KILOMETERHEFFING, STADSTOL
22 MEI VAN KOEN MORTIER: NOG EXPLOSIEVER DAN EX DRUMMER En ook: Spoken World, Theater Antigone, OMD,...
18 11 10
en nu... het wegenvignet LEES MEER OP P. 6 IN DEZE KRANT
AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153
Onderdompeling BRUSSEL – Ook de hoofdstad is niet ontsnapt aan de waterellende. Duizenden kelders liepen onder, tientallen bedrijven aan het kanaal BrusselCharleroi, zoals hier in Anderlecht, kampen met enorme waterschade, en hier en daar stond een wijk ook echt onder water. Toch is het echte spektakel uitgebleven. Vlaanderen en Wallonië kregen het zwaarder te verduren. Na rampen volgt, zoals meestal, de vraag naar verantwoordelijkheid. En dan loert, in België, het communautaire gekibbel al gauw weer om de hoek. Is Brussel gespaard ten koste van het ondergelopen Tubeke? Hield Halle onterecht de sluizen dicht? Heeft Vlaanderen de Dender wel voldoende uitgebaggerd? Vragen waar de slachtoffers van de overstromingen nu weinig aan SVG te hebben. Die moeten eerst puin ruimen. © BART DEWAELE
Onderwijs > Minister weigert hoge offerte software, LOP ‘met rug tegen de muur’
Online inschrijven in gevaar N
a de problemen met de eerste online aanmeldingen begin dit jaar hoopte iedereen, de ouders op kop, dat de e-inschrijvingen voor volgend schooljaar, gepland in februari 2011, een stuk vlotter zouden verlopen. De organisatie van de elektronische procedure zag er veel simpeler uit: het LOP-secundair onderwijs besloot om niet meer mee te doen, het LOP-basisonderwijs kwam overeen om vooraf, in januari, weer een ‘ouderwetse’ inschrijving voor broers en zussen in te lassen, en Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet (SP.A) schrapte de duur van de opvang in een Nederlandstalige crèche als criterium. Ook trok hij de voorrang
voor Nederlandstaligen op tot 55 procent. Net als vorige keer zou de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) het LOP helpen bij de praktische uitwerking van de online aanmeldingsprocedure en ook de financiering van de webapplicatie op zich nemen. Omdat alle wijzigingen aan de procedure pas begin juli definitief goedgekeurd werden, werd beslist om opnieuw met het softwarebedrijf CTG in zee te gaan. Dat had begin dit jaar nochtans geen al te beste beurt gemaakt. Wie de keuze voor CTG erdoor duwde, is niet duidelijk. Volgens LOP-voorzitter Dimokritos Kavadias was het LOP tegen, maar drong de VGC aan. Jean-Luc Vanraes, binnen de VGC verantwoor-
delijk voor Onderwijs, geeft een andere versie. “Het LOP besliste eind juni om samen te werken met CTG. Wij konden dat begrijpen, het bedrijf heeft expertise,” zei hij maandag in de commissie Onderwijs, waar hij moest antwoorden op een interpellatie van de Brusselse parlementsleden Jef Van Damme (SP.A) en Bianca Debaets (CD&V). In elk geval werd begin juli aan CTG
“Een offerte van bijna 700.000 euro. Dat vind ik onverantwoord” gevraagd een analyse te maken en de bestaande website aan te passen. Half oktober pas stelde CTG zijn analyse en nieuwe aanpak voor. Enkele dagen later, op 18 oktober, viel dan ook de offerte in de bus: 545.000 euro plus btw, of een kleine
700.000 euro. Het LOP en de VGC waren geschokt. Kavadias: “Met dat geld richt je een nieuwe school op.” Vanraes: “In juli had CTG het over 200.000 euro. En dan komen ze met dit bedrag. Terwijl we voor de eerste webapplicatie ook al bijna 300.000 euro hebben betaald en het alleen om aanpassingen ging. Bovendien zijn er nu minder voorrangscriteria. Ik vond het onverantwoord. We zijn onheus behandeld.” Vanraes heeft het bedrijf inmiddels dan ook laten weten niet in te gaan op de offerte. Maar wat nu? De minister geeft toe dat er een ‘gigantisch probleem’ is. “We bekijken met het LOP welke alternatieven er nog zijn. Er is al geopperd om de ouders een inschrijvingsformulier te laten invullen, dat dan handmatig in een database ingevoerd zou worden. Een andere mogelijkheid is een ander bedrijf te zoeken en de e-aanmeldingen een maand uit te stellen. Maar we moeten eerst de algemene vergadering van het LOP afwachten. Die vindt plaats op 24
november. Je mag niet vergeten: het LOP beslist, wij faciliteren.” Het LOP voelt zich met de rug tegen de muur gezet. “Op heel korte termijn moeten wij gaan improviseren,” zegt voorzitter Kavadias. De stuurgroep van het LOP besloot gistermiddag toch alles in het werk te stellen om met de hulp van de VGC en een nieuwe firma een webapplicatie op poten te zetten, maar dan in sterk vereenvoudigde vorm. Jef Van Damme vermoedt dat de VGC het dossier in de zomermaanden heeft laat slabakken. Hij is pessimistisch. “Er komt hoogstens een veredeld invulformulier.” Bettina Hubo ADVERTENTIE DB11/635970K0
BRUSSEL – De elektronische aanmelding voor het basisonderwijs stevent af op een nieuw debacle. Minister Jean-Luc Vanraes (Open VLD) weigert de ‘onverantwoord’ hoge offerte van softwareleverancier CTG. Het Lokaal Overlegplatform (LOP) moet nu in allerijl een andere oplossing uit de hoed toveren.
Ga snel naar pagina
28 en 29
N° 1255 VAN 18 TOT 25 NOVEMBER 2010 ¦ WEEK 46: WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VZW BRUSSEL DEZE WEEK, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, REDACTIE: 02-226.45.40, ABONNEMENTEN: 02-226.45.45, FAX: 02-226.45.69, E-MAIL: INFO@BDW.BE
BDW 1255 PAGINA 2 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
OPMERKELIJK © BART DEWAELE
Advocaat voortaan ook bij verhoor BRUSSEL – Sinds deze week worden verdachten in Brussel bijgestaan door een advocaat wanneer ze voor verhoor voorgeleid worden voor de onderzoeksrechter. De Franstalige en Nederlandstalige orde van advocaten hebben een permanentie op poten gezet. Het recht op bijstand door een advocaat vloeit voort uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en werd twee jaar geleden verduidelijkt in het baanbrekende Salduz-arrest van het Europees Hof in Straatsburg. Het Hof oordeelde dat een verdachte zich vanaf de eerste ondervraging door de politie moet kunnen laten bijstaan door een advocaat. In drie EU-landen wordt dit principe nog altijd niet toegepast, België is er een van. Het enige wat op tafel ligt, is een wetsontwerp dat bepaalt dat een arrestant voor verhoor met een advocaat zou kunnen praten. In de praktijk betekent dit, zegt Dirk Van Gerven, de nieuwe stafhouder van de Nederlandse orde van de Brusselse balie, dat er in België doorgaans pas een advocaat aanwezig is op het moment dat de raadkamer het aanhoudingsmandaat bevestigt. “In de parachutezaak werd Els Clottemans urenlang verhoord zonder dat er een advocaat bij was.” Volgens Van Gerven kan de advocaat de verdachte op de mogelijke juridische consequenties van zijn antwoorden en op zijn zwijgrecht wijzen. De Brusselse advocaten besloten niet langer te wachten en werkten in overleg met de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg en de onderzoeksrechters een permanentie uit. Wordt een beklaagde voorgeleid voor de onderzoeksrechter, dan belt die vanaf nu naar de permanentie, die contact opneemt met de advocaat met dienst. Er draaien 250 advocaten mee in het systeem. Alleen al aan Nederlandstalige kant zijn er overdag drie en ’s nachts twee advocaten stand-by. Een groot deel van het werk doen ze voorlopig gratis. De overheid stelt immers geen budget beschikbaar. Voor de Brusselse advocaten is het nog maar een eerste stap. Van Gerven: “Het recht op bijstand zou al moeten beginnen bij de politieverhoren. Dat is voorlopig niet mogelijk omdat het parket zich, om allerlei vage redenen, verzet. Met de onafhankelijke onderzoeksrechters konden we wel afspraken maken.” HUB
Uitgelicht > In memoriam eregrootmaarschalk Herman Liebaers
Het roodborstje van koning Boudewijn LAKEN – Zijn geheugen had het verleden de jongste maanden stilaan een aparte plaats gegeven. Vorige week woensdag overleed, op 91-jarige leeftijd, de rijzige éminence grise van de hoogste Belgische echelons zelve, Herman Liebaers. Wie durft de eregrootmaarschalk (1974-’81) van koning Boudewijn nu nog dood te zwijgen? “Ik heb hier alles gedaan, behalve geboren worden,” zei Herman Liebaers over Brussel in zijn laatste interview met onze krant (1 december 2005). En op die voorschoot grond heeft hij veel volbracht. Het was ongezien sinds het ontstaan van de Belgische monarchie: een socialist, een vrijdenker met geuzenallures, een intellectueel uit een werkmansmilieu en, vooral, een Brusselse Nederlandstalige die het publieke leven van de koning richting mocht geven: van 1974 tot 1981 was Liebaers grootmaarschalk van koning Boudewijn. Maar hij leidde ook de nieuwbouw en de grotere slagkracht van de Koninklijke Bibliotheek Al-
bert I in goede banen, met grote aandacht voor het wetenschappelijk onderzoek en de culturele uitstraling van deze federale instelling. Herman Liebaers kwam als tweejarige uit Tienen naar Schaarbeek wonen, in een naar eigen zeggen ‘vunzig werkmanshuisje’. Zijn vader voelde zich trotskist en was fervent vakbondsman in de textiel. Zijn moeder had als meid gewerkt. Liebaers volgde een opleiding schrijnwerkerij in Anderlecht en ging achteraf Frans leren in de Moderne van het Athénée de Bruxelles. Met een diploma Germaanse Talen (uit Gent) kon hij 1943 in de Koninklijke Bibliotheek beginnen, toen nog
aan het Museumplein, al zat hij in de oorlogsjaren ook vast in de forten van Breendonk en Hoei. Gedreven als hij was, klom hij snel op tot hoofdconservator (toen ‘directeur’ genoemd), wat hij bleef van 1956 tot 1973. In 1956 bracht hij het legaat van bibliofiele uitgaven van de weduwe Louis Solvay binnen, meteen een schot in de roos. Het aanmoedigen van mecenaat aan een overheidsinstelling werd een van zijn grote verdiensten. De collecties van het Handschriften- en Prentenkabinet behoren nu tot de top tien in de wereld, en de exposities, opgestart door Liebaers, maakten ‘de Albertina’ vermaard. Oud-staatssecretaris en oud-BSPsenator Lydia De Pauw-Deveen, net als Herman Lybaers emeritus hoogleraar aan de VUB (en Liebaers’ nicht), herinnert het zich nog levendig. “Hij was mijn baas toen ik in het Prentenkabinet werkte. We hadden dezelfde politieke ideeën.
Zijn kantje ‘Rode Leeuw’ was bekend, al is hij nooit actief geweest in de politiek. De bibliotheek heeft de
Lydia De Pauw-Deveen:
“Zonder het te forceren zorgde Liebaers met Vlaamse benoemingen - na examens - voor een taalevenwicht in de Koninklijke Bibliotheek” modernisering en populariteit voor een groot stuk aan hem te danken. (In 1969 werd het nieuwe gebouw op de Kunstberg geopend, met 150 kilometer boekenrekken, JMB.) Liebaers
DE WEEK IN BEELD DOOR JO VOETS
Een teken van liefde. Bitch Novia (‘bruid’) aanschouwt vertederd haar kersverse portret, dat baasje Roger Gorka afgelopen weekend op zijn dij liet prikken tijdens de International Brussels Tattoo Convention.
© JO VOETS
WEEKOVERZICHT
BDW 1255 PAGINA 3 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
© BELGA / JACQUES COLLET
WOENSDAG 10 NOVEMBER PROTEST TEGEN EXTRA NEDERLANDS. In het Vlaams parlement reageert oppositiepartij Open VLD tegen het voorstel van SP.A-minister van Onderwijs Pascal Smet om kinderen met een taalachterstand in hun vrije tijd extra lessen Nederlands te laten volgen. Ook regeringspartij CD&V ziet bezwaren. Smets voorstel is een opmerkelijk punt in zijn beleidsbrief Jeugd. Herman liebaers overlijdt. Eregrootmaarschalk en ereconservator van de Koninklijke Bibliotheek Herman Liebaers overlijdt op 91-jarige leeftijd. De vrijzinnige Liebaers was de eerste Nederlandstalige hofmaarschalk. In 1991 verklaarde hij aan De Morgen dat kroonprins Filip niet klaar was voor de troon met de historische woorden: “Hij kan het niet, hé.”
DONDERDAG 11 NOVEMBER VERKEERSAGRESSIE. Een Portugese man wordt in Sint-Gillis het slachtoffer van extreme verkeersagressie. Bij een lichte aanrijding krijgt hij twee jonge Polen zo kwaad dat ze hem te lijf gaan met stokken. Het slachtoffer wordt zwaar toegetakeld, maar is niet in levensgevaar. Een van de twee daders wordt later aangehouden.
VRIJDAG 12 NOVEMBER Herman Liebaers (1919-2010): “Ik heb alles in Brussel gedaan, behalve geboren worden.”
stond veel faciliteiten toe aan wie er doctoraten wilde afwerken, en hij moedigde het wetenschappelijk personeel aan om onderzoek te verrichten. En langzaam, zonder het te forceren, zorgde hij met Vlaamse benoemingen – na examens – voor een taalevenwicht. Daardoor kreeg een intellectuele, wetenschappelijk geschoolde klasse toegang tot de federale instelling.” Liebaers pleitte er ook voor de wetenschappelijke instellingen niet te communautariseren, zodat ook de Koninklijke Bibliotheek met aparte federale budgetten een gerichtere, onafhankelijke koers kon varen.
“ “
In 1974 vroeg koning Boudewijn hem als grootmaarschalk. Daarmee bracht Liebaers een nooit gehoorde vogelzang binnen in de francofone, katholieke en aristocratische paleisentourage. Een roodborstje dat de aandacht van de koning afboog naar de kunstwereld en het (Vlaamse) culturele en intellectuele milieu, en dat concerten liet organiseren in Laken. Tot Liebaers zich begon te storen aan wat PS-minister André Cools al had uitgeroepen: ‘Le roi, c’est la reine’ – not done om te zeggen. De strenge religiositeit van de koningin, de invloed van kardinaal Suenens, het omzeilen van
de ondertekening van de abortuswet,...: Liebaers ergerde zich meer dan eens. “We vonden het een vernieuwing voor het instituut Paleis toen Liebaers gevraagd werd,” bekent Lydia Deveen, “maar toen Yves Desmet van De Morgen uit het laatste stuk van zijn interviewbandje de uitspraak over kroonprins Filip – “Hij kan het niet, hé” – aandikte, toen ging de poort in Laken voorgoed voor Liebaers dicht. Met de volkse mussen stond hij in de rij om de lijkkist van zijn vorst te mogen groeten.” Jean-Marie Binst
Het faillissement van Brink’s is een sterfhuisconstructie.” Het Openbaar Ministerie vindt dat de faillissementsaanvraag van de Amerikaanse waardetransportfirma onvoldoende grond heeft. Nu moet de rechtbank van koophandel zich uitspreken.
We moeten de ontwikkeling aanmoedigen van een liberale en humanistische islam, van een democratische islambeweging vergelijkbaar met wat de christendemocratie heeft gedaan.” Chemsi Chéref-Khan, organisator van het controversiële colloquium Een meerderheid moslims in Brussel in 2030 (in Le Soir).
HET WOORD
Metroparfum
BRUSSEL – Afgelopen zomer merkte een politieke partij nog heel lucide op dat de (pre)metrostations in Brussel stinken. En kijk, in de herfst komt Brussels parlementslid (en schepen in Brussel) Philippe Close (PS) met het idee op de proppen om een metroparfum in te voeren. Een metroparfum? Dat is een parfum dat speciaal samengesteld wordt om geuren in me-
trostations te bestrijden. In Parijs hebben ze het al. Een parfum alleen zal niet volstaan, vindt Brussels minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V). Zij heeft het al even lucide idee opgevat om de rubberen vloerbedekking te vervangen door tegels die beter schoongemaakt kunnen worden. En die de urine na verloop van CD tijd niet beginnen te absorberen.
Immersie krijgt slechte punten. Volgens een rapport van de Franstalige onderwijsinspectie haalt de helft van de immersieklassen in het lager onderwijs de leerdoelen niet. In het secundair onderwijs is dat rond de veertig procent. Voorts bevestigt het rapport dat het niveau van het taalbadonderwijs sterk verschilt van school tot school. KLACHT TEGEN ZIGEUNERS. Werknemers van een Heembeeks houtbewerkingsbedrijf klagen over overlast door een groep zigeuners in de De Béjarlaan. Op een korte onderbreking na verblijven de zigeuners al sinds augustus op de plek. De werknemers van het bedrijf hebben het over hygiënische overlast en diefstal. Godsdienstenparlement. Toerisme Vlaanderen en zijn Brusselse tegenhanger willen in 2014 het Parlement van de Wereldgodsdiensten naar Brussel halen. Dat is een grote conferentie die godsdiensten wil verenigen, samen met politici en andere vertegenwoordigers. Volgens de promotoren heeft Brussel alle troeven om de conferentie in goede banen te leiden, zoals diversiteit en infrastructuur. De bijeenkomst zou tot 12.000 mensen aantrekken. Villo zoekt BUITENrand op. De Brusselse regering keurt een ordonnantie goed die het fietsverhuursysteem Villo legaliseert. Na enkele klachten van Brusselse gemeenten oordeelde de Raad van State dat Villo niet wettelijk was. Met de nieuwe regeling zet de Brusselse regering de deur open naar een uitbreiding naar de zogenaamde Tweede Kroon, de rand van het gewest. Het aantal fietsen zou verdubbelen naar vijfduizend.
ZONDAG 14 NOVEMBER ROOFMOORD. In Wemmel worden een advocaat, zijn vrouw en hun zoon in koelen bloede thuis doodgeschoten. De politiediensten gaan ervan uit dat de zoon van het gezin zijn auto wilde verkopen en dat die verkoop uitgedraaid is op het drama. Alleen de vriendin van de zoon overleeft. Een verdachte wordt een dag later in Luxemburg aangehouden.
MAANDAG 15 NOVEMBER PARKING FLAGEY OPEN. De parkeergarage onder het Flageyplein gaat, acht jaar na het begin van de heraanleg, open. Er zijn 186 plaatsen. De garage heeft zeven miljoen euro gekost. Twee uur parkeren kost vier euro, een dag acht euro. Koningsdag. 15 november is Koningsdag, ofte Dag van de Dynastie. In de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal vindt het traditionele Te Deum plaats; voor het Paleizenplein is er een defilé. Cultuur als redmiddel. Volgens een internationaal studiebureau verzilvert Brussel zijn culturele troeven niet voldoende. Ineum Consult stelt dat er te veel politieke en institutionele versnippering is, waardoor Brussel zich niet als één cultureel geheel kan profileren. Het bureau meent ook dat cultuur van invloed is op de economie en de werkgelegenheid. De vergelijkende studie werd uitgevoerd in 47 steden.
Samengesteld door Christophe Degreef
MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP
BDW 1255 PAGINA 4 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Maatschappij > Onder de sterren: Julien Vrebos nodigt iedereen aan tafel
‘Ook een dakloze heeft recht op zilveren bestek’ BRUSSEL – Staat er een hoopvolle kerst 2010 in de sterren geschreven? We vroegen het aan Julien Vrebos, die met de tv-reeks Onder de sterren thuislozen voor de camera haalt en het restaurant ZaZou uit de grond stampt. “Laten we de sociale barrières, het hokjesdenken en de marketingdoelgroepen vergeten en samen aan tafel zitten en klinken uit kristallen glazen.”
‘A
ls arm en rijk samen tafelen – niet in een sociale eettent, maar in een écht restaurant –, dan vervagen de grenzen tussen wie zich arm of rijk voelt,” zegt regisseur/tv-maker Julien Vrebos. Na zijn charmante tv-reeks Kukeleku, over Wallonië, deed de creatieve duizendpoot dit keer inspiratie op in zijn thuisstad Brussel. Hij sprak wel vijftig daklozen, zwervers en metrobedelaars aan en kon bij enkelen levensverhalen en -visies opdissen. Genoeg voor een hartveroverende portrettenreeks van thuislozen. Zij staan – ogenschijnlijk – in contrast met andere mensen: een
“Ik film wat zij willen zeggen, niet wat ik wil horen” veearts, een Lions Club-dame, de drijvende kracht achter de daklozenvzw Bij Ons/Chez Nous. Vrebos’ docuserie Onder de sterren moet een lichtpunt worden in de kerstweek, lezen we in de communicatieboodschap van de tv-zenders Eén en tvbrussel. Lichtpunten over armoede, over Brussel (‘Ocharme die stad’), over de ontmoeting tussen daklozen, kmo’ers (chef-koks), u en mij. Het gelegenheidsrestaurant ZaZou aan de Ieperlaan wordt de katalysator van het sociale contact; de chefs van La Marée, Resto Henri, Switch, La Cantina en Le Grain de Sel komen er elk één dag in de potten roeren, en zowel daklozen (voor één euro) als Jan Modaal en de beau monde (tegen het normale tarief ) kunnen er komen tafelen. Want hoeveel mensen eten doordeweeks naast een thuisloze? “Iemand die zich a priori uitgesloten voelt, en ook uitgesloten wordt, creëert na enige tijd vanzelf afstand,” vertelt Vrebos. “Stekels opzetten lijkt dan het enige verdedigingsmechanisme dat zo iemand heeft. En zo’n beeld schept nog meer afstand, omdat je het aanvoelt als: ‘Laat me met rust.’ Maar probeer maar eens in bikkelharde condities op straat te overleven. Dan kun je
niet poeslief zijn. Ofwel word je dan een brutale kerel – in de positieve zin, want als je die mensen beter leert kennen, ontdek je hun andere, echte natuur. Ofwel sluit je je volledig af van de wereld en zeg je niets meer.” Hoe gaat u die communicatiebreuk lijmen? Julien Vrebos: “Ik denk niet dat ik met mijn concept van het gelegenheidsrestaurant ZaZou en de Tuin van Jeroen (Peters; op beide plekken wordt gekookt in de kersttijd, JMB) veel ga oplossen, maar ik zet wel een stap. Met caritatieve goodwill los je het probleem niet op, dat is wel duidelijk. Een boterham geven helpt – tijdelijk. Wat thuislozen nodig hebben, is de erkenning dat ze nog mensen zijn. Dat kunnen u en ik hen laten voelen. Iemand als Edouard, ‘de Warre’ (in de eerste aflevering, JMB), die als welgestelde restauranthouder aan lagerwal raakte en acht jaar op straat heeft gewoond, vertelt dat ook. Zijn getuigenis – hij kan het vlot uitleggen – zet je aan het denken: ‘Is dat nu een thuisloze? Hij is zo... gewoon.’ Ik wil af van het cliché van de mistroostige dakloze, altijd met een biertje in de hand.” Daklozen in hun hoofd en hart laten kijken vraagt om vertrouwen. Hoe doet u dat? Vrebos: “Voor deze serie moest ik daarin slagen. Het is niet makkelijk om iemand als Edouard zo ver te krijgen dat hij heel zijn verleden op tafel gooit, en je toevertrouwt wie hij is en wat hij doet. Mijn gouden regel bij research en bij opnamen is: ‘Schat, ge moet filmen wat zij willen zeggen, niet wat ik wil horen.’ Dat staat haaks op wat de meeste tvmakers doen. Edouard wou niets vertellen over zijn kinderen. Goed, dat was een deal. Tot we rustig in de living zaten en mijn cameramensen de sfeer van de Zuidfoor aan het filmen waren (Edouard woont torenhoog in een geleend appartement, JMB) en Edouard plots zei: ‘Jules, ik heb vertrouwen in u, ik wil ook iets zeggen over mijn kinderen.’” Ziet u die vertrouwensband als een overwinning?
Vrebos: “Alleen naar hen toe. Velen zeiden me dat dit soort project geen kans op slagen had: ‘Je krijgt geen mensen van het type Lions Club – mensen uit een totaal ander milieu – aan één eettafel met daklozen.’ Wel, het bewijs is er nu. De nieuwe Lions Club Brussels Amigo doet mee, en is enthousiast. Het gaat zelfs zo ver dat al uit verschillende hoeken klinkt dat het gelegenheidsrestaurant ZaZou bestendigd moet worden. En ik hoop ook dat het een eigen leven in de stad gaat leiden. In dit soort restaurant wordt duidelijk dat wij allemaal dezelfde mensen zijn.” Hoe bent u op het idee gekomen om op deze manier met daklozen te werken? Vrebos: “Ik ben wel actief geweest in de vierdewereldbeweging, maar vanuit die hoek wou ik niemand benaderen. In mijn gsm zat het nummer van ‘Manu dakloze’ (Manu Chiguero, bezieler van Bij Ons/Chez Nous, JMB). Ik legde hem mijn concept uit en hij reageerde meteen enthousiast. Het kwam erop aan de vertrouwensrelatie nooit te beschamen, en de mensen tegen zichzelf te beschermen. En wat bleek? Het volstaat dat thuislozen de hand gereikt wordt om hen uit het water te halen,
Onder de sterren op tv BRUSSEL – Nog vijf weken lang wordt een kort portret van deelnemers (thuislozen en leerlingen van hotel- en restaurantschool Elishout) uit Onder de sterren getoond op tvbrussel, in de programma’s Brussel vandaag (vrijdag) en Weekoverzicht (zaterdag). Eén (VRT) zendt de portretten op zaterdag om 12.30 uur uit. Op www.tvbrussel.be blijft de hele reeks van zes portretten te bekijken. Daar kunt u ook reserveren voor het restaurant ZaZou (open van 13 tot en met 17 december). De eigenlijke docuserie Onder de sterren komt op de buis in de kerstweek. Vanaf kerstdag driemaal op Eén (in afleveringen van een halfuur) en vanaf 27 december in een reeks van zes keer vijftien minuten op tvbrussel. JMB
om het misschien ooit te doen slagen. Daardoor krijgen ze weer vertrouwen, zelfvertrouwen en respect. Een echt restaurant, dat niet draait op subsidies, met een gemengde uitbating, waarbij daklozen dankzij Actiris een dag officieel kunnen werken, is iets
“De uitloper van ZaZou mag geen caritatief initiatief worden, maar moet zelfbedruipend zijn” unieks. Hier kunnen contacten gelegd worden met mensen die hen uit de sloot kunnen halen, mensen die iets anders doen dan anoniem geld storten aan een vzw.” “In deze puur commerciële onderneming wil ik een soort ‘businesslunchactiviteiten’ zien ontstaan waarbij ook de dakloze recht heeft om met zilveren bestek te eten en uit kristal te drinken.” Hoe linkt u een economisch project aan een maatschappijkritisch concept? Vrebos: “Toen Coluche in 1985 met het Resto du Cœur in Parijs begon, geloofde ook niemand in de slaagkansen. Als ZaZou een succes wordt, dan zijn we klaar om in Luik, Antwerpen of waar dan ook te beginnen. En daar wil ik me levenslang belangeloos voor inzetten. Iemand als Fernand David (de man achter de keten SteakFrit’, Ostend Queen en Belga Queen, JMB) is blijkbaar al geïnteresseerd in het concept. De uitloper van ZaZou mag geen caritatief initiatief zijn, maar moet een zelfbedruipende formule worden, ook al eet de dakloze er maar voor een euro.” “Stel dat de ZaZou-formule niet lukt, dan nog houden de thuislozen een enorme fierheid aan ZaZou en Onder de sterren over. Omdat ze gewaardeerd worden om wat ze kunnen. Ik wil met kerst de warmte van deze reportage meegeven, zodat mensen bewuster gaan nadenken, zodat ze meer doen dan zich een goed geweten kopen door een bedelaar in het station een cent toe te stoppen. Dit is een project waarbij we het kapitalistische systeem recht in het gezicht van de armoede laten kijken. Armoede is nu eenmaal de slotsom van ons stelsel, en niet de schuld van mensen.” Jean-Marie Binst
BDW 1255 PAGINA 5 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
© SASKIA VANDERSTICHELE
Tweedehands is sexy ELSENE – Koelkasten, gsm’s, televisies, kleren, schoenen: een mens verslijt wat in zijn leven. Minister van Leefmilieu Evelyne Huytebroeck (Ecolo) pleit voor doordachte aankopen of hergebruik om de afvalberg kleiner maken. Of waarom geen spullen huren? Jaarlijks produceren alle Brusselaars samen dertigduizend ton grofvuil. Een hele massa, goed voor tien procent van de totale afvalproductie in Brussel. Te vaak gaan spullen gewoon de vuilnisbak in of belanden ze op straat, te snel worden ze vervangen door een gloednieuw apparaat of kledingstuk. Met de campagne Huren, herstellen, updaten wil minister Huytebroeck de Brusselaar anders leren omgaan met consumptiegoederen. “We hebben het nagegaan,” zegt de minister, “er zijn in Brussel zo’n tweeduizend adressen, van bibliotheek tot kringloopwinkel, waar je de spullen die je nodig hebt, op een andere manier te pakken kunt krijgen dan ze nieuw te kopen.”
Als de consument zijn mentaliteit wat bijstelt, wordt de afvalberg kleiner, gelooft de minister. De campagne werd gelanceerd in de hoofdzetel van Spullenhulp in de Amerikaansestraat in Elsene. Met twaalf winkels in Brussel dragen die kringloopcentra flink bij tot hergebruik. “Bovendien dienen onze winkels ook een sociaal doel,” zegt directeur Julien Coppens, “want met de opbrengst van de verkoop van tweedehandsspullen helpen we daklozen aan een baan, onderdak en eten in de winter.” SVG Europese Week van de Afvalvermindering, 20-28 november. Meer op www.spullenhulp.be en www.ewwr.eu
ADVERTENTIE
gever van de e Week vzAgwenisdauit. De krant is dé Brussel Dusez sel Deze Week en da
weekbladen Br Het magazine Agen uws over Brussel. omkaderd door marktleider voor nie iteiten in Brussel, tiv ac e all s lijk ke bundelt we Beide kennen een actionele artikels. red E) ote F, , (N ge ali driet en in een aantal gr in en rond Brussel ruime verspreiding Vlaamse steden. van de organisatie n en ondersteunen Voor het assistere het bijzonder, is van de redactie in ) in het algemeen en eltijdse (4 d./week de n ee op zoek naar ek We ze De l se us Br
Secretaris / Secretaresse
ng voor een vervangi
gustus 2011
van januari t/m au
TAKEN sorteren en verspreiden van inkomende informatie invoeren en controleren van data opvolgen van vragen van lezers, freelancers,… opvolgen van de wedstrijden organiseren en opvolgen van publieke evenementen n opmaken van verslagen n diverse andere administratieve en logistieke taken n n n n n
PROFIEL n goede informaticakennis, bij voorkeur ervaring met databanken n nauwkeurig en zin voor verantwoordelijkheid n vlot in de omgang en communicatief ingesteld n zowel zelfstandig als in team functioneren n tweetalig Nl/Fr
WIJ BIEDEN n een afwisselende baan in een dynamische ploeg n een bediendecontract van januari t/m augustus 2011 n extralegale voordelen
Julien Vrebos over ZaZou: “Een echt restaurant, dat niet draait op subsidies, met een gemengde uitbating, waarbij daklozen dankzij Actiris een dag officieel kunnen werken: dat is uniek.”
1 december 2010 motivatie Geïnteresseerden sturen voor ek vzw, algemeen directeur met cv naar: Brussel Deze We plein 18, 1050 Brussel Marijke Vandebuerie, E. Flagey .be of marijke.vandebuerie@bdw
BDW 1255 PAGINA 6 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
© PLADYS
Een fotogeniek beeld van de Grote Ring, op een van die zeldzame momenten dat het er niet druk is. Als het wegenvignet ingevoerd wordt, zou het vrijwel snelwegloze Brussel een vast percentage uit de inkomsten krijgen.
Mobiliteit > Vanaf 2013 een wegenvignet?
‘Kilometerheffing blijft einddoel’ BRUSSEL – De Vlaamse regering wil een kilometerheffing voor vrachtwagens in 2013, en Brussel stapt daarin mee. Daarna zou er een wegenvignet komen voor personenwagens. Een beslissing die niemand had verwacht, want iedereen had de mond vol over kilometerheffing en/of stadstol. Een reconstructie.
W
at voorafging. Tijdens Science Bar, een debat dat vorige woensdag werd georganiseerd door de VUB, wordt er tussen politici en belangenvertegenwoordigers gedebatteerd over de fileproblemen in Brussel. Als oplossing voor het fileprobleem worden slimme kilometerheffing en/of stadstol naar voren geschoven. Het Vlaams en het Brussels Gewest voeren hoogstwaarschijnlijk in 2013 een slimme kilometerheffing in voor vrachtwagens. Dat wordt ons achteraf afzonderlijk bevestigd door de woordvoerder van Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) en de woordvoerder van Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) als door Brussels staatssecretaris Bruno De Lille (Groen!). Over de periode daarna bestaat er nog geen zekerheid, geven alle po-
litici toe, maar alle betrokkenen geven wel aan dat ze ook na die periode denken aan een kilometerheffing voor personenwagens. In het Brussels Gewest bestaat daarbij de optie dat die eventuele latere kilometerheffing voor wagens een stadstol wordt, zegt staatssecretaris De Lille. “In de loop van 2011 is er een studie klaar die ons moet helpen een duidelijke keuze te maken. Verschillende mobiliteitsoplossingen worden daarbij bestudeerd, zowel een kilometerheffing als een stadstol. Maar stadstol is veeleer een plan B.” Ook minister Grouwels zit op die lijn. “Idealiter stappen we graag mee in een kilometerheffing (voor personenwagens, red.) in samenspraak met Vlaanderen en Wallonië, maar mochten de twee andere gewesten talmen met die heffing, dan zijn er voor Brussel an-
dere opties, zoals een stadstol,” zegt haar woordvoerder. Nochtans staat in het beleidsplan van Grouwels dat een stadstol een financiële barrière rond het Gewest zou optrekken. En dan nog: er bestaat verwarring over beide begrippen. Bij kilome terheffing volgt satelliettechnologie wagens over een heel traject op een groot grondgebied, terwijl bij stads tol een beperkte, vaste perimeter van kracht is. De twee systemen hebben wel gemeen dat ze autorijden – het gebruik van de wagen – belasten, en niet het bezit ervan. Bij kilometerheffing wordt rijden belast naargelang van tijdstip, plaats en type wagen. Bij stadstol varieert de prijs vaak naargelang van het tijdstip. De stadstol zal ook niet het systeem zijn dat we uit Frankrijk kennen, met betaalhutjes. Dat zou paradoxaal genoeg net voor file zorgen.
Een modern tolsysteem maakt gebruik van nummerplaatherkenning of een chip die in de wagen wordt geplaatst. Bij het binnenrijden van de tolzone herkent een camera of sensor de wagen en kan de factuur opgestuurd worden.
Het vignet Maar dan komt enkele dagen later het nieuws dat de drie gewesten zijn overeengekomen om na 2013 werk te maken van een wegenvignet voor personenwagens, als tegemoetkoming voor Wallonië, dat last heeft met het idee van kilometerheffing. Het is een beslissing van drie ministers-presidenten van evenveel gewesten: Charles Picqué (PS), Rudy Demotte (PS) en Kris Peeters (CD&V). Er zullen dus in de toekomst twee systemen bestaan: een kilometerheffing voor vrachtwagens, en een vignet voor de auto, waarschijnlijk voor de snelweg. Brussel zou, omdat het haast geen snelwegen heeft, een vast percentage van de inkomsten uit dat vignet krijgen. Maar wat blijft er dan van die kilo-
meterheffing of stadstol overeind? “De studie wordt nog altijd besteld,” reageert het kabinet-De Lille. “De kilometerheffing blijft het einddoel. Wel willen we erover waken dat tijdens de concrete uitwerking van het wegenvignet de nadruk wordt gelegd op het terugdringen van het autoverkeer in Brussel, en dat Brussel dus niet zomaar een som geld krijgt zonder dat het autoverkeer er wordt teruggedrongen.” Op het kabinet-Grouwels klinkt het dat de minister wel op de hoogte was van de vergadering van de ministers-presidenten. “De beslissing om het wegenvignet in te voeren is een principeakkoord tussen de ministers-presidenten, maar moet nog worden voorgelegd aan de Brusselse ministerraad. Minister Grouwels vindt het op zich wel een goed compromis, al wil ze benadrukken dat er over de precieze uitwerking nog grondig moet worden nagedacht. Ook betekent het vignet niet dat de kilometerheffing definitief van de baan is.” Christophe Degreef
BDW 1255 PAGINA 7 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Economie > Codic stelt Atlantis voor aan de Keizer Karellaan
Werken en wonen aan de Oostendsepoort SINT-AGATHA-BERCHEM – Werken en wonen in Brussel blijft aantrekkelijk. Ook aan de grens van het Gewest. Vijf jaar na de eerste spadesteek hebben het Brusselse vastgoedbedrijf Codic, burgemeester Joël Riguelle (CDH) en minister van Economie Benoît Cerexhe (CDH) het Atlantis-complex plechtig geopend. Met dat vastgoedproject, aan de ‘Oostendsepoort’, op een steenworp van het Vlaams Gewest, is een investering van honderd miljoen euro gemoeid. Een kleine tien jaar geleden kocht Codic, gespecialiseerd in bedrijvenparken, een driehoekige lap grond tussen het stationnetje van Sint-Agatha-Berchem en de Keizer Karellaan. Twee gebouwen bleven staan: het gezellige restaurant Brasserie de la Gare en een honderd jaar oude villa met twee torentjes. De rest van het terrein is vandaag heringericht: een honderdtal appartementen langs de Gentsesteenweg en 30.000 vierkante meter kantoren aan de Keizer Karellaan, met daartussen een nieuwe straat en een ruime esplanade. Er komen ook nog een crèche en een groot bedrijfsrestaurant. De woningen gingen snel van de hand, en nog voor de volledige oplevering is al de helft van alle kantoren verhuurd. L’Oréal is
de grootste klant, maar ook BNP Paribas zal er een vestiging krijgen. Thierry Behiels van Codic gelooft in de meerwaarde van dit kantoorgebouw, “zelfs al is er een overaanbod aan kantoren.” Zo is er de goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Het stationnetje wordt een GEN-station en ligt op tien minuten sporen van het Noordstation. Daarnaast is er de grote zichtbaarheid. Dagelijks rijden er 65.000 auto’s langs het kantoorgebouw, heeft Codic berekend. Om die zichtbaarheid nog meer in de verf te zetten werd er een kunstwerk geplaatst, een zes meter hoge, zwierige letter A van de Franse kunstenaar Stéphane Guiran. Nog een voordeel tegenover kantoren in de Vlaamse Rand is ten slotte de taalneutraliteit. Bedrijven lijken een locatie in het tweetalige Brussel te verkiezen boven Waals- of Vlaams-Brabant. Dat kantoren in de Vlaamse Rand, door een gunstige fiscaliteit, goedkoper zijn, weegt volgens Behiels nog altijd niet op tegen de voordelen die de Brusselse vastgoedmarkt biedt. De bedrijven die Codic heeft kunnen aantrekken, hebben overigens ook zelf kunnen genieten van een (bescheiden) fiscale stimulans. De gemeente gaf, in akkoord met het Brussels Gewest, een korting van dertig SVG procent op de kantoorbelasting.
P-PRAAT Het zat er bovenarms op tussen federaal minister van Sociale Zaken Laurette Onkelinx (PS) en haar collega van Werk Joëlle Milquet (CDH). Volgens La Libre Belgique discussieerden de twee tijdens de ministerraad vorige woensdag duchtig over asiel en migratie. Onkelinx vroeg zich af waarom CDH in Brussel nogal pro asielzoekers is, maar in het verre Bastogne ‘overleg op lokaal niveau’ eist wanneer bekendraakt dat er mogelijk vijfhonderd asielzoekers in de Luxemburgse gemeente opgevangen worden. Waardoor de beslissing over extra opvang werd uitgesteld. Onkelinx besloot de vergadering met: “Als er nu nog iemand zegt dat het Philippe Courards bevoegdheid is, dan vertel ik alles wat er tijdens deze ministerraad is gezegd.” Courard, daar zegt Onkelinx iets. De PS-staatssecretaris, bevoegd voor de opvang van asielzoekers, is afkomstig uit de provincie Luxemburg, en durft vanuit Brussel toe te geven dat de instroom aan asielzoekers gewoon te groot is om een sluitend beleid te kunnen voeren. Dat is dus het omgekeerde van wat Milquet zegt: in Brussel is er geen probleem, maar in Luxemburg wel.
CHIEN ÉCRASÉ ELSENE – Het oude frietkot van Frit Flagey is niet meer. Vorige week werd het op vakkundige wijze gesloopt door vijf arbeiders, van wie er één werkte en de rest weemoedig toekeek. Wie nu richting vijvers kijkt, ziet alleen een kale vlakte bevolkt door kwaakbeesten, daar waar vroeger mensen glimlachten om die heerlijke friet. Maar geen nood: er staat een nieuw plastic kot aan de andere kant van het plein. Wel opletten wanneer u uw portie bestelt: zeg nooit direct welke saus u wilt, maar wacht tot de uitbater u erom vraagt. We menen het. SCHAARBEEK – Het ligt aan de tijd, beste lezer. Maar de Huart Hamoirlaan, bij het station omhoog, begint dezer dagen veel weg te hebben van een bos met een bijzonder dik bladertapijt. De felgele blaadjes van de Ginkgo biloba – waarover we het nog niet zo heel lang geleden hebben gehad – vormen een gladde, slijmerige substantie waarop binnen een tweetal weken paddenstoelen goed zullen gedijen. Brussel mag dan al de overstromingen het hoofd hebben geboden, tegen de verbossing van de lanen kan niemand op. Naar het schijnt is de Ginkgo geneeskrachtig, maar haalt u het alstublieft niet in uw hoofd om thee te trekken van wat u in de Huart Hamoirlaan hebt opgeraapt. En ook niet van de paddenstoelen die erop groeien. ADVERTENTIE
BDW 1255 PAGINA 8 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Welzijn > Opvanghuis Talita biedt al tien jaar een veilige haven
Tijdelijke thuis voor vrouwen in moeilijkheden BRUSSEL – In tien jaar tijd heeft Talita meer dan duizend mensen in moeilijkheden opgevangen. Maria Barros Garcia verblijft met haar twee kinderen in het opvanghuis in de Vlierwijk door echtelijke problemen. Net als bij andere bewoners sleept ook haar zoektocht naar een appartement aan.
met problemen rond OCMW, ziekenfonds en werk dat ze graag meer ‘maatschappelijke oriëntatie’ in het onderwijs zou zien, zowel in het middelbaar onderwijs als bij nieuwkomers.
Grote familie Naast de paperassen plant Talita allerlei andere taken. Elke vrouw kookt wekelijks een keer voor de hele groep. Ook bij het schoonmaken wordt iedereen ingeschakeld. Het is een beetje zoals thuis, met dat verschil dat de taken wekelijks
T
alita, Aramees voor ‘meisje’, is een opvanghuis voor vrouwen in de Vlierwijk, op een boogscheut van het Sint-Katelijneplein. In één decennium ving het huis ruim duizend vrouwen en hun kinderen op. Maria Barros Garcia (38), haar zoon (2,5) en dochter (1,5) zijn drie van hen. In juli klopte de Brusselse met Spaanse roots aan bij het opvanghuis. Naar eigen zeggen kon ze niet anders dan vluchten voor de losse handjes van haar man. Voor alle duidelijkheid: Talita is geen vluchthuis. In dat geval zou het adres geheim zijn. Talita biedt op de tweede en derde verdieping in kleine en grotere kamers plaats aan tien vrouwen en tien kinderen. Meer dan de helft van de vrouwen is tussen twintig en 39 jaar. Vorig jaar was zestig procent van buitenlandse herkomst, van wie een groot deel Marokkaans. Vier vijfde van de 33 getrouwde vrouwen had te maken met echtelijke problemen zoals lichamelijk of verbaal geweld. Elf van de twintig alleenstaande vrouwen hadden kinderen bij zich. Bij een derde van de gehuwde en niet-gehuwde moeders hadden de kinderen nog contact met de vader. Maar de relatie tussen vader en moeder is in een meerderheid van de gevallen conflictueus, staat in het jaarverslag te lezen.
Elf van de twintig alleenstaande vrouwen die vorig jaar bij Talita aanklopten, hadden kinderen bij zich veranderen, vertelt Barros Garcia. Voorts staan er ook sportieve of culturele momenten op het programma. Gemiddeld blijft een volwassene twaalf weken in Talita. In het geval van Barros Garcia zal het langer duren. Maar dat maakt haar niet minder strijdbaar. “Het is hier zoals een grote familie, maar het is tijd om vooruit te gaan. Zodra ik een appartement heb én werk als schoonmaakster, probeer ik mijn droom te verwezenlijken: cliniclown worden.”
Financiën regelen Zodra ze bij Talita zat, begon Barros Garcia aan haar zoektocht naar “een goed appartement, dat geschikt is voor de kinderen”. Tevergeefs, zo blijkt. “Ik krijg heel moeilijk een deftig appartement te pakken omdat ik OCMW-steun krijg. Verhuurders vertrouwen me niet: ze zeggen dat ik niet zal betalen.” Hiermee staat ze niet alleen. Heel wat bewoners in Talita stellen het met een leefloon of een andere tegemoetkoming, of ze hebben gewoonweg niks. Verhuurders van appartementen blijken weinig happig
Steven Vandenbergh ADVERTENTIE
Maria Barros Garcia, met haar dochter op de arm, verblijft sinds juli in Talita. “Met mijn OCMW-steun krijg ik moeilijk een deftig appartement te pakken.”
op zulke kandidaat-huurders; dat ondervindt Barros Garcia al enkele maanden. Het tiental werknemers van Talita zorgt ervoor dat de vrouwen hun administratieve problemen met
instellingen als het OCMW en het ziekenfonds aanpakken vooraleer ze de opvang verlaten. “Vaak moeten ze hun financiële situatie in orde brengen,” zegt sociaal werkster Esther Brouwer (28). “Daarnaast zijn
© SASKIA VANDERSTICHELE
er vragen over onder meer dagbesteding, vorming, werk, een advocaat.” Brigitte Houtman (43) bevestigt de vele (soms complexe) vragen. De directrice en medeoprichtster kreeg in tien jaar tijd zo vaak te maken
BDW 1255 PAGINA 9 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Stedenbouw > Gewest stelt boek over hoogbouw voor
Torens: de meningen zijn verdeeld © ATENOR
BRUSSEL – De schrikbarende bevolkingsaangroei in Brussel opvangen door hoger te bouwen? Het Brussels Gewest schuwt het debat niet. In de publicatie Brussel, torens, de stad geven voor- en tegenstanders uit binnen- en buitenland hun kijk op de zaak. We zetten pro en contra’s op een rijtje. Cijfers zeggen veel. De bevolkingsdichtheid van het Brusselse gewest is vandaag 65 inwoners per hectare. Dat is weinig. Zelfs in het drukke Sint-Joost-ten-Node (210 inwoners/ hectare) ligt de dichtheid nog altijd lager dan in Parijs (240 per ha). Brussels minister-president Charles Picqué (PS) wil daar met het oog op de bevolkingsaangroei wat aan doen. Brussel moeten tegen 2060 aan 85 inwoners per hectare kunnen komen. Dat is nog altijd onder het gemiddelde van veel grote steden. Voor Picqué is hoogbouw een van de oplossingen om tot die verdichting te komen. Hij weet dat hoogbouw op weerstand bij de bevolking stuit. Picqué: “Hoe dan ook kan een verdichting van de stad alleen als we daar een mobiliteitsantwoord op kunnen geven. Vandaar dat de torens vandaag in de buurt van de twee grote NMBS-stations staan.” De minister-president vindt ook dat hoogbouw deel moet uitmaken van de algemene stadsplanning. Dat kan bijvoorbeeld met een hoogtekadaster dat opgenomen wordt in het
De Premiumtoren aan het kanaal moet de hoogste woontoren van België worden.
Gewestelijk Bestemmingsplan of het Gewestelijk Ontwikkelingsplan of als een apart instrument. Dat wordt nu uitgezocht. Met het boek Brussel, torens, de stad, een tentoonstelling in het BIP en een colloquium in Square wordt deze week het startschot gegeven van een debat dat nog heel wat stof zal doen opwaaien. Steven Van Garsse
ADVERTENTIE
1.
Torens zijn nodig. Steden verliezen hun aantrekkingskracht als werkplek. De periferie gaat met de winst lopen. Als een stad als Brussel die concurrentieslag wil winnen, dan is hoogbouw in bepaalde wijken, zoals in de Europese wijk, aangewezen. Dat vindt de stedenbouwkundige Christian de Portzamparc. Voor minister-president Charles Picqué is dit een economisch argument van belang in het licht van de huidige communautaire discussies. Daarnaast moet ook de densiteit van Brussel als woonstad omhoog. De hoofdstad staat voor immense demografische uitdagingen.
1.
2.
2.
Hoogbouw als signaal. Stéphan Sonneville, de CEO van Atenor, gelooft dat de Premiumtoren aan het kanaal, die de hoogste woontoren van België moet worden, een kentering teweeg kan brengen voor de rest van de ontwikkeling van de kanaalzone. Als de architectuur dan nog eens spraakmakend is, kan Brussel een trendsettende rol spelen. Hoogleraar stedenbouw Maurizio Cohen vindt dat dit argument geen steek houdt omdat het te weinig rekening houdt met een doordachte stadsplanning. “Premium is vastgoedspeculatie,” zegt Cohen, die zich ook verzet tegen de vedettecultus die rond sommige internationale architecten hangt.
EXPO KIJKRONDJE
3.
25 JAAR BGHM
4.
SOCIALE HUISVESTING:
KEIZERINLAAN - 1000 BRUSSEL
VAN 18 NOV. TOT 29 NOV. 2010
TEGENSTANDERS
VOORSTANDERS
De stad terug aan de mensen. Door kantoortorens in de hoogte te bouwen in enkele wijken in de stad, komt elders opnieuw plaats vrij om er woonwijken van te maken, vindt vastgoedconsultant Georges Binder.
Hoogbouw is duurzaam. In tegenspraak met puntje vier van hiernaast vindt Georges Binder in het boek dat hoogbouw de duurzaamheid juist bevordert. Ook De Portzamparc en Sonneville vinden dat. Meer mensen die wonen waar ze werken, dicht bij een goed openbaarvervoersnet? Dat zorgt vanzelf voor meer duurzaamheid. Meer nog: hoogbouw kan een dam opwerpen tegen het dominante autogebruik in de steden. In Londen-centrum worden tegenwoordig kantoortorens opgetrokken met slechts tien parkeerplaatsen, waarvan de meeste dan nog voor mindervaliden. De Portzamparc tekent een nieuwe Wetstraat met kantoortorens maar met slechts twee rijvakken, in plaats van de vier nu.
5.
Hoog is aangenaam. Adembenemende uitzichten, zeker ’s nachts. Boven de stad uit tronen. Het gevoel dat de stad aan je voeten ligt, al voegen tegenstanders daar graag aan toe dat dit maar enkelen gegeven is. Torens kunnen ook wonen (hoogste etages) en werken (lagere etages) combineren, al is dat in de praktijk blijkbaar niet altijd even makkelijk. Tot slot zijn er ook andere functies denkbaar dan wonen en werken. In Hongkong is zopas een toren van 130 meter afgewerkt met 25 verdiepingen aan winkels.
Torens zijn macho. Het is een these van de Franse stedenbouwkundige Thierry Paquot, vaandeldrager van het hoogbouwverzet. Hij schuwt de freudiaanse beeldspraak niet: ‘Torens als fallussen’, ‘Wie heeft de grootste?’. Dát zijn de ware redenen voor het promoten van hoogbouw. Ook Stéphan Sonneville (Atenor) geeft in het boek toe dat hoogbouw een factor arrogantie bevat, maar die is volgens hem gekoppeld aan grandeur. Een moeilijke balans, geeft hij toe, waarbij grootsheid het toch kan winnen. “Kijk maar naar de Empire State Building in New York.”
Torens bevorderen het klasseverschil. Een welhaast marxistische analyse, ook van de hand van Thierry Paquot. Het rijke volk woont op de hoogste etages, de arme stakkers moeten vrede nemen met de lagere verdiepingen. Ook bij kantoortorens: de directeuren hebben hun bureau hoog, het voetvolk beneden. Stedenbouwkundige Elisabeth PélegrinGenel, niet meteen een voorstandster van hoogbouw, ziet wel een kentering. Steeds meer bedrijven richten op de hoogste verdieping een vergader- of receptieruimte in, voor iedereen.
3.
Parijs en Brussel zijn horizontale steden. Er is in Europa geen hoogbouwcultuur zoals in New York. Het tijdens de Tweede Wereldoorlog gebombardeerde Rotterdam is een uitzondering. Hoogbouw in horizontale steden leidt tot geïsoleerde torens die een winderige en in de winter schaduwrijke, onleefbare buurt opleveren. Je wilt wel in de toren, maar je wilt er niet meer uit. Christian de Portzamparc, die torens tekent voor de Europese wijk, geeft in het boek toe dat dit gevaar bestaat. Maar er zijn ook oplossingen: hard werken aan de openbare ruimte aan de voet van de toren, en een ‘poreuze’ stadsinrichting met genoeg licht en lucht.
4.
Hoogbouw is een energieslokop. Zowel Pélegrin-Genel als Paquot merkt op dat het optrekken van hoogbouw veel ‘grijze’ energie verslindt. Bovendien bestaan torens alleen bij de gratie van liften. En die zijn niet energieneutraal.
5.
Hoog is ongezond. Dit levert de meest hilarische passage op in het voor de rest voortreffelijke boek. Van hoogwonen of -werken word je ziek. Je kunt duizelig worden. Of claustrofobisch. Of zware benen krijgen. Werknemers, zo weet Pélegrin-Genel, zetten hun bureau bij voorkeur enkele meters van het raam. Of ze hangen een poster voor het raam om niet de hele tijd uit te kijken op de ‘afgrond’. Claustrofobie wordt versterkt door de obligate beveiliging van de etages. Zonder badge raak je er niet in. Pélegrin-Genel pleit ervoor om de traphal aangenaam te houden en om plekken in te tekenen waar je even buiten kunt om een luchtje te scheppen.
Pierre Dejemeppe (ed.), Brussel, torens, de stad, uitg. Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 172 blz., 25 euro
BDW REGIO
BDW 1255 PAGINA 10 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Deze week in Ganshoren > De Villa’s renoveert woontorens Van Overbekelaan
De tocht is weg, burenhinder blijft
Villa’s zijn de huurlasten voor de bewoners van de 436 appartementen hierdoor al tien jaar niet gestegen. Vervolgens werd ‘den 245’ helemaal opgeknapt, en nu dus ook ‘den 247’. Het dak werd volledig geïsoleerd, het beton aan de gevels en de terrassen werd hersteld en de immense ‘gordijngevel’ – een opeenstapeling van enkel glas met gele, houten panelen ertussen – werd vervangen door een stevige gordijngevel van dubbel glas en blauw aluminium. Blauw, omdat het gebouw moet verwijzen naar het water. De architect van de renovatie heeft immers bedacht dat de vier gebouwen voortaan de vier elementen – aarde, water, vuur en lucht – zullen voorstellen. Binnen gebeurde niets, alleen de hal werd opgefrist. De renovatie kostte bijna 3,5 miljoen euro en werd betaald met een lening van het Gewest.
Hysterisch
De woontoren aan de Overbekelaan 247 steekt in een nieuw kleedje. Het gebouw links, ‘den 34’, is volgend jaar aan de beurt. Voor de renovatie van ‘den 36’ is het budget nog niet rond.
GANSHOREN – Na ‘den 245’ heeft de socialehuisvestingsmaatschappij De Villa’s van Ganshoren nu ook ‘den 247’, de woontoren aan de Van Overbekelaan 247, aan de buitenkant opgeknapt. De bewoners zijn tevreden dat het niet meer tocht, dat de ramen weer open kunnen en dat ze lekker op hun terras kunnen zitten. Maar de burenhinder is gebleven.
I
n Ganshoren heet de socialehuisvestingsmaatschappij niet ‘Haard’, ‘Foyer’ of ‘Home’ zoals in vele andere Brusselse gemeenten: de coöperatieve kreeg de optimistische benaming De Villa’s. De maatschappij werd in de jaren twintig van de vorige eeuw opgericht met de bedoeling goedkope woningen te verhuren. Aanvankelijk waren dat alleen huizen, maar in de jaren 1950 ontstond het plan voor een ambitieus hoogbouwproject tussen het kasteel Ter Rivieren en het moeras van Ganshoren. In 1959 verrees aan het eind van de Van Overbekelaan een eerste flatgebouw van twaalf verdiepingen, enkele jaren later gevolgd door een tweede, hoger. Halverwege de jaren 1960 werd begonnen met de bouw van vier identieke torens van zeventien verdiepingen in stervorm, de nummer 245 en 247 van de Van
Overbekelaan en de nummers 34 en 36 van de Negen Provincieslaan. Na 1975 volgden nog acht blokken. Alain Beeckmans, gemeenteraadslid van Groen!, woonde in zijn jeugd jarenlang in ‘den 245’. “Daarvoor huurden mijn ouders een rijhuis zonder centrale verwarming. Mijn moeder was het beu om altijd kolen uit de kelder op te halen. Toen de toren aan de Van Overbekelaan in 1968 klaar was, trok mijn vader de eerste CVP-schepen aan de mouw. Zo ging dat in die tijd. De sociale woningen waren de electorale jackpot van de christen-democratische meerderheid van burgemeester Richard Beauthier. De PSC deelde twee derde van de woningen uit, de CVP het overige derde. Als politieagent verdiende mijn vader nochtans behoorlijk zijn brood; het was dus niet logisch dat wij in een so ciaal blok mochten wonen. Maar net
als vele van zijn collega’s en andere gemeenteambtenaren werd hij door de politiek in de buildings gecaseerd. Beauthier is op die manier groot geworden. Het gevolg was dat de bewoners een mix vormden. Je had er nauwelijks sociale gevallen zoals nu.” In de flat was er centrale verwarming en het uitzicht op de dertiende verdieping was fantastisch, maar de kwaliteit van het gebouw was “afgrijselijk”, zegt Beeckmans. “De deuren waren van karton, de muren flinterdun en de ramen waren zo slecht dat de gordijnen flink wapperden als het buiten waaide. Als we met vakantie vertrokken, moesten we de meubels wegschuiven en de dweilen klaarleggen omdat het altijd kon binnenregenen.” Alle woontorens in de Van Over beke-buurt waren dan ook snel aan renovatie toe. Maar zolang Beau-
© SASKIA VANDERSTICHELE
thier burgemeester was – en dat was hij van 1960 tot aan zijn dood in 1999 –, gebeurde er nauwelijks iets. Na 2000 kwam de leiding van De Villa’s in nieuwe handen. “Dat was een echte ommekeer,” zegt huidig PS-burgemeester Michèle Carthé. Er werd beslist om de vier stervormige gebouwen, die er het slechtst aan toe waren, een voor een grondig te
De sociale woningen waren de electorale jackpot van PSCburgemeester Beauthier
renoveren. Sibelga installeerde voor de vier blokken samen één energiezuinige warmtekrachtkoppelingsinstallatie die de dure verwarming op stookolie verving. Volgens directeur Jean-Pierre Ploeghmans van De
De bewoners, die tijdens de verbouwing in hun woning konden blijven, hebben veertien moeilijke maanden achter de rug. Ze waren afgelopen woensdag dan ook allemaal uitgenodigd op de feestelijke heropening. “Het is nu echt een plezier om het gebouw binnen te gaan. En boven kan ik weer lekker op mijn terras zitten,” zegt Amédée Gentile. Vroeger had hij zowel in Spanje als in Brussel een optrekje, maar “door omstandigheden” is hij ze kwijtgespeeld. Sinds een jaar of vijf woont hij daarom in een studio op de zesde verdieping van ‘den 247’. “Het is hier nu mooi wonen, alleen jammer dat de huurders zo weinig respect voor elkaar hebben. Sommigen zeggen zelfs geen goeiedag.” Twee medebewoonsters treden hem bij. “Naast mij woont een Afrikaanse familie die ’s nachts altijd kabaal maakt,” zegt de ene. De andere wordt geplaagd door het geschreeuw van een hysterische buurvrouw, die haar ook al eens te lijf ging. Ze hebben geklaagd, maar dat heeft tot nu toe niet geholpen. Martial Dewaels (LB), voorzitter van De Villa’s en ook schepen in Ganshoren, houdt inderdaad de boot af. “Er zijn er die altijd klagen. Het zijn vaak mensen die alleen achterblijven in een te grote flat en dan moeite hebben als er een groot gezin naast hen komt wonen.” Wat vindt Marie-Thérèse Dereumaux, de bejaarde voorzitster van de adviesraad van de huurders, ervan? Ze woont zelf op de zeventiende verdieping van ‘den 34’, die in principe vanaf januari onder handen wordt genomen. De vriendin met wie ze op wandel is, woont in ‘den 36’. Eigenlijk was die toren eerst aan de beurt voor renovatie, maar ‘den 34’ heeft twee jaar geleden zo zwaar geleden onder een storm dat zeven appartementen onbewoonbaar waren geworden. “Ook bij mij zijn de chassis helemaal rot en scheef. Ik kan mijn ramen niet meer openen,” zegt Dereumaux. En volgens haar vriendin klopt het dat sommige huurders niet weten wat samenleven in een woonblok betekent. Maar voor het overige wonen beide dames graag in De Villa’s. “Er is veel groen, er is een speelpleintje, maar vooral: het is hier gezellig, convivial.” Bettina Hubo
BDW 1255 PAGINA 11 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
ADVERTENTIE
Sint-Lambrechts-Woluwe > Op-Weule heeft plannen
Een nieuw muzikaal mekka Het gemeenschapscentrum in de SintLambertusstraat koestert grote muzikale ambities: het wil ook melomanen uit andere gemeenten (en verder) naar Op-Weule lokken. Ellen Braet, communicatieverantwoordelijke van Op-Weule, doet de plannen uit de doeken: “Wij willen jazz en folk van niveau brengen. We bouwen verder op de traditie van ons lokale jazzgenootschap en willen van die muziekvorm ook ons paradepaardje maken. We kampen met personeelstekort, maar dromen doet leven. En we hebben een goede zaal.” Kenners van dit deel van de stad weten dat het om een grondig omgebouwde loods gaat, waar decennialang de gemeentelijke vuilniswagens werden gestald.
Op 26 november komt Trio Bodurov langs, een gereputeerde Nederlandse jazzgroep met Bulgaarse roots. Braet over hen: “Uiterst eigentijds en toch geïnspireerd door de Bulgaarse volksmuziek.” Een ander ongewoon (naamloos) trio verzorgt het voorprogramma, met hun vrije geïmproviseerde muziek. En als kers op de taart is er Filip Vandeputte, die op muziekmotieven striptekeningen maakt. Zijn Jazz drawings hangen in Op-Weule tot en met 19 december.
Lieven Bulckaert
Jazz in Op-Weule op 26 november. Gratis expo vanaf 19.30 uur; concert om 20.30 uur (kaartjes 10 euro; cultuurwaardebon welkom). Meer op 02-775.92.00
We kunnen nog meer doen om afval te verminderen.
Brussel > Wim Delvoyes ‘Truck’ geparkeerd achter KVS
Een veelbesproken betonmolen in kathedraalstijl © BART DEWAELE
Wist u dat u door een bezoekje te brengen aan bepaalde winkeliers u het leefmilieu beschermt ? U gaat bijvoorbeeld naar een schoenmaker en laat uw schoenen herstellen in plaats van ze weg te werpen en een nieuw paar te kopen. Resultaat: minder afval, maar ook een mooie besparing ! Herstellers, verhuurders, tweedehandswinkels, brocanteurs, retoucheerzaken, ruilbeurzen, ruilwebsites, bibliotheken, spelotheken, ... In Brussel bieden duizenden winkels en diensten u de mogelijkheid om uw hoeveelheid afval aanzienlijk te beperken. 3 info 02 775 75 75 - www.leefmilieubrussel.be A l'initiative de la Ministre bruxelloise de l'Environnement, de l'Energie et de la Rénovation urbaine.
ALLE BEETJES HELPEN, WANT WE ZIJN MET MEER DAN ÉÉN MILJOEN BRUSSELAARS. Een initiatief van de Brusselse Minister voor Leefmilieu, Energie en Stadsvernieuwing.
ADVERTENTIE
OPENDEURDAG
SINT-NIKLAASINSTITUUT
27 NOVEMBER ‘10 VAN 13 TOT 17U. Kunstenaar Wim Delvoye (r.) bij zijn ‘Truck’.
TELEXREGIO
Voorwaar geen kakmachine, maar een betonmolen in roestig cortenstaal, gotische stijl. Vorige week dinsdag maakte de buurt achter de KVS kennis met ‘Truck’, een kunstwerk van Wim Delvoye. De plaatsing van het negen meter lange gevaarte heeft heel wat staal in de aarde gehad. Zes jaar geleden al besliste het stadsbestuur
om het werk te plaatsen, maar door buurtprotest geraakte de betonmolen niet op de geplande plaats. Volgens buurtbewoners zou ‘Truck’ gebruikt worden als vuilnisbak en zouden kinderen zich weleens lelijk kunnen snijden aan het staal. De roestige molen kost het stadsbestuur CD 300.000 euro.
Op energiejacht in laken LAKEN – De KWB gaat ook dit seizoen weer ‘op energiejacht’. De actie loopt van december tot maart. Gezinnen kunnen een klimaatmeester vragen om bij hen thuis op zoek te gaan naar energieverlies. Op 18 november om 20 uur is er in café Nekkersdal een startavond waarop de vroegere deelnemers aan de klimaatwijken aan het woord HUB komen en waarop enkele uitstappen rond ecologie gekozen worden.
Op banenjacht in Koekelberg KOEKELBERG – De Draaischijf Tewerkstelling organiseert op 18 november van 9 tot 12 uur de beurs Paspoort voor werk in Sportcentrum Victoria in de Autriquestraat. Sodexho, Sibelga, de politiezone Brussel-West en een heleboel andere werkgevers zullen aanwezig zijn. De bezoekers kunnen ook advies over beroepsoriëntering, opHUB leiding en solliciteren inwinnen bij organisaties als Actiris en Tracé.
SNI SAMEN STUDEREN INSCHRIJVEN NA AFSPRAAK (02/5231520) OP 17 EN 22 FEBRUARI BERGENSESTEENWEG 1421, 1070 ANDERLECHT - WWW.SNI.BE
BDW REGIO
BDW 1255 PAGINA 12 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Brussel > Heraanleg in vier fasen
Diksmuidelaan wordt rambla met petanquebaan
In het kader van het wijkcontract De Kaaien ondergaat de Diksmuidelaan de komende acht maanden een heraanleg van gevel tot gevel, vernam brusselnieuws.be. De kasseien verdwijnen, behalve in de parkeerstrook langs het trottoir. Die strook wordt bemeten op vrachtwagens die regelmatig de vele (groot)handelszaken in de straat aandoen. Het autoverkeer wordt in beide richtingen beperkt tot één duidelijk afgelijnd baanvak. Door die ingreep is er plaats voor een fietsstrook. Om het kruispunt met de Ieperlaan veiliger te maken voor voetgangers wordt er een verkeersplateau aangelegd. De huidige parkeerplaatsen onder de platanen verdwijnen. In de plaats komen nieuwe parkeerplaatsen langs de middenberm. Zo wordt het verlies van parkeerplaatsen beperkt. De vrijgekomen ruimte op de middenberm wordt een promenade voor voetgangers, met zitbanken en twee petanquebanen. De heraanleg gebeurt in vier fasen. Deze week beginnen de werkzaamheden in het stuk tussen de Ieperlaan en het kanaal langs de kant
© GOOGLE EARTH
De Diksmuidelaan, die van het kanaal naar het IJzerplein loopt, krijgt deze winter een grondige beurt. De rijweg wordt smaller, er komt een fietsstrook in beide richtingen en de kasseien verdwijnen. Onder de platanen komt een promenade met bankjes en een petanquebaan. De laan blijft voorlopig wel buiten de zone 30 van de Vijfhoek.
Onder de platanen van de Diksmuidelaan komt een promenade.
van de even huisnummers. Dat stuk is nu al beperkt tot plaatselijk verkeer door de werkzaamheden aan de westelijke Kleine Ring. Daarna volgt het stuk tussen het IJzerplein en de Ieperlaan. In het voorjaar van 2011 wordt de andere rijrichting aangepakt, en tegen de zomervakantie zou het werk af moeten zijn. Het geld voor de opknapbeurt komt van Be-
liris, het federaal fonds voor de verfraaiing van de hoofdstad.
Zone 30 of niet? Met de hertekening wil de Stad Brussel de Diksmuidelaan aantrekkelijker maken voor zwakke weggebruikers. Toch blijft de straat voorlopig buiten de zone 30 van de Vijfhoek. Schepen van Stedenbouw Christian Ceux
(CDH) wil de snelheidsbeperking naar eigen zeggen wel invoeren, maar hoewel de laan een gemeenteweg is, kan hij dat niet zomaar doen omdat de Diksmuidelaan officieel deel uitmaakt van... de Kleine Ring. Dat betekent dat de Brusselse regering het laatste woord heeft. Over de kwestie is overleg gepland tussen de Stad Brussel en staatssecretaris voor Mobiliteit Bruno De Lille (Groen!) en minister van Vervoer Brigitte Grouwels (CD&V). Dat de Diksmuidelaan deel uitmaakt van de Kleine Ring, heeft een historische en een verkeerstechnische reden. Ten eerste volgt de laan het tracé van de tweede stadsomwalling, die in de twintigste eeuw plaatsmaakte voor de lanen van de Kleine Ring. Ten tweede is een alternatieve weg vinden voor het doorgaand verkeer niet vanzelfsprekend door het hoogteverschil op de aansluiting van de Negende Linielaan (langs het kanaal) met de Sainctelettesquare. Hoe dan ook zou de Diksmuidelaan er tegen volgende zomer een stuk beter moeten uitzien. Op de hoek met de Negende Linielaan werd eerder dit jaar ook al een oud krot gesloopt. Een projectontwikkelaar plant daar een nieuw appartementsblok met winkelruimte op de gelijkvloerse verdieping. Laurent Vermeersch/ brusselnieuws.be
ADVERTENTIE
1 0 D E C E M B E R - D AG VA N D E M E N S E N R E C H T E N C E N T R A M O R E L E D I E N S T V E R L E N I N G B R U S S E L - J E T T E S T E L L E N VO O R : F I L M P R E M I È R E E N PA N E L G E S P R E K
HE
ove r
mi
jn l
TL EV FILM EN PRO NT RA HET SEIND JEC MO DAG E IN T VA REL N F C E D ENTR ORM DE K A SC I EN REG ENST UM TO TIEFO VS, V AR IE: IST MA ERLE PAZ E RUM NI (L N N MA AUT GR EUR U RIC NG B DE EIF), PA R IET NE :R H US E, U LG DE SEL MA DI BE -JE MO ESPRE VR K TTE E GD AER KM DE IJD . R T, ATO ET V AG R R 10 : YV AA ES GST DE E DE C LAK INF TEL SM LLING E M O& EN : 02 E B . T SE /5 KV E RE CE
1
R2 01 0 V AN
S
S
eif
3.1 TRA S E LEIF 6.3 RVAT BO AT IS IE: 3O 146 L PAT WAA EEN CE FE IËN RD OPE N , 10 M T I TV RU AIL OO G LEV N INI 00 CM M M RO EN TIAT BR O S P IE D.J E US REL E ON STAA INDE F VAN SEL T E TE@ DER T. M VO D M I EN ET S OR ENS U A V STV USP PAN V.B TEU IED EN ICI ER E D ELL ËN N VAN EREEN EN VE EEL LENIN EDE VA NA N U DE IN , WAA RENIG N: W ME G JET NIE IN R S F VR TELLIN BIJ R GEN TE IS K ESP IJZI MA RANK OUTE D G OS NN MO EC IE ST RB RLE Y B T E T I G R R LOO U E E V ELE VOO EVE EN ERE DIE S. RD NN TEM SSCH KE - S N N A E I S A GIN TV ME E - W IEFR ERL WIL VA R EEN G RM I E E N V ENI N AN IM D D BR ZW NG DE . BRU GU - CH ISTELM ACKE SSE Y V RIS L. AN - JO T A
NH
AF
INE SHA F GE VAN B REYA N BR L RO PIR AEC Y EC KH NS KMAN OV EN
EN
19
U
BDW 1255 PAGINA 13 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Salut, Jacques
Molenbeek gaat aan het midzomernachtsdromen
We schrijven eind jaren 1970, de tijden van het legendarische Brusselse muziekfestival Mallemunt. Ene Jacques De Lange, een inwijkeling uit Ninove, maakt het mee. Hij ziet dat het goed is en neemt een besluit. Hij moet en zal in hartje Brussel een kroeg openen die als creatieve ontmoetingsplaats haar plek moet versieren in onze stad. Zo gezegd, zo gedaan en café Het Vermoeden opent zijn deuren. Door dit initiatief, en door de energie en vindingrijkheid die hij erin weet te pompen, gaat Jacques De Lange in Brussel bekendstaan als ‘De Jacques’. Nu De Jacques op 55-jarige leeftijd het tijdelijke voor het eeuwige heeft ingewisseld, zal dat ook wel zo blijven. De Jacques werd mijn vriend zoals hij die van velen geworden is. Dat Het Vermoeden dé ontmoetingsplaats werd van mensen die er tegenstrijdige en botsende ideeën op nahielden, zal daar zeker niet vreemd aan zijn. En temidden van dat alles – het feestgedruis, de ver-
hitte discussies, de liefdes die ontloken – was er De Jacques. Met zijn specifieke humor, die altijd met een mild sarcasme flirtte. Met een so ciaal en politiek engagement dat hij soms in daden wist om te zetten. Mij hoefde hij er persoonlijk niet van te overtuigen dat onze dromen op dat gebied misschien niet altijd werkelijkheid zouden worden. Maar hij droeg zijn steentje bij, opdat we er toch in zouden blijven geloven. Jacques heeft ons iets geleerd en meegegeven. Ook toen hij, naar het einde toe, een soort kluizenaars bestaan aankleefde, werd er onder zijn vrienden geregeld naar hem geïnformeerd. Dat hij ons in stilte verlaten heeft, sterkt ons in de overtuiging dat hij tijdens zijn te korte verblijf in dit ondermaanse puik werk geleverd heeft: hij heeft ons allemaal een schijfje geluk en wat vrolijkheid meegegeven. Daarvoor zullen we hem dankbaar blijven. Salut, Jacques. Freddi Smekens
Jette > ‘Uitbreiding Ring: vijf hectare bos weg’
Gemeente houdt petitie voor behoud Laarbeekbos De gemeente Jette vreest dat vijf hectaren van het Laarbeekbos zullen verdwijnen wanneer de Vlaamse regering haar plan uitvoert om de Grote Ring te verbreden. Het gemeentebestuur is dan ook van plan zich met hand en tand te verzetten tegen de uitbreiding. Schepen van Leefmilieu Claire Vandevivere (LBJ) nam alvast het initiatief voor een webpetitie. De petitie kan ondertekend worden op www.jette.be/petitie. Op zondag 27 november wijdt het
gemeentebestuur ook twee borden in aan het Laarbeekbos, tegen de verbreding van de Ring en voor het behoud van het bos. Dat wordt gecombineerd met een wandeling. Het gemeentebestuur is ervan overtuigd dat de verbreding alleen maar tot meer verkeer, CO2, fijn stof en lawaaihinder zal leiden. Nochtans bestaan er alternatieven, zoals het openbaar vervoer en carpoolen financieel aantrekkelijker maken en flexibele werkuren. Bettina Hubo
Uit de vaste klantenkring van het Snijboontje werd een toneelgroepje gerekruteerd.
Het sociaal restaurant Snijboontje, ‘De Snij’ voor de vrienden, bestaat 25 jaar. Voor die verjaardag wordt Shakespeares Midzomernachtsdroom opgevoerd. In 2008 werd in het restaurant een theatergroep opgericht met de steun van het Huis van Culturen en Sociale Samenhang en de Koning Boudewijnstichting. De bedoeling was vooral om de (veelal oudere) klanten die dagelijks in het Snijboontje komen eten, over te halen om toneel te spelen. Volgens coördinatrice Michèle Moureaux lukt dat aardig. “Dit is nu toch al de tweede voorstelling die we in elkaar steken. We werken vooral met oudere mensen, die dagelijks bij ons komen eten. Hen overhalen was geen makkelijke opdracht omdat ze het niet gewoon zijn om in the picture te staan. Ze leven nogal geïsoleerd in Molenbeek. Maar we zijn er toch in geslaagd een leuk groepje samen te stellen. Het is ongelooflijk wat voor een positieve invloed theater op hen heeft. Ze ontmoeten anderen, raken uit hun isolement, worden zelfverzekerder. Ze voelen zich beter in hun vel, en dat merk je aan kleine dingen. Ze gaan zich mooier kleden en beter verzorgen. Ze
komen letterlijk voor het voetlicht te staan.” Over een week staat A midsummer night’s dream van Shakespeare – een stuk over ontrouw, intriges en relaties – geprogrammeerd in het Huis van Culturen en Sociale Samenhang. Het stuk wordt opgevoerd voor de 25ste verjaardag van het Snijboontje. ‘De Snij’ was midden jaren 1980 het eerste sociale restaurant van België, ontstaan op initiatief van de lokale vereniging De Groene Poort en de Brusselse Sint-Vincentiusvereniging. Ondertussen is De Snij uitgegroeid tot veel meer dan een sociaal restaurant: zo worden er films, wandelingen en excursies georganiseerd. Maar uiteraard kunt u er ook nog altijd terecht voor een maaltijd. Per dag bereikt het restaurant een 35-tal mensen. Matthias Vanheerentals Sociaal restaurant Snijboontje, Oostendestraat 2, 02-410.85.27, snijboontje@ skynet.be. Midzomernachtsdroom/Songe d’une nuit d’été van Shakespeare op woensdag 24, donderdag 25 en vrijdag 26 november om 20 uur in het Huis van Culturen en Sociale Samenhang, Mommaertsstraat 4
Correspondentie, honderd gedateerde Brusselse prentbriefkaarten en corresponderende foto’s van Gilbert Fastenaekens, nog tot en met 24 december in het Archief van de Stad Brussel (Huidevettersstraat 65), op www.arpeditions.org en op www.brusselnieuws.be/fastenaekens.
© GILBERT FASTENAEKENS
FASTENAEKENS
© SASKIA VANDERSTICHELE
Sint-Jans-Molenbeek > Theater voor 25 jaar sociaal restaurant Snijboontje
Rogierplein, Sint-Joost-ten-Node, circa 1922.
Rogierplein, Sint-Joost-ten-Node, 18 augustus 2009, 15.15 uur.
BDW REGIO
Brussel > In memoriam Jacques De Lange
BDW 1255 PAGINA 14 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
©TAALUNIE
23 november 1995: Harry Mulisch ontvangt de Prijs der Nederlandse Letteren uit handen van koning Albert II. Uit Mulisch’ dankrede: “Na mijn dertien illustere voorgangers (...) ben ik de eerste die de Nederlands-Vlaamse taalgemeenschap ook min of meer lijfelijk representeert.”
Literatuur > Bij de dood van Harry Mulisch (1927-2010)
Beginnen in Brussel, eindigen in Jeruzalem BRUSSEL – Jan Struelens haalt herinneringen op aan de op 30 oktober overleden schrijver Harry Mulisch, en aan diens passages in Brussel.
BDWOPINIE Over W.F. Hermans in Brussel, en Brussel in Hermans’ werk, valt heel wat te zeggen, en Jeroen Brouwers heeft dat dan ook gedaan, in Het aardigste volk ter wereld (1996). Met Mulisch ligt het anders. Tal van steden spelen een rol in zijn leven en werk: Haarlem, Amsterdam, Berlijn, Dresden, Wenen, Venetië, Rome, Parijs... Als men de volledige lijst opmaakt, bungelt Brussel ergens onderaan. Toch is het hier dat de ‘aardse’ geschiedenis van De ontdekking van de hemel begint, om te eindigen in Jeruzalem. “In Brussel” wordt de “knappe jonge officier” Wolfgang Delius “ingekwartierd bij de familie Weiß, waar zijn toekomstige vrouw nog met een pop op de grond zat” (blz. 12). Mulisch transplanteert hier de allereerste ontmoeting tussen zijn ouders, in het Antwerpen van 1918, naar de bezette hoofdstad. Zo verandert de reële Antwerpse familie Schwarz in de fictieve Brusselse familie Weiß.
Als Duitstalige joden kunnen zij beter opschieten met de bezetters dan met de autochtonen: “Weiß, al lang blij dat hij weer te midden van landen taalgenoten was, reed (...) met de militaire gouverneur in een open auto over de Boulevard Anspach, en dat ontging de brusselaars niet. (...) De dag na de wapenstilstand (...) moest hij hals over kop vluchten met zijn gezin. Naar Nederland dus” (blz. 13). Daar komt jaren later Max ter wereld, in wie men Mulisch herkent. De ontdekking van de hemel verscheen in de herfst van 1992. Hermans woonde toen al bijna een jaar in Brussel. En rond die tijd arrangeerde Freddi Smekens, die kind aan huis was geworden bij ‘Wim en Emmy’, een avond in La Terrasse, waar een paar van zijn vrienden de meester konden ontmoeten. Ik had De ontdekking van de hemel pas verslonden, en Fred had me gezegd dat Hermans het boek nauwgezet aan het lezen was. Maar toen ik dat die avond ter sprake bracht, ontkende Hermans het met grote stelligheid: “De ene banketbakker eet
“Zoals Mulisch De ontdekking van de hemel overhandigde aan de paus, zo schonk ik hem De exegese van het Tegenboek”
toch geen pasteitjes van de andere!”
In Brusselse paleizen De Hermans van toen had vijftien jaar eerder de Grote Prijs der Nederlandse Letteren ontvangen uit de handen van koning Boudewijn, die hij om die reden op de handen droeg. Mulisch ging er rebelser tegenaan, toen dezelfde eer hem in 1995 te beurt viel. Hij bleef tijdens de uitreikingsceremonie in het koninklijk paleis koppig rechtop staan, hoewel de vorst (Albert II, ondertussen) hem vriendelijk maar dringend tot zitten aanmaande. Net zo kaarsrecht had hij 22 jaar eerder al op een podium gestaan van het lager gelegen Brusselse paleis dat thans Bozar heet. Tijdens die voordracht zag ik hem voor het
eerst: in mijn studententijd, toen ik aan de licentiaatsverhandeling Het niets bij Mulisch werkte. Het publiek mocht vragen stellen, maar niet mondeling. (Pas decennia later zou ik vernemen dat hij vrijwel doof was aan één oor.) Na de pauze viste hij de papiertjes een voor een uit een korf, las de neergeschreven vraag voor, en beantwoordde haar. Maar toen de mijne aan de beurt was, zei hij alleen: “Goede vraag. Ik zou er niet zo gauw een antwoord op weten.” 36 jaar later stelde ik hem in datzelfde kunstenpaleis een nieuwe vraag, ook nu weer op papier, maar ditmaal 345 bladzijden lang. Ik had zijn oeuvre herlezen met de bril van een hypothese – wat is dat anders dan één grote vraag? – en er een boek over geschreven. Na een interview voor een flink gevulde zaal zat hij te
signeren in de Bozar Shop: een stoet lezers trok voorbij, en plots kreeg hij een boek onder de neus geschoven dat niet van, maar óver hem was. Zijn pen schrok er even van. Zoals hij zelf tijdens een groepsaudiëntie De ontdekking van de hemel had overhandigd aan de paus, zo schonk ik hem – alle verhoudingen in acht genomen – De exegese van het Tegenboek. Hoe hij precies reageerde, zal men kunnen lezen in de Paralipomena bij dat eerste boek – uiteraard onder het lemma ‘Paus’. Ik stuurde het boek in die tijd (eind maart 2009) ook naar BDW; het werd besproken door Michaël Bellon, niet bepaald een liefhebber van Mulisch’ werk. Toch kwam hij er nog twee keer op terug: rond Kerstmis, weer in BDW, en rond Nieuwjaar, toen de Standaard der Letteren wilde weten welk boek in 2009 niet “de aandacht kreeg die het verdiende.” Bellon motiveerde zijn keuze zo: “Struelens verdedigt de stelling dat Harry Mulisch de hand had in Dan Browns De Da Vinci Code. Dat is niet meer bij de haren getrokken dan het werk van Mulisch en Brown zelf.” Een aardig nieuwjaarsgeschenk, waarvoor ik Bellon oprecht dankbaar blijf. Wel jammer, natuurlijk, dat mijn eerbetoon aan de grootmeester hier gebruikt werd om hem neer te halen. Wat Brussel betreft verstrengelen Mulisch’ leven en werk zich misschien het leukst rond De knop, een farce die in 1960 in première ging in het Paleis voor Schone Kunsten. De voorstelling werd verstoord door heftig Franstalig protest, wat ontaardde in een ware veldslag tussen “het zuidelijk blok” en “de noordelijke kultuur”, zoals Mulisch zelf ironiseerde. Want in de uitgave van het stuk lardeert hij de toneeltekst met evocaties van het tumult, waarbij hij tal van Franse beschimpingen via ‘vertalende’ voetnoten omzet in... complimenten. Het geheel is zo hilarisch, dat het mij als zeventienjarige over de grond deed rollen van de pret. Ook nu ik het herlees, ween ik tranen van het lachen. Op Mulisch’ uitvaart in de Amsterdamse Stadsschouwburg bleek hoe dicht lachen en huilen in Harry’s wereld bij elkaar kunnen liggen. Heeft Brussel al aan Mulisch gedacht als winnaar van de volgende Nobele Prijs? Dat is een postume, ietwat speelse hommage van het internationale literatuurhuis Passa Porta aan de allergrootsten die, om wat voor reden dan ook, in Stockholm uit de boot vielen. De eerste laureaat, in 2006, was Jorge Luis Borges. Hij stuurde zijn weduwe. Iets wat Kafka hem in 2008 niet kon nadoen, maar Claus een jaar later dan weer wel. Mulisch zou mooi in dat rijtje passen: met Claus was hij bevriend, en werkte hij zelfs samen (Reconstructie, 1969); de geest van Kafka waart door zijn roman De procedure, en de enige schrijver die hij zelf ooit een handtekening vroeg, was Borges. Jan Struelens
Jan Struelens is schrijver (onder meer van De exegese van het Tegenboek – Mulisch’ oeuvre en The Da Vinci Code) en tekenaar
BDW 1255 PAGINA 15 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
BRIEVEN VAN LEZERS lezersbrieven@bdw.be
Halal en vegetarisch Dit is een reactie op ‘Liever vegetarisch dan halal’ in BDW 1253 van 4 november (blz. 6). Waarom doet de laïciteit niet gewoon aanbevelingen naar de eigen leden? Waarom zeggen jullie niet: “Wij raden onze vrijzinnige leden aan om vegetarisch te eten”? Dat zou correct zijn, dat zou gewoon normaal zijn. Net zoals bijvoorbeeld moslims zeggen: “Wij raden onze leden aan om halal te eten.” Wat is neutraliteit? Het feit dat iedereen zonnebank-blanc cassé moet zijn? Voor de vrouwen een kort rokje, de mannen in lange broek? Dat is het blijkbaar niet. Wat is het dan wel? Je geloof niet tonen. Voorlopig mogen gebruikers van de staat het nog wel, maar werknemers van de overheid niet. Het gezicht van de staat moet neutraal zijn. Wel, daartegen zeg ik neen. De staat is de mensen die er deel van uitmaken. De mensen die er leven, wonen en werken. Laat die mensen de staat dan ook vorm geven en vertegenwoordigen. Als er tien procent moslims in België leven, laat hen dan met tien procent vertegenwoordigd zijn, ook in frontdesk-overheidsfuncties. Waarom die uitzondering voor scholen? Elk geloof heeft zijn opvoedingsmodel. En op school moet je dat juist bevestigen, dat is de identiteit van de kinderen. Dat betekent niet alleen de bevestiging van ‘jij bent zwart en jij bent wit’, maar ook van ‘jij bent moslim en jij bent jood, en jij hebt het volste recht zo te zijn, en zo aanvaarden wij jou.’ Maar wat zien we? Een spook dat weer opdoemt, het spook genaamd zieltjes winnen. Van iedereen kleine laïekskes maken op school. Is dat wat jullie willen? Dat we allemaal vrijzinnig en neutraal worden? Iedereen conform en universeel uniformistisch. Maar diep in ons hart volstrekt eenzaam. Omdat we onze zielsgenoot niet meer herkennen. Omdat iedereen zich neutraal op de vlakte houdt, onverschillig, zonder overtuiging. Volgens mij ligt het hart van de interculturele samenleving bij het naast elkaar laten bestaan en het bevestigen van de verschillende gemeenschappen. Laat elke gemeenschap naar de eigen leden toe aanbevelingen doen. Als iedereen voor zijn eigen deur veegt, zal het een schone straat worden. En de interculturaliteit dan? Bruggen bouw je met stevige pilaren. Als iedereen goed weet waar hij voor staat, dan pas kun je tot een echt, volwaardig dialogeren en samenleven komen. Intussen verblijf ik, met vriendelijke groeten en vermomd in neutraal, K. Van den Bossche, Laken
11.11.11 BDW is een goed kanaal om het Brusselsminnend volk vlot te bereiken. Wij, vrijwilligers van 11.11.11, zijn daarom altijd dankbaar als we een aanbod krijgen om in een interview onze zaak te bepleiten. De reporter informeert correct naar overeenkomsten en verschillen tussen Vlaanderen en Brussel en nadien ook binnen Brussel zelf. Een verhaal van een uur dat aanleiding geeft tot veel nuances, wellicht te veel om te worden vervat in de twee kolommen van blz. 11 in BDW 1254. Een aantal redeneringen worden in het artikel compact gestapeld en de spreekwoordelijke bocht, waar men dan kort door zou kunnen gaan, wordt zelfs één rechte lijn. Waar ik niet alleen de solidariteit met de zwakke medeburger van deze planeet bepleit, maar ook solidair begrip wil tonen voor de stedelijke positie van de Brusselse 11.11.11-comités, lijkt het in dit artikel alsof alleen Elsene goed bezig is. Wat een compliment aan het buurcomité van Watermaal-Bosvoorde moest zijn, leest zelfs als een affront. Omdat ik mijn huis nog uit wil zonder al te veel schaamrood op de wangen, volgt hier een poging om de redenering te ontwarren. Waar deur-aan-deuracties typisch zijn voor meer landelijke gemeentes van Vlaanderen, zal men
in een stedelijke multilinguïstische omgeving, in Brussel dus, eerder kiezen voor formules waarbij het publiek uitgenodigd wordt. Het contact met het publiek is collectief, maar duurt langer. Ideaal om het verhaal genuanceerd kwijt te kunnen aan een beperkt, maar select publiek. Deze eerder inhoudelijke aanpak resulteert wel in een minder grote financiële opbrengst. De uitzondering die de regel bevestigt, is de 11.11.11-actie van WatermaalBosvoorde. Deze groep slaagt erin naast de voornamelijk inhoudelijke werking ook nog eens flink wat geld in het laatje te brengen. Beste medelezers, overtuig uzelf door bij een volgende 11.11.11-actie te proeven van het gevarieerde aanbod in heel Brussel en zeker ook Bosvoorde te vereren met uw bezoek. Stefan Martens, Elsene Ook Lieven Vanhemelrijck uit Watermaal-Bosvoorde rea geerde op het “foutieve citaat dat door BDW in de mond gelegd werd van onze vrienden van 11.11.11-Elsene”. Hij schrijft onder meer: “De Werkgroep Vrede en Ontwikkeling van Watermaal-Bosvoorde werkt het hele jaar door aan bewustmaking rond de Noord-Zuidproblematiek en niet enkel tijdens de jaarlijkse campagne in november.” Voorts betreurt hij dat “door besparingen in de VGC (...) de erkenning van de nieuwe bovenlokale vereniging 11.11.11-Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het gedrang (komt).”
Verfransing Jazeker, Robert De Groote uit Vorst (‘Brieven van lezers’, in BDW 1253 van 4 november, blz. 13) heeft gelijk, overschot van gelijk. Ik moet eruitzien als ’n ‘echte Brusselse madame’. Heel dikwijls word ik aangesproken door toeristen. Ik pas dan de woorden van Aug. Vermeylen toe: ‘Vlaming zijn om Europeër te worden’. De doorsnee Vlaming spreekt mij altijd aan in het Frans (vlot, aarzelend, stuntelig). Vlamingen, wees toch fier en ongeknecht. Spreek Nederlands als u om informatie wordt gevraagd. Ofwel is de aangesproken persoon fier dat hij of zij het zó goed kan zeggen, ofwel voelt hij of zij zich ongemakkelijk als bekend wordt dat hij of zij nog altijd geen Nederlands kent. Dan begint uw taak! Spreek over gratis avond- en zondagslessen. Is hij of zij te agressief, zeg dan gewoon, met stijl: “Ik zal een schriftelijke klacht indienen.” (...) Janine Schavy, Ukkel
Sorteren Als gehandicapte senior is het heel moeilijk de regels voor de afvalsortering in Laken te volgen. Mijn persoonlijke suggestie: op het etiket van elk consumptieproduct een aanwijzing eisen van de fabrikant: witte, gele of blauwe zak. Voor het afhalen van grofvuil zegt de dienst van het Hoofdstedelijk Gewest van 6.30 tot 13 uur naast uw vuilnis op de stoep de wagen af te wachten. Onmogelijk voor mij in volle winter! Joséphine Pollijn, Laken
Rechtzetting In ‘Bouwvergunningen blijven teer punt’ (BDW 1254, blz. 11), over de CDH’er Emmanuel Lothaire die van leer trekt tegen burgemeester Olivier Maingain (FDF), kon u lezen: “Sommige vergunningen in de buurt van Maingains optrekje in de Stationsstraat werden volgens Lothaire afgeleverd zonder dat de omwonenden werden geraadpleegd.” De toevoeging Maingains is hier ingeslopen waar het niet mocht: bedoeld was wel degelijk zijn, dus Lothaires optrekje. Onze excuses.
SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BDW-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bdw.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.
BDWOPINIE Mosselfile door Anne Brumagne Er was geen ongeluk gebeurd, er was toen geen wateroverlast, geen drukte naar de kust. En toch stond er onlangs op een ochtend in het weekend een file op de E40 van Wetteren tot Sint-Denijs-Westrem, een forse afstand om stapvoets af te leggen. Volgens een nieuwssite moest de oorzaak worden gezocht bij de mosselactie van de Ikea-vestiging op Flanders Expo. Je kon in de meubelwinkel mosselen gaan eten voor een luttele vijf euro. Dat, én de Countryside-beurs over landelijk wonen (!) in de hallen van Flanders Expo, zorgden voor de verkeersopstopping. (Bij Ikea zelf hebben ze naar verluidt geen problemen gehad om al die mosselliefhebbers op hun wenken te bedienen.) Het geeft te denken voor de toekomstige doorstroming op de nu al overvolle Brusselse Ring zodra in Machelen het megashoppingcenter Uplace op volle toeren zou draaien. Zoals bekend wil men bij Uplace aan eventshoppen gaan doen – een grootscheeps mosselfestijn tegen dumpingprijzen behoort er dus zeker tot de mogelijkheden. Vorige week kwamen Uplace en de Brusselse tegenhanger op de Heizel, Neo, nog in het nieuws door een welles-nietesspelletje tussen Brussels minister van Economie Benoît Cerexhe en Vlaams minister-president Kris Peeters over de naderende concurrentieclash tussen de twee shoppingprojecten. “Ik heb maanden geleden een brief geschreven om te overleggen,” beweerde Cerexhe. “Ik heb geen brief gehad,” repliceerde Peeters, “maar ik wil zeker overleggen.” Of brieven doen er tegenwoordig erg lang over van Brussel naar Brussel. Of beide ministers moeten de dossiermappen met in- en uitgaande post op hun respectieve kabinetten dringend eens controleren. Of het gaat er tussen de gewesten soms toch een beetje kinderachtig toe. Of men probeert vooral niet te discussiëren over de grond van de zaak: dat beide shoppingcentra moordende concurrentie zullen zijn voor elkaar, maar vooral voor de bestaande handelskernen. En ook dat de Ring verbreden om de files tegen te gaan, zoals men nu van plan is, weinig soelaas zal bieden. Verkeersexperts herhalen uitentreuren dat een bredere Ring de aanzuigkracht voor de auto op termijn alleen maar vergroot. De overheden zouden hier toch eens wat explicieter de kaart van het milieu mogen trekken. Wij als burgers overigens ook. Van heinde en verre de autosnelweg op om mosselen te gaan eten, dat moeten we misschien toch eens afleren.
EVA HILHORST
© FOTO TINNEKE.BE
BDW 1255 PAGINA 16 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
VADROUILLE
De slegte halveert verkoopsruimte
DE CULTUUR- EN VRIJETIJDSBIJLAGE VAN BRUSSEL DEZE WEEK © BART GRIETENS
BRUSSEL – De vier werknemers van boekhandel De Slegte in de Lievevrouwbroersstraat turnen tegen begin december de tweede en derde verdieping om tot opslagruimte. Zo krimpt de verkoopsruimte van 800 vierkante meter naar 350. Volgens manager Pieter Verhoeven (33) zal er hierdoor ruwweg twintig procent minder boeken te vinden zijn. “Waarom slechts twintig? Omdat we meer boeken per plank zullen presenteren.” Slechts een klein deel van het boekenoverschot gaat naar het oud papier. Tegelijk worden tweedehandsboeken en uitgeversrestanten dicht bij elkaar geplaatst. Vroeger zocht een bezoeker één soort boek soms op meer dan een verdieping. Vanaf midden november biedt de handel ook de top 50 van nieuwe fictie en non-fictie aan. De bedoeling van de hele aanpassing is meer gemak voor de cliënt en een verhoging van het aantal (kopende) klanten. Verhoeven: “Dat we momenteel door een financieel moeilijke periode gaan, is geen geheim.” De winkel in het centrum krijgt tussen zestig en honderd bezoekers per dag, in het weekeinde stijgt dat aantal. De clientèle bestaat uit pendelaars, Brusselaars en toeristen. Intussen vergroot De Slegte de digitale poot. Nu staan naar schatting 130.000 titels van tweedehandsboeken en 5.000 van uitgeversrestanten van alle De Slegtes online te koop. Dat aantal neemt elke dag toe. SVdb
Vlnr.: Haider Al Timimi speelt de christen, Zouzou Ben Chikha de moslim en Mourade Zeguendi de jood.
ADVERTENTIE
Ben je een 4de, 5de of 6de leerjaar? een Stuur voor 5 maart 2011 een originele klasfoto en win super-uitstap! www.klasindemedia.be
Theater > Union Suspecte spelt de (godsdienst)les
Er waren eens een jood, een moslim en een christen
ADVERTENTIE
Handicap & informatie Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap
02/463.58.58 alle werkdagen van 9 tot 12u30 uitgezonderd donderdag van 14 tot 17u.
Bezoeken enkel op afspraak Informatie@handicap-ambulant.be
BRUSSEL – Het theatergezelschap Union Suspecte stuurt het publiek opnieuw naar de schoolbanken voor een opvallende productie waarin vertegenwoordigers van de drie meest besproken wereldgodsdiensten elk hun bedenkelijke zaakje bepleiten.
B
ack to school is een ‘locatieproject’: het publiek wordt in groepen verdeeld, die allemaal naar drie klaslokalen worden geleid voor een godsdienstlesje van telkens zo’n halfuurtje. De drie monologen worden gespeeld door Haider Al Timimi (de christen), Zouzou Ben Chikha (de moslim) en Mourade Zeguendi (de jood). Union Suspecte wendde
zich voor de teksten tot schrijfster-columniste Chris Van Camp (de christen) en schrijver Joost Vandecasteele (de moslim). Nabil Ben Yadir, de auteur en regisseur van de succesfilm Les barons, paste uiteindelijk voor de monoloog van de jood. Onder leiding van regisseur Ruud Gielens schreven de makers zelf die derde monoloog, die in de vorm van een videofilm
wordt gepresenteerd. Het joodse personage van Mourade Zeguendi troont het publiek mee naar zijn klas om daar het wervingsfilmpje van zijn website ‘Convert to judaism’ te tonen. Het heen en weer geloop tussen de klaslokalen (netjes in de rij) zorgt voor animo, en tijdens een korte speeltijd is er chocomelk. Niet toevallig gedijen de drie godsdienstleraars goed in een lessituatie, waarbij ze hun autoriteit in de schoot geworpen krijgen en het publiek moet zwijgen en stilzitten.
Jattende joden Laat een gelovige met bekeerdrift een mono-
HEKKEN-GUERILLA De vrolijke (bivak)mutsen van TricotTrottoir/Stadsbrei hebben weer toegeslagen! Met hun kleurrijke breiwerk pakten ze een hek in Etterbeek in. “Zo’n hek is irritant, totaal zinloos en lelijk.”
© SASKIA VANDERSTICHELE
© SASKIA VANDERSTICHELE
BDW 1255 PAGINA 17 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
LEES MEER OP 19
Vraag een moslim: wie zijt gij? En hij zal vol trots zeggen: Mohammed, een moslim. Vraag een jood: wie zijt gij? En hij zal zeggen: Mosche Schnitzel en wat hebt gij tegen joden? Vraag een christen: wie zijt gij? En hij zal zeggen: ik ben de Jos en mijn hobbyʼs zijn fietsen, kaarten en koken. loog afsteken, en de retoriek en drogredeneringen die weleens gebezigd worden in irrationele zaken, duiken in verhevigde vorm op. Het zal van uw eigen verhouding met geloof en religie afhangen in welke mate u plezier beleeft aan, of weerstand ondervindt bij, de keren dat de drie ‘leraars’ metafysische kwesties aansnijden. Voor ongelovige honden maakt vooral de betrokkenheid bij de maatschappelijke impact van de betreffende religies het stuk relevant.
Bij de joodse godsdienst is die betrokkenheid er wellicht het minst, als je tenminste niet tot een groep behoort die zich persoonlijk met de Palestijnse zaak inlaat. Niet alleen daarom maakt de videoboodschap van ‘Convert to judaism’ het minste indruk. Ze leunt nogal uitdrukkelijk tegen de karikatuur aan, en creëert daardoor niet echt een spanningsveld. De zionistische zeloot laat ons weten dat het niet mogelijk is om een ‘echte’ jood te worden, maar dat een goeie goj ook belangrijke bijdragen kan leveren aan de Joodse zaak: geldelijke steun aan de staat Israël, morele steun aan de strijd tegen de Palestijnen, erkenning van de genetische verbondenheid van het uitverkoren Joodse volk, begrip (omwille van de Holocaust en de huidige terreuraanslagen) voor de gevoeligheid voor alles wat op antisemitisme zou kunnen wijzen. “Niet lachen” is een van de vele stopwoorden waarvan Zeguendi (een kromme neus heeft hij eigenlijk wel) zich bedient. Hier zat meer in.
De kerk van de christenen heeft de jongste tijd natuurlijk erg haar best gedaan om zich opnieuw in het maatschappelijke debat te werken. In het Westen ligt het zendelingenwerk al een tijd nagenoeg stil, maar met al die ontdopingen is het wel zaak nog genoeg schapen over te houden om van een kudde te kunnen spreken. Als geloven in God al gemakkelijker
Een Zazie waar muziek in zit! In de Muntschouwburg klinkt een Requiem uit 298 kindermonden, en bij Bronks repeteert het koor Shanti! Shanti! “Zingen is hier een echt plezier,” vindt Rula. LEES MEER OP 26-27
is geworden dan geloven in zijn menselijke dienaars, dan is er een probleem. Auteur Chris Van Camp speelt op een wel zeer doortastende en expliciete manier in op de commotie rond de pedofiliezaken, door een van de veelbesproken figuren een rol te laten spelen in het verhaal. Al Timimi is goed gecast in de rol van het slachtoffer, dat in zijn lijden de perfecte springplank heeft gevonden naar het ware, oorspronkelijke geloof. De tekst van Van Camp kan bovendien ook stilistisch bekoren. Er zitten ook een paar echt geestige kronkels in, al grijpt haar bekeerling ook terug naar de catechetische clichépraatjes die ons al te bekend in de oren klinken. Misschien had een ernstige poging om de verworvenheden van het christendom te verdedigen, nog meer opgeleverd. “Een jood kan je niet worden, en een moslim wil je niet worden,” besluit Al Timimi zelfverzekerd. Maar dat valt nog te bezien.
Successoennieten Pedofiele priesters
ZIE - ZA - ZIE - ZINGT!
Is het niet het veiligst om toch maar moslim te worden? Met dat soort ‘argumenten’ (half goede raad, half dreigement) bouwt de islamleraar de sterkst ogende zaak op. Een discussie over zijn geloof gaat hij niet eens aan. Daar wil hij niet hypocriet over doen. Het zit in de deal, en die deal is an offer we can’t refuse. Auteur Joost Vandecasteele heeft de gewoonte om even een paar toekomstscenario’s door te nemen voor
aan het schrijven te gaan, en dat laat hem toe een stapje verder te zetten: zijn prediker is een gearriveerde moslim. Geen sorry-soenniet maar een successoenniet, met de glimlach van een Jehova-getuige en een wollen truitje losjes om de nek geknoopt. De comfortabele manier waarop hij zich installeert aan zijn bureau, met een kopje thee in de hand, suggereert hoe de een miljard driehonderd miljoen moslims in de wereld volgens hem bezig zijn zich in de westerse samenlevingen te nestelen. Een voor een somt de man de slechte tijdingen en de angstdromen op die zijn blanke gehoor in verband brengt met de islam en zijn volgelingen. Hij bevestigt ze niet, maar ontkent ze evenmin. Ook hij draait hachelijke retorische pirouettes en kan zijn agressie en revanchisme soms niet onderdrukken. Maar je betrapt jezelf erop dat je zijn geruststellingen en relativeringen verwelkomt, al klinken die uit de mond van deze even onuitstaanbare als zegezekere moslimarrivist al even hol. “Hadden jullie nu maar een cordon sanitaire rond ons gelegd in plaats van rond jezelf,” is zijn treiterige uitsmijter. Michaël Bellon Back to school van Union Suspecte, nog te zien op 23, 24 en 25 november om 20.30 uur bij de KVS, op locatie in Institut Bischoffsheim (Vaartstraat 23, 1000 Brussel). Meer op 02-210.11.12, info@kvs.be of www.kvs.be
BDW 1255 PAGINA 18 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Tentoonstelling > De Markten brengt verrassend werk samen
De vele gezichten van de natuur De voormalige kristalfabrikantgebouwen van De Markten lenen zich door hun weidsheid perfect tot verkenningen van de natuur. Dat gebeurt met verf en inkt, maar ook met afgedankte vis en ander wegwerpmateriaal. ‘Frozen moment’ is een zwerm kleine, gevouwen vogeltjes van goud- en zilverpapier, op kleurrijke rietjes van ongelijke hoogte, zodat een golvende beweging ontstaat. Met volgehouden aandacht aan het minuscule werken kan – dat weten we al sinds de monniken – tot een verbluffend geheel leiden. Het is de verdienste van Nora De Kempeneer om dit werk van Annelies Thys voor het eerst uit haar atelier in Laken naar buiten te brengen. En zo ging De Kempeneer intuïtief door ateliers, galerieën en privéverzamelingen op zoek naar wat haar trof, naar wat het thema aanvulde (een spaarzaam schilderij van Charly Sels naast de picturale rijkdom van de Serviër Emir Dragulj) en naar wat elkaar versterkte. De zeelandschappen van de gewezen Oostendenaar Roel Goussey combineren wonderwel met een
© ANNELIS THYS
BRUSSEL – De tweede groepstentoonstelling rond natuur brengt opnieuw kunstenaars uit alle hoeken van België en daarbuiten samen. “Zo hoort het,” zegt Nora De Kempeneer van De Markten, “dit is Brussel.”
Monnikenwerk: de tienduizend vogeltjes van Annelies Thys in ‘Frozen moment’.
werk van Raoul De Keyser. Zelf wilde Goussey ook Philippe Derchain, een buiten zijn streek nog weinig bekende leerling van de École des Intimistes Verviétois uit het begin van de jaren 1900, in zijn buurt. Bij Derchain zie je dezelfde
efemere rand, van het bos, of die tussen land en lucht. Zijn precieuze paneeltjes contrasteren dan weer met het felle Ardense groen en ‘veel schildergoesting’ op groot formaat van JeanPierre Ransonnet. De kracht van de natuur
is ook alomtegenwoordig in de reeks van de Brusselse graficus Paul Dumont. Hij bewerkte de inkt zodanig dat je er de wind in kunt zien of een golf die op het punt staat te breken. De Nederlander Sjoerd Buisman onderzoekt de structuur van bijvoorbeeld een tak, die hij dan plooit tot nieuwe composities waar spanning op zit. Dezelfde dynamiek is terug te vinden bij de abstracte landschappen van Mario De Brabandere, waar de meticuleus aansluitende kleurvlakken elkaar opzij lijken te duwen. Op het idyllische strand van Île d’Yeu vormde de Brusselse Annick Sterkendries een haai met stukken onverkochte vis. Ze filmde en fotografeerde de meeuwen die zich te goed doen aan deze vis die voor menselijke consumptie onbruikbaar gemaakt wordt. Iets soortgelijks wil ze doen in Milaan, waar duiven oud brood wordt gevoederd, maar waar hongerige mensen niet uit vuilnisbakken mogen eten. De Kempeneer brengt de kunstenaars graag rond de tafel. “Vaak heeft dat tot gevolg dat ze later nog samen exposeren.” An Devroe Tot en met 19 december, dagelijks (behalve maandag) van 12 tot 18 uur in De Markten, Oude Graanmarkt 5, 1000 Brussel, 02-512.34.25, www.demarkten.be
ADVERTENTIE
EUROPESE WEEK VAN DE
AFVALVERMINDERING
8 TOT 2 0 2 VAN 2010 R E B M NOVE
Bijna 400 kg afval per persoon en per jaar, da’s veel. En als we nu eens minder afval produceerden? Hoe zetten we onze vuilnisbakken op dieet? Welk gedrag moeten we aannemen? Welke initiatieven voor afvalbeperking bestaan er al? Van 20 tot 28 november nemen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijn gemeenten, ondernemingen, verenigingen en burgers deel aan de Europese Week van de Afvalvermindering.
Met de financiële steun van de Europese Commissie
Doe mee en stel een handeling « zonder afval ». Geen ideeën ? Maak kennis met het programma en breng een bezoek aan actieve Brusselse actoren en bestel de brochure «Minder afval produceren – 100 tips om duurzaam te consumeren»
Alle beetjes helpen, want we zijn met meer dan een miljoen Brusselaars.
Meer info ? www.leefmilieubrussel.be of 02/ 775 75 75
BDW 1255 PAGINA 19 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Theater > Tristero brengt The search project
Hoe het was om kind te zijn
De zoekers achter de zoekertjes © JAN DE MEUE
BRUSSEL – Het Brusselse gezelschap Tristero pakt uit met een opvallend stuk. Voor The search project baseerde auteur en acteur Peter Vandenbempt zich op zoekertjes uit kranten en weekbladen. Tristero beschouwt de zoekertjespagina als een ‘vrije tribune’ waarin iedereen die zijn leven wil veranderen, aan het woord komt en zijn verlangens prijsgeeft aan het publiek. Soms betreffen die verlangens een paar schoenen en worden ze snel ingelost; soms (vermiste dieren, vriendschap, seks) ligt het wat moeilijker. The search project brengt de universele zoektocht in beeld met een reeks grappige, ontroerende, maar ook verwarrende zoekertjes,
waarbij men, met de licht aberrante fantasie waaraan het Tristero nooit ontbreekt, nog een heel verhaal kan fantaseren. De artistieke kern – Kristien De Proost, Youri Dirkx en Peter Vandenbempt – wordt op de planken vervoegd door een grote groep acteurs die speelt in het Nederlands en Frans (met boventitels). Tristero scoorde de voorbije jaren al met droge komedies als Abigail’s party (2004) van Mike Leigh en het woordeloze Living (2008). MB The search project, 17, 19, 20 (20.30 uur) en 18 november (19.00 uur), Kaaistudio’s, O-L-V van Vaakstraat 81, 1000 Brussel, 02-201.59.59 en www.kaaitheater.be
Actie > Protestkunst fleurt irritant hek op
Praat
Bijgewoond: gastcollege ‘Het teruggevonden kind’ van Eric de Kuyper, 9 november aan de VUB.
achteraf
Hoe zou het nog zijn met Eric de Kuyper? Zeer goed, zo te zien en te horen. Bijna zeventig ondertussen en nog altijd de oude. De VUB-professoren Piet Van de Craen en Hans Vandevoorde kwamen op het idee om de schrijver en ex-VUB-student uit te nodigen voor een paar gastcolleges in een van de vele onbestemde lokaaltjes van de VUB die verder voor geen enkele afleiding kunnen zorgen (F5.211 als u het wilt weten). Onderwerp van de twee lessen (waarvan we de eerste helaas hebben gebrost) waren De Kuypers bespiegelingen over de kinderjaren, en over bekende en minder bekende literaire autobiografieën over de kinderjaren, zoals hijzelf die ook al neerschreef in zijn boek Het teruggevonden kind. Eric de Kuyper is namelijk ervaringsdeskundige. Niet alleen is hij zelf ooit kind geweest (in Brussel), hij schreef ook een onvolprezen autobiografie over die jaren. Het verschil tussen een ‘algemene’ autobiografie en een autobiografie van de kinderjaren ligt volgens De Kuyper in de uitdaging om nabijheid te creëren tot het kind van toen, dat per definitie op een aparte manier in de wereld staat. Intimiteit is daarbij een sleutelwoord. Goede autobiografieën zijn dan ook niet noodzakelijk het werk van gelauwerde auteurs, en omgekeerd zijn gevestigde auteurs niet altijd in staat tot goede autobiografieën over de kinderjaren. De Kuyper kan zich wel iets voorstellen bij de paradox dat een onbezorgde jeugd ook vaak een ‘onbewuste’ jeugd is, terwijl intense herinneringen en zelfreflectie bij een kind vaak juist worden geïnduceerd door (traumatische) ervaringen of gebeurtenissen die de kindertijd doorkruisen, of er zelfs de facto een einde aan maken. Zalig zij die de tussenweg bewandeld hebben en ook nog eens goed kunnen schrijven. Toen De Kuyper aan Aan zee begon, was hij er zelf niet zeker van dat hij zich voldoende zou kunnen herinneren, maar dat viel dus reuze mee. Hij zegt zich niet alleen voldoende bewust geweest te zijn van zijn kinderjaren, maar ook van het nakende moment dat de kindertijd onverbiddelijk ge-
daan zou zijn, en gaf gevolg aan wat hij met Françoise Dolto omschrijft als de ‘roeping’ van het kind om als volwassene te willen (blijven) getuigen hoe kinderen zijn/waren. Bij de criteria die De Kuyper hanteert om van een goede kinderautobiografie te kunnen spreken, horen urgentie, schrijfplezier, en (slechts) een beperkte mate van reflectie en evaluerende tussenkomsten door de volwassen auteur. Vooral die urgentie of noodzaak is belangrijk, en laat zich zomaar niet veinzen. Daarvoor haalde De Kuyper de Duitser Victor Klemperer aan. Als die in Curriculum vitae zijn vroege jeugdherinnering aan de rouw van zijn volwassen familieleden om de dood van zijn kleine zusje beschrijft, vermeldt hij het detail dat allen om de tafel zaten, met de stoelen een beetje van die tafel weggeschoven. Dat detail is treffend op een manier die niet voor de hand ligt en zich dus ook niet laat verzinnen. Het dringt zich op aan de auteur die het vervolgens, als alles goed is, ook naar waarde kan schatten. Ook schrijfplezier is belangrijk, en dat mag van De Kuyper zelfs tot enige slordigheid leiden. Niet alleen omdat zo (bijvoorbeeld) de achronologische tijdsbeleving van het kind wat kan worden gerecreëerd, maar vooral omdat schrijfplezier een garantie kan bieden dat de tekst geen geforceerde constructie wordt. Samen met een overdosis reflectie is een overdreven demonstratie van literair ‘meesterschap’ het grootste obstakel om tot de intimiteit en de nabijheid van het kind te komen (en dus tot een goede autobiog rafie). Stilistiek en structuur zijn niet uit den boze, maar kunnen de spontaneïteit smoren of dienen om het gebrek daaraan te verdoezelen. Vooral dat stuit op de weerzin van De Kuyper. Hij ziet er bijvoorbeeld de reden in waarom het autobiografische werk van Simenon als mislukt mag worden beschouwd, maar bij de koffie achteraf noemde hij in alle bescheidenheid nog enkele klinkende namen uit de algemene literatuur die met hun geforceerde constructies helaas ontzielde verhaaltjes produceren. Lees – als u dat nog niet gedaan heeft – De hoed van tante Jeannot of Aan zee en laat weten of u een De Kuyperiaan bent. Michaël Bellon
© SASKIA VANDERSTICHELE
‘Wij geven kleur aan wat triest en afstotelijk is’
Eric de Kuyper, grasduinend in eigen werk.
ETTERBEEK – De olijke bende van TricotTrottoir/Stadsbrei sloeg vorige vrijdag weer toe, gemaskerd met gekke bivakmutsen. Ze kleedden ‘het lelijkste hek van de stad’ aan. Zoals een ‘terroristendaad’ betaamt, werd pas op het laatste moment beslist waar de actie plaatsvond: bij de muurhoge afrastering van de scholencampus Sint-Lukas (Groenstraat, Schaarbeek) of bij de onbestemde hekkengekte in het plantsoen tussen Etterbeeksesteenweg en station Schuman (Etterbeek). Het werd het laatste. De bende verfraaide het hek met sierlijke lappen van plastic afval. Maandenlang werd aan het kunstwerk gehaakt en gebreid. Resultaat: een patchwork van verknipt en tot draden gesponnen zwerfplastic (winkelzakjes, werflint, touwtjes,...). De berg afval werd – netjes herweven – teruggegeven aan de stad. Voor die actie werd de mosterd gehaald in Zweden (knittaporfavor.wordpress.com). Tricot-Trottoir/Stadsbrei-Brussel zat eerder dit jaar al achter protest- en opsmukkunst op straat. Het teveel aan amsterdammertjes (hinderpaaltjes op het trottoir) rond het Stefaniaplein werd aangekleed als een bende konijntjes – de hoesjes bleven drie weken staan. Het standbeeld van koning Leopold II naast het paleis kreeg een ‘guldenvliesketting van afgehakte handen’ om – die was al na één dag
weg. “Het hangt van de genade van de passant en van de overheid af wat er met ons kunstwerk gebeurt,” zegt coördinator Toos van Liere relativerend over de tijdelijkheid van de installaties. “Wij hebben maar een doel voor ogen: kleur geven aan wat triest is en afstoot. Het valt toch op dat dit hek gebruikers van de stad van elkaar scheidt? Meer nog, het hek is irritant, totaal zinloos en lelijk.” Van Liere ging vorig jaar in het gemeenschapscentrum De Pianofabriek aan de slag met het kunstproject artPLASTIEKfabrique. Onder de naam Tricot-Trottoir/Stadsbrei-Brussel houdt ze sinds het voorjaar een breiclub in MicroMarché/MicroMarkt (Steenkoolkaai 9). Op vrijdag komen er soms vijf, soms dertien hobbybreiers samen. Er wordt overigens een oproep gelanceerd naar ‘meer mannen’. Of de plastic art aan dit hek lang zal blijven hangen, is nog de vraag. “Het laat ons niet onverschillig als het verdwijnt, want we hebben veel liefde gestoken in het breiwerk,” zegt Van Liere. Dat het misleidend, een heksenketel op straat en/of onwettig is, wil ze niet geweten hebben. “We kregen alleen maar positieve reacties (artplastiekfabrique.wordpress.com), dus weten we niet wie zich hieraan ergert. Met onze kritische interventie stellen we de vraag: gaan we de toekomst tegemoet met steeds meer hekken om ons heen?” Jean-Marie Binst
BDW 1255 PAGINA 20 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Lifestyle > Nieuwe trends op Cocoon houden rekening met het consumententype
Is dit het bed van een fix-it? © XXX
BRUSSEL – Je bent een emotechno, een activist, sophistocrat of fix-it. Dan word je verleid door andere kleuren: van poederachtig vrouwelijk over koel metaal tot kitscherig goud. En je kiest (on)bewust voor een ander lievelingsbed. Dat willen althans de trendwatchers op de beurs Cocoon ons leren.
W
ie denkt zijn beste interieuraankopen te kunnen doen op het internet, heeft het mis. Want wie is nu volledig onderlegd als stylist? En krijgt u misschien gepersonaliseerd advies op het World Wide Web? Iedereen kan wel wat persoonlijk consumentenadvies en tips rond smaken en trends gebruiken. Dat verklaart meteen ook het blijvende succes van woon- en interieurbeurzen als Cocoon, dat al twintig edities standhoudt. Dit jaar blikt Cocoon met een fotoretrospectieve terug op de woontrends van 1980 tot 2010. De jaren 1980 waren hectisch en druk. De jaren 1990: zen, extreem en minimalistisch. De (begin)jaren 2000: ‘te gek’, overhaast, zeer materialistisch en niet altijd realistisch. En de trend 2010-2011 houdt het bij ‘slow’. De toon wordt gezet door duurzaamheid, respect voor het milieu en kwaliteit ‘van bij ons’. Iedereen is zich onderhand bewust van de multicrisis. Dus: kalm aan, jongens, en nadenken. Dat zou te merken moeten zijn in de woninginrichting, van klassiek tot hedendaags. En wie ‘smaken’ en ‘stijlen’ zegt, denkt aan trends. Daarvoor luisterde Cocoon naar Kaaiad BDW 101113 FIN.pdf
1
Vincent Grégoire van het Parijse trendbureau NellyRodi. Grégoire definieert vier consumententypes. De eerste groep zijn de fix-its of de doorzetters, vaak in samengestelde gezinnen (die handig zijn in het 50/50 verdelen van tijd, kinderen en hobby’s). De fix-it roept: “Yes we can!”, denkt aan oplossingen en blijft kritisch. Het kan een bobo (bourgeois-bohémien) zijn die vooral lokaal denkt en erg protectionistisch is, of net een overmatig internetgebruiker is. Daardoor valt hij of zij op optimistische, warme kleuren (geel en goud). En mixt – denk aan die 50/50! – materialen, van industrieel design tot hergebruik en jeugdigheid. De emotechno is introvert; emotie en technologie gaan bij hem of haar hand in hand. Het leidt tot ‘privacy’ en een ‘second skin’, die zacht (met de French touch) moet zijn. Natuurlijke materialen, afgeronde vormen, poederkleuren (beige, roze, violet, oranje) – zachtaardig, maar met koel verstand gekozen. Er zijn ook de rebellen, de activists, die altijd protesteren, reageren en provoceren en in alle leeftijdscategorieën terug te vinden zijn. Hun rebellerende houding (waaronder ook het nieuwe feminisme valt) is 09/11/10
12:32
Een slaapkamer voor elk consumententype (en elke BDW-lezer) op Cocoon.
“De beurs moet af van het imago van uitsluitend salons, relaxzetels en waterverzachters”
mententype: de sophistocrat. Die leeft in de wij-Facebook-wereld. De sophistocrat wil los staan van zijn ouders, los staan van geld, maar zoekt wel imago en fun op. Hoewel hij of zij niet meestal niet veel geld heeft, is dit type wel klassiek: le classique revu et corrigé. Dat neigt naar kitsch en luxe, te herkennen in klassiekere (nooit te felle) kleuren, goud en zilver.
Voetafdruk te herkennen in hun smaak voor (opnieuw) samengesteld design en in kleuren als metaal, donkerblauw, dieprood en minerale tinten. En dan is er nog het vierde consuADVERTENTIE
Terug naar de Cocoon-beurs. “De beurs moet af van het imago van ‘relaxzetels, salons en waterverzachters alleen’,” zegt tentoonstellingscoördinator Harry Vanhoyweghen.
“De stands moeten met hun tijd mee en moeten totaalprojecten presenteren. Grote ketens als Ikea en Habitat pakken al jaar en dag uit met een ‘totaalconcept’ om producten voor te stellen. Aan de fabrikant en verdeler om die succesopstelling op Cocoon te enten.” Dat brengt ons bij een van de sfeertrends die het beeld van Cocoon 2010 bepalen. Vanhoyweghen: “We kunnen niet meer buiten het ecodesign. Maar dat mag niet verward worden met het soort vintage, de afgeschreven meubels en oriëntaalse import die overjaarse hippies weleens koesteren. De re-use, re-make en re-value van vandaag moeten
BDW 1255 PAGINA 21 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
verantwoorde producten opleveren. Kwaliteitsvol en naar materiaal en verpakking niet vervuilend, dus. We moeten uitkijken voor het mateloos kopen van kopieën van ons oude meubilair, gemaakt in lageloonlanden, én voor het verre transport, dat milieubelastend is.” Cocoon gaat dus wat ‘protectionistischer’ en ‘chauvinistischer’ denken. Belgische (vooral Vlaamse)
designers krijgen dit jaar een aparte zone om hun ontwerp in de kijker te zetten. Ook Belgische (tuin)meubelfabrikanten hebben een eigen platform. Belgische meubels kopen wordt gepromoot als een ‘milieuvriendelijke’ zet, omdat het transport tussen fabrikant, winkel en consument korter wordt. Werken aan een kleinere ecologische voetafdruk, heet dat, en bijdragen tot (in)directe werkgelegenheid in eigen streek. De fabrikanten houden ook rekening met de culturele en regionale voorkeur van hun doelgroep. Zo is de grootte van het meubel regiogebonden; Nederlanders zijn doorgaans kleiner behuisd, en kiezen daardoor ook voor compactere meubelen. Heel trendy is de tactiele ervaring (het aanvoelen van materialen) die het aankoopgedrag stuurt. Die ervaring kunt u zowat overal opdoen, of het nu bij meubels (en tuinmeubilair), vloerbekleding, keukens, badkamers, verlichting, behangpapier, textiel of verfsoorten en -kleuren is. De deco-corner, waar alle stijlen, van klassiek over trendy tot design, te vinden zijn, helpt daarbij. Nu alleen nog de juiste slaapkamer kiezen die past bij uw consumententype. Jean-Marie Binst
Cocoon, van 20 tot en met 28 november in Brussels Expo op de Heizel. Open van 11 tot 19 uur, vrijdag tot 23 uur. Gratis kinderopvang op woensdagmiddag en ’s weekends (Patio/Paleis 5). Kaartjes kosten 10 euro (8 euro online), gratis tot 12 jaar. Meer op 02-663.14.15 en www.cocoon.be
Theater > Nieuwe voorstelling van winnaar Landjuweel
Het D°eFFeKt-effect BRUSSEL – Het amateurtheatergezelschap van gemeenschapscentrum De Markten haalde twee weken geleden de nationale pers met zijn overwinning op het Koninklijk Landjuweel. Het kaapte samen met Stemmer, de koorgroep van De Markten onder leiding van Peter Spaepen, de belangrijkste onderscheiding voor amateurtoneel weg met een bewerking van de Griekse tragedie Agamemnon van Aischylos. Agamemnon is op 2 december nog te zien in gemeenschapscentrum De Kriekelaar, maar ondertussen heeft D°eFFeKt ook al een nieuwe productie klaar. Zingt Jubilate gaat over een gelijknamig kerkkoor, dat zijn beste tijd als kern van het verenigingsleven en trots van de parochie gehad heeft. Ondertussen is het verwor-
den tot een ‘gesloten subcultuur in verval’. De regie van deze muzikale montage voorstelling, die tot stand kwam op basis van improvisaties, is net zoals bij Agamemnon in handen van Koen Boesman. Els Lenaerts, Yannick Joos, Manu Delafortrie en Sarah Delafortrie spelen. MB Zingt Jubilate, 19, 20, 24, 25, 26 en 27 november om 20.30 uur in De Markten, Oude Graanmarkt 5, 1000 Brussel, demarkten@ demarkten.be, 02-512.34.25, www.demarkten.be. Agamemnon, 2 december om 20 uur in De Kriekelaar, Gallaitstraat 86, 1030 Schaarbeek, 02-245.75.22, dekriekelaar.vgc.be. Meer op www.deffekt.be
gaat de haring zich volvreten en wordt hij ‘nieuwe’. We spreken dan van maatjes. Die is moddervet en zacht van textuur. Met die aangelegde reserves gaat de vis dan langzaam aan kuit en hom aanmaken om zich voort te planten. Al die tijd zwerft hij de Noordzee rond in grote scholen; in het najaar zwemt hij voor onze streken. De Franse vissers trekken er dan op uit: verse haring die korrelige en smakelijke kuit bevat, maar toch ook nog aangenaam wat vet. Waar gerookte en gezouten en ingemaakte haring wel het hele jaar door werd gegeten, stortte men zich in dit seizoen op levaart of panharing: ongezouten en ongerookte haring, gewoon vers, dus (ik moet opletten met haringtermen, want er heerst grote verwarring tussen de verschillende namen van producten van streek tot streek). Eén keer slechts werd de haring van goedkoop volksproduct tot een nationale obsessie, en dat was tijdens de laatste wereldoorlog. Vanaf oktober 1942 smeekten de Vlaamse vissers de Duitsers te mogen uitvaren. Ze voelden dat er veel haring zat: “Ze zwommen bij wijze van spreken vanzelf het strand op.” Vissen mocht, gezien de hongertoestand, maar uitsluitend overdag en onder controle van wachtschepen. Wat toen gebeurde, tart de verbeelding. Alles wat nog kon drijven, ging de BRUSSEL EN DE WERELD zee op. In het vangstseizoen 1943-1944 werd meer CULINAIR ONTDEKT dan 47.000 ton aan land gezet, ondanks de mijnenvelden en het gebrek aan materiaal. Op de pleinen werden vrachtwagens vol haring leeggegoten. Iedereen kreeg er mee naar huis, bij de emmer. Door onervaren handen werden ze bewaard: gezouten, gerookt of ingemaakt à l’escavèche. Maar vooral zo snel mogelijk opgegeten, gewoon gebakken in de pan. Vandaag nog spreken velen die het meegemaakt hebben, over een ‘wonderbaarlijke visvangst’ Het haringseizoen is begonnen. Nu zie ik u al raar die het land van de hongersdood redde. opkijken, want iedereen verwacht toch haring in In Nederland hebben ze niet zoveel geluk gehad. juni, niet op het eind van oktober? En toch is het Het einde van de oorlog was voor die generatie ook nu ons haringseizoen. vaak de laatste keer dat ze een panharing hebben gegeten. Stank voor dank. Haring werd een oorlogsDe ene haring is de andere niet. Het mag dan wel trauma dat zo snel mogelijk moest worden vergeten, over één soort gaan ( Clupea harengus L.), ze bestaat samen met rutabaga en topinamboer. uit verschillende populaties, zeg maar visvolkeren, Maar tijden veranderen. Onder andere door de hype die relatief onafhankelijk van elkaar leven en gedijen. Net hetzelfde met de kabeljauw, trouwens. De schaarste aan Noordzeekabeljauw zegt niets over de staat van die vis in de fjorden van Noorwegen of rond IJsland. De twee gaan overigens slecht samen. Als er veel kabeljauw zit, vermindert de haring, en omgekeerd. We komen van enkele goede haringjaren, met weinig kabeljauw. Nu is de toestand blijkbaar weer aan het kenteren. Tussen IJsland en Noorwegen leeft een Atlantische haring. ‘Onze’ Noordzeeharing, een ander ras, splitst men dan nog in verschillende populaties, rond de maatjes in juni. Het is nu deze maand nog die worden genoemd naar de paaiplaatsen waar ze snel de tijd om verse ‘Franse’ haring te kopen. Een zich voortplanten. Zo bestaat er een Schotse voor- beetje ambulante vishandel moet er nu bij zijn jaarsharing. De Doggersbankharing paait in sep- groothandelaar kunnen krijgen. Sta erop dat hij er tember, de Kanaalharing pas eind november of in inslaat. Koop ze en laat ze vooral niet schoonmadecember. Die laatste heeft een rol gespeeld in onze ken! Thuisgekomen schraapt u er zelf voorzichtig de geschiedenis. Het vangstseizoen van ‘onze’ haring graatjes af. begon tegen het einde van oktober. Maar niemand U spoelt de vis onder de kraan en dept hem droog. die daar nog om schijnt te malen. België is nooit Dan laat u een antikleefpan heet worden. Een klonteen enthousiast haringland geweest. Er zijn ver- je goede boter erin, de vis lichtjes door de bloem haschillende pogingen geweest om hier een moderne len en dan in de hete pan vlijen, maar niet té heet. haringvisserij op te zetten, maar dat was nooit een Zo’n vier minuten bakken. Voorzichtig omdraaien en nog zo’n vier minuten. Snuifje zout. Pruts even blijvertje. Wat een verschil met sprot. Langs onze kust ston- een zijkant open en kijk of het vlees niet meer gladen tientallen rokerijen en inleggerijen van sprot, zig is vanbinnen. Misschien nog een minuutje? De nauwelijks wat voor haring. In onze beide buurlan- vis mag zeker niet uiteenvallen. Dan heet serveren den – in het noorden in, pakweg, Scheveningen en met citroen en/of mosterd. De ingewanden (er zijn in het westen in Boulogne-sur-Mer – is de haring er nauwelijks) vormen een soort bruin sausje bij het visvlees. De kuit is als kaviaar. En heel dat feest een belangrijke industrie. Hier niet. Door het jaar verandert de haring van kwaliteit. In heeft u nog geen euro gekost! Smakelijk. de winter is de vis uitgepaaid en uitgehongerd en dus graatmager. Men spreekt dan van ijle haring. nick.trachet@bdw.be Daarvan maakt men rolmops en haringslaatjes met veel mayonaise. De hele reeks nalezen? Met de lentebloei en de opkomst van het plankton www.brusselnieuws.be/trachet
Nick Trachet
Panharing
De kuit is als kaviaar. En heel dit feest heeft u nog geen euro gekost!
BDW 1255 PAGINA 22 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Amparo Cortés: “Als kind overstelpte ik mijn moeder met vragen. ‘Mama, welke letter is dit? Wat is dit, wat is dat?’ Het leverde me de bijnaam la Vieja, de oude, op.”
C
erro del Águila. Calle Lisboa 28. Traag, ietwat geforceerd zet Amparo Cortés het op een velletje papier. Verontschuldigend: “Mijn geschrift trekt op niet veel. Ik heb het allemaal zelf moeten leren, lezen en schrijven; naar school ben ik nooit geweest. Maar mijn nieuwsgierigheid heeft me op de goede weg gezet. Al zolang ik het me herinner, heb ik mijn moeder met vragen overstelpt. ‘Mama, welke letter is dat? Wat is dit, wat is dat?’ Knettergek werd ze ervan. ‘Oi, te niña!’ Het heeft me al snel de bijnaam la Vieja opgeleverd, de oude.” Dat Cortés nooit naar school is geweest, mag niet verwonderen. De Cerro de Águila, een wijk aan de rand van Sevilla, was in sociaal weefsel en leefgewoonten te vergelijken met de oude Marollen. Arm, achtergesteld. Veel miserie, maar ook veel sociale warmte. (Over)leven was belangrijker dan leren. De Calle Lisboa 28, het adres waar Amparo Cortés is geboren en tot haar zestiende heeft gewoond, was meer een krot dan een woning. Naar het beeld van de barrio. “Mijn vader was een zigeuner. Een getalenteerd danser en zanger, die zo goed en zo kwaad als dat ging de kost verdiende onder de
artiestennaam El Gitanillo de Marchena. Het was een heel lieve, open man, die de mensen graag aan het lachen bracht. Helaas heeft de drankduivel hem te pakken gekregen toen ik nog klein was. La trampa de la vida. Het nachtleven heeft menige flamencoartiest opgebrand. Drank hoorde erbij als ademen. Ze werden aangemoedigd de gasten aan tafel te onderhouden; hoe meer er verteerd werd, hoe meer ze verdienden.” “Van werken kwam er minder en minder in huis, en dus nam mijn moeder het heft in handen. Heel moedig: het dagelijks brood verdienen is bij zigeuners een mannenzaak. Harde tijden waren het, maar ik putte er hoop en doorzettingsvermogen uit. De onuitwisbare herinneringen daaraan werden een muze.”
La fiesta Het zijn harde herinneringen, maar ook mooie. “Iedereen kende iedereen. Het gejoel van spelende kinderen, luide conversaties tussen buren, het was dagelijkse kost. We kregen ook vaak bezoek over de vloer: grote zangers als Pepe Marchena en La Perla de Cádiz, beroemde gitaristen als Melchor de Marchena, mijn grootoom. We waren misschien arm,
maar de traditie van begaafde artiesten was groot in de familie.” “En dan de feesten! Dikwijls ontstonden die spontaan. Met behulp van een schroevendraaier ergens elektriciteit aftappen voor de platenspeler. Dansen. Met oudejaar of bij een doopsel kwamen er zigeuners uit alle kanten van de stad. De ene bracht een kip mee, de andere een brood, wat drank; alles werd gedeeld. En dan werd er gevierd rond het kampvuur, gezongen, gedanst. Van middernacht tot de avond daarop. Feestelijke, lichte liederen. Maar ook flamenco, in al zijn lijden en passie. Flamenco kon indertijd alleen tussen familie en vrienden beleefd worden: het protest dat erin gebakken zat, was taboe onder El Caudillo, de dictator Franco.” “Nog niet zo lang geleden ben ik nog eens teruggegaan naar de Calle Lisboa. Onvergetelijk. De mensen kenden mij nog als de dag van gisteren. ‘Amparo. Het is Amparo! Oi!’ Blij dat ze waren mij te zien, blij dat ik was hen te zien. De buurt was weliswaar veranderd, verbeterd. Maar de mentaliteit is nog altijd dezelfde.”
Noord en Zuid Op haar zestiende zette Cortés voor het eerst voet buiten Spanje. Bestemming: België, Brussel. Het werd een harde kennismaking. Ze werden opgelicht door een man die hen mee naar Charleroi had getroond; Cortés zelf werd opgesloten in de toiletten van het Zuidstation door een boze Madame Pipi. Omdat ze niet kon betalen. Tegelijk was het ook het begin van een nieuwe toekomst. “Mijn moeder had dringend geld nodig om thuis het dak, lek als een vergiet, te herstellen. Dat geld wilde ze verdienen
© AMPARO CORTÉS
LAKEN – “Zoveel dingen in het leven hebben me getroffen. Mooie, trieste. Die beleving op papier zetten is confronterend, dikwijls tot tranen toe. Op het podium kan ik dat allemaal van me afzetten, en doorgeven aan het publiek. Een magisch moment.” Meer dan veertig jaar geleden verliet Amparo Cortés Andalusië voor Brussel. Zestien was ze, ze had geen rooie duit op zak. Maar in haar hoofd zat een schat aan herinneringen en beelden, die haar een gevierde flamencozangeres zouden maken.
© MARC GYSENS
Cortés deelde dertig jaar het podium met Wannes Van de Velde, ‘mijn compañero’.
door een jaartje in België te komen werken. Van deur tot deur is ze gegaan in de wijk, en uiteindelijk is zo een groepje bijeengebracht. Acht meisjes, twee moeders en een oudere man. Op zoek naar werk en wat geld. In België. 1966 was het, de kou hing nog in het land. We hadden geen deftig schoeisel, geen warme jas. In kartonnen koffers zaten enkele schamele bezittingen. Onwetend waren we, bang voor het onbekende. De eerste overnachting in Brussel, in een café, was geregeld door Chato de Jerez, de zanger, gitarist en danser die mee een keerpunt in mijn leven heeft teweeggebracht.” Maar het eerste keerpunt was Brussel, en de ontmoeting met José, uit het noordelijke Asturië. “Mijn José. Al gauw waren we verloofd. Nadat mijn moeder was teruggekeerd naar Sevilla, dacht ik dat ik haar snel zou volgen. Maar ik ben gebleven. Samen met José –
BDW 1255 PAGINA 23 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
FREDDI SMEKENS “De eerste ontmoeting met Wannes Van de Velde vergeet ik nooit. Hij, met zijn baard, lang haar, een hoed op, goed ingeduffeld. ‘Wie is dat? Een hippie? Wat wil die man van mij?’ Het begin van een prachtig avontuur”
Vergeite
H
Amparo Cortés, cantaora de flamenco
‘Zonder mijn muziek ben ik dood’ ons huwelijk tussen Noord en Zuid –, en onze kinderen, José Manuel en Carmen. Nu ook met onze Belgische schoonzoon en twee schatten van kleinkinderen. De heimwee blijft, maar ik ben blij met het leven dat België me heeft geschonken. Het eerste lekkere stuk vlees dat ik ooit heb gegeten – een steak –, mijn gezin, de prachtige mensen die ik heb leren kennen, mijn succes als cantaora.”
El niño de San Andrés Drie cd’s – een met haar neef Enrique de Melchor, een befaamd flamencogitarist –, geproduceerd door Paul Rans. Dranouter, Polé Polé, het Festival van Vlaanderen, de Gentse Feesten, Mappa Mundo. Praag, Oslo, Kiev, Belgrado... Overal hebben mensen kennis mogen maken met het talent van Amparo Cortés. Haar pijn, haar passie, haar angsten, haar vreugde. Haar duende, dat unieke dat de ziel van de echte flamencoartiest typeert. “Zingen doe ik al sinds mijn vierde. De liederen die ik hoorde, interpreteerde ik op mijn manier. Een beetje in het geniep, omdat ik niet graag had dat de anderen me hoorden. Ik heb het zingen altijd in mij gehad, maar in België ging het gewone leven aanvankelijk voor. Aan de kost komen, voor het gezin zorgen. Werken in de textielfabriek, als inwonend dienstmeisje. Zingen deed ik, samen met José, alleen om anderen een aangenaam moment te bezorgen. Vooral populaire liederen. Na verloop van tijd zijn we op feesten en in restaurants beginnen zingen, zodat het ook een broodwinning werd.” “Toen heeft het lot Wannes Van de Velde op mijn weg gezet. Het was 1977, hij was op zoek naar iemand om samen voor de radio op te
treden. Flamenco. Chato de Jerez, die ondertussen getrouwd was met Ana, mijn vroegere buurmeisje, heeft hem naar mij gestuurd. Die eerste ontmoeting vergeet ik nooit. Hij, met zijn baard, lang haar, een hoed op, goed ingeduffeld. ‘Wie is dat? Een hippie? Wat wil die man van mij?’ Het begin van een prachtig avontuur was het. Wannes heeft de flamenco in mij bovengebracht. Ik heb van hem geleerd en hij van mij. Door Wannes heb ik ook andere muzikanten leren kennen, mensen van het theater, schrijvers, schilders.” “El niño de San Andrés, de jongen van Sint-Andries noemden we hem. Meer dan dertig jaar hebben we samengewerkt. Een magnifieke mens, heel zacht. Nooit hebben we woorden gehad. Ik mis mijn compañero Wannes heel erg. Zijn steun, de optredens met hem. Elke keer als ik iets nieuws wilde doen of geschreven had, belde ik hem. Ook nog toen hij al ziek was. Dan zei hij: ‘Als ik genezen ben, gaan we weer samen optreden.’” Ook op Cortés’ zoon, die zijn moeder tegenwoordig begeleidt op gitaar, heeft de Antwerpse bard een grote invloed gehad. Zoonlief is er intussen bij komen zitten. “Ik heb in mijn eentje gitaar leren spelen, maar ik was er niet fanatiek mee bezig. Tot Wannes op een dag binnenkwam, mij een gitaar in handen duwde en vervolgens weer wegging. ‘Ga ervoor’, zonder veel woorden. Van toen af ben ik veel gaan spelen, en nu zou ik niet meer zonder kunnen. Zijn geschenk, zijn unieke gave was het om artiesten te herkennen en hen op weg te zetten.”
Karel Van der Auwera
www.amparocortes.com
et kan ons overkomen, waarde lezer, dat we ons afvragen: “Wa ben ik vandoeg waal vergeite?” Vaker zelfs dan: “Wa moon ik naa waal onthaave?” Vergeite maakt nu eenmaal, in goede of slechte zin, deel uit van ons dagelijkse leven. Het kan wat eigenaardig klinken, maar bepaalde gebouwen, pleinen en andere architecturale bezienswaardigheden die intussen uit het stadsbeeld verdwenen zijn, ben ik nog ni vergeite. Wanneer ik er even over nadenk, zou ik haast durven te stellen dat men selekteef verget. Ooit stelde ik me in het openbaar de vraag: “Hoo komt da na da we zuveul vergeite? En da we in d’ieste ploch vergeite wa we absoleut moote onthaave?” Op die uiteenzetting volgde een gedenkwaardige stilte. Tot iemand opmerkte: “Het ienige wa we nuut ni zulle vergeite, es onze noem en onze gebaurtedoetem.” Welnu, waarde lezer, ik heb nooit een bewering gehoord waarmee iedereen zo eensgezind instemde. We gaan even over naar de Brusselse dooddoener “Verget het mo!” Die gebruikt men in het geval dat men iets als compleet onuitvoerbaar of uit den boze beschouwt. In dat geval kan ook “Da meugde gerust vergeite” van pas komen. Eigenaardig daarbij is dat net wat met “Verget het mo!” aangekaart wordt, het langst in ons geheugen blijft hangen. En hoe is het eigenlijk gesteld met ons Brusselse taalgebruik? Het komt mij af en toe voor een Brussels woord of een uitdrukking vergeite te zaain. Wat ik in dat geval doe, is raad te vragen aan iemand die het beter zou kunnen weten dan ik. Dus vind ik maar een ander uit. Wanneer men mij dan vraagt: “Awel, geift neki ’n exempel,” dan geef ik als antwoord: “Ik ken er wel twintig, mo ik zaain ze allemoe vergeite.” Vergeite kan uiteraard tot heel vervelende situaties leiden. Hierbij enkele tips wanneer men niet op iemands naam kan komen. Pak uiteraard nooit uit met: “Ik ben aan noem vergeite...” Ondertussen blijft de vraag natuurlijk: hoo kom ik op de noem van daan pei of dei mei? Hint: “Er zaain minstens teen meense dee dezeulfde veunoem hemme as gaa. En alle teen spreike ze hem anders
ooit! Hoo es da na meugelaaik!? Zeulfs gaa, dee ik na al joere ken, sprekt hem anders ooit! Probeit het zeulf mo neki...” De kans dat de persoon in kwestie níét aan uw vraag tegemoetkomt, is zo goed als onbestaande. Een van de mooie dingen die ons bij dat vergeite kan overkomen, heeft te maken met de geijkte Brusselse uitdrukking: “Ik zou ’t deuzend kiere zegge!” Die wordt meestal gebruikt in het geval dat men op een woord moet komen dat ons is ontsnapt. Als antwoord op dat deuzend kiere zegge kan natuurlijk volstaan: “Iene ki es mier as genoeg.” Iemand zei mij ooit: “Vergeite? Dat es gelak as nen boek kwaaitspeile woevan ge de noem nemi weut.” Mooier zou ik het niet kunnen uitdrukken. We gaan nu even over naar e trukske om bepaalde woorden, namen of zelfs gebeurtenissen uit de vergeetput van ons geheugen op te vissen. Bij het opzoeken van een woord of plaatsnaam gaat men rustig het alfabet af. Iets in de aard van: “Het begon mè ’n A? Neije... Mè ’n B masscheen?... Oek ni...” Ik wil niemand ontmoedigen, maar wanneer men bij de Z is beland en het nog altijd niet weet, dan hoeft men ni te panikeire. De beste manier om op het woord of de plaatsnaam te komen, is gewoon van vooraf aan te beginnen. Nen anderen truk es gewuun nemi noe te paaze. Op die manier schiet het gezochte item ons meestal vanzelf te binnen. Probeir het zeulf mo neki ooit. Op menselijk gebied heeft ons vergeite uiteraard ook een belangrijke functie te vervullen. Wat klinkt er bijvoorbeeld mooier wanneer er een oude vete wordt opgerakeld dan: “Mo allei! Woe da ge gaa na auver sprekt?! Da’s toch al lang vergeite!” Er bestaan weinig mooiere manieren om op een ander onderwerp over te schakelen. Stel, om af te sluiten, dat we iemand jarenlang niets laten horen hebben, en dat we vervolgens met de vraag geconfronteerd worden: “Ge woit ma nateurlaaik vergeite...” Dan moeten we altijd een pasklaar antwoord achter de hand hebben. En dat is: “Ik aa vergeite zaain?! Ikke!? Mo ik hem alle doege on aa gepaasd en ik paas nog altaaid alle doege on aa!”
REDACTIE BRUSSEL DEZE WEEK Flageyplein 18, 1050 Elsene, 02-226.45.40, fax 02-226.45.69, info@bdw.be. ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bdw.be), 02-226.45.45, fax 02-226.45.69. Gratis binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest. Rest van België 15 euro per jaar; rekeningnummer 424-5529822-66 van vzw Brussel Deze Week. Buiten België 25 euro per jaar. DISTRIBUTIE EN PROMOTIE Ute Otten (ute.otten@bdw.be), Paul De Weerdt. RECLAME IN BDW Rika Braeckman (rika.braeckman@bdw.be), 02-226.45.41, 0477-97.21.27, fax 02-226.45.69. OPLAGE 66.720 exemplaren. HOOFDREDACTIE Anne Brumagne (anne.brumagne@bdw.be). EINDREDACTIE Katrien Stroobants (katrien.stroobants@bdw.be). REDACTIE Jean-Marie Binst (jeanmarie.binst@bdw.be), Christophe Degreef (christophe.degreef@bdw.be), Bettina Hubo (bettina.hubo@bdw.be), Patrick Jordens (patrick.jordens@bdw.be), Freddi Smekens (freddi.smekens@bdw.be), Steven Vandenbergh (steven.vandenbergh@bdw.be), Steven Van Garsse (steven.vangarsse@bdw.be), Danny Vileyn (danny. vileyn@bdw.be). REDACTIESECRETARIAAT Isabelle De Vestele (isabelle.devestele@bdw.be), Ann Van Dievoort (ann.vandievoort@bdw.be), Gerd Hendrickx (gerd.hendrickx@bdw.be). MEDEWERKERS Michaël Bellon, Lieven Bulckaert, An Devroe, Philip Ebels, Eva Hilhorst, Ilah, Francis Marissens, Niels Ruëll, Bruno Schols, Tim Schoonjans, David Steegen, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, ick Trachet, Karel Van der Auwera, Matthias Vanheerentals. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Anja Galicia, Marc Gysens, Ivan Put, Herman Ricour, Dieter Telemans, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. VORMGEVING Peter Dhondt (peter.dhondt@bdw.be). FINANCIËLE ADMINISTRATIE Manu De Hertogh (manu.dehertogh@bdw.be). VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Anne Brumagne, BDW, Flageyplein 18, 1050 Elsene. ALGEMENE DIRECTIE Marijke Vandebuerie (marijke.vandebuerie@bdw. be). Brussel Deze Week wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta, Meiboomlaan 33, 8800 Roeselare en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bdw.be (losse bestanddelen van voornaam of naam aan elkaar, en zonder trema’s, verbindingsstrepen en andere tekens).
BDW 1255 PAGINA 24 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
Atletiek > Sebastien Dewitte, Brussels hoop in de crossloop
‘Kou en modder horen erbij’ JETTE – Ploeteren en afzien in de modder en de kou: crosslopen kun je vergelijken met cyclocross, maar dan zonder fiets. Op de korte cross behoort Sebastien Dewitte (25) tot de Belgische top. Het plezier komt bij hem nu op de eerste plaats. Hij droomt er wel van ‘zijn’ cross van Brussel te winnen. “De cross van Brussel is de mooiste en zwaarste in België,” stelt Dewitte. “In het begin van de wedstrijd moet je een grashelling op waar het echt afzien is. Als het dan nog eens sneeuwt, zoals vorig jaar, dan heb je amper grip en is het aartsmoeilijk. Daarbij komt nog dat het de enige cross in België is met een Europees label, waarop de Europese top telkens aanwezig is. Ik woon op nog geen kilometer van het parcours en heb dan telkens heel wat supporters. Een overwinning zou een droom zijn. En ja, dit seizoen kan het lukken.” Dewitte sloot als zevenjarige jongen aan bij atletiekclub Excelsior, en daar zit hij nog altijd. Echt opvallen deed hij pas in 2004, toen hij op de 1.500 meter Belgisch kampioen bij de junioren werd. In diezelfde periode liep hij een Belgisch juniorenrecord op de tweeduizend meter, dat nog altijd ongeslagen is. “Ik had toen een sabbatjaar waarin ik voluit voor het lopen ging. Dankzij die goede prestaties mocht ik naar het wereld- en het Europees kampioenschap crosscountry – dat zijn nog altijd mijn mooiste herinneringen.” Toch besloot de Brusselaar voor geluidsinge nieur te gaan studeren in Louvain-la-Neuve en de sport even op de tweede plaats te zetten. Terug in Brussel dreef hij de training opnieuw op,
De cross van Brussel – de enige in België met Europees label – is voor Sebastien Dewitte “de zwaarste en de mooiste”. Dit jaar gaat hij voor een podiumplaats.
© MARC GYSENS
Paardensport > Jumping van Brussel neemt laatste hindernissen
Mét zand en Philippe Le Jeune “Voor het grote publiek is wereldkampioen Philippe Le Jeune waarschijnlijk de publiekstrekker,” zegt persverantwoordelijke Edith De Reys. “Na het WK heeft hij een meniscusoperatie gehad, maar hij is terug. De kenners zullen ook komen voor echte cracks als Kevin Staut, Marcus Ehning of Eric Lamaze.” Van 25 tot en met 28 november palmen de Audi Masters Paleizen 11 en 12 van de Heizel in. “Het toppunt wordt zondag gereden: de Grand Prix Audi ofte wel de Gold League. Daaraan nemen de top veertig van de wereld en de beste Belgen deel. Het parcours van die proef is gebouwd door Conrad Homfeld, een voormalig topruiter die ook het parcours voor de wereldruiterspelen in Lexington heeft gebouwd. Een topper in zijn vak.” “Het prijzengeld voor de Grand Prix bedraagt 200.000 euro en de winnaar krijgt ook een Audi A5-sportwagen. Voor de hele jumping bedraagt het prijzengeld 442.000 euro. Naast Audi’s voor de winnaars krijgen de ruiters op
© MARC GYSENS
BRUSSEL – De Jumping van Brussel stáát er weer, maar kwam de afgelopen week vooral in het nieuws door een berg gestolen zand.
Wereldkampioen Philippe Le Jeune, weer in grote vorm na zijn meniscusoperatie.
Aankomend talent en amateurs kunnen zich bewijzen in de Silver en de Bronze League. Vorig jaar was er geen Jumping omdat er op hetzelfde moment een landbouwbeurs op de Heizel liep. De twee combineren lukte niet. Dit jaar kreeg de organisatie ook een klap te verwerken toen duizend ton speciaal ‘paardenzand’ werd gestolen. “Dat komt toch neer op zo’n honderdduizend euro,” zegt De Reys. “Er is nog geen spoor van de dieven. Het gaat om zand dat speciaal voor jumpings wordt gemaakt; dit zand kun je thuis niet gebruiken. Elke ‘maker’ van jumpingzand heeft zijn eigen samenstelling, dus als dit zand opduikt, zal het snel herkend worden. We waren gelukkig nog ruim op tijd om een nieuwe lading te bestellen.” De Jumping op de Heizel is een uitgelezen kans voor de (paarden)sportfanaat: “Als toeschouwer kun je heel dicht bij de paddock komen waar de paarden warm lopen. Ook tijdens de proeven zit je kort bij de hindernissen en kun je zien hoe spectaculair de sport is.” De organisatie verwacht dertig- à veertigduizend toeschouwers. Donderdag betaalt u 10 euro, vrijdag 25 euro, zaterdag 30 en zondag 40. Kinderen onder de zes mogen gratis binnen. Reserveren kan op www.ticketnet.be of 0900-40.114. De competitie is ook live te volgen op La Deux en CNBC.
de ereplaatsen Rolex-horloges.” Ook de minder bekende ruiters komen aan hun trekken.
Op donderdag is er de Interprovinciale Dag, waar beloftevolle jongeren aan bod komen.
www.audimasters.be
TS
BDW 1255 PAGINA 25 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
en met resultaat. “Dankzij de vele trainingen maakte ik toen snel vorderingen. Ik had toch tijd omdat ik op zoek was naar werk. Op het Belgisch kampioenschap korte cross ben ik toen derde geëindigd. Ik kwam dicht bij mijn beste niveau. Je droomt dan wel even van een profcarrière, maar de realiteit haalt je snel in. Je moet je huur en facturen betalen.” In de lente en de zomer is het speelterrein van Dewitte de piste, waar hij vooral de 1.500 meter loopt. Aanvankelijk was de cross in het na-
“Je droomt wel even van een profcarrière, maar de realiteit haalt je snel in. De huur moet betaald, hé” jaar de manier om zich mentaal en fysiek voor te bereiden. Langzaam aan is hij uitgegroeid tot een kortecrossloper. “De korte cross is drie kilometer lang, de lange tien kilometer. Je kunt het een als de kleine broer zien van het ander, ook omdat het deelnemersveld iets minder sterk is. De premies bij de lange cross zijn dan ook dubbel zo hoog.” In België is de cross vrij onbekend, al toont Sporza af en toe een manche van de lange cross. “Dat is goed voor de sport, maar het is spijtig dat ze de korte cross niet tonen. Het is nochtans heel aantrekkelijk. Bij de lange cross zondert meestal een kopgroep zich af, die dan strijdt voor de overwinning. Bij de korte cross is het negen à tien minuten voluit gaan. De wedstrijd gaat snel en is een constant spannend gevecht. Je moet in de eerste honderd meter in de top vijf zitten, anders wordt het een hele cross achtervolgen. Om daar te geraken is het soms even oorlog.” De cross wordt wereldwijd beoefend. Maar net als bij het veldrijden is de Belgische cross toch iets aparts. “Kou, regen en modder horen erbij. Dat zorgt voor de charme van de sport. Het heeft iets van krijgers die het tegen elkaar opnemen. Man tegen man. Cross is puur. In landen als Spanje of Portugal zijn de parcours
egaal en niet zo modderig. Als toppers in België komen lopen, dan moeten ze toch wel even slikken.” Dewitte is serieus met zijn vak bezig, maar het blijft op amateurniveau. Toch is hij een geducht loper die tot de Belgische top behoort. “Vorig jaar stond ik tweede in de stand van de Crosscup, maar ik moest geblesseerd afhaken. Dit seizoen ben ik goed begonnen, met begin november een tweede plaats tijdens de manche in Mol. Je moet weten dat de Crosscup het hoogste niveau is in België. Het is uiteraard een doel om hem eens te winnen, maar ik zet mezelf niet onder druk. In de korte cross behoor ik tot de top in België, ik vecht elk jaar voor een podiumplaats.” Het speelterrein van de Brusselaar blijft beperkt tot België. Het WK zit er niet in, want sinds een paar jaar wordt daar alleen nog de lange cross gelopen. “Dat is wel spijtig. Maar het plezier is voor mij het belangrijkste, en daarvoor moet je het in België ook doen. Vroeger hoopte ik nog een profcontract af te dwingen. Nu heb ik mijn leven naast de sport. Ik wil me amuseren met het lopen, op een behoorlijk niveau.” Tim Schoonjans www.sebastiendewitte.be
ADVERTENTIE
stoppers_pave _staand_1013.indd JIUJITSU OP Z’N VRIENDELIJKST
KOEKELBERG – De Brussels Brazilian Jiu Jitsu Academy (BBJJA) organiseert haar achtste challenge voor vier- tot 22-jarigen. Maar liefst 295 deelnemers verwelkomde de BBJJA in 2009. Door het grote succes wijkt het toernooi dit jaar uit naar een grotere zaal (maar op hetzelfde adres: Autriquestraat 4 in Koekelberg). Op zondag 28 november gaan de deuren al om halfnegen open; de jongste kinderen (vier tot zeven) vechten hun eerste kampen om 10 uur. De verschillende leeftijdscategorieën krijgen telkens een halfuur opwarming alvorens de wedstrijden beginnen. Heel de dag door
5
Het geld dat Swim for Life inzamelt (al meer dan 260.000 euro de afgelopen jaren), gaat integraal naar projecten die zich inzetten voor de strijd tegen de ziekte. Op zondag 28 november, van 12 tot 18 uur, is het zwembad Victor Boin het decor van de jubileumeditie. Deelnemers laten zich sponsoren door vrien-
Marcel de Bruxelles Jean pakt het boek over de brouwerij Orval zorgvuldig in. Ik mag het teruggeven als de man aan wie ik het boek schenk, het al zou hebben. Die kans is groot. Marcel Javaux was een gereputeerde scheidsrechter met wie ik aangenaam samenwerkte in het wekelijkse voetbalprogramma Studio 1 op de RTBf. Het is er eindelijk van gekomen. Ik ga hem bezoeken na een gezonde (en uitgeregende) boswandeling in Orchimont, op de grens van de provincies Namen en Luxemburg, meer dan honderdvijftig kilometer van de hoofdstad en op een boogscheut van Frankrijk. Javaux is een bourgondiër, een Orval-freak. In de kelder van zijn kraaknette woning met uitzicht op heuvels, bossen en een heel klein stukje Frankrijk heeft hij een heuse Orvalproeverij ingericht. Met bar en al. Iedereen kent Javaux. De winkelier vraagt me met aandrang hem de groeten te doen. Dat is beloofd. Het gezellige en rommelige winkeltje biedt een uiterst uiteenlopend assortiment spulletjes aan. Lounge-cd’s, fruitige wijnen, kalenders, siropen, geurstokken, kinderboeken, pennen, kaarsen, theepotten en kannen, naslagwerken over fauna en flora van de streek, speelgoed en andere prullaria. Achter de winkel is er een piepklein cafeetje met stoof, uitsluitend bevolkt door Nederlandstaligen. De aubergiste/winkelier is een gezellige man die honderduit vertelt. Zo zijn er wel meer. Onze Brusselse vrienden die bijna wekelijks naar de Vallée de la Semois gaan, maken ons wegwijs en zijn helemaal verknocht aan de Ardennen. Met recht en reden. Wanneer we later Marcel Javaux gaan bezoeken, is hij druk aan het koken. De Belgische vlag hangt uit. 11 november. Het echtpaar zal, na ons bezoek, de buren ontvangen. Acht koppels komen eten. Allemaal
12-10-2010 13:17:00
wordt gevochten, jongens en meisjes apart. Het tijdschema is strak en moet ook correct gevolgd worden: wie te laat komt, ligt eruit. Wie zich wil meten met de beste Brusselse jiujitsu-vechters, moet zich voor 20 november inschrijven; ter plaatse is dat niet meer mogelijk. Mail daarvoor naar brusselsbjjacademy@gmail.com en geef uw naam, leeftijd, geslacht, club en gordel op. Deelnemers betalen vijf euro, toeschouwers mogen gratis binnen. Alle deelnemers krijgen een medaille en één belangrijke les: eerst de vriendschap, TS dan pas de competitie. www.bbjja.firegym.be
ZWEM VOOR HET GOEDE DOEL SINT-GILLIS – Brussels Gay Sports (BGS) organiseert de vijftiende Swim for Life om geld in te zamelen voor de strijd tegen aids.
David Steegen
den, kennissen of familie met de belofte zoveel mogelijk lengtes te zwemmen. Er wordt in ploegen gezwommen, maar zondagszwemmers zijn ook welkom: geld inzamelen is belangrijker dan de competitie. Toch is het meer dan zomaar wat baantjes trekken; de sfeer zit er altijd goed in. Wie geen zwembroek heeft, kan de sfeer komen opsnuiven en een donatie doen. Deelnemen? Stuur een mailtje naar zwemmen@swimforlife.be. Of TS kijk op www.swimforlife.be.
Vlamingen die hun hart verpand hebben aan de Waalse gastvrijheid. Bijna heel Vlaanderen zal vertegenwoordigd zijn ten huize Javaux, tot zelfs een postbode uit Oudenaarde die nooit meer terug wil. Javaux heeft zelf meer dan dertig jaar in Brussel gewoond. De voormalige toparbiter was rijkswachter. Als kind had hij geen Nederlands willen leren totdat hij, als aankomend scheidsrechter, een wedstrijd in Wervik moest fluiten. Die rare West-Vlaamse klanken waren hem helemaal vreemd. Hij begreep geen jota van wat die voetballers hem vertelden en toeschreeuwden. Onderweg naar huis besefte hij hoe dat gebrek aan talenkennis hem parten zou spelen in de uitbouw van zijn passie, het leiden van voetbalwedstrijden. Die maandag verzamelde hij zijn Vlaamse collega’s en vroeg hun om hem in het Frans of Nederlands aan te spreken. Hij zou uitsluitend in het Nederlands antwoorden. Ze moesten hem wel beloven dat ze hem niet zouden sparen. Elke fout moest consequent verbeterd worden. Zo gezegd, zo gedaan. Marcel is in enkele maanden tweetalig geworden. We worden met alle egards ontvangen. Ook onze vrienden zijn welkom, hoewel hij ze nog nooit ontmoet heeft. ‘Wallonie, Terre d’Accueil’ is geen loos begrip. Zoals beloofd doe ik hem de groeten van Jean van de Serpolet. “Ah ja,” zegt hij lachend, “ook een Orval-kenner.” Jean woont al dertig jaar samen met zijn vrouw in het dorpje en keert om de twee weken terug naar zijn familie en schoonfamilie in zijn geboortestad. Sint-Pieters-Woluwe. Brussel zit overal. www.brusselnieuws.be/steegen David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Tennis > WTA-toernooi Warschau valt af, Brussel pikt in
Vrouwentop aan het Atomium LAKEN – Brussel krijgt volgend jaar een WTA-damestoernooi. Tennisclub Prime rose hoopt een week vóór Roland Garros op een paar topspeelsters. “Uiteraard zijn we fier dat we een WTAtoernooi mogen ontvangen,” zegt Prime rose-directeur Frédéric Kohn (42). “We nemen de plaats in van het toernooi van Warschau, dat met financiële problemen kampt. De WTA zocht naar een nieuwe locatie dichter bij Roland Garros en heeft een paar kanshebbers uit de buurt geselecteerd. Ze zijn onze infrastructuur een paar keer komen bezoeken en hebben ons eruitgepikt. Dat we in het verleden al de Davis Cup hebben ontvangen, is een voordeel.” Het graveltoernooi wordt van 16 tot en met 21 mei gespeeld, met 618.000 euro aan prijzengeld. De toernooidirecteur blijft met Jean-François Caujolle dezelfde als in Warschau. Primerose – de club zit in het Congolees paviljoen van Expo 58 – stelt alleen zijn infrastructuur ter beschikking. De club in de
schaduw van het Atomium zal een en ander opfrissen. “Het is al tien jaar geleden dat we nog een groot evenement hebben ontvangen. De vestiaires moeten we bijvoorbeeld onder handen nemen,” zegt Kohn. Clijsters en Henin zouden volgens sommige bronnen al afgehaakt hebben. “Sommige speelsters kiezen voor een rustige week, andere willen spelen. Het is onze eerste editie en we zien wel. Het zou jammer zijn als Henin en Clijsters niet komen. Maar misschien komen ze nog op andere gedachten, het valt te zien hoe volgend seizoen loopt. Ik hoop alleszins op een paar spelers uit de top tien.” Hoe het nieuwe toernooi zal heten, is nog niet bekend. De organisatoren zijn wel vastbesloten om er een onvergetelijk evenement van te maken. “De eerstkomende vijf jaar wordt het toernooi zeker bij ons gespeeld. Daarna zien we wel. Het zou mooi zijn om Brussel elk jaar een prestigieus tennistoernooi te geven. We willen een vaste waarde TS worden.”
BDW 1255 PAGINA 26 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
BD W
ouwburg ch ts n u M e d in t ch a m e d Interview: Kinderen aan
a z IE BRUSSEL ZINGT! Z V
OO
R IEDE R
T 13 J A TO
• R A
N VAN 9 EE © SASKIA VANDER STIC
HEL E
De derde graad van de SintJorisschool op een van de repetities. Ines zit helemaal boven op uitkijk in de nok!
te kijken naar de finale Jullie zitten waarschijnlijk uit re Minsk, om te zien van Junior Eurosong in het ver an af zullen brengen. hoe onze Jill & Lauren het erv gal wat afgezongen! Maar in Brussel wordt ook no scholen bestormen dit Zo’n driehonderd kids uit zes t operahuis De Munt. weekend het podium van he
‘M
or!” roept de ond goed opendoen, ho igent Howard Engelse componist en dir tijdens een van Moody de kinderen toe en ssels Requiem. Waar kinder de repetities voor The Bru te pen stijf op elkaar horen op school meestal de lip zich móéten ze hier stevig van houden, mogen, pardon, laten horen. jonge binnenkom, zit ten de Als ik de repetitiezaal t ze hun knieën. Niet omda zanger tjes allemaal op de hel dat ze de honden van gestraft zijn, maar om d hun er. Met hun handen ron spelen, zo begrijp ik lat ze een en een toeter en zingen lippen vormen de kinder an ze taal. Een beetje later sta liedje in een vreemde en wild gitaar spelen, stamp recht en doen ze alsof ze over op de grond, rollen ze ze heftig met hun voeten golven t de armen wijdopen de de vloer om daarna me goed en. Hier wordt niet alleen van de zee na te boots cteerd. bewogen en levendig gea gezongen, er wordt ook de Sinten Ayoub (9) zit ten in Basma (11), Ines (11) meedoen van de zes scholen die Jorisschool. Dat is een
DOOR PATRICK JORDENS
repetitie praatte Zazie aan dit projec t. Na een grote zangavont uur. even met hen over dit titel van jullie Requiem, zo staat er in de t dat? zangst uk. Wat beteken ijn en het wil zeggen Basma (B): Het is Lat r wat je zoal voelt als ‘eeuw ige rust’. Het gaat ove over wat er dan met die er iemand sterft en ook schillende hoofdstuk ken, dode gebeur t. Er zijn ver we laten zien dat we zoals ‘Dies irae’, waarin dood. Maar in het stuk heel kwaad zijn op de s dan weer heel triestig. ‘Lacrimosa’ voelen we on
WIN!
aal in? Zit er een soor t verh een man, Charon, die B: Ja, het gaat over naar de onderwereld de doden met de boot ereld wonen ook de breng t. In de onderw zien wat er met je hellehonden. We laten je goeie dingen hebt gebeur t als je sterft: als paradijs. Maar als je in gedaan, ga je naar het dingen hebt gedaan, je leven te veel slechte onderwereld terecht. dan kom je in de , Ines? Oei. Geloof jij daarin Ines (I): Ja.
n van end toeschouwers worde Jij kan een van de drieduiz nt Zazie mag The Brussels Requiem, wa even voor het 3 x 2 gratis kaar tjes wegg 17 uur. vember om concert van zondag 21 no
er om 13 uur je Mail vóór vrijdag 19 novemb ar zazie@bdw.be. naam, leeftijd en adres na
lukkige winnaars! Misschien ben je bij de ge
e! uiem? Op ww w.demunt.b Meer over The Brussels Req
BDW 1255 PAGINA 27 - DONDERDAG 18 NOVEMBER 2010
© BART DEWAELE
[ SORRY ] SNORRY?
é in M , o t a is M , lé a Moko, Mib
© ILAH
En wat gebeurt er dan met de dieren als ze sterven? B: Die gaan natuurlijk allemaal naar het paradijs, want die doen nooit iets verkeerds. Gaat er iemand dood in het stuk dat jullie zingen? B: Ja, dat wordt gespeeld door een kind van het kinderkoor van de opera. En waarom sterft dat kind? Ayoub (A): Dat weten we niet. Jullie zingen in koor met ongeveer 295 andere kinderen, soms zelfs in verschillende stemmen. Hebben jullie ook een eigen rol? A: Ja. Voor het hoofdstuk ‘Quantus tremor’ begint, vormen wij drie samen een trio en moeten we ‘woede’ uitbeelden. Dan slaan we heel hard met onze armen en voeten. Maar niet op iemand anders, hé, gewoon tegen de lucht. En tegelijk kijken we dan naar het publiek. B: En we mogen niet lachen! I: Soms beelden we ook wel de honden van de hel uit, als we op de knieën zitten. Jullie zingen vaak in andere talen, Latijn, Engels, Frans, Nederlands... B: ... in het Hebreeuws ook! Waarom in zoveel verschillende talen? B: Ik weet het niet. Misschien omdat het soms oude talen zijn en omdat het goed klinkt. Ik vind het wel leuk, want zo hebben we ook een beetje die andere talen geleerd. I: Soms was het wat moeilijk. Vorig jaar zijn we begonnen en hebben we andere liedjes ingestudeerd dan dit jaar. We moesten dus wel wennen... Jullie zijn hier al lang mee bezig, ongeveer anderhalf jaar. Vonden jullie het leuk om mee te maken? A: Ja, maar soms word ik wel moe, omdat we zoveel moeten repeteren. We moeten het altijd opnieuw doen totdat het goed is. En nu: eindelijk hét optreden. Zenuwachtig? B: Ja, zeker voor onze solo! Ik ben nu al verlegen, maar ik heb er ook veel zin in. I: Ik ook. Ze zeggen dat er drieduizend mensen gaan komen kijken!! Mijn familie zal er ook zijn...
Voor Eric (in het midden) is zingen een leuke hobby. Later wil hij veearts worden.
‘S
oms heb ik ’s morgens helemaal geen zin om te komen. Maar als ik er dan ben en ik doe mee, dan voel ik me nadien altijd beter. Dat vind ik wel wat raar,” vertelt NERJIS (8) me heel eerlijk na de zangworkshop van Shanti! Shanti! Ze weet me ook nog te vertellen dat die naam zoveel betekent als “Zing! Zing!/Chante! Chante!” En dat is precies wat een veertigtal kinderen van allerlei nationaliteiten en leeftijden sinds september elke zaterdag doen: samen muziek maken met alleen maar hun stem. “Superleuke liedjes leren we hier,” vertelt RULA (9). “Meestal liedjes in andere talen. Zoals vorige keer in het Congolees! Toen leerden we tellen. Dat klonk als Moko mibalé misato miné, en nadien maakten we daar een liedje met een klapspelletje van.” – “Of zoals vandaag,” zegt Nerjis. “We hebben nu veel gezongen in een verzonnen taal, en ook zelf een liedje mogen componeren met namen van tropische vruchten, zoals mango of papaja. Spannend!” Al deze kinderen houden veel van muziek,
GER BLIK VAN
en sommigen willen van zingen zelfs hun beroep maken. “Jill & Lauren van Junior Eurosong zijn mijn idolen. Maar Ymke en Emma ook, hoor! Later wil ik ook graag zangeres en danseres worden, en mijn mama vindt dat ook een goed idee,” zegt Nerjis en ze glundert. ERIC (10) niet, die ziet zingen gewoon als een hobby. En later? Dan wil hij aan de slag als veearts. “Het leukste aan Shanti! Shanti! is dat we hier allemaal graag zingen en dus meestal goed meedoen. Dat is anders dan op school: daar zingen de kinderen vaak tegen hun zin.” Rula vindt dat ook: “Ja, en hier mogen we ook een beetje doen wat we willen. We moeten niet altijd met onze voeten stijf onder de bank blijven zitten. Soms klappen we in de handen, of bewegen we terwijl we zingen. Zingen is hier een echt plezier!” Shanti! Shanti! is een project van Met-X (www.met-x.be) & Festival van Vlaanderen-Brussel. Elke zaterdagochtend zingen ze uit volle borst bij Bronks, in hartje Brussel.
Waterpret!
Dit weekend kan je in vijf Brusselse zwembaden gratis of tegen een zacht prijsje terecht voor allerlei fijne wateractiviteiten. In het Victor Boinbad van Sint-Gillis bijvoorbeeld krijg je op zaterdag een gratis ontbijt na een vroege zwembeurt. Of wat dacht je van een schat opdelven op de bodem van een zwembad? Waag je kans nu zondag in het bad van Neder-Over-Heembeek! Of wil je liever eerst leren duiken, met alles erop en eraan? In Anderlecht en in Sint-Pieters-Woluwe staan de badmeesters al klaar. Kortom, twee dagen lang lekker plonzen, voor klein en groot! Vergeet je badmuts niet... Alle info vind je op www.vgc.be/sport of www.zwembaddagen.be.