A;Ź
De consequenties van erosie nemen de laatste decennia alleen maar toe: overstromingen, slechte opbrengsten en een afnemende biodiversiteit.
31
0
De landschappelijke structuur rond Montegranaro omstreeks 1900 (boven) en in 2016 (onder). Omcirkeld zijn de leegstaande boerenwoningen.
32
1 KM.
Toegankelijkheid en recreatieve voorzieningen Eind 19e eeuw vertrekken veel mensen naar de stad. Boerderijen komen leeg te staan en vormen een inactieve laag over het gebied. Vertrekkers blijven in veel gevallen wel eigenaar. Hierdoor wordt er in het gebied veel grond gepacht. Een sterk gevoel van afwezigheid spreidt zich uit over het hele gebied. Het landschap is niet uitnodigend. Er gebeurt weinig. Werken gebeurde vroeger met veel mensen op het land. Tegenwoordig werkt men op bedrijventerreinen, die als onderdeel van de stedelijke omgeving geen aansluiting hebben met het landelijk gebied. Het landelijk gebied zelf is minder toegankelijk geworden. Een groot deel van de landwegen is nog intact, maar doordat er, in vergelijking met vroeger, weinig mensen meer wonen (en zij, net als vroeger, de weg nog altijd een beetje als prive-eigendom beschouwen) voel je je er niet welkom. Sommige wegen zijn verdwenen. Lange landwegen eindigen regelmatig bij één of meerdere verlaten woningen. Door de schaalvergroting in de landbouw zijn veel infomele paadjes verdwenen. Daar waar vroeger tussen twee percelen meestal een pad lag, kan je nu niet meer door.
De situatie van afwezigheid en pacht veroorzaakt landschappelijke verslonzing. Waar men vroeger continu in de weer was om erosie te beperken wordt nu, zowel door gebruikers als door eigenaren, niet meer geïnvesteerd. Halfverharde wegen en oevers gaan stuk. Het ontbreekt het landschap aan robuustheid. Bebouwing heeft zich na de oorlog verder uitgebreid maar belangrijke principes zijn nog goed zichtbaar: de meeste bebouwing staat op de hoogste delen. Leegstaande boerderijen hebben vaak de meest fantastische positie met uitzicht over het dal. Het netwerk van witte landwegen is nog grotendeels intact, hier hoeft niet veel aan te gebeuren. Verder biedt het systeem van groene dalen kansen voor uitbreiding van het recreatieve netwerk. Het platteland van De Marken heeft, als kleinschalig agrarisch landschap op korte afstand van het verstedelijkte kustgebied, veel recreatieve potentie. Maar door de lege huizen is er weinig leven en de borden en hekwerken spreken geen gastvrijheid uit. Temperaturen kunnen ‘s zomers flink oplopen terwijk er een gebrek is aan schaduw en recreatieve rustpunten.
33
De komst van bedrijventerreinen en dorpsuitbreidingen op heuvelruggen.
rotatatieboer takes over
lt
wisseltee
Veel mensen zijn vertrokken naar de stad maar blijven grondeigenaar.
34
Vele achtergelaten boerenwoonhuizen weerspiegelen de rijke geschiedenis.
35
36
37
0
500 M.
Boven: patroon omstreeks 1900 met landwegen, informele paadjes en fruitbomen. Onder: patroon 2016 met de wegen die nog intact zijn. 38
rural
urban
wonen
historical
stallen casa colonica
medieval city
‘‘casa e bottega’’
ruimte voor landbouw-machines of zolenmakerij
wonen
after-war
werken after-war apartment building with shop/atelier on the street
after-war manifactory
after-war house with garage / storage for agricultural purposes
modern modern appartment building with private roof terrace
modern industry building
new or restored landhouse
In de jaren ‘60 bevinden de kleine ateliers zich nog aan (onder) het huis, maar al gauw worden het grote extensies achter het huis en ontstaan heuse bedrijfsterreinen. Wonen en werken is in de afgelopen eeuw steeds meer losgekoppeld. 39
weide
bos
voedergewassen (hooiland)
wisselteelten (akkerbouw)
wijnteelt
fruitbomen
Range van de meest voorkomende vormen van landbouw van bergen tot kust.
<10 %
Steiltekaart
40
10 - 20 %
20 - 30 %
>30 %
Ontstane geulen op groot perceel
tuinbouw
Schaalvergroting landbouw Jaarlijks stoppen veel kleine boeren. Zij kunnen maar moeilijk concurreren tegen bedrijven in Puglia en Emilia-Romagna, waar de bodem veel vlakker is. De schaalvergroting van agrarische bedrijven is in beperkte mate zichtbaar, doordat in het gebied nooit ruilverkaveling heeft plaatsgevonden. Stukken land variëren van 2 tot 5 hectare.
Een afnemend aantal gebruikers is een kans voor ruilverkaveling, want met een klein aantal gebruikers is dit makkelijker te organiseren. Hier is een belangrijk aandachtspunt met betrekking tot erosie. Wanneer verschillende kavels die aan elkaar grenzen als één plot worden bewerkt (en dus grotere gebruikseenheden ontstaan) kan een verhoogd risico op erosie optreden. (bij combinatie van steile en lange hellingen)
In het lage-heuvelgebied heeft landbouw in economische zin niet langer de grootste betekenis. In ruimtelijke zin is de betekenis daarentegen wél groot: veruit de meeste oppervlakte is landbouwgrond. De weinige grote bedrijven beheren de meeste grond. Op de lange termijn zijn zíj de hoeders van het landschap. Op welke manier kunnen deze bedrijven geholpen worden ter ondersteuning van deze belangrijke taak?
50 - 100 ha. 3 % farms
5 - 20 ha. 30 % farms
(UAA 17 %)
(UAA 24 %)
>100 ha. 2 % farms (UAA 29 %)
2 - 5 ha. 30 % farms
20 - 50 ha. 8 % farms
(UAA 8 %)
(UAA 20 %)
< 2 ha. 27 % farms (UAA 2 %)
Links: het aantal kleine bedrijven neemt af, het aantal grote bedrijven neemt toe, 2000/2010. Rechts: de verhouding tussen grote en kleine agrarische bedrijven (2007).
41
Verschillende typologiĂŤn met grondbezit in het buitengebied. Villaâ&#x20AC;&#x2122;s, hobbyboeren en grote agrarische bedrijven zijn te herkennen aan het erf.
42
Percentage landbouwareaal (Used Agricultural Area) t.o.v. het totaal aan ruimte (links) en aandeel van de landbouwsector in de economie (rechts), Eurostat 2014
‘‘assenteïsta’’ (absent)
eigenaar
=
≠
gebruiker
vroeger
nu
De veranderde situatie eigenaar - gebruiker. Veeboer Lorenzo heeft 70 ha. waarvan 11 in eigendom. De rest is pacht en verdeeld over ca. 20 stukken van zo’n 2 - 5 ha.
43
• erosie • klimaatverandering
• schaalvergroting • wereldmarkt
• interesse duurzame landbouw • kwaliteitsproducten, lokale producten
De aanwezige krachten in het gebied.
44
OPGAVEN & KANSEN
Opgaven Uit de landschappelijke analyse komen drie hoofdopgaven naar voren; het tegengaan van erosie, waardoor o.a. slechte opbrengsten en overstromingen worden verminderd; het landschap uitnodigender maken: het versterken van landschappelijke kwaliteiten zoals beekdalen en wegen. Dit maakt het gebied recreatief interessant waardoor nieuwe initiatieven kunnen ontstaan; ruimtelijk perspectief bieden aan groeiende agrarische bedrijven; Dit zijn de opgaven waar in het ontwerpvoorstel rekening mee wordt gehouden.
Kansen De duurzame landbouw-trend onder jongeren is niet alleen een kans om het gebied uitnodigender te maken, maar ook om erosie tegen te gaan, mits dit op de juiste manier gebeurt. Nieuwe initiatieven kunnen een voorbeeld zijn voor bestaande bedrijven om hun bedrijf ook te verduurzamen. De lege huizen bieden hierbij een ideale plek als werkruimte en om met (kleinschalige) duurzame landbouw aan de slag te gaan. Door aanwezige krachten en processen te regisseren en gericht mogelijkheden te bieden kan een heel nieuw beeld ontstaan. Het project zet in op het creeĂŤren van winwin situaties door de aanwezige krachten te bundelen.
45
MAAKINDUSTRIE SECTOR
M
freelancers / zelfstandigen
collectieven / start-ups
AGRARISCHE SECTOR
S
De groepen gebruikers.
46
bedrijven die gaan voor kwaliteitsverbetering
L
grote bedrijven
schaalvergrotende bedrijven
STRATEGIE
Nieuwe en bestaande gebruikers Een belangrijk onderdeel van de stategie is het inzetten van de lokale maakindustrie. Het lokale netwerk van bedrijven en zelfstandigen kan zich veel meer profileren met het kleinschalige landschap als thuisbasis. De veelgebruikte slogan ‘made in Italy’ wordt nog sterker wanneer het landschap waar de producten vandaan komen wordt uitgebuit en trots uitspreekt. De nieuwe gebruikers zijn onder te verdelen in drie categoriën: •
•
De bestaande agrarische bedrijven zijn grofweg in te delen in twee categoriën: •
S - Kwaliteitsboeren Hobbyboeren, biologische boeren, etc. Bedrijven die, om te kunnen blijven bestaan, niet in omvang hoeven toe te nemen.
M, L - Hectare-boeren Gebruikers van de meeste grond. In aantal afnemend, in omvang toenemend. •
S - Individuen / freelancers Zelfstandigen die zich, naast de eigen professie, bezig houden met kleinschalige landbouw. M - Kleine bedrijven / collectieven Mensen die deels werken in een bedrijf en daarnaast parttime in de landbouw.
L - Grote bedrijven (zoals Tods of Hugo Boss) Deze bedrijven kunnen bepaalde onderdelen ‘outsourcen’ naar een nieuw erf, denk aan een outlet of aan een kinderopvang (‘agrinido’). •
47
vroeger
voorstel
nu
€
eigenaar
€ =
€
≠
gebruiker
afname aantal gebruikers (toename pacht)
toename aantal gebruikers bij ingebruikname leegstaand huis
ruilverkaveling
48
Meer gebruikers Een ander belangrijk onderdeel van de strategie is om de twee verschillende vormen van landbouw, kleinschalig en regulier, goed te organiseren. Op dit moment wordt een stuk grond horende bij een leegstaand huis maar door één boer bebouwd. Volgens het principe van verstedelijking, wordt een stuk land door het toevoegen van gebruikers meer waard. Dit kan interessant zijn voor de eigenaar.
De oude, leegstaande erf is hierbij het belangrijkste element. Van hieruit zal het landschap langzaam maar zeker transformeren. De toename van gebruikers kan gepaard gaan met ruilverkaveling tussen de overige (reguliere) agrarische bedrijven, wanneer dat de efficiëntie ten goede komt én het op de juiste manier gebeurt.
toegankelijkheid gebied verbeteren
historische landwegen versterken
erosie tegengaan
kapotte oevers herstellen
bedrijven landschappelijk verbinden
49
2 1
3
4 5
1 Het hybride erf 2 Sterk landelijk netwerk 3 Kleinschalige landbouw 4 De multifunctionele beplantingsstructuur 5 Het avontuurlijke beekdal
50
BOUWSTENEN
Voor de drie opgaven is geen kant-enklare oplossing. Wel zijn er de mensen die dingen kunnen én willen veranderen en er is de overheid die daarbij kan helpen. Voor de landschapsrchitect ligt er ten eerste de taak om concrete oplossingen te bedenken voor de opgaven. Ten tweede zorgt de landschapsarchitect ervoor dat het toepassen van oplossingen gestructureerd gebeurd, zodat een samenhangend toekomstbeeld ontstaat.
Bouwsteen nr. 1, 2 en 5 bouwen voort op een belangrijke bestaande structuur. Nr. 3 en 4 zijn nieuw, en noodzakelijk om de twee verschillende vormen van landbouw goed te organiseren. We beginnen bij de historische erven en wegen op de hoge delen en zakken dan, via de hellingen, af naar de beekdalen.
Dit ontwerpvoorstel schrijft dan ook geen ‘plan’ voor, maar een set van bouwstenen die, vanuit ontwerpprincipes, het landschap versterkt en vernieuwt. Met de vijf bouwstenen die zullen worden toegelicht in dit hoofdstuk worden ontwerpprincipes aangereikt om het bestaande landschap te versterken en te vernieuwen.
51
De lege boerderijen op de heuveluitlopers 0
52
500 M.
La casa colonica als startpunt Het oude boerderijtype is de motor van de ontwikkelstrategie. De vele lege huizen bieden, met hun afgelegen maar prominente ligging, kans om het landelijk gebied â&#x20AC;&#x2DC;van binnenuitâ&#x20AC;&#x2122; aan te pakken. Bovendien is er de mogelijkheid om het belangrijkste element uit een bijzondere geschiedenis van nieuwe betekenis te voorzien.
De historische boerderij biedt plaats voor de nieuwe gebruikers om zich te vestigen. Voor de verschillende nieuwe gebruiksgroepen (S,M,L) zijn verschillende locaties mogelijk: aan het groene dal voor een koppeling met natuurrecreatie (S), aan de provinciale weg als zichtlocatie (M) of in de buurt van een bedrijventerrein (L) vanuit logistiek oogpunt.
De traditionele casa colonica is gericht op het zuiden en heeft standaard twee bouwlagen. Op de benedenverdieping waren de stallen en de bovenverdieping was ingericht als woonruimte. 53
Ontwerpuitgangspunten bij erfontwikkeling:
• De woning staat los en solide op het erf. Bijgebouwen staan aan weerszijde, zijn
• Het huis heeft standaard twee lagen: boven
ondergeschikt aan de oude boerderij en
is een woon- of studiofunctie; beneden en op
laten het zicht open naar voren en naar
het erf is plaats voor handenarbeid.
achteren. Erfbeplanting is gekoppeld aan de bijgebouwen.
• De voorzijde van het huis als ook het erf bevinden zich aan de zuidzijde in verband
• Het erf is geen eindpunt maar een doorgang.
met bezonning. De voorzijde is dus niet altijd
Er geldt recht van overpad voor recreatief
gericht op de weg.
verkeer. Hierdoor is zichtbaar wat er op het erf gebeurt en biedt gebruikers de mogelijkheid om lokale producten ter plekke te verkopen.
54
HYBRIDE ERVEN Het belangrijkste uitgangspunt bij ontwikkeling van de erven is dat het erf geen eindpunt is, maar een doorgang. Met een prominente ligging op heuveluitlopers vormen de huizen een mooie aanleiding om op deze plek, vanaf de weg, het landschap in te kunnen. Op het erf geldt daarom een recht van overpad voor recreatief verkeer.
Het erf is de plek waar je mensen ontmoet, producten kan kopen en in aanraking komt met landbouw. Kennis en leren staat voorop. Toerisme en recreatie kan hier goed aan worden gekoppeld, in de vorm van B&Bâ&#x20AC;&#x2122;s of bijvoorbeeld cursussen op locatie.
Overige principes hebben betrekking op het gebruik van het erf en op eventuele plaatsing van nieuwbouw. De principes zijn bedoeld om de historische karakteristieken van de huizen te behouden en te versterken.
Veel boerderijen hebben een afgelegen maar prominente positie op heuveluitlopers.
55
Ontwerpuitgangspunten bij landwegen: â&#x20AC;˘ Doodlopende wegen worden doorgetrokken zodat doorgaande routes ontstaan. â&#x20AC;˘ Landwegen worden 1- of 2-zijdig beplant (afhankelijk van de ligging van de weg) om de route uitnodigender te maken.
56
STERK LANDELIJK NETWERK De historische witte wegen zijn ontstaan als verbindingsweg tussen de historische boerderijen. Vandaag de dag zijn het nog steeds de hoofdverbindingswegen van het landelijk gebied. De wegen worden gebruikt door agrarisch verkeer en bestemmingsverkeer. Door regenval en droogte zijn ze vaak erg instabiel.
De witte wegen liggen, net als de erven, vaak op de hoogste delen. Op hellingen snijden ze soms schuin door het maaiveld. Door ontbrekende stukken weg te herstellen en de wegen te beplanten wordt de weg letterlijk en figuurlijk steviger. Daarmee krijgt de weg een aankleding die past bij haar functie en wordt het gebied uitnodigender. Moerbeien zijn typische landwegbomen en geven, behalve schaduw, ook nog eens fruit. Vroeger werd deze soort veel toegepast voor de productie van zijde. (zijderups)
Referentiebeeld beplante weg in Toscane
57
Bij hoge ligging van de weg tweezijdige beplanting. Soorten o.a.: - Morus alba - Prunus - Olea
Bermen ter versteviging van de weg
Schaduw
m. c a . 7 ,5
Morus L.
58
Prunus avium L.
Olea europaea
Malus domestica
Bij ligging op de helling eenzijdig stijlrand. Soorten o.a.: - Quercus pubescens - Quercus cerris - Ostrya carpinifolia - Carpinus betulus - Fraxinus ornus - Acer campestre
Halfverharding van witte gravel
Talud 1:3
. ca. 9 m
Quercus pubescens (roverella)
Ostria carpinifolia
Fraxinus ornus
Acer campestre
59
De terrastuinen brengen nieuwe verbindingen tot stand; bijvoorbeeld met een droogdal, een bedrijventerrein of met een ander erf.
Ontwerpuitgangspunten bij kleinschalige landbouw:
• De erven hebben een voorbeeldfunctie als het gaat om bodemgebruik en duurzame landbouw; niet alleen als het gaat om het
• Erosie wordt tegengegaan door het maken
beperken van erosie. De erven zijn in hoge
van terrastuinen. Deze terrassen zorgen voor
mate zelfvoorzienend (water en energie); en er
infiltratie van regenwater in de bodem.
worden duurzame technieken toegepast, zoals combinatie- en wisselteelt.
• Door te letten op de hoogtelijnen worden met terrastuinen nieuwe, verbindende routes
• Ruimte voor kleinschalige landbouw wordt
tot stand gebracht. Bijvoorbeeld richting een
gezocht op plekken die voor de reguliere
beekdal, een bedrijventerrein of een ander erf.
landbouw ‘onhandig’ zijn, zoals bijvoorbeeld steile plekken, plekken met bebouwing of
• De meest arbeidsintensieve teelten (moestuinen) bevinden zich het dichtst in de buurt van het erf. Extensieve teelten (zoals olijfboomgaarden) bevinden zich verder weg.
60
kleine overhoekjes.
KLEINSCHALIGE LANDBOUW Gekoppeld aan de erven is ruimte voor arbeidsintensieve landbouw. Hier kunnen de deeltijdboeren naar hartelust hun eigen producten verbouwen. Typische lokale producten, als ciauscolo (lokale worst) en artisjokken worden hier gemaakt, maar ook worden hier oude teelten herondekt zoals hennep. De kracht zit in kwaliteitsproducten die met nieuwe (of oude) technieken tot stand komen. Ruimte voor kleinschalige landbouw wordt gezocht op plekken die voor de reguliere landbouw minder geschikt zijn, zoals steile plekken, kommen, kleine overhoekjes, of plekken met veel bebouwing. Kleinschalige landbouw kan als middel worden ingezet om een zachte overgang van bebouwing naar open landbouwgronden te creeëren.
Koppeling met bedrijven Terreinen met uitgegroeide familiebedrijven kenmerken zich door veel beton en betekenisloze achterkanten. Door een verbindende route te maken tussen ontwikkelerf en bedrijventerrein en door elkaars ruimte te benutten, krijgen de terreinen meer betekenis en worden meer onderdeel van het maaklandschap. De nieuwe generatie deeltijdboeren laat zien hoe landbouw ook anders kan. Dit kan bestaande agrariërs aanmoedigen om hun bedrijf ook te verduurzamen. Door diversificatie wordt een toegevoegde waarde gecreëerd voor het bedrijf zonder dat de primaire productie van landbouwproducten hoeft te worden uitgebreid of geïntensiveerd.
Kleinschalige landbouw hoeft qua ruimte niet met reguliere landbouw te concurreren.
61
LOKALE WORST EN HANDGEMAAKTE SCHOENEN Kenmerken:
Type landbouw: handmatig, duurzame omgang bodem, collectief, hergebruik regenwater, vergeten teelten
Producten: lokale producten zowel food als non-food, uniek door vakwerk en traditie
Recreatief: kennis en leren, cultuur en ontspanning
62
63
hoge gewassen zandpad recreatief gebruik
lage gewassen
terrasrand (baksteen)
ca. 3 m.
64
Vitis
Olea europaea
Malus domestica
Pyrus
Prunus persica
Prunus armeniaca L.
Prunus dulcis
Ficus carica L.
Juglans regia
Morus L.
Prunus domestica L.
Prunus avium L.
moestuin
boomgaard
combinatieteelt *
Drie verschillende vormen van kleinschalige landbouw: moestuin, boomgaard, combinatieteelt.
Informele wandelpaadjes Informele wandelpaadjes tussen de verschillende teelten door zorgen samen voor verbindende wandelroutes door het gebied en maken de wereld van boomgaarden en moestuinen zichtbaar.
stro
linnen
hennep
leer
wol
kurk
hout
klei
kleurstoffen
Voorbeelden van industriĂŤle productstoffen van het land.
65
De werkzaamheden-kalender
66
67
ou
d
B
A=B B=A
nieu
w
Ontwerpuitgangspunten bij schaalvergroting:
A
• Een horizontaal verkavelingspatroon gaat gepaard met een horizontale ploegrichting.
• De vergroting van kavels wordt in horizontale richting gezocht.
• De multifunctionele groenstructuur is een nieuwe, verbindende route tussen twee
• Stelregel: hoe steiler de helling, hoe korter de plot. Voordeel van horizontaal is dat kavels heel lang kunnen zijn (tot wel 700 m.) en een boer dus minder vaak hoeft te draaien. Dit in tegenstelling tot de lengtes die in verticale richting te behalen zijn (300 à 400 m.)
68
ruimtelijke elementen. Waar mogelijk is de structuur gekoppeld aan een ontwikkelerf.
DE MULTIFUNCTIONELE BEPLANTINGSSTRUCTUUR Bestaande landbouwbedrijven zijn van grote betekenis voor de onderhoud van het (agrarische) landschap. Veel bedrijven zien alleen toekomst in schaalvergroting. Met een afnemend aantal gebruikers wordt het op den duur makkelijker om grond te ruilen. Ruilverkaveling kan een redding zijn voor bedrijven als die van Lorenzo, wanneer de 20 verspreide percelen gekoppeld worden en meer in de buurt van de woning komen te liggen. Een belangrijk aandachtspunt bij ruilverkaveling is erosie. Om het risico hierop te beperken wordt de vergroting van kavels daarom in horizontale richting gezocht. Hierbij wordt een nieuwe, robuuste beplantingsstructuur geĂŻntroduceerd.
De nieuwe beplantingsstructuur ondersteunt het horizontale gebruik. De structuur heeft verschillende functies. Ten eerste is het een perceelsscheiding en daarbij een robuuste ontsluitingsweg voor agrarisch verkeer. Ten tweede zorgt de keerwand voor natuurlijke terrasvorming; de steilrand wordt met de tijd steeds iets hoger en de argrarische plots iets vlakker. (zoals graften in Limburg zijn ontstaan) Ten derde is de structuur een recreatieve en ecologische verbinding. Doordat oude boerderijen vaak op uitlopers staan bieden deze tevens aanleiding om hier een wandelpad te laten beginnen. Het pad komt meestal uit in een droogdal, waar de recreatieve route zich vervolgt. Het pad ligt parallel aan de contourlijnen, wat een aangename wandeling mogelijk maakt. Het onderhoud en gebruik van de beplanting ligt bij de erfgebruikers. Het pad onderscheid zich van de historische witte wegen doordat dit een eenvoudig zandpad is.
69
Soorten o.a.: - Quercus pubescens - Quercus ilex - Ostrya carpinifolia - Ulmus minor - Fraxinus ornus - Acer campestre - Spartium junceum - Crataegus monogina
Zandpad
Steilrand 1:1
ca . 6 m et er
Quercus pubescens (roverella)
70
Quercus ilex (leccio)
Ostria carpinifolia
Ulmus minor
Fraxinus ornus
Acer campestre
Spartium junceum
Crataegus monogina
Hellingen steiler dan 30% zijn niet geschikt voor reguliere landbouw. Door grote stukken steile helling te beplanten met bos wordt niet alleen bijdragen aan een afwisselend landschapsbeeld maar de nieuwe bossen bieden ook recreatieve en ecologische meerwaarde. Aan de hellingbossen kan tevens een uitzichtpunt worden gekoppeld.
Kleinschalige landbouwlandschappen met graan en houtwallen zijn de habitat van de Ortolaan (Emberiza hortulana). In Nederland is deze vogelsoort inmiddels uitgestorven; in ItaliĂŤ is de soort met uitsterven bedreigd. De multifunctionele beplantingsstructuur draagt bij aan de bescherming van de Ortolaan.
71
TUSSEN DE GRAANVELDEN Kenmerken:
Type landbouw: grootschalig, contourploegen, GPS, wisselteelt
Recreatief: lange horizontale routes, uitzichten, afwisselende houtwalbeplanting
72
73
Hoog: • wijnteeteelt • olijfbomen • appel / peer / kers / abrikoos / perzik • amandel / vijg / walnoot • moerbei / iep / esdoorn / eik Laag: • bladgroenten • kool / wortels • venkel / artisjok
74
Hoog: olijfbomen (olie) • amandel / vijg / walnoot • moerbei / iep / esdoorn / eik •
Laag: peulvruchten • aardappelen • hennep / hop / tabak •
Hoog: • olijfbomen (olie) • moerbei / iep / es / eik • hakhout Laag: • granen • voedergewassen
Hoog: • iep / es / eik • hakhout Laag: • voedergewassen • zonnebloemen
75
Ontwerpuitgangspunten bij beekdalen:
• De doorstroom wordt op meerdere plekken vertraagd, door middel van kleine dammen die
• Het beekdalsysteem is als doorlopend geheel
tevens als oversteekplaatsen dienen.
herkenbaar. Beekdalen én droogdalen hebben een minimale buffer die in verhouding is met de doorstroomcapaciteit van de waterloop.
• Bij beekdalherstel gaat de aandacht als eerste uit naar kruisingen met wegen. Beekherstel kan gefaseerd plaatsvinden maar de trajecten
• Herstel van natuurlijke, flauwe oevers.
lopen altijd van brug tot brug, zodat telkens een nieuwe route ontstaat.
• Het beekdal wordt toegankelijk gemaakt door middel van een openbaar onderhoudspad langs de oever.
76
AVONTUURLIJKE BEEKDALEN Beekdalen bieden, als groene ruggengraat, grote recreatieve potentie die nu niet wordt benut. Er kan worden gewandeld, gefietst en gepicknickt. Door zowel voor de beekdalen als de droogdalen een bufferzone te hanteren wordt het beekdalsysteem als doorlopend geheel herkenbaar en ontstaat als het ware een langzame inversie van de snelle wereld boven. Herstel natuurlijke oevers en waterretentie Veel waterlopen zijn diep ingesneden en oevers zijn ontoegankelijk. De kantbegroeĂŻng is zeer dun. De steile oeverranden zijn fragiel en ecologisch niet interessant.
De waterdoorstroom hoeft niet veel te zijn om van een dal toch een herkenbaar dal te maken. Door een brede oeverzone te hanteren en een openbaar onderhoudspad aan te leggen ontstaat een aangename, schaduwrijke route. Begroeide, flauwe oeverzones dragen bovendien bij aan de waterkwaliteit. In de vlakke beekdalen kan het water goed worden vertraagd, door middel van kleine dammen, die tevens oversteekplaatsen vormen. Hierdoor wordt ook de beleving van het water versterkt. Door dit op meerdere plekken te doen kan worden bijgedragen aan de reductie van wateroverlast in de verstedelijkte valleien.
77
LANGS BEKEN EN DOOR BOSSEN Kenmerken:
Recreatief: picknicken, fietsen, paddestoelen zoeken
78
79
Populus alba
80
Salix alba L.
Alnus glutinosa
Ulmus minor
Acer saccharinum
Ailanthus altissima
Robinia pseudoacia
Vroeger werden de beken gebruikt om te wassen of om water te halen. Al rijdend door de valleien merk je vaak niet wanneer je een beekloop passeert. Door een brug over een beek te combineren met een zitplek onstaat een schaduwrijk pauzemoment in het dal.
Beekherstel kan gefaseerd plaatsvinden maar de trajecten lopen altijd van brug tot brug, zodat telkens een nieuwe route ontstaat.
81
Onderhoudspad / wandelroute
82
Witte weg kruist het dal
Beekdal
83
1
2 4
De voorbeelduitwerking van een ontwikkelerf laat zien hoe de verschillende bouwstenen mogelijk samenkomen. Luca heeft een collectief gestart dat op online aanvraag schoenen produceert. De oude casa colonica die zijn familie in bezit heeft is omgevormd tot woon-werklocatie. Via een beplante witte landweg (1) kom je aan op het erf met uitzicht over het dal (2). Tussen het erf en het nabijgelegen bedrijventerrein zijn terrastuinen aangelegd (3) die zij samen onderhouden en waar verschillende gewassen geteeld worden, waaronder industriĂŤle producten zoals hennep. Voor de aanleg van de tuinen is een deel van de grond omgeruild met een boer. Er wordt samengewerkt met het familiebedrijf op het bedrijventerrein voor de productie van schoenonderdelen. Ook produceert het collectief eigen bier en is de winkel, waar lokale producten worden verkocht, onlangs uitgebreid met een bar. Via de multifunctionele beplantingsstructuur aan de westzijde van het erf (4) kom je uit bij de volgende boerderij. Via een pad door het droogdal kom je uit in het beekdal. (5)
84
3
5
85
Kleinschalige landbouw
86
Verkoop (nieuwbouw)
Casa colonica Boven studioruimte, beneden atelierruimte
Horizontale beplantingsstructuur met wandelpad
87
Toekomstbeeld 2050
88
TOEKOMSTBEELD
89
De nieuwe laag als toevoeging aan het bestaande landschap.
90
Stel je eens voor dat je door de heuvels van De Marken fietst, en om je heen kan zien wat zich hier allemaal afspeelt. Wat er verbouwd en geproduceerd wordt. Dat je bij een opgeknapte boerderij iets kan drinken en handgemaakte schoenen kan kopen. Geen Toscane met villa’s en cipressen, maar een écht maaklandschap. Het ‘toekomstbeeld 2050’ is bedoeld om een indruk te geven wat de vijf bouwstenen samen kunnen opleveren. Als een haakwerk met gaten die soms groter en soms kleiner zijn, ligt de nieuwe landschappelijke structuur over de heuvels verspreid.
Het ontwikkelen van de lege huizen begint met enkele initiatieven en zal vervolgens gaan groeien en binnen tientallen jaren een aanzienlijke impact hebben op het gebied. Het mogelijke toekomstbeeld 2050 laat zien dat landschapsbeheer ook anders kan; dat het wel degelijk mogelijk is om tegelijkertijd een goede opbrengst te hebben, erosie tegen te gaan én een toegankelijk gebied te maken. En dit alles zonder daarbij bestaande agrariërs uit te sluiten. De manier waarop wonen en werken met elkaar verweven is, zorgt voor een ontspannen leefklimaat waar elders binnen Europa van geleerd kan worden.
91
lokale producten
eten / drinken
oplaadpunt e-bike
kerk
uitzichtpunt
picknickplek
overnachten
museum
De recreatieve routekaart
92
0
500 M.
93
94
95
Vroeger
96
Nu
Mogelijk toekomstbeeld
97
Overheid: • Regio De Marken (+ landschapsarchitect) • Landbouworganisaties als Coldiretti • Autorità di Bacino (waterschap) Nieuwe gebruikers: Individuen • Collectieven • Bedrijven •
Landeigenaren: • Eigenaren lege huizen • Ontwikkelaars
Bestaande gebruikers: Boeren • Bewoners? •
De verschillende partijen aan tafel.
98
1 Het activeren van een proces Het toekomstbeeld is een ideaalbeeld, dat realiteit kan worden wanneer de mensen in het gebied de potentie zullen zien. Van een landschap met veel verticaal-georiënteerde kavels, naar een ‘‘horizontaal landschap’’, kunnen we niet van de ene op de andere dag. Maar de grote veranderingen in de afgelopen eeuw laten zien dat ontwikkeling door de tijd denkbaar is. Het proces wordt gestuurd door de vijf bouwstenen te hanteren bij de volgende proces-stappen.
TIJD & PROCES
STAP 1 PLATFORM De nieuwe ontwikkelingen komen weliswaar bottom-up van de grond maar worden van bovenaf gestuurd en deels gefinancierd of gesubsidieerd. De overheid heeft een belangrijke rol bij het organiseren van het proces. Stap 1 begint een goed overzicht in GIS van alle kavels en (lege) objecten met bijbehorende eigenaars. In samenwerking met landbouworganisaties wordt duidelijk in kaart gebracht welke gronden bij welke agrarische bedrijven horen, om er achter te komen waar de winst voor agrariërs te behalen valt. (voor de organisatie (partijen) kan gekeken worden naar Nederland) Eigenaren van lege huizen worden door de overheid benaderd en uitgenodigd om mee te doen. Het direct verlenen van een bouwvergunning kan een manier zijn om mensen te verleiden om mee te werken. Wanneer de eigenaar niks wil dan kan hij worden aangespoord tot verkoop van het object aan een ontwikkelaar die meewerkt in het kader van het project.
99
Het zichtbaar maken van de beschikbare boerderijen.
TASI
AFFIT
Het gebied laten ‘‘leven’’ in het geheugen van mensen die er potentieel iets zouden willen.
100
2 STAP 2 HET LANDSCHAP GEBRUIKSKLAAR MAKEN Om activiteit in gang te zetten moet het gebied gaan leven in de mindset van de mensen die er potentiëel iets zouden kunnen én willen. Daar zijn voorinvesteringen voor nodig. Lege historische boerderijen zijn vaak compleet begroeid en je kan er niet komen. De huizen van eventueel geïnteresseerde eigenaren moeten goed toegankelijk en zichtbaar zijn. De nu overal aanwezige verboden toegangsborden worden daarom verwijderd en daarvoor in de plaats is informatie over het project te zien. Eén van de eerste fysieke ingrepen is het goed toegankelijk maken van de landwegen en deze te beplanten. (bouwsteen 2)
Recreatieve rustpunten zijn een relatief kleine investering met een groot resultaat. Pleksgewijs wordt bovendien een begin gemaakt met het herprofileren van beekdalen en het vergroenen van steile hellingen. (bouwsteen 5) Naast de eerste fysieke ingrepen is het belangrijk om het landschapsontwikkelingsplan bekendheid te geven. Veel jonge mensen zoeken op internet naar ruimte om iets te doen met kleinschalige landbouw. De beschikbare huizen worden in een digitaal zoeksysteem opgenomen. In het buitengebied worden bij de beschikbare huizen tijdelijke eventen georganiseerd, zoals oogstfeesten of concerten.
101
Doelgericht sturen
beekdal (laag)
droogdal
horizontale beplantingsstructuur provinciale weg (hoog)
Verbinden
102
3 STAP 3 LANDSCHAPSONTWIKKELING De bekendheid is er en het landschap is er klaar voor. Er ontstaat een run op de lege huizen. Hoe meer mensen betrokken worden, hoe meer mogelijkheden er ontstaan.
De landschappelijke uitgangspunten worden goed in de gaten gehouden. Men is vrij om naar eigen gelang de erven te herontwikkelen volgens de uitgangspunten in het vorige hoofdstuk. (bouwsteen 1)
De ontwikkelingen worden worden, volgens de principes zoals besproken in het vorige hoofdstuk, doelgericht gestuurd. Juiste acties, zoals het aanbrengen van antierosieve beplanting en het maken van nieuwe recreatieve verbindingen, leveren de ontwikkelaars en gebruikers extra mogelijkheden op. (bouwsteen 3)
Uiteindelijk gaat het erom alles aan elkaar te verbinden: horizontale bepantingsstructuren komen uit in droogdalen; droogdalen vormen een verbinding tussen de snelle wereld boven en de langzame wereld beneden; beek- en droogdalen worden worden over de hele lengte versterkt. Het resultaat: een veel natuurlijker beeld.
Ruilverkaveling kan zowel met gronden die in eigen bezit zijn als met gepachte gronden. Landbouworganisaties hebben hierbij een belangrijke organisatorische rol. De multifunctionele beplantingsstructuren (bouwsteen 4) worden gesubsidieerd door de overheid en door de gebruikers onderhouden.
Deze langetermijnvisie wordt gestuurd samen met de beheerder van de beeklopen (AutoritĂ di Bacino). Deze beheerder heeft de doelstelling om, naast het herstellen van natuurlijke flauwe oevers en het verbeteren van de waterkwaliteit, op termijn alle waterlopen van openbaar toegankelijke onderhoudspaden te voorzien.
103
De regionale meerwaarde van het plan: uitloopgebied (1), lokale productie (2), overgangszone ecologie (3) en reductie overstromingen (4).
104
REGIONALE BETEKENIS
Het â&#x20AC;&#x2DC;op orde brengenâ&#x20AC;&#x2122; van het heuvelgebied heeft meerdere positieve gevolgen voor de rest van het systeem. Uitloopgebied op steenworpafstand Van een tussengebied waar je alleen komt wanneer je er zijn moet, kan het heuvelgebied zich transformeren tot een een prachtig uitloopgebied voor kustplaatsen als Civitanova Marche, waar je nieuwe schoenen kan kopen of een lokaal biertje kan gaan drinken. Door de nabijheid van de stad bevind je je binnen 10 minuten in een glooiend, kleinschalig agrarisch landschap. Ontwikkelruimte (nieuwe) bedrijven De lokale productie en verkoop van kwaliteitsproducten sluit goed aan bij het recreatieve perspectief. Een sterk productienetwerk dat kwaliteitsproducten voortbrengt is de onderscheidende kwaliteit van het gebied. Zowel de lokale maakindustrie als agrarische bedrijven (nieuw en bestaand) krijgen ruimte en mogelijkheden om zich te ontwikkelen.
Ecologische overgangszone Op het regionale schaalniveau vormen de heuvels een overgangszone tussen twee grote landschappen: de bergrug van de Apennijnen en de Adriatische kust. Door de toevoeging van robuuste, landschappelijke structuren die passen bij het droge klimaat van het heuvelgebied, wordt de natuurlijke overgangszone hersteld. Reduceren van overstromingen Het heuvelgebied beslaat de helft van het stroomgebied van de rivier de Chienti. Door het water vroegtijdig vast te houden (in de beekdalen) kunnen de gevolgen van overstromingen in het stedelijk gebied worden gereduceerd.
105
Topografische kaart met kader toekomstbeeld
106
KAARTBIJLAGEN
0
5 KM.
10 KM.
107
HOGE HEUV
B E RG E N
Regionale landschapstypen
108
VA L L E I
LAGE HEUVE L S
VEL S
0
5 KM.
10 KM.
109
TOT 1100 M.
T OT 1600 M.
TOT 2600 M .
Berg- en heuvelruggen
110
TOT 350 M.
T OT 700 M.
0
5 KM.
10 KM.
111
Karakteristieken rivier Chienti
112
0
5 KM.
10 KM.
113
= erosion
Hydrogeologische instabiliteit
114
= floods
Data PAI AutoritĂ di Bacino
0
5 KM.
10 KM.
115
Demografische verschuiving
116
0
5 KM.
10 KM.
117
Economie
118
0
5 KM.
10 KM.
119
-
Landbouw
120
T EX
E
IV NS
E
G RIN
IN
T
S EN
IV
IN ER
G
0
5 KM.
10 KM.
121
122
BEGRIPPENLIJST
Agrinido: opkomende vorm van kinderopvang in het buitengebied waarbij de kinderen in contact komen met landbouw. Appoderamento: landontginning. Casa e bottega: huis met atelier, werk aan huis. Casa colonica: traditionele boerenwoning met twee verdiepingen van keien, baksteen of klei. Coltivazione a due piani / l’alberata: dubbelteelt/combinatieteelt; toepassing van (fruit)bomen en lage gewassen naast elkaar in rijen. Contrada: vaak lange landwegen, openbaar maar bijna alleen in gebruik door bestemmingsverkeer. Granducato della Toscana: Groothertogdom van Toscane die bestond, met onderbrekingen, van 1569 tot 1859 met als hoofdstad Florence. Indotto: netwerk van bedrijven die in dezelfde branche opereren. L’artigianato: ambachtsector. Latifondo: uitgestrekte vlaktes zonder bomen of water met monocultuur (graan), kenmerkend voor het zuiden van Italië. LFA: Less Favoured Area (Europees landbouwbeleid), gebieden met een ‘natuurlijke handicap’ zoals berggebieden. Mezzadria: deelpachtsysteem, ontstaan rond ca. 1350 en afgeschaft in 1964. Met name in midden-Italië. Policoltura / coltura promiscua: mengcultuur. Rinselvatichimento: verwildering, terugkeer van de natuur. Rittocchino: ouderwetse manier van ploegen, haaks op de contourlijnen. Strada bianca: historische landweg met een opvallende witte kleur. UAA: Used Agricultural Area, landoppervlakte met de functie landbouw.
123
124
LITERATUURLIJST
CIAFFI, B., Il volto agricolo della Marche, 1953, Ancona SERENI, E., Storia del paesaggio agrario italiano, 1961, ... ANSELMI, S, Chi ha letame non avrà mai fame. Studi di storia dell’agricoltura, 1975-1999, 2000, Ancona. MORONI, M., La mezzadria in una prospettiva storica, in: Le Marche nella Mezzadria, 2014, Macerata. MORONI, M., Crisi ambientali e paesaggio agrario nelle Marche: un approccio storico, 2012, Macerata. POLIDORI, R., Paesaggio e integrazione: le eredità della mezzadria per la Pac del futuro, 2013, Firenze MANGANI, G. ... ANTONELLI, G. / VIGANÒ, E., Agricoltura e paesaggio nella Regione Marche, 2007, Milano. RUSCO, E. / MARECHAL, B. / TIBERI, M / BERNACCONI, C. / CIABOCCO, G / RICCI, P / SPURIO, E. (Joint Research Centre), SustainableAgriculture and Soil Conservation (Case Study – Italy), 2009 Italy. TÓTH, G. / MONTANARELLA,L. / RUSCO, E. (JointResearch Centre), Threats to soil quality in Europe, 2008 Italy. VAN DER KNIJFF / J.M., JONES, R.J.A. / MONTANARELLA, L. (Joint Research Centre), Soil Erosion assessment in Italy, 1999 Italy. STEEL, C., Hungry city, 2008, Londen. COMUNE DI MONTEGRANARO / SCUOLA MEDIA STATALE ‘‘A.CARO’’-CLASSE || G, L’industria della calzatura a montegranaro
Documentatie: •
• • • •
• •
6e Censimento generale dell’agricoltura nelle Marche, Istat WP PSR 2007-2013 Sotte Ripanti PSR_Marche_2014_0108 Osservatorio Turistico delle Marche, 2011 Ambiente e Consumo di Suolo nelle Aree Urbane Funzionali delle Marche, Regione Marche 2009 Piano Paesaggistico Regionale, 2010 Piano Energetico Ambientale Regionale, 2014
Websites: • • •
•
•
• •
•
•
•
http://psr2.agri.marche.it http://www.pcn.minambiente.it http://www.ambiente.marche.it/Territorio/ Paesaggio/PPRPianopaesisticoregionale.aspx http://www.mc.camcom.it/uploaded/Allegati/ Promozione/Charts/Open-Data-Map-QuotaMarche.htm http://www.iis-dellarovere.eu/progetti_didattici/ lavorazione%20tabacco/La%20mezzadria.htm http://www.igmi.org/ware/ http://ctr.regione.marche.it/marcheCTR_web/ default.aspx http://ctr.regione.marche.it/popolazione/Abitazioni. htm http://www.orizzontidipianura.it/interno.php?ID_ MENU=401&ID_PAGE=410 http://suoli.regione.marche.it/ServiziInformativi/ ErosionedelSuolo.aspx
125
126
127