Studiekeuze Dit is een commerciële bijlage bij het Eindhovens Dagblad - september 2015
3
Tips voor studiekeuze
4
College met videofilmpjes
5 7
Na vmbo: mbo of havo
13
Vwo’er kan ook naar hbo Lezen is zó belangrijk
23 november 2015 19.00 uur havo/vwo 24 november 2015 19.00 uur vmbo voor ouders van leerlingen groep 8
ZONDAG
15 NOVEMBER 2015 11.00 - 16.00 UUR
KEIZERIN MARIALAAN 2 NIEUWVELD 59 + 61, HELMOND GOORSEDIJK 6, MIERLO WWW.ROC-TERAA.NL
www.weredi.nl 25436/8
Merendreef 1, Valkenswaard 040 - 207 47 00
SiNTLUCAS
CREATIVE COMMUNITY 3 DECEMBER OPEN AVOND MBO 5 NOVEMBER PROEFLESSEN V1 VMBO SINTLUCAS.NL
SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR VMBO / HAVO / ATHENEUM / GYMNASIUM
I N S P IR E R E N D ON DERWIJ S
3
‘Kies de studie waar je plezier uithaalt’ Studiekeuze in het hoger onderwijs Tips van Rosemarie Moonen, studievoorlichter bij Fontys Hogescholen.
1. Op grond van jarenlange ervaring met studiekeuzes weet ik dat het allerbelangrijkste de intrinsieke motivatie is. Wat vind jij leuk om te doen, waar haal jij je plezier uit? Iedereen heeft wel ergens een passie voor. 2. Jongeren vinden het lastig om na te denken over hun toekomst. Er zijn zoveel dingen die hen bezighouden. Vaak gaan ze pas in het examenjaar op de middelbare school nadenken over een studiekeuze. Dat is te laat, begin er op tijd mee en maak er tijd voor vrij. Praat erover met ouders, vrienden, leraren, je mentor of decaan of met studenten die al met een
opleiding bezig zijn. Maar zorg wel dat je keuze gebaseerd is op je eigen mening en niet die van iemand anders. 3. Bezoek open dagen. Ga naar meeloopdagen en proefstuderen. Te weinig jongeren maken daar helaas nog gebruik van, terwijl je daar veel van opsteekt. Dat is jammer, want onderzoek wijst uit dat hoe beter je je voorbereidt op de keuze, des te groter is de kans dat je meteen op de goede plek terecht komt. 4. Probeer een beeld te krijgen van de beroepspraktijk. Voor veel jongeren is dat moeilijk. We zeggen daarom: trek erop uit, ga kijken bij mensen die een bepaald vak uitoefenen. En gebruik daarvoor, als dat mag, je maatschappelijke stage, waardoor je die oriëntatie op de beroepspraktijk handig in je schoolprogramma kunt inpassen. 5. Fixeer je niet teveel op de kansen op de arbeidsmarkt van nu. Beroepen ontwikkelen zich in een hoog tempo. Tussen de studiekeuze en het uiteindelijke afstuderen liggen vijf, zes jaar. Wie weet hoe de arbeidsmarkt er dan uitziet?
Rosemarie Moonen
6. En als na de start van de studie blijkt dat je toch niet op de goede plek zit dan helpen wij om het probleem in kaart te brengen en naar een oplossing te zoeken. Elke student heeft een loopbaanbegeleider. Vaak denken studenten dat de opleiding niet bij hen past, maar blijken er andere oorzaken te zijn. Bijvoorbeeld het vinden van een goede studiehouding. Zelfs als een student halverwege het eerste jaar weet dat hij naar een andere studie wil overstappen, adviseren wij om niet te stoppen. Je blijft dan in je studieritme, en wat je nog leert is mooi meegenomen.
‘Ga op onderzoek in de praktijk’ Studiekeuze in het mbo Tips van Berny Wijsman studievoorlichter / studieadviseur bij Summa College.
Beurs
exit
Door: Emmanuel Naaijkens
of de keuze die zo vanzelfsprekend is, wel klopt. Dat kan nooit kwaad.
Als je kind de overstap gaat maken van de middelbare school naar het mbo, komt er als ouder nogal wat op je af. Zoveel scholen, zoveel richtingen. Hoe kun je als ouder je kind helpen zonder dat je het hele keuzeproces overneemt?
5. Maak een keuze op basis van zijn of haar eigen interesses, niet die van een ander. Als je dat niet doet, dan breekt dat je op een gegeven moment op. Probeer maar eens vol te houden iedere dag met tegenzin naar je werk te gaan.
1. Start samen met je kind met het rondkijken bij verschillende richtingen. Ga in overleg met je kind en met de decaan over wat zij goed vinden passen bij hem of haar. Studiekeuze moet je zien als een soort trechter, je gaat van breed naar smal. Dingen de niet bij je zoon of dochter passen streep je weg. Sommige zaken worden voor je weggestreept. Als je bijvoorbeeld vmbo basis gedaan hebt, dan ga je niet naar niveau 4 maar niveau 2 in het mbo.
6. Kies vooral met je hart, maar. hou je hoofd erbij. Kijk dus ook eens of er veel werk is voor mensen met die studie. Informatie daarover is te vinden op de website Kans op Werk Natuurlijk weten we niet hoe de arbeidsmarkt er over vier of vijf jaar uitziet, maar het geeft toch wel wat houvast. Want natuurlijk wil je na je opleiding een leuke baan vinden.
Achter de schermen in Den Haag werd er al jaren over gedubd: de afschaffing van de basisbeurs. Maar geen politieke partij durfde er zijn vingers aan te branden. Net als aan de beperking van de aftrek van de hypotheekrente. Er was een diepe financiële crisis nodig om het onmogelijke te laten gebeuren. De studenten die dit jaar voor het eerst aan een studie aan hogeschool of universiteit beginnen, krijgen ermee te maken. Of misschien beter gezegd, hun ouders. Meer nog dan voorheen zullen zij moeten bijpassen wat hun zoon of dochter tekort komt bij studie en levensonderhoud. Alleen voor de ouders met een laag inkomen is er nog een aanvullende beurs. Desgewenst kunnen alle studenten nog wel
2. Meestal weet je al vrij snel welke richtingen leuk zijn voor zoon of dochter. Ga dan daar eens een open dag bezoeken.. Dan kom je er al meer achter welke opleidingen die school heeft en wat je kind wel en niet leuk vindt. Iedere school heeft zijn eigen sfeer en die proef je al op een open dag.
poffen bij de rijksoverheid. Het geld dat de overheid zo bespaart wordt geïnvesteerd in het hoger onderwijs, belooft het kabinet. Het is een maatregel waar ik gemengde gevoe-
3. Dan hebben julli bijvoorbeeld vijf opleidingen over waarvan je denkt, daar zou wel wat bij kunnen zitten. Duik er dan verder in door zoon of dochter te stimuleren om een dagje mee te lopen, te proeven en ervaren bij de opleiding. Laat hem of haar eens praten met mensen die in dat beroep werken. Vraag of ze misschien een dag mee mogen kijken. En praat over leuke en minder leuke kanten van het vak. Zo krijg je een beter beeld van een bepaald beroep. 4. Zelfs als je kind al heel vroeg weet wat het wil worden, dan raad ik toch aan om nog wat breder te kijken. Stel dat al vaststaat dat je zoon bakker wil worden. Ga dan toch ook naar de meeloopdagen. Op die manier kan hij ervaren
Studenten van Fontys werken aan een opdracht. Foto Kees Martens
lens over heb. Zal de toegankelijkheid tot hogere studies er niet onder lijden? Anderzijds hoor ik studenten vertellen dat ze met die goedkope studielening een wereldreis of zo gaan maken. Tja. Gelukkig houden de studenten in het mbo wel hun basisbeurs. Dat is een mooi steuntje in de rug voor deze sector die – ten onrechte - worstelt met haar imago. Berny Wijsman
4
Een negatief ‘bsa’. En wat dan? In het hoger onderwijs deed twintig jaar geleden schoorvoetend de ‘bsa’ zijn intrede: het bindend studieadvies. Nu een algemeen geaccepteerde ‘slagboom’ voor wie in het eerste jaar te weinig studiepunten haalt. Een voorbeeld uit de praktijk: de TU/e.
Aan het eind van het eerste jaar van de bacheloropleiding aan de TU/e, ontvangt elke student een bindend studieadvies (bsa). Dit advies is gebaseerd op de studieresultaten van het eerste studiejaar. Er bestaan twee adviezen: een positief en een negatief advies. Als alle eerstejaars vakken in het eerste studiejaar zijn behaald (60 studiepunten), dan volgt vanzelfsprekend een positief bsa. Wanneer niet alle vakken zijn behaald na een jaar, maar wel 45 of meer studiepunten, dan ontvangt de student ook een positief bsa. Een positief advies betekent dat de opleiding kan worden voortgezet. Wanneer in het eerste jaar minder dan 45 studiepunten zijn behaald, dan ontvangt de student een negatief bsa. Dit advies is bindend, het houdt in dat de opleiding niet mag worden voortgezet. Het is gedurende 3 jaar niet mogelijk opnieuw voor de gekozen opleiding in te schrijven. Na het tweede kwartiel (halverwege het eerste jaar) ontvangt elke student een voorlopig schriftelijk studieadvies. Dit advies is niet bindend, maar geeft een bevestiging van het studiesucces of een eerste waarschuwing bij onvoldoende studievoortgang. Wat doet de TU/e voor haar studenten? De TU/e heeft in het kader van het bsa ook verantwoordelijkheden. Het is zeker niet zo dat de student aan het eind van het eerste jaar van de studie bij een negatief bsa wordt weggestuurd zonder vooraf een goed begeleidingstraject te hebben doorlopen. Zo kennen alle faculteiten studieadviseurs die er zijn voor allerhande vragen over de opleiding. De studieadviseur is er voor alle aspecten van de opleiding om advies te geven en behulpzaam te zijn als iets een goede voortgang van de opleiding in de weg staat. Dat gebeurt in een persoonlijk gesprek waartoe de student of de studieadviseur het initiatief kan nemen. Punten die tijdens een gesprek aan de orde kunnen komen zijn studieschema, tijdsplan, manier van studeren. Naast studieadviseurs zijn er mentoren, tutoren, studiecoaches, etc, etc. Daarnaast is een oplossing dat een eerstejaars na een negatief advies kan switchen van major binnen het
Lesstof verpakt in levendige filmpjes Universitair hoofddocent dr. Bob van den Brand maakt colleges voor studenten boeiender met behulp van filmpjes. En het werkt. Door: Emmanuel Naaijkens
Het is een veel gehoorde klacht in het hoger onderwijs: studenten hebben moeite met het volgen van hoorcolleges. Ze zetten met grote tegenzin hun tanden in hun studieboeken. “Na tien of vijftien minuten college zakt de spanningsboog weg, dan moet je even afwisselen met een opdracht om de aandacht vast te houden. Studenten vinden colleges waarbij een docent twee keer drie kwartier een verhaal houdt saai”, zegt dr. Bob van den Brand, universitair hoofddocent bedrijfseconomie aan de Universiteit van Tilburg. Zes jaar geleden vroeg hij zich af of er niet een andere, boeiender manier was om de lesstof over te brengen aan de studenten. Vooral een vak als accounting – heel simpel gezegd: boekhouden – vinden eerstejaars studenten volgens Van den Brand moeilijk en taai. Ze zien er als een berg tegenop . Maar als je (bedrijfs)economie studeert is dat een horde die studenten toch echt moeten nemen. Van den Brand kreeg zijn Eurekamoment in de pauzes van zijn colleges. “Ik zag dat studenten vaak naar youtubefilmpjes kijken. Dat was de oplossing!”. Door de stof op te delen in hapklare blokken en in compacte
COLOFON
Studiekeuze is een uitgave van Wegener Media BV en verschijnt bij Brabants Dagblad en het Eindhovens Dagblad
Een van de studieruimtes van de TU/e. Foto Kees Martens (archieffoto).
Bachelor College van de TU/e. De vakken die al zijn gehaald kunnen mee naar de nieuwe major in de vrije keuzeruimte. Naast de begeleiding op de faculteit kunnen studenten ook terecht bij het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU). Het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU) is het centrale punt op de Technische Universiteit Eindhoven waar studenten, ontwerpers, promovendi en medewerkers terechtkunnen met allerlei vragen rondom studentenadministratie, internationalisering en student- en studiebegeleiding. Hierbij kan gedacht worden aan: • In- en uitschrijving van (buitenlandse) studenten • Studiefinanciering, beurzen en financiële ondersteuning bij studievertraging
• Loopbaanadvisering en trainingen • Ondersteuning m.b.t. studiegerelateerde vragen •Ombudsfunctie Studievertraging door bijzondere omstandigheden, wat dan? Onder bijzondere omstandigheden wordt onder andere verstaan ziekte, zwangerschap, functiestoornissen (lichamelijk, zintuiglijk, of andere) en bijzondere familieomstandigheden. Wanneer een student denkt door bijzondere omstandigheden studievertraging op te lopen, dient hij dit tijdig (binnen 4 weken) te melden bij de studieadviseur. Zo is er nog voldoende tijd om, in overleg met de studieadviseur, de studievertraging zo klein mogelijk te houden.
videoclips te presenteren, sloeg hij twee vliegen in een klap. Een videofilmpje is een medium dat de huidige generatie jongeren aanspreekt. Bovendien biedt het de mogelijkheid om het onderwerp op een zodanige manier aan te kleden dat het meer tot de verbeelding spreekt. “Want het werkt natuurlijk voor geen meter als je alleen maar een camera in de collegezaal zet en de colleges opneemt. Dan is er nog niks veranderd, het blijft saai.” Van den Brand werkt vooral met praktijkvoorbeelden. “Een verlies- en winstrekening uitleggen kun je ook aan de hand van een voetbalbedrijf als Manchester United. Dat vinden die jongens en meisjes een stuk leuker en ze snappen het beter.” En om zijn verhaal nog meer tot de verbeelding laten spreken hijst Van den Brand zich voor de camera ook nog in een voetbalshirt van de ‘Mancunians’. Met dat shirt kan hij vertellen hoeveel geld de club van Van Gaal verdient aan merchandising. Inmiddels zijn er door Van den Brand en zijn collega’s tal van filmpjes gemaakt. Daar zit heel wat vrije tijd in. Want die filmpjes moeten kwalitatief goed in elkaar zitten, anders pikken studenten het niet. Het eerste filmpje, zegt Van den Brand, namen ze op in zijn werkkamer met een laken als achtergrond. Nu maken ze opnames in een studio op de universiteit. Van den Brand is ervan overtuigd dat deze aanpak in het universitair onderwijs de toekomst heeft. Hij kan het ook staven met examenresultaten. Slaagde vroeger voor een vak als accounting veertig procent de eerste keer, nu is dat opgelopen tot zeventig procent. Meer studenten doen nu een master accounting. “Wij merken dat studenten de lesstof beter beheersen”. Het gebruik van video’s leidt tot een omkering, in vakkringen ook wel bekend als ‘flipping the classroom’. Studenten bestuderen thuis de videocolleges, op het moment dat het hen uitkomt. “Er zijn er die dat diep in de nacht doen”, lacht Van den Brand. Als ze iets niet snappen, kunnen ze terugspoelen. Uitgever Erik van Gruijthuijsen Projectleiding Sylvia Brattinga Studiekeuze is geproduceerd onder verantwoordelijkheid van Marketing
Productie Naaijkens Journalistiek (Emmanuel Naaijkens) Fotografie Dolph Cantrijn, Fotopersburo Van de Meulenhof
Hoofddocent Bob van den Brand hijst zich voor de videofilmpjes zonodig in een voetbalshirt om zijn colleges over economie te verduidelijken. Foto Dolph Cantrijn
Met die opgedane kennis gaan ze naar (kleinere) werkcolleges waar de docent met de studenten aan de slag gaat. “Deze aanpak is veel interactiever, je kunt studenten met vragen beter helpen.” Deze didactische revolutie heeft Van den Brand c.s. al diverse onderwijsprijzen opgeleverd. Ook mocht hij zijn aanpak aan minister Bussemaker (Onderwijs) toelichten. Is het aloude studieboek daarmee op zijn retour? “Nee hoor, maar je ziet wel dat er een blending ontstaat in lesgeven. De gereedschapskist van de docent wordt uitgebreider.” Advertenties Direct Sales 088-0139997 Lezersservice 088-0139997 Druk Wegener Nieuwsdruk BV, Apeldoorn
Copyright Alle auteursrechten en databankrechten ten aanzien van (de inhoud) van deze uitgave wordt uitdrukkelijk voorbehouden. De rechten berusten bij Wegener Media.
5
‘Met keuze voor mbo hou je opties open’ dat er niet altijd serieus naar hun klachten werd gekeken. Toen hebben wij voorgesteld om daar de studentenraad als een soort mediator een rol in te geven. Dat blijkt goed te werken, de student komt in een steviger positie. Het zou geweldig zijn als we dit model ook landelijk kunnen invoeren.”
Nicky Nijhuis [21] is de nieuwe voorzitter van JOB, de organisatie die opkomt voor de belangen van de studenten in het mbo. Hij volgt een de opleiding op het Koning Willem I College. Door: Emmanuel Naaijkens
Nicky Nijhuis is voorzitter van de studentenraad van het Koning Willem I College in Den Bosch en landelijk voorzitter van het JOB. Dat is de organisatie die de mbo-studenten een stem geeft: richting de scholen en de politiek. Als voorzitter is Nicky ambitieus, maar hij beseft dat hij geen gemakkelijke opdracht heeft. Want het is lastig om studenten te mobiliseren.
Verder studeren De meeste studenten in het mbo komen van het vmbo. Een leerling van het vmbo-t (mavo) kan echter ook kiezen voor een overstap naar de havo. Mede op grond van zijn eigen ervaring is de JOB-voorzitter – die zelf kortstondig op de havo zat – positief over de mogelijkheden van het mbo. “Als een jongere na zijn vmbo nog niet weet wat hij wil worden, dan zeggen ouders al gauw: ga maar naar de havo, dan kun je daarna alsnog kiezen. Het voordeel van het mbo is dat je dankzij stages veel ervaring en kennis opdoet en een goed beeld krijgt van een beroep. Als je een mbo-diploma hebt kun je de arbeidsmarkt opgaan, of alsnog verder studeren in het hbo.”
“Studenten willen graag dingen veranderen. En als je dat vraagt ook actief meedenken. Maar lid worden van de studentenraad van hun instelling, dat is net een stap te ver”, zegt Nicky. Dat komt omdat ze een vertekend beeld hebben van medezeggenschap. “Ze denken dat het moeilijk is en dat je een echte vergadertijger moet zijn. Dat is niet zo. En ze krijgen training en scholing zodat ze in het werk kunnen groeien.” JOB-monitor Volgens de JOB-voorzitter moeten studenten van zich laten horen, alleen dan worden problemen aangepakt. “Er wordt echt naar ons geluisterd door de bestuurders van de instellingen, dat zijn ze ook verplicht. Er moeten bijvoorbeeld met elke studentenraad
Nicky Nijhuis is landelijk voorzitter van JOB.
afspraken gemaakt over de kwaliteit van het onderwijs.” Een sterk wapen is de tweejaarlijkse JOB-monitor, waarin tienduizenden studenten hun (on)tevredenheid uiten over tal van aspecten binnen een instelling. Met
‘Mbo is een logische stap’ Leerlingen in het vmbo-t kunnen twee kanten uit: de havo of mbo. Maar wat is de beste route? Twee adviezen.
Het is zo klaar als een klontje, voor Ben Wouters, verbonden aan ROC Tilburg. De ‘koninklijke route’ voor een leerling van vmbo-t / mavo naar het hoger beroepsonderwijs (hbo) gaat via het middelbaar beroepsonderwijs (mbo); die is het meest kansrijk. Hij duurt misschien iets langer dan de route via havo, maar met een mbo-diploma op zak heeft hij of zij wel een degelijke ondergrond voor een opleiding aan een hogeschool.
het uiteindelijk succesvol afronden van het hbo ligt tussen de 55 en 60 procent”. De cijfers van havo-doorstromers in het hbo zijn iets gunstiger. “Maar de cijfers laten zien dat de aansluiting en doorstroom naar het hbo zowel vanuit het mbo als de havo voor verbetering vatbaar is”, aldus Wouters. Er ontstaat overigens nog een nieuwe optie. Minister Bussemaker (Onderwijs) werkt aan een voorstel om de Associate degree als een aparte, zelfstandige opleiding in te voeren. Het niveau van deze relatief korte opleiding zit tussen het mbo-4 en de hbo-bachelor in.
Want het is in de ogen van Wouters goed als een mavo-leerling een hbo-opleiding, via het mbo, als perspectief neemt. “De vraag naar hoger opgeleiden is nog steeds groot en zal gezien de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt nog toenemen.” Wouters signaleert verder dat in een aantal sectoren hbo’ers het werk van mbo’ers overnemen. En meer algemeen is voor veel mbo-studenten op niveau 4 een doorstroom naar het hbo een logische stap in hun schoolloopbaan. “We leiden in het mbo niet op voor een beroep maar voor een carrière”, aldus Wouters. Daar komt nog bij dat een student met een mbo-diploma op zak er ook voor kan kiezen om de arbeidsmarkt op te gaan. Voor een leerling met een havo-diploma is er die optie niet. Doorstuderen is een ‘must’. Wouters wijst er wel op dat over de overstap mbo – hbo niet te licht moet worden gedacht. “Ondanks alle aandacht en inspanning, moeten we constateren dat de rendementscijfers van mbo-studenten in het hbo zorgelijk blijven. De tussentijdse uitval blijft aanzienlijk,
de uitkomsten houden de bestuurders van de mbo-scholen terdege rekening. Nicky geeft een voorbeeld van de invloed van een studentenraad op zijn eigen Koning Willem I College. “Studenten hadden het idee
Imago Dat het mbo worstelt met zijn imago, gaat er bij Nijhuis niet in. Hij maakt er liever geen woorden aan vuil want dan maak je het juist tot een probleem. Het JOB is van mening dat we in Nederland, internationaal gezien, een hoogstaande vorm van beroepsonderwijs hebben.Wel zou het goed zijn als er voor kwetsbare jongeren meer maatwerk wordt geboden.
‘Havo moet bewuste keuze zijn’ Willem Janssen is teamleider vmbo-t op het Maaslandcollege in Oss (mavo-havo-vwo en tweetalig onderwijs).
Nee, Willem Janssen merkt niets van een druk vanuit ouders om leerlingen met een mavo-diploma een overstap te laten maken naar de havo. “Jaarlijks stroomt ongeveer tien procent van onze mavo-leerlingen door naar de havo, de anderen gaan naar het mbo.” Janssen vindt het belangrijk dat die keuze voor de havo een bewuste is. Want er worden bij de overstap pittige eisen gesteld. “De mavo-leerling moet een positief advies hebben en een 6,8 gemiddeld op de examenlijst. Bovendien moet hij extra lessen wiskunde hebben gevolgd om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen.” Als een voormalige mavo-leerling het niet redt op de havo is dat vaak een kwestie van onvoldoende inzet, zegt Janssen. Op het havo ligt het tempo een tandje hoger. Ze hebben soms het idee van ‘de havo doe ik wel effe’ en dat valt dan tegen.” Het beleid op het Maaslandcollege is er op gericht om veel aandacht te besteden aan het proces van studiekeuze. Leerlingen in het vmbo-t die naar de havo willen, moeten laten zien dat ze daarvoor de potentie hebben. Sommige leerlingen kunnen tussentijds een overstap maken, van klas 2 vmbo-t naar havo 3.” “Die leerlingen doen het over het algemeen erg goed”, zegt Janssen. Voor anderen ligt dat overstapmoment bij de diplomering.
Student in het mbo
Vanaf leerjaar 2 begint de loopbaanoriëntatie. Leerlingen doen o.a. een beroepentest, bezoeken bedrijven, lopen een dagje mee op een werkplek. “Het gaat erom dat ze zich afvragen? Hoort dit beroep bij mij, ligt daar mijn hart?” Daarna kiezen ze een vakkenpakket voor leerjaar drie, en in de loop van dat leerjaar kiezen ze een examenpakket. “We houden dat zo lang mogelijk breed, zodat leerlingen de tijd hebben om een definitieve keuze te maken: mbo of havo.” De mavo-leerling die aspiraties heeft richting havo moet namelijk een vakkenpakket kiezen dat aansluit bij de profielkeuzes die havo-4 leerlingen maken.
Kom langs!
Open dag locatie Den Bosch zaterdag 21 november
locatie Venlo
zondag 22 november
Nicole
geeft haar kennis door
Eigenwijs
Innovatief
Ondernemend
Bevlogen
Resultaatgericht
De Severinus Academie biedt de opleiding Verpleegkunde aan. Het is een landelijk erkende BBL-opleiding voor en door Severinus, in samenwerking met NCVB. Severinus vindt het belangrijk om toekomstige professionals praktijkervaring op te laten doen binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg. Daarom biedt Severinus, naast de opleiding, ook verschillende erkende stageplaatsen voor uiteenlopende opleidingen en beroepsniveaus.
Opleiding volgen of stage lopen? Dat kan bij Severinus. Kijk voor meer informatie op www.severinus.nl/academie of stuur een e-mail naar academie@severinus.nl.
Ondersteuning op maat voor mensen met een verstandelijke beperking: • Wonen • Dagbesteding
• Thuisondersteunende zorg thuiszorg, logeren en naschoolse opvang • Specialistische zorg • Vrijetijdsbesteding
We doen al meer dan honderd jaar waar we sterk in zijn: mensen ondersteunen met een (verstandelijke) beperking. Van jong tot oud. Hun wensen, behoeften en keuzes staan centraal. Samen zorgen 2.500 medewerkers en 1.100 vrijwilligers ervoor dat mensen met een (verstandelijke) beperking veilig en prettig wonen, leven en actief zijn. Wij bieden een breed en gevarieerd pakket van zorg en onder steuning. Thuis, op de woonparken Eckartdal en De Donksbergen én op ruim honderd locaties in ZuidoostBrabant. We zijn altijd dichtbij, ook als we zorg op afstand leveren via slimme technologie.
www.lunetzorg.nl
Business • Design • Dier Food • Landschap Natuur • Plant Platanenlaan 28 | 5507 MD Veldhoven T 040 258 63 11 | E info@severinus.nl I www.severinus.nl
www.hashogeschool.nl
Lunet zorg ondersteunt mensen bij het versterken van hun eigen kracht Meedoen in de samenleving. Dat is belangrijk voor iedereen. We ondersteunen mensen in het (her) vinden en versterken van hun eigen kracht. We gaan daarbij uit van iemands mogelijkheden. Samen werken aan een goed leven We stemmen onze zorg en ondersteuning af op het sociale netwerk en de hechte kring rondom de cliënt: ouders, vrienden, familie, buren en vrijwilligers.
Als vrijwilliger aan de slag? We zijn altijd blij met nieuwe vrijwilligers. Heb je zin en tijd om als vrijwilliger aan de slag te gaan? Neem dan contact op met de vrijwilligerscoördinator via: 088 551 56 10 of vrijwilligerswerk@lunetzorg.nl.
Lunet zorg Postbus 270, 5600 AG Eindhoven T : 088 551 50 00 (algemene vragen) T : 088 551 60 00 (zorgvragen) E : info@lunetzorg.nl I : www.lunetzorg.nl
7 als je met een vwo-diploma niet naar de universiteit gaat.” De maatschappelijke status van een universitair diploma is net iets hoger dan van een hbo-diploma. En dan is er volgens Rüpp nog het misverstand dat een universitaire studie zwaarder zou zijn. “De studies zijn ánders.” Het verschil zit hem in de componenten theorie en praktijk. En in de achtergrond van hbo-studenten, dat zijn vwo’ers, havisten en mbo’ers. “Die werken in teamverband, dat versterkt elkaar. Zo gaat het ook in moderne organisaties.” Maatwerk Daarnaast bieden de hogescholen steeds meer excellentieprogramma’s voor de betere student, en dat zijn vaak vwo’ers. Maar daar zou nog wel een tandje bijgezet kunnen worden, zegt Rüpp. “We moeten als hbo de vwo’er nog meer uitdaging bieden en maatwerk leveren. Daar zijn we volop mee bezig.”
Hbo als alternatief voor vwo’er Student van Avans aan het werk in een van de studiecabines. Voor een scholier met een vwo-diploma lijkt een keuze voor een studie aan de universiteit vanzelfsprekend. Maar een studie in het hbo zou een goed alternatief kunnen zijn voor de meer praktisch ingestelde vwo’er. Door: Emmanuel Naaijkens
In ons onderwijsstelsel gaat een vwo-leerling in het wetenschappelijk onderwijs studeren, en ligt voor een havoleerling de toekomst in het hbo. Maar de laatste jaren zijn er steeds meer geluiden die vraagtekens plaatsen bij die vanzelfsprekendheid. De voormalige rector van de Technische Universiteit in Eindhoven Hans van Duijn pleitte er drie jaar geleden voor dat een vwo’er bij zijn studiekeuze ook nadrukkelijk naar mogelijkheden in het hbo kijkt. Minister Bussemaker (Onderwijs) verkondigde enkele maanden geleden dezelfde boodschap. Een keuze maken Ook Paul Rüpp, bestuursvoorzitter van Avans Hogeschool,
laat zich in vergelijkbare zin uit. Niet om de studentenaantallen van zijn hogeschool (nog) meer te laten groeien, maar omdat het in het belang is van de vwo’er zelf. “Een vwo-scholier moet zich bij het maken van een studiekeuze afvragen ‘hoe ziet mijn toekomst eruit en wat voor studie past daarbij?’. Als het gaat om een wetenschappelijk georiënteerde carrière waarbij het doen van wetenschappelijk onderzoek centraal staat, dan moet hij of zij zeker naar de universiteit gaan. Als het gaat om beroepsoriëntatie dan zou een hbo-opleiding een goede optie zijn. Wij hebben bij Avans ook vwo’ers die zijn gestart op een universiteit en daar na een paar maanden zijn afgehaakt. Ze voelden zich daar niet helemaal op hun plek, niet elke vwo’er heeft de benodigde academische houding.” Volgens Rüpp zou het goed zijn als decanen in het voortgezet onderwijs hun leerlingen meer bewust maken van die afwegingen.
is vrij uitzonderlijk. Vooral de directe omgeving wil nog wel eens met onbegrip reageren als een vwo’er zijn of haar oog laat vallen op een opleiding aan een hogeschool. Dat wordt dan toch al gauw gezien als een ‘verspilling van talent’ of het ‘mislopen van een mooie carrière’.
Sascha Duif (20) deed het gymnasium en koos daarna bewust voor een opleiding tot leerkracht basisonderwijs aan Pabo De Kempel in Helmond.
Op het Willibrordusgymnasium in Deurne fronsten ze toch wel even met de wenkbrauwen. Leerling Sascha Duif gaf te kennen dat ze zich wilde inschrijven voor de opleiding leerkracht basisonderwijs. Met haar gymnasiumdiploma lag het toch veel meer voor de hand dat ze naar de universiteit zou gaan? Het leren ging haar zo gemakkelijk af, dan ga je toch niet naar het hbo? Maar Sascha Duif, inmiddels derdejaars, liet zich niet van de wijs brengen. “Voor mij stond al heel jong vast dat ik graag juf wilde worden. Toen ik op pabo De Kempel ging kijken, klikte het meteen. Ik wist, dit is superleuk.” Sascha kreeg voor die studiekeuze de volledige steun van haar ouders. “Ze zeiden, je moet kiezen voor waar je gelukkig van wordt. Er is geen enkele druk op me uitgeoefend.” Dat laatste
Het hoger onderwijs kent sinds midden jaren negentig, anders dan toen voorzien, een sterke groei van het aantal studenten. Dat verklaart mede de overvolle collegezalen. In 1995 waren er 177.800 universitair studenten en 270.500 hbostudenten; in 2014 waren dat er respectievelijk 256.500 en 446.500. Het aandeel vwo’ers in het hbo daalde sindsdien sterk, blijkt uit gegevens over de eerstejaars. In 1995 waren dat er 13.200 (ruim 19%) en in 2014 ongeveer 8.100 (ruim 8%).
Dat vwo’ers de keuze voor een universitaire studie als logisch ervaren, begrijpt voorzitter Rüpp heel goed. “Zo zit ons systeem in elkaar. En er is ook het idee, dat je jezelf tekort doet
Van het gym naar de pabo
Pabostudent Sascha Duif: ‘Vak van leerkracht superleuk’
De strikte scheiding tussen wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs is typisch voor Nederland. Rüpp ziet een soort derde weg ontstaan, waarbij naast de traditionele echte researchuniversiteiten, (algemene) universiteiten ontstaan met meer beroepsgerichte opleidingen en hogescholen die studies optuigen met een meer theoretische component. Die laatste twee zouden, zoals in het buitenland grotendeels al is gebeurd, kunnen uitgroeien tot algemene universiteiten. Dat is ook voor het buitenland begrijpelijk. De internationale term voor hbo is University of Applied Sciences, maar dat zegt mensen in het buitenland vaak weinig tot niets.
Ze is overigens niet over een nacht ijs gegaan. Sascha Duif heeft ook haar licht opgestoken bij de universitaire studies psychologie en pedagogische wetenschappen. “Voor mij stond vast dat ik met kinderen wilde gaan werken. Maar bij Pedagogische Wetenschappen vertelden ze me dat je in dat beroep vooral veel plannen schrijft en niet zoveel in contact kom met de kinderen zelf. Dat heeft voor mij de doorslag gegeven om naar de pabo te gaan.” Pabo De Kempel biedt, net als andere pabo’s, een speciaal programma voor gemotiveerde, bovengemiddelde studenten. Op De Kempel doen deze studenten naast hun reguliere pabotraject een schakelprogramma dat hen de mogelijkheid geeft om aan de Open Universiteit een master onderwijswetenschappen te volgen. In vier jaar tijd hebben deze studenten dan een hbo- en een universitaire bacheloropleiding afgesloten. Sascha Duif volgt ook deze route, maar als die niet bestond in Helmond, zou ze toch naar de pabo zijn gegaan. “Ik hou ervan om heel direct in de praktijk te werken. Na vier weken ging ik al voor het eerst op stage, geweldig!” Ze had, als ze graag met kinderen werkt, in het hbo ook voor bijvoorbeeld Sociaal Pedagogisch Werk kunnen kiezen, maar dat sprak haar toch minder aan. “Ik vind het leuk om dingen uit te leggen, om kinderen iets te leren, in een veilige omgeving zodat ze tot hun recht komen.”
Bron: CBS
‘Vooroordeel doorbreken’ Het begint al op de middelbare school. In de studievoorlichting aan vwo’ers wordt toch vaak het beeld uitgedragen dat je met een atheneum- of gymnasiumdiploma naar de universiteit gaat. Dat ook een opleiding aan een hogeschool een optie is, blijft onderbelicht. Marcel Lemmen, manager initieel onderwijs aan Pabo De Kempel, heeft daar trouwens nog wel begrip voor. “Je moet hoge verwachtingen hebben van je leerlingen, ze stimuleren eruit te halen wat erin zit.” Maar niet met het argument dat het hoger beroepsonderwijs een maatje te licht is voor vwo’ers. “Wij bieden een Challenge Program voor vwo’ers en voor de betere havist. Dat is een academische opleiding die een regulier pabotraject en een schakelprogramma voor de master Onderwijswetenschappen aan de Open Universiteit combineert.” Het is een pittig traject dat voor de student veel uitdaging en verdieping biedt. “We zien dat meer vwo’ers daardoor voor het hbo kiezen, maar dat zouden er wel meer mogen zijn. Ik denk dat het Challenge Program nog niet voldoende op het netvlies staat bij de vwo’er.” Het is niet uit eigenbelang dat Lemmen een lans breekt voor de academische variant van de pabo en een vooroordeel probeert weg te nemen. “Het basisonderwijs heeft behoefte aan leerkrachten die een stevige theoretische basis hebben en bijvoorbeeld in de dagelijkse onderwijspraktijk onderzoek kunnen doen. Daar is de kwaliteit van het onderwijs mee gediend.” Er is vanuit de basisscholen op dit moment ook veel vraag naar leerkrachten die bijvoorbeeld een hbo-master Leren en Innoveren op zak hebben, of een universitaire master in Onderwijswetenschappen.
fontys.nl
MELD JE AAN OP
EINDHOVEN / ‘S-HERTOGENBOSCH / UTRECHT / VEGHEL
ZA 21 NOV 09.30 - 14.30 UUR TILBURG / SITTARD / VENLO
OPEN DAGEN
ZA 14 NOV 09.30 - 14.30 UUR
Lichtgevend gordijn Zelfreinigend textiel
wat maak
JIJ
Accu tapijt
3d geprinte avondjurk
25 & 26 september 2015 beursgebouw eindhoven
STAGE EN STUDEREN IN HET BUITENLAND INTERESSANTE STUDIEKEUZESESSIES MBO-, HBO- & WO-OPLEIDINGEN INSPIRERENDE INFOSESSIES GRATIS SPEEDCOACHING BELGISCH ONDERWIJS
Een bijzondere carrière in de mode, interieur, tapijt of textiel Op het gebied van mode, interieur, tapijt en textiel gaan de ontwikkelingen razendsnel. Nieuwe producten, nieuwe materialen en nieuwe productie processen zorgen voor oneindig veel innovatieve, duurzame eindproducten van een 3d geprinte avondjurk tot een lichtgevend gordijn. De branche is veelzijdig. Van kwaliteitscontroleur tot ontwerper. Van een éénjarige mbo tot een voltijdse vierjarige hboopleiding. Denk je erover ‘iets’ te gaan doen in de modebranche? Of op het gebied van tapijt, interieur of textiel? Dan is onze site dé plek om te beginnen.
wat maak
ga voor je
JIJ
GRATIS e-ticket naar
ervan watmaakjijervan.nl
www.onderwijsbeurszuid.nl
Bezoek ons 25 of 26 september op de onderwijsbeurs in Eindhoven (standnr. 32)
RESERVEER JE OPLEIDINGSPLAATS VOOR: • • • • • •
• •
DAGJE MEELOPEN KOM VRIJBLIJVEND EENk onze school is?
Directiesecretaresse Wil je weten hoe leu ite en schrijf je in Bezoek dan onze webs Stewardess voor een meeloopdag! Assistent-accountant ICT-beheerder Bedrijfsadministrateur Sport- en bewegingscoördinator -Agoog -BOS-medewerker -Gezondheid, wellness, leisure Onderwijsassistent Pedagogisch medewerker kinderopvang
INFORMATIEAVONDEN TILBURG en EINDHOVEN zie: KWALITEIT
broersmbocollege.nl SUCCESVOL
PROFESSIONEEL
ervan
• • • • • • • • • • • •
In 2 jaren geslaagd Winter- of zomerkamp Leuke excursies Extra certificaten Kleine klassen Geen tussenuren Lestijden van 9 tot uiterlijk 15.45 uur Examengarantie Les in Tilburg of Eindhoven Betaalde BPV (stage) mogelijk Doorstromen naar HBO Bemiddeling naar werk
Erkend door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
BETROUWBAAR
‘Internationale stage begint met cultuurshock’
11 Stagelopen in het buitenland draagt bovendien bij aan de ‘Bildung’ (persoonlijke ontwikkeling). “Je moet je in vreemde omstandigheden zien te redden. Bijvoorbeeld merken dat je zaken als water en internet niet elk moment van de dag tot je beschikking hebt. Ouders zien dat hun kind anders terugkomt: zelfverzekerder, volwassener. Met een rugzak vol ervaringen.” Landelijk trekt ongeveer 2 procent van de mbo-studenten de grens over, dat geldt ook voor ROC Ter Aa. Dat moet in vijf jaar tijd verdrievoudigen, is afgesproken met de minister van Onderwijs. Leerlingen die het avontuur aandurven en gemotiveerd zijn, krijgen een stevige voorbereiding, zegt De Krom. Aan de hand van opdrachten moeten zich zo goed mogelijk inleven in allerlei (praktische) facetten van het gastland.
Een buitenlandse stage is geen vakantie, zelfs niet in een zonnig land.
Door: Emmanuel Naaijkens
een vakantie van drie maanden naar bijvoorbeeld Spanje. Maar leerlingen gaan op stage om te leren. En vaak is het de eerste keer dat een student zo’n lange tijd van huis is.” Toch zijn er genoeg redenen om die grote stap te zetten, aldus De Krom.
Je beroepspraktijkervaring – beter bekend als stage – doen in het buitenland. Voor een leerling is het een groot avontuur, weet Paul de Krom, coördinator internationalisering bij ROC Ter Aa in Helmond. “De verwachtingen zijn soms te hoog. Het romantische idee van
Een internationale stage staat goed op je cv. Zeker in een regio als Zuidoost Brabant – Brainport – heb je daarmee als werknemer een streepje voor op de arbeidsmarkt. “En je verlegt je grenzen, je laat Nederland letterlijk achter je. Je moet openstaan voor je nieuwe
Meer leerlingen in het mbo zouden in het buitenland stage moeten lopen, vindt de minister. De Brabantse ROC’s maken er werk van, zoals bij ROC Ter Aa in Helmond.
omgeving, waar dingen misschien net anders gaan dan bij ons. Als je Spaanse mentor bijvoorbeeld tegen je zegt dat hij je aan het eind van de middag wil spreken, bedoelt hij het begin van de avond.” En de internationale stage is ook goed om de Engelse taalvaardigheid te verbeteren. Want op alle stageplekken waar de studenten uit Helmond terecht komen is Engels de voertaal. Dat kan zijn in de horeca, in de zorg, facilitair, onderwijs (kinderopvang), de marketing of communicatie. Op bestemmingen als het Verenigd Koninkrijk, Malta, Spanje, Italië. Duitsland en Polen.
“En dan nog zal een student op de dag van het vertrek misschien denken: waar ben ik aan begonnen. Het is ook wel een cultuurshock. Na een week of drie raken de meesten in een dip, maar met steun vanuit Nederland en de stagebegeleider op de locatie, komt het weer goed. Ik heb de afgelopen twee jaar maar één keer meegemaakt dat een leerling vanwege heimwee naar huis terugkeerde.” Dankzij de social media is het bovendien gemakkelijker om contact te blijven houden met het thuisfront. “Via Facebook kunnen ze hun ervaringen met anderen delen. De docent kan vanuit Nederland via Skype de student begeleiden.” Ongeveer tien procent van de studenten wordt zo verliefd op het gastland, of op een jongen of meisje, dat ze er zich na afronding van hun studie definitief vestigen. Een internationale stage duurt maximaal drie maanden en wordt grotendeels gefinancierd door de Europese Unie (Erasmus Plusprogramma).
Liefde voor het ambacht “Het gaat er ook om te ontdekken of je eigenlijk wel ondernemersbloed hebt. Of je creatief bent, innovatief, risico’s durft te nemen, initiatief neemt.” In dat opzicht was de topklas voor Bouw een aardige leerschool. Want een product bedenken en je inschrijven bij de Kamer van Koophandel is één, maar kun je daar ook een verdienmodel voor ontwikkelen? Dat is minder simpel dan gedacht, ondervond Tom Bouw. Hout & Plank Geheel in de geest van de switch die hij maakte bedacht hij de onderneming ‘Hout & Plank’. “Dat staat voor hout met karakter. Ik wil de mensen de waarde laten zien van ons lokale, inlandse hout. En daarnaast gaat het om verduurzaming want ik wil restmaterialen opnieuw gebruiken. Bijvoorbeeld door van oude parketvloeren nieuwe producten te maken. Nee, dat gaat niet over die steigerplanken die je nu in bouwmarkten ziet. Het gaat om kwaliteit, om vakmanschap en maatwerk.”
Ondernemer-student Tom Bouw met zijn eerste product: een serveerplank van inlands hout Tom Bouw (27) uit Gemert werkte in de metaal maar richt zich, na zijn studie aan de HAS, op de ambachtelijke houtbewerking.
Genoeg mensen die wel eens overwegen iets heel anders te gaan doen in hun werkzame leven. Maar er zijn er maar weinig die ook daadwerkelijk die stap zetten. Tom Bouw (27) uit Gemert is zo iemand. Hij maakte een bijzondere carrièreswitch, zoals dat heet. Na
zijn middelbare school deed hij mts werktuigbouwkunde, om vervolgens in de metaal te gaan werken. “Maar dat werken tussen vier fabrieksmuren beviel me steeds minder, ik voelde me een beetje opgesloten. Ik heb meer affiniteit met het landschap, met de groene omgeving.” Na vier jaar keerde hij terug in de collegebanken van de HAS in Den Bosch voor de opleiding Tuin- en landschapsmanagement. “Die school sprak me aan, heel
laagdrempelig en heel praktisch.” En het is een hogeschool die het ondernemerschap erg stimuleert. Onder meer door middel van het afstudeertraject ‘topklasondernemer’. Die biedt gemotiveerde studenten de mogelijkheid om hun ideeën voor een eigen bedrijf uit te werken. Ze krijgen onder meer begeleiding van ondernemers bij het opzetten van een bedrijfsplan, maar er is ook veel oog voor persoonlijke ontwikkeling.
Als product om de aandacht te vestigen op zijn bedrijf heeft hij een serveerplank ontwikkeld van echt inlands eiken. Helemaal handmatig gemaakt. Bouw mikt er vooral op het product in woonwinkels aan de man te brengen, of in de horeca. Het is een bijzonder accessoire voor het hogere marktsegment. Maar eigenlijk is die serveerplank een springplank naar iets groters. “Met Hout & Plank wil ik doorgroeien naar een bedrijf dat robuuste tafels en stoelen maakt, vooral voor buiten. Mijn droom is een gemeenschappelijke werkplaats in Brabant waar je met meerdere kleine ambachtelijke bedrijven bij elkaar zit, die allemaal duurzame, lokale producten maken. Een soort broedplaats waar je elkaar kunt helpen en de kosten kunt delen door bijvoorbeeld gezamenlijk gebruik van machines.”
Samen een BRUG slaan naar de toekomst! Samen een BRUG slaan naar de toekomst. Dat is waar De Brug, school voor Praktijkonderwijs voor staat. Niet voor niets is het logo van de school een brug: De praktijkschool wil een brug slaan tussen haar leerlingen en de maatschappij. Onze school bereidt leerlingen voor op het zelfstandig wonen, werken en op een zinvolle vrije tijdsbesteding. Kortom: op een zo zelfstandige mogelijke plaats in de samenleving. De school De Brug is een school voor Praktijkonderwijs. Praktijkonderwijs is een vorm van voortgezet onderwijs, waarbij leerlingen worden voorbereid op een directe instroom op de arbeidsmarkt. Daarnaast worden de leerlingen zo zelfstandig mogelijk gemaakt, zodat zij in de samenleving voor zichzelf kunnen zorgen.
sen zijn erop gericht om het de leerlingen in de praktijk gemakkelijker te maken, bijvoorbeeld het leren lezen van een handleiding bij een bouwpakket. Afhankelijk van hun ontwikkelingsniveau krijgen de leerlingen al deze bovenstaande vakken. Daarnaast worden zij vanaf een bepaald moment met Arbeidstraining voorbereid op de stage die zij in het traject daarop-
De Brug is een bijzondere school vanwege zijn kleinschaligheid. Op onze school zitten ongeveer 100 leerlingen. De klassen tellen gemiddeld 14 leerlingen, waardoor er veel aandacht is voor iedereen. Ook krijgt elke leerling een eigen coach, waarmee hij of zij regelmatig een gesprek heeft. Tijdens dit gesprek kan de leerling dan eigen wensen t.a.v. het leertraject neerleggen en op die manier dus invloed uitoefenen op zijn of haar eigen leertraject. Onderwijs en stage De praktijkschoolperiode duurt ongeveer 5 jaar en kent een aantal leerlijnen: Nederlands & Lezen, Rekenen & Wiskunde, Engels, Cultuur & Maatschappij, Informatiekunde, Sociale Competentie en Praktijk & Loopbaan. Daarnaast is er ook ruimte voor sportieve activiteiten en voor creatieve vakken. De theorieles-
volgend gaan lopen. In het laatste deel van het traject lopen de leerlingen stage in de sector waar hun belangstelling en talenten liggen. Deze stages leiden tenslotte naar een plaats op de arbeidsmarkt. Het praktijkonderwijs betekent voor de ene leerling het eindonderwijs met een arbeidscontract als eindresultaat. Middels branchegerichte cursussen binnen de school krijgen onze leerlingen nog betere kansen op de arbeidsmarkt. Leerlingen die gemotiveerd zijn voor een vervolgstudie (ROC / AOC) en daar ook de mogelijkheden voor hebben, worden met de methode Deviant voorbereid op de opstap naar het vervolgonderwijs. Dit is, in verband met strengere toelatingseisen, voor een klein gedeelte van onze leerlingen weggelegd. Nadat de leerling de school heeft verlaten, biedt De Brug nog twee jaar nazorg.
Het doel van deze naschoolse begeleiding is om onze ex-leerlingen te ondersteunen op de werkplek (of vervolgopleiding). Sectoren waarin leerlingen o.a. kunnen werken: • administratief werk • winkelwerk • keukenwerkzaamheden • schoonmaakwerk • horeca • verzorgende sector • groenverzorging • bloementeelt • magazijn • fabriekswerk / productie • garagewerk • bestrating • bouw • houtbewerking • metaalbewerking (Branchegerichte) cursussen op De Brug: • Werken in de keuken • Werken in het groen • Machinale houtbewerking en banktimmeren • Werken in de detailhandel • Werken in de groothuishouding • Schilderen • VCA (Veiligheidscursus) • Lassen • Heftruckbestuurder • Tractorrijbewijs Aanmelding Een leerling komt in aanmerking voor het Praktijkonderwijs, indien: • IQ tussen 55 en 80 • Leerachterstanden van meer dan 3 jaar op twee vakken (Technisch Lezen, Begrijpend Lezen, Spelling, Rekenen). Voor meer informatie kan er contact worden opgenomen met mevr. Anouk Rutten, psycholoog / zorgcoördinator van De Brug.
De Brug School voor Praktijkonderwijs Directeur: dhr. Hans van Gent Wielkamp 1, 5301 DB Zaltbommel T F I E
0418-540394 0418-510679 www.prodebrug.nl praktijkonderwijs@prodebrug.nl
15
Creatieve kruisbestuiving op Strijp-S
Deze visual geeft een indruk van het nieuwe complex van SintLucas: transparant en oud en nieuw met elkaar vervlochten. De vestiging Eindhoven van opleiding SintLucas verhuist naar het creatieve en culturele hart van de stad: Strijp-S. Een droom wordt werkelijkheid.
van de school en de omringende creatieve buitenwereld heeft SintLucas hoge verwachtingen.
De huidige vestiging Eindhoven van SintLucas ligt ingeklemd tussen een stedelijke ringweg en een slaperige woonwijk, aan een straat die genoemd is naar de klassieke componist Friedrich von Flotow. Maar dat is meteen ook het meest inspirerende aan de omgeving van het schoolgebouw. Niet echt een ideale locatie voor een vmbo/mbo-opleiding voor creatieve beroepen. Directeur mbo Dorien Verdier is daarom maar wat blij dat over een jaar het nieuwe schoolgebouw van SintLucas op Strijp-S in gebruik kan worden genomen. Een gebied dat zich steeds meer ontwikkelt tot de broedplaats van creatieve en innovatieve ontwerpers en makers van Zuid-Nederland.
Voormalig NatLab Strijp-S is het stadsdeel waar ooit Philips zijn imperium begon. Een van de historische gebouwen in dat gebied – en beschermd monument - is het voormalig Natuurkundig Laboratorium, beter bekend als het NatLab. Een groot deel van dat complex komt beschikbaar voor de leerlingen en studenten van SintLucas. Daarnaast verrijzen twee nieuwbouw torens. In het ontwerp van het gebouw zijn oud en nieuw op een vindingrijke manier met elkaar vervlochten. “We trekken in een gebouw waar al een ziel in zit. In het NatLab zijn tal van ontdekkingen gedaan door onderzoekers van Philips. Albert Einstein is er ooit op bezoek geweest!”
“Dat is een ideale plek om ons onderwijs vorm te geven. SintLucas wil een creatieve community zijn waarin leerlingen/ studenten en medewerkers elkaar inspireren, stimuleren en helpen. Maar ook bedrijven en instellingen horen daarbij. In Strijp-S zit dat allemaal bij elkaar”, aldus directeur Verdier. En van die wederzijdse kruisbestuiving van de ‘binnenwereld’
Het kloppend hart van het nieuwe schoolgebouw is het atrium waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Niet alleen van SintLucas, maar ook mensen van buiten. “We noemen dat – internationale - netwerkpleinen, waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en creatieve ideeën, tips of wat dan ook uitgewisseld kunnen worden. Heel informeel en laagdrempelig. We
Startstuderen.nl, website als vertrekpunt Het ministerie van Onderwijs heeft samen met een groot aantal organisaties in het onderwijs de website startstuderen. nl opgezet. Deze website is bedoeld als een startpunt voor leerlingen op havo, vwo en mbo die in het hoger onderwijs willen gaan studeren. Deze site geeft onder meer informatie (of verwijst) over het belang van de aanmelddatum van 1 mei, de studiekeuzecheck, de wijze van inschrijven, het studievoorschot (lening), het kiezen van een profiel op de middelbare school, ov-chipkaart en het wonen op kamers. Kortom alles wat met studiekeuze heeft te maken. De site is niet alleen bedoeld voor scholieren, maar ook voor ouders die hun kind begeleiden in het proces van studiekeuze.
Meer informatie op www.startstuderen.nl
vinden het daarom erg belangrijk dat het gebouw transparant is, dat van buiten zichtbaar is wat er binnen gebeurt en mensen uitnodigt om naar binnen te gaan.” Op de nieuwe locatie kan ook de praktische samenwerking met bedrijven en instellingen nog een steviger basis krijgen. Want SintLucas gelooft heilig in beroepsonderwijs dat levensecht is. “We zien het aan studenten die moeilijk hun draai vinden in het onderwijssysteem. Op het moment dat ze met concrete opdrachten aan de slag gaan bloeien ze helemaal op.” Het is ook een omgeving die leerlingen en studenten uitdaagt om te excelleren, zegt Verdier. Door op te trekken met bedrijven in de buurt kan ook slim gebruik gemaakt worden van elkaars faciliteiten, dat scheelt in de kosten. De directeur noemt als voorbeeld het gebruik van printvoorzieningen, of het gebruik van de zaalaccommodatie in het Natlabgebouw. Voor de ongeveer tweeduizend leerlingen en studenten is Strijp-S ook interessant omdat het per openbaar vervoer goed te bereiken is. Bovendien is er dan een snelle treinverbinding tussen de vestiging Eindhoven van SintLucas en die in Boxtel. Directeur Verdier verwacht dat de twee locaties daardoor nog meer naar elkaar toegroeien.
Zoeken op websites Elke school of instelling heeft op haar website een uitgebreid overzicht van het aanbod van studies en opleidingen, voorzien van achtergrondinformatie en de meningen van studenten die een studie of opleiding volgen. Ook is er doorgaans een mogelijkheid om te chatten of te mailen met studievoorlichters en studenten. • Voor het hoger onderwijs (hbo en universiteit) is er één website waar informatie te vinden is over alle opleidingen in Nederland: www.studiekeuze123.nl. Deze website wordt in stand gehouden door de overheid. Voor het mbo is er www.mbostad.nl
• In de particuliere sector zijn er de websites mbostart.nl, hbostart.nl en universiteitstart.nl die een compleet overzicht bieden aan studies en opleidingen. Daarnaast is er de onafhankelijke Keuzegids (voor elke sector) met veel informatie over kwaliteit, tevredenheid van studenten, baankansen, enz. Zie www.keuzegids.org Andere particuliere sites: www.studiekeuze.qompas.nl en www.studentum.nl. • Op de sites van veel scholen en universiteiten zijn ook keuzetests te vinden. Na het invullen van een reeks vragen rolt er een advies uit voor doorgaans meerdere studies of opleidingen. Studieadviseurs noemen de studietest een handig hulpmiddel, maar niet meer dan dat: het geeft een indicatie van waar iemands interesses en mogelijkheden liggen. • Speciaal voor het mbo is een website ontwikkeld die in beeld brengt wat het perspectief op een baan, c.q. een stage is. Het gaat om www.kansopwerk.nl. Het overzicht is uitgesplitst naar opleiding en naar regio. Om een idee te krijgen wat een beroep inhoudt, kijk op www.beroepeninbeeld.nl • Informatie over de (uitgeklede) studiefinanciering is te vinden op de site www.rijksoverheid.nl (ga naar onderwerp: hoger onderwijs) en op de site www.DUO.nl. DUO is de dienst die o.a. het studievoorschot uitvoert. • Over de kosten van studeren, ga naar www.studie-kosten.nl
WORD VOOR ÉÉN DAG BAAS VAN DEZE KRANT. Doe mee met Project Schoolkrant, maak de beste schoolkrant en word één dag baas van deze krant. Om jou en jouw klas te helpen de beste schoolkrant te maken kun jij, net als een journalist, een persconferentie bijwonen, een mini-college volgen of de hulp van een échte journalist winnen.
Meedoen en winnen? Maak samen met jouw klas de beste schoolkrant!
Meld je nu aan op projectschoolkrant.nl
Doe me Stuur ju e! school llie kran uiterlij t k 6 oktob er in!
13
Lezen is zó belangrijk Dr. Kees Vernooy is expert op het gebied van leesonderwijs. Het belang van goed kunnen lezen voor élk kind kan niet overschat worden. Door: Emmanuel Naaijkens
Wie niet goed kan lezen heeft in de moderne maatschappij een groot probleem. In allerlei situaties wordt van de burger verwacht dat hij een tekst kan lezen en begrijpt wat er bedoeld wordt. Dat geldt bijvoorbeeld ook de monteurs van Toyotagarage van dr. Kees Vernooy die handleidingen moeten lezen. Hij geniet bij uitstek bekendheid als expert op het gebied van het leesonderwijs. Het berlang van goed leren lezen kan niet genoeg benadrukt worden, is de boodschap die hij al jaren uidraagt. “Leesvaardigheid is cruciaal voor het verloop van de schoolloopbaan. Immers 85 procent van het schoolcurriculum heeft met teksten te maken. Een tweede reden is dat kunnen lezen een belangrijke maatschappelijke vaardigheid is om als burger goed in de samenleving te kunnen functioneren.” Het is een hardnekkig misverstand dat (goed) kunnen lezen samenhangt met intelligentie. “Kinderen met een laag IQ kunnen wel degelijk leren lezen en in het bijzonder technisch lezen is vrij intelligentieloos”, zegt Vernooy, die zich baseert op langjarig onderzoek. Deze kinderen zullen wel achterblijven op het gebied van begrijpend lezen, maar met hun leesvaardigheid kunnen ze zich wel redden in de samenleving. Technisch lezen Bij goed technisch lezen leren kinderen geautomatiseerd lezen wat er staat, zodat ze niet meer elk woord bewust moeten ‘decoderen’. Een tekst vlot en vloeiend kunnen lezen is een belangrijke voorwaarde om een tekst goed te kunnen begrijpen. Twintig jaar geleden is in het onderwijs in vrijwel westerse landen het technisch lezen in het verdomhokje geraakt, met zeer slechte leesresultaten voor begrijpend lezen als gevolg.
Vernooy pleit er voor dat school en ouders samen optrekken bij het leesonderwijs. “Er is het nodige onderzoek dat laat zien, dat goede scholen zich onder andere kenmerken door een sterke en actieve betrokkenheid van de ouders op het gebied van lezen. Veel leeswetenschappers en opvoeders geloven dat ouders hun kinderen bij het leren lezen kunnen helpen.” Volgens Vernooy hoeft die ouderlijke betrokkenheid niet beprekt te blijven tot gezinnen waar een leescultuur is. Elke ouder kan zijn kind ondersteunen, maar scholen zouden ouders wel scholing aan moeten bieden aan ouders voor hulp bij het leren lezen. Hoeveel tijd een school moet steken in lezen hangt volgens Vernooy deels af van de samenstelling van de schoolbevolking. Een vol rooster kan geen reden zijn om dan maar minder te lezen. Vernooy wijst erop dat er scholen zijn die als het ware bij elk vak waar teksten aan de orde zijn daar een begrijpend leesles van maken. “Dat is heel sterk en heeft meestal goede resultaten voor lezen tot gevolg.”
laat zien dat van papier lezen effectiever is dan van een beeldscherm lezen. Aan de andere kant kan je ook stellen dat kinderen ook teksten op beeldschermen moeten kunnen lezen om aan de benodigde informatie te kunnen komen. Kortom: we moeten niet polariseren maar evenwichtig omgaan met beide vormen van lezen.” Er is dus volgens de leesexpert geen reden om het lezen van een beeldscherm af te raden.
Bibliotheek Zou elke school een goede, uitgebreide bibliotheek moeten hebben? “In principe wel. Bij een uitgebreide bibliotheek hebben kinderen iets te kiezen en dat is belangrijk voor hun motivatie om te lezen. Aan de andere kant kan ook de bibliotheek een rol spelen. Bijvoorbeeld: de leerkracht inventariseert bij de kinderen over welke onderwerpen ze graag zouden willen lezen en vervolgens speelt de leerkracht deze informatie aan de bibliotheek door. Het voordeel van de bibliotheek is zelfs dat de collecties voortdurend met nieuwe boeken worden uitgebreid, terwijl dit bij veel scholen om financiële redenen niet het geval is.” Digitaal lezen De laatste jaren zijn tablets zoals de iPad erg in opmars en lezen kinderen ook digitaal boeken. Is dat een ontwikkeling om je zorgen over te maken? Vernooy: “Een aantal onderzoeken
Dr. Kees Vernooy
Leerkracht Anneke Mommers leest voor aan leerlingen van de Don Sartoschool. Foto: Dolph Cantrijn
theek Midden-Brabant de expertise de school inbrengt. Een aantal uren in de week is Van de Langerijt op de Don Sarto om tips en adviezen te geven aan leerlingen. Lezen en voorlezen in de klas was enkele decennia geleden heel vanzelfsprekend, maar dat is op veel scholen naar de marge verdwenen. “Het is daarom belangrijk dat scholen het lezen vastleggen in het rooster. Op de Don Sarto beginnen de kinderen de dag met een kwartier lezen, of voorlezen.” Door de leesbevordering leren de kinderen ongeveer 1500 woorden per jaar extra.
Zo krijg je een school aan het lezen Op de Don Sartoschool in Tilburg vinden ze het belangrijk dat kinderen (veel) lezen. En om dat te bereiken is het vooral nodig dat kinderen plezier krijgen in lezen.
Noem het een geluk bij een ongeluk. Als gevolg van de gemeentelijke bezuinigingen moest de bibliotheek in de Tilburgse wijk Broekhoven, drie jaar geleden de deuren sluiten. Dat raakte ook basisschool Don Sarto. De directie nam het heft in eigen hand, en
richtte zelf een goedgevulde bibliotheek in op school. Eerst voor de jongste kinderen en nu ook voor de oudere kinderen. Het resultaat is opmerkelijk: de leerlingen lopen de deur van de schoolbibliotheek plat. En dat voor een kleurrijke school met veel achterstandsleerlingen. Binnenhalen expertise Toch is het niet louter een kwestie van veel leesboeken aanschaffen. “Een goed aanbod
van boeken is niet genoeg. Als een kind niet van lezen houdt kun je duizend boeken neerzetten, maar hij zal er niks mee doen”, zegt directeur Ludy Meister. Het ‘geheim’ zit hem volgens Helma van de Langerijt in het binnenhalen van expertise. “Of kinderen enthousiaste lezers worden hangt grotendeels af van de leerkracht. Die moet kinderen op een goede manier stimuleren en bevlogenheid uitstralen”, zegt Van de Langerijt, die als consulent leesbevordering van De Biblio-
Lezen met plezier In het leesonderwijs wordt het leren lezen in ‘stukjes vaardigheden’ geknipt: woordenschat, technisch lenzen en begrijpend lezen. Belangrijk, maar de leesmotivatie moet niet uit het oog worden verloren. “Vanaf groep drie of vier, raken kinderen de lol in lezen kwijt. Als je ze de ruimte geeft om vrij te lezen – en dat mogen ook informatieve boeken zijn -, dan komen al die dingen samen. Dat vinden kinderen veel leuker, ze lezen met plezier en niet omdat het moet.” Ook de ouders – meestal de moeders – hebben een rol in het bevorderen van het leesplezier. Om ze daarbij te ondersteunen is er op school een taalkamer, waar ze onder meer tips krijgen over voorlezen.
De aanpak op de Don Sarto om ook de ouders erbij te betrekken werpt zijn vruchten af, blijkt uit een landelijke leesmonitor. En ook in brede zin zijn de resultaten omhoog gegaan, dat wil zeggen in de onderbouw. De verwachting is dat ook in de hogere groepen de lat omhoog gaat.
(advertentie)
N A V N E R R DE STE E G E L L O C A HET SUMM
september 2015 • nr 3
Stem op Daniëlle, onze Spotlighttopper Daniëlle Nabuurs, student van Summa Fashion, doet mee aan de landelijke Uitblinkerverkiezing van Dit is mbo. Samen met 46 andere genomineerde mbo-studenten vanuit heel Nederland, strijdt ze om de titel van ‘Landelijke Uitblinker mbo’. Met deze titel is de student een jaar lang ambassadeur van het beroepsonderwijs. Om te winnen heeft Daniëlle zoveel mogelijk stemmen nodig. Tot en met 12 oktober kun je snel en gemakkelijk een stem uitbrengen op www.ditismbo/uitblinkers/2015
Straks een beroepsopleiding volgen?
Kom naar de Onderwijsbeurs Zuid! Weet jij al wat je wil worden, maar nog niet welke opleiding daarbij past? Of heb je nog geen idee? Het is altijd slim om naar de Onderwijsbeurs Zuid te komen. Bij de stand van het Summa College presenteren we al onze mbo-opleidingen. Kom langs en we helpen je bij je studiekeuze. Op de Onderwijsbeurs vind je een overzicht van onze ruim 200 opleidingen op alle mbo-niveaus. Ook voor praktische informatie over bijvoorbeeld studiefinanciering kun je op de beurs terecht. Onze stand staat direct bij de ingang, dus eigenlijk zijn we niet te missen!
25 VRIJDAG 26 G ZATERDA ER SEPTEMB
Spotlighttopper Daniëlle werd in april uitgeroepen tot dé Spotlighttopper van het Summa College. Ze mocht een jasje maken voor minister Bussemaker. Heel Nederland kon het door haar ontworpen en gemaakte kledingstuk aanschouwen tijdens Prinsjesdag. Ook heeft ze een bruidsjurk gemaakt voor een docent. Tijdens haar studie behaalde Daniëlle een certificaat voor ondernemerschap. Iets wat ze meteen naar de praktijk heeft doorgevoerd, want in augustus opende ze haar eigen atelier: Atelier DMM.
Wat moet je kiezen?
De wegwijzer helpt Kiezen voor een opleiding... dat is geen gemakkelijke opgave. Daarom helpen we je op weg met de Wegwijzer. Deze handige folder geven we je mee op de Onderwijsbeurs. Hierin vind je 7 verschillende richtingen.
SPORT & VEILIGHEID
TECHNIEK
& ICT
RLENING DIENSTVVERIJE TIJD &
Kijk welke richting het beste aansluit bij jouw interesse? Je ziet dan meteen welke beroepen en scholen hierbij passen. Kortom, nóg een reden om naar de Onderwijsbeurs te komen!
ZORG & WELZIJN
CREAT UITERLIIEJF & K VERKOPEN & ONDERNEMEN HOR BAKKECA & ERIJ
VOLG
ONS
facebook.com/SummaCollege twitter.com/SummaCollege youtube.com/SummaCollegeFilm
Vraag ’t het Infopunt Voor al je vragen over opleidingen en cursussen Telefoon E-mailadres
040 269 44 44 infopunt@summacollege.nl
summacollege.nl
STEM NU!
Student ontwerpt verpakkingen Brood & Banket
Daar word je vrolijk van Iris Terwisscha, student Leidinggevende Bakkerij, illustreerde de taarten bonbondozen en ijsbekertjes van Summa Brood & Banket. Ze worden gebruikt in de bakkerswinkel van de school op Sterrenlaan 10. “De dozen hadden geen uitstraling en je kon niet zien dat ze van het Summa College waren”, zegt Iris. “Mijn mentor zag hoe ik mijn eigen stageverslag illustreerde en vroeg me om de dozen te ontwerpen. Ik kreeg veel vrijheid: de enige eisen waren dat er brooden banketproducten op moesten staan en een student erbij. Veel producten die ik heb getekend, worden echt in de lessen geproduceerd. Zoals een taartje dat ik zelf heb ontworpen voor een kerntaak.” Mooi meegenomen Iris tekent al van jongs af aan. “Volgens mijn moeder kon ik eerder tekenen dan praten! Ik voel me gevleid dat ik dit mocht doen, ik ben soms een beetje onzeker. Het is voor mij een hobby en alles wat ik eruit kan halen is mooi meegenomen.” Meer weten over de hobby van Iris? Kijk dan eens op: www.iristerwisscha.nl