Joost Vandecasteele ‘Als zelfs ik niet blijf, is er geen hoop meer’ Michaël Bellon sprak met de winnaar van de Vlaamse Debuutprijs
28 10 10
kids-special met bronks festival, filem’on en veel meer En verder: Anton Corbijn, Carl Barât, De Parade, ...
LEES MEER PAGINA 16-17
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
Kindermuseum heropend ELSENE – In het tweetalige Kindermuseum is met man en macht getimmerd aan de nieuwe ludieke en educatieve tentoonstelling 1001 Lichtpuntjes. De pas geopende interactieve expositie, die vier jaar blijft staan, neemt kinderen bij de hand op het pad naar volwassenheid. Groeien, ankerpunten en ‘duizend en een lichtpuntjes’ vinden, omgaan met tradities en (vreemde) culturen, de levensboot sturen en bijsturen: het komt allemaal aan bod. De vorige thematentoonstelling lokte duizenden geïnteresseerde kinderen en zet nu koers richting Portugal. Raymond van het Groenewoud en Christian Merveille zijn de trotse peters van de nieuwe tentoonstelling, waar ruim een halfjaar aan een stuk aan gewerkt is. Meer info via www.kindermuseum.be. JMB © SASKIA VANDERSTICHELE
Politiek > Brussels parlement maakt cumuleren moeilijker na 2014
Burgemeesters moeten kiezen B
ij PS zijn ze met 11 op een totaal van 21 parlementsleden, bij MR met 13 (op 24) en bij CDH met 5 (op 11). Ze zijn naast volksvertegenwoordiger ook nog burgemeester, schepen of OCMWvoorzitter in een van de negentien Brusselse gemeenten. Bij Ecolo is er geen enkele: de partij laat het cumuleren van een schepen- of burgemeestersmandaat met dat van een zitje in het parlement niet toe. Ecolo heeft, in het kader van ‘goed bestuur in het politiek bedrijf’, in het regeerakkoord van 2009 laten inschrijven dat die dubbele mandaten moeten worden ingeperkt. Na een jaar onderhandelen hebben Ecolo en PS een akkoord bereikt.
Na de verkiezingen in 2014 zal maar een kwart van de parlementsleden ook nog een uitvoerend mandaat mogen hebben in een gemeentebestuur. Ondanks het principieel akkoord tussen de meerderheidspartijen van de Brusselse regering in 2009 lag een oplossing niet voor de hand. Ecolo wou de beperking via het reglement van het parlement. Dat had het voordeel van de snelheid. Maar daar wou de PS niet van weten.
Pikorde Het zal dus via een wet geregeld worden. Aan de organisatie van de Brusselse gewestverkiezingen kunnen de parlementsleden niet veel
veranderen. Brussel kan zijn eigen instellingen immers niet zelf wijzigen. PS en Ecolo, zo bevestigen fractievoorzitters Yaron Pesztat (Ecolo) en Rudi Vervoort (PS), willen daarom werken via de gemeentewet, waar het Brussels parlement wel voor bevoegd is. “Het voordeel,” zegt Vervoort, “is dat we zo juridisch een stevige basis hebben. Het moet daarnaast ook democratisch legitiem zijn. Het is uiteindelijk de kiezer die het parlement maakt.” Vraag is dan: hoe bepaal je wie wél mag cumuleren? Hoe vermijden dat de tientallen schepenen die na 2014 ADVERTENTIE
geen parlementslid meer zullen zijn, zich benadeeld zullen voelen? PS en Ecolo stellen voor om burgemeesters en schepenen toe te laten tot het parlement, tot de bovengrens van 25 procent bereikt is. De pikorde wordt bepaald door het aantal voorkeurstemmen bij de Brusselse gewestverkiezingen. Wie uit de boot valt, kan toch nog parlementslid worden, maar mag dan niet meer cumuleren.
Nog vier jaar PS en Ecolo zullen de tekst nu voorleggen aan de andere meerderheidspartijen. Het kan dan als voorstel ADVERTENTIE
DB11/624159J0
BRUSSEL – Meerderheidspartijen PS en Ecolo hebben een akkoord bereikt over het afbouwen van de cumuls. Na 2014 zal slechts een kwart van de Brusselse parlementsleden een uitvoerend mandaat mogen hebben in de eigen gemeente.
Ga snel naar pagina
28
van ordonnantie over enkele weken in het parlement worden ingediend. Het moet voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 goedgekeurd zijn, zodat het bij de gewestverkiezingen van 2014 in voege kan gaan. En de Vlamingen? Vandaag zijn vier van de zeventien Nederlandstalige parlementsleden ook schepen in hun gemeente. De Vlaams-Brusselse parlementsleden stellen voor om die niet mee te tellen, omdat het meestal om toegevoegde schepenen gaat. De Franstaligen lijken daar op het eerste gezicht ook mee akkoord te gaan. Steven Van Garsse ADVERTENTIE
Kerst in oktober ? Kijk snel op pagina 9 zie pagina 18
N° 1252 VAN 28 OKTOBER TOT 4 NOVEMBER 2010 ¦ WEEK 43: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE
BDW 1252 PAGINA 2 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
OPMERKELIJK © IVAN PUT
Uitgelicht > Anderlechtse wijk klimt stilaan uit dal, maar heeft nog lange weg te gaan
PICQUE CREATIEF BRUSSEL – Opmerkelijk zinnetje in de beleidsverklaring van Brussels minister-president Charles Picqué (PS). Hij neemt zich voor om ‘creatief’ om te gaan met de gewestbevoegdheden.
ANDERLECHT – Zes wijkcontracten hebben Kuregem (nog) niet uit het sociale moeras kunnen trekken. Jarenlang wanbeheer maak je immers niet zomaar ongedaan. Toch is er langzaam sprake van een nieuwe politieke cultuur, concludeert Brussels Studies. Onder meer de invoering van het migrantenstemrecht heeft de wijk weer op de politieke agenda geplaatst.
I
n het recentste nummer van Brussels Studies neemt onderzoekster politieke wetenschappen Muriel Sacco (ULB) het politieke beleid in de ‘kwetsbare wijk’ Kuregem onder de loep. Ze richt haar aandacht vooral op het gemeentelijk beleid van de laatste twintig jaar. Heel lang is Kuregem in de steek gelaten door het gemeentebestuur, stelt Sacco onomwonden in haar artikel. Voor politici viel er immers weinig te rapen in een wijk vol werklozen en migranten. Kuregem was en is nog altijd een transitwijk waar nieuwkomers zich vestigen in afwachting van een verbetering van hun sociaal-economische situatie.
Bovendien is de wijk ook fysiek afgesloten van de rest van de gemeente door het kanaal. Die onverschilligheid kwam op verschillende manieren tot uiting. Illustratief is bijvoorbeeld dat het bord dat aangeeft dat je de gemeente Anderlecht binnenrijdt, zich aan het begin van de Wayezstraat bevond, ofwel pas nadat je Kuregem buitengereden was. Of de politieke wil om (een deel van) de wijk plat te gooien om plaats te maken voor een autoweg naar het stadscentrum. Sacco heeft het over “institutioneel en politiek racisme van het gemeentebestuur”. Tot midden de jaren negentig waren
alle meerderheidspartijen het erover eens dat er zo weinig mogelijk moest worden ingegrepen in Kuregem. Of zoals de socialistische burgemeester Christian d’Hoogh het toen stelde: “Cachez ce Cureghem que je ne saurais voir”. Na de rellen in 1991 zei oppositieleider Jacques Simonet gekant te zijn tegen een uitbreiding van het
wijkcontract voor de Dauwwijk (1997) liep mank. De meerderheid gebruikte de fondsen onder meer om de handel in wagens te herwaarderen in de wijk. Vandaag moet de gemeente alles in het werk stellen om net paal en perk te stellen aan de overlast van die handel. De meerderheid trof toen ook amper maatregelen om de openbare ruim-
Tot midden jaren negentig waren meerderheidspartijen het erover eens dat er zo weinig mogelijk moest worden ingegrepen sociale preventiebeleid in “dat soort wijken”. Er moest een einde worden gemaakt aan de financiering van integratieprogramma’s voor migranten en die financiële middelen moesten naar de politie gaan. Ook de uitwerking van het eerste
te en de leefkwaliteit in de buurt te verbeteren. Bij de inrichtingskeuzes stond veiligheid centraal. “Het toont aan dat die keuzes meer ingegeven waren door het wantrouwen jegens de bewoners dan door het streven naar een verbetering van
DE WEEK IN BEELD DOOR SASKIA VANDERSTICHELE © SASKIA VANDERSTICHELE
Zo wil Picqué, om de aangekondigde bevolkingsexplosie voor te bereiden, voldoende crèches en scholen bouwen. Jammer genoeg zijn kinderopvang en onderwijs gemeenschapsbevoegdheden en heeft het Brussels Gewest hierover dus niets in de pap te brokken. Picqué had in het verleden al een trucje gevonden om dit probleem te omzeilen en dat schuift hij in zijn beleidsverklaring nu opnieuw naar voor. Het Brussels Gewest subsidieert de Brusselse gemeenten en laat dan die crèches bouwen. Voor die usurpatie van bevoegdheden werd Picqué in het verleden al op de vingers getikt door de Raad van State. En met rede. De gemeentelijke crèches die door het gewest gesubsidieerd werden, waren haast allemaal Franstalig. Picqué kondigt nog meer creatieve pistes aan. Hij wil meer synergie tussen Actiris en Bruxelles-Formation. Op zich valt daar wat voor te zeggen. Wat verder in deze krant doet de nieuwe Becivoorzitter Jean-Claude Daoust een oproep om Actiris meer op een VDAB-leest te schoeien. De Brusselse dienst moet even performant worden door arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding onder één bestuur te brengen. Toch hebben die creatieve pistes ook een keerzijde. Ze zijn in alle gevallen vooral gericht op de Franstaligen in de stad. In de gezondheidszorg werd eerder al een gelijkaardige sluikse synergie toegepast. Het tweetalige Jules Bordetziekenhuis verhuist naar het eentalige universitaire Erasmusziekenhuis en gaat zeer nauw samenwerken. Goed voor de stad, ongetwijfeld, maar het is een verdoken vorm van verfransing in dit tweetalige Brussel, of nog, met wat slechte wil, een eerste aanzet voor een toekomstig WalloBrux zonder Vlamingen. Filosoof Philippe Van Parijs verwijst graag naar de wet van Laponce. Die Canadese professor stelt dat hoe vriendelijker taalgroepen zijn voor elkaar, hoe wreder de talen. De ‘zwakkere’ taal delft altijd het onderspit. Een minderheid kan maar als taalgroep overleven in de mate dat ze haar taalrechten doet gelden. Die wijsheid is vandaag actueler dan ooit. SVG
Wanbeheer zindert nog na in Kuregem
Dakoda, de hond van fashiondesigner Romain Brau, nam dit weekend samen met zijn baasje deel aan de modetentoonstelling Parcours Modo, in de Dansaertwijk. De collectie van Brau was te bezichtigen in de concept store Hunting and Collecting in de Kartuizerstraat.
WEEKOVERZICHT
BDW 1252 PAGINA 3 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
© SASKIA VANDERSTICHELE
WOENSDAG 20 OKTOBER begin parlementair jaar. Na een lange vakantie komt het Brussels parlement opnieuw bijeen. In zijn openingstoespraak heeft minister-president Charles Picqué (PS) het over de noodzaak van een “correcte” financiering van het gewest. De oppositie heeft het over een “onsamenhangde regering zonder visie”.
DONDERDAG 21 OKTOBER meer mensen, veel meer. Volgens cijfers van het Brussels Instituut voor de Statistiek zal de Brusselse bevolking tegen 2020 sneller groeien dan verwacht. Er zouden niet 170.000, maar 200.000 nieuwe inwoners bijkomen. De cijfers zijn opgevraagd door de collega’s van brusselnieuws.be. groene koerier. De koerierbedrijven TNT en Ecopostal testen in Brussel elektrische vrachtfietsen uit voor snelle leveringen in de stad. Sneller, want de fietsen staan nooit in de file. EURODEAL. De Europese Commissie en verzekeraar Axa zijn bezig met een grootse vastgoeddeal. De commissie wil het ‘Capitalgebouw’ huren, vlak bij het Schumanplein. Het gebouw is goed voor 55.000 vierkante meter kantoorruimte. De personeelsdienst van Europa huurt er nu al 10.000 vierkante meter. Als de deal rond is, gaat het om de grootste ooit tussen een Europees orgaan en een vastgoedgroep.
VRIJDAG 22 OKTOBER
Door het migrantenstemrecht gingen politici dan toch meer aandacht besteden aan Kuregem.
hun leefomgeving,” aldus Sacco.
Politieke vernieuwing Pas met de komst van een nieuwe generatie politici kwam stadsvernieuwing in het algemeen en Kuregem in het bijzonder weer op de agenda. Sacco wijst op het pionierswerk van Pierre Reniers (PSC), de oppositiekuur van de PS, het mildere discours van Simonet (ingegeven door zijn ambities op gewestelijk vlak) en ook de doorbraak van Ecolo op de lokale politieke scène. De ommezwaai had veel te maken
met de electorale uitdaging die de wijk geworden was na de komst van het migrantenstemrecht. Het leidde ook tot een vernieuwing bij de PS waar politici met Maghrebijnse roots werden verkozen (zoals bijvoorbeeld huidig schepen Mustapha Akouz). De Franstalige socialisten kozen resoluut voor een nieuwe politieke strategie met een minder stigmatiserend discours. Die nieuwe politieke cultuur leidde tot een hele nieuwe dynamiek bij het uitvoeren van wijkcontracten waar bewonersparticipatie en een geïnte-
greerde aanpak van de wijk centraal staan. Toch zijn bepaalde overtuigingen niet helemaal uitgeroeid. Zo blijven sommigen vandalisme en kleine criminaliteit gebruiken als argument om bepaalde herinrichtingsprojecten te weigeren. Sacco wijst ook op het aanblijven van een schepen (Anne-Marie Vanpévenage om haar niet bij naam te noemen, BS) die “in verband werd gebracht met een groot aantal vertragingen”. Bruno Schols
BRUSSELSE VLAMINGEN spreken met EEN stem. De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie werkt aan een gemeenschappelijk standpunt over de positie van de Brusselse Vlamingen. Het voorstel komt van Walter Vandenbossche (CD&V). POLITIEKE BENOEMINGEN. PS-fractievoorzitter in het Brussels parlement Rudi Vervoort verklaart dat de nieuwe baas van Actiris een Franstalige socialist moet zijn. Volgens De Morgen zou Laurent Delvaux nog de enige kandidaat zijn. Hij was kabinetschef bij Françoise Dupuis en Eric Tomas. CDH-kandidaat Christian Lamouline haalt het dus niet. Hij wordt wellicht directeur-generaal van de Brusselse administratie. Daklozenorganisaties trekken aan de alarmbel. De Brusselse opvangcentra voor daklozen maken zich zorgen over het koudeplan van de Brusselse regering. Er is weinig duidelijkheid over het aantal bedden dat beschikbaar zal zijn. Ook over het waar en wanneer is nog geen duidelijkheid.
ZATERDAG 23 OKTOBER 2010
“ “ HET WOORD
De nota-De Wever is geen goede basis om te onderhandelen.” Bernard Daelemans van het Vlaams Komitee voor Brussel (VKB) vindt dat de nota van toenmalig koninklijk verduidelijker Bart De Wever (N-VA) te weinig garanties bevat voor een Brussel dat door de twee gemeenschappen wordt bestuurd.
BOZE CONGOLEZEN BETOGEN. Er trekken een paar honderd anti-Kabilabetogers door de straten van Brussel. Aanleiding was de dood van de politieke opposant Armand Tungulu eerder deze maand in Kinshasa. Enkele betogers raken slaags met de politie.
ZONDAG 24 OKTOBER 2010 bhv-splitsing niet hoogDringend. SP.A, Groen! en Open VLD zeggen in De zevende dag dat ze het N-VA-voorstel voor de hoogdringende behandeling van de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde niet steunen. CD&V vervoegt op maandag het rijtje.
MAANDAG 25 OKTOBER 2010
In Brussel zijn de noden in het westen het hoogst, terwijl de politiecapaciteit vandaag het grootst is in het oosten.”
molenbeekse haardE staakt. De 85 personeelsleden van de socialehuisvestingsmaatschappij De Molenbeekse Haarde staken omdat de directie volgens hen de loonbarema’s niet correct toepast. Ook de verkozen vakbondsafvaardiging raakt niet erkend. beenhouwersstraat moet anders. De stad Brussel werkt aan een masterplan voor de Beenhouwersstraat. De stad wil er naast restaurants ook kwaliteitshandelszaken en woningen.
Professor en criminoloog Brice De Ruyver laakt de huidige indeling van de Brusselse politiezones in Knack.
Intelligente roltrappen
Metrostation Madou is sinds kort uitgerust met een intelligente roltrap. Zo’n roltrap gaat zowel naar boven als naar beneden en is voorzien van een stoplicht dat de juiste richting aangeeft. Het werkt dus als een soort lift. In Anderlecht waren de stations Eddy Merckx, Coovi, Het Rad en Delacroix al van zo’n roltrap voorzien. Als de intelligente roltrap ook in Madou een succes blijkt te zijn, zal het systeem in zo goed als elk MIVB-station
geïnstalleerd worden. De oude roltrappen zijn immers aan vervanging toe en beantwoorden niet meer aan de nodige veiligheidsnormen. Een nadeel is wel dat de roltrappen niet functioneel zijn als het te druk is. Om die reden zullen ze niet worden geïnstalleerd in drukbezochte stations als De Brouckère en Kunst-Wet. BD
Kuregem nog niet uit het slop. Zes wijkcontracten hebben Kuregem nog niet uit het sociaal moeras geholpen, maar toch treedt er langzaam beterschap op. Dat meldt Brussels Studies.
DINSDAG 26 OKTOBER 2010 jan de craen voorzitter van de rand. Voormalig burgemeester en ex-schepen van Dilbeek Jan De Craen wordt voorzitter van de vzw De Rand. De vzw ondersteunt het Vlaamse leven in de negentien gemeenten rond Brussel.
Samengesteld door Christophe Degreef en Danny Vileyn
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP
BDW 1252 PAGINA 4 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Welzijnswerk > ‘Ervaringsdeskundige’ wil bijdragen tot herintegratie van ex-gedetineerden
Alle gevangenen dromen over ‘buiten’
D
rie federale en Brusselse ministers brachten vorige week samen een informatiebrochure uit (zie kaderstuk) voor (ex-) gedetineerden van Sint-Gillis, Vorst en Berkendaal. In de brochure kun je terugvinden welke vormingen de verschillende externe diensten aanbieden. Doel van die vormingen is kans op de re-integratie in de samenleving zo groot mogelijk te maken. Al stellen wij ons de vraag of dit aanbod hen wordt ‘voorgeschoteld’ of gebaseerd is op een behoefteonderzoek. Het is ook in die context dat ex-gedetineerde Rudy Machiels als ‘ervaringsdeskundige’ werkt aan een doctoraat in de criminologie bij de VUB. Hij bestudeert de sociale herintegratie van ex-gedetineerden. U volgde een master agogische wetenschappen toen u in de gevangenis zat. Rudy Machiels: “Een van de redenen waarom ik universitaire studies (vrijetijdsagogiek of de studie van vrijetijdsinvulling en levensstijlen, JMB) ben gestart, is dat je moet leren omgaan met de leegheid van het bestaan in de gevangenis. Er was al vier jaar verstreken na tweeënhalf jaar voorbereiding op het proces, de verwerking van wat er gebeurd is – ik kreeg er levenslang voor - en een interne, voltijdse tewerkstelling. Ik keek toen uit naar wat zinvol kon
zijn voor mijn herintegratie in de maatschappij. En ik wou een positief rolmodel zijn voor mijn minderjarig kind: als vader en wat studie-inzet betreft.” Als uw misdrijf losstaat van alles in de maatschappij, mag ik dan stellen dat alle kansen in de samenleving voor u open lagen, zodra die geboden werden? Rudy Machiels: “Als je minstens tien jaar moet ‘zitten’ dan mag je ervan uitgaan dat al je studie- en werkervaring achterhaald is. Ik wou me volledig heroriënteren (voordien was Machiels projectleider in een softwarebureau, JMB). Maar noch de gevangenis (Sint-Gillis is een voorarresthuis, JMB), noch de universiteit had procedures voor mijn ‘soort van studenten’. Terwijl hogere diploma’s halen aan Franstalige kant meer gebruikelijk bleek.” “Via de psychologe van de gevangenis en de studieadviesdienst van de VUB is de faculteit psychologie en educatiewetenschappen aangesproken. De decaan ondersteunde mijn aanvraag. Twee doctorandi hebben mijn studieparcours gevolgd en begeleid. Een zoekertje op het prikbord agogische wetenschappen, om studenten te vinden die me in de gevangenis wilden helpen, leverde één reactie op. Zeer positief.”
Wat dachten andere gedetineerden van uw studieijver? Rudy Machiels: “Voor een heel beperkt groepje werd ik een voorbeeld. Anderen reageerden apathisch, omdat mijn voorbeeld haaks stond op het gebrek aan motivatie om hun toekomst bij te sturen. Al waren er veel die allerlei vormingsmodules volgden. Een sterke motivatie om te studeren was dat ik me verzette tegen het etiket ‘gevangene’. Zeker omdat, zodra je buiten bent, alle gedetineerden over één kam geschoren worden door de maatschappij.” Werken in de privé, lukt dat voor iemand met uw strafblad? Rudy Machiels: “Ik heb een aantal strategieën toegepast bij sollicitatiegesprekken, wat trouwens ook een verkapt onderzoek was om te zien of ‘wij’ die kansen krijgen. Als je in je cv open kaart speelt – uiteindelijk is dat het eerlijkst en gemakkelijkst – dan geraak je nooit van den dop af. Een van de aandachtspunten in mijn doctoraat is dan ook de vraag of hooggeschoolden het moeilijker hebben om zich professioneel te reintegreren dan lager geschoolden, zoals bouwvakkers, chauffeurs en horecapersoneel.” Krijgen ex-gedetineerden wel kansen als ze buiten komen? Rudy Machiels: “Als we ons baseren op de recidivecijfers: in Amerika gaat men ervan uit dat tweederde terug binnen komt, in België zou dat lager liggen. Mijn vraag is echter: wat gebeurt met de rest? Hoe doen zij het? Hoe (over)leven zij? Wie voorwaardelijk vrijkomt, krijgt gedurende een aantal jaren opvolging door justitie. Bedoeling is om via individuele begeleiding en controle
Wegwijs voor en achter tralies © JWW
BRUSSEL - Toen Rudy Machiels na tien jaar uit de gevangenis kwam, stond totale herintegratie centraal voor hem. Tijdens zijn ‘zit’ voor partnerdoding heeft hij zich herschoold met een masteropleiding. “Om mijn kansen ‘buiten’ te vergroten,” zegt hij. Met de VUB zou hij nu willen onderzoeken hoe ex-gedetineerden en hun naasten de stap van de gevangenis naar de samenleving verwerken.
De Brusselse ministers Brigitte Grouwels (CD&V) en Evelyne Huytebroeck (Ecolo) en federaal minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) brachten gezamenlijk de brochure Externe hulpdiensten: wegwijs in de gevangenis uit. Hierin vinden gedetineerden, beklaagden, ex-gedetineerden, veroordeelden en hun naasten een overzicht van de ondersteuning die externe hulpdiensten voor welzijnswerk aanbieden. Zij bieden morele, sociale en psychologische begeleiding en geven juridisch en administratief advies. Een en ander is gelinkt aan de voorbereiding van de vrijlating. De gratis service staat los van justitie vanwege het beroepsgeheim.
JMB
Info Justitieel Welzijnswerk: 02-502.66.00
RIANTE VERGOEDINGEN VERDELEN PARLEMENT BRUSSEL - Het Brussels parlement heeft een voorstel klaar om de riante vergoedingen van parlementsleden aan banden te leggen. CD&V en Open VLD willen daar niet van weten. Ecolo, gesteund door PS, CDH en Groen!, stelt voor om de dubbele vergoeding te schrappen voor de functies voorzitter en eerste onder-
voorzitter van het parlement. Die krijgen nu 5.000 euro als voorzitter van het parlement, naast een loon als député. Daarbovenop ontvangen ze nog eens 4.000 euro als voorzitter van het Bureau, waar de parlementaire werkzaamheden worden geregeld. Die laatste vergoeding verdwijnt in het Ecolo-voorstel. De andere ondervoorzitters en de secretarissen zouden het met
30 procent minder moeten stellen. Het Bureau wordt ook kleiner, van vijftien leden naar twaalf. Ten slotte moeten ook de leden van het Uitgebreid Bureau wat inleveren. Dat alles levert een mooie besparing op en tegelijk een (bescheiden) afslanking van het parlement. Open VLD wil daar niet van weten. Fractieleider Els Ampe: “We hebben voorwaarden gesteld. Zo vinden we
dat de Bureau-vergoeding voor de ambtenaren van het parlement ook naar beneden moet. Zolang Ecolo daar niet mee akkoord gaat, doen we niet mee.” Ampe haalt ook uit naar de Ecolo-deputés. “Het zijn ambtenaren, geen volksvertegen-
de herintegratie te bevorderen en recidive tegen te gaan.” “Maar het is jammer dat er geen databank voorhanden is met gegevens over de evolutie van de situatie van ex-gedetineerden na hun terugkeer. Ons onderzoek wil zich vooral toespitsen op de onmiddellijke omgeving van de gedetineerde: hoe herstelt het contact met partner, kinderen, familie en werk, hoe wordt het sociaal netwerk uit- of heropgebouwd?” “Families overleven buiten de muren en doen dat op hun eigen manier. Je plaats terug innemen te midden van de familie kan voor heel wat problemen zorgen. Hoe ga je om met je oude en je nieuwe identiteit? Krijg je de gelegenheid om je sociale rollen naar behoren in te vullen en hoe ga je om met deze nieuwe situatie?” Wat zou nu beter kunnen? Rudy Machiels: “Nu ligt de focus van herintegratie op tewerkstelling – en geldinkomsten zijn inderdaad belangrijk – al is er veel meer in het leven naast werk: het gezinsleven, sport- en vrijetijdsbeleving, sociale contacten, enzovoort. In mijn geval was een herstel van de relatie met mijn kind prioritair. Hoeveel kinderen gaan er graag naar de gevangenis om hun papa of mama te bezoeken? Er is al heel wat vooruitgang geboekt, denken we maar aan de kindvriendelijke bezoekzalen. Dat doet echter niks af aan het gegeven dat een bezoek aan een gevangenis een zeer indringende gebeurtenis is voor kinderen. Het kan stigmatiserend werken tot zelfs een traumatische impact hebben. Kinderen kunnen ontvangen in een meer normale en herkenbare setting, zou zeker al kunnen helpen bij het in stand houden van een relatie.”
woordigers. Ze worden door hun partij betaald (die een kwart inhoudt van het loon, SVG). Hoe kunnen ze dan nog onafhankelijk werken? Dat is stemknop-democratie.” Wie ook niet akkoord gaat is Walter Vandenbossche (CD&V), de ondervoorzitter, die samen met voorzitster Françoise Dupuis (PS) het meest door het voorstel wordt getroffen. Hij weigert het te steunen. “We gaan principieel akkoord. We willen alleen een evenwichtige regeling. Waarom niet alle deputés laten SVG inleveren?”
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1252 PAGINA 5 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Moet er geluisterd worden naar gedetineerden en exgedetineerden om deze tekortkomingen te kunnen inschatten? Rudy Machiels: “Het zou al een grote stap vooruit zijn als de directe omgeving van de gedetineerden meer betrokken zou worden in wat er gebeurt binnen de muren. Nu worden er cursussen georgani-
“Alles in de samenleving draait rond het stigmatiseren van wie in de gevangenis heeft gezeten” seerd in de gevangenis, bijvoorbeeld over de partnerrelatie of de vaderkindrelatie, maar blijven de betrokkenen buiten staan. Zij worden apart opgevangen. Aan gezamenlijke ‘begeleiding’ wordt niet gedacht. De gedetineerde kan de informatie die hij te verwerken krijgt, dus niet direct toetsen aan de praktijk. Dat werkt in het leven ook niet. Met zijn allen samen tot oplossingen proberen te komen is toch efficiënter.”
Rudy Machiels en zijn jongste kind: “Er zijn veel studies over de psychologische impact van een celstraf, maar over de stap naar buiten bestaat amper onderzoek.”
De goodwill vanuit het justitieel welzijnswerk is toch aanwezig? Talloze initiatieven worden aangeboden. Rudy Machiels: “De vraag blijft of de brede waaier aan begeleidingsmogelijkheden wel de beste voorbereiding biedt op herintegratie. Trouwens, wie is verantwoordelijk voor
de voorbereiding op de ‘vrijheid’? Justitie sluit je op vanuit veiligheidsoverwegingen en focust zich nadien uitsluitend op veiligheidsaspecten en risico-inschatting. Daar stopt hun verhaal. Je moet teruggevallen op anderen die de hulp- en dienstverlening op zich nemen.” “En ook al zijn er al pogingen ge-
weest om justitie en hulpverlening op elkaar af te stemmen, ik vraag me vanuit mijn ervaring af waar de stem blijft van de gedetineerde en de ex-gedetineerde? In welke mate stemt het aanbod overeen met de werkelijke behoeften van de gedetineerden met betrekking tot hun reintegratie?”
Een geïndividualiseerde begeleiding van elke gedetineerde is onbetaalbaar. Rudy Machiels: “Vandaar dat de eerste stap in ons onderzoek een gevarieerde groep casestudy’s zou omvatten, die per geval bestudeerd worden, zonder te willen gaan veralgemenen.” “Een co-onderzoeker, criminoloog van opleiding, zou de interviews met de (ex-)gedetineerden doen die terugkeren naar de samenleving. Ik zou de bevraging doen met de partner en/of de kinderen.” “Het onderzoek spitst zich toe op mensen die willen re-integreren. Hoe wordt die tweede kans ingevuld door de ex-gedetineerde? En krijgt hij of zij die kans van de samenleving? Want daar gaat onze rechtsstaat van uit.” “Maar kijk naar wat de overheid doet inzake tewerkstelling bijvoorbeeld: zij is de eerste die een bewijs van goed gedrag en zeden vraagt. Alles in de samenleving draait rond het stigmatiseren van wie in de gevangenis heeft gezeten en dikwijls ook van zijn familie. Hoe gaan een
ex-gedetineerde en zijn directe omgeving om met de verschillende vormen van stigmatisering bij zijn terugkeer? Achteraf kunnen die casestudy’s eventueel dienen om een kwantitatieve bevraging te doen bij de hele populatie die vrijkomt. Pas dan zullen er voor het beleid cijfers voorhanden zijn die een beeld geven van de huidige situatie en kan er indien nodig aan een remediëring gewerkt worden.” Gevangenen ‘dromen’ en hebben positieve illusies over de buitenwereld. Rudy Machiels: “Dat vinden we ook terug in de literatuur. Bijna 80 procent van de gedetineerden verlaat de gevangenis met de idee: nu ga ik het maken. Maar het eerste jaar botst menigeen tegen veel muren.” “Dat zouden we net willen onderzoeken in het doctoraat. Zo ervaarde ik zelf ook dat er veel compensatiemechanismen in werking treden dat eerste jaar. Tien jaar binnen ‘zonder’, het vraagt vaak om compensaties op het vlak van seks, relaties, geldbesteding, vrijheid, emoties...” Is er dan een beter inzicht nodig in wat er speelt bij exgedetineerden als ze pas op vrije voeten zijn? Rudy Machiels: “Als men wil dat ex-gedetineerden zich re-integreren, dan zou er binnen en buiten toch eenzelfde maatschappelijke evolutie moeten plaatsvinden, doorstroming en opvang inbegrepen. Tien jaar ‘binnen’ doet veel met een mens. Dat verteer je niet de dag dat je buiten stapt, zelfs de eerste jaren niet.” Neemt niet weg dat iedereen buitenstapt met een eigen ‘groot gelijk’ over de maatschappij en de systemen. Rudy Machiels: “Ik denk niet dat er veel gedetineerden bewust bezig zijn met het gevangenissysteem, maar wel met ‘wat hebben ze me afgepakt’. Dan zijn er weer die compensatiemechanismen. ‘Ze hebben mijn tijd afgepakt, ik ga die inhalen. Ze hebben centen afgepakt, ik ga die recupereren.’ Dan ga je snel uit de bocht, en beland je mogelijk terug in de criminaliteit. Vandaar nogmaals: er zijn veel studies geweest over de psychologische impact van de gevangenisstraf op de gedetineerde, maar over de stap naar buiten en wat daar allemaal gebeurt, bestaat er amper onderzoek.”
Jean-Marie Binst
ADVERTENTIE
TRUUS ROESEMS NIEUWE PARTIJSECRETARIS VAN GROEN! BRUSSEL - Op 1 november wordt Truus Roesems (38) partijsecretaris bij Groen! Roesems is vooral bekend van het Observatorium voor Welzijn en Gezondheid, waar ze bijna elf jaar mee de armoederapporten opstelde. Voordien werkte ze vier jaar aan de KU Leuven, onder meer rond de atlas Achtergestelde Buurten in Brussel. Aan die universiteit studeerde ze sociaal-economische geografie. Daarna volgde ze een eenjarige postuniversitaire opleiding rond ontwikkelingswerk aan de universiteit Louvain-La-Neuve. Van-
waar de stap naar de politiek? “Partijvoorzitter Wouter Van Besien, die ik ken van de chiro, heeft me gevraagd om deel te nemen aan de sollicitatieprocedure. Daar kwam ik als beste uit,” zegt Roesems, die al acht jaar in Brussel woont. “Enerzijds wil ik de partij ondersteunen, anderzijds mijn kennis aanwenden om sociaal-economische problemen aan te pakken.” Roesems vervangt Annick Willemans, die sinds 15 juni directeur is bij vzw Dienstenwinkel in Roeselare.
SVdb
“Het Brussels flamingantisme ... in het Frans” Brussels historicus Roel Jacobs interviewt professor Eliane Gubin (ULB) auteur van Bruxelles berceau d’un flamingantisme démocratique (1979). “Het is het beste boek ooit over de Vlaamse beweging”. Ingeleid door volksvertegenwoordiger Herman Mennekens
9 november 2010 - 19u30 L’Aile Bleue - Vleugelstraat 60 - 1030 Schaarbeek reservatie: 0495/210.501 - willemsfonds.brussel@skynet.be
Organisatie Willemsfonds Schaarbeek-Evere i.s.m. Willemsfonds Jette
SCHAARBEEK
EVERE
AND THE
CITY
BDW 1252 PAGINA 6 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010 © BART DEWAELE
Audiobeschrijfster Geertje De Ceuleneer (met microfoon) kijkt toe hoe de vier acteurs in de KVS zich voorstellen aan de toeschouwers met een visuele beperking.
Gelijke kansen > Theater en films steeds vaker met gesproken hulp voor slechtzienden
Beeld voor blinden beschreven BRUSSEL – Door audiobeschrijving aan te bieden, krijgen vooral culturele instellingen steeds meer blinden en slechtzienden over de vloer. Zo kunnen deze toeschouwers ook de niet-zichtbare elementen tijdens een toneelstuk oppikken. In Nederlandstalig Brussel kunnen mensen met een visuele beperking enkel bij de KVS terecht.
W
anneer een personage in een toneelstuk grijnst, merkt een blinde of slechtziende dat niet of nauwelijks. Hetzelfde wanneer iemand het podium verlaat. Toch maken dergelijke details deel uit van het verhaal. Voormalige Radio 1-stem Geertje De Ceuleneer past daar als audiobeschrijfster voor het derde theaterseizoen op rij een mouw aan. Van achteraan in de zaal beschrijft ze in korte zinnen niet alleen de uitdrukkingen op het gezicht van de acteurs. Ook de manier van bewegen, kleding, decor, kortom alles wat van betekenis is maar visueel niet altijd
(goed) waargenomen kan worden, komt aan bod. Via een oortje hoort de slechtziende de beschrijving. Afgelopen weekeinde verzorgde De Ceuleneer de audiobeschrijving voor vier mensen met een visuele beperking tijdens de voorstelling In de Strafkolonie/Het Hol in de Koninklijke Vlaamse Schouwburg (KVS). Hoe gaat dat in zijn werk? “Je praat niet terwijl de acteurs aan het spreken zijn. Dus je kunt het ook niet perfect doen. Als een stuk heel snel gaat of er zijn veel personages, dan is dat heel moeilijk. Je doet het in heel korte zinnen, om zo snel mogelijk weer te zwijgen. Als het even
stil is, of bij muziek, zeg je snel iets, maar enkel als het nodig is. Tijdens een monoloog die voor zich spreekt, is audiobeschrijving bijvoorbeeld overbodig.”
Stapje voor Geertje De Ceuleneer (45), beleidsmedewerkster bij de cel Diversiteit van de VRT, doet de audiodescriptie bij de KVS als vrijwilligster, dus onbezoldigd – op een onkostenvergoeding na. Ze kiest enkel toneelstukken die toegankelijker kunnen gemaakt worden. Vorig jaar selecteerde ze vijf stukken, dit jaar drie. En daar kruipt per stuk een dag voorbereiding in, schat ze. “Als je dat op professionele basis doet, dan steek je daar nog meer tijd in. Door mijn baan kan ik dat niet.” De Ceuleneer volgde geen specifieke opleiding. “Ik heb twintig jaar ervaring met liveradio. Daardoor gaat audiobeschrijving al wat gemakkelijker. Op het vlak van spreektrai-
ning, snelheid en improvisatie heb ik een stapje voor. Maar of een opleiding volgen noodzakelijk is? Ik denk van wel. In het verleden heb ik wel eens een handleiding gekregen. Een van de dingen waar je rekening mee moet houden, is niet te veel verklappen. Je mag ook niet interpreteren.” Om meer over audiobeschrijving te weten, volgde De Ceuleneer één workshop bij Aline Remael. Deze hoogleraar Vertaalwetenschap en Audiovisuele Vertaling aan de Artesis Hogeschool Antwerpen is een van de weinige specialisten op het vlak van audiovisuele vertaling en audiobeschrijving. “In Vlaanderen staat audiobeschrijving nog in zijn kinderschoenen, maar het gaat wel vooruit. Op dit ogenblik zijn er op het kabinet van mediaminister Ingrid Lieten (SP.A) quota in de maak over hoeveel audiobeschrijving per aantal uitzendingen moet voorzien worden. Internationaal staan Spanje, Duitsland en Frankrijk voor. De
Verenigde Staten en Engeland zijn daarin zelfs nog verder gevorderd.”
Ook film en voetbal Hoeveel mensen van audiodescriptie gebruik kunnen maken, is niet geweten. De Brailleliga alleen al telt in België 14.000 leden die blind of slechtziend zijn. In het Brussels Gewest zijn dat er 2.424, Nederlandsen Franstaligen samen. Met dien verstande dat leden bij de Brailleliga minstens 60 procent visuele beperking hebben. Maar niet elke persoon met een visuele handicap is lid van de Brailleliga. Bovendien kunnen ook mensen met een licht mentale handicap of sommige ouderen baat hebben bij deze techniek. In Nederlandstalig Brussel is het nut nog niet echt doorgedrongen. Een blinde of slechtziende kan slechts sporadisch een toneelstuk bij de KVS meepikken. Aan Franstalige kant is het theateraanbod met audiobeschrijving ruimer en profes-
BDW 1252 PAGINA 7 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
sioneler. Dat is zo in Brussel, maar ook in Wallonië. Toch beweegt er wat in Vlaanderen. Op het terrein van de filmindustrie zijn inmiddels een tiental producties, waaronder Loft of Zwartboek, van audiodescriptie voorzien. Voetballiefhebbers met een beperking kunnen dan weer plaatsnemen op blindentribunes bij RSCA Anderlecht, Club Brugge en de Rode Duivels. En dit jaar staan in het Toneelhuis in Antwerpen voor de eerste keer een vijftal zondagnamiddagvoorstellingen met audiobeschrijving op het programma. Bij Intro, een vzw die evenementen voor mensen met een handicap toegankelijk maakt, kloppen meer en meer culturele centra aan om in audiodescriptie te voorzien, vertelt stafmedewerkster Sofie Donders. De vereniging maakte onder meer de ommegang van de Virga Jessefeesten in Hasselt toegankelijk voor mensen met een visuele beperking. Ziet vooral de culturele sector op die manier nieuw volk over de vloer
“Je moet er bij audiobeschrijving van toneelstukken op letten niet te veel te verklappen. Je mag ook niet interpreteren” komen, dan lijkt bij de Brailleliga het publiek minder geïnteresseerd, vertelt Marie-Jeanne Nachtergaele. De verantwoordelijke van de dienst Vrijetijdsbesteding en Kleine Technische Hulpmiddelen kent de techniek wel, maar “heeft er geen ervaring mee en geen financiële middelen voor”. “Ik vind audiobeschrijving positief, maar de verplaatsing naar het evenement maakt het moeilijk. Vaak zijn voorstellingen ’s avonds en met het openbaar vervoer is dat niet altijd mogelijk. Anderzijds kunnen vrienden en kennissen ons ook niet altijd brengen.” Dat bevestigt Christiane Braspenning, een 46-jarige dame uit Brasschaat met een visuele beperking die de jongste (avond-)voorstelling in de KVS meemaakte. “Mijn begeleider brengt me met de auto. Of ik zo laat (inleiding en voorstelling liepen van 20 uur tot 22 uur, SVdb) met het openbaar vervoer zou komen, weet ik niet. Overdag zou er meer volk aanwezig zijn.” Wat ze van de audiodescriptie zelf vond? “Het was heel duidelijk. Zonder deze informatie had ik het stuk niet begrepen. Bovendien was de audiobeschrijfster efficiënt: ze heeft niets te veel gezegd en ook geen onbelangrijke details vermeld. Toen ik een paar jaar geleden een toneelstuk met audiodescriptie ergens in Vlaanderen bijwoonde, kon ik het grote aantal toneelspelers niet uit elkaar houden. Hier was het heel goed. Ik hoop dat het verder in deze richting evolueert.”
Steven Vandenbergh
P-PRAAT Het is eind oktober en dat betekent dat de Brusselse politici zo onderhand terugkeren uit vakantie. Brussels minister-president Charles Picqué las bij de opening van het parlementair jaar zijn beleidsverklaring voor. Hij vroeg onder andere “een billijke financiering” van het gewest en zei dat “Brussel niet langer de melkkoe van Brabant en België mag blijven”. Tiens, ligt het aan ons of blijft Picqué zijn plaat al een tijdje hangen? Daarnaast was er in de verklaring ook plaats voor een sneer naar de “simplistische slogans, vertekende voorstellingen of kwaadwillige karikaturen” die over Brussel de ronde doen. Met andere woorden: Brussel heeft geen probleem, het is de rest van het land dat een probleem heeft met Brussel. Plus est en vous, Charles. Ook de Vlaamse Gemeenschapscommissie trapte zijn werkzaamheden op gang. Als om de relevantie van de instelling te bewijzen, stelde collegelid Els Ampe (Open VLD) voor om voortaan dieren toe te laten op de speelplaats van scholen. De Brusselse bloeikes hebben namelijk te weinig affiniteit met de natuur en de beesten zouden hen kunnen kalmeren. Goed idee, maar wie gaat het uitleggen als Trudy na de zomervakantie naar de geitenhemel is vertrokken? Nu Bart De Wever zich vooral bezighoudt met het schrijven van columns in De Standaard, heeft onze favoriete politica, Joëlle Milquet, een andere hobby gevonden: model. Zij stond zaterdag te pronken in de Nina, het weekendmagazine van Het Laatste Nieuws. U weet wel: zo een bijlage die de krant dikker maakt, maar niet noodzakelijk inhoud toevoegt. Helaas, de diepe decolletés en gewaagde poses bleven achterwege. Wij hadden nochtans meer verwacht van een reportage met de titel ‘Joëlle Milquet, zoals u haar nog nooit gezien hebt’.
ADVERTENTIE
BRUSSELS BLAUW
www.vldbrussel.be
info@vldbrussel.be Tel: 02/549.66.60 Fax 02/549.65.92 Nieuwsbrief Open Vld-Brussel oktober 2010
AMPE WIL BEHOUD 770 JOBS OP HEIZEL Het Brussels stadsbestuur heeft grootse plannen met de Heizelvlakte: een congresruimte met 3500 plaatsen, een winkelcentrum van 100.000m² en dus groter dan dat van Wijnegem, kantoorgebouwen, een indoor evenementenzaal van 15000 plaatsen , groene/ openbare ruimten , een multifunctioneel stadion van 60 000 plaatsen. Dit alles zou moeten komen op het Heizelplateau in de plaats van het Boudewijnstadion, de Kinepolis, MiniEuropa, Océade en Trade Mart en verschillende parkings. Door deze plannen dreigen 770 mensen hun baan te verliezen. Daarom pleit Brussels parlementslid Els Ampe voor jobbehoud in tijden waarin de jeugdwerkloosheid hoge toppen scheert. “Maar dat is niet het enige, Brussel heeft nood aan meer ontspanningsmogelijkheden en recreatieruimtes. De bioscoop en het glijbanenzwembad zijn een trekpleister niet enkel voor de Brusselse jongeren in een dichtbevolkte stad, maar ook voor de Noordrand van Brussel. Waarom geen avonturenpark op de Heizel?” Els Ampe vraagt zich ook af wanneer de
Stad Brussel een marktonderzoek zal bestellen om na te gaan wat nodig en economisch rendabel is op de Heizelsite. Want het is maar de vraag of de zoveelste kantoorwijk en mega-shoppingcenter een trekpleister is. Wordt vervolgd....
ANNEMIE NEYTS:
BRUSSEL IS VERANTWOORDELIJKHEID VAN NEDERLANDSTALIGEN EN FRANSTALIGEN
CHIEN ÉCRASÉ BRUSSEL – Er zijn geen zekerheden meer in het leven. De Stad Brussel wil namelijk wat doen aan de eentonigheid in de Beenhouwersstraat. Restaurants weg en wat designwinkels erbij, is de redenering van het stadsbestuur. Die designwinkels moeten zich dan wel houden aan de ongeschreven wet van de Beenhouwersstraat: weinig kwaliteit bieden voor veel geld. Anders zijn we helemaal onze houvast kwijt. LAKEN – Gezien in onze plaatselijke Aldi: de eerste sint- en kerstversiering. In oktober. Dat zoiets een perfide invloed heeft op onze jeugd werd zaterdag bewezen toen twee minderjarigen een speelgoedwinkel overvielen. Die stoomboot kan niet snel genoeg komen. VORST – Regionaal nieuws zit soms in een klein hoekje. De Vlan wist ons te melden dat er in Vorst, meer bepaald in de Glasblazerijlaan, zowaar een kattendoder aan het werk is. Er zijn de laatste dagen niet minder dan drie katten dood teruggevonden, waarschijnlijk vergiftigd. Watson, breng het vergrootglas. BRUSSEL - Afgelopen vrijdag was het de eerste Nationale dag van Chronische en Inflammatoire darmziekten. Dertigduizend Belgen tussen 15 en 30 jaar leven met de ziekte en moeten tot twintig keer per dag naar het toilet. De ziekte is weinig bekend omdat – hou u vast – mensen er beschaamd over zijn. U meent het niet. Om de ziekte dan maar onder de aandacht te brengen werd in het Centraal Station een muur van wcpapier gebouwd. Subtiel.
Sinds 1 juli heeft België het Europees Voorzitterschap. Gedurende zes maanden staat Brussel in een Europees daglicht. Een mooie gelegenheid om de troeven van het Brussels Hoofdstedelijk gewest in de verf te zetten, vindt ook Europarlementslid voor Open Vld, Annemie Neyts. Annemie Neyts: De slogan ‘Europa in Brussel’ omschrijft wat we bedoelen: Brussel is meer dan dan de som van de Europese Instellingen. Onze internationale uitstraling zorgt voor heel wat directe en indirecte werkgelegenheid. Een recente studie gaf aan dat niet enkel de EU-instellingen, maar ook de NAVO en andere instellingen zoals de 2.500 lobbyorganisaties en 2.300 internationale bedrijven samen goed zijn voor maar liefst 100.000 banen: bijna 40.000 in de EU, 4.000 in de NAVO en 2.500 in andere internationale instellingen. Daarnaast worden er nog eens 5.000 diplomaten en 1.000 journalisten aangetrokken. Op hun beurt zorgt deze groep voor indirecte werkgelegenheid bij toeleveringsbedrijven en horecazaken. Dit bewijst dus dat Brussel heel wat potentieel heeft.
Zelf woont Annemie Neyts in het hartje van Brussel en kent ze de uitdagingen. “Ook al bekleedt Brussel een 15de plaats op de wereldranglijst van steden met de beste leefkwaliteit, toch leeft een groot gedeelte van de bevolking in armoede. Blijvend investeren in degelijk onderwijs, met aandacht voor talen, is noodzakelijk. Enkel via onderwijs kan de generatie-armoede worden tegengegaan. Beide gemeenschappen moeten hier hun verantwoordelijkheid opnemen. Daarom ijvert Open Vld al jaren voor bijkomende capaciteit in het onderwijs om de bevolkingstoename binnen de hoofdstad op te vangen. Maar ook het mobiliteitsprobleem moet worden opgelost. Een uitgebreider metronetwerk is en blijft hèt middel om te concurreren met de wagen. We moeten vermijden dat Brussel dichtslibt, verzandt en onbereikbaar wordt.”
BDW 1252 PAGINA 8 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
de horeca. Men vindt geen kelners, geen kamermeisjes... En kamermeisje is een vak hé. Er is niet alleen een probleem van kwalificatie, maar ook van attitude. De jongeren zouden les moeten krijgen over onderwerpen als ‘wat is een job?’ en ‘hoe solliciteren?’. En ze zouden gecoacht moeten worden in hun zoektocht naar een baan.”
Economie > Jean-Claude Daoust (Beci) over werk, activering en opleiding in Brussel
‘We hebben hier wél jobs voor laaggeschoolden’ © FRED GUERDIN / REPORTERS
BRUSSEL – Jean-Claude Daoust is de nieuwe voorzitter van de Brusselse ondernemersfederatie Beci. Een gesprek.
H
et interimkantoor Daoust werd goed vijftig jaar geleden opgericht door Albert Daoust, vader van huidig gedelegeerd bestuurder Jean-Claude. Het is een vaste waarde in de uitzendsector in ons land. Jean-Claude Daoust is jurist, Brusselaar en was eerder al voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en Federgon, de werkgeversfederatie van uitzendkantoren en wervingsbedrijven. Hij gaat nu Beci leiden, de koepel van Brusselse ondernemers. We spraken met hem in de mooie vernieuwde salons van het Merodehotel. Hoe kijkt u aan tegen het echec van N-VA en PS? Daoust: “Dat valt erg te betreuren. Brussel moet erkend worden als een echt gewest. Dat is de wens van onze leden. Het is de enige manier om dit gewest economisch een duw in de rug te geven. We zijn geen voorstander van een beheer van Brussel door de gemeenschappen. Het is nu al ingewikkeld genoeg.”
Hoe kan het beter? Daoust “Vandaag zijn opleiding en tewerkstelling volledig versnipperd. Zelfs toen in een vorige regering beroepsopleiding en werk bij één minister zaten, was het al moeilijk. Vandaag zijn twee ministers bevoegd. Vlaanderen toont dat het anders kan. Er is één VDAB die zich zowel met arbeidsbemiddeling als met opleiding bezig houdt. De resultaten zijn dan ook veel beter. Brussel heeft ook nood aan één instelling.”
Brussel wordt in het N-VAvoorstel voor een nieuwe financiering niet echt rijkelijk bedeeld.
Daoust: “Brussel zorgt voor 20 procent van het bnp in ons land. Een juste retour is logisch. Meer verantwoordelijkheid is belangrijk, maar kan niet als Brussel ondergefinancierd is.” Brussel kampt met een torenhoge werkloosheid. U wil beroepsopleiding regionaliseren, maar ligt het probleem niet eerder bij het leerplichtonderwijs? Daoust: “In een democratie zijn gelijke kansen een basisrecht. Iedereen zou een eerlijke kans moeten krijgen om een mooie carrière op te bouwen. Een kwalitatief onderwijs
“Sommige werklozen beseffen zelfs niet dat hun uitkering een werkloosheidssteun is”
land ter wereld waar je onbeperkt een werkloosheidssteun kunt krijgen. Waarom geen systeem zoals in Scandinavische landen? Een uitkering gedurende twee jaar, met een bedrag dat hoger is dan wat werklozen nu krijgen, en met een intensieve coaching.”
Jean-Claude Daoust: “In Vlaanderen houdt er zich één VDAB bezig met zowel arbeidsbemiddeling als opleiding. De resultaten zijn dan ook beter.”
Rudi Thomaes van het VBO pleit voor een fusie van de Brusselse gemeenten. Een goed idee? Daoust: “Van buitenaf lijkt dat inderdaad de eenvoudigste oplossing. Toch zijn we er geen voorstander van, en dat hebben we Thomaes ook gezegd. We moeten de positieve rol van de gemeenten durven erkennen. Maar dat er met bevoegdheden geschoven moet worden, lijkt ons evident.”
Er gaan ook stemmen op om de werkloosheidsuitkering in te perken in de tijd. Daoust: “Een interessant idee. Het huidige systeem is niet goed. Het is duur en het laat te veel mensen in de werkloosheid hangen. Sommige werklozen beseffen zelfs niet dat hun uitkering een werkloosheidssteun is. We zijn nog het enige
is dus nodig en dat is er vandaag niet. Sommige kinderen beginnen pas op zes aan de schoolloopbaan en kennen Frans noch Nederlands. Misschien is een voorbereidend taaljaar een goed idee. Ondertussen raken leraars gedemotiveerd – en dat is geen kritiek, ik heb heel veel respect voor het lerarenberoep.” Doet de Brusselse regering genoeg om industriële activiteiten aan te trekken? Volgens Actiris zijn er namelijk niet genoeg banen voor laaggeschoolden in Brussel. Daoust: “Er zijn wél banen voor laaggeschoolden. Kijk maar naar
Raakt de Belgische economie stilaan uit het slop? Daoust: “Ja. We kunnen dat zien in verschillende sectoren. In de uitzendsector, waarin ik actief ben, kunnen we de laatste maanden mooiere cijfers voorleggen dan vorig jaar. Maar ook de publiciteitssector doet het beter. Dat zijn goede indicatoren voor een economische heropleving. Er worden weer mensen aangeworven. Die moeten de mensen vervangen die vorig jaar afgedankt zijn. We merken daarbij wel dat de bedrijven strenger zijn geworden. Nu ze opnieuw aanwerven, willen ze echt goed gekwalificeerd personeel.”
© BRUSSEL INNOVEERT
Economie > Innovatieve bedrijven in de kijker
Onderzoekers hangen vlag uit BRUSSEL- Van 21 oktober tot 22 november kan men in de Anspach-galerijen terecht voor de tentoonstelling Brussel Innoveert - A Bruxelles, on innove. Met die expo tracht het gewest in de kijker te zetten dat het een belangrijke rol speelt op vlak van onderzoek en ontwikkeling. “Hoewel de onderzoekssector 13.000 mensen tewerkstelt, is deze sector nog te weinig bekend bij het grote publiek”, zegt Brussels minister van Onderzoek Benoît Cerexhe (CDH).
Steven Van Garsse
De tentoonstelling gaat gepaard met een actie waarbij Brusselse organisaties die sterk inzetten op onderzoek een vlag aan hun gevel hangen met daarop ‘Ici on innove - Hier innoveren wij’. “Op die manier willen we aan het grote publiek het netwerk van innoverende bedrijven tonen dat het gewest overdekt“, aldus Benoît Cerexhe. Geïnteresseerden kunnen terecht in het Anspach Center, tussen de Anspachlaan en de Kleerkopersstraat in Brussel. Benoît Demeester
De zonnewagen van het Umicore Solar Team.
BDW 1252 PAGINA 9 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Het belangrijkste criterium voor kantoren is volgens Sonneville de locatie. “Zakencentra moeten dicht bij de grote stations liggen. Het Zuidstation is dan ook dé plaats voor nieuwe kantoren.” In de Zuidwijk is de leegstand de laatste tijd inderdaad fel gezakt. Het nieuwe project betekent dat de Zuidertoren zijn status van eenzame reus zou verliezen.
Stedenbouw > Kwartet torens moet in extra kantoorruimte aan station voorzien
Aanvraag voor vier ‘kleine’ broertjes voor Zuidertoren
Op 22 december dienen bouwpromotoren Atenor en CFE een aanvraag in voor het ambitieuze project. Het complex zou op het braakliggend terrein komen langs de Blerotstraat, vlak bij de Eurostarterminal van het Zuidstation. Dat schrijft Le Soir. Enkele jaren geleden waren er al plannen om op dezelfde locatie een grote V-toren te bouwen, maar de toenmalige investeerder trok zich terug in 2009. Het nieuwe project voorziet in vier torens van verschillende grootte. Drie van de vier zouden in elkaar
© CFE
ANDERLECHT/SINT-GILLIS – Als bouwpromotor Atenor zijn zin krijgt, komen er liefst vier nieuwe torens vlak bij het Zuidstation. Het zogenoemde ‘Victor’-project behelst in totaal 100.000 vierkante meter. Grotendeels kantoren, maar ook woningen en winkels.
Niet hoger dan 150 meter
De vier torens zijn onderaan transparant, drie van de vier mastodonten vloeien volgens het plan in elkaar.
haken. De onderste verdiepingen zouden transparant zijn om de link te leggen naar de publieke ruimte. Atenor en CFE voorzien tussen de 5.000 en 10.000 vierkante meter woningen en 3.000 vierkante meter
winkelruimte. De rest zal worden ingenomen door kantoren. De vraag rijst of zo’n project wel verantwoord is, nu er al zo veel kantoren leegstaan? “Er zijn inderdaad te veel kantoren in Brussel, maar
tegelijk is er een gebrek aan kwaliteit,” zegt Atenortopman Stéphane Sonneville in de Franstalige krant. “We gaan dan ook voor hoogbouw, gemengde functies en hoogstaande architectuur. ”
Toch zal Victor het hoogste gebouw van het land niet onttronen. De Brusselse wetgeving laat immers niet toe om hoger te gaan dan de 150 meter van de Zuidertoren. “Bovendien willen we ons aanpassen aan de omgeving,” aldus nog Sonneville. “We gaan geen hypermoderne architectuur ontwikkelen die de Zuidertoren plots zeer oud doet lijken.” De Zuidertoren werd in een recent verleden gerenoveerd door het bureau van architect Michel Jaspers. Die tekent ook het nieuwe complex zodra dat groen licht krijgt. Hij doet dat samen met de Franse ster Christian de Portzamparc, bij ons vooral bekend van het masterplan voor de Wetstraat. Atenor is ook de promotor van de Premiumtoren langs het Kanaal en een nieuw groot kantoorgebouw langs de Wetstraat.
Laurent Vermeersch/ brusselnieuws.be
ADVERTENTIE
€ 215 voordeel
Dat is zoals Kerst in oktober !
**
€ 215 voordeel bij aankoop via numericable.be € 155 voordeel bij aankoop in één van de Numericable verkooppunten of via 02 / 226 52 00
Internet tot 100 MB * Onbeperkt nationaal bellen * Meer dan 120 tv-zenders in digitale kwaliteit * * Aanbod onder voorwaarden. Beschikbaar in de volgende gemeenten: Brussel-Hoofdstad, Laken, Molenbeek, Anderlecht, Neder-Over-Heembeek, Haren, Watermaal-Bosvoorde, Sint-Joost-ten-Node, Wemmel en Drogenbos. Verbintenis van een jaar. Vereist een Cablebox-decoder en een modem. Onbeperkt bellen enkel naar vaste nummers (exclusief korte nummers, calling cards, speciale nummers, naar spraakservers en via satellieten) in België, Marokko of Turkije. Sinds 01/01/2010 zijn in al onze tarieven onze kosten inbegrepen, met uitzondering van de kosten die betrekking hebben op de decoder, het VOD-verbruik en de overschrijding van het volume gegevens dat wordt gedownload voor internet. ** Promotie geldig van 1 september tot 30 november 2010, voor elke inschrijving op een Triple Play, Triple Play Power, Triple Play Maroc of Triple Play Turk pack. De klant geniet van tal van voordelen, tot maximum 215 €. Zie voorwaarden van het aanbod op www.numericable.be
Enfin, c’est pour moi.
02 / 226 52 00
Da’s iets voor mij.
BDW REGIO
BDW 1252 PAGINA 10 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Deze week (hopelijk) niet op uw stoep > Schaarbeek voert strijd tegen hondenpoep op
Doet uw hond het thuis ook op het tapijt? hondeneigenaars zijn werk doet. Schepen Michel De Herde (MR) stelt dat de gemeente niet enkel moet opruimen, maar ook de oorzaken aanpakken. “Naast educatie is er bestraffing. Zeventig procent van de taksen wordt betaald. De overige 30 procent zijn onder meer mensen die het land verlaten of niet kredietwaardig zijn.” Isnif Asanov, die in 2002 als straatveger aan de slag ging, neemt sinds enkele jaren deel aan deze netheidsacties. Volgens hem is er veel vooruitgang in acht jaar tijd. “Toen ik begon, waren de straten bezaaid met frigo’s en vuiligheid. Dat is sterk verminderd. De mensen spreken over deze acties waardoor de overlast vermindert.”
‘Kakzak’ vergeten
Terwijl een oudere dame op heterdaad betrapt wordt tijdens het dumpen van privéhuisvuil in een publieke vuilnisbak aan de Paul Deschanellaan, grijpt de bazin van de witte hond zijn poep met een katoenen zakdoek.
SCHAARBEEK – Door de acties tegen hondenpoep op te drijven, halveerde de gemeente Schaarbeek in vier jaar tijd het aantal taksen tegen baasjes die hun hond de publieke ruimte lieten vervuilen. Reageren buurtbewoners positief, dan laten overtreders de controlerende gemeente-ambtenaren een ander geluid horen. “Ik ken de burgemeester persoonlijk.”
Z
e zou de hondenpoep nog oprapen. De kleine vrouw, die op een koude donderdagochtend om 7.28 uur haar wit hondje aan de Paul Deschanellaan zijn ding liet doen, toont het lege opruimzakje aan de Schaarbeekse netheidsdienst. Maar de controlerende gemeenteambtenaar is onverbiddelijk: aangezien de buurtbewoonster de plaats van het delict verlaten heeft, gelooft de ambtenaar niet dat ze het vuil alsnog zou verwijderen. Wanneer de op heterdaad betrapte vrouw verneemt dat de gemeentetaks 89 euro bedraagt, zegt ze liberale steun in de gemeente te genieten. “Dat moet u vooral proberen, mevrouw,” antwoordt Geert Pierre, adjunct-directeur van de dienst Netheid en Groene Ruimten, op zachte toon. Hoezo, liberale steun? Laat de waarnemende burgemeester Cécile Jodogne (FDF) sommige taksen
blauwblauw? Geert Pierre: “In andere gemeenten kan dat naar het schijnt. In Schaarbeek echter is er geen politieke inmenging.” Ter informatie: de Paul Deschanellaan, een brede laan met groen in
Selma vertelt in het Turks aan de donkerharige dertiger, die geen officieel adres in België heeft, dat hij onmiddellijk 89 euro moet betalen. Dat doet hij zonder aarzelen. “Vroeger stuurden we de taks naar bij-
Straatveger Isnif Asanov:
“Toen ik begon, waren de straten bezaaid met frigo’s en vuiligheid. Dat is sterk verminderd. Mensen spreken over deze netheidsacties” het midden, telt vijf hondentoiletten en dertig vuilnisbakken. Twintig minuten later zien wijkagenten Luc en Selma, die deelnemen aan de ruim twee uur durende netheidsactie, een Bulgaar die een drankblik op de stoep achterlaat.
voorbeeld Sofia, maar dat had weinig zin,” zegt Geert Pierre. “En ja, dat is veel geld. Maar waarschijnlijk zal hij het nooit meer doen.”
Tamtam doet zijn werk Volgens de statistieken van de fede-
© BART DEWAELE
rale overheidsdienst Economie leefden er in het Brussels Gewest twee jaar geleden 46.000 honden. Dat komt neer op vier honden per honderd Brusselaars. Als de gemeente Schaarbeek volgens dezelfde statistische dienst op dat moment ruwweg 118.000 geregistreerde inwoners telt, dan zouden in de ezelsgemeente omgerekend iets meer dan 5.000 honden rondlopen. Reken daarbij dat één hond jaarlijks gemiddeld 80 kilogram poep zou voortbrengen. Dat warme zomerdagen dan al eens geurhinder meebrengen, hoeft niet te verwonderen. Voor tuiniers komt daar nog een ander probleem bij: als ze de grasmaaier gebruiken, krijgen ze soms een deel van de uitwerpselen op hun kledij en aangezicht. Snel een douche nemen is zelden mogelijk, zo getuigt een ervaringsdeskundige. Maar welke resultaten kan Schaarbeek voorleggen in haar achtjarige strijd tegen hondenpoep? Betrapten de dienst Netheid en de politie in 2006 180 hondenbaasjes, dan waren er dat vorig jaar 84. Dat komt omdat er steeds meer acties plaatsvinden, waardoor de tamtam onder
Minuten nadat een Italiaan betrapt werd tijdens het storten van een vuilniszakje in het gras, botst iemand van het achtkoppige controleteam op een roze zetel, die op de stoep staat aan een Turks café. In het café treft de politie exact dezelfde zetels aan. Geert Pierre: “Zelfs dan geven mensen het moeilijk toe. Vaak zeggen ze: ‘Ik zet het hier voor de armen, of voor de Bulgaren’.” Bij hondenpoep krijgen Pierre en zijn collega’s vaak excuses te horen: ze hebben het toevallig voor één keer niet opgeraapt, of zijn de kakzak vergeten. Evengoed had de hond zijn behoefte al gedaan en beschikt het baasje maar over één zakje. Wanneer een grijzende vijftiger een taks krijgt omdat hij de uitwerpselen van zijn zwarte hond laat liggen, voelt hij zich onheus behandeld. Omdat hij zijn identiteitskaart niet op zak heeft, begeleidt Pierre hem tot een huis verderop. Vanop de eerste verdieping gooit een vrouw een handtas met zijn documenten naar beneden. Kwaad scheldt ze Pierre de huid vol. Dat ze al eens een belasting gekregen heeft hiervoor. En dat er geen verbodsborden staan. Pierre legt uit dat die er staan, maar verplaatst worden omdat de borden op den duur deel uitmaken van de omgeving en mensen er dan niet meer op letten. “Maar eigenlijk hoeven er geen borden te staan, want een hond mag niet poepen in het park.” Nu schiet ook de man in een colère. Zowel hij als de vrouw beroepen zich op het feit dat ze de burgemeester persoonlijk kennen. Pierre toont zijn legitimatiekaart en legt rustig uit dat hij bij de geschillencommissie klacht kan neerleggen. Dat was bij het ter perse gaan nog niet gebeurd.
Steven Vandenbergh
BDW 1252 PAGINA 11 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
ADVERTENTIE
Watermaal-Bosvoorde > SP.A blijft protesteren tegen maatregel
‘Leegstandstaks is nefast voor bewoners Floreal’
In de zomer van 2009 begon WatermaalBosvoorde een taks te heffen op het (opzettelijk) laten leegstaan van woningen, ten belope van 1.000 euro per eenheid. “Iedere inwoner die een huis of appartement laat verkommeren, zal moeten betalen,” vertelde schepen van Financiën Xavier Baeselen (MR) toen. “Daarbij maken we geen onderscheid tussen publieke en privé-eigenaars. Ook sociale woningen vallen dus onder de nieuwe regelgeving.” SP.A-gemeenteraadslid Jos Bertrand vreest nog altijd dat dat laatste nefast is voor de sociale woonwijk Floreal. “In die wijk staan heel wat gebouwen leeg. De verhuurmaatschappij factureert dat bedrag dan uiteraard door naar de huurder.” Bertrands kritiek is tweeledig: behalve de voor hem oneerlijke doorrekening naar sociale huurders vindt hij dat de bewoners van Floreal ook niet het slachtoffer mogen worden van de soms
© LOUNGE!
Sinds een jaar heft het gemeentebestuur een leegstandstaks. En sinds een jaar is dat niet naar de zin van de oppositie, SP.A op kop.
Visie op een jong Brussel
jarenlange kafkaiaanse renovatieprocedures die opgelegd worden door het Brussels gewest. Daarom stelde hij de gemeenteraad voor om een clausule in te bouwen die mensen die een renovatie van hun woning afwachten, vrijstelt van de taks. Wat het gemeentebestuur niet zag zitten. Bertrand benadrukt wel op zich voorstander te zijn van een leegstandstaks. “Alleen mag een sociale verhuurmaatschappij daar niet onder lijden, want dat is nefast voor de sociale functie.” SP.A wil de problematiek ook in het Brussels parlement bespreken. Christophe Degreef
Elsene > Eerste zondag in museum van Elsene nog gratis?
Het mysterie van de conservatorenwissel In 2004 besliste de gemeenteraad na een burgerinterpellatie om elke eerste zondag van de maand het Museum van Elsene gratis open te stellen. Zes jaar later is die maatregel stilletjes verdwenen.
TELEXREGIO
Dat zegt gemeenteraadslid Yves Rouyet (Ecolo, oppositie) en wordt bevestigd door de conservatrice van het museum, Claire Leblanc. Rouyet heeft de zaak aangekaart tijdens de jongste gemeenteraad. De ecologist interpelleerde schepen van cultuur Yves de Jonghe d’Ardoye (MR). Die interpellatie stoelde op het opzoekingswerk van Bernard Hennebert, de burger die in 2004 van een gratis museumzondag een halszaak maakte en die maatregel ook met succes liet uitvoeren door een enthousiast schepencollege. Maar ergens en cours de route moet die gratis zondag een stille dood
zijn gestorven. Dat bevestigt mailverkeer tussen Hennebert en de conservatrice van het museum. Zij zegt dat het einde van de maatregel al beslist moet zijn onder de vorige conservatrice. Rouyet vroeg zich op zijn beurt af waarom die gratis zondag is afgevoerd. Volgens de bevoegde schepen was het te duur en was het voor het museum niet meer mogelijk systematisch elke eerste zondag van de maand geen entreegeld te vragen. Ook dat wordt bevestigd door de conservatrice. De schepen sloot evenwel niet uit dat het in de toekomst opnieuw mogelijk zou zijn elke maand de eerste zondag gratis te openen. Op de vraag wanneer de maatregel precies moet zijn afgevoerd, kwam echter geen antwoord. Of toch: “Ergens voor of na de conservatorenwissel”. Christophe Degreef
Van Goidsenhoven sloopt Dilbeeks gewestBORD ANDERLECHT – Twee borden die zowel de gemeentegrens als de gewestgrens van Dilbeek en Vlaanderen aangeven op de Lenniksebaan, werden met de grond gelijkgemaakt. Ze bevonden zich nog op Anderlechts grondgebied. Bevoegde schepen Mustapha Akouz (PS) en burgemeester Gaëtan Van Goidsenhoven (MR) tekenden present op de verwijderingsactie. Ze nodigden nog net de pers niet uit maar stuurden wel een persbericht rond. Hiermee zijn nu ook de Dilbeekse ‘gemeentebordenplaatsers’ verwittigd dat het de twee menens is. BS
PETITIE tegen parking MUNTHOFPLEIN SINT-GILLIS – Al 320 bewoners hebben een petitie ondertekend tegen een ondergrondse parking onder het Munthofplein. Het gemeentebestuur wil het plein heraanleggen en plant in dat kader een parkeergarage met 200 plaatsen.
Walter Vandenbossche: “Meer begeleiding voor jonge ondernemers” Brussel heeft nood aan een continue instroom van jonge starters om een sterk, vernieuwend en dynamisch kmo-landschap te vrijwaren. Daarom moet er geïnvesteerd worden in een doorgedreven begeleiding en coaching van jonge ondernemers en dit bij de verschillende Walter Vandenbossche fasen van de oprichting van een eigen zaak. Eerste-Ondervoorzitter Brussels Daarbij moet er specifieke aandacht gaan Parlement en gemeenteraadslid naar startende allochtone ondernemers. in Anderlecht Ik pleit ervoor dat het netwerk van starterfaciliteiten verder wordt ontwikkeld en uitgebouwd om zo de slaagkansen van deze nieuwe bedrijven te verhogen. Zij zijn immers de motor van de economie.
Frederik Van Gucht: “Jongeren moeten zich kunnen thuis voelen in de stad” Dit geldt vooral voor Brussel: een gewest met verhoudingsgewijs het meeste aantal jonge mensen. We moeten de jeugd uit hun kot lokken. Ze moeten aangespoord worden om samen iets op poten te zetten en we moeten hen Frederik Van Gucht daarin blijven steunen. Daarom ga ik, als geGemeenteraadslid in Ganshoren meenteraadslid in Ganshoren en actief in het lokale bruisende jeugdhuis “Tongeluk”, volledig voor een actieplan ter verbetering van de infrastructuur van de jeugdhuizen en jeugdbewegingen in Brussel.
Bianca Debaets: “Er is nood aan meer muziek- en fuifzalen in de stad” Het aantal jongeren in Brussel neemt toe. Jonge Brusselaars moeten de gelegenheid hebben om zich volop uit te leven en te ontplooien, ook op muzikaal vlak. Wie als jongere of jongerenvereniging op zoek is naar een muziekstudio of een locatie voor vrije podia, DJBianca Debaets sets of fuiven, blijft echter al te vaak in de kou staan. Brussels volksvertegenEr is een nijpend tekort aan betaalbare feestruimtes. woordiger en gemeenteraadsJongeren moeten nu vaak uitwijken naar locaties lid in Elsene buiten Brussel. Dit kan niet de bedoeling zijn. Ik heb alvast bij de bevoegde ministers aangedrongen op een oplossing. Ook in Brussel moeten jongeren de kans de krijgen hun ding te doen.
Brigitte De Pauw : “Jetse jeugd heeft eigen stek” Het Jetse jeugdhuis De Branding heeft een nieuwe stek. Brigitte De Pauw: “Een nieuwe thuis vinden voor de Jetse jongeren was niet eenvoudig. Vaak doken er onvoorziene problemen op. Maar nu zijn we er samen met de VGC in geslaagd een mooie oplossing te vinden. Café Barapaat op het Mercierplein wordt Brigitte De Pauw de nieuwe thuis voor jeugdhuis De BrandFractievoorzitter Brussels ing. Intussentijd starten we met de Parlement en schepen in Jette bouw van een gloednieuw complex waar jongeren hun ding zullen kunnen doen. Met de realisatie van deze verkiezingsbelofte krijgt de jeugd in Jette waar ze recht op heeft.”
www.brussel.cdenv.be
www.cdenv-brusselsparlement.be
Sint-Joost-ten-Node > Nieuwe Nederlandstalige bibliotheek
Voor boekenwurmen en -wurmpjes Op 4 december opent een Nederlandstalige bibliotheek de deuren in de kleinste gemeente van het gewest. Een groots feest moet de ouverture de nodige luister geven. Bibliothecaris Emine Altuntas is druk bezig de laatste hand te leggen aan de basiscollectie, de inrichting en het informaticaluik. Want ‘Bib Joske’ zal voor een primeur zorgen in deze sector, althans in Brussel: het aanbieden van fundels. Dat zijn bundels vol fun, prentenboeken aangevuld met een interactieve onlinevariant. Volwassenen en ouderen blijven zeker niet in de kou staan, maar er zal veel aandacht besteed worden aan kinderen. De nieuwe aanpak wordt verondersteld het taalgevoel bij 3- tot 7-jarigen te stimuleren. Het filiaal van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek op het Muntplein zal in de Grensstraat beschikken over heel wat ruimte boven zijn al bestaande Franstalige tegenhanger. Achter het concept schuilt de huiskamergedachte, de creatie van een gezellige plek waar iedereen welkom is. Het klassieke bibliotheekmeubilair wordt ingeruild voor gewone kasten en rekken én een grote tafel vol kranten en tijdschriften. Op de verdieping daarboven liggen werk- en vergader-
TELEXREGIO
© DE ROTTE PLANCHEI
BDW REGIO
BDW 1252 PAGINA 12 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
ruimtes en op een leuk terras kunnen kinderen spelen. Bib Joske is zeer ambitieus. De instelling wil mee nadenken over wat in de buurt gebeurt en hoopt de meertalige bevolking te inspireren. Na de verhuizing van de Hoofdstedelijke Bibliotheek kreeg de nieuwe bib onder meer collecties Turkse, Spaanse en Engelse boeken. Daarnaast kwam er een evenwichtig aanbod mét accenten tot stand: keuken- en knutselboeken, cd’s met jazz en wereldmuziek en dvd’s. Emine Altuntas is van Turkse origine en spreekt onberispelijk Nederlands. Ze wordt bijgestaan door een dame van Zuid-Afrikaanse afkomst en een collega met Marokkaanse roots. Een dame uit Heverlee maakt het volledig vrouwelijke team compleet. Bib Joske is het resultaat van een samenwerkingsverband tussen de gemeente en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Aan de basis ligt een Vlaams decreet van 13 juli 2001 dat streeft naar een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid. Lieven Bulckaert Bib Joske, Grensstraat 2, www.sint-joost-ten-node.bibliotheek.be
nieuwe Sociale gids 2010 SINT-AGATHA-BERCHEM - De gemeente heeft een vernieuwde brochure uit met adressen van ruim tachtig sociale en culturele verenigingen, instellingen en diensten, zowel privé als openbaar. “Omdat ieder van ons vroeg of laat wel eens geconfronteerd wordt met gezondheidsproblemen, werkgelegenheids- of vormingsproblemen,
of met de noodzaak hulp te bieden,” vermeldt de gids. Hulp aan huis, juridische bijstand, tewerkstellings- en huisvestingsdiensten, diensten voor senioren of sporters, ... Adressen te over waar u terechtkan. De gids werd uitgegeven met steun van de Franse Gemeenschap. Meer info via 02JMB 468.02.15.
heksenwandeling SINT-GILLIS - Griezelen geblazen op zondag 31 oktober. Om 17 uur vindt er aan de Parmastraat 69 een vernissage plaats met verschrikkelijke pompoensoep en rotte fruitsappen (wij vinden niets uit). Om 18.30 uur vertrekt een heksenwandeling: alleen heksen, monsters en aanverwanten
mogen mee. Iedereen krijgt een bezem. De stoet trekt naar het Pauluspark. Aankomst om 19 uur aan de Amerikaansestraat 7, waar de Halloweenman toverdrankjes en glazen bollen van het balkon gooit. Wie de bol met de zilveren ring vangt, DV is heel de avond eregast in het museum.
Justo Velasco wil een frisse wind door het restaurant laten waaien.
Brussel > Kersverse eigenaar zet sfeervol restaurant te huur
De Rotte Planchei zoekt nieuwe uitbaters Restaurant L’Etoile D’Or in de Voldersstraat, ook gekend als De Rotte Planchei, zoekt “Nederlandstalige” uitbaters. Sinds twee maanden is Justo Velasco (36) de eigenaar van het restaurant L’Etoile D’or, ook bekend als De Rotte Planchei. Velasco, van Spaanse origine, zoekt “Nederlandstalige kandidaat-huurders”. “De Nederlandstaligen aan de Vlaamsesteenweg leveren goed werk. Zij kunnen het taverne-restaurant in de Voldersstraat ook een nieuwe dynamiek geven.” Velasco, ook eigenaar van een meubelzaak in de Vlaamsesteenweg, heeft duidelijk geluisterd naar Christina Calle, de voormalige Spaanse eigenares die het restaurant zeventien jaar openhield. Volgens Calle, die met haar man “elke avond 80 klanten” bediende, bestond hun cliënteel voor 90 procent uit Nederlandstaligen. “Wij boden goedkope Brusselse en Belgische
keuken aan. De laatste zeven jaar was de zaak op enkele maanden na echter gesloten.” Met die ‘enkele maanden’ verwijst Calle naar Tille Depauw en Michel Van Herreweghe. Zij droomden van een restaurant dat ook een artistieke ontmoetingsplaats zou worden, maar die vlieger landde snel. “Livemuziek en alcohol in een buurt die vooral Arabisch is, ligt heel moeilijk,” zegt Calle. Volgens de nieuwe eigenaar hoeft een glas bier echter geen probleem te vormen. “Dat zie je ook aan het Anneessensplein. Bovendien, in Brussel doet iedereen toch wat hij wil? Het enige wat niet kan, is het interieur veranderen.” Dat interieur heeft een sfeervolle plankenvloer, aan de zijkanten staan houten zitbanken en in de lambrisering zijn spiegels verwerkt. Een zwarte gietijzeren potkachel verwarmt de ruimte, die volgens Calle meer dan 150 jaar oud is.
Steven Vandenbergh
ADVERTENTIE
KVS_bINNENKORT DEbAT THEATER MUZIEK ExPO
MONKEY SANDWICH
KAFKA FRAGMENTS
ULTIMA VEZ & KVS
PETER SELLARS DAWN UPSHAW / GEOFF NUTALL
02 >11.11 – 20:00
‘Ga kijken, gebruik je verbeelding en verbaas je over de energie die Vandekeybus in zoveel schoonheid wist samen te brengen.’ - De StanDaarD
VAN PLATO TOT NATO
KVS & DE ENTHOUSIASTEN 13.11 >04.12 – 20:30 / 28.11.2010 – 15:00
14 & 16.11 – 20:00
WILLY THOMAS, MIEKE VERDIN, RYSZARD TURbIASZ, JOHAN DEHOLLANDER, DIRK VAN DIJCK, KRISTIEN DE PROOST, CHARLOTTE VANDERMEERSCH, WIM WILLAERT, RObbY CLEIREN
‘Dawn Upshaw levert één van de meest fantastische muzikale en theatrale performances van onze tijd.’ - L.a. tIMeS
‘Burgers, aandacht! Dit is geen film! Sta op en zing met ons mee: Democracy, we love you!’ – rySzarD turbIaSz
www.kvs.be – T 02 210 11 12 ARDUINkAAI 9 – 1000 bRUsseL
13.12.2010 > 16.01.2011
‘Laat ons de armoede onwettig verklaren zoals in de 19 de eeuw de slavernij onwettig is verklaard.’ - rIccarDo PetreLLa
Nieuwe straatnaam met Afrikaans tintje Sint-Lambrechts-Woluwe is sinds enkele weken een nieuwe verkeersader rijker. De straat die de Jacques Brellaan met de Roodebeeksteenweg verbindt, heet de Spirulinalaan. Dat klinkt exotisch en is het eigenlijk ook. Spirulina maakt deel uit van de tropische flora. Het is een blauwwier dat vooral gedijt in water met veel natriumcarbonaat. Waarom krijgt die Afrikaanse plant een straatnaam in Woluwe, of all places? Een inwoner van de gemeente, de plantkundige Jean Léonard, bestudeerde het wier als eerste. De nu 90-jarige geleerde beschouwt zijn wetenschappelijke beschrijving van Spirulina patensis als zijn “mooiste ontdekking”. Het wier bevat veel animozuren en zelfs meer proteïnen dan soja. Het kan dus belangrijk zijn in de strijd tegen ondervoeding. Spirulina speelt van oudsher een grote rol in
de voedselvoorziening van enkele lokale gemeenschappen, maar wetenschappelijk was er niets over bekend. Professor Léonard raakte er in 1964 ‘per ongeluk’ mee in contact. Tijdens een oponthoud door motorpech in Tsjaad merkte hij op dat rond sommige kleine meertjes erg veel watervogels leefden, en dat steeds waar dat mysterieuze wier voorkwam. De specialist in tropische flora had al driehonderd plantensoorten ‘ontdekt’, maar was door de ontdekking volledig van de kaart. Intussen wordt spirulina intensief verbouwd en doet het ook in het westen dienst als voedingssupplement, onder meer voor astronauten. Léonard was ook politiek actief. In 1977 leek het er even op dat hij burgemeester zou worden voor het FDF, maar de wetenschap bekoorde hem toch meer. Tot 1982 was hij wel schepen.
‘Nog veel werk voor de boeg’ nog veel werk voor de boeg,” zegt Doulkeridis. Zes Brusselse gemeenten zijn nog ver van die doelstelling verwijderd. Zo heeft Ukkel nog maar 5,95 procent sociale woningen, in Elsene is dat zelfs maar 5,39 procent. Volgens Doulkeridis is het noodzakelijk om het Huisvestingsplan te ondersteunen met private investeringen en de lancering van publiek-private samenwerkingen.
Sint-Agatha-Berchem > Taalgemeenschappen trekken aan één zeel
Cultuurhuizen smelten samen tot Symbiose 1082
Benoît Demeester
Al sinds 2005 werken gemeenschapscentrum De Kroon en het Franstalige cultureel centrum Le Fourquet samen het jaarlijkse straattheaterfestival Visueel Festival Visuel uit. Een gevolg van een parallelle werking (sinds 2000) op het vlak van theaterfestivals, die veel meer uitstraling zou krijgen door de koppen – en budgetten – samen te steken en één project uit te werken. In februari 2007 gaf de gemeente zijn zegen over het samenwerkingslabel Symbiose 1082, verwijzend naar het postnummer van de gemeente – al werd die ‘latrelatie’ nog niet geofficialiseerd. Vorige dinsdag is de culturele samenwerking tussen de Franstalige en Nederlandstalige cultuurinstellingen eindelijk in een akkoord bezegeld. Naar eigen zeggen “voor eens en voor altijd” onderschreven het gemeenschapscentrum De Kroon, het Franstalig cultureel centrum Le Fourquet, de Nederlandstalige en Franstalige Academies voor Muziek en Woord en de Nederlandstalige en Franstalige bibliotheken hun campagnes en samenwerkingsactiviteiten onder de noemer Symbiose 1082. Het ‘huwelijkscontract’ van die
Legermuseum, Jubelpark, circa 1925-’35.
samenwerking werd door vertegenwoordigers van het Brussels Kunstenoverleg en het Réseau des Arts à Bruxelles bijgewoond, om de kracht van het project te onderlijnen. De cultuurinstellingen in de gemeente zijn in de loop der jaren allemaal partner geworden van het Brussels Kunstenoverleg, vandaar die band. Het aantal evenementen dat vanuit de twee cultuurgemeenschappen gegroepeerd aangeboden wordt, is tekenend voor de relatie die de cultuursector onderhoudt met alle publieken in de stad. Zo werken de cultuurinstellingen ook samen voor onder meer de Zinnekeparade, de scholenveldloop, losse schoolvoorstellingen, het uitlenen van podiumkunstenmateriaal. Tijdens de zomereditie van het Visueel Festival Visuel gebeurde de presentatie evenwaardig in de twee landstalen (én in het Brussels), door ‘agenten 15’ Claude Lammens en Philippe Carbonez, als voorzitters van de Berchemse theatergezelschappen Het Meiklokje en La Poursuite. Jean-Marie Binst
Correspondentie, honderd gedateerde Brusselse prentbriefkaarten en corresponderende foto’s van Gilbert Fastenaekens, nog tot en met 24 december in het Archief van de Stad Brussel (Huidevettersstraat 65), op www.arpeditions.org en op www.brusselnieuws.be/fastenaekens.
© GILBERT FASTENAEKENS
FASTENAEKENS
Claude Lammens (l.) en Philippe Carbonez kropen in de huid van ‘agent 15’ uit Kwik en Flupke.
Lieven Bulckaert
Haren > Vijfentwintig nieuwe sociale woningen, maar...
Staatssecretaris voor Huisvesting Christos Doulkeridis (Ecolo) heeft afgelopen week de eerste steen gelegd van een nieuw sociaal woonproject in de Parochiestraat in Haren. Tegen 2011 moeten de 25 voorziene woningen klaar zijn. De bouw kadert in het Gewestelijk Huisvestingsplan, dat een aandeel van 15 procent sociale woningen vooropstelt binnen het volledige woningbestand in Brussel. “Die doelstelling wordt normaal gezien gerealiseerd tegen 2020, maar er is
BDW REGIO
Sint-Lambrechts-Woluwe > Ode aan ontdekker spirulina
© GC DE KROON
BDW 1252 PAGINA 13 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Legermuseum, Jubelpark, 21 april 2010, 11.24 uur.
BDW 1252 PAGINA 14 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
landschap is die rol echter steeds moeilijker geworden.
Partijdigheid
Omdat een monarch niet verkozen is, moet hij juist extra rekening houden met de democratisch verkozen instellingen, zegt Tim Trachet.
© JULIEN WARNAND / BELGA
Politiek > Waarom het inperken van de rol van de koning niet zo’n goed idee is
Monarchie en regeringsvorming BRUSSEL – Met een zinnetje in zijn compromisnota opende Bart De Wever (N-VA) opnieuw het debat over een louter protocollaire rol voor de koning. VRT-journalist Tim Trachet is auteur van het pas verschenen boek Alles over de monarchie en plaatst die discussie in een historisch perspectief.
BDWOPINIE De eerste Belgische koningen zaten regelmatig zelf de ministerraad voor, dwongen af en toe een regering tot ontslag en voerden persoonlijk het leger aan. Albert I weigerde genade aan ter dood veroordeelde militairen in de Eerste Wereldoorlog. Leopold III voerde op eigen houtje gesprekken met Hitler tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het zijn zaken die we van het huidige Belgische staatshoofd niet meer kunnen voorstellen. Het past ook niet bij een parlementaire monarchie, waar de monarch een ceremoniële functie heeft en de politiek aan de ministers overlaat. Alleen tijdens regeringscrisissen zoals degene die we nu beleven, speelt de koning nog een politieke rol. Dat is het gevolg van het grondwetsartikel dat zegt dat de koning “zijn”
ministers benoemt en ontslaat. In feite wordt elke benoeming of elk ontslag van een regeringslid mede ondertekend door de eerste minister. Komt er een nieuwe regering, dan ondertekent de vertrekkende premier mede de benoeming van de nieuwe premier, die zelf weer de benoeming van de andere ministers mee ondertekent. Toch is het nog altijd de koning die bij een crisis gesprekken met de partijleiders voert en – vooral – een politicus tot formateur, informateur, bemiddelaar of wat dan ook benoemt. Zo’n ‘opdracht’ is geen officiële daad. Het betekent alleen dat de koning in een persoonlijk gesprek de betrokkene vraagt bepaalde dingen te doen en daarover verslag uit te brengen. Er wordt geen koninklijk besluit ondertekend en de (ontslagnemende) eerste minister blijft erbuiten. Dat gebruik gaat terug tot het prille begin van het koninkrijk.
Tim Trachet:
“In de woelige zee van de dagelijkse politiek is het paleis een haven van rust”
Leopold I wees al meteen na zijn troonsbestijging een formateur aan. Hij kon het zich toen nog veroorlo-
ven geen rekening te houden met de wensen van de partijen, want die waren er nog niet. Toen de liberalen in 1847 de meerderheid in de Kamers veroverden, heeft hij uit ongenoegen een paar maanden gewacht alvorens hun leider Charles Rogier tot formateur te benoemen, maar sindsdien werd de regeringsvorming een zaak van partijpolitiek. Wel konden de vorsten af en toe hun eigen wensen doordrukken. Boudewijn heeft een paar maal geweigerd iemand tot minister te benoemen. Ook dat is niet meer mogelijk, al was het omdat de partijen de namen van “hun” ministers al bekendmaken voor de koning hen kan benoemen. Toch is de invloed van de koning niet altijd afgenomen. Tot de Eerste Wereldoorlog was het normaal dat één partij de meerderheid in de Kamer had, en de monarch had geen andere keuze dan een regering uit die partij te benoemen. Maar op de periode 1950-1954 na heeft geen enkele partij sindsdien nog de volstrekte meerderheid behaald. Regeren is een zaak van coalities geworden. Dat vereist overleg. Precies daardoor heeft de koning nog een eigen taak en zelfs de kans op eigen initiatieven. Door de toegenomen versnippering van het politieke
Precies nu komen er voorstellen om die rol te laten overnemen door een verkozen autoriteit en wel de voorzitter van de Kamer, min of meer zoals dat in Zweden het geval is. Het huidige parlement kan weliswaar de grondwetsartikelen niet wijzigen die de koninklijke functie regelen, maar formeel is het niet nodig dat het staatshoofd het niet-officiële deel van de regeringsvorming aan iemand anders overlaat. De kamervoorzitter zou de gesprekken in zijn plaats kunnen voeren. De koning zou dan op het einde van de rit alleen nog maar zijn handtekening moeten plaatsen onder de lijst van ministers. Vraag is of dat zo’n goed idee is. Oudere staatslieden hebben al gewaarschuwd voor het wijzigen van de koninklijke functie. In de woelige zee van de dagelijkse politiek is het paleis een haven van rust. Men mag van de Belgische koningen denken wat men wil, ze stonden en staan los van de partijen en hebben altijd met volle ernst geprobeerd een oplossing te zoeken in regeringscrisissen. Crisissen die ook in het verleden soms bijzonder moeilijk waren. De voorzitter van de Kamer (of de Senaat) is natuurlijk geen onpartijdig figuur, zoals de koning. Hij is vaak een invloedrijk lid van zijn eigen partij, waaraan hij ook zijn functie te danken heeft. Zijn verkiezing als voorzitter is meetal het gevolg van een akkoord tussen partijen en bij een politieke crisis kan dat een probleem vormen. In het verleden waren de parlementsvoorzitters vaak politieke patriarchen, prestigieuze figuren als Frans Van Cauwelaert en Achille Van Acker, die meer dan tien jaar aanbleven. De laatste jaren zijn de voorzitters van Kamer en Senaat echter bijzonder snel gekomen en gegaan. Van minister werden ze soms meteen voorzitter, of omgekeerd. Dat maakt die functie niet ideaal om als neutrale arbiter op te treden. Anderzijds is er het bezwaar dat de monarchie geen democratische instelling is en dat een zo belangrijke taak wordt uitgeoefend door een niet-verkozen persoon. Maar dat kan ook een voordeel betekenen. Omdat een monarch geen democratische legitimiteit heeft, moet hij extra rekening houden met de democratisch verkozen instellingen. Verkozen staatshoofden kunnen zich heel wat meer veroorloven, zoals we bijvoorbeeld in Frankrijk zien, waar het parlement en zelfs de regering vaak buitenspel worden gezet. Het is dan ook geen toeval dat nogal wat Europese monarchieën tot de oudste en best werkende democratieën ter wereld behoren.
Tim Trachet
Tim Trachet is journalist bij de VRT, gespecialiseerd in geschiedenis Tim Trachet, Alles over de monarchie, uitgeverij Houtekiet, 512 bladzijden; 29,95 euro
BDW 1252 PAGINA 15 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
Meerderheidswissel Jette Met belangstelling lazen we in het artikel ‘Ziehier het Jetse schaduwkabinet’ (BDW 1251) het voornemen van de Jetse socialisten om een ‘schaduwkabinet’ in te stellen in Jette. We meenden dat de nieuwe politieke situatie een genuanceerder woordje duiding vereist. Begin 2010 voltrok zich een politieke aardverschuiving in Jette. De Franstalige PS werd uit de meerderheid gezet. Na 33 jaar oppositie deden de liberalen van MR-Open VLD hun intrede in de meerderheid. Hoe is het zover kunnen komen, en waarom? Van bij het begin van de nieuwe legislatuur in 2000 was het duidelijk dat de PS, als toenmalige meerderheidspartner, gekozen had voor een verrottingsstrategie. De PS, met haar eerste schepen op kop, deed er alles aan om de toenmalige meerderheidspartners, de gemeentesecretaris en de gemeentelijke administratie in diskrediet te brengen, open én verdoken. Meermaals benaderde diezelfde PS leden van de oppositie, met de vraag om het College te interpelleren. Veelal bleken de “harde, laakbare feiten”, die de “goed geïnformeerde” PS-schepen de liberale oppositie in de schoot wierp, te berusten op roddels, halve waarheden of zelfs leugens. De ‘eerste schepen’ van PS-signatuur bleek niets meer dan een ordinaire intrigant, die zijn eigen eer en glorie bleek te hebben verheven tot de inzet van een machtsstrijd met de Lijst van de Burgemeester, ten koste van het bestuur van de gemeente. Het is de verdienste van de burgemeester om een einde gesteld te hebben aan deze onhoudbaar geworden politieke situatie. Dat deed hij door de Jetse liberale familie te benaderen en uiteindelijk te betrekken bij het gemeentebeleid. Deze meerderheidswissel voltrok zich tevens door de eerste schepen zijn bevoegdheden te ontnemen. De betrokkene weigert evenwel tot op vandaag ontslag te nemen en strijkt nog steeds een schepenwedde op, zonder énige verantwoordelijkheid. De PS klampte zich ook vast aan het voorzitterschap van het OCMW. Wie consequent oppositie wil voeren, trekt zich toch terug uit de meerderheid? Of zijn de postjes dan toch belangrijker dan de principes voor de Jetse PS? Jette is decennia lang gekenmerkt geweest door een grote mate van politieke stabiliteit en communautaire rust. In het belang van de Jettenaren hebben de meerderheidspartners van CDH, CD&V, Ecolo en Groen! geoordeeld dat een openlijke herschikking, met liberale inbreng van (de officieel gemandateerde) MR en Open VLD, de beste garantie was om opnieuw een efficiënt gemeentebeleid te kunnen voeren, in het belang van de Jettenaren. De uitdagingen zijn legio. Daar willen we samen werk van maken. Niet met gebalde vuisten, maar met creativiteit en zin voor verantwoordelijkheid. Brigitte De Pauw (CD&V), schepen van Vlaamse Aangelegenheden, Erediensten en Ambtenarenzaken; Annemie Maes (Groen!), gemeenteraadslid Jette; Sven Gatz en Herman Mennekens (Open VLD), gemeenteraadsleden Jette
Numericable (Coditel?) Aansluitend op de artikels van lezers Plaizier en Bulckaert (BDW 1249 en 1250), wil ik er eerlijk-
BDWOPINIE
heidshalve aan toevoegen dat de nieuw ingevoerde ‘cablebox’ wel aan huis kan bezorgd worden, maar dan wel voor de prijs van 15 euro. Wat mij meer zorgen baart, zijn de voorwaarden die Numericable oplegt aan de klanten. Onder andere leeftijd, identiteitsnummer en het identificatienummer van het rijksregister moeten opgegeven worden. Ik stel mij de vraag in hoeverre deze voorwaarden te verzoenen zijn met het KB van 3 april 1984 dat handelt over de voorwaarden en de machtiging tot het gebruik van het identificatienummer. Nergens wordt de klanten de reden van deze vraag uitgelegd. Laat staan dat de belofte gedaan wordt om de privacy van de klanten te beschermen. De algemene voorwaarden van Coditel Brussel anno januari 2006 zeggen uitdrukkelijk dat de toen in voege gebrachte Motoroladecoder – waarvoor een waarborg van 50 euro werd betaald – zou terugbetaald worden wanneer de decoder verdwijnt of teruggenomen wordt. Numericable heeft het anders begrepen, en geeft ons de raad om de decoder naar een containerpark te brengen. Ten slotte zou het nuttiger zijn dat Numericable de vroegere en de nieuwe klanten op een ‘verstaanbare wijze’ zou uitleggen wat hen bindt met of scheidt van het vroegere Coditel. D. Van Cotthem, Sint-Jans-Molenbeek
Nog een nieuw museum? Een nieuw museum zonder tussenkomst van onze eigen Vlaamse minister van Cultuur ? Het kan! Maar niet bij ons. In het Noord-Franse kleine stadje Cassel opent binnenkort het Musée de Flandre, dat de bedoeling heeft om de Vlaamse wortels (niet de suikerbieten!) van het Flandre française te onderzoeken en te tonen. In de eerste tijdelijke tentoonstelling worden kunstwerken gecombineerd van enerzijds oude Vlaamse meesters en anderzijds levende kunstenaars zoals Panamarenko, Thierry De Cordier, Leo Copers en Patrick Van Caeckenbergh. Van Jan Fabre werd er voor de museumcollectie zelfs één van zijn witte uilen aangekocht. De bijbehorende cataloog is uitgegeven in een tweetalige versie, in het Frans en in het Nederlands. Op het eerste gezicht is dat niet meer dan een doodgewone situatie, zolang men geen vergelijking maakt met onze ‘eigenste’ Wallonië, waar in het verleden nochtans ook vele duizenden Vlaamse arbeiders en boeren wortel hebben geschoten. Terloops kan men zich afvragen welk Waals museum recent al een kunstwerk van een Vlaamse kunstenaar heeft aangekocht. Onlangs beweerde Charles Picqué (PS) in een televisie-interview dat Brussel gemaakt is door Walen. Is het dan overdreven eraan te herinneren dat (het industrieel en agrarisch) Wallonië (mede) tot stand is gekomen door Vlaamse immigranten? En omdat wanneer het in Parijs regent, het altijd druppelt in Brussel, is het niet uitgesloten dat er plotseling ergens in het surrealistische Waalse landschap een Vlaams museum verschijnt...
Jonas Wille, Oudergem
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDWBrieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@ bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
Barre winterkoude door Danny Vileyn Maandagochtend 25 oktober. De thermometer in Ukkel laat zien dat het om acht uur 2 graden koud is. Een uur later regent het. Koude en regen zijn de slechtst mogelijke combinatie voor daklozen. Een herhaling van beelden van daklozen die in het Noordstation hun toevlucht zoeken, lijkt onafwendbaar. Tientallen haveloze mensen die in de hoofdstad van Europa alleen in een van de grote stations terechtkunnen bij winterweer. Bij Fedasil, het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, woedt al twee jaar een crisis – al van voor de jongste verkiezingen. Het aantal mensen dat op straat leeft, wordt op zesduizend geschat. En ondertussen stromen de asielzoekers opnieuw toe. Hoe cynisch kan een stuurloze migratie- en asielpolitiek zijn. In De Standaard vertelt Groen!-senator Freya Piryns dat ze met een Afghaanse familie – vader, moeder en drie kinderen – naar het kabinet van staatssecretaris Philippe Courard (PS) is getrokken. Het gezin was gevlucht na doodsbedreigingen. De vrouw, een lerares, had het aangedurfd om haar leerlingen aan te sporen zich te verzetten tegen gedwongen huwelijken en het verplicht dragen van een boerka. Sinds ze in België aangekomen waren sliepen ze op straat. Het is een verhaal om letterlijk en figuurlijk koud van te krijgen: een gezin dat een failed state als Afghanistan ontvlucht, het land van de Taliban, een land waar je met de dood bedreigd wordt omdat je het opneemt voor de vrijheid van het individu. Een land waar men je om je mening uitspuwt en fysiek wil uitschakelen. Het is onze plicht om die mensen opvang te bieden zolang hun asielaanvraag loopt. En natuurlijk is ieder individu dat geen dak boven het hoofd heeft een drama. Uiteraard zijn de tweeduizend bijkomende opvangplaatsen voor asielzoekers die staatssecretaris Courard belooft er veel te weinig en komen zij veel te laat. En natuurlijk maakt België zich eindeloos belachelijk met het onderbrengen van asielzoekers in goedkope hotelletjes. En er is veel meer dan een opvangcrisis aan de hand. Er is - dixit Courards woordvoerder - een migratie- en asielcrisis. En laat het nu net Courards partij zijn die samen met CDH een zware verantwoordelijkheid draagt voor het absolute non-beleid van de voorbije jaren. Maar ook de andere regeringspartijen zijn niet vrij te pleiten. Bob Pleysier, ex-directeur van Fedasil en onversneden links, roept op tot een strenger terugkeerbeleid: nu blijven afgewezen asielzoekers in ons land met de hoop op een nieuwe regularisatiegolf. En dat brengt anderen op ideeën. Allicht nog belangrijker: ook de gezinshereniging moet strenger volgens Pleysier. Alleen een streng, maar humaan beleid kan de publieke opinie (opnieuw) gunstiger stemmen tegenover nieuwkomers. Alleen afstappen van het huidige non-beleid kan asielzoekers geven waar ze recht op hebben. Een dak boven het hoofd tijdens de koude winter is dan wel het minste.
EVA HILHORST
BDW 1252 PAGINA 16 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
© EVER MEULEN
VADROUILLE DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK
© IVAN PUT
Patagonalia weer thuis UKKEL - Het Brussels-Belgische surrealisme werd vorig jaar door het kunstenaarscollectief Fundación Patagonista naar Buenos Aires geëxporteerd. Een deel van hun Patagonalia is nu terug thuis en te bewonderen in het cultureel centrum van Ukkel. “De expo Bruselas, Bélgica en Buenos Aires geeft een beeld van het Patagonië van de geest, met alle referenties aan het echte Patagonië en België,” zegt Dree Peremans, die twintig jaar geleden samen met Dirk Van Esbroeck de Fundación Patagonista oprichtte. “Schilderijen, tekeningen, filmpjes en objecten met een dubbele bodem of een absurd kantje.” Luc Tegenbos van het Ukulogisch Museum, onderdeel van de Fundación Patagonista: “Zo is er een werk waar Patagonië door België wordt geannexeerd, een oplossing voor het parkeerprobleem hier. Met de wetenschappelijke afdeling van de Fundación hebben we dan weer vastgesteld dat op het zuidelijke halfrond niet alleen de waterafvoer in tegengestelde richting draait, maar ook de hondendrol. En op de noordelijke hemisfeer zijn de verkeersdrempels bol, op het zuidelijke zijn ze hol: waar er te veel van is in het noorden, is er te weinig in het zuiden.” Onder de vele Brusselse kunstenaars ook Ever Meulen die de omkeerbare affiche ontwierp. “Grappig meegenomen” is dat de collectie in Ukkel te zien is, de “hoofdstad van de ukelele”. AD Opening vrijdag 29 oktober om 20 uur, expo van 30 oktober tot 7 november, van 14 tot 17 uur (in het weekend tot 18 uur), Centre Culturel d’Uccle, Rodestraat 17, Ukkel ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
Vandecasteele: “Het is puberaal om zeggen, maar die eerste keer dat ik in Brussel een echte bedelaar zag, draag ik nog altijd mee in wat ik doe.”
Het witte doek vroeger en nu De Zazie-reporters trokken in de reeks ‘Kleine musea’ dit keer naar de Cinematek. Ze ontdekten er dat zelfs de oermens al op zoek ging naar de magie van bewegende beelden. En bewegende beelden à volonté kan je bekijken op het File’mon-kinderfilmfestival dat vanaf 31 oktober een week lang het witte doek verovert. LEES MEER OP PAGINA 26-27
‘Zonder SCHRIK is het gevaarlijk’ © CEDRIC DUMONT
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1252 PAGINA 17 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Hij begon met skateboarden en surfen, sloeg al snel aan het parachutespringen, om via het basejumpen over te schakelen naar wingsuit flying. Cedric Dumont is een Brusselaar met ballen, die in een speciaal pak door de lucht klieft. “Het gaat in mijn sport niet om winnen of verliezen, maar om overleven.” LEES MEER OP PAGINA 24
Literatuur en comedy > Debuutprijswinnaar Joost Vandecasteele over de stad die zijn werk inspireert
‘Als zelfs ik niet blijf, is er geen hoop meer’ BRUSSEL – We schaduwen hem al een tijd, maar na zijn Vlaamse Debuutprijs drong een confrontatie met Joost Vandecasteele in de straten van Brussel zich op.
H
et klikt meteen tussen de imposante schrijver en BDW. We vallen elkaar prompt in de armen. “Ik woon hier nu tien jaar, maar net als alle andere inwijkelingen heb ik me natuurlijk al de vraag gesteld wat er nodig is om echt als Brusselaar aanzien te worden. Als je niet meespeelt in de caféploeg van de Monk, valt dat niet mee. Al heb ik nog altijd geen flauw idee hoe Brussel ‘werkt’, ik probeer de stad wel zoveel mogelijk te promoten en te gebruiken. En als je elders zegt dat je van Brussel bent, dan hangt er meteen een mythe rond je.”
West-Vlaanderen. Het is de bakermat van staaldraadfabrikant Bekaert en Stefaan De Clerck wordt er nog serieus genomen. Bekaert is tegen beter weten in in Zwevegem gebleven, maar ik voelde mij daar als een transseksueel, die niet in een verkeerd lichaam maar in een verkeerde stad was geboren. Het is puberaal om zeggen, maar ik denk dat ik die eerste keer dat ik in de heightened reality die Brussel is een ingeslagen ruit en een echte bedelaar zag, nog altijd meedraag in wat ik doe.”
Clash en crèche Vandecasteele vond artistiek asiel in het Rits, waar hij binnen de regie-opleiding als een probleemgeval werd beschouwd, maar niettemin een kans kreeg. Als hij er ooit als lesgever mag terugkeren, wil hij er andere probleemgevallen een hart onder de riem gaan steken. “We waren nog maar net op het Rits of we moesten al meteen iets maken over Brussel. Omdat ik een van die sukkels was die dacht dat ‘Midi’ ‘midden’ betekent, nam ik aan de Beurs de metro op weg naar het Centraal Station, dat dus het Zuidstation bleek te zijn. Maar het eerste wat me opviel was de rode lijn in de metro met de mededeling ‘Voorbij deze rode lijn bevindt u zich in de gecontroleerde
Vandecasteele (1978) kreeg de Debuutprijs van Boek.be voor zijn kortverhalenbundel Hoe de wereld perfect functioneert zonder mij. Intussen is zijn tweede boek Opnieuw en opnieuw en opnieuw ook al een tijd uit. De forse omhelzing waaruit we ons nu stilaan proberen los te maken, heeft plaats voor het Kaaitheater, waar Vandecasteele in de reeks De leeskamer van de Hoofdstedelijke Bibliotheek net zijn leeslijstje heeft meegegeven dat tot een beter begrip van de (onder-)wereld moet leiden (J.G. Ballard, Hubert Selby Jr., Warren Ellis,...). Begin december keert hij naar het Kaaitheater terug voor Attack of the Killer Z’s - een tweespraak tussen zombies en hun nageslacht. En tussendoor is op het Bronksfestival ook nog Back to school van het gezelschap Union Suspecte te zien, waarvoor Vandecasteele een monoloog in de mond legt van een moslimleerkracht. Al dat schrijven doet Vandecasteele overigens niet langer in de McDonald’s op het Beursplein, want een nieuwe tekst vraagt een nieuwe werkomgeving. Onder dat motto trekt hij in het voorjaar zelfs naar Hongkong, waar hij zich meteen op een recordafstand van zijn heimat Zwevegem zal bevinden. Vandecasteele wijst een windrichting met de vinger. “Zwevegem ligt in de jungle van Zuid-
© WPG UITGEVERS
Zwevegem
Vandecasteele won met zijn eerste boek (l.) de Debuutprijs. De opvolger ligt al een tijdje in de rekken.
zone’. Toen heb ik een stuk gemaakt over een kerel die voorbij die lijn stapt en er niet meer weg wil omdat hij zich alleen daar veilig voelt. Dat is wat me aantrekt: het probleemgeval dat Brussel is. De clash die hier elke dag plaatsheeft.” We springen in het Kanaal en komen boven in de buurt van de Kaaitheaterstudio’s, waar Joost woont met zijn kroost.
“Er wordt mij vaak cynisme verweten, maar is het niet fantastisch dat we Brussel blijven volhouden?” “Daar over het water zitten de barbaren,” knikt hij. “Af en toe steken ze het water over. Als er aan hun kant tenminste geen crimineel doodgeschoten is, waardoor er rellen uitbreken. Zij hebben rellen zoals wij af en toe een treinstaking hebben, maar als wij de volgende dag ons kind tussen de ingegooide ruiten en de uitgerookte vuilnisbakken naar de crèche aan hun kant brengen, dan is die crèche weer gewoon open. Op een bepaalde manier is dat de definitie van Brussel. Zo verneukt dat het nooit meer in orde lijkt te zullen komen, maar toch bevolkt met echte mensen met echte menselijke gevoelens.” “Er wordt mij vaak cynisme en zwartgalligheid verweten, maar is het niet fantastisch dat wij dit blijven proberen? Dat we Brussel proberen vol te houden?” “Al heb ik ook weleens een dag dat ik in een winkel wil afdwingen dat ze Nederlands tegen mij spreken. We aanvaarden hier te veel shit die we in geen enkele andere stad zouden aanvaarden. Dat zoiets fundamenteels als onderwijs niet fatsoenlijk geregeld is, mogen we niet pikken. Geen wonder dat er al zoveel
mensen zijn weggetrokken dat ik me sociaal geïsoleerd begin te voelen. Ik ben hier gebleven na mij studies, maar het lijkt wel alsof de rest onderling heeft afgesproken ‘Wij zijn weg, maar we zeggen niets tegen Joost’.”
Brutopia Vandecasteele mept me tot op het dak van Wiels in Vorst, en wijst naar de site van het cohousing-project van vzw Brutopia aan de Van Volxemlaan. “Het bewijs van mijn wil om hier ondanks alles te blijven wonen. Ik zou perfect uit Brussel kunnen weggaan, maar als iemand met mijn postuur en mijn ‘brede kijk op de dingen’ hier zelfs niet kan blijven, wat voor hoop is er dan nog?” Misschien zijn er parallellen tussen Vandecasteeles doorzettingsvermogen en de doorgedreven voorliefde voor dystopieën en apocalyptische toekomstvisioenen die uit zijn geschriften spreekt? “Het derde boek waar ik nu aan bezig ben, zit al iets anders in elkaar, maar ik blijf de realiteit graag benaderen als iets vreemds. Dat heeft ook met een soort geldingsdrang te maken. Ik merk dat er weinig op die manier wordt geschreven, dus dat is mijn niche. Ik ben Joost Vandecasteele en ik zal luid en anders proberen te zijn. In mijn toespraak voor de Debuutprijs zal ik dus niet vragen om meer subsidies of meer allochtonen in de literatuur. Ik wil een lans breken voor alles wat anders is, uit het keurslijf breekt, en verwarrend en raar is.” “Mijn volgende doelwit wat dat betreft is trouwens de televisie. Vanwege mijn stand-upcomedy word ik daar regelmatig opgevoerd als de leukerd, maar het is mijn ambitie om televisie langzaam kapot te maken in de hoop dat ik op de karkassen ervan mijn eigen tv kan maken.” De opmerking dat tvbrussel nog een hoofdredacteur zoekt, levert ons meteen een lift op, terug naar het Flageygebouw. Michaël Bellon De boeken van Joost Vandecasteele verschijnen bij De Arbeiderspers. www.joostvandecasteele.be
BDW 1252 PAGINA 18 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
© IVAN PUT
Mode > Brussel bundelt creatieve krachten onder één dak
Lobbyhuis voor mode en design krijgt vaste vorm BRUSSEL – De bouw van het nieuw Brussels Centrum voor Mode en Design is een stapje dichterbij gekomen nu de Brusselse bouwmeester zijn zegen heeft gegeven over het lastenboek. Het is nu wachten op geld- en personeelsverschuivingen en uiteindelijk de start van de verbouwing aan de Nieuwe Graanmarkt.
Een gevelaffiche moet het adres al voor de verbouwing bekendmaken.
Eind 2012, begin 2013 willen de stad en het gewest, met extra geld van Europa en private investeerders, het Brussels Centrum voor Mode en Design inhuldigen. Vorig jaar werd voor amper 1,7 miljoen euro een groot leegstaand bedrijfspand in de Dansaertwijk gekocht. Hierin kunnen de krap behuisde vzw’s Modo Brussels en Designed in Brussels samenhuizen in een verblijf op het niveau van hun kwaliteitssector. Met extra plaats voor opleidingsateliers, een infoloket voor professionele begeleiding, werkruimte voor
starters, ontwerpers en stylisten, een expo-ruimte, een auditorium en eventueel een commercieel gedeelte. Als de timing gevolgd wordt, willen gewest en stad eind 2011 van start gaan met de verbouwingswerken. De bizarre sixtiesgevel is niet beschermd, en dat is een geluk, want dat had de kans kunnen hypothekeren dat voldoende architecten willen inschrijven voor het dossier. “Het gerenoveerde gebouw zal een voorbeeld zijn van conceptuele vormgeving, het zal mode en design uitademen,” zeggen minister Benoît Cerexhe (CDH), bevoegd voor Economie, en Brussels schepen van Toerisme Philippe Close (PS).
Vereende krachten Inmiddels is het uitkijken naar de eerste stappen van de nieuwe vzw Brussels Centrum voor Mode en Design. Het ligt in de bedoeling dat de respectieve administraties van het gewest (Brussels Export) en de stad
(economisch toerisme bijvoorbeeld) personeel gaan toeschuiven naar het Centrum, naast de slagkracht die Modo Brussels en Designed in Brussels al aanlevert. Op die manier wil men alle krachten onder één dak verenigen in de domeinen creatie, productie, verkoop, export en promotie. Beide sectoren, mode én design, worden beschouwd als vlaggenschepen van de Brusselse economie. Lokale initiatieven als het Stylistenparcours, Design September, de prijs van Modo Brussels en défilés van La Cambre bewezen al dat Brusselse mode en design een (inter)nationaal publiek aanspreken. Eigenlijk wil het Centrum - dat nog een andere naam krijgt - één groot lobbyhuis worden. De eerste kern gaat alvast aan de slag in het bedrijvencentrum Dansaert, in afwachting van de verbouwing.
Jean-Marie Binst
ADVERTENTIE
in
Verdwaal in het Halloweenlabyrint, laat je toekomst voorspellen en laat je schminken in een echte Halloweengriezel!
De Sint heeft weer heel wat lekkers bij zodat je zelf een snoepbrochette kunt maken.
Leef je uit in één van de creatieve workshops en hol een pompoen uit, knutsel een vleermuisje in elkaar of maak een stok om geesten te verdrijven…
De Zwarte Pieten leren je de gekste circuskunstjes aan.
Verras de Sint met je mooiste Sintenbrief. Stuur hem op naar Bruparck – Eeuwfeestlaan 20 – 1020 Brussel of deponeer hem in de Sintbrievenbus in Bruparck zelf. Parade om 17u15 .com Spectaculaire vuurspuwshow ‘Ottora’ om 17u30 .com ck.com ck.coam kdagen: rck c r r r Extra ook op 13 en 14 nov. p a a a p p ru upSint! rde brubezoek .bru kun .bw je.op ww.b 18u: prijsuitreiking Halloween ww wwbij www w w18u (van 14u tot ) verkleedwedstrijd
m ck.co upar r b . w ww .com arck p u r .b www
BDW 1252 PAGINA 19 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Muziek > Finale jeugdconcours ‘Imagine’ strijkt neer in Brussel
achteraf
Gezien: Berckmans van De Tijd op dinsdag 19 oktober om 12.40 uur (!) voor 6 euro (!) in het kader van ‘Theater op de Middag’ in Bozar. Voor de volgende tien producties: 02-507.82.00, www.bozar.be
Wanneer komt eindelijk dat Verzameld Werk van J.M.H. Berckmans uit? Ik zou er één willen vragen aan Klaas of de kerstboom. En wellicht ben ik niet de enige, want toen dinsdag in Bozar de monoloog Berckmans van De Tijd te zien was, kwamen daar niet overdonderend veel, maar ook niet geweldig weinig geïnteresseerden op af. En hoewel verschillenden onder hen het duidelijk al wat langer uitgezongen hebben dan de twee jaar geleden overleden Antwerpse cultschrijver (1953-2008), leken ze Berckmans’ nietsontziende poëtische proza best te kunnen pruimen. Voor mij zat een dametje met grijze haren voortdurend te gniffelen met de soms scabreuze schotschriften die door tekstsamensteller en acteur Jurgen Delnaet (Aanrijding in Moscou, Meisjes) werden afgevuurd als hommage aan de schrijver. Zo evident is dat niet. De manisch-depressieve, in de marginaliteit opererende schrijver werd consequent ‘chroniqueur van de zelfkant’ genoemd, waar dan onvermijdelijk het epitheton ‘onderschat’ aan werd toegevoegd. Berckmans was het type dat wat verderop aan de toog iets buiten elke context uitkraamt, waarna de cafégasten één keer vriendelijk lachen om daarna de hele avond gedecideerd de andere kant op te kijken. Maar als de genoemde toog die van Café De Raaf in Antwerpen was, en de lamerende man effectief Jean-Marie Henri Berckmans, dan hadden die cafégasten wel iets gemist. En als wij met z’n allen niet geleerd hadden dat we ons niet te veel met hopeloze gevallen moeten inlaten, dan had Berckmans vandaag misschien wel, zonder daar zelf hard op aan te dringen, een vaste rubriek in De laatste show gehad. Berckmans had overigens maar een paar woorden nodig om te laten blijken dat zijn genie ook standhield op een dieet van veel alcohol en medicijnen en weinig vitaminen en zelfhygiëne. Getuige zowat alle titels van zijn vijftiental boeken (Vergeet niet wat de zevenslaper zei, Je kunt geen twintig zijn op suikerheuvel,...), of de namen van zijn personages (‘Charlowie alias Thelonious Hond’, ‘Pafkehet-meest-concrete-mafke’,...) Die moeten wel bedacht zijn door iemand die haast niet beter wist dan dat je taal kan ‘spelen’ zoals je muziek kan spelen. Zijn geprefereerde toonsoort was dan wel mineur, de grappen klonken daar des te beter door. Zijn teksten zitten ook vol dooddoeners (“Binnenkort wordt het beter, ten laatste volgend jaar”), overdubde samples (“Een joint, een joint, mijn verstopte schijthuis voor een joint”), metaforen (“Deze liefde is een brandend herenhuis”) en kreten (“O lieve Electrabel”) waar je niet zomaar weg mee weet. We citeren er nu een paar die Jurgen Delnaet voor zijn monoloog uit Berckmans’ oeuvre heeft gelicht en naast elkaar heeft gelegd. Wat mij persoonlijk ook erg fascineert in het werk van Berckmans is de manier waarop hij woorden en woordenreeksen haast ‘celebreert’ om hun klank of hun vage associatieve waarde, en niet zozeer om hun betekenis.
BOGUS. MUSIC LIVE 2010. © PETER DE JONGH
Jeugdig talent uit vijftien landen © DE TIJD
Praat
Jazz op dinsdagmiddag
BRUSSEL – Brussel wordt volgende zomer gaststad van de finale van Imagine, een internationale wedstrijd voor jong muzikaal talent. Dat in België jeugdig muzikaal talent aanwezig is, was meteen te merken op de galavoorstelling van de zeventigste verjaardag van Jeunesses Musicales, een netwerk van verschillende organisaties die werken met jeugdmuzikanten. De toon werd daar meteen gezet door het duo Bogus. Ambroos (16) en Florian (18) Deschepper (zie foto) speelden op hun gitaar en saxofoon een paar aardige deuntjes. De twee broers namen eerder deel aan de nationale muziekwedstrijd Music Live, de voorganger van Imagine. Ze hebben aan die deelname een leerrijk en onvergetelijk verblijf in Tanzania te danken. “Als laureaat mochten we naar Tanzania om er deel te nemen aan Music Crossroads (een muzikaal uitwisselingsprogramma, BS). Het was fantastisch. We kwamen er bijvoorbeeld muzikanten tegen die in volledig verschillende toonladders speelden. Met deze technieken kun je experimenteren. Ik speel nu bijvoorbeeld in een andere gitaarstemming. Soms is het ook confronterend. We kwamen bijvoorbeeld een muzikant tegen die prachtig gitaar speelde, maar geen geld had om snaren te kopen.”
Jurgen Delnaet geeft zich over aan J.M.H. Berckmans’ bulder- en palaverdrang.
Ik doe dat zelf soms ook vaak, zonder artistieke aspiraties, als ik door het huis rondloop. Ik roep of zing fijne maar onderbenutte woorden, flarden van liedjes, exotische namen van voetballers uit de jaren tachtig, en – naargelang de nabijheid van mijn huisgenoten – scabreuze tot ronduit gore kreten. Ik vraag me ook wel eens kortstondig af waarom ik dat doe. Het heeft iets van het tourettesyndroom, al verloopt alles in mijn geval grotendeels gecontroleerd, en past het uiteraad niet te koketteren met ernstige ziektes. Maar toch lijkt het alsof het hernemen van een welluidend woord dat ergens in je hersenpan sluimert, daar een genotsreactie kan genereren die te vergelijken is met het weldadige gevoel dat je kan hebben als je een bekend refreintje zingt. Berckmans had in ieder geval een uitzonderlijke neus voor onweerstaanbaar, jazzy woordmateriaal, waarmee hij een in wezen oneindige, atonale compositie creëerde met een dun betekenislaagje over wanhoop en eenzaamheid, dat vanwege zijn autobiografische inslag voldoende binnendringt. In die zin is het ook perfect aanvaardbaar, en zelfs noodzakelijk, dat Jurgen Delnaet niet op zoek is gegaan naar structuur, maar zich overgaf aan J.M.H. Berckmans’ bulder- en palaverdrang en diens tekstfragmenten aan- en uittrok zoals de onaangepaste kostuums uit de kringloopwinkel. Voor één keer vond ik de keuze voor Algemeen Nederlands niet helemaal bevorderlijk, maar voorts had ik voor dit intense uurtje Theater op de Middag, dat sowieso op een vreemde, onverwachte manier je dag verrijkt, best mijn verstopt schijthuis over.
Michaël Bellon
Dat Brussel gastheer wordt van Imagine heeft het voor een groot deel te danken aan zijn internationale statuut. Het is ook hier dat Jeugd en Muziek en Jeunesses Musicales doorheen hun lange bestaan een wereldwijd netwerk hebben opgebouwd. Voorlopig nemen vijftien landen uit zowat alle windstreken deel aan de wedstrijd. Elk land organiseert een nationale voorronde waaruit de kandidaat komt die volgende zomer in de Botanique zal meedingen naar de internationale hoofdprijs. In België zullen Jeunesses Musicales aan Franstalige kant en Jeugd en Muziek aan Nederlandstalige kant de voorrondes voor hun rekening nemen. De beste kandidaten uit die voorrondes zullen het later tegen elkaar opnemen, met een finaleplek als inzet. De Belgische eindstrijd is op 2 juni gepland, een dag later kan de winnaar het opnemen tegen de internationale kandidaten. Aan Nederlandstalige kant wordt de eerste voorronde gehouden op 16 januari. Plaats van afspraak is het Cultureel Centrum van Strombeek-Bever. Bruno Schols www.imaginefestival.net/be-nl
ADVERTENTIE
Centra Morele Dienstverlening Het Centrum Morele Dienstverlening (CMD) is het lokale contactpunt van de vrijzinnige gemeenschap. Iedereen kan er terecht voor morele hulp, vrijzinnige plechtigheden, informatie en vormingen rond vrijzinnige waarden. Het CMD wil de draaischijf zijn voor de lokale Brusselse vrijzinnige organisaties en alle andere geïnteresseerden. Onze dienstverlening is kosteloos.
Ben je op zoek naar een organisatie die je verder kan helpen? Zoek je misschien een vereniging die aanleunt bij jouw interesses? … In het CMD gaan we samen op zoek naar een dienst die het best bij jouw behoeften aansluit.
Stalingradlaan 18-20, 1000 Brussel [Premetrostation Anneessens] tel. 02 242 36 02 E-mail: cmd.brussel@uvv.be
Unie Vrijzinnige Verenigingen www.uvv.be
Jetse Laan 362, 1090 Jette [Bus 14 halte Legrelle] tel. 02 513 16 33 E-mail: cmd.jette@uvv.be
BDW 1252 PAGINA 20 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
De gerechten uit het kookboek weerspiegelen de diversiteit van de leerlingen van Elishout.
Gastronomie > Een multicultureel project in een Brusselse school (en een kookboek)
Culinaire wereldreis in Elishout ANDERLECHT – Gastronomie en gastvrijheid staan niet toevallig in elkaars buurt in het woordenboek. Dat begrepen ze ook in voedingschool Elishout, waar de diversiteit van de leerlingen gebruikt werd als insteek voor een kookboek dat garant staat voor een culinaire trektocht over de continenten heen. “Brussel is in alle opzichten een metropool, een wereldstad, niet het minst op culinair vlak”. Zo staat in het voorwoord van Samen aan tafel,
een 64 pagina’s tellend kookboekje dat gemaakt werd in Elishout, de school voor voeding van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in Ander-
lecht. Het boekje is het blijvend resultaat van een project dat de school indiende bij het Federaal impulsfonds voor migrantenbeleid. Er was ook samenwerking met het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Elishout heeft volgens haar directeur Frieda Cauwels een sterke multiculturele pijler. Niet alleen door
Het project ‘Samen aan tafel’ paste binnen het kader van het eindexamen van de leerlingen, een zogenoemde ‘geïntegreerde proef’ die zowel theoretische als praktijkgerichte opdrachten omvat. De leerlingen van het zevende specialisatiejaar specialiteitenrestaurant, restaurantbedrijf en drankenkennis, maar ook de richtingen
haar ligging in het zuiden van Anderlecht, niet bepaald het rijkste gedeelte van de stad, maar ook door de diversiteit van de leerlingen. In Elishout gaan niet minder dan 15 nationaliteiten naar school. Keuken en gastvrijheid verbinden de jongeren die er hun toekomst komen bouwen, misschien meer nog dan in andere vakgebieden.
Fotografie > Expo ‘Sporen van Belgen in Marokko’
Foto’s uit de gouden doos
Het zijn foto’s uit de oude doos, van eind negentiende eeuw tot de jaren 1970, maar het begrip ‘doos’ wordt op een hoger plan getild door de scenografen van het collectief START XXI en Fenna Zamouri. De zwarten goudkleurige blokkendoos waar u kunt binnenstappen, moet de intieme sfeer van een traditionele Marokkaanse woning oproepen, maar ook die van de Brusselse, Antwerpse en Casablanca-fotoarchieven. Het Vlaams-Marokkaans Culturenhuis Daarkom stelt daarin foto’s tentoon die sinds vorig jaar langs de Marokkaanse steden trekken.
© D’IETEREN GALLERY BRUSSELS
BRUSSEL – Wat gingen Belgen in de loop van de geschiedenis in Marokko zoeken? Verfrissend om die vraag ook eens in de andere richting te horen stellen. Een antwoord in tachting foto’s vindt u in de hedendaagse ‘riad’, een Marokkaanse woning rond een binnentuin, op de Kunstberg. Dat was een initiatief van de Association Marocaine des Lauréats de Belgique, die hiervoor nauw samenwerkte met het Consulaat-Generaal van België in Casablanca.
D’Ieteren In zestien kamers worden onze economische avonturen in Marokko getoond, zoals de introductie van de suikerbiet, missies van kunstenaars die aangetrokken werden door het licht van Marokko, de traditie van de Belgische Zeemacht en de Zeevaartschool die Marokkaanse havens aandoen, koninklijke en prinselijke
bezoeken, auto- en motorsportverhalen en ook puur avontuur. Zo trok Pierre D’Ieteren in de jaren vijftig met drie Brusselse vrienden dwars door Afrika in een Volkswagen Kever en een Volkswagen Combi. In zijn boek Images du souvenir staan ook foto’s over de tocht door de Atlas en de Sahara. Het tijdperk van de kleurenfoto’s wordt ingezet in de laatste kamer, waar een reportage te zien is over het vlot dat Fons Oerlemans in de jaren zeventig zelf bouwde en waarmee hij in Marokko van wal stak.
Pierre D’Ieteren en drie vrienden vertrokken in 1950 naar Congo, via de Marokkaanse Atlas. Ze reisden onder meer in een Volkswagen Kever.
An Devroe
Sporen van Belgen in Marokko, van 27 oktober tot 7 november, gratis. Info via Daarkom, 02-227.64.10 of info@daarkom.be
BDW 1252 PAGINA 21 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
© ROMY TENBUYSER
“Het gaat om het bijeenbrengen van waarden rond het eten,” zegt Frieda Cauwels, “niet zozeer over themaavonden over de keuken van bijvoorbeeld Marokko of Roemenië”. Zoveel creativiteit van 17- tot 19-jarigen schept verwondering en béwondering, directeur Cauwels is dan ook niet weinig fier op haar leerlingen. Enkele van de jonge deelnemers aan het project zijn ondertussen al aangeworven bij sterrenchefs en kunnen hun eerste stappen in het beroep zetten. Zo werkt leerlinge Tessa nu bij Wout Bru, die het restaurant ‘Chez Bru’ runt in de Provence, en staat Tom in de ‘refter’ van Geert van Hecke, bekend van De Karmeliet.
Handig boekje
banketbakkerij en chocoladebewerking moesten vragen aan medeleerlingen met een andere nationaliteit dan de hunne, wat hun lievelingsgerecht was in de keuken van hun moeder. Hiermee trokken die leerlingen dan aan de slag om een originele interpretatie van dat traditionele recept te ontwikkelen. Er moest gebruik gemaakt worden van typische ingrediënten, maar ook het verhaal achter de recepten was belangrijk. Ze moesten er tenslotte hun eigen creativiteit in leggen. Als titel werd Samen aan tafel bedacht, want de bekommernis was eerder sociaal dan technisch. Het doel was de ouders, vooral de moeders dan, ook te betrekken rond de etenstafel. Er werd een beroep gedaan op de vrouwenbewegingen.
Het afsluitende boekje werd een korte reis door de cultuur van enkele landen, voorafgegaan door de culinaire creaties van de leerlingen. We bezoeken achtereenvolgens Marokko, Griekenland, Turkije, Kroatië, Cyprus, Roemenië, Tunesië en Togo. Het is handig uitgegeven om op het aanrecht te worden gebruikt en telt een bescheiden 64 pagina’s. Voor een boek door leerlingen van het middelbaar onderwijs is het een hele prestatie. De foto’s van de afgewerkte gerechten en dessertjes zijn ronduit prachtig, ze zijn van de hand van beroepsfotograaf Romy Tembuyser. Het slechte nieuws is dat dit boekje niet in de handel komt. Er werd een aantal kopieën gemaakt met het projectgeld, maar in verkoop was binnen de toegekende subsidievorm blijkbaar niet voorzien. Geïnteresseerde organisaties kunnen, volgens projectcoördinator Ineke De Vleminck, wel altijd terecht bij de directie van Elishout voor een kopie. Hopelijk komt het vroeg of laat toch nog in de handel, het zou een hartverwarmend cadeautje zijn voor onder de kerstboom. Nick Trachet
Theater > Oudste rederijkerskamer volop actief
Theaterstukken en internationaal congres ANDERLECHT – De oudste koninklijke rederijkerskamer van de Lage Landen, ’t Mariacranske-De Wijngaard Brussel, start een overmoedig seizoen. Dit weekend staat De liefde van de nachtegaal van Timberlake Wertenbaker op de planken. In een hedendaagse regie van huisregisseur Luc Vierendeels wordt een variant op de Griekse Filomenamythe opgevoerd door twaalf acteurs van de toneelafdeling De Wijngaardtheater. Het drama spint een web van belangrijke levensvragen rond de condition humaine, het vellen van morele oordelen en het hoe en waarom van het taalgebruik. Als tweede productie dit seizoen volgt in de lente Bruthe (samentrekking van Brussels theater). Aan dit werk zijn de leden van De Wijngaard-theater nog volop aan
het schrijven. Het wordt een portret van de huidige Brusselse samenleving, zoals jongeren die ervaren. Het verhaal haalt onder meer inspiratie uit persartikels en ervaringen van straathoekwerkers in de stad. In mei 2011 organiseert ’t Mariacranske-De Wijngaard Brussel een internationaal rederijkerscongres in samenwerking met het Verbond van kamers van Rhetorica VlaanderenNederland. Het laatste congres van die omvang in het gewest dateert van 2002. Jean-Marie Binst
De liefde van de nachtegaal, op 29 en 30 oktober om 20 uur, en op 31 oktober om 15 uur in Zinnema, Veeweydestraat 24, Anderlecht, 02-468.20.31, www.wijngaardtheater.be
Nick Trachet BRUSSEL EN DE WERELD CULINAIR ONTDEKT
Kurkuma Al bekend sinds de oudheid maar sindsdien vooral miskend: de kurkuma. Ik liep laatst over het Katelijneplein en vond daar een marktje aan de gang. Een soort biomarkt, want overal vond ik kaartjes met die biostempel op, u weet wel: een van de tientallen labeltjes om te garanderen dat de boer geen chemisch gif, maar alleen biologisch gif gebruikt bij het spuiten op zijn planten. Het is moeilijk om vandaag te kiezen. Vroeger was er enkel keus tussen landbouw en ‘ecologische’ landbouw. Dat laatste werd bedreven door bebaarde jongens en meisjes met sproeten. Het eerste door shag rokende boeren met petten en rubberlaarzen. Bio-boys droegen dan weer hoeden en Zweedse klompen. Maar vandaag is het niet meer zo eenvoudig. Ecologische tuinderij werd een bio-industrie (de andere noemen we agro-industrie). Toen kwam de traceerbaarheid. Er moesten ingewikkelde controlesystemen opgezet worden om zeker te zijn dat bio niet met agro werd gemengd. Dan kwam er ook agro van fair trade, en later bio van fair trade. Dat laatste ook zonder chemie, maar dan uit verre landen voor een eerlijk loon. In eigen land krijgen de boeren geen fair trade. En vervolgens gingen we aan het locavoren. Het moest plots van dichtbij komen. Daar stonden die Uruguayaanse boeren dan met hun 5.000 hectaren bio-ajuin. Moesten ze die nu zelf opeten? Hoe unfair. Als klap op de vuurpijl moet het vandaag allemaal duurzaam. En nu ligt alles overhoop. Eerlijke handel is niet duurzaam want het komt van te ver. Biologische landbouw is niet duurzaam want heeft een grotere ‘ecologisch voetafdruk’ dan gewone landbouw. De controle, certificering en afkeuring van slecht traceerbare goederen kosten handenvol energie en zorgen voor verspilling. Producten worden afgekeurd en vernietigd om de verkeerde redenen. Niet omdat ze gevaarlijk zijn voor de volksgezondheid, maar omdat ze niet de juiste procedure hebben gevolgd. Dat is zonde. De duurzaamheidslabels zorgen dus zelf voor onduurzaamheid. Dus
toch maar terug naar de gewone landbouw? Maar een redelijke landbouw dan. Dat zoemde allemaal door mijn hersenpan toen ik plots in een kraampje verse bio-kurkuma zag liggen. Ik vroeg aan de verkoper waar die vandaan kwam. De man (met baard) moest eerst eens nadenken maar zei dan “France”. Een vage afkomst als u het mij vraagt. Ik wist niet dat er in Frankrijk een klimaat heerste waar men tropische specerijen kan kweken. Tenzij je Réunion of Mayotte echt als Frankrijk beschouwd (wat ze administratief ook wel zijn). Ik kocht 200 gram verse kurkuma voor de foto, maar onderweg naar huis vroeg ik mij terdege af wat een mens nu aan moet met verse kurkuma? Kurkuma (Curcuma longa) is een plant uit de familie van de Zingiberaceae en dus verwant met de gember. Het zijn bijzonder mooie planten en misschien zullen deze hier wel willen groeien op een verwarmde vensterbank? Dat is alvast een eerste, zij het niet culinaire, reden om eens verse kurkuma te kopen. De plant komt in het wild voor in heel ZuidoostAzië. Wat wij gebruiken is de onderaardse wortelstok. Deze is goed te onderscheiden van de gember (Zingiber officinale), want kleiner en oranje van kleur. Gember is bleekgeel. Er bestaat ook een witte wortelstok van die familie, de galenga (Kaempferia galanga). Kurkuma is in Europa al bekend sinds de oudheid. De specerijenkaravaans brachten de gedroogde wortelstokken mee en ze werden en worden voor honderd en één dingen gebruikt. In zowat alle gevallen worden de wortelstokken gedroogd en vermalen tot poeder. Als geneesmiddel worden er verdacht veel deugdzame eigenschappen toegeschreven aan kurkuma. De meeste daarvan zijn onbewezen, maar naar het schijnt werkt het poeder toch ontstekingsremmend. Er zijn trouwens ook enkele tegenindicaties. Geen rozen zonder doornen. Buiten de farmacie wordt kurkuma vooral gebruikt voor kleur en smaak. Als kleurstof wordt de specerij aangeduid met de code E100. Zeer populair in mosterd en picklesproducten, zorgt deze kleurstof ervoor dat de sausen niet verschieten in het zonlicht, maar mooi geel blijven. De kleur kennen we ook van curry. Currypoeder is voornamelijk geel door de kurkuma. Het geel is zo populair dat men de plant lang ‘Indische saffraan’ heeft genoemd. Toch verschilt de smaak grondig van die van echte saffraan.
Duurzaamheidslabels zorgen voor ‘onduurzaamheid’
En ‘grondig’ is hier goed gekozen, want kurkuma heeft de geur van aarde, van verse grond. Daarom is kurkuma misschien wel een miskende specerij. Hij wordt bijna altijd gecombineerd met andere kruiden in oosterse gerechten, bijna nooit als originele kruiderij. Maar ik heb er ooit tuinslakken in klaargemaakt. Slakken zijn zo van die aardse diertjes. Ik had er gehouden in de tuin en ze dan volgens de regels schoongemaakt en gekookt. Heel wat anders dan de klaargemaakte slakjes uit de winkel. Het moet ook niet altijd looksaus zijn, want dan smaak ik de slak niet meer. Ik wou hier die gronderigheid juist nog ondersteunen. Ik bakte kleine spekjes, sjalot en een teentje look glazig en bepoederde dat met kurkuma en zwarte peper. Daar de slakjes even in laten aanstoven met een slok rode wijn. U moet dat eens proberen. Ook bij (goed) varkensvlees. Vous m’en direz des nouvelles. Smakelijk. nick.trachet@bdw.be De hele reeks nalezen? www.brusselnieuws.be/trachet
BDW 1252 PAGINA 22 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Noël Swinnen aan zijn appartement in ‘Terrassen aan de Sluis’ in Sint-Jans Molenbeek. “Het opgestoken vingertje van Vlaanderen kunnen we missen als kiespijn.”
© MARC GYSENS
Noël Swinnen, van immigrant tot Vlaamse Brusselaar
‘De lichtjes van de stad’ SINT-JANS-MOLENBEEK – “De discussie over Brussel is er een van doven aan het worden. Het hoge woord wordt meestal gevoerd door politici van buiten Brussel. Politici à la De Wever, die stad en gewest omzeggens enkel kennen vanop de achterbank van hun ambtsvoertuig. Ze orakelen over twee gemeenschappen, waarvan er een in de minderheid is. Terwijl het allemaal zoveel complexer ligt. Ik zeg niet dat de Brusselse politici de waarheid in pacht hebben, maar ze verdienen toch meer gehoor.” Aan het woord is Noël Swinnen, Vlaamse Brusselaar.
S
winnens Brussels verhaal begint in 1978. En daar hebben zijn ouders veel mee te maken. “Vader was gemeenteambtenaar in Scherpenheuvel, moeder bleef aan de haard. Geen van beiden hadden ze de kans gekregen op hogere studies, mij hebben ze enorm gestimuleerd om voort te studeren. Ge moet en ge zult. Van mijn prille jeugd kreeg ik ook politiek met de paplepel ingegeven. Met de nadruk op linkssocialistisch. Voor mij was het dan ook snel duidelijk: ik zou politieke wetenschappen studeren.” “Waarom Brussel? Het was een stad die al lang een min of meer mythische aantrekkingskracht had op mij. De verhalen van vader die als kleine jongen langsging bij familie in Brussel, de bezoeken aan mijn tante, de jaar-
lijkse uitstap naar de Zuidfoor. Allemaal veel opwindender dan wat de provincie me te bieden had. Ik ben bovendien een product van de punkgeneratie, ik wou dus zo snel mogelijk in een grote stad geraken om concerten bij te wonen. Dan kwam je al eens in Leuven, al eens in Hasselt, al eens in Brussel. De keuze was snel gemaakt, en ook de VUB sprak meteen aan. Dat leefde, met studentenbewegingen die politiek actief waren. Klein, ook.” “Aan de VUB is Brussel pas goed begonnen voor mij. Ik zat op kot, vrij snel ging ik nog slechts sporadisch in de weekends naar huis. Punkoptredens, naar de bioscoop, op stap gaan: het leven in de stad was een wereld die openging voor mij. Zeer internationaal bovendien, zuiders. Profiteren van de dag, losser dan elders in het land. Brussel is de meest noorde-
lijke stad van Zuid-Europa, wordt veel gezegd, en dat is ook zo.” “Mijn studies betaalde ik gedeeltelijk zelf. Ik kluste bij, veel in de muziek. Ik heb elke kerktoren van Vlaanderen gezien. Als lichttechnicus, als roadie van wijlen The Employees. Ik heb de eerste Nederlandse tournees meegemaakt van Belgische groepen als TC Matic en De Kreuners. Ik heb hier in concertzalen gewerkt, de AB, Plan K, occasioneel Vorst-Nationaal. Hard werken en hard leven, nog steeds mijn motto trouwens.”
Film Na de studies kwam het echte leven. “Na de theorie de praktijk ook. Ik werkte zes jaar als kabinetsmedewerker bij toenmalig minister van Economie Norbert De Batselier. Met pas-
sie voor cultuur als blijvende link. Dossiers waar ze geen weg mee wisten, zoals het filmdossier, kwamen naar mij. Met goedkeuring van De Batselier startte ik vrij snel gesprekken met medewerkers van het kabinet-Dewael, toen minister van Cultuur. Om de eerste plannen op papier te zetten van wat uiteindelijk het Vlaams Audiovisueel Fonds zou worden. Zo ben ik uiteindelijk in de film- en televisiewereld beland, bij Kladaradatsch!” Kladaradatsch!, dat met de Palace aan de Anspachlaan getracht heeft de Brusselse arthousebioscoop nieuw leven in te blazen. Met als troef een goede accommodatie, alles erop en eraan. “Het was een fantastisch project. Het was leefbaar geweest mits wat meer beredenering. Het halsoverkopgedoe van Kladaradatsch! was een sterkte, met die mentaliteit van ‘we gaan ervoor’, maar dit was de brug te ver. Het concept klopte voor een stuk, maar anderzijds ook weer niet. Arthouse spreekt slechts een beperkt publiek aan. Maar je kan dat optimaliseren. Met horeca, wat gebeurde, en met events, wat te weinig gebeurde. Enorm spijtig. Ik werkte daar dag en nacht, geloofde
BDW 1252 PAGINA 23 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
er rotsvast in. Maar het heeft niet mogen zijn. Nu zit ik al tien jaar bij het productiehuis Kanakna waar ik mee het dagelijks management waarneem. Alweer werken tegen de hemel op, alweer razend interessant.”
Amanda Constante bij dit alles: wonen en leven in Brussel. “Ik heb in Oudergem gewoond, in Etterbeek, lang in de Arteveldestraat. Anderhalf jaar geleden ben ik verhuisd naar een appartement in ‘Terrassen aan de Sluis’, het nieuwe Gomb-project aan de Ninoofsepoort. Al heb ik er even aan getwijfeld toch de Rand op te zoeken. De mythe achterna dat Brussel niet leefbaar is met kinderen.” “Het is mijn dochtertje die de mythe heeft doorgeprikt. Amanda, nu tien en grote zus van Aron, mijn zoontje van drie. Ik was met haar wat huizen gaan bekijken, en steeds was ze extreem lastig. Tot ik haar op een herfstavond vroeg: ‘Amanda, je moet me nu toch eens zeggen waarom je zo nukkig bent.’ Zij: ‘Papa, kijk eens naar buiten. Wat zie je?’ Ik: ‘Brussel.’ ‘Lichtjes’, zei ze, ‘toch schoon hé. Papa, dat zijn mensen en dat is leven.’ En nog: ‘Voor ons is dat allemaal vlakbij, ik wil niet gaan wonen
“Brussel is helemaal niet onleefbaar voor kinderen. Maar je moet dúrven. Hen meenemen naar de Zuidmarkt, op de metro, tussen alle kleuren en geuren” in een tuin en ik weet niet hoe lang moeten rijden telkens ik iets wil doen.’ Geloof me, ik was aan het janken vanbinnen.” “Dat Brussel onleefbaar is voor kinderen, daar moet je bij mij dus niet meer mee afkomen. Maar je moet dúrven. Hen meenemen naar de Zuidmarkt, op de metro, tussen alle kleuren en geuren. Hen de stad leren beheersen, ook met de fiets. En als je het aanbod ziet voor die kleine gasten, dat is toch enorm. Al wil ik daarmee niet zeggen dat alles hier perfect is voor kinderen. Maar in de stad gebeurt het, krijgen ze zoveel meer kans om mens onder de mensen te worden.” “Er is de voorbije jaren bovendien heel wat ten goede veranderd. Met Thielemans waait er een
nieuwe wind. Hij heeft oog voor de benedenstad. Er is nu een betere infrastructuur, stadskankers worden aangepakt... “ “Er wordt een visie ontwikkeld, al mag het gerust nog wat meer zijn. Meer fiets- en voetgangersvriendelijkheid bijvoorbeeld, meer veiligheid, minder auto, een betere uitbouw van het onderwijs. Maar toch, je stapt buiten en de wereld ligt aan je voeten. Dat is de enorme meerwaarde van een stad, al wordt dat niet altijd zo gepercipieerd.”
Hulp en respect Ondertussen heeft Swinnen ook Molenbeek beter leren kennen. “Dat ‘verschrikkelijke Molenbeek’. Maar ik loop daar niet anders rond dan in het centrum, al ben ik ’s avonds wat meer op mijn hoede.” “Maar het komt weer neer op dat durven. Durven rondlopen alsof die straten van u zijn, durven ’s avonds een couscous te gaan eten. Natuurlijk dat je ‘dingen’ ziet – ook elders in Brussel – en als je er je neus in wil steken is de kans groot dat ze erin bijten. Maar je moet het niet gaan zoeken hé. Je moet het ook niet met je welstand de anderen de ogen uitsteken.” “Molenbeek is zeker geen makkelijke gemeente, integendeel. Unicultureel ook, zeer Marokkaans getint. Het is een gemeenschap die zeker de jongste jaren op zichzelf is teruggeplooid. Ze is ook enorm aan haar lot overgelaten. Niet zozeer door de gemeente evenwel, die doet wat ze kan. Je kan zeggen van Moureaux wat je wil, maar als burgemeester is hij wel aanwezig op het terrein.” “Projecten zoals nu dat nieuwe gebouw van de Gomb zijn dan ook belangrijk voor de gemeente. Je moet daar inderdaad mensen brengen die een inkomen en werk hebben, mensen met jonge kinderen die belastingen betalen. Mensen ook die niet om de haverklap verhuizen, die leven in de buurt brengen en die er ook mee bezig zijn.” “Maar je moet een evenwicht bewaren en erop toezien dat je niet in het sociale weefsel snijdt, zoals in het verleden maar al te vaak is gebeurd. Het hoort allemaal bij het Brussel dat een laboratorium is met als centrale vraag: ‘Hoe gaan we samenleven met ik weet niet hoeveel gemeenschappen?’. “Het opgestoken vingertje van Vlaanderen kunnen we dan ook missen als kiespijn. Wel moeten we hulp krijgen om die uitdagingen aan te gaan. En respect, respect voor het Brussel waar dagelijks honderdduizenden Vlamingen hun kost komen verdienen. Ik ga niet beweren dat het geld hier altijd even goed besteed wordt, maar is dat in Vlaanderen, dat zo hoog van de toren blaast, wel zo?” Karel Van der Auwera
FREDDI SMEKENS Lache
W
anneer ik, al dan niet toevallig, een lezer tegen het lijf loopt die zegt: “Awel, ni vè ’t ien of ’t ander, mo ik hem goog gelache mè a stukske in ‘Deize Weik’”, kan ik een glimlach moeilijk onderdrukken. Die glimlach heeft echter niets met ons Brussels woordje lache of de uitdrukking mei lache te maken. Uiteraard wordt er, hier en elders en af en toe duchtig wat afgelachen, waarde lezer. Het tegenovergestelde zou ons nogal droevig stellen, me dunkt. Maar het is ook zo dat ons woordje lache altijd in een bredere zin kan geïnterpreteerd worden. Zo kan mei lache gerust betekenen: “Ik trek het ma ni oen”. Wanneer men anderzijds uitpakt met “’t Es ni vè mei te lache!” geeft men duidelijk aan dat men over iets ernstigs aan het spreken is. De manier waarop men lacht kan in ons Brussels ook op verschillende manieren omschreven worden. Een van de meest betekenisvolle manieren om ons lachen te verduidelijken gaat van: “Ik lach ma hee ‘n kreek”. Waar de Brusselaars die kreek vandaan halen om hun lachen te omschrijven is mij altijd een raadsel gebleven. Suggesties van lezers zijn wat dat betreft uiteraard altijd zeer welkom. Behalve over die kreek kan men het natuurlijk zeggen: “Ik hem ma duud gelache”. En, gelooft u het of niet, waarde lezer, er zijn op medisch gebied gevallen vastgesteld van mensen die zich letterlijk duudgelache hemme. We paaze vandoeg on heule... Dat lache veel of alles met humor te maken heeft, moet ik hier niet onderstrepen. Dé specifieke humor die we in het Brussels hanteren omschrijven wij als zwanzen. Die zwanze heeft eigenlijk altijd met relativeren en ook met een soort zelfspot te maken. Maar ook hier, waarde lezer, komt de subtiliteit van ons Brussels bovendrijven. Hoe voelt men bijvoorbeeld het verschil aan tussen “’t Was mo vè te lache” en “Ik was mo on ‘t zwanze”? Aan iedereen van ons om daar zelf een oordeel over te vellen. Nu graag even over naar de uitroep “Mei lache!”. Die gebruikt men in het Brussels wanneer men met een bewering of situatie
helemaal niet akkoord gaat. Men zou, anders gezegd, onze uitdrukking “Mei lache!” gerust kunnen vergelijken met “Lot vale”. Bij dat alles vergeet ik uiteraard de opkikker “Ge kunt percees nemi lache?” wanneer men met iemand te maken heeft die het bleite keuter dan het lache stoet. En bij de combinatie vreugde-verdriet moet men het hier natuurlijk ook hebben over de uitspraak ”’k Hem ma troene gelache”. Iets wat ons hopelijk allemaal af en toe wel overkomt. Nu is het ook wel zo, waarde lezer, dat wie in lachen uitbarst, eerder navolging zal krijgen dan iemand die in tranen uitbarst. Ik zou zeggen: “As ge ni kunt lache mè serieuze dinge zaaide giene serieuze mens”. Reken maar dat die bedenking mij in de loop der jaren al van pas gekomen is! Naast de lach bestaat er uiteraard ook de glimlach. Iemand zei ooit: “De lach es het laaif en de sourire es de zeel”. Om maar even aan te geven dat we in het in het Brussels eerder terugvallen op ne sourire dan op ne glimlach. Een uitzondering op die regel: “Nen hond glimlacht mè zaaine sjeit”. Bij wat voorafging, waarde lezer, vroeg ik mij plots af wanneer ik voor de laatste keer de slappe lach hem g’had. Neemt u zelf maar eens de proef op de som. Ik bedoel de som van de kiere da we al neki de slappe lach gehad hemme. Maar nu even over naar een minder aangenaam aspect van ons woordje lache. Dat aspect heeft namelijk te maken met ooitlache. Enerzijds ga ik er mee akkoord dat nen dag zonder lache ne verlauren dag es. Maar anderzijds, waarde lezer, kleef ik de stelling aan dat een dag waarin men iemand heeft uitgelachen nen onnuzelen dag es. Mijn standpunt kan niet anders dan duidelijk zijn: “Niks es belachelaaiker dan eemand probeire belachelaaik te moeke”. Wat de Brusselaar uiteraard niet mag weerhouden om met zichzelf af en toe de spot te drijven. Want als we hier iets absoluut in ere moeten houden, dan is het wel de zwanze waarover we het hierboven hadden. Ziezo, waarde lezer, mij rest te hopen dat ik enkele sourirs op de lippen heb kunnen toveren maar vooral ook da neemand hem of heu letterlaaik duudgelache heit.
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.53, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@ bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@ bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@ bdw.be), Danny Vileyn (danny.vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle. devestele@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@ bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw. be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Twee Zinnekes hebben het naar hun zin in Brussel: Amanda en Aron, lente 2010.
ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1252 PAGINA 24 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
Extreme sporten > Cedric Dumont leeft zich uit in basejumpen en ‘wingsuit flying’
‘Je moet wat schrik hebben’
De ‘base’ in basejumpen staat voor ‘Building, antenna, span en earth’. Dat wil zeggen dat basejumpers van een gebouw, een antenne, een brug of een klif springen. Niet ongevaarlijk, aangezien ze soms maar een paar seconden de tijd hebben om hun parachute te openen. Cedric Dumont deed het al van op de hoogste spoorwegbrug ter wereld (201 meter) en de hoogste hangbrug ter wereld (384 meter). Drie jaar geleden behaalde hij het Europees record van laagste sprong door van het viaduct van Vilvoorde te springen, goed voor een hoogteverschil van amper 34 meter. Om een idee te geven: in volledige vrije val zou zo’n sprong nauwelijks één seconde duren. “Mijn eerste basejump was in 1995, ook vanop een brug aan een Belgische snelweg”, vertelt de Brusselaar. “Als jongere skateboardde ik en later ben ik overgeschakeld op surfen en snowboarden. Ik wou absoluut parachutespringen en deed dat ook in 1992. Drie jaar later deed ik mijn eerste basejump.” “Ik ben er eigenlijk per toeval ingerold, het was niet gepland. Het is ook een redelijk gesloten milieu omdat de sport vrij gevaarlijk is.” Basejumpen is niet alleen gevaarlijk, het kan ook illegaal zijn. “Het springen zelf is dat niet, maar als je je op privé-eigendom bevindt,
de CLUB
©CEDRIC DUMONT
BRUSSEL – Liefst 1.400 basejumps en 9.000 skydives heeft Cedric Dumont op zijn teller staan. Hij is een echte autoriteit in het wereldje en heeft verschillende records op zijn naam. De Brusselaar houdt zich momenteel vooral bezig met ‘wingsuit flying’. Als het maar een extreme sport is.
Cedric Dumont zweeft over een Zwitserse vallei. “Mijn sportieve verwezenlijkingen bewijzen de mentale beheersing die ik heb.”
Brussels Jump Club zet ‘rope skipping’ op de kaart
Modern touwtjespringen © MARC GYSENS
KOEKELBERG – Touwtjespringen is niet meer wat het is. Rope skipping steekt het in een modern jasje en voegt er muziek, ritme en tricks aan toe. De Brussels Jump Club is uniek in de hoofdstad. “Het is allemaal begonnen als een project om rope skipping meer bekendheid te geven in Brussel,” vertelt Jamel Louahrani (27), voorzitter van de Brussels Jump Club (BJC). “Het project is van start gegaan in 2006, op initiatief van Buurtsport Brussel. We zijn begonnen met demonstraties en initiatielessen op een tiental scholen. Na een paar maanden vormden we met de besten een demoteam.” Dat team trok op tournee naar allerhande schoolfeesten, eindejaarsfeesten en zelfs op het sportieve feest Stadskriebels. Door het grote succes werd de Brussels Jump Club in 2007 boven de doopvont gehouden. De enige ropeskippingclub in de hoofdstad. “Veel jongeren zitten thuis voor tv, obesitas is bij velen onder hen een probleem. Wij bieden een sport aan waar je niet alleen aan je con-
Rope skipping is goed voor conditie én coördinatie, klinkt het bij Brussels Jump Club.
“Het zijn vooral meisjes die in de BJC zitten, maar er zijn ook een paar jongens. Het is zeker toegankelijk voor hen. In rope skipping zitten ook acrobatie en ook dans en zelfs breakdance-invloeden. Het zou wel leuk zijn om meer jongens te strikken. Niet dat jongens beter springen, maar ze hebben meer brute kracht en kunnen andere trucs doen. Meisjes springen fijner. Het is een sport voor jongens en meisjes.” “Momenteel is onze voornaamste zorg echter dat we onze zaal aan de HUB behouden. Het is nog niet zeker of we er kunnen blijven trainen, ze krijgt misschien een nieuwe bestemming. Daarnaast hopen we jaarlijks tussen de dertig en vijftig leden te behouden. Als de kinderen elk jaar blijven terugkomen, wil dat toch zeggen dat je goed bezig bent.” Geïnteresseerde lesgevers mogen zich altijd aanmelden bij Louahrani. Tim Schoonjans
ditie werkt, maar ook aan je coördinatie. De kleinsten zijn ook met psychomotoriek bezig
zonder dat ze het echt beseffen. Het is bovendien een zeer goedkope sport.’
www.brusselsjumpclub.be
BDW 1252 PAGINA 25 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
zondig je tegen de wet. In een stad is het dus illegaal. Ik doe dat nu bijna niet meer, maar spring vooral in de bergen. Ik klim dan rustig naar de top van de klif en spring dan voor een vlucht van 1.500 à 2.000 meter.” Tussen 1995 en 2000 nam Dumont deel aan skysurfingwedstrijden. Hij was er wereldtop. Skysurfing is een vorm van parachutespringen waarbij je op een board staat en tricks moet uithalen. Hij nam drie keer deel aan de X Games (een Amerikaanse extreme sportwedstrijd, TS), eindigde derde in de wereldbeker skysurfing en won de Braziliaanse open in die discipline. “Ik behoorde tot de mondiale top vijf. Ik ben uiteindelijk gestopt
‘Bij wat ik doe gaat het niet om winnen of verliezen, maar om overleven. Je moet de juiste beslissing op het juiste moment nemen’ om mij volop met mijn projecten bezig te houden. Sinds 2000 word ik ook gesponsord door Red Bull. Ik ga nu naar berggebieden in verschillende landen, doe er mijn ding en film er mijn vluchten. Ik reis om beelden te maken. Red Bull heeft dan de rechten over die beelden en zet die op zijn website of verdeelt die aan televisiezenders.”
Op drie centimeter van het vliegtuig Naast basejumpen zal Dumont zich dit jaar vooral bezighouden met wingsuit flying. In 2005 vloog hij met zijn pak van een van de hoogste gebouwen ter wereld, de Jin Maotoren in Sjanghai (421 meter). “Je vliegt door de lucht in een speciale overall, een zogenoemde wingsuit. Je vliegt samen met het vliegtuig door de lucht en amuseert je met het vliegtuig in de vlucht. Ik vlieg nu al op drie centimeter van het vliegtuig met tweehonderd kilometer per uur. Dit jaar
houd ik me alleen bezig met wingsuit flying.” De extreme sporten die Dumont beoefent, zijn niet iedereen gegeven. De kick en de adrenalinestoot zijn groot, maar niet het belangrijkste. “Je hebt de omgeving, de vlucht, de snelheid, de mentale voorbereiding. Er komen zoveel zaken bij kijken. De rush alleen kan je ook in andere zaken vinden. Ik doe het ook gewoon omdat het me plezier doet. Zo simpel is het. Schrik? Je moet wat schrik hebben in risicosporten. Anders wordt het gevaarlijk. Ik heb alvast nooit een blessure gehad. Helemaal niks.” “Natuurlijk moet je eerst durven. Daarnaast zijn techniek en talent nodig om te slagen. Ik was een van de eersten die er echt mee bezig waren, dus techniek heb ik vooral zelf aangeleerd. Maar je moet ook mentaal klaar zijn.”
Sportpsycholoog De Brusselaar is niet voltijds bezig met zijn sport. Hij is ook sport- en prestatiepsycholoog en gebruikt de ervaring die hij heeft opgedaan als sportman. “Mijn sportieve verwezenlijkingen bewijzen de mentale beheersing die ik heb. Bij wat ik doe gaat het niet om winnen of verliezen, maar om overleven. Je moet de juiste beslissing op het juiste moment nemen. Het is vooral fysiek zwaar. Daarom doe ik behalve ochtendlijke looptraining ook veel aan yoga.” “Ik bereid sporters op hoog niveau mentaal voor, golfers en tennissers bijvoorbeeld. Daarnaast geef ik ook lezingen in bedrijven.” Zijn leeftijd wil Dumont liever niet kwijt. Hij vindt dat je in zijn branche tijdloos moet blijven. Leeftijd is ook niet belangrijk, de toekomst is dat wel. Die bestaat voor de basejumper uit verschillende nieuwe projecten. “Die zijn wel geheim. Ik kan alleen zeggen dat ze rond de wingsuit draaien. Ik heb nog projecten voor de komende drie jaar. Een mens heeft toekomstplannen nodig om vooruit te gaan. Hoe lang ik nog zal sporten, weet ik nog niet. Ik doe het nog met de volle goesting, dat is het belangrijkste.” Tim Schoonjans www.cedricdumont.com
ZWARTE DUIVELS OP KLEINE HEIZEL
David Steegen Grazie Irene Ik leerde eerst zijn vrouw kennen. Tijdens mijn studentenjaren aan de Vrije Universiteit Brussel. Nu meer dan vijfentwintig jaar geleden. Willy is Limburger en belandde enkele decennia geleden in Brussel. Hij zal er sterven. Nica is Brugse en woont ook nog steeds in de hoofdstad. Ze hebben samen een lange weg afgelegd die op een bepaald ogenblik splitste. C’est la vie. Na dertig jaar organiseerde een gemeenschappelijke vriendin, Irene, ras-Italiaanse uit Genk, inmiddels Brusselès en actief in de muziekwereld, een reünieconcert van ‘De Brassers’. De cultgroep uit Hamont is de vader van de punk in België. We worden er niet jonger op. We zijn er bijna allemaal. Willy is er gitarist, Marc, de bassist, ook al een Brusselaar geworden, deelt de liefde voor paars-wit. Vak H1. De concertgangers hebben de hanenkam, de combatlaarzen en bomberjacks ingeruild voor designerjeans en hippe haute couture. Cerruti, Ralph Lauren en Chanel in Het Depot in Leuven. Een mens mag veranderen. We drinken prosecco om het wederzien te vieren. Dertig jaar geleden zou een mens op zijn gezicht gekregen hebben met een flûte in de hand. The times they are changing. Het evenement brengt meer dan twintig jaar van ons leven samen. De ontroerende en onvergetelijke nacht verenigt oude bekenden waar alle spoor van verdwenen leek. Mensen die ik vergeten was en vrienden die vandaag overgebleven zijn, worden verenigd op de tonen van Devo, Fad Gadget, Sham 69 en Buzzcocks. Het geluk van de midlife. Onze jeugd komt heel even terug maar zal nooit meer zijn. Het concert wordt met de glimlach beleefd. Rondom De Brassers staan kinderen en stiefkinderen, vrienden en vriendinnen, exen en nieuwe partners te genieten. Een
glimlachend punkconcert. Energie vult de zaal. De laatste stroomopstoot van wat geweest is en nooit meer vergeten zal worden. Willy’s zoon, de veertienjarige Jules, speelt een half concert mee. Mannen en vrouwen kijken toe met de krop in de keel, vooral diegene die kinderen hebben. Vaders en zonen. Samen voetballen of muziek maken. De droom van elke man in werkelijkheid. De vriendjes van Jules zijn er ook bij. Vooral de meegereisde Brusselse meisjes kijken onhandig smachtend en giechelend naar de jongste van De Brassers. Harde muziek gespeeld door een peperkoeken hart. Iedereen is zo blij. Na het concert word ik aangeklampt door Genoveva en Steve. Ik ken ze niet. Ze zijn diehardfans van De Brassers, Standard Luik en Brussel. “Wat doet de communicatieverantwoordelijke van Anderlecht op een concert van De Brassers?”, vragen ze. “Tja, ik heb nog een leven naast voetbal. Ik draag dat maatpak niet elke dag”, lach ik. We praten lang over de rivaliteit tussen Luik en Brussel. Met respect. Zoals het hoort. Ze blijken de wekelijkse column in ons aller lijfblad trouw te lezen. Die wordt gelezen op de trein, op weg naar Brussel. Ik ben vereerd. Een gezellig punkconcert, het is eens wat anders. Mijn vrouw en ik verlaten Leuven in de nacht. Gelukkig en vredig. We praten gezellig na. Brussel brengt steeds weer mensen samen, veel mensen. When the kids are united, they will never be divided. En toen was er niets meer. Grazie Irene. www.brusselnieuws.be/steegen
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
ADVERTENTIE
BRUSSEL – De Belgische rugbyploeg ondergaat op 6 november een serieuze test tijdens een galamatch tegen Canada. De Canadezen zijn het nummer 14 van de wereld, terwijl de Belgen 26ste staan op de IRB-wereldranglijst. Canada is ook vaste klant op het wereldkampioenschap. De Noord-Amerikanen beginnen tegen onze Zwarte Duivels aan hun Europese tournee die hen daarna nog naar Spanje, Portugal en Georgië zal leiden. Voor onze nationale rugbyploeg is dit opnieuw een mooie affiche. In het verleden namen ze het in Brussel al op tegen toppers als Argentinië en ‘All Star Team’ Barbarians.
De keuze voor de kleine Heizel, die zich voor het Koning Boudewijnstadion bevindt, is bewust. De organisatoren hopen op een sfeervolle avond en het grotere stadion is voor dergelijke wedstrijden minder geschikt. Er is plaats voor zo’n negenduizend supporters. De wedstrijd wordt om 15.30 uur op gang gefloten. Tickets zijn verkrijgbaar via Fnac, prijzen variëren van 7 tot 19 euro. Kinderen jonger dan zes jaar krijgen gratis toegang. Op 13 november volgt de eerste officiële wedstrijd van de Zwarte Duivels. Dan spelen ze in en tegen Tsjechië. Tim Schoonjans
HUB LEERT U INLINESKATEN KOEKELBERG – Inlineskaten leren de meesten al doende, met valpartijen tot gevolg. Die kunt u vermijden door de lessen aan de HUB. Gediplomeerd lesgever Mark Bouwelinck heeft voor ieder wat wils. Beginnelingen krijgen de basistechnieken uitgelegd, gevorderden kunnen verder de kneepjes van het vak leren. Dat kan op elke dinsdag tot 7 december. Voor het volledige lessenpakket betaalt u 30 euro. In de prijs is ook het gebruik van materiaal inbegrepen. Geïnteresseerden
kunnen ter plaatse inschrijven. De lessen gaan door op de campus van de HUB. De VGC sportdienst biedt ook nog andere activiteiten aan de HUB aan. Naast een sportacademie en lessen psychomotorische vaardigheden voor kinderen kunnen volwassenen er terecht voor lessen nordic walking, fitbal, conditiegym, pilates en badminton. Meer informatie vindt u op www.vgc.be. Tim Schoonjans
BD W
RE
Z
! E I T C A . . . n E
R IEDE
9
zaIE
atek m e n i C : usea’ m e n i e l eeks ‘k r e z n o In
V
OO
T 13 J A O T
• R A
© SASKIA VANDERSTICHELE
Zazie-reporter Lina kijkt in bewondering naar een... fenakistiscoop. “Als je door de gleufjes piept, zie je een bewegend beeld ontstaan.”
BDW 1252 PAGINA 26 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
EN VAN
, is de n film k ijken ls we naar ee nlijk een we zien eige beweg ing die niet één t een film is illusie. Wan peenvolg ing , maar een o ld ee b d en p Die doorlo de beelden. en stilstaan d en iz u d n va na elkaar, oon zo vlug w ge en n ij t zien. versch e beelden nie jk li er d n o fz dat we de a gemiddelde we voor een at d ie ll ju n “Wiste lf uur zowat van anderha lm lfi ee sp g n la ben?”, rol nodig heb lm fi er et m o 2,5 k il in van ons s bij het beg n o re au L s vertelt g id zies vallen en van de Za d n o m e D . e keren bezoek wel meerder ze en o d at open. En d ematek zijn ant in de Cin w , ag d id m a . Dingen die n dingen te zien e k ij rl aa b er heel wond e namen nderbaarlijk o w en ev k o die o zoötroop tascoop, de n fa e d ls a de dragen, zo dacht je van oop. Of wat sc o in x ra p ee ter m r. of de r daarover la aa M ? p o o sc fenak isti
A
oe Achtpotige ke mens altijd geprobeerd
ft d “Eigenlijk hee g weer te van beweg in om de illusie inese r naar het Ch aa m k ij K . n geve ud, of naar 3.000 jaar o l a r, te ea th schaduw n Lascau x,” de g rotten va in n ge in en k de te er. Zazies Laure verd porters gaat onze g id t de andere re g le en av R f zien was: journalist Je die g rotten te in r aa d at w even uit
che omantis r n a v t s , een van et mee a h in jk L li t n n e e ek l eig ek. orden,” b omentee w m d f u Cinemat e o li e r h d e v in “Ik n n e ij s pz at arin men op uitsta e w tuurlijk d ls a films, wa a n , s je r e n t r u el k ie-repo n alles te tje Bruss a r v a k h onze Zaz o o in r nt e museum cinema. aar je ku e M d . n n a e In dat film v k ij e ek oort s gaan b rlijke geb e d RDENS n o w soort film e d RICK JO r T e A v P o R n me DOO weten ko
“Mensen uit de prehistorie hebben in die grotten veel muurschilderingen gemaakt. Sommige van de dieren die ze hebben getekend, lijken wel acht poten te hebben. Maar dat was om ons te doen geloven dat die dieren aan het lopen zijn”. En Lina voegt eraan toe: “Ja, zoals bij stripverhalen soms. Dan tekenen ze drie dezelfde hoofden die verschillende kanten uitgaan om te laten zien dat dat personage in verschillende richtingen kijkt”.
Pratende doodskoppen
Ook met allerlei rare, maar vernuftige objecten heeft de mens door de eeuwen heen geprobeerd om de illusie van beweging op te wekken. In de achttiende eeuw bijvoorbeeld bestond er zoiets als een toverlantaarn, of de laterna magica. “Dat is een beetje de voorvader van de filmprojector van vandaag,” vertelt Laure. “Het was een doos met een licht erin, één of meerdere
gleuven om glazen platen met tekeningen doorheen te schuiven, en een lange buis waar een lens inzat. Wanneer men de glazen plaatjes met tekeningen erin schoof, kon men door allerlei technieken een kijkspektakel creëren.” “Een knappe kop uit Luik, mijnheer Etienne-Gaspard Robert, projecteerde zelfs op rook of spiegels zodat het publiek zou geloven dat wat het zag, ook echt bewoog,” gaat Laure verder. “Of hij zette zijn lantaarn op wieltjes en reed ermee rond. Soms stak hij zelfs kleine doodskopjes in zijn lantaarn, die hij dan door middel van touwtjes liet praten, terwijl een acteur er stiekem geluid bij maakte.” Lekker luguber moet dat zijn geweest, die eerste ‘filmvertoningen’! Al werd die arme meneer Robert voor al zijn lantaarn-trucjes wel beschuldigd van hekserij.
Met een druk op de knop Behalve zo’n toverlantaarn kan je in de Wunderkammer-vitrines van de Cinematek andere eigenaardige objecten bewonderen. Door op een knop
BDW 1252 PAGINA 27 - DONDERDAG 28 OKTOBER 2010
En zo zit dit kleine museum vol weetjes en geheimen. Ook over de uitvinding van de fotografie valt er veel te ontdekken, want die vondst was natuurlijk van groot belang voor het ontstaan van de cinema. Wie meer wil weten en meer wil zien, moet zelf maar eens binnenwippen bij Cinematek. Je komt er met andere ogen buiten... In Cinematek kan je met je klas, of een groep vrienden een rondleiding krijgen en ook deelnemen aan een atelier om zelf een kijkdoos in elkaar te knutselen. Zit je liever in de donkere zaal te genieten van een filmprojectie? Dan is er speciaal voor jullie de reeks “Jonge filmfans”: bijna elke zondag- en woensdagnamiddag kan je in Cinematek terecht om oudere en nieuwe filmparels te bekijken! Check eens www.cinematek.be.
Een leuke en simpele manier om zelf een klein filmpje te maken is ‘het flipboekje’. Je maakt op de rechterpagina's van een notitieboekje (met iets steviger papier) een tekening die telkens een heel klein beetje verandert (bijvoorbeeld een vogel die opstijgt en almaar net iets hoger vliegt). Als je dan heel snel bladert, van links naar rechts, komt je vogel als vanzelf in beweging. Als je op youtube.com ‘flipboekjes’ intikt, zie je op het eerste videootje een aantal voorbeelden.
Idulfania
door Brecht Evens
BLIK
FILEM’ON
VANGER
te drukken zet je oude, mooie kijkdozen of ander speelgoed in beweging en krijg je de meest betoverende beelden te zien: een acrobaat die lenig door een hoepel springt, een winterlandschap dat traag een zomers kleedje aantrekt... De Zazies keken hun ogen uit. Het waren trouwens ook onze ogen en de bijzondere werking ervan die een belangrijke rol hebben gespeeld bij het ontstaan van de film. “Als we een beeld zien, blijft dat altijd drie tiende van een seconde in onze hersenen hangen,” legt Laure uit. “Om meerdere beelden samen tot beweging te zien komen, moet er na elk beeld dus steeds een strookje ‘zwart’ zitten, anders mengen we al die beelden door elkaar. Daarom zitten bij de meeste van de kijkdozen gleufjes waar je moet doorheen kijken, zoals bij de fenakistiscoop. Ons oog heeft altijd een beetje rust nodig om beweging te kunnen zien ontstaan.” “Dus in de bioscoop kan je een deel van je geld terugvragen, want de helft van een filmrol bestaat in feite enkel uit zwart!”, grapt Oskar.
...zo heet het enige echte kinderfilmfestival van Brussel, en het gaat nu zondag 31 oktober van start. In Cinematek nog wel! (zie ook hoofdartikel) Daar kan je om 14.30 uur en 16 uur een ‘cinéconcert’ bijwonen. Enkele grappige kortfilms waarin kapiteins, piraten en andere kwajongens zoals Charlie Chaplin de hoofdrol spelen worden live begeleid door muzikant Joris Vanvinckenroye. Ook om naar uit te kijken is de Duitse film Krokodillenbende, op woensdag 3 november. Over Koen, een jongen in een rolstoel die heel graag lid wil worden van een bende, maar bang is niet te zullen slagen in de proef om erbij te horen. En al helemaal nieuwsgierig is Zazie naar ‘Filosofisch glimlachen’, een reeks poëtische filmpjes met een vleugje filosofie erin. Een van die filmpjes heet For Mathilde (zie foto), met schitterende animatie gemaakt met zandtekeningen. Voor de vertoning kun je in een workshop zelf die zandanimatie-techniek gaan uitproberen, onder leiding van de Russische regisseur Alla Churikova. Op de laatste dag van het festival wordt je eigen filmpje zelfs vertoond op groot scherm. Het volledige programma vind je op www.filemon.be.
[ SORRY ] SNORRY?
Een nachtje in het museum? Wat zou je ervan denken om met je pyjama aan zelfgemaakte chocopasta te smeren in een molenmuseum en er dan ’s avonds te blijven eten? Het kan tijdens de nocturnes van de Brusselse musea. Nog tot 16 december blijven vijf musea elke donderdag open tot liefst 10 uur ’s avonds, en word je er extra verwend. In het ‘Museum van de Molen en de Voeding’ en in het ‘Speelgoedmuseum’ zijn kinderen op donderdag 4 november dus meer dan welkom. Maar opgepast, de kans bestaat dat je er wil blijven overnachten. Meer info op www.museavanbrussel.be.