SUCCESsie!
model voor dynamische stadsontwikkeling
M.J. Tjon Asoi
SUCCESsie! INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. OPGAVE 3. ANALYSE 4. UITGANGSPUNTEN 5. CONCEPT: SUCCESSIE 6. UITWERKING
INLEIDING
Amsterdam heeft de ambities het Westelijk Havengebied te transformeren naar een duurzaam en toekomstbestendig stedelijk gebied. De ambities voor het gebied komen voort uit de kwaliteiten van het gebied en haar uitstekende ligging nabij de historische binnenstad, binnen de ring A10, met de ruimtelijke kwaliteiten van het IJ en de unieke identiteit van de haven. Deze ambities zijn in lijn met het compacte-stad-gedachtegoed en worden aangedreven door de steeds uitdijende en populaire binnenstad en IJ-oevers. Dit project gaat uit van een stedenbouwkundige strategie die zich baseert op het principe van successie. Door de bestaande ambities voor het gebied te koppelen aan de ontwikkeling van afzonderlijke kavels, is een geleidelijke en adaptieve transformatie mogelijk, met particulier initiatief als voorwaarde. Spelregels en regie begeleiden de transformatie van werklocatie naar een gemengd stedelijk gebied, zonder rigide op ĂŠĂŠn wenselijke uitkomst voor te sorteren. Zo kan flexibel worden ingespeeld op veranderende omstandigheden en wensen in de toekomst. Het gebied is hierdoor niet alleen toekomstbestendig en duurzaam, maar ook drager van een meervoudige en geleefde identiteit.
4
Coenhaven
Coen
en Vlo-
Vlothaven Mercuriushaven Neptuneshaven
Minervahaven
Houtveemkanaal Minervahaven Hempoint
Houthavens
westelijke havengebied, zuidelijke IJ-oevers Amsterdam
5
OPGAVE
Hoe kan het Westelijke Havengebied in een duurzaam toekomstbestendig stedeli De ruimte voor de stedelijke ontwikkeling van Amsterdam is in belangrijke mate gevonden in de transformatie van de IJ-oevers van haven naar stedelijk gebied. Omdat de verwachting is dat Amsterdam zich de komende decennia als krachtig economische centrum zal blijven ontwikkelen en ook in omvang zal toenemen zal deze verschuiving van haven naar stad doorzetten. Na de transformatie van de Houthavens lijken de resterende havens binnen de ring een logische volgende locatie. Met name het Westelijke havengebied tussen spoor, ring A10 en de Houthavens. Hier is de stad met haar kwalitatieve centrum nog relatief dichtbij. Het is een ontwikkeling binnen bebouwd gebied en sluit daarmee aan bij de compacte stad gedachte. Daarbij is het een gebied dat door zijn ligging aan het water en door de schaal een eigen kwaliteit en gevoel heeft. De gemeente spreekt in haar structuurplan 2040 de ambitie uit een concurrerende, aantrekkelijke, toekomstbestendige stad te willen zijn. De stad groeit en er ligt een grote woningbouwopgave om de voorspelde bevolkingstoename van ca. 70.000 mensen tot 2040 te huisvesten. De behoefte aan centrumstedelijke milieus groeit daarbij snel. Ook het havenbedrijf heeft de ambitie de havenactiviteiten te verduurzamen, compacter te maken en meer bij te laten dragen aan de stad zelf. Dit zijn twee elkaar ondersteunende bewegingen die de ontwikkeling van dit gebied plausibel maken. Plausibel maar niet eenvoudig. Niet langer gaat het hier om een perifere rand van de havens die toch al richting IJmuiden waren weggetrokken, dit is nog voor een groot deel ‘the real thing’. Daarbij is de maat (270 hectare, waarvan meer dan 30% water) van een andere orde als de afzonderlijke gebiedsontwikkelingen van de houthavens, Java, KNSM of Borneo Sporenburg. Ook is de verbondenheid van dit gebied met de stad zelf nog duidelijk zwakker dan bij de voorgaande locaties. Daar komt bij dat sinds een aantal jaren de opvattingen en condities van stedelijke ontwikkeling sterk aan het verschuiven zijn: van sturen naar condities scheppen, met nieuwe verhouding tussen publieke en private rollen en verantwoordelijkheden. De huidige economische crisis en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen bij overheden en marktpartijen hebben tot een vastlopende planontwikkeling geleid. De grote investeerders nemen een pas op de plaats en een veelvoud aan kleinere minder slagkrachtige partijen als CPO’s moeten nieuwe ontwikkelingen dragen. De stedenbouwkundige professie kan een plan niet meer uit ontwerpen, maar moet rekening houden met onzekerheden, veranderlijkheid en de evolutie van verwachtingen en omstandigheden. Hoe en met welke middelen kan je als stedenbouwkundige in zo’n omgeving bijdragen aan de ambities van stad en haven? De uitdaging is duidelijk: Hoe kan het Westelijke havengebied in dit tijdsgewricht transformeren naar een duurzaam toekomstbestendig stuk stad?
6
dit tijdsgewricht transformeren naar ijk gebied?
plangebied beschermd stadgezicht getransformeerde gebieden gebieden in transformatie havengebied in transformatie gebieden a.h. IJ - Zaanstad in tranformatie ontwikkeling van groen recreatie gebied gebied in planvorming/ontwikkeling fase dijk - waterkering recreatieve verbinding hoofdontsluiting-stadstraat -radialen winkelstraat bestaand hoofdontsluiting plangebied (groen) stedelijke plekken bestaand
7
ANALYSE
Beeldverhaal ..vele contrasten maken het gebied uniek en aantrekkelijk
8
9
> wijds >> grote waterbekkens vs smalle slootjes >>> rustige ligplaatsen vs druk bevaren IJ
> dynamisch gebruik op het water >> economische en recreatieve waarde
22
IJ 10
> de druk op de ruimte in de omgeving is groot: de buurt domestiseerd hetm gebied. >> de ruimtedruk in de stad is groot: nieuwe functies vinden hier een plek: creatieve bedrjvigheid, gynasium, studentenhuisvesting >>> het gebied is dynamisch >>>> maar ontwikkeling stagneerd
> oud vs nieuww >> klein vs groot >>> utilitair vs gecultiveerd
11
ANALYSE
Historische ontwikkeling De haven van Amsterdams en de stad Amsterdam zijn vanaf het ontstaan in de 13e eeuw nauw met elkaar verbonden. De monding van de Amstel, tussen de Dam en het IJ, was de oudste haven van Amsterdam. Langs het Damrak en de Warmoesstraat verrezen de huizen van kooplieden die een belangrijke rol speelden in de ontwikkeling van de haven en de handel in Amsterdam. In de 16e eeuw breidde de haven zich uit naar de Lastage, een buurt aan de oostkant van de oude Binnenstad, waar ook scheepsbouw plaatsvond. In de 17e eeuw werden eilanden in het IJ aangeplempt die tevens een plaats boden voor uitbreiding van de havenactiviteiten, dit werden de Westelijke Eilanden en de Oostelijke Eilanden. De haven van Amsterdam was met de Noordzee verbonden via de Zuiderzee. Deze verzandde steeds meer, zodat een betere verbinding nodig werd. Het Noord-Hollands Kanaal, gegraven op initiatief van Koning Willem I, van Amsterdam naar Den Helder, werd voltooid in 1825. Dit kanaal voldeed al snel niet meer aan de eisen van het scheepvaartverkeer. Pas met de opening van het Noordzeekanaal van Amsterdam naar IJmuiden in 1876 heeft de Amsterdamse haven een goede, rechtstreekse verbinding met de Noordzee. Langs het kanaal werden de IJpolders gerealiseerd. De groeiende welvaart ten gevolge van de industriële revolutie na 1870 betekende een “tweede Gouden Eeuw” en een nieuwe groei- en bloeiperiode voor de Amsterdamse haven. Het oostelijke havengebied werd aangelegd om de nieuwe groei aan havenactiviteiten op te vangen. Ook langs het Noordzeekanaal en in Amsterdam-Noord werden aansluitend nieuwe havens gegraven. De bevolking nam explosief toe van 225.000 in 1850 naar 408.000 in 1890. De behoefte aan nieuwe woningen werd met de bouw van uitbreidingswijken zoals de Pijp, de Dapperbuurt, de Kinkerbuurt en de Staatsliedenbuurt vervult. De stad treed hierbij voor het eerste buiten de 17de eeuwse stadsgrenzen van de Singelgracht. De oorspronkelijke (oostelijke) haven ter hoogte van de Amstel monding verloor zijn functie met de aanleg van het Centraal Station, in 1889 voltooid, op drie aangeplempte eilanden in het IJ, die de stad van het IJ scheidde. In 1877 werd ten westen van de Haarlemmerpoort een deel van de gemeente Sloten geannexeerd. Hier wordt later de Staatsliedenbuurt gebouwd. In 1921 werd het grondgebied van Amsterdam verder uitgebreid: aan de westkant werd nu de gehele gemeente Sloten (NH) opgeheven en bij Amsterdam gevoegd. Waar later de wijken van Plan West, Bos en Lommer, de Westelijke Tuinsteden en Westpoort worden gerealiseerd. De aanleg van het westelijk havengebied begint met de uitbreiding van de houthaven. Tussen 1878 en 1883 werd de Minervahaven aangelegd als westelijke uitbreiding van de oude Houthaven aan het IJ. Met een grootte van 90 ha wateroppervlak en 36 ha opslagterrein kwam deze haven grotendeels in het IJ te liggen. De goed uitgeruste Minervahaven lokte de naar
12
1856
1876
1916
1936
1950
1961
1984
1994
13
ANALYSE
Historische ontwikkeling Purmerend uitgeweken houthandel weer terug naar Amsterdam. In 1889 besloot de gemeenteraad om de houthavens aan te sluiten op het spoorwegennet. Deze havens boden plaats aan open overslag van bomen uit verschillende delen van de wereld. Het liep niet direct storm met het westelijke havengebied. De rederijen richtten zich nog traditioneel op de oostkant van de stad. Desondanks sprak de gemeenteraad in 1913 haar voorkeur uit om de havens juist aan de westzijde te ontwikkelen. Het Amsterdams Uitbreidingsplan uit 1935, die de ruimtelijke ordening voor jaren zou dirigeren sloot aan op deze visie. In het kader van het Algemeen Uitbreidingsplan werd vanaf de jaren vijftig het Westelijk Havengebied sterk uitgebreid. Het Oostelijk Havengebied verloor meer en meer zijn functie en werd vanaf de jaren negentig ingericht tot woonwijk. Door de jaren heen bleven de schepen groeien en nam ook het transport over het land steeds verder toe. De vracht van de schepen werd vaker al in het Westelijk Havengebied overgeladen op kleinere vaartuigen en de treinen en vrachtwagens gingen steeds vaker hout vervoeren. De spoorverbinding werd verlegd naar het westelijk havengebied en de binnenvaarthaven in de Oude Houthaven kreeg een andere inrichting. De Houthavens Met de komst van betonnen heipalen nam de vraag naar houten heipalen af, de houthaven met haar boomstammen in het water verloor hierdoor haar functie. De waterlopen tussen de pieren in de Houthaven werden vervolgens gedempt en er vestigden zich nieuwe bedrijven. Veel bedrijven die in het gebied gevestigd waren, verloren de relatie met het water en verlieten het gebied, zonder dat daarvoor nieuwe bedrijven in de plaats kwamen. Langzaam zijn de meeste bedrijven uit de houthavens vertrokken, om ruimte te maken voor de transformatie van de Houthaven tot een nieuwe stadswijk. In het voorjaar en de zomer van 2004 zijn in de Houthaven 1.100 tijdelijke studenteneenheden gebouwd en 72 wisselwoningen voor bewoners uit de Spaarndammerbuurt. Er komt een woonschip “de Rochdale One� met ruimte voor 194 studenten. In 2012 besluitt de gemeente een nieuw asielzoekerscentrum te bouwen die anno 2014 is ingevuld als studentenwooncomplex. Direct na WOI werden er enkele uitbreidingen uitgevoerd aan de Westelijke havens. Er werd een nieuwe vlothaven in de Amsterdammer Polder aangelegd ten westen van en via een verbindingskanaal bereikbaar vanuit de Minervahaven. Ook werden gedurende het Interbellum de Westhaven (met de Fordhaven, nabij de Hembrug) en de Coenhaven aangelegd. De Coenhaven diende toen voornamelijk als stukgoedhaven (opslag of overslag voor goederen verpakt in balen, zakken, kisten of vaten). Coen- en Vlothaven De Coenhaven was verbonden aan de Houthaven. Rond 1960 worden de Houthaven en de Coen- en Vlothaven van elkaar
14
gescheiden. De weg- en heeft plaats gemaakt railverbinding. Tussen tot een stukgoedhaven als vlothaven.
railverbinding tussen de twee gebieden voor een voetpontverbinding en een 1960-1970 werd de Vlothaven ontwikkeld en functioneerde het niet langer meer
In de jaren zestig van de vorige eeuw kreeg de haven te maken met weer een schaalvergroting in de scheepvaart. Ook was er een toenemende belang van de overslag van massagoed zoals olie, granen en kolen, zodat die daarna over land verder vervoerd konden worden. Dit betekende de opkomst van de haven van Rotterdam. Amsterdam was in die tijd meer een eindhaven voor stukgoed (hout, papier, staal en dergelijke). In de tachtiger jaren begon een nieuwe groei voor Haven Amsterdam. Vooral de overslag van ‘droog massagoed’ (kolen, granen, ertsen) nam sterk toe, maar ook het containervervoer. De bedrijvigheid in het Amsterdamse havengebied had vanzelfsprekend last van de oliecrisis in de jaren zeventig. “Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw raakte het leven met water echter volledig op de achtergrond. Het water verloor zijn transportfunctie ten gunste van het landverkeer, tientallen grachten werden gedempt en problemen met de waterhuishouding werden langs civieltechnische weg opgelost. Water verdween uit het stedenbouwkundig ontwerp.” (Amsterdam waterbestendig, 2010) Minervahaven Tot de jaren zestig en zeventig waren de bedrijfsactivitei- ten in de Minervahaven voor 100% op de houtoverslag en houthandel gericht. De veranderingen in het gebied waren vooral fysiek en civieltechnisch van aard. Het functionele karakter van het gebied veranderde in de jaren zeventig en tachtig van grootschalige op het water gerichte activiteiten naar meer kleinschalige, op het land gerichte bedrijfsactiviteiten. Houtbedrijven in het gebied vervoerden hun grondstoffen en producten steeds minder over het water en steeds vaker over de weg. Vanaf de jaren zeventig trekken ook andere soorten bedrijfsactiviteiten het gebied binnen. Groothandels, machinefabriekjes, bouwmarkten vestigen zich in het gebied. In de jaren zeventig wordt aan de Archangelkade het eerste bedrijfsverzamelgebouw gerealiseerd. Halverwege de jaren tachtig wordt een tweede bedrijfsverzamelcomplex gebouwd bij de Nieuwe Hemweg. Inmiddels kent Stadhaven Minerva een grote verscheidenheid aan bedrijven, zoals metaalconstructiebedrijven, foto- en filmstudio’s, groothandelsbedrijven, schoonmaakbedrijven, drukkerijen en administratiekantoren. Opvallend is het grote aantal kleine bedrijven. In het gebied is op enkele locaties sprake van leegstand. Veel havengerelateerde bedrijvigheid is vervangen door op de stad gerichte bedrijvigheid, waarbij de nieuwe gebruikers andere eisen stellen aan de omgeving en bereikbaarheid. Het is daarom noodzakelijk de ruimtelijke en functionele structuur van Minervahaven aan te passen aan de eisen en wensen van de nieuwe gebruikers van het gebied. Naast veroudering is verandering van het gebruik dus een belangrijke aanleiding voor de huidige transformatie.
15
ANALYSE
Conditie factoren
verbindingen barrierres: spoor, dijk, drukke wegen en havenbekkens. Dicht bij de stad, maar door vele barrieres een enclave
Zaandam
Havens en IJmuiden
Haarlem
Centrumring
Het gebied is nauwelijke bereikbaar met OV.
Schiphol
100 m 0m
A10 oost
500 m
Sloterdijk
Veel braakliggend gebied in in eigendom van de gemeente en kan direct ingezet kan worden. totaal braak: 31 ha.; 26.4 ha niet uitgegeven grond kan ingezet worden om de dynamiek op korte termijn te vergroten.
16
CS
100 m 0m
500 m
Als utilitair landschap nog niet ingericht op verblijfskwaliteit; Weinig verblijfskwaliteit, kwalitaief groene structuren
1.2m
-10.5 +1.7m +1.7m
-13.75
+1.7m +1.1m
+1.5m
+1.7m
-10.5 -0.4m
1.2m +1.1m -15.5
+0.9m
-15.5 1.2m 1.2m
-5.5 +0.9m -5.5
+1.4m -15.5
+1.4m
+0.7m
+0.9m
-3.5
+0.9m
-5.5 -2.5
-0.7m +2.9m-1.4m
+1.7m 2.0m +1.5m
+0.5m -0.7m
+0.8m
-10.5
-3.5 -5
2.0m -1.9m
Kavel & korrelgrootte Schaal verkleining en verdichting vindt plaats in de minervahaven en de houthavens. In de grote loodsen van Hempoint Zuid zitten veel kleinen bedrijven. hier vindt ook schaalverkleining in gebruikers plaats. Dit is ook van toepassing op de nieuwe gebouwen in de Minervahaven waar elk gebouw meerder gebruikers kent. Veel restkavels aanwezig in de Coen en Vlothaven met name vanwege gebrek aan functionele maten en toegang tot het water (droge terrein) t.b.v. havenactiviteiten. Totaal uitgeefbaargebied: 121.8 ha; waarvan nu als natte kavels uitgegeven: 52.5 ha;
+2.9m
-4.5
-10.5
100 m 0m
500 m
In de Minervahaven en de Houthaven is veel grond in eigendom van de gemeente en niet uitgegeven. In de Coen- en Vlothaven zijn veel langdurige contracten t.b.v havenactiviteiten.
17
De meeste milieucondities vormen nauwelijks een belemmering voor een groot deel van het plangebied. Voor het milieuaspect geluid gelden wel harde grenswaarden die beperkend zijn voor de mogelijke ontwikkelingen in het gebied.
Geur is een beperkende factor voor stedelijke gevoelige functies. dmv bronmaatregelen kan hier wat aangedaan worden; Haven amsterdam stimuleerd bedrijven hierin; kwestie van tijd en innovatie
100 m 0m
500 m
20
10 5 3
Onder invloed van veranderingen rondom het gebied zullen de contouren verschuiven.vraag om strategie op termijn: mileubeperkingen verruimen (tijdelijk); uitplaatsen van bedrijven; stimuleren van bedrijven om te vertrekken
100 m 0m
500 m
Externe veiligheid heeft met name voor de Coen en Vlothaven effect.
55 dB 1.0 10-9 /jr.
amfert ammoniak opslag
1.0 10-6 /jr
100 m 0m
18
50 dB
500 m
1.0 10-8 /jr
De vervuilden gebieden kunnen makkelijk kavelgewijs gesaneerd worden; bodem vormt hierdoor nauwelijks een belemmering voor gevoelige functies.
Wtaerbekkens voornamelijk in gebruik tbv havenactiviteiten. In de Houthaven liggen wat woon en horeca schepen.
-15,5
-15,5
100 m 0m
500 m
-10,5
-10,5
-15,5 -10,5
-15,5
-10,5
-15,5 -15,5 -9 -5,5
-15,5 -4 -10,5
-3,5
-2,5
-5,5
-10,5
-3,5
Sectoraal verdeelde ruimte, weinig menging; veranderingen treden op in de loodsen van de hemponit en in de minervahaven. opgave is om meerwaarde te creeren door uitwisseling: delen van voorzieningen, aangaan van samenwerkingsverbanden, koppelen van energievragen etc. Weinig waardevolle gebouwen, meeste bebouwing zijn loodsen: deze loodsen faciliteren nieuw programma: kleine units worden verhuurd aan kleine ondernemingen. Er wordt veel meer geinvesteerd in de nieuwe gebouwen in de Minervahaven; tijdelijke bebouwing bevindt zich buiten de hindercontouren en direct aan de stad. De silos van cargill en igma kunnen als cultuurhistorisch waardevol aangemerkt worden voor de herkenbaarheid van de havenindustrie in het gebied.
mineralen op en overslag industrie agribulk, biomassa op en overslag agribulk, mineralen, biomassa opslag agribulk, minerale bulk recycling op en overslag bedrijfverzamelgebouw: creatieve industrie, stedelijke-, facilitaire dienstverlening creatieve industrie: mode, marketing, media, architectuur bouw gerelateerd horeca geplande horeca havens plangebied NDSM-werf
2
Westergasfabriek
100 m 0m
500 m
19
UITGANGSPUNTEN
Ambities voor het gebied Als de kwaliteiten van de locatie worden ontwikkeld en de uitdagingen weg worden genomen heeft het gebied de potentie een uniek en onderscheidend stedelijk milieu aan de IJ-oevers te worden.
20
attractief amsterdams
ontmoetingsplek
CONTRASTRIJK, COMPACT,
WATERRIJK,
AFWISSELENDE GEMENGD natuurlijk
STEDELIJKE OMGEVING
recreatief
dicht op het water
intiem
cultuurhistorie
verbonden
deel van de stad
spektakel
haven Amsterdam
compact 21
CONCEPT
Successie
Van successie in de ecologische zin is sprake wanneer een levensgemeenschap dankzij natuurlijke processen wordt opgevolgd door een volgende. Kenmerken - de ene ontwikkelfase is voedingsbodem voor de volgende fasen, - geleidelijke transformatie, uitgaan van een dynamische situatie die in de tijd ruimtelijk en functioneel evolueert - van een arm en dynamisch systeem naar een stabiel, rijk en complex systeem met grote diversiteit - cyclisch proces
22
tijd
PIONIER-FASE • • • •
extreme, armoedige, dynamische omstandigheden weinig soorten, open kringloop; eenvoudig voedselweb; grote tolerantiegrenzen bij dominante soorten
CLIMAX-FASE • • • • • •
rijke, stabiele conditie grote (bio)diversiteit gesloten kringlopen compexe voedselweb veel specialismen of niches smalle tolerantiegrenzen
23
CONCEPT
Successie Waarom successie als analogie voor het stedelijke ontwikkelings proces: - Successie is adaptief en te beinvloeden - Successie is geleidelijk en daarmee een betaalbaar ontwikkelmodel - in de tijd ontstaat grotere meerwaarde, diversiteit en een gelaagd systeem: - De gelaagdheid maakt het gebied intrinsiek duurzaam
24
1300
t
1500
1700
1900
locatie: grootandel laagwaardige bedrijven en havenindustrie
GAMMA
2000
shop
shop
shop
shop
shop
shop
shop
pioniersfase - verbinden laagwaardig wordt hoogwaardig werklocatie
GAMMA
opvolgfase - verrijken werkgebied wordt woonwerkomgeving
shop
climaxfase - gelaagd woonwerkomgeving wordt stedelijk geactiveerd gebied
shop
ruimte en dynamiek: actoren hebben direct invloed op hun omgeving
shop
tijd en ontwikkeling: meerdere uitkomenste mogelijk
t 5a
3a 4a
2a 1a
3b 2b
t
0
1
1b
5b 4b
3c 3d
5c 4c
2c 3e
5d
t
25
CONCEPT
Ecosysteem
ecosysteem/leefgebied/successie fase
economie
actoren & conditie factoren = schaal afhankelijk
context (omgeving)
externe factoren
ecologie
conditie’s (fysieke en nonfysieke) deze factoren zijn in wet- en regelgeving vaak vastgelegd; hiermee is wet- en regelgeving onderdeel van (bijna) elke conditie-factor.
gebiedklimaat
interne factoren grondpositie
grondwaarde
programma
(interne)structuur
leefgebied (stad/ stedelijk gebied)
lokaal boven lokaal
overheden
nationaal soort 1 soort 2
maatschappelijke instellingen
actoren
soort 3 kunstsectoren
culturele instellingen
erfgoedsector media bibliotheken
burgers
bewoners bezoekers werkenden
ondernemingen sector a sector b sector c sector d
categorie
26
groep
SUCCESSIEGRAAD
VARIABELEN
WAARDE
economisch klimaat
hoog - laag conjunctuur
investeringsruimte verbindingen
inbedding (schaalniveau’s)
programma-profiel milieu-type(n) levensgemeenschap groenstructuur
continuiteit
flora en fauna
kwaliteit
watersysteem
kringlopen
geluid, geur, externe veiligheid
beperkend - niet beperkend
bodemkwalitiet luchtkwaliteit publiek privaat opstal
publiek-privaat uitgegeven %
laag - hoog
functie wonen
wonen
mix: %
werken
werken
voorzieningen
voorzieningen morfologie infrastuctuur
bereikbaarheid
verkavelingsstructuur
fijnmazigheid
bebouwingsstructuur
korrelgrootte, fsi, osr, gsi
historische structuur
aanwezig/leesbaarheid
bebouwingstypologie
flexibiliteit, diversiteit
ruimte typen
diversiteit
k&l
dichtheid, duurzaamheid
dienst x
afdeling 1
dienst y
afdeling 2 mutualisme/ commensalisme / parasitisme
niveau 1 instelling 1
niveau 2
instelling 2 architectuur, beeldende kunst, dans, film, literatuur, muziek, muziektheater, theater, vormgeving
organisatie 1 organisatie 2
archieven, archeologie, monumenten, musea, immaterieel erfgoed
organisatie 3
omroepen rijks-,stad-, wijkbibliotheken
individu p individu q
groep a
individu r
groep b
competitie/ cooperatie
individu s
groep c
bedrijf x
branche a
bedrijf y
branche b
bedrijf z
sub-groep
interacties
individu/lid
effect successie proces
interacties tussen en binnen groepen/ individuen: coĂśperatie
tegen of meewerken
symbiose
mutualisme (beide groepen hebben voordeel),
effecten van de verschillende vormen van interactie adaptatie specialisatie (niche ontwikkeling) verdringing
commensalisme (een heeft voordeel en de ander geen voor/nadeel), parasitisme (een voordeel de ander nadeel). competitie
27
UITWERKING Strategie
1. Elke ontwikkeling is mogelijk 2. Uitgaan van dynamische situatie die in de tijd ruimtelijk en functioneel
3. Elk ontwikkeling draagt iets bij aan het gebied 4. Samen ontstaat meerwaarde 1+1 = 3
28
10jr 50 jr
kavel
1jr 20 jr
= gebouw + groen + weg (+ water)
29
UITWERKING Spelregels
aansluiten op bestaande water en wegen, kabels en leiding 1) aansluiten op bestaande water en wegen 1) aansluiten op bestaande water en wegen 1) aansluiten op bestaande water en wegen
spiegelen of verlengen aanwezig water en/of weg
2) spiegelen of verlengen aanwezig water of weg 2) spiegelen of verlengen aanwezig water of weg 2) spiegelen of verlengen aanwezig water of weg
3) inpassing in overleg met stedenbouwkundige. Interventies om netwerken te creeren 3) inpassing in overleg met stedenbouwkundige. Interventies om netwerken te creeren 3) inpassing in overleg met stedenbouwkundige. Interventies om netwerken te creeren
30
inpassing in overleg met stedenbouwkundige/ regisseur: Interventies om continuiteit en netwerken te creeren
60-180 m tussen dwarsstraten 60-180 m
8-12m
≼ 12m
60-180 m tussen dwarsstraten
60-180 m
8-24 m ≼ 6m
60-180 m tussen dwarsstraten 8-24 m
≼ 12m
> 50 % rooilijn bebouwd
60-180 m
kavelinrichting vs ruimtestructuur uitwerking kleinste korrel: 1. mogelijke schakelingen van kavelonderdelen 2. spiegelen t.o.v. de Y-as 3. speigelen t.o.v de X-as 4. profielen relatie openbaar-prive
31
UITWERKING
Strategie & spelregels Een waterrijke, compacte, afwisselende en gemengd stedelijke omgeving - Compact - Stedelijkheid. - Waterrijk - Goed ontsloten en verbonden - Variabel gebruiksrecht voor een snelle ontwikkeling van het gebied - Bouwregels garanderen goede bezonning - Groene oevers versterkt de ecologie - Publieke plinten versterkt stedelijk karakter
32
33
UITWERKING
Strategie & spelregels in de bestaande situatie wordenzones gereserveerd voor hoofdstructuren
in de bestaande situatue worden zones gereserveerd voor hoofdstructuren
door waardestijging wordt pioniersontwikkeling vervangen door hoogwaardiger ontwikkelingen
en bestaande bebouwing wordt hoogwaardiger geprogrammeerd
bezonningsregels bepalen het maximale bouwvolume en garanderen voldoende lichtinval
bezonningsregels bepalen het maximale bouwvolume en garanderen voldoende lichtinval
beeldkwaliteitsregels garanderen een gevarieerd geveldbeeld
REDUCTIE VAN EEN FILM WAARIN DE SPELREGELS WORDEN UUITGELEGD
34
beeldkwaliteitsregels garanderen een gevarieerd gevelbeeld
nieuwe ontwikkelingen maken ook weg en water. Zo ontstaat geleidelijk een verbonden netwerkstructuur
nieuwe ontwikkelingen spiegelen bestaande ontwikkelingen
Bestaande gebouwen worden herontwikkeld met nieuwe functies, waarmee het karakter van het gebied verandert functies met een kortlopend gebruiksrecht hebben minder ontwikkeleisen en activeren snel het gebied
nieuwe ontwikkelingen sluiten aan op bestaand weg en watersysteem, spiegelen bestaande ontwikkelingen, maken ook weg en water. zo ontstaat geleidelijk een verbonden
functies met een kortlopend gebruiksrecht hebben minder ontwikkeleisen en activeren snel het gebied
door waardestijging wordt pioniersontwikkeling vervangen door hoogwaardiger ontwikkelingen
de vrije ruimte kan worden ingezet voor evenementen om de wijk op de kaart te zetten
... maar ook grote percelen kunnen in een keer ontwikkeld worden
een afstand van minimaal 60 en maximaal 180 meter tussen twee wegen zorgt voor een gebalanseerde permeabiliteit
In het gebied zijn kleinschalige ontwikkelingen mogelijk
de vrije ruimte kan worden ingezet voor evenementen om de wijk op de kaart te zetten
door waardestijging wordt pioniersontwikkeling vervangen door hoogwaardige ontwikkelingen
Ook ontwikkelingen op het water zijn mogelijk maar altijd drijvend en op voldoende afstand van de kade zodat het water ervaarbaar blijft De gemeente investeert in de hoofdstructuur, openbare ruimte, bruggen en verbindingen
de gemeente investeerd gaande weg in de hoofdstructuur, openbare ruimte, bruggen etc.
ook ontwikkelingen op het water worden mogelijk maar altijd drijvend.
35
UITWERKING
Strategie & spelregels
36
37
ONTWIKKELING Houthaven f.1
38
39
ONTWIKKELING Houthaven f.2
40
41
ONTWIKKELING Houthaven f.3
42
43
UITWERKING
Proces: Successiefasen
fase 1 netwerkvorming: grote dynamiek in de structuur en bebouwing fase 2 verdichting: minder dynamiek in de structuur maar meer in de bebouwing fase 3 verstedelijking: meer dynamiek in gebruikers (actoren) en programma; fase 4 stabilisatie: van zowel structuur, bebouwing als actoren.
44
dynamiek
netwerkvorming
verdichting
verstedelijking
bebouwing:bvo weg&water
programma
tijd
45
UITWERKING Regie
Het Proces wordt vormgegeven met behulp van drie instrumenten.
46
1
2
STEDENBOUWKUNDIGE UITGANGSPUNTEN VASTGELEGD IN EEN REGIEKAART
Kaveltypen & gronduitgifte beleid gekoppeld in kavelpaspoorten
ROL VAN REGISSEUR: CONDITIE’S SCHEPPEN EN FACILITEREN
RESERVEREN HOOFDSTRUCTUUR • wegen • water • openbare ruimte • programma
• ontwikkelingen van verschillende investeringsniveau’s mogelijk
STUREN • inpassen van ontwikkelingen • ruimtes reserveren • zoneren
• ruimtelijke dna: waterrijk, duurzaam, confrontatie van schalen, compact, verbonden, divers en gemengd
3
STIMULEREN • activeren met tijdelijk programma • investeren in openbare ruimte en netwerken • aanpassen milieucondities FACILITEREN • kabels en leidingen tracé • verharding en wegen • water
47
UITWERKING
Regie Stad&IJ-oevers
48
plangebied beschermd stadgezicht getransformeerde gebieden gebieden in transformatie havengebied in transformatie gebieden a.h. IJ - Zaanstad in tranformatie ontwikkeling van groen recreatie gebied gebied in planvorming/ontwikkeling fase dijk - waterkering recreatieve verbinding stadstraat -radialen winkelstraat bestaand winkelstraat-nieuw hoofdontsluiting stad -oost-west hoofdontsluiting plangebied hoofdontsluiting Noord oevers (groen) stedelijke plekken bestaand (groen) stedelijke plekken nieuw jachthaven bestaaand jachthaven nieuw
49
Coentunnel
UITWERKING Regiekaart
Co
en
ha
ve
n
A10 Vl
ot
ha
ve
n
II c
er
M
Distributiecentrum
Ne
Alfadriehoek
pt
un
es
ha
ve
n
Isolatorweg
A5 Sloterdijk I
*
*
Westerpark
A10 Station Sloterdijk
Telepoort
50
ouddorp Sloterdijk
volkstuinen complex
en
av
sh
iu ur
Legenda Bestaand: Veerpont verbinding-halte hoofdvaarweg/open water cultuurhistorisch waardevolle object openbare oever stedelijk plek - programma hoogte accent / icoon haven uitgeefbaargebied water uitgeefbaargebied hoofd fietsverbinding hoofdwegen Reserveringen: nu al bepaald Hoofdstructuur wegen Openbare kade reservering Park- openbaar groen reservering te dempen\ reservering hoofdonsluiting (infra) reservering stedelijke plek-programma reservering toegankelijke oevers (10m-20m) reservering metro reservering water (compensatie gebied) reservering waterverbinding reservering tunnel tasmanstraat-spaarndammerdijk Uitzichtpunt
Cornelis Douwesterrein
II
**
*
Coen en Vlothaven veiligheidscategorie I -> II Minervahaven veiligheidscategorie II-> III Opgaven: n.t.b. in het proces opgave hoofdstuctuur opgave groter Westerpark pgave park opgave weg opheffen opgave verbinding - brug opgave verbinding - pont verbinding opgave waternetwerk opgave OR - pocketparks (S-spelen; V-verblijven) opgave OR - stedelijke plek/stedelijk programma -voorzieningen opgave OR - verplaatsen rangeerterrein, jeugdgevangenis opgave hoogteaccent - icoon opgave metrohalte
n
ve
ha
ut
ho
aven
rvah
mine
NDSM
ho ve
ha
ut n
Buiksloterham
* * *
Spaarndammerbuurt
zeeheldenbuurt
Westergasfabriek
Overhoek
Westerdokseiland
51
UITWERKING
deelkaart: Hoofdstructuur wegen
Co e
nh
av en
Vlo t
ha ve n
riu
en av h s
M
Ne
pt
52
un
es
ha ve n
cu er
Legenda Bestaand: Veerpont verbinding-halte hoofdvaarweg/open water cultuurhistorisch waardevolle object openbare oever stedelijk plek - programma hoogte accent / icoon haven uitgeefbaargebied water uitgeefbaargebied hoofd fietsverbinding hoofdwegen Reserveringen: nu al bepaald Hoofdstructuur wegen Openbare kade reservering Park- openbaar groen reservering te dempen\ reservering hoofdonsluiting (infra) reservering stedelijke plek-programma reservering toegankelijke oevers (10m-20m) reservering metro reservering water (compensatie gebied) reservering waterverbinding reservering tunnel tasmanstraat-spaarndammerdijk Uitzichtpunt
II
**
*
Coen en Vlothaven veiligheidscategorie I -> II Minervahaven veiligheidscategorie II-> III Opgaven: n.t.b. in het proces opgave hoofdstuctuur opgave groter Westerpark pgave park opgave weg opheffen opgave verbinding - brug opgave verbinding - pont verbinding opgave waternetwerk opgave OR - pocketparks (S-spelen; V-verblijven) opgave OR - stedelijke plek/stedelijk programma -voorzieningen opgave OR - verplaatsen rangeerterrein, jeugdgevangenis opgave hoogteaccent - icoon opgave metrohalte
n ve ha
ut
ho
ven rvaha
mine
n ve ha
ut ho 53
UITWERKING
deelkaart: Waterkaart
54
Legenda Bestaand: Veerpont verbinding-halte hoofdvaarweg/open water cultuurhistorisch waardevolle object openbare oever stedelijk plek - programma hoogte accent / icoon haven uitgeefbaargebied water uitgeefbaargebied hoofd fietsverbinding hoofdwegen Reserveringen: nu al bepaald Hoofdstructuur wegen Openbare kade reservering Park- openbaar groen reservering te dempen\ reservering hoofdonsluiting (infra) reservering stedelijke plek-programma reservering toegankelijke oevers (10m-20m) reservering metro reservering water (compensatie gebied) reservering waterverbinding reservering tunnel tasmanstraat-spaarndammerdijk Uitzichtpunt
II
**
*
Coen en Vlothaven veiligheidscategorie I -> II Minervahaven veiligheidscategorie II-> III Opgaven: n.t.b. in het proces opgave hoofdstuctuur opgave groter Westerpark pgave park opgave weg opheffen opgave verbinding - brug opgave verbinding - pont verbinding opgave waternetwerk opgave OR - pocketparks (S-spelen; V-verblijven) opgave OR - stedelijke plek/stedelijk programma -voorzieningen opgave OR - verplaatsen rangeerterrein, jeugdgevangenis opgave hoogteaccent - icoon opgave metrohalte
55
UITWERKING
deelkaart: Openbare ruimte Co e
nh
av en
Vlo t
ha ve n
M
Ne
pt
56
un
es
ha ve n
e
r rcu
ius
n ve a h
Legenda Bestaand: Veerpont verbinding-halte hoofdvaarweg/open water cultuurhistorisch waardevolle object openbare oever stedelijk plek - programma hoogte accent / icoon haven uitgeefbaargebied water uitgeefbaargebied hoofd fietsverbinding hoofdwegen Reserveringen: nu al bepaald Hoofdstructuur wegen Openbare kade reservering Park- openbaar groen reservering te dempen\ reservering hoofdonsluiting (infra) reservering stedelijke plek-programma reservering toegankelijke oevers (10m-20m) reservering metro reservering water (compensatie gebied) reservering waterverbinding reservering tunnel tasmanstraat-spaarndammerdijk Uitzichtpunt
II
**
*
Coen en Vlothaven veiligheidscategorie I -> II Minervahaven veiligheidscategorie II-> III Opgaven: n.t.b. in het proces opgave hoofdstuctuur opgave groter Westerpark pgave park opgave weg opheffen opgave verbinding - brug opgave verbinding - pont verbinding opgave waternetwerk opgave OR - pocketparks (S-spelen; V-verblijven) opgave OR - stedelijke plek/stedelijk programma -voorzieningen opgave OR - verplaatsen rangeerterrein, jeugdgevangenis opgave hoogteaccent - icoon opgave metrohalte
n ve ha
ut
ho
ven rvaha
mine
n ve ha
ut ho 57
UITWERKING
Kaveltypen & gronduitgifte beleid -Eisen aan een ontwikkeling worden gekoppeld aan een bepaalde gebruikstijd; -Voorwaarden per kaveltype zijn schaalonafhankelijke; -Bonussen mogelijk bij extra kwaliteit
0-2 jaar pioniers milieu
58
2-5 jaar early adapters milieu
5-10 jaar investerings milieu
10-20 jaar doorgroei milieu
>20 jaar gevestigd milieu
dynamisch water milieu
59
UITWERKING Kaveltypen
0-2
60
0-2 jaar gebruiksrecht
min 65% terrein max 15% bebouwing 20% straat
bouwregels bestrating en leidingen beeldkwaliteit demontabel
kavelbestemming
20% straat 15% maximale bebouwing 65% onbebouwd terrein
volume
- bebouwing 1 laag - maximaal bouwhoogte 13m
ontwikkelrecht
- bvo binnen maximale volume
61
UITWERKING Kaveltypen
2-5
62
2-5 jaar gebruiksrecht
bouwhoogte
plintlaag > 4m
10% terrein 70% terrein/ bebouwing 20% straat
bouwregels
gevellijn >50% bebouwd bestrating en leidingen beeldkwaliteit
demontabel herbruikbaar
kavelbestemming
10% oppervlaktewater 20% straat 70% gemengd stedelijk programma
volume
- sky-exposure-plane bepaalt: 1. max. volume 2. basishoogte (bh ≥ 13m ≤ 24m)
ontwikkelrecht
- bvo binnen maximale volume - bruto fsi ≥ 1,4
63
UITWERKING Kaveltypen
5-10
64
5-10 jaar gebruiksrecht
max.bebouwingslijn basishoogte min. 13 m plintlaag > 4m
70% terrein/ bebouwing 20% straat 10% water
bouwregels
gevellijn >50% bebouwd bestrating en leidingen beeldkwaliteit
demontabel herbruikbaar
kavelbestemming
10% oppervlaktewater 20% straat 70% gemengd stedelijk programma en/of terrein
volume
- sky-exposure-plane bepaalt: 1. max. volume 2. basishoogte (bh ≥ 13m ≤ 24m)
ontwikkelrecht
- bvo binnen maximale volume - bruto fsi ≥ 1,4
65
UITWERKING Kaveltypen
10-20
66
10-20 jaar gebruiksrecht opbouw bonus
basis
basis min. 13m
plintlaag > 4m
basis bouwhoogte
massa opbouw
25% terrein
maximale volume
35% bebouwing 20% straat 20% water kavelverdeling
bouwregels
overdekt parkeren energieneutraal gevellijn >50% bebouwd bestrating en leidingen beeldkwaliteit
herbruikbaar
kavelbestemming
20% water 20% straat 35% bebouwing-gemengd programma 25% terrein
ontwikkelrecht
- bvo binnen maximale volume - bruto fsi ≥ 1,4 - met bonusregels: ~50% extra bvo /
volume
- sky-exposure-plane bepaalt: 1. max. volume 2. basishoogte (bh ≥ 13m) - Opbouw volgt sky-exposureplane of - opbouw ≤ 50% gevellengte tot snijpunt sky-exposure-plane
bonus B.NL EXC.
milieulabel excellent publieke kade ecologische oevers publieke oevers publieke functie plint
67
UITWERKING Kaveltypen
68
> 20 jaar gebruiksrecht skyline (bonus) skyline opbouw V2 opbouw
basis
opbouwhoogte
basis hoogte min. 13m plintlaag > 4m
basishoogte
massa opbouw
maximale volume
25% terrein
kavelverdeling
bouwregels
overdekt parkeren energieneutraal gevellijn >50% bebouwd bestrating en leidingen beeldkwaliteit
herbruikbaar
kavelbestemming
20% water 20% straat 35% bebouwing-gemengd programma 25% terrein-overdekt tot max.4m
ontwikkelrecht
- bvo binnen maximale volume - bruto fsi ≥ 2.1 - met bonusregels: ~50% extra bvo /
35% bebouwing 20% straat 20% water
volume
- sky-exposure-plane bepaalt: 1. max. volume 2. basishoogte (bh ≥ 13m) - Opbouw volgt sky-exposureplane of - opbouw ≤ 50% gevellengte tot snijpunt sky-exposure-plane - skyline < 30% gevellengte
bonus B.NL EXC.
milieulabel excellent publieke kade ecologische oevers publieke oevers publieke functie plint
69
UITWERKING Kaveltypen
Waterkavels
70
>10m
<6m kade >10m 1 kavel - 1 steiger buiten vaarroutes
meerdere kavels - 1 steiger
kavelbestemming
bouwregels
steiger gemengd stedelijk programma inpandige buitenruimte
steiger kabels & leidingen
volume
- hoogte maximaal 6 meter - inpandige buitenruimte
bonus B.NL EXC.
publieke steiger
ontwikkelrecht
beeldkwaliteit
publieke functie
Waterkavel 0-5 jaar gebruiksrecht - bvo binnen maximale volume
drijvend
milieulabel excellent
herbruikbaar
5m-10m
kade
buiten vaarroutes
>5m
vaarroute
1 steiger - 2 boten
bouwregels steiger
kavelbestemming
gemengd stedelijk programma
volume
- hoogte maximaal 5 meter - maximale lengte - maximale breedte
bonus B.NL EXC.
milieulabel excellent
beeldkwaliteit drijvend
ontwikkelrecht
- bvo binnen maximale volume
71
UITWERKING
Principe straatprofiel Hergebruik van de vele verschillende type bestrating in het gebied.
1a. verschillende materialen in het gebied: kleur, maat en textuur
2a. verzamelen en verwerken
+
3a. nieuwe bestratingselementen van granulaat (= natuurlijke filter) en elementen
72
2b. beschilderen, delen verwijderen....
materiaal uit het gebied verwerkt tot halfverharding: infiltratie regenwater platen markeren encrochmentzone afwatering op kavelgrens
73
UITWERKING
Principe waterprofiel
1. kavel
2. grondverzet waterloop graven
mv +1.0 NAP
mv +1.0 NAP waterpeil: -0.40 NAP 1:2 bodem ca. -1. 90 NAP ca. 3 m
mv +1.5 NAP 3. kavel ophogen
waterpeil: -0.40 NAP bodem ca. -1.90 NAP ca. 6 m
4. natuurvriendelijke oever
mv +1.5 NAP 1:3 ca. 8 m
74
fase 1 / 2
75
ONTWIKKELING
Westelijke Havengebied Mogelijke ontwikkeling
2025
76
2030
2035
2040
2045
77
ONTWIKKELING Minervahaven
0
1 78
2
3 79
ONTWIKKELING Hempoint 0
80
81
ONTWIKKELING Hempoint
1
2 82
3
4 83
84